BESLUIT van GS van Utrecht VERZONDEN. 0 6 ffb Vergunningverlening Natuur en Landschap ZAAKKENMERK. Servicebureau NUMMER

Transcriptie

1 PROVINCIE:: UTRECHT BESLUIT van GS van Utrecht VERZONDEN. 0 6 ffb DATUM 5 februari 2019 TEAM Vergunningverlening Natuur en Landschap ZAAKKENMERK Z-WNB-SB-OV REFERENTIE Servicebureau NUMMER 81E68EE1 DOORKIESNUMMER UW BRIEF VAN 25 januari 2019 FAX UW NUMMER ADRES Servicebureau@provincie-utrecht.nl BIJLAGE(N) - Verlengingsbesluit Gelderland ONDERWERP Instemming verlenging ontheffing met kenmerk Ontheffing FF/75N2014/001A FF/75A/2014/001A Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht op het verzoek van de Gedeputeerde Staten van Gelderland van 25 januari 2019 om in te stemmen met de door hen te verlengen ontheffing van de Flora- en faunawet (nummer FF/75N2014/001A) aan Natuurlnclusief ecologisch advies- en projectbureau te Borculo. Deze onderzoeksontheffing werd verstrekt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De betreffende verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet zijn sinds 1 januari 2017 opgegaan in de Wet natuurbescherming (hierna: de wet). De verlenging van deze ontheffing geldt voor de periode vanaf 13 februari 2019 tot en met 12 augustus I. Besluit Gelet op het bepaalde in de wet, het Beleidskader Wet natuurbescherming en de Verordening Natuur en Landschap hebben wij besloten: In te stemmen met de verlenging van ontheffing FF/75N2014/001A door Gedeputeerde Staten van Gelderland aan aan Natuurlnclusief ecologisch advies- en projectbureau. Het betreft een ontheffing (kenmerk provincie Gelderland: ) van meerdere verbodsbepalingen genoemd in hoofdstuk 3 van de wet Deze ontheffing is aangevraagd voor het doen van ecologisch onderzoek in heel Nederland naar beschermde zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieen, ongewervelden en vogels. In aanvulling op voorschrift 9 van de ontheffing dient de ontheffinghouder de in dit voorschrift genoemde jaarlijkse rapportage mede te sturen naar de provincie Utrecht, voor zover het de exemplaren betreft die in de provincie Utrecht zijn gevangen, gedood en uitgezet Deze rapportage dient digitaal te worden toegezonden aan wnb@provincie-utrechtnl, onder vermelding van het kenmerk Z-WNB-SB-OV IL Bevoegdheidsverdeling Artikel 1.3, vierde lid, van de wet luidt, ingeval een project of handeling mede wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht in een andere provincie, wordt een besluit als bedoeld in het eerste lid genomen door Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling in hoofdzaak wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, in overeenstemming met Gedeputeerde Staten van die andere provincie. Het onderzoek van Natuurlnclusief wordt zowel in de provincie Utrecht als in de provincie Gelderland verricht Gezien het feit dat de ontheffinghouder is gevestigd in de provincie Gelderland, achten we de Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland meer bevoegd om dit besluit te nemen, dan wij. Nu het onderzoek mede wordt gerealiseerd, dan wel verricht, in de provincie Utrecht, geldt dat de besluitvorming in overeenstemming met Gedeputeerde Staten van Utrecht moet worden genomen. PROVINCIE-UTRECHT.NL Domein Leefomgeving Archimedeslaan 6 Postbus 80300, 3508 TH, Utrecht Telefoon

2 I. Bezwaar U kunt binnen zes weken na de dag waarop deze beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt een bezwaarschrift bij Gedeputeerde Staten van Utrecht indienen: Digitaal: gebruikt u hiervoor het formulier "Bezwaar tegen beslissing provinciaal bestuur met DigiD". Uw DigiD geldt als ondertekening. U vindt het formulier via: onder loket/ klacht, bezwaar of melding doorgeven / bezwaar tegen beslissing provincie; Schriftelijk: t.a.v. de secretaris van de Awb- adviescommissie van PS en GS, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Het bezwaarschrift moet in ieder geval bevatten: uw naam en adres; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht (indien mogelijk, onder vermelding van het besluitnummer); de reden van bezwaar; ondertekening. Aan de behandeling van een bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. Overigens schort het indienen van een bezwaarschrift de werking van het besluit niet op. Als u niet kunt wachten op de normale behandeling van uw bezwaarschrift, hebt u de mogelijkheid om een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. U moet op dat moment ook al een bezwaarschrift hebben ingediend. Het verzoek om een voorlopige voorziening richt u aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, Sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. I. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op het moment van bekendmaking door uitreiking of verzending aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan op de website ll. Overleg en informatie Er kan tevens vergunning of ontheffing nodig zijn op grond van andere wetten of verordeningen. Wij adviseren u zo nodig contact op te nemen met uw gemeente en/of milieudienst, als u dit nog niet heeft gedaan. Als u vragen heeft over de procedure en de inhoud, kunt u contact opnemen met ons Servicebureau via servicebureau@provincie-utrecht.nl, of op telefoonnummer Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website Ill. Verzending Dit besluit wordt verzonden aan de aanvrager van de ontheffing. Een afschrift van deze ontheffing wordt verzonden aan de RUD Utrecht, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht. Hoogachtend, Gede uteerde Staten van Utrecht, Teamleider Vergunningverlening a uur en Landschap Domein Leefomgeving Behoort bij briefnummer: 81 E68EE1 2 van 2

