Ad 1. Delen van het tekstboek

Transcriptie

1 Geachte gebruiker, U heeft de demo-tekstversie geopend van de afscheidsmusical WINDKRACHT 8. De bedoeling hiervan is u een zo royaal mogelik indruk te geven van deze musical. Dit in combinatie met de audiopresentatie die eveneens op deze cd-rom staat. De demo-tekstversie bestaat uit: 1. Delen van het tekstboek; circa 40% (dus niet het complete tekstboek!) 2. en volledig hoofdstuk uit de handleiding 3. Het rollenschema 4. De wize van muzieknotatie Ad 1. Delen van het tekstboek Iedere scène wordt ingeleid middels beschriving van 'de korte inhoud', waarna een tekstdeel volgt. Hierbi worden tevens nog enkele aanvullingen beschreven. SCÈN 1 Korte inhoud : Wanneer het zaallicht uitgaat klinken, voorafgaand aan het lied, stormgeluiden. én voor één worden de kinderen 'opgeblazen'. Ze dwarrelen over het speelvlak. Wanneer de stormgeluiden overgaan in het voorspel, gaan de kinderen naast elkaar staan en zingen het openingslied. Na het lied blikt, dat de regisseur nog niet helemaal tevreden is en verlangt dat het laatste lieddeel nog een keer wordt gezongen. Dit mede om het publiek harder te laten applaudisseren. Tekstdeel: 1 De nummering betreft CD 2 'de uitvoering-cd' met de instrumentale versies van de liedes + alle changeermuziekes/ geluidseffecten. en enorme wind/storm ' blaast' de kinderen één voor één op. Ze dwarrelen over het speelvlak. De kinderen dragen op hun kleding de cifers 1 t/m 8. Wanneer de stormgeluiden overgaan in het voorspel, gaan de kinderen naast elkaar staan en zingen het openingslied. LID 1: WINDKRACHT 8 refrein: GROP 1+2 r waait een wind. r waait een wind. r waait een windkracht 8. GROP 1 r waait een wind GROP 2 door onze school. r waait een wind door onze school. GROP 1+2 r waait een windkracht Acht aren basisschool, achter de schermen. Wi laten vanavond het één en ander zien. We klappen uit ons schoolte, verklappen u een pietsie. Nu in ons cabaret windkracht 8! Tidens het korte naspel maken de kinderen een buiging. Het publiek zal vermoedelik applaudisseren. Dan roept 'de regisseur' hard vanuit de zaal. 1

2 Regisseur SCÈN 2 : Waardeloos. Wááááárdeloos! Ik had nog zo gezegd, laat duidelik zien dat ullie 8 groepen zin. Dus vóórdat e gaat zingen bi elkaar gaan staan. Het publiek snapt er anders niets van. (achter de hand/schuin tegen publiek) Dat is ook wel duidelik aan het applaus te horen. Wanneer het lied is afgelopen en het publiek snapt direct waar het over gaat, klappen ze vééééél harder. (tegen technicus) Zeg maate... draai de band maar een stukkie terug. We doen 't laatste couplet nog een keer. (tegen koorkinderen) n ullie gaan goed bi elkaar staan! (steunend in zichzelf) Wàt een stellete ongeregeld... oh... oh... oh. Wáááááááárdeloos! Korte inhoud : Deze scène speelt zich af in groep 1. r komen vandaag allemaal 'nieuwe' kinderen op school. Pa van Dommelen zorgt ervoor dat zin dochter de beste plaats krigt. Hi en Stefanie komen dan ook vroeger dan de anderen. Wanneer alle kinderen er zin en de ouders zin verdwenen, leest de uf alle namen op. De kinderen mogen nu iets vertellen. Al gauw zit iedereen door elkaar te tetteren. Het lied 'Regels' vertelt dat de kinderen nogal wat moeten aanleren/afleren nu ze op school zitten. Wanneer de uf zegt dat de kinderen mogen buitenspelen blikt dat de kinderen weinig van het liede hebben begrepen. Ze stormen richting speelplaats. Tekstdeel: (Aan onderstaande dialogen gaan circa 1,5 bladziden vooraf.) De uf noemt nu, duidelik en in een langzaam tempo, de namen van de kinderen op en stelt hiermee tevens de kinderen aan het publiek voor. De kinderen kunnen eventueel verkeerd uitgesproken namen corrigeren. Dit gedeelte zélf bepalen en invullen. Juf Piet Juf Piet Juf Piet lse Miep Jan Sander lse Miep Mies Juf Mies Jos Juf Jos : Tonge onge, wat een prachtige namen hebben ullie. : (onderbreekt) Juf... : Ja... eh Piet is het geloof ik hè? : Ja uf. : Zeg 't maar knul. : Wi hebben kippen thuis. : n wi koninen. : n ik een hamster en die heet Leo. : Oma ligt in het ziekenhuis. : Min opa ook. Die is getransplanteerd. : n ik ben bang voor pissebedden. : n ik voor orenkruipers. : Ik krig een nieuw zussie! : Oh a van wie? : Van m'n moeder natuurlik! : Min vader heeft de zenuwen. : De zenuwen? : Ja, hi is gisteren thuisgekomen. Helemaal overgespannen van de zenuwen. Helemaal! 2

