Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Vreemdelingenbeleid Nr VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 30 oktober 2006 Binnen de vaste commissie voor Justitie 1 heeft een enkele fractie de behoefte de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over haar brief inzake de vermindering van de uitvoeringslasten van de IND (Just060357) enkele vragen voor te leggen. Bij brief van 30 oktober 2006 heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, De Pater-van der Meer De griffier van de commissie, Coenen 1 Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), De Vries (PvdA), Dittrich (D66), Rouvoet (CU), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Cqörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Visser (VVD), Azough (GL), Griffith (VVD), Van Egerschot (VVD), Van Schijndel (Groep Eerdmans-van Schijndel), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA), Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen), Vacature (LPF) en Vacature (SP). Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Lambrechts (D66), Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Noorman-den Uyl (PvdA), Blok (VVD), Van Miltenburg (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Joldersma (CDA), Vacature (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Vacature (VVD), Karimi (GL), Van der Sande (VVD), Örgü (VVD), Eerdmans (Groep Eerdmans-van Schijndel), Kalsbeek (PvdA), Halsema (GL), Timmer (PvdA), Vacature (algemeen) en Vergeer (SP). KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

2 1 Hoeveel niet-nederlanders met de nationaliteit van Turkije woonden er in Nederland op 1 januari 2006? Op 1 januari 2006 woonden Turken in Nederland. Dit aantal is als volgt samengesteld: eerste generatie Turken en tweede generatie Turken 1. 2 Hoeveel van de in vraag 1 bedoelde burgers van Turkije waren in het bezit van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd? Op 1 januari 2006 waren personen met de Turkse nationaliteit in het bezit van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en 406 personen met de Turkse nationaliteit in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. 3 Hoeveel van de in vraag 1 bedoelde burgers van Turkije waren in het bezit van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd? Op 1 januari 2006 waren personen met de Turkse nationaliteit in het bezit van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en 102 personen met de Turkse nationaliteit in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. 4 Hoeveel van de in de vorige vraag bedoelde personen woonden op 1 januari 2006 minder dan drie jaar in Nederland? Deze vraag is niet concreet te beantwoorden, aangezien tot mei 2004 een groot deel van de verleende vergunningen niet door de IND, doch door de diverse Vreemdelingendiensten van de regionale politiekorpsen zijn verleend. De IND beschikt niet over de cijfers van de verleende vergunningen door de regionale politiekorpsen. 5 Hoeveel van de in vraag 3 bedoelde burgers waren in het bezit van een verblijfsvergunning voor verblijf bij een gezinslid of waren in Nederland geboren? Op 1 januari 2006 waren personen met de Turkse nationaliteit in het bezit van een verblijfsvergunning voor verblijf bij een gezinslid. Hiervan waren 7241 personen in Nederland geboren. 6 Hoeveel van de in vragen 2 en 3 bedoelde personen ontlenen een recht op voortgezet verblijf aan het Besluit 1/80? Dit is niet aan te geven omdat zulks niet wordt geregistreerd. Overigens ontstaat en vervalt het recht op voortgezet verblijf van rechtswege. 1 CBS Statistisch Jaarboek en8 Op welke gronden kan volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen het rechtmatig verblijf van een Turkse werknemer die een verblijfsrecht ontleent aan artikel 6 van Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije worden beëindigd? Op welke gronden kan volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen het rechtmatig verblijf van een gezinslid van een Turkse werknemer die een verblijfsrecht ontleent aan Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

