Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Halder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Halder"

Transcriptie

1

2

3

4

5

6 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Halderberge, Moerdijk en Roosendaal Postbus AA Oudenbosch Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon T F Datum Betreft 2 8 APR. 20H Bezwaarschrift inzake Regeling basisnet en samenhangende regelgeving Ons kenmerk IENM/BSK-2014/61345 Geacht college, U heeft bij brief van 19 december 2013 (kenmerk ) gereageerd op de voorpublicatie van de Regeling basisnet in de Staatscourant. In deze brief ga ik ingaan op de door uw genoemde punten. Bezwaarschrift U heeft het verzoek gedaan om uw reactie te behandelen als een bezwaarschrift. Ingevolge de artikelen 8:1 en 7:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende bezwaar aantekenen tegen een besluit. Een besluit is blijkens artikel 1:3, eerste lid, van de Awb een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Wetten (zoals de Wet basisnet) zijn geen besluiten zoals bedoeld in de Awb. Wetten worden namelijk vastgesteld door de wetgevende macht en de wetgevende macht is geen bestuursorgaan (artikel 1:1, tweede lid Awb). Tegen de Wet basisnet is om die reden geen bezwaar mogelijk. Er zal een ministeriële regeling worden vastgesteld waarin de ligging van de risicoplafonds wordt bepaald ter uitvoering van de Wet basisnet. In artikel 8:5, eerste lid, van de Awb is als uitzondering opgenomen dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in artikel 1 van de bij de Awb behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (bijlage 2 bij de Awb). Indien geen beroep tegen een besluit kan worden ingesteld, kan er ingevolge de artikelen 8:1 en 7:1, eerste lid, van de Awb ook geen bezwaar worden gemaakt. In de Wet basisnet is bepaald dat de artikelen die zien op het vaststellen van de ministeriële regeling aan bijlage 2 bij de Awb worden toegevoegd. Tegen de Regeling basisnet is om die reden geen bezwaar mogelijk. Op grond van het bovenstaande is uw brief niet ontvankelijk als bezwaarschrift. Reactie in het kader van wensen en bedenkingen Op basis van artikel 14, zesde lid van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (ingevoegd met de Wet basisnet) is het verplicht om bij de totstandkoming van deze regeling èen ieder in de gelegenheid te stellen om wensen en bedenkingen in te dienen tegen de Regeling basisnet. Ik beschouw uw brief als zodanig. Hieronder ga ik in op de door u genoemde inhoudelijke aspecten. Ik reageer Pagina 1 van 9