3 Liese Juf Johan Juf Johan : Ik heb iets ergs hier (wil kleren uittrekken). : Ja a a... Liese, ik geloof e wel. Laat e kleren maar aan. : (hoge nood/hard) Ik moet poepen uf! : Ahum... een druke doen Johan? Ga maar gauw. Lukt het alleen? : (loopt knipend weg) Ja uf... Juf 3 Op dat moment beginnen alle kinderen hard door elkaar te kakelen. De uf laat het even begaan en 'sssst' dan: : Sssst kinderen, niet allemaal door elkaar. Zo begript niemand er meer iets van. Sssst... ssssst... Wanneer we 's morgens in de kring zitten mag iedereen iets vertellen. Vooral over thuis. Daar is uf dol op. Maar dan wel één voor één, want zo zin de regels! De muziek wordt gestart. De uf + kinderen zingen: LID 2: RGLS Juf refrein: allen: Juf: allen: 1. én voor één niet door elkaar. Heb e iets af dan roep e 'klaar'! Als e moet plassen, twee vingers naar omhoog. Want anders blift e broek niet droog. Regels regels, in het gareel. Afleren aanleren oh zo veel. Luister wat ik zeg, doe wat ik wil! Als ik 'sssst' zeg ben e stil. Luister wat u zegt, doen wat u wilt. Als u 'sssst' zegt, zin wi stil. (Het lied telt drie coupletten. Hierna nog circa 1 /2 bladzide afsluitende tekst.) SCÈN 3 Korte inhoud : Deze scène wordt zowel in het verleden als in de toekomst gespeeld. We zien twee mannen van begin veertig. Ze komen elkaar tegen op straat. Vroeger, vanaf groep 2 van de basisschool, waren het dikke vrienden. Zo dik dat ze 'Jut en Jul' werden genoemd. Ze halen herinneringen op en beloven elkaar nooit meer uit het oog te zullen verliezen. Wanneer ze weglopen komen 'dezelfde personen' op. Nu hebben zi de leeftid c.q. zin het kinderen van groep 2. Tekstdeel: 4 De muziek wordt direct gestart. De uf loopt 'sssst-end' weg. r klinkt een instrumentale bewerking van het lied 'Regels'. Tidens het changeren komt een bordendrager op met een bord waarop staat GROP 2. r komen twee 'volwassenen' op. Ieder van een kant. Ze kiken elkaar aan, groeten elkaar formeel en lopen door. Dan bliven ze allebei tegelik staan, draaien zich abrupt om en roepen: Gerrit Jan : TOBIAS!! Tobias : GRRIT JAN!! n met ou? De twee begroeten elkaar hartelik en omhelzen elkaar. 3

4 G. Jan : Kerel kerel, hoe is 't met ou? Tobias : Uitstekend maate. Dik voor de bakker. n met ou? G. Jan : Niet veel slechter Tobias, ouwe gabber. Tonge wat heb ik ou een tid niet gezien. Heb e een paar aar op de maan gezeten of zo? Tobias : Dat scheelt niet veel Geeee. In heb inderdaad twintig aar in Australië gewoond. n nu ben ik terug. Voorgoed. Ik had m'n buik vol van die kangoeroes. Ze kwamen m'n oren uit. G. Jan : 't Is niet aan e te zien Tobi. Je ziet er fantastisch uit. Tobias : Anders i wel Geeee. Wat heb i al die tid uitgespookt? G. Jan : Oh van alles ongen. en beete in huizen gerommeld. en tide machinist op een olietanker geweest. Twee aar lang borden gewassen in New York en nu in zaken Tobias. Big business! Tobias : Dat likt verdacht veel op min carrière, makker. Toen ik van de HAVO afkwam ben ik met min ouders naar Australië geëmigreerd. Verder leren wilde ik niet. Dus daddy zei: 'Zoek i maar een baante, want van stilzitten krig e eelt op e krent'. Het eerste aar heb ik misschien wel tien baantes gehad, maar toen kwam ik in contact met Bram van der Laan. Je kent 'm nog wel. Hi was keeper bi ons in 't elftal. G. Jan : Of ik Brammete van der Laan nog ken! Is die óók naar Australië geëmigreerd? Tobias : Ja. Z'n vader had 't hier wel gezien en zette daar gelik een keten restaurants op. Dikke poen hadden die lui oh. Goud verdiend met die snackbar op 't pleinte. G. Jan : Ta, daar bracht ik zowat al m'n zakgeld heen. Bramburgers Tobias : Nou toevallig belandde ik in één van die restaurants als ober. n op een goeie dag kwam ik Brammete tegen. Hi regelde direct een beter baante voor me. n voor ik het wist was ik de baas van die toko. G. Jan : Tof van Brammete. Tobias : Zeker, want dat was 't begin van een smashing career. Ik merkte na een tide dat er goud geld te verdienen was in de burgers. (Vanaf hier gaat het nog 1 bladzide verder.) 5 De muziek wordt direct gestart. De koorkinderen komen op en zingen samen met Tobias en Gerrit Jan het lied 'Jut en Jul'. De koorkinderen zingen in 'zivorm', Tobias en Gerrit Jan in 'wi-vorm'. LID 3: JUT N JUL refrein: allen (Het lied telt vier coupletten.) Zi/wi zin Jut en Jul. Twee hele dikke dikke dikke vrienden. Zi/wi zin Jut en Jul. Je kunt ze/ons bina altid samen vinden. Tobias + GJ 1. Onafscheidelik zin wi. Wi zin altid bi elkaar. Wi doen alles alles alles alles samen. Ik sta altid voor (wizen) hem klaar. refrein allen: 4

5 SCÈN 4 Korte inhoud : De leerkracht van groep 3 introduceert Saskia, Stefan, Suzanne en Susy. Zoals bekend wisselen de voortanden van kinderen uit groep 3. Niet zelden worden ze hierom 'fietsenstalling' genoemd. Het hierna volgende verssse over 'Het zielige lieveheersssbeessste' wordt extra komisch door het schattige geslis van de vier voordragers. Tekstdeel: Terwil de kinderen weglopen komt de bordendrager met 'groep 3' op, gevolgd door de leerkracht van groep 3 (echte leerkracht of gespeeld). Zi/hi introduceert de volgende scène. : Die Gerrit Jan en Tobias. Je zag ze altid bi elkaar. Onafscheidelik waren ze. Oók in groep 3. In die groep was ik toen leerkracht. Ik herinner me nog iets heel leuks uit die tid. Het regende op een bepaald moment voortanden. Bina álle kinderen liepen met een fietsenrek rond. U weet wel, zo'n geen gezicht gezicht. Zo'n aandoenlik (slissend uitspreken) spuug-slis-smoelte. Waarom precies kan ik me niet meer herinneren, maar op een bepaald moment gingen vier van de tandeloze schates een verse opzeggen. Je mag dan tegenwoordig stress-bestendig zin, maar gierende-lach bestendig was ik toen beslist niet! (kikt naar opzi en zegt verbaasd) Maar... kik nou eens... wat ongelooflik. (wist) Dááár... daar komen ze aan. Bi het opkomen van de kinderen loopt de leerkracht weg. Vier kinderen komen schuchter oplopen. Ze zin hun voortanden kwit. (zie handleiding) Ze gaan dicht tegen elkaar aan staan. Handen op de rug. Ze wiebelen een beete heen en weer en zeggen dan, één voor één slissend achter elkaar: Saskia Stefan Suzanne Suzy Saskia Stefan Suzanne Suzy Allen Saskia Stefan Suzanne Suzy Saskia Stefan Suzanne : Zo, daar zin we dan. : Zo, daar zin we dan. : Zo, daar zin we dan. : Zo, daar zin we dan. : Ik ben Saskia de Smit. : Ik ben Stefan de Vries. : Ik ben Suzanne van Slogteren. : n ikke Suzy van Soest. : (tegelik) Wi zin de fietsenstalling van de (schoolnaam invullen) : Wi gaan een verse opzeggen. : Ja... een verse. : Het gaat over een lieveheersbeeste. : en lieveheersbeeste a. : en hééééél zielig lieveheersbeeste. : Het heet 'het zielige lieveheersbeeste'. : (tegen de anderen) Zullen we dan maar? Allen : (tegelik) Okay... 5

6 HT ZILIG LIVHRSBSTJ Saskia Stefan Suzanne Suzy : r was 'r eens een beeste. en beeste klein en teer. Die stakker was hééééél zielig. Hi had geen moeder meer. : Geen vader en geen opa, geen tante of een oom. n daarom moest ie huilen onder een appelboom. : Toen kwam er een lief meise. Die pakte 't beeste op. n deed 't in een doose, bi haar fietse achterop. : Ze nam 't mee naar huis toe. n liet 't dááááád'lik zien. Aan vader en aan moeder en aan haar zus lien. n liet 't dááááád'lik zien. (Het verse telt in totaal acht delen. Hierna vindt een zeer komisch changement plaats door twee figuren met snorretes, begeleid door slapstick muziek.) SCÈN 5 Korte inhoud : Het schoolzwemmen voor velen een feest, voor een enkeling een regelrechte ramp. Zo ook voor. Hi heeft last van watervrees. We zien in deze scène een kleine tragedie. wordt door de badmeester gesnapt wanneer hi zich veel te vroeg aan het omkleden is. Allerlei smoezen helpen niets. De badmeester is 'Spartaans' in zin optreden. Nadat de klasgenoten het voor hem hebben opgenomen en het lied 'Watervrees' duidelik heeft gemaakt wat de oorzaak is van 's gedrag, toont de badmeester wat meer begrip. Tekstdeel: Tidens de muziek komt, achterom kikend, opsluipen. In zin ene hand draagt hi een kledinghaak met kleren, in zin andere hand draagt hi zin schoenen. Hi gaat op het banke zitten en kleedt zich aan. (kleren over zwembroek heen) Wanneer hi nèt klaar is, komt de badmeester op. : Wat zullen we nou beleven! Waarom lig i niet in 't water? : (schrikt zich een ongeluk) Ik eh... : Ja i a... : Ik eh... : Tonge onge, wat een spraakwaterval. Is dat alles wat e kunt zeggen (overdrift) ik eh... : Nou eh... : Nou eh... ik eh... Schiet op, e kleren uit en snel!!! Ik eh : Maar eh... : Ik eh... nou eh... maar eh... schiet nou maar op treuzelkont! Of moet ik e soms een hande helpen? : Nee badmeester. 6