3 artikel 7 van Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije worden beëindigd? In beide gevallen geldt het communautaire openbare orde criterium, namelijk dat het persoonlijk gedrag van de betrokkene een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging van de openbare orde of openbare veiligheid vormt waardoor een fundamentaal belang van de samenleving wordt aangetast. 9 Vormt de informatie in deel B11/3.6 van de Vreemdelingencirculaire over de gronden van verlies van het verblijfsrecht op grond van genoemd Besluit 1/80 een juiste weergave van de in de voorgaande vragen bedoelde rechtspraak van het Hof van Justitie? Ja, dit is een weergave van de rechtspraak van het Hof van Justitie, die mede betrekking heeft op de vraag wanneer het verblijfsrecht (van rechtswege) vervalt, derhalve ook buiten de gevallen waarin het kan worden beeïndigd op grond van het communautaire openbare orde criterium, zoals bedoeld onder 7 en In hoeverre kunnen de gronden voor niet-verlenging of intrekking van een verblijfsvergunning genoemd in de artikelen 18, 19, 22, 32 en 35 van de Vreemdelingenwet 2000 niet worden toegepast op vreemdelingen die een verblijfsvergunning ontlenen aan Besluit 1/80? Deze gronden kunnen slechts worden toegepast voor zover zij samenvallen met de relevante gronden van Besluit 1/80 dan wel het communautaire openbare orde criterium. 11 Waarom is de beperking van de gronden voor beëindiging van het verblijf van vreemdelingen die een verblijfsrecht ontlenen aan Besluit 1/80, niet vastgelegd in de Vreemdelingenwet of het Vreemdelingenbesluit? De bepalingen uit Besluit 1/80 hebben rechtstreekse werking en mogen derhalve niet worden geïmplementeerd. 12 Laat de in vragen 7 en 8 bedoelde rechtspraak van het Hof van Justitie toe dat het verblijfsrecht dat een vreemdeling ontleent aan Besluit 1/80 wordt beëindigd wegens het niet betalen van leges voor een verblijfsdocument? Nee, het verblijfsrecht ontstaat en vervalt van rechtswege. De vergunning is declaratoir. Het actief beëindigen kan alleen op grond van openbare orde dan wel veiligheid. 13 Toetst de IND bij de verlenging of intrekking van een verblijfsvergunning van personen die de Turkse nationaliteit bezitten, steeds ambtshalve aan Besluit 1/80? Zo neen, waarom niet? De IND toetst bij de verlenging van verblijfsvergunningen van personen met de Turkse nationaliteit aan de voorwaarden van het desbetreffende verblijfsdoel. In geval van (mogelijke) intrekking van verblijfsvergunningen of verblijfsbeëindiging van personen met de Turkse nationaliteit, toetst de IND ambtshalve aan Besluit 1/80. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

4 14 Hoeveel aanvragen om verlenging van een verblijfsvergunning van personen bedoeld in vraag 3 heeft de IND in 2005 ontvangen? In 2005 zijn aanvragen om verlenging van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning door personen met de Turkse nationaliteit ingediend. 15 Aan hoeveel personen van Turkse nationaliteit heeft de IND in 2005 een verblijfsdocument in verband met voortgezet verblijf uitgereikt? In 2005 is aan 802 personen met de Turkse nationaliteit een verblijfsdocument in verband met voortgezet verblijf uitgereikt. 16 Hoeveel personen van Turkse nationaliteit zijn in 2005 uit Nederland verwijderd, nadat hun verblijfsrecht op grond van Besluit 1/80 was beëindigd? Dit is niet aan te geven omdat dit niet wordt geregistreerd. 17 Hoeveel EU/EER-burgers en hun gezinsleden met de nationaliteit van een derde land woonden er op 1 januari 2006 in Nederland? Op 1 januari 2006 woonden er eerste generatie EU/EER -burgers in Nederland en tweede generatie EU/EER-onderdanen. 18 Aan hoeveel van de in de vorige vraag bedoelde personen heeft de IND in 2005 een verblijfsdocument EU/EER uitgereikt? In 2005 is aan personen een verblijfsdocument EU/EER uitgereikt. 19 Hoeveel tijd en kosten waren er in 2005 voor de IND gemoeid met het maken van de afspraken en het voeren van gesprekken met nieuw aangekomen EU/EER-burgers en hun gezinsleden? Tot het moment van de implementatie van de Richtlijn 2004/38/EG (vrij verkeer burgers van de Unie), te weten 29 april 2006, konden EU/EERburgers en hun gezinsleden bij de Dienst Burgerzaken van de gemeente van hun woonplaats een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht indienen. De inschrijvingsprocedure bij de IND-loketten is eerst sinds 1 mei 2006 van kracht. Gelet hierop werden door de IND in 2005 geen afspraken gemaakt en gesprekken gevoerd met nieuw aangekomen EU/EER-burgers en hun familieleden. 