3 Datum 11 februari 2019 Zaaknummer Onderwerp wijziging ontheffing Natuurlnclusief ecologisch advies- en projectbureau Inlichtingen bij I Korenbree 23A 7271 LH BORCULO post@gelderland.nl Blad 1 van g Beste Op 13 februari 2014 is door de Staatssecretaris van Economische zaken aan Natuurlnclusief ecologisch advies- en projectbureau te Borculo, in het belang van onderzoek en geldig voor heel Nederland, een ontheffing verleend voor verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Op 20 augustus 2018 hebben wij uw aanvraag om bovenstaande ontheffing met kenmerk FF /?sa/2014/oola te wijzigen ontvangen. Deze ontheffing maakt onderdeel uit van de aanvraag. Wij gaan akkoord met uw voorgestelde wijziging. Voor de wetartikelen op grond waarvan deze wijziging is geaccordeerd, wordt verwezen naar de artikelen vermeld onder juridische grondslagen. De navolgende voorschriften zijn van toepassing op deze wijziging. Bovenstaande ontheffing wordt geldig tot 12 augustus Deze ontheffing is alleen geldig in de provincies Gelderland, Friesland, Groningen, Drenthe, Utrecht, Flevoland, Noord-Holland, Zeeland en Noord-Brabant. Deze ontheffing is geldig voor Natuurinclusief ecologisch advies- en projectbureau gevestigd te Borculo en haar vaste medewerkers. Indien de ontheffinghouder een ander dan een vaste medewerker machtigt, dan dient de ontheffinghouder een kopie van de verleende machtiging aan de Provincie Gelderland te sturen via post@gelderland.nl. De machtiging wordt dan toegevoegd en is in te zien onder zaaknummer De overige voorschriften van ontheffing met kenmerk FF /7sA/2014/001A blijven ook gelden. Markt 11 I 6811 CG Arnhem Postbus 9090 I 6800 GX Arnhem post@gelderland.nl BNG Bank Den Haag NL74BNGH BIC-code BNG Bank: BNGHNL2G Btw-nummer: NL Bo3 KvK-nummer: provincie Gelderland

4 Datum 11 februari 2019 Zaaknummer Blad 2 van g Motivering Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de aangeleverde informatie. U vraagt om het volgende te wijzigen: einddatum van de ontheffing: 12 februari 2019 Beoordeling van de aanvraag De aangevraagde wijziging betreft de ontheffing met kenmerk FF /7sA/2014/oolA van 13 februari 2014, die is afgegeven door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, hierna te noemen RVO. De ontheffing is geldig voor de volgende verbodsbepalingen uit de Flora-en faunawet: artikel 9; artikel 11; artikel 12; artikel 13, lid 1; artikel 15, lid 1 en 15b, lid 1 (voor harpvallen en mistnetten); artikel 15, lid 2 en 15b, lid 1 ( voor inloopvallen voor beschermde diersoorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn). Er is onder zaaknummer een nieuwe ontheffing aangevraagd voor deze verbodsbepalingen zoals deze zijn geïmplementeerd in de Wet natuurbescherming. Deze ontheffing is aangevraagd voor (ecologisch) onderzoek in heel Nederland. RVO is niet langer bevoegd gezag voor het afgeven van een landelijke ontheffing voor betreffende handelingen en verboden. Deze kan aangevraagd te worden in de Provincie waar de aanvrager is gevestigd, in dit geval de Provincie Gelderland. Na goedkeuring van de ontheffing door de Provincie Gelderland, dienen de overige provincies hiermee in te stemmen. Dit vergt enige tijd en afstemming. Om te voorkomen dat de bestaande ontheffing van de aanvrager in de tussentijd verloopt, wordt een verlenging van de ontheffing met een periode van 6 maanden verleend. Aan de provincies is gevraagd hiermee in te stemmen. De provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Utrecht, Flevoland, Noord-Holland, Zeeland en Noord-Brabant hebben ingestemd om deze ontheffing te verlenen. Deze ontheffing is daarom alleen geldig in voornoemde provincies en Gelderland. De provincies Overijssel, Zuid-Holland en Limburg hebben niet ingestemd met deze ontheffing. Een ontheffing voor onderzoek in specifieke gebieden die hiervoor aan het Rijk zijn toebedeeld (zoals bijvoorbeeld de Noordzee) dient separaat bij RVO te worden aangevraagd. Wij publiceren uw wijziging Wij publiceren de wijziging op uw ontheffing op Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit. Meer informatie Heeft u nog vragen? Kijk daarvoor op gelderland.nl. U kunt ook contact opnemen met het Provincieloket via telefoonnummer provincie Gelderland