7 : Ah, we kunnen dus praten. Dat is prettig. : (flink) Ik mag niet zwemmen van de dokter. Ik heb looporen. : (kikt naar de oren van ) 't Is niet te zien ongen. Ze zitten nog keurig aan e hoofd. : Maar als er water in komt gaan ze lopen. : Dan bind ik ze toch vast of nee... ik heb nog wel een mooie badmuts voor e. : Ik heb ook last van waterknieën. De dokter heeft gezegd... : (onderbreekt) Waterknieën zeg e? Interessant zeg. Hoe heet die dokter eigenlik? Dan zal ik hem even bellen. : Nou eh, dat is een beete moeilik. : Oh a? Hoezo? : Onze dokter is op vakántie. : Weet e dat zeker of zin de oren van de dokter soms ook weggelopen? (Vanaf hier gaat het nog 1 bladzide verder.) 7 Waterknieën zeg e? De muziek wordt direct gestart. De kinderen zingen het lied 'Watervrees'. LID 4: WATRVRS Koor (parlando) 1. Benen buigen omhalen, benen buigen omhalen. Intrekken wid sluit. Intrekken wid sluit. Ik vind 't altid heel erg leuk op school. Ik heb 't reuze naar m'n zin. Maar één keer in de week dan gaat 't mis. Ik vind mezelf een slappeling. M'n knieën knikken van de angst en 't kriebelt overal. We gaan dan naar het zwembad toe en dat is een tranendal. (Het lied telt drie coupletten plus een spectaculair einde.) SCÈN 6 Korte inhoud : De introductie van deze scène suggereert dat er in groep 5 een feest is geweest, waarbi alle kinderen 'iets deden'. r wordt gesproken over een 'onvergetelike gebeurtenis'. Kortom; in deze scène, de zelfinvul-scène, laten de kinderen iets van zichzelf zien. Tekstdeel: Kind 1 Kind 2 Kind 1 Kind 2 Kind 1 : Kun i e nog dat feest herinneren? : Feest, feest. Wat voor feest? Volgens mi was het altid feest op school. : Nou dat likt me een tikkie overdreven. Nee ik bedoel het feest dat we in groep 5 hadden. Tenminste ik geloof dat het groep 5 was. : Oh... dát feest! Dat feest waar we allemaal zelf optraden. Iedereen deed iets. Playbacken, goochelen, dansen... : Precies! Dat feest! 't Zou leuk zin om daar nog een keer iets van te laten zien. 7

8 Kind 2 Kind 1 Kind 2 Kind 1 Kind 2 Kind 1 : Maar dat waren we toch ook van plan? : Oh a? : Dat staat toch in 't draaiboek, man! : Oh a, e hebt gelik. Dat komt nu natuurlik. : Zeg, weet i nog wie dat toen presenteerde? : Nou en of, dat was (eigen naam invullen) (Vanaf hier gaat het nog 1 /2 bladzide verder.) Beiden : (enthousiast aankondigen) Hoogtepunten van groep 5!!! Deze scène alsmede de tekst van de presentator zelf invullen. Zie hiervoor de aanwizingen in de handleiding. SCÈN 7 Korte inhoud : Na de zelf-invul-scène zien we de bordendrager met 'groep 6' opkomen. Deze scène handelt over een zeer herkenbaar gegeven; de ouderavond. We zien de leerkracht (meester of uf) het gesprek beëindigen met de ouders van Bart van Dalen. Wanneer hi/zi zich verontschuldigt voor het uitlopen van het gesprek, merkt mevrouw de Vries op dat dit zeker komt omdat Bart van Dalen 'niet zo goed gaat op school'. en komisch roddelgesprek volgt. Mevrouw de Vries is reuze opgewonden als ze hoort dat Bart van Dalen de beste van de klas is, maar dat het met háár Kees niet zo lekker loopt. Omdat Kees vooral veel moeite heeft met breuken, krigen de ouders aan het einde van het gesprek een verwisbriefe mee voor de 'Breuk-o-loog'. Tekstdeel: Na de invulscène zien we de bordendrager met 'groep 6' opkomen. r wordt gechangeerd. Dan komen drie personen op. Het item voor groep 6 is 'de ouderavond'. We zien de meester in de klas zitten. Hi is in gesprek met de ouders van Bart van Dalen. Het zin keurige mensen! Mw.v.Dalen Dhr.v.Dalen Mw.v.Dalen Mw.v.Dalen : (wist op horloge) Het spit me mevrouw, minheer. Ik moet dit gesprek beëindigen. De tid, ziet u... : (staat op) Maar natuurlik. : Ik vond het bizonder interessant wat u over Bart heeft verteld. : Heel graag gedaan meneer van Dalen en tot ziens (geeft hand). : (geeft hand) Tot ziens en bizonder bedankt voor het gesprek. : Tot ziens mevrouw van Dalen en eh... wilt u de volgende ouders even vragen om binnen te komen? : Maar natuurlik. De heer en mevrouw de Vries komen binnen. 8