20 Op welke gronden kan het verblijf van een EU-burger in Nederland worden beëindigd? Met toepassing van het communautaire openbare orde criterium, bedoeld in de vragen 7 en 8, alsmede op grond dat niet of niet langer aan de voorwaarden voor verblijf is voldaan. Dit laatste slechts indien de vreemdeling een onredelijke belasting vormt voor het sociale bijstandsstelsel van het gastland, tenzij de EU-burger het duurzame verblijfsrecht heeft verkregen. Het duurzame verblijfsrecht kan worden beeïndigd in geval van afwezigheid uit Nederland van meer dan twee achtereenvolgende jaren, alsmede Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

5 met toepassing van het communautaire openbare orde criterium (ernstige redenen van openbare orde of openbare veiligheid). Na tien jaren rechtmatig verblijf en ten aanzien van minderjarigen is verblijfsbeeïndiging op grond van de openbare orde niet mogelijk. Wel nog op grond van dwingende redenen van openbare veiligheid of indien de verwijdering noodzakelijk is in het belang van de minderjarige (artikel 28 van de richtlijn 2004/ 38/EG). 21 Is het waar dat sinds de invoering van de Gesetz über die allgemeine Freizügigkeit von Unionsburger (Bundesgesetzblatt 2004, I, p ) een EU burger zich in Duitsland alleen bij de gemeentelijke autoriteiten van zijn woonplaats hoeft te melden en dat deze autoriteiten de relevante informatie doorgeven aan de vreemdelingendienst die uit eigen beweging zorg draagt voor de afgifte van het betreffende verblijfsdocument? Deze vraag dient bevestigend te worden beantwoord als het gaat om «freizügigkeitsberechtigte» EU-burgers en hun gezinsleden (EU-burgers die hun verblijfsrecht ontlenen aan een regeling krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Hierbij dient wel te worden aangetekend dat het ambtshalve verstrekken van een verblijfsdocument op grond van de Richtlijn niet langer is toegestaan. 22 Waarom kan in Nederland niet een overeenkomstige procedure worden toegepast, zodat wordt voorkomen dat EU burgers zich eerst bij de gemeente moeten aanmelden en vervolgens ook nog een afspraak moeten maken met de IND en zich bij een regiokantoor van de IND moeten melden? In Nederland is bewust gekozen voor de mogelijkheid dat gecontroleerd kan worden of aan de voorwaarden wordt voldaan. Dit impliceert dat een afspraak bij de IND moet worden gemaakt ter inschrijving aldaar en dat bij die gelegenheid aldaar documenten moeten worden overgelegd waaruit blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan en dat in specifieke gevallen van redelijke twijfel (of inderdaad daaraan is voldaan) onderzoek kan plaatsvinden. Deze beoordeling en controle kan de ambtenaar publiekszaken of ambtenaar burgerzaken niet uitvoeren omdat hij of zij terzake niet deskundig (genoeg) is. Overigens hecht ik er aan op te merken dat de mogelijkheid deze controle uit te voeren mede is ingegeven door de behoefte aan veiligheid en fraudepreventie. Ik denk dat het goed is te benadrukken dat de Richtlijn de Lidstaten vrijlaat in de keuze voor een controle vooraf of een controle achteraf. Duitsland heeft bij de implementatie van de Richtlijn niet gekozen voor een controle aan de poort maar een controle achteraf. In Nederland is bij de implementatie van de Richtlijn gekozen voor een meer pro-actieve benadering, namelijk de controle vooraf. 23 Hoeveel EU-burgers zijn in 2005 uit Nederland verwijderd nadat de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie bij de daarvoor vereiste schriftelijke beschikking had vastgesteld dat het verblijfsrecht, dat deze EU-burgers aan het EG Verdrag ontleenden, was geëindigd? In 2005 zijn 29 EU-burgers uit Nederland verwijderd, nadat de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie bij beschikking had vastgesteld dat hun verblijfsrecht was geëindigd dan wel nadat de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie het verblijfsrecht bij beschikking had beëindigd om redenen van openbare orde of openbare veiligheid. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr