Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Voorstel van wet van de leden Dittrich en Van Haersma Buma tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord en enkele andere misdrijven alsmede enige aanpassingen van de regeling van de verjaring en de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn (opheffing verjaringstermijn bij zeer ernstige delicten) Nr. 8 VERSLAG Vastgesteld 2 juni 2004 De vaste commissie voor Justitie 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de initiatiefnemers de gestelde vragen tijdig zullen hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. Inleiding 1 Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), de Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (VVD), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Cqörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Griffith (VVD), Van der Laan (D66), Visser (VVD) Azough (GL) en vacature (algemeen). Plv.leden: Van Hijum (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Joldersma (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Hermans (LPF), Örgü (VVD), Lambrechts (D66) en Rijpstra (VVD), Karimi (GL) en Vergeert (SP). De leden van de CDA-fractie zijn ingenomen met het voorliggende initiatiefwetsvoorstel.voor de maatschappelijk gevoelde problemen met de verjaringstermijnen lijkt thans een oplossing gegeven te worden.die problemen waren achteraf gezien al begonnen met de als onverteerbaar gevoelde verjaring van de oorlogsmisdrijven, nu ruim dertig jaar geleden. Het voorstel past overigens ook in de vele moderniseringen van de Wetboeken van Strafrecht en Strafvordering die de laatste twee jaren aan de orde zijn.stemmen zijn wel opgegaan om deze wetboeken in hun geheel te herzien, in één grote operatie, doch dat zou in de ogen van de leden van de CDA-fractie te lang gaan duren terwijl de verandering zo urgent is.hoe staat het met de plannen voor een algehele herziening van deze wetboeken, zo vragen deze leden. De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit initiatiefwetsvoorstel.deze leden delen het standpunt van de initiatiefnemers dat de verjaring van misdrijven waarop een levenslange gevangenisstraf is gesteld, niet langer wenselijk is.met name de toegenomen aandacht voor de positie van het slachtoffer en de ontwikkeling in opsporingstechnieken rechtvaardigen deze wetswijziging.het wetsvoorstel behelst een algehele wijziging van het verjaringsregeling, inclusief de stuiting van de verjaring.hierover hebben deze leden de navolgende vragen. De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel dat strekt tot opheffing van de verja- KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 1