9 Mw. de V. Mw. de V. Dhr. de V. Mw. de V. : Goedenavond meneer en mevrouw de Vries. Hoe maakt u het? Gaat u zitten. xcuses dat u even moest wachten. Het loopt altid een beete uit hè... : (bidehand/nieuwsgierig) Gaat het zo slecht met Barte van Dalen? : Nou eh... slecht eh... : Dat och zie e altid buiten spelen, hè Bernard? : (schrikt) Maar Anneke. : Het gaat mi natuurlik niks aan hoor, maar dat kind kent geen regelmaat. Het is er altid een boerenkermis in dat huis. Dhr. de V. : Maar Anneke toch! Met Kees gaat het minder goed. Mw. de V. Dhr. de V. Mw. de V. Mw. de V. Dhr. de V. Mw. de V. Mw. de V. : Ik vind dat de meester dat moet weten Bernard! Misschien komt er dan nog iets terecht van zo'n vente. : (schraapt z'n keel) Ahum... (begint met vingers op de tafel te tikken). : (sist) Ik denk niet dat de meester hier zo'n pris op stelt, duife. : Als de meester verstandig is, kan hi deze informatie heel goed gebruiken. (nadrukkelik) Nietwaar meester? : Nou eh... : (ratelt door) Precies. Ik zal u vertellen wat ik vorige week zag toen ik hééééél toevallig bi de familie Van Dalen naar binnen keek. : (knapt uit vel) Anneke!... zo is 't wel genoeg!! : Ik eh... : Moet zo'n kerelte dan mislukken in de grote boze maatschappi Bernard?! Is dat dan... : (onderbreekt) Maar er is met dat kerelte helemaal niets aan de hand, mevrouw de Vries. : Oh nee? : Dat kerelte is namelik de beste van de klas, als het u interesseert. Mw. de V. : Zie e nou wel Bernard. Ik zei laatst nog. Ik zei, die Bart van Dalen is zo'n keurige ongen, zei ik. Daar zou iedereen een voorbeeld aan moeten nemen. (Vanaf hier gaat het nog 2 bladziden verder. Dit aanvullende deel staat ook als audiofragment op de cd-rom, nummer 3.) 9 De muziek wordt direct gestart. Tafel en stoelen worden opzi geschoven. In het vreemde geluid komen de koorkinderen rustig oplopen, direct gevolgd door een aantal 'ogen'. Na 'ready' staat iedereen strak om te beginnen. Hierbi maakt iedereen minimale mechanische bewegingen. Ze zingen het lied 'en oog lost alles op'. 9

10 (Het lied telt drie coupletten plus een spectaculair einde.) SCÈN 8 Korte inhoud : Het item voor groep 7 is de verkeersles, die dit keer door een politieagent wordt verzorgd. De agent maakt kennis met de finzinnige manieren van de kinderen om dit soort 'alternatieve mentoren' het vuur aan de schenen te leggen. De kinderen vallen om van verbazing als agent de Reus met zin collega's een explosief slot van de les laten zien en horen. Het swingende lied 'Die pet pet past ons allemaal' laat de school op de grondvesten trillen. Tekstdeel: Daan Theo Daan Theo Daan Theo Daan Theo Chris LID 5: N OOG LOST ALLS OP refrein Koorkinderen 'Ogen' Heb e problemen? Heb e moeilikheden? Heb e problemen? Heb e moeilikheden? Koor 1: en dermatoloog voor vieze puisten. en pedagoog voor vreemd gedrag. en psycholoog voor e problemen. en giecheloog voor de slappe lach. Refrein: Instrumentale solo In de muziek komen Daan en Theo oplopen. Ze praten mimisch met elkaar. Wanneer de muziek is afgelopen, loopt de gitarist weg en praten Daan en Theo 'met stem'. Ze introduceren de volgende scène. De twee zin als 'volwassenen' verkleed. : Kun i e nog die politieagent herinneren Theo? : Nou en of! Dat was lachen hè. : In welke groep was dat ook al weer? De bordendrager komt op met 'groep 7'. : (kikt naar bord) Merci maate! Groep 7 dus. Tonge dat likt wel een eeuwigheid geleden. : We dachten eerst dat het zo'n piepelte was, weet e nog? : Maar toen pakte die vogel ineens uit zeg. Ongelooflik. De school stond te trillen op z'n grondvesten. De twee lopen nu pratend weg. : Ik was werkelik stomverbaasd toen die gasten ineens de klas binnenkwamen. : Anders ik wel... Tidens het weglopen van Daan en Theo, komen van de andere kant vier kinderen en een uf oplopen. De kinderen gaan zitten. Daan en Theo volgen snel. (Ze hebben hun overkleren uitgetrokken) : Zo ongelui, ruimen ullie e rekenwerk maar op. Over enkele minuten staat de politie voor ons neus. : De politie? : De politie a. 10 en oog ziet alles. en oog lost alles op. en oog ziet alles. en oog lost alles op.

