Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken;

Transcriptie

1 TC/94/057 BERAADSLAGING NR. 94/24 VAN 08 NOVEMBER 1994 BETREFFENDE DE MEDEDELING VIA DE KRUISPUNTBANK, VAN BEPAALDE SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD BETREFFENDE DE BIJDRAGEBONS VOOR WERKNEMERS EN AMBTENAREN AAN HET NATIONAAL INTERMUTUALISTISCH COLLEGE EN AAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Machtigingsaanvraag Nr. TC/94/057 Gelet op de Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op de artikelen 14 en 15, 1e lid; Gelet op het koninklijk besluit van 04 november 1963 houdende uitvoering van de bij koninklijk besluit van 14 juli 1994 gecoördineerde wet van 09 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken; Gelet op de vraag ingediend door de Kruispuntbank op 21 oktober 1994; Gelet op het verslag van de Heer Ringelheim. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG EN RECHTVAARDIGING Op dit ogenblik dient iedere werknemer/ambtenaar zijn verzekerbaarheid in het kader van de verplichte ziekteverzekering te bewijzen aan de hand van een papieren bijdragebon die hem ieder jaar, voor het einde van de maand februari, door zijn werkgever verstrekt wordt. De bon vermeldt een aantal loon- en arbeidstijdgegevens waaronder, per kwartaal van het kalenderjaar, het brutoloon. De werknemer is verplicht deze bon over te maken aan zijn verzekeringsinstelling, die deze ter controle overmaakt aan het RIZIV. De ter zake geldende reglementering ligt vervat in het koninklijk besluit van 04 november 1963 tot uitvoering van de bij koninklijk besluit van 14 juli 1994 gecoördineerde wet van 09 augustus De machtigingsaanvraag heeft tot doel deze papieren stroom te vervangen door een geïnformatiseerde stroom elektronische bijdragebons die een ander circuit volgen.

2 De Rijksdienst voor sociale zekerheid zal, aan de hand van de gegevens die voorkomen op de door de werkgevers ingediende kwartaalaangiften en die in de LATG-bank worden opgenomen, de electronische bijdragebonnen betreffende de werknemers/ambtenaren van de bij haar aangesloten werkgevers afleveren en via de Kruispuntbank (controleopdracht) overmaken aan het NIC dat voor de verdere verdeling onder de diverse verzekeringsinstellingen instaat (secundair netwerk). Voor de gevallen waar problemen rijzen bij het verzenden van de elektronische bonnen (bv. geen integratie of verkeerd INSZ - geschat op ongeveer 5 % van het totaal) zal de RSZ papieren bonnen afleveren aan de betrokken werkgevers. Deze bonnen volgen verder het oude circuit. De RSZ maakt deze papieren bonnen op in twee talen, aangezien de taalrol van de werknemer niet gekend is. De werkgever maakt de niet geschikte bon terug over aan de RSZ. De RSZ zal op basis van de LATG-bank een aparte verwerking (wachtbestand) opstarten dat voor de uitgifte van de elektronische bonnen en de verdere opvolging van de stroom zal gebruikt worden, aangezien de LAT-gegevens op zich niet direkt bruikbaar zijn inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering. De organisatie van de stroom "Bijdragebons werknemers en ambtenaren" wordt gematerialiseerd onder de vorm van 5 substromen waarvoor telkens een machtiging wordt gevraagd. Ieder van de volgende 5 substromen wordt meer in detail beschreven in de overeenstemmende rapporten van het kennissysteem van de Kruispuntbank : - Substroom 1 (rapport I van het kennissysteem) betreft het overmaken in massa van de elektronische bijdragebons uit het wachtbestand door de RSZ via de KSZ aan het NIC die ze doorstuurt naar de ziekenfondsen. Het betreft de volgende gegevens: * nummer rijksregister van de werknemer * naam van de werknemer * adres van de werknemer * benaming van de werkgever * adres van de werkgever * aard van de bon * afhoudingsperiode * bedrag van het geplafonneerde loon * arbeidsregeling * aantal arbeidsdagen * aantal arbeidsuren * aantal wettelijke vakantiedagen * aantal dagen tweede week gewaarborgd loon * NACE-code van de werkgever * RSZ-nummer van de werkgever * beroepscategorie * tewerkstelling * sector (werknemers/vastbenoemde ambtenaren)