2 ringstermijn bij zeer ernstige delicten en tot het invoeren van een nieuw stuitingsregime.zij zijn met de initiatiefnemers van oordeel dat plegers van strafbare feiten zich in beginsel altijd dienen te verantwoorden tegenover de justitiële autoriteiten.het door verjaring kunnen ontlopen van berechting is dan ook, zeker als het gaat om de meest ernstige delicten die het Wetboek van Strafrecht kent, ongewenst.deze leden hebben nog wel een aantal vragen. De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.zij delen het uitgangspunt dat de persoonlijke en vaak maatschappelijke consequenties die zeer ernstige delicten hebben, veel langer kunnen zijn dan de verjaringstermijn.het noodgedwongen staken van de vervolging die na die periode nog mogelijk is, staat met de maatschappelijke strafbehoefte op gespannen voet. De leden van de GroenLinks-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.in de afgelopen decennia is de samenleving geschokt door een aantal verbijsterende ernstige levens- en geweldsdelicten die lange tijd onopgelost is gebleven. De recente ontwikkeling van zogenoemde cold-cases-teams en de voortschrijdende wetenschappelijke inzichten, bijvoorbeeld ten aanzien van DNA, maken het in de huidige tijd mogelijk om onopgeloste strafzaken van vele jaren geleden opnieuw te bezien.juist in dit soort zaken spelen de temporele beperkingen in de Nederlandse strafwetgeving, met name de vervolgingsverjaring.deze leden vragen de initiatiefnemers te reageren op het punt waarop Van Koppen en Malsch (NJB 2001, «De verjaringstermijn moet blijven», pag.525) wijzen dat het van een zekere naïviteit getuigt om te menen dat oude strafzaken op te lossen zijn dankzij nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.het gaat er, volgens deze deskundigen, vooral om in strafzaken de schuld van verdachten vast te stellen, en dat dit naar verloop van tijd steeds moeilijker wordt, vooral ook als er sprake geweest is van verzachtende omstandigheden aan de zijde van verdachten (de strafuitsluitingsgronden).ook vragen deze leden te reageren op het standpunt dat door Rüter (Tijdschrift voor Strafrecht 1970, pag.149) wordt ingenomen dat de vervolging van strafzaken «uit de oude doos» de samenleving soms meer kan schaden dan baten. Deze leden hebben menselijkerwijze begrip voor de opvatting van de initiatiefnemers dat iemand die een ander opzettelijk van het leven heeft beroofd niet aan justitiële vervolging mag ontsnappen.zij vragen wel of de afschaffing van de temporele beperkingen van het recht tot strafvervolging hier dienstbaar zullen en kunnen zijn.deze leden stellen zich voor dat het weinig zin heeft om een dader van een moord die ten tijde van het delict bijvoorbeeld achttien jaar oud was op zijn of haar zevenentachtigste te vervolgen.het komt deze leden als problematisch voor om in dergelijke gevallen te stellen dat de rechtsorde, billijkheidsoverwegingen, rechtspolitieke argumenten voor wat betreft de doeleinden van het straffen en het wegvallen van de subsocialiteit strafvervolging vereist.moet onder deze omstandigheden niet een verjaringsregeling aanwezig zijn, zo vragen deze leden.voorts vragen deze leden of het niet wenselijk is om, in plaats van het afschaffen van de verjaringsregeling, een aanpassing aan te brengen in het moment waarop de verjaringstermijnen aanvangen.totale afschaffing van de verjaringstermijnen zou, zo komt het deze leden voor, wellicht als consequentie hebben dat de opsporing en vervolging van strafbare feiten vertraging oplevert. De leden van de fractie van D66 hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel, dat tot doel heeft de verjaringstermijn bij de meest ernstige delicten op te heffen, de verjaringstermijn voor andere delicten te verlengen, de stuitingsregeling en de regeling van de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 2

3 strafverjaringstermijn aan te passen.bij het wetsvoorstel hebben deze leden nog enige vragen en kanttekeningen. De leden van de fractie van D66 merken op dat het hier in feite gaat om een rechtspolitieke keuze voor versterking van de strafrechtelijke positie van het slachtoffer ten opzichte van de dader.met die keuze kunnen deze leden van harte instemmen.kunnen de initiatiefnemers aangeven hoe dit voorstel geplaatst dient te worden in het algemene streven om de positie van het slachtoffer in het strafrecht te versterken? Wat achten de initiatiefnemers in deze gewenste ontwikkelingen? De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.het wetsvoorstel geeft deze leden aanleiding tot het stellen van enkele vragen en opmerkingen. Bestaande uitzonderingen op de verjaringsregeling De leden van de GroenLinks-fractie vragen de initiatiefnemers te voorzien in een uitgebreidere bespreking van de historische ontwikkelingen rondom de verjaring.deze leden begrijpen uit de memorie van toelichting dat de wetgever bij de totstandkoming van het huidige Wetboek van Strafrecht niet alleen wees op de na verloop van tijd afnemende behoefte om de dader te bestraffen, maar ook wees op de bestaande bewijsproblemen bij een groot tijdsverloop. De leden van de D66-fractie merken op dat voor oorlogsmisdrijven ook nu reeds een uitzondering op de verjaringsregel wordt gemaakt.kunnen de initiatiefnemers aangeven waarom er in het wetsvoorstel voor wordt gekozen om de categorie misdrijven die van verjaring worden uitgesloten uit te breiden? Wat zijn in dit opzicht de verschillen en overeenkomsten tussen de categorie delicten die ook nu niet verjaren en de delicten die in het voorstel van de indieners niet langer zullen verjaren, zo vragen deze leden. De huidige verjaringstermijn voor zeer ernstige delicten kan een middel voor politie en Openbaar Ministerie vormen om de opsporing en vervolging van een ernstig delict binnen een bepaalde termijn te voltooien; de verjaringstermijn vormt immers een «deadline».verwachten de initiatiefnemers gevolgen van het wegvallen van deze deadline, en, zo ja, welke? Verjaringsregelingen in andere landen De leden van de VVD-fractie verzoeken de initiatiefnemers het summiere rechtsvergelijkend onderzoek op een systematische wijze nader uit te werken.in het bijzonder verzoeken zij de indieners daarbij de relevante gegevens van aanvullende landen te betrekken, met name de landen van de Europese Unie.Zij verzoeken de initiatiefnemers ook in te gaan op de wijze waarop in die landen de verjaringstermijnen worden vastgesteld. Deze leden verzoeken tevens in deze nadere uitwerking ook de gehanteerde stuitingsregimes te betrekken.zij verzoeken de initiatiefnemers daarbij in het bijzonder in te gaan op de vraag welk type handeling een verjaringstermijn doet stuiten.is het juist dat de keuze voor een bepaald type handeling, zoals een vervolgingshandeling dan wel een onderzoekshandeling haar weerslag vindt in het van toepassing zijnde stuitingsregime en de duur van de geldende verjaringstermijnen? Een nieuwe afweging van de argumenten voor verjaring De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de beschrijving van de gewijzigde denkbeelden en omstandigheden die deze aanpassing nodig maken.in de tijden van de totstandkoming van de Wetboeken Strafrecht en Strafvordering was de dood, al dan niet gewelddadig, meer ingeweven Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 3