11 Daan Theo : Wat komen dié doen? : Ze komen ou halen Daan. Je bent erbi ongen. r wordt gelachen. Chris Daan Daan : Vanmorgen krigen ullie e eerste verkeersles. Over vif weken moeten ullie verkeersexamen doen en daarom krigen ullie vanaf vandaag iedere week één les van een politieagent. : en cursus handuitsteken dus. : Ik denk dat 't wel iets meer zal zin dan dat Chris. : Dat kan lachen worden... : Ji gedraagt e wel een beete, hè Daan? : Zoals altid uf. : Oh daar komt agent de Reus net aan. Theo : Hoe heet die agent zei u? : Agent de Reus Theo. De agent stapt naar binnen. Agent : Goedemorgen uffrouw. Goedemorgen ongelui. Theo Agent Theo Agent Theo Agent Theo De kinderen groeten zachtes terug. Theo niet. Hi roept hard: : Goeiemorgen commissaris. : Brigadier vente. Gewoon brigadier. : Theo brigadier. Geen vente. Gewoon Theo. : Ah, de lolbroek van de klas. Zeker de leukste thuis? : Mis! Da's m'n vader. Die is nóg leuker dan ik. : Dan ben i vast de brutaalste thuis. : Weer mis. Dat is m'n zus. Die is brutaal oh... Zeker de leukste thuis? (Vanaf hier gaat het nog 2 bladziden verder.) LID 6: DI PT PAST ONS ALLMAAL band 1: kinderen: kinderen: Kik goed uit e die da doppen. Wees een heer in het verkeer. Bi een rood licht moet e stoppen. n als 't groen is mag e weer. Doet e licht 't? JA! Doet e bel 't? JA! Okay dan gaan we nu tekeer: allen refrein: Die pet pet past ons allemaal. Goed dat er politie is. Die pet pet past ons allemaal. Goed dat er politie is. Hou e heel goed aan de regels. Want anders gaat het mis mis mis. (Het lied telt drie coupletten plus een spectaculair einde.) 11

12 SCÈN 9 Korte inhoud : In de slotscène zien we een wanhopig meise uit groep 8 voor de spiegel staan. Ze weet niet wat ze moet aantrekken voor het school(klassen)feest. Wanneer haar vader, tevens modeontwerper, thuiskomt wordt de dochter snel 'uit haar liden verlost'. Pa bedenkt ter plekke een nieuwe trend, die dochterlief diezelfde avond als proefkonin mag testen. Wanneer op het feest verschint, vindt iedereen het 'te waus'. Nog éénmaal laten de kinderen zingend een storm door de zaal agen. Dan is de musical afgelopen, maar kan het feest beginnen! Tekstdeel: Nadat het refrein één maal is gezongen, 'swingt' iedereen al zingend af. Dan komen de changeerders en de bordendrager met 'groep 8' op. Ook zi doen dit swingend. De changeerders zorgen ervoor dat er een staande spiegel + een berg kleding voor op het speelvlak klaarstaat. Dan komt op. Ze kikt wanhopig in de spiegel, trekt een kledingstuk uit, gooit het omhoog en trekt iets anders aan. Ze weet niet wat ze moet aantrekken voor het school- (klassen) feest. Wanneer de muziek weg is, roept haar moeder 'van achteren': : Juuuuuuuuuuuuulia... : Oh nee hè, ook dat nog. : Juuuuulia, waar ben e? : (roept) Hier mam... op m'n kamer. r klinkt gestommel. komt op. Ze schrikt bi het zien van de puinhoop. : Hemelte kind, wat is hier aan de hand? : Ik weet 't niet meer mam. Ik zie 't echt niet meer zitten. : Is er ingebroken of zo? : Nee mam, dat heb ìk gedaan! : n i bent altid zo keurig. : Maar nu ben ik wanhopig!!! : Wat is er dan in hemelsnaam aan de hand? : Ik weet niet wat ik aan moet. : (ontsteld) Wàt? : Waarom heb ik nou nooit eens iets leuks om aan te trekken?! : Kind, e hebt twee kasten vol! : Maar niet iets leuks. : Ik heb die kleren niet gekocht hoor. Je hebt ze allemaal zélf uitgezocht. : Ja, dat is nog het ergste. : Ach kom... e maakt mi niet wis dat er niets bi zit. : Niets mam, ècht helemaal niets! : (pakt iets) n dit dan. Dit is toch enig? : Vreselik. Afschuwelik. : Maar toch! Dat heb e voor e veraardag van tante Annie gekregen. : Ja daarom uist. Dat is toch uit het aar nul. : Maar wat wil e dàn? Maar nu ben ik wanhopig!!! : Dat weet ik uist niet. 12