3 - Substroom 2 (rapport I van het kennissysteem) betreft de consultatie door de ziekenfondsen van het wachtbestand bij de RSZ. Deze raadpleging verschaft het ziekenfonds informatie betreffende de stand van doorgave van bepaalde bonnen. Buiten de specifieke gegevens betreffende de opvolging van de bonnen, zijn de inhoudelijke gegevens identiek aan die welke in substroom 1 ter beschikking gesteld worden; - Substroom 3 (rapport II van het kennissysteem) betreft de consultatie van het wachtbestand bij de RSZ door het RIZIV met het oog op de uitvoering van haar wettelijke controleopdracht. De gegevens zijn identiek aan die beschreven in substroom 2, met dien verstande dat het bedrag van het loon niet-geplafonneerd wordt weergegeven; - Substroom 4 (rapport III van het kennissysteem) betreft de consultatie van de LATG via het werkgeversrepertorium van de RSZ door de ziekenfondsen; - Substroom 5 (rapport IV van het kennissysteem) betreft de consultatie van de LATG via het werkgeversrepertorium van de RSZ door het RIZIV. Substroom 4 is noodzakelijk om de ziekenfondsen de mogelijkheid te bieden bij identificatieproblemen van een werknemer of ambtenaar (geen bon ter beschikking), op basis van de naam van de werkgever, een lijst te bekomen van de bij die werkgever tewerkgestelde werknemers. Substroom 5 is noodzakelijk voor het RIZIV met het oog op haar wettelijke controleopdracht. BEHANDELING VAN DE AANVRAAG De aanvraag heeft de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard binnen het netwerk tot doel en vereist krachtens artikel 15, 1e lid van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid een principiële machtiging van het Toezichtscomité. De hierboven opgesomde persoonsgegevens moeten, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 04 november 1963 tot uitvoering van de bij koninklijk besluit van 14 juli 1994 gecoördineerde wet van 09 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, enerzijds de verzekeringsinstellingen in staat stellen de verzekerbaarheid van hun leden te beoordelen en anderzijds het RIZIV toelaten de haar wettelijk opgelegde controletaken waar te nemen. Het koninklijk besluit van 04 november 1963 moet in een aantal artikelen aangepast worden om de reglementaire onderbouw van de geïnformatiseerde stroom te verzekeren. Een ontwerp van koninklijk besluit dat werd opgesteld door de betrokken diensten van het RIZIV, zal na goedkeuring door de verschillende beheerscomités van het RIZIV, gedurende het laatste trimester van 1994 aan de Minister van Sociale Zaken worden voorgelegd.

4 De informatisering van de bestaande stroom papieren bijdragebons zal een vermindering van de werklast voor de betrokken instellingen van sociale zekerheid tot gevolg hebben, enerzijds en betere waarborgen bieden met betrekking tot de correctheid van de betrokken gegevens en de snelheid en efficiëntie van de verwerking van de bons, anderzijds. Daarenboven zullen mogelijke fouten bij de mededeling van de bijdragebons beperkt worden doordat de RSZ zelf de bons opstelt aan de hand van de kwartaalaangiften van de werkgevers en de werknemer niet langer persoonlijk zijn bijdragebon aan het ziekenfonds moet overhandigen. De werknemer ontvangt, als bewijs dat hij in regel is met de vereisten van verzekerbaarheid, jaarlijks een verzekeringskaart van zijn verzekeringsinstelling. BESLUIT Overwegende dat de aanvraag op een rechtsgrond steunt; dat ze aan wettelijke doeleinden beantwoordt; dat niettemin de nodige wijzigingen aan het koninklijk besluit van 04 november 1963 nog dienen aangebracht te worden; dat hiertoe een koninklijk besluit in voorbereiding is; Overwegende dat de operationalisering van de stroom elektronische bijdragebonnen voor werknemers en ambtenaren voorzien is vanaf maart 1995; Overwegende dat de geïnformatiseerde mededeling van de elektronische bijdragebons zal gebeuren via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid; dat hierdoor de nodige garanties geboden worden met betrekking tot de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de sociaal verzekerden; Overwegende dat de mededeling betrekking heeft op de hoger opgesomde en in de rapporten van het kennissysteem van de Kruispuntbank hernomen sociale gegevens van persoonlijke aard; Overwegende dat voor de gevallen waarin een elektronische bijdragebon niet kan afgeleverd worden de betrokken werknemer of ambtenaar een papieren bon in zijn taal zal ontvangen; Overwegende dat, uitsluitend voor de gevallen waarin identificatiemoeilijkheden rijzen, de verzekeringsinstellingen de mogelijkheid moeten krijgen aan de hand van de benaming van de werkgever, uit de LATG-bank, een lijst op te vragen van de aldaar tewerkgestelde werknemers; dat deze lijst uitsluitend de volgende identificatiegegevens mag bevatten : INSZ, naam, 1e voornaam en geslacht van de werknemers tewerkgesteld bij een bepaalde werkgever; dat deze lijst niet mag bewaard of voor andere doeleinden gebruikt worden;

5 Overwegende dat de dienst administratieve controle van het RIZIV, met het oog op de uitoefening van de haar wettelijk opgelegde controletaken, over de noodzakelijke consultatiemogelijkheden moet kunnen beschikken; verleent het Toezichtscomité -machtiging aan de RSZ om de hoger beschreven sociale gegevens van persoonlijke aard zoals voorzien in rapport I van het kennissysteem, via de Kruispuntbank, mede te delen aan het NIC dat zal instaan voor de verdeling naar de verzekeringsinstellingen; -machtiging aan de verzekeringsinstellingen om, via de Kruispuntbank, deze zelfde gegevens in het wachtbestand bij de RSZ te consulteren; niettemin vraagt het Toezichtcomité dat de vereiste maatregelen, inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de sociaal verzekerden die niet geïntegreerd zijn in het verwijzingsrepertorium van de Kruispuntbank, haar worden voorgelegd; -machtiging aan de dienst administratieve controle van het RIZIV om, via de Kruispuntbank, de gegevens voorzien in rapport II van het kennissysteem in het wachtbestand bij de RSZ te consulteren; -machtiging aan de verzekeringsinstellingen om, via de Kruispuntbank, de gegevens voorzien in de rapporten III van het kennissysteem via het werkgeversrepertorium in de LATG-bank van de RSZ te consulteren; niettemin vraagt het Toezichtscomité dat de maatregelen genomen met het oog op de beperking van deze toegang tot het uitsluitende doel van een juiste identificatie van de sociaal verzekerden, haar worden voorgegelegd; machtiging aan de dienst administratieve controle van het RIZIV om, via de Kruispuntbank, de gegevens voorzien in het rapport IV van het kennissysteem via het werkgeversrepertorium in de LATG-bank van de RSZ te consulteren. F. Ringelheim Voorzitter