4 in het dagelijkse leven.het leed verdween eerder, de strijd om het bestaan ging verder.de nabestaanden leken niet te bestaan. Merkwaardig dat de aandacht voor slachtoffers/nabestaanden toch zolang onderbelicht is geweest, althans in het strafrecht.het lijkt dat daar nu daadwerkelijk verandering in gaat komen. Naarmate welvaart en beschaving stijgen, lijkt de dood en zeker de gewelddadige minder geaccepteerd te worden.daarnaast is er de tendens om door middel van steeds verfijndere wetgeving onaangename risico»s trachten uit te bannen.iets wat onmogelijk is. Publieke rouw en verontwaardiging, geuit in stille tochten, herdenkingsbijeenkomsten en dergelijke, lijken in de visie van de leden van de CDA-fractie mede uitingen van het gevoelen dat voor hen die de dood van anderen op hun geweten hebben niet de rust van verjaring mag ontstaan. Kunnen initiatiefnemers die visie onderschrijven? Het is ook tekenend dat de om advies gevraagde instanties geen fundamentele tegenwerpingen hebben gemaakt. De leden van de CDA-fractie vinden dat bij de behandeling van de op te heffen verjaring voor met levenslange gevangenisstraf bedreigde delicten er weinig aandacht is gericht op een heel andere categorie van misdrijven dan de levensdelicten; alle aantastingen en bedreigingen van onze democratische rechtsorde zijn ook bedreigd met levenslange gevangenisstraf. Met name het internationale terrorisme heeft de aandacht weer op deze delicten doen richten.een uiting daarvan is het wetsontwerp inzake de strafbaarstelling van de terroristische misdrijven (28 463), waarbij een meerderheid van de Tweede Kamer hier ook een bedreiging met levenslange gevangenisstraf gepast vond.kunnen de initiatiefnemers daar ook enige gedachten aan wijden? In de memorie van toelichting staat dat de strafbehoefte niet verdwijnt; «het collectieve geheugen is door de media versterkt».de leden van de CDA-fractie menen dat het in collectief geheugen houden van een ernstige zaak niet zozeer bewijst dat het maatschappelijke herstelproces niet zou intreden als wel dat, naarmate de tijd voortschrijdt, het geheugen meer met sensatie en spanning gevoed wordt dan wel blijft.wat is de visie van de initiatiefnemers hierop? Kunnen de initiatiefnemers aangeven in hoeverre de voorgestelde wijzigingen zijn getoetst aan artikel 6 van het EVRM? De leden van de PvdA-fractie merken op dat de ontwikkeling van moderne opsporingstechnieken, zoals DNA, het mogelijk maakt dat bewijs ook na een lange periode nog waarde heeft, dan wel dat nieuw bewijs na lange tijd nog kan worden verkregen.echter, het leveren van tegenbewijs wordt met het verlopen van de tijd steeds moeilijker.deze leden vragen wat voor gevolg dit heeft op de positie van de verdediging.is het na bijvoorbeeld veertig jaar nog in alle gevallen mogelijk een adequate verdediging te voeren en wordt de afhankelijkheid van technisch bewijs na verloop van tijd niet te groot? Hoe wordt in de toekomst gerealiseerd dat bij niet verjaarbare delicten de politie, na bijvoorbeeld twintig jaar, het onderzoek heropent om met behulp van nieuwe opsporingstechnieken de zaak weer tegen het licht te houden, als de druk van de verjaring (thans aanleiding voor de succesvolle cold-casezaken) is komen te vervallen, zo vragen deze leden. De leden van de VVD-fractie zijn met de initiatiefnemers van oordeel dat het recht tot strafvordering terzake van misdrijven waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld niet langer dient te verjaren.het voorstel om de verjaringstermijn te verhogen voor misdrijven waarop meer dan tien jaar gevangenisstraf is gesteld verdient eveneens steun.zij verzoeken de initiatiefnemers de duur van de in dat geval voorgestelde verjaringstermijn van twintig jaar nader te motiveren. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 4