13 : Nou de groeten hoor. Ik doe niet mee aan deze flauwekul. Ik heb wel wat anders te doen. De muziek wordt gestart. r komen koorkinderen oplopen. praat door het voorspel heen en zingt dan 'wanhopig' het lied. 11 : Loop nou niet weg mam, i bent de enige die... mam... MAM! LID 7: MODR WAT MOT IK AAN VANAVOND? refrein allen... wat moet ik aan vanavond.... wat moet ik aan?... wat moet ik aan vanavond.... wat moet ik aan? refrein allen: 1. Zit m'n haar een beete geinig? Me m'n make-up een beete tof? Ik heb een kop als een kanarie. Oh dat wordt een grote sof! (Het lied telt twee coupletten plus een dans-tussenstuk plus een spectaculair einde.) (Vanaf hier gaat het nog 2 bladziden verder.) Terwil het aankleed-tafereel doorgaat wordt het speelvlak veranderd in een disco. Op een bepaald moment verdwinen de changeerders. Ook vader, moeder en lopen af. Vervolgens komen van alle kanten kinderen aanlopen in feestkleding. Wanneer iedereen aanwezig is, komt oplopen. Bert Cees Karin Sandra Petra : Hé kik nou eens. Daar heb e. : Hé, wat zie i er te gek uit! : (enthousiast) Waar heb e dàt gekocht? : Vinden ullie het mooi? : Waanzinnig. cht te waus! : Ik heb 't in Paris gekocht. Ze noemen het 'daddy's fashion'. : Dus 't is hier nog niet te koop? Vinden ullie het mooi? Amber : Dat kan nog wel een paar maandes duren. Min vader gaat 't exclusief voor Nederland verkopen. : Wat gaaf zeg. Dan zitten we net op de nieuwe school. De leerkracht komt op met fototoestel. Hi/zi gaat in de zaal staan en roept: 12 : Allemaal even bi elkaar gaan staan, ongelui. Dan vereeuwig ik dit historische ogenblik! De muziek wordt aangezet. De wind gaat waaien. De kinderen gaan bi elkaar staan en nemen na iedere fotoclick een andere houding aan en 'bevriezen'. Dan klinkt het voorspel en zingt iedereen uit volle borst: 13

14 LID 8: WINDKRACHT 8 refrein: GROP 1+2 r waait een wind. r waait een wind. r waait een windkracht 8. GROP 1 r waait een wind GROP 2 door onze school. r waait een wind door onze school. GROP 1+2 r waait een windkracht Acht aren basisschool, acht grote stappen. Op de lange ladder van de maatschappi. Beginnen als de kleinste, weggaan als de grootste. Wat gaan de aren hard, oh wat vliegt de tid. refrein: (toonte hoger) 2. Acht aren basisschool, acht korte sketches. Weken zitten zweten op een uurte show. Het viel af en toe niet mee om wat te bedenken. solo: n... is het ons gelukt? allen: U keek u met ons mee. refrein: (toonte hoger) 3. Acht aren basisschool, achter de schermen. Wi lieten vanavond het één en ander zien. We klapten uit ons schoolte, verklapten u een pietsie. Dit was ons cabaret WINDKRACHT 8! De muziek loopt door. Het laatste refrein + couplet wordt, met meeklappen van het publiek (aangeven!) gezongen als reprise. 14

15 Ad 2. en volledig hoofdstuk uit de handleiding De handleiding telt 32 pagina's. Behalve de beschriving van de scènes, waarvan scène 2 hieronder in zin geheel is afgedrukt, worden de volgende onderdelen uitvoerig beschreven: - Vormgeving van het eindresultaat - igen inbreng - Decors en decorwisselingen - Changeertips - Rollen en rolverdeling - De CD - De partituren SCÈN 2 Korte inhoud : Deze scène speelt zich af in groep 1. r komen vandaag allemaal 'nieuwe' kinderen op school. Pa van Dommelen zorgt ervoor dat zin dochter de beste plaats krigt. Hi en Stefanie komen dan ook vroeger dan de anderen. Wanneer alle kinderen er zin en de ouders zin verdwenen, leest de uf alle namen op. De kinderen mogen nu iets vertellen. Al gauw zit iedereen door elkaar te tetteren. Het lied 'Regels' vertelt dat de kinderen nogal wat moeten aanleren/afleren nu ze op school zitten. Wanneer de uf zegt dat de kinderen mogen buitenspelen blikt dat de kinderen weinig van het liede hebben begrepen. Ze stormen richting speelplaats. Rollen : (uf) van groep 1. Vader Stefanie. Stefanie. Piet. lse. Miep. Jan. Sander. Mies. Jos. Liese. Johan. Aanvullen met zelf te bepalen aantal kinderen. De bordendrager. Rekwisieten : Namenschrift. Bord met 'groep 2'. Kleding : De uf en ouders dragen 'volwassen kleding'. De kleuters dragen 'kleuterkleding'. De overassen van de kleuters zin reeds 'uitgetrokken op de gang'. Toneelaanwizingen : Tips om kinderen als kleuters te laten spelen zin: - Te kleine kleding laten dragen. - De haardracht aanpassen; vlechtes etc. - Sproeten op gezicht tekenen. - (eventueel) Op knieën lopen. - Ongegeneerd op hoofd krabben en uit neus eten. - Knuffel of knuffeldoeke in de hand. De karakters moeten duidelik worden gespeeld. De bidehante vader van Stefanie. De lieve kleuteruf. De kinderlike kleuters (niet kinderachtig!). NB Het staat natuurlik vri om de namen van de spelers, aan de eigen situatie, aan te passen. Decor : Tidens het naspel van lied 1 kunnen enkele attributen worden neergezet/opgehangen die een kleuterklas suggereren. Omdat het spel dit voldoende aangeeft, kan het aantal attributen beperkt bliven. Dit om teveel op- en afsouwen te voorkomen. Opstelling : Tidens het naspel van lied 1 zin de kleine stoeltes in een ovale vorm neergezet, zodat het publiek alles goed kan zien. x X x x x x x x x xx 15

16 Ad 3. Het rollenschema Het onderstaande schema geeft een overzicht van de omvang van de rollen én de scènes waarin ze zich afspelen. De kleine cifers onder de betreffende scènes geeft het aantal tekstbeurten per scène aan. Onderaan dit schema wordt per scène het totaal aantal spelers aangegeven. Dit overzicht vereenvoudigt het maken van dubbelrollen. ROLLNSCHMA Dit schema geeft een overzicht van de omvang van de rollen én de scènes waarin ze zich afspelen. De kleine cifers onder de betreffende scènes geeft het aantal tekstbeurten per scène aan. Onderaan dit schema wordt per scène het totaal aantal spelers aangegeven. Dit overzicht vereenvoudigt het maken van dubbelrollen. NB Het aantal deelnemers aan de zelf-invul-acts in scène 5 zelf bepalen. ROLLNSCHMA nr. naam beurten Regisseur Juf Vader Stefanie Stefanie Piet lse Miep Jan Sander Mies Jos Liese Johan Gerrit Jan sr Tobias sr Gerrit Jan r Tobias r groep Saskia Stefan Suzanne Suzy 7 7 Twee changeerders - - x André Bas Linda Kind Kind Presentator x Mw. van Dalen Dhr. van Dalen Mw. de Vries Dhr. de Vries Daan Theo Chris

17 nr. naam beurten Agent de Reus Loes ls Ana Vader Bert Cees Karin Sandra Petra Amber Koorkinderen x x x x x x (Agent)Bandleden x zelf-invulact x Bordendrager x x x x x x x Aantal spelers per scène

18 Ad 4. De wize van muzieknotatie Lied 7 is een voorbeeld van de wize waarop de notatie is uitgewerkt; de melodielin + akkoorden. voorspel D & # # # # 4... J.. n n. refrein & # # # #. & # # # # couplet & # # # # 2e keer als refrein gitaarsolo Moe-der... Moe-der... G. wat moet ik. wat moet ik n # haar mei - een den beet - in e de & # # # #. F # Ik heb een Maar als D D aan van - a - vond. aan van - a-vond. gei - dis - G. nig? co, B Bm B. Moe-der.... Moe-der... Me m'n make - zien er n Û Û # kop ik als de een spie - gel ka - moet B wat moet ik wat moet ik G aan? aan? Ó Zit m'n Al die n # up hart - na - ge - een stik - rie. lo - ven beet - ke e goed tof? uit. Oh dat & # # # # w Ó. refrein & # # # #. wordt lik een ik. Moe-der watmoet ik gro wel D te een aan van - a- vond. B sof! spruit.. ~~~~~~~~~ Moe - der... wat moet ik & # # # #... Ó Moe-der... wat moet ik Lied 7: wat moet ik aan vanavond? D aan van - a-vond. B Tekst/compositie/arrangement: Cees West Moe - der... wat moet ik aan? aan? Ó toevoeging slotrefrein B & # # # # n Ó Ó 3 n Ó Moe - der... naspel (improviseren op akkoordenschema) D wat moet ik & # # # B #.. aan? 2007 Jingo BV 18