5 Datum 11 februari 2019 Zaaknummer Blad 3van3 Houdt u het zaaknummer van deze brief bij de hand. We kunnen u dan sneller helpen. Met vriendelijke groet, Teammanager Vergunningverlening JURIDISCHE GRONDSLAGEN Voor deze brief gelden: Algemene wet bestuursrecht Wet natuurbescherming hoofdstuk 5, artikel 5.3 Vogelrichtlijnsoorten artikel 3.3, lid 1 en 4 artikel 3-4, lid 2 (middel) Habitatrichtlijnsoorten / Verdrag van Bern soorten/ Verdrag van Bonn soorten artikel 3.8, lid 1 en lid 5 artikel 3.9, lid 2 (middel) Overige soorten artikel 3.10, lid 2 (middel) Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten, secretariaat commissie rechtsbescherming, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland via telefoonnummer (088) of op Informatie over de bezwarenprocedure en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland ( U kunt die informatie, vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation", ook opvragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026) provincie Gelderland

6 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van op 9 januari 2014, namens Natuurlnclusief gelet op artikel 75, lid 3, 5 en 6, onderdeel a van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Natuurlnclusief (hierna: ontheffing houder) Adres: Alexandrinalaan 7 Postcode en woonplaats: 7271 NN BORCULO Ontheffing FF/75A/2014/001A voor het tijdvak van: 13 februari 2014 tot en met 12 februari 2019 Van de verbodsbepalingen genoemd in: artikel 9 van de Flora- en faunawet voor het vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen van beschermde inheemse zoogdieren (Mammalia}, vissen (Pisces}, reptielen (Reptiles}, amfibieën (Amphibia} en ongewervelden (Invertebrata} en voor het doden van beschermde inheemse ongewervelden; artikel 11 van de Flora- en fa,m-awet voor het verstoren van nesten, holen of andere vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels (Aves} en ongewervelden en voor het beschadigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden; artikel 12 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het zoeken en beschadigen van eieren van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden: artikel 13, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het onder zich hebben en vervoeren van producten van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels en ongewervelden en voor het onder zich hebben en vervoeren van levende beschermde inheemse ongewervelden; artikel 15, lid 1 en 15b, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het gebruik van harpvallen en mistnetten voor het vangen van beschermde i~heemse vleermuizen (Chiroptera}; - artikel 15, lid 2 en 15b, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het gebruik van inloopvallen voor het vangen van beschermde inheemse diersoorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn, in het belang van onderzoek. De ontheffing geldt voor heel Nederland. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Het bestuur van de ontheffinghouder dient toe te zien op de strikte naleving van deze ontheffing met de daarin vermelde voorwaarden. 2. De ontheffinghouder dient alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op te volgen. 3. Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft bovengenoemde artikelen van de Flora- en faunawet, mogen vaste medewerkers van de ontheffinghouder middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing. Indien de ontheffinghouder een ander dan een vaste medewerker machtigt, dan dient de ontheffinghouder een FF/75A/2014/001 1 van 2

7 kopie van de verleende machtiging aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag te zenden. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van degene aan wie de machtiging is verleend; b) soort(en) en eventuele aantallen waarvoor de machtiging geldt; c) kwalificaties met betrekking tot deskundigheid op het gebied van beschermde soorten; d) de handelingen die mogen worden verricht; e) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; f) periode waarvoor de machtiging geldt; g) naam en handtekening ontheffinghouder; h) het nummer van de ontheffing die aan de ontheffinghouder is verleend. 4. Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing. Gemachtigden dienen de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar. 5. De aangegeven handelingen mogen uitsluitend worden verricht voor inventarisatieonderzoek, volgens het bij de aanvraag activiteitenplan en de aanvulling daarop van 24 januari Het onder zich hebben en vervoeren van levende beschermde inheemse ongewervelden vindt enkel plaats wanneer determinatie in het veld niet mogelijk is. 7. Het vangen van vleermuizen met behulp van mistnetten mag enkel worden uitgevoerd door een deskundige met aantoonbaar voldoende ervaring met het gebruik van mistnetten voor het vangen van vleermuizen, zodat het welzijn van de dieren niet in het geding komt. 8. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan de producten van dieren te gebruiken voor commerciële doeleinden. 9. De ontheffinghouder dient een overzicht van de onderzoeken van de ontheffing houder zelf en van de gemachtigden in de maand januari van ieder jaar te zenden aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. De ontheffinghouder geeft daarbij in het algemeen aan wat de effecten en de mate van ongerief van de werkwijze in de praktijk zijn. 10. Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. Den Haag, 23 mei 2014 De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: 1s ~-n Rijksdienst voor Ondernemend Nederland FF/7SA/2014/001 2 van 2