5 Het is denkbaar dat een pleger van een misdrijf bedreigd met een levenslange gevangenisstraf uiteindelijk wordt vervolgd terzake van een misdrijf dat wordt bedreigd met een lager strafmaximum.de leden van de VVD-fractie verzoeken de initiatiefnemers om gemotiveerd aan te geven welke verjaringstermijn in dat geval dient te gelden.het is mogelijk dat aan een verdachte primair het plegen van een misdrijf bedreigd met een levenslange gevangenisstraf en subsidiair het plegen van een misdrijf bedreigd met een lager strafmaximum ten laste wordt gelegd.kan de vraag of het recht tot strafvervolging is vervallen afhankelijk zijn van het oordeel van de rechter dat de verdachte in dit voorbeeld niet het primaire maar het subsidiaire feit heeft gepleegd? De initiatiefnemers stellen in de toelichting dat het niet ondenkbaar is dat de rechter het tijdsverloop of bijvoorbeeld de wijze waarop de verdachte sinds het misdrijf in het leven heeft gestaan van invloed laat zijn op de op te leggen straf.de leden van de VVD-fractie verzoeken de initiatiefnemers deze stelling nader toe te lichten, mede aan de hand van concrete voorbeelden. Voor de leden van de SP-fractie staat, evenals de initiatiefnemers, de waarheidsbevinding voorop.daarom willen deze leden aansluiten bij het door de initiatiefnemers aangehaalde probleem dat getuigenverklaringen van afnemende waarde worden na een bepaalde tijd.zij vragen de initiatiefnemers naar een voorstel hoe om te gaan met bewijzen van deze aard. Zal de bewijskracht formeel van mindere waarde zijn dan de andere, meer technische bewijzen? Hoe zal verder omgegaan worden met bewijsmateriaal dat in een ver verleden is opgeslagen op een manier die momenteel in onbruik is geraakt? Stellen de initiatiefnemers, tot slot, voor een begrenzing van het gebruik aan bewijsmateriaal als het bijvoorbeeld vergaan is, zo vragen deze leden. De leden van de D66-fractie merken op dat de initiatiefnemers betogen dat het argument dat het menselijk is om op een gegeven moment een streep onder een niet opgeloste zaak te zetten het moet afleggen tegen het leed dat aan het slachtoffer, de nabestaanden en de samenleving als geheel is aangedaan.zijn de initiatiefnemers van mening dat de rechter bij het opleggen van een straf toch rekening kan en mag houden met bijvoorbeeld het feit dat de rust in het gezin van de dader na lange tijd niet onnodig verstoord zou moeten worden? De leden van de fractie van D66 hebben enige vragen over de afbakening van de categorie van delicten waarop het wetsvoorstel betrekking heeft. Wanneer een gedood lichaam wordt gevonden zal echter niet altijd (direct) duidelijk zijn door welk misdrijf het slachtoffer om het leven kwam.aangezien niet wordt voorgesteld de verjaringstermijn voor alle misdrijven die de dood tot gevolg hebben op te heffen, kan onduidelijkheid ontstaan over de verjaringstermijn die van toepassing is.hoe dient het Openbaar Ministerie volgens de initiatiefnemers met deze onduidelijkheid om te gaan? Is het niet meer voor de hand liggend om de verjaringstermijn op te heffen voor alle delicten die de dood tot gevolg hebben, zo vragen de leden van de fractie van D66. De leden van de ChristenUnie-fractie geven aan veel van de argumenten die de initiatiefnemers aanvoeren ter verdediging van het wetsvoorstel te kunnen plaatsen, zoals in het bijzonder de toegenomen mogelijkheden van de opsporing door de technische ontwikkelingen in de moderne tijd. Zij stellen wel vast dat een aantal andere argumenten zich echter vooral op een min of meer gevoelsmatig vlak bevinden, namelijk de behoefte aan bestraffing na een langdurig tijdsverloop en de veronderstelde innerlijke bestraffing van het geweten, al dan niet in combinatie met de latente vrees voor vervolging gedurende een lange tijd, misschien ook wel in combinatie met verblijf buitenslands om vervolging te voorkomen.deze Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 5

6 leden vragen de initiatiefnemers om op deze argumenten nog eens nader in te gaan.wat is er anno 2004 nu precies anders dan ten tijde van de opstelling van het wetboek specifiek ten aanzien van deze overwegingen. De onderbouwing, die onder meer wijst op de reeds in het wetboek opgenomen uitzonderingen op het punt van de verjaring, overtuigt op dit punt niet geheel, juist omdat zij de behoefte om de verjaring in te perken reeds deels ondervangen.in dat licht rijst dan toch weer de vraag of zou moeten worden volstaan met een meer beperkte inperking van de verjaringstermijn.graag vernemen zij de reactie van de initiatiefnemers. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen voorts of het wetsvoorstel mogelijk een ongewenst effect zou kunnen hebben.het naderen van de verjaringstermijn is op dit moment in de praktijk niet zelden een moment dat oude zaken (cold cases) nog één keer uit de kast worden gehaald met de bedoeling te bezien of alsnog mogelijkheden tot verdere opsporings- en vervolgingsactiviteiten aanwezig zijn.het naderen van de verjaringstermijn dient dan dus als een soort signaal.bij het vervallen van die termijn ontbreekt dat signaal met als gevolg dat oude zaken misschien juist des te langer blijven liggen.hoe schatten de initiatiefnemers dit risico in? Is het hen bekend wat het Openbaar Ministerie onderneemt om dit effect te ondervangen? Stuiting der verjaring De leden van de PvdA-fractie merken op dat het huidige systeem van verjaring, met een beperkt aantal termijnen dat is gekoppeld aan strafmaxima, door de initiatiefnemers is gehandhaafd.invoering van een glijdende schaal, zoals kennelijk in Italië bestaat, was eveneens mogelijk geweest.zijn de initiatiefnemers bekend met dat systeem en, zo ja, zouden ze dan enige waarderende overwegingen willen wijden aan een vergelijking tussen beide systemen. Hoe verhoudt het feit dat elke daad van vervolging de verjaring stuit, waarbij de eis dat de verdachte hiervan op de hoogte moet zijn gesteld is komen te vervallen, zich met artikel 6, lid 3 van het EVRM? Iedere daad van vervolging stuit bij dit wetsvoorstel de verjaring, ook ten aanzien de persoon die op dat moment nog geen verdachte is.de verjaring begint dan ook feitelijk pas te lopen bij de laatste daad van vervolging (indien deze überhaupt plaats heeft gehad).maar omdat dit niet (langer) kenbaar is, betekent dit dat een persoon pas zeker is dat een strafbaar feit is verjaard na ommekomst van twee keer de maximale termijn.hoe verhoudt deze verdubbeling zich tot de gedachte achter de verschillende termijnen uit artikel 70 Sr dat de strafdreiging de dader slechts een beperkte tijd mag treffen, afhankelijk van de ernst van het delict? Kunnen volgens de initiatiefnemers als daad van vervolging ook worden aangemerkt: (1) de sluiting van een gerechtelijk vooronderzoek, (2) het vorderen van een machtiging voor een telefoontap door de officier van justitie en (3) het verlenen van deze machtiging door de rechter-commissaris? Komt de verjaring ook te vervallen voor alle deelnemingsvormen van misdrijven waar levenslang op staat? Wat is de bedoeling van de initiatiefnemers op dit punt? De leden van de VVD-fractie zijn met de initiatiefnemers van oordeel dat elke daad van vervolging de verjaring dient te stuiten.het is terecht dat die stuiting niet afhankelijk dient te zijn van de vraag of de vervolgde bekend is met die vervolgingsdaad.zij vragen om aan te geven in hoeverre het voorgestelde rekening houdt met de mogelijkheid dat in de loop van een onderzoek de identiteit van de verdachte nog niet bekend is. Deze leden verzoeken de initiatiefnemers nader gemotiveerd aan te geven op welke wijze onderscheid gemaakt dient te worden tussen daden van vervolging en -gebruikelijkeonderzoekshandelingen.zij verzoeken de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 6

7 initiatiefnemers daarbij gebruik te maken van een zo compleet mogelijke lijst met voorbeelden. Deze leden verzoeken voorts om nader te motiveren waarom de initiatiefnemers voorstellen dat juist een vervolgingshandeling maar niet een onderzoekshandeling de verjaring dient te stuiten. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de initiatiefnemers naar de samenhang van de wettelijke verjaringsregeling met het redelijke-termijnvereiste zoals dat geformuleerd is in artikel 6 lid 1 EVRM.Het komt deze leden voor dat de verjaringsregeling door de werking van dit vereiste sterk aan belang heeft ingeboet.de redelijke termijn waarbinnen strafvervolging dient aan te vangen zal immers sneller overschreden zijn dan de verjaringstermijn.met de Raad van State menen deze leden dat het Openbaar Ministerie uitdrukkelijk verantwoording aflegt indien na een lang tijdsverloop alsnog strafvervolging wordt ingesteld.de initiatiefnemers onderschrijven dit standpunt blijkens hun reactie op de Raad van State. Deze leden vragen voorts een nadere overweging te wijden aan de stuiting van de verjaring.nadere bestudering van de jurisprudentie van de stuiting van de verjaring lijkt erop te wijzen dat de Hoge Raad vrij ruimhartig is om verjaring in strafzaken te stuiten.zo is een dagvaarding die niet in persoon aan een verdachte is betekend en later wordt ingetrokken een «stuitende vervolgingsdaad» (vgl.hoge Raad 26 maart 1985, NJ 1985, 688.) Overgangsrecht De leden van de CDA-fractie merken op dat de initiatiefnemers menen dat de gewijzigde verjaringsregels niet van toepassing kunnen zijn op reeds verjaarde zaken.dit vanwege de rechtszekerheid van de verdachte/dader. Kunnen zij aangeven waarom de belangen van de slachtoffers /nabestaanden minder zwaar wegen dan de rechtszekerheid voor hem/haar die opzettelijk en met voorbedachte raad het leven van een medemens heeft genomen? De leden van de VVD-fractie zijn met de initiatiefnemers van oordeel dat strafbare feiten die ten tijde van het inwerkingtreden van dit wetsvoorstel nog niet zijn verjaard onder het voorgestelde verjaringsregime dienen te vallen. De initiatiefnemers geven echter aan dat zij «om redenen van rechtszekerheid» hebben gekozen dat het recht tot strafvervolging bij reeds dan verjaarde misdrijven door dit wetsvoorstel niet «herleeft».deze leden verzoeken de initiatiefnemers deze keuze nader te onderbouwen en daarbij toe te lichten waarom het beginsel van de rechtszekerheid tot deze keuze heeft geleid.is het hierbij van belang dat het een pleger van een strafbaar feit altijd vrij staat zichzelf aan te geven bij de justitiële autoriteiten? Het is denkbaar dat sommige misdrijven zullen verjaren in de periode gelegen tussen de indiening van dit wetsvoorstel en haar inwerkingtreding.kunnen de initiatiefnemers aangeven of een overgangsregime toegespitst op die gevallen wenselijk is? De leden van de VVD-fractie verzoeken de initiatiefnemers bij de beantwoording van deze vraag in elk geval te betrekken de verhouding tussen het rechtszekerheidsbeginsel en het feit dat het voorliggende wetsvoorstel de nodige landelijke publiciteit heeft behaald. De leden van de D66-fractie hebben nog enige vragen over de regeling van het overgangsrecht.hoe staan de initiatiefnemers tegenover de wijze waarop het Openbaar Ministerie in Utrecht verjaring in de zaak van het vermoorde jongetje Arthur Ghurahoo heeft weten te voorkomen door één dag voor de daadwerkelijke verjaring een gerechtelijk vooronderzoek te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 7

8 vragen aan de rechter-commissaris tegen een onbekende dader? Achten de initiatiefnemers dit een begaanbare weg voor alle onopgeloste zaken die dreigen te verjaren, totdat het wetsvoorstel in werking treedt? De door de initiatiefnemers voorgestelde regeling zou in beginsel betekenen dat een onopgeloste moord die na achttien jaar is verjaard, niet opnieuw opgepakt kan worden en tot vervolging kan leiden wanneer het wetsvoorstel in werking treedt.de leden van de fractie van D66 achten dat bezwaarlijk wanneer geen verdachte bekend was tijdens de loop van de verjaringstermijn.dat een reeds verjaard misdrijf niet opnieuw kan worden opgepakt wanneer wél een verdachte bekend was ligt voor de hand: anders zou de verdachte immers worden benadeeld door de nieuwe wettelijke regeling, hetgeen in strijd is met de beginselen van het strafrecht.in zaken waarin geen verdachte bekend is, kan echter geen sprake zijn van benadeling van de verdachte door een nieuwe wettelijke regeling. De leden van de fractie van D66 vragen de initiatiefnemers op deze kwestie nader in te gaan. Financiële consequenties De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen aandacht voor de gevolgen van het wetsvoorstel voor de vervolgingspraktijk.ondanks alle inspanningen om te komen tot een hoger vervolgings- en opsporingspercentage zal er waarschijnlijk immer rekening moeten worden gehouden met een beperkte capaciteit.de vraag is daarbij wat in concreto de voorrang moet krijgen: vervolging van recente misdrijven, dan wel vervolging van misdrijven die reeds lang geleden gepleegd zijn.in hoeverre is het naar het oordeel van de initiatiefnemers gewenst om een mogelijk aanzienlijke vervolgings- en opsporingscapaciteit op oude zaken te zetten? Moet het denkbaar worden geacht dat deze inzet van capaciteit ten koste gaat van actuele zaken? Het Openbaar Ministerie verwacht kennelijk op dit punt een toename van het aantal zaken in de vervolgingsfase van 10.Kan dit aantal nader worden onderbouwd? De voorzitter van de commissie, De Pater- van der Meer Adjunct-griffier van de commissie, Van Bemmel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.8 8

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 495 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Van Haersma Buma tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het vervallen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 438 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering (elektronische aangiften en processen-verbaal) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 8 april 2004 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 854 De moord op de heer Th. van Gogh Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2004 De vaste commissies voor Justitie 1 en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 019 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter bevordering van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen bij de besluitvorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 495 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Van Haersma Buma tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het vervallen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 799 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de wijziging van bepalingen voor de financiële verslaggeving door verzekeringsmaatschappijen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 511 Voorstel van wet van de leden Eerdmans en Wolfsen tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het verhogen van de maximale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 413 Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 828 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 491 Voorstel van wet van het lid Timmer tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot rechtsmacht en strafmaat ter zake van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1099 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 30 oktober 2006 Binnen de vaste commissie voor Justitie 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 471 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 25 880 Wetgeving voor de elektronische snelweg Nr. 14 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 1 juli 2003 Bij brief van 7 september 1999 (25

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007 29 271 Algemeen kader herziening Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigde vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 020 Intrekking van de Remigratiewet (Wet intrekking Remigratiewet) Nr. 4 Herdruk* VERSLAG Vastgesteld 8 september 2003 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 420 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met het penitentiair programma en het elektronisch toezicht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 10 december 2003 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 407 Goedkeuring van het op 2 maart 2005 te Enschede totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 185 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de aanpassing van de bewaartermijn voor telecommunicatiegegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2003 Nr. 111 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 890 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9. (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 26 november 2002 De vaste commissie

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 845 Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2003 De commissie voor

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van );

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van ); BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; Gelet op de artikelen 151a, zesde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 348 Samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 20 december 2005 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigde vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 746 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 800 Wijziging van de Auteurswet in verband met de afschaffing van bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 Nr. 70 LIJST

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 392 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankwet, de Handelsnaamwet,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 630 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, alsmede van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers teneinde enkele technische verbeteringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven

Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.2.22 Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie d.d. 13.11.2012; www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 564 Voorstel van wet van het lid Arib houdende wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 26 oktober 2006 De vaste commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 174 Voorstel van wet van de leden Duyvendak, Kalma en Van der Ham houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 57a 27 732 Wijziging van de artikelen 139f en 441b van het Wetboek van Strafrecht (uitbreiding strafbaarstelling heimelijk cameratoezicht)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 3 890 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 480 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek alsmede van enige andere wetten in verband met de vaststelling van kinderalimentaties (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 495 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Rietkerk tot wijziging van het wetboek van strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005 Nr. 94 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 556 Wijziging van de Huisvestingswet (mogelijkheid van bestuurlijke boete voor enkele overtredingen) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 14 oktober 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 283 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding) Nr. 7 NADER VERSLAG Vastgesteld 16 mei 2003 Na kennis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 260 Visumverlening in Schengenverband Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 16 december 2003 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 687 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs vanwege overheveling taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 890 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 7 januari 2003 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 28 484 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 064 Invoering van titel 4 van Boek 7 (Huur) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Invoeringswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme Nr. 108 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 december 2003 De vaste commissie voor Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 699 Wetsvoorstel Implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 469 Herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede aanpassing van enkele bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 890 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 365 Bepalingen verband houdende met de instelling van het Speciaal Tribunaal voor Libanon, mede ter uitvoering van Resolutie 1757 van de Veiligheidsraad

Nadere informatie

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 824 Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland Nr. 5 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 IXB Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2003 Nr. 20 1 Samenstelling: Leden: Rosenmöller

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 982 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 224 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, houdende verlenging van de tijdelijkheid van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel Nr. 34 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 19 augustus 2005 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 376 Samenvoeging van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 20 december 2005 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 514 Wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in verband met de aanpassing aan de eisen die gelden voor basisregistraties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 657 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie datum 1 juli 2014 Betreffende wetsvoorstel: 33685 Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 22 januari 2004 De

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 2030 2500 EH DEN HAAG Datum 20 februari 204 Uw kenmerk 458665 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 23 490 Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag Nr. 275 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 mei 2003 In de vaste commissies voor Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 23 490 Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag Nr. 397 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 november 2005 De vaste commissies voor Justitie 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 515 Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving

Nadere informatie