7 hiermee tevens op uw brief met reactie op de feitenbladen Basisnet Spoor (brief van 12 november 2013, kenmerk ) en de brief van BenW van Roosendaal waarbij de door de gemeenteraad aangenomen motie Bestuurlijke draagvlak Roosendaal inzake implementatie Basisnet Spoor is aangeboden (26 maart 2014, kenmerk ). De inhoud van deze brieven en de motie komen in grote lijnen overeen met uw wensen en bedenkingen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/ Opmerkingen buiten het kader van de wensen en bedenkingen Algemeen Bestuurlijk is Basisnet in juli 2010 vastgesteld, waarbij alle op dat moment bekende opvattingen van de gemeenten in de besluitvorming zijn betrokken. Daarna heeft u richting Tweede en Eerste Kamer nog een aantal malen gevraagd om nadere aanvullingen. Dit heeft als resultaat opgeleverd dat ik 5 min beschikbaar heb gesteld voor extra maatregelen ten behoeve van zelfredzaamheid en hulpverlening langs het spoortraject Moerdijk - Halderberge - en - Roosendaal. Na de vaststelling van de Wet basisnet zijn er geen nieuwe gegevens op tafel gekomen die er toe leiden de niet vervulde verzoeken weer op de agenda te zetten. Mijn medewerkers hebben tijdens de informatie-bijeenkomsten eind 2013 in Halderberge, Moerdijk en Roosendaal met u geconstateerd dat bij de bewoners veel vragen leven over Basisnet Spoor en over andere ontwikkelingen langs het spoor, zoals geluid en trillingen. De insteek van deze avonden was om burgers alleen te informeren over Basisnet. Uw vragen over geluid en trillingen zijn in februari 2014 beantwoord. Langetermijndoelstellingen De Rijksoverheid heeft als beleid dat de bestaande infrastructuur zo goed mogelijk wordt gebruikt, binnen de wettelijke kaders die de omgevingshinder begrenzen (zoals de geluidsplafonds van de wet SWUNG en de risicoplafonds van Basisnet). Pas als de bestaande infrastructuur volledig benut is, kan worden overwogen om nieuwe infrastructuur aan te leggen: daarbij gaat het immers om grote ingrepen in het landschap en grote sommen geld. Voor het overwegen van een nieuwe goederenspoorweg buiten de woonkernen tussen Rotterdam en België (RoBel) dan wel een 'Zeeuwse Bocht' is qua capaciteit geen reden. De door u genoemde 'goederenruit om Brabant' wordt weliswaar door de provincie Brabant genoemd, maar dat is geen Rijksbeleid. Op de bestaande spoorlijn Rotterdam - België is zeker tot 2040 voldoende capaciteit voor zowel al het verwachte reizigersvervoer, alsook voor al het verwachte goederenvervoer, waaronder de verwachte aantallen ketelwagens met gevaarlijke stoffen. Dit is gebleken uit de meest recente capaciteitsberekeningen die in 2012 zijn gedaan 1. In 2018 zal een externe veiligheidsonderzoek plaatsvinden voor de spoorverbinding Rotterdam - België, zoals in 2010 bestuurlijk is afgesproken. Leefbaarheid Naar aanleiding van uw opmerkingen over leefbaarheidaspecten verwacht ik dat ^ie Kamerstuk 32404, nr. 57, bijlage over'lange termijnperspectief spoorgoederenvervoer', TNO, Pagina 2 van 9

8 de invoering van de wet Basisnet maar een heel beperkte invloed heeft op het totale treinverkeer op de spoorlijn door uw gemeenten. In het kader van Basisnet is er dus geen reden voor extra aandacht voor de leefbaarheidsaspecten rondom het spoor, met uitzondering van het aspect van de externe veiligheid, dat door de wet Basisnet gereguleerd wordt. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/ Opmerkingen binnen het kader van wensen en bedenkingen Ruimtelijke ordening en juridische aspecten Alvorens in te gaan op uw wensen en bedenkingen, zet ik eerst de systematiek uiteen voor het voorkomen en oplossen van onwenselijk geachte risicosituaties bij kwetsbare objecten langs basisnetroutes. Daarmee beoog ik de samenhang tussen het Besluit externe veiligheid transportroutes (hierna: het Besluit), de Regeling basisnet en de Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes te verduidelijken. In de gekozen benadering is onderscheid gemaakt tussen nieuwe en bestaande situaties. Voor bestaande situaties is verder onderscheiden tussen feitelijk aanwezige bebouwing en bebouwing die nog niet aanwezig is maar die op grond van het geldende bestemmingsplan toelaatbaar is (geprojecteerde kwetsbare objecten). Nieuwe situaties Uitgangspunt van het externe veiligheidsbeleid is dat bij de vaststelling van ruimtelijke besluiten waardoor bebouwing met nieuwe kwetsbare objecten wordt toegelaten, voldaan moet worden aan een beschermingsniveau waarbij de kans dat een persoon die langs een basisnetroute verblijft, overlijdt als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen op een basisnetroute, maximaal 1 op de miljoen (IO 6 ) per jaar is. Dit is geregeld in artikel 3 van het Besluit. Besluiten op grond waarvan de bouw, vestiging of aanleg van nieuwe kwetsbare objecten in de nabijheid van een basisnetroute wordt toegelaten, moeten voldoen aan de bij die route behorende basisnetafstand. Dat betekent dat de afstand tussen het meetpunt (in de regel: de gevel) bij de nieuw toegelaten kwetsbare objecten en het referentiepunt op de basisnetroute minimaal de in de (bijlagen bij de) Regeling basisnet opgenomen afstand moet bedragen. Het gaat hierbij om ruimtelijke ontwikkelingen waarin het vorige bestemmingsplan nog niet voorzag. Doel van deze aanpak is te voorkomen dat nieuwe saneringssituaties ontstaan. Bestaande situaties Voor bestaande kwetsbare bebouwing langs een basisnetroute is in het Besluit geen saneringswaarde opgenomen, maar is doelbewust gekozen voor oplossing langs privaatrechtelijke weg. Deze benadering houdt in dat het Rijk eigenaren van kwetsbare objecten binnen de risicozone van een basisnetroute onder voorwaarden een aanbod doet tot aankoop tegen onteigeningswaarde van het desbetreffende kwetsbare object. De regering heeft daarmee ruimte willen bieden voor eigen afwegingen van de betrokken eigenaren en maatwerkoplossingen mogelijk willen maken. De voorwaarden voor aankoop door het Rijk worden opgenomen in een brief aan de betrokken gemeenten. Op de inhoud en totstandkoming van die brief kom ik hieronder terug. Wanneer de eigenaar niet wenst te verkopen en het bestemmingsplan vervolgens ingevolge de Wet ruimtelijke ordening wordt geactualiseerd, leidt toetsing aan de basisnetafstand overeenkomstig artikel 3 van het Besluit er niet toe dat alsnog een te saneren situatie ontstaat. Dat artikel is namelijk niet van toepassing op die Pagina 3 van 9

9 situatie. Een reeds opgericht kwetsbaar object is in het verleden in juridischplanologische zin toegelaten (bestemmingsplan of omgevingsvergunning), zodat geen sprake is van een nieuw toe te laten kwetsbaar object. Artikel 3 van het Besluit heeft uitsluitend betrekking op ruimtelijk relevante besluiten waarbij nieuwe kwetsbare objecten worden toegelaten (nieuw-nieuw situaties). Dit blijkt uit de toelichting op het eerste lid van artikel 3 (zie Stb. 2013, 465, nota van toelichting, p. 35), alsmede uit de redactie van dat artikellid: "( ) nieuw toe te laten kwetsbare objecten. (...)" Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/61345 Geprojecteerde kwetsbare objecten Geprojecteerde kwetsbare objecten kunnen alleen in juridisch-planologische zin als bestaande situaties worden beschouwd; hoewel zij wel al in het vigerende bestemmingsplan zijn opgenomen, zijn zij in feitelijke zin (nog) niet aanwezig. Gezien het uitgangspunt in het externe veiligheidsbeleid voor nieuwe situaties is het onwenselijk dat bij het uitvoeren van een bestemmingsplan nieuwe kwetsbare bebouwing wordt gerealiseerd op plaatsen waar niet wordt voldaan aan het voor nieuwe situaties geldende beschermingsniveau. De regering vindt het van belang om toekomstige saneringsgevallen waar mogelijk te voorkomen. Om die reden voorziet artikel 5, eerste lid, van het Besluit in de verplichting voor gemeenten om, voor zover nodig, de bestemmingsregeling voor gronden binnen een basisnetafstand waar nog niet gerealiseerde kwetsbare objecten zijn toegelaten, te wijzigen zodat het alsnog realiseren van kwetsbare objecten binnen die afstand niet meer is toegelaten. Deze wijziging kan meegenomen worden met de tienjaarlijkse herziening van het plan. Het tweede lid van artikel 5 voorziet in implementatiebescherming. Op grond van dat lid wijst het bevoegd gezag een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen af, voor zover die activiteit betrekking heeft op de bouw, vestiging of aanleg van een kwetsbaar object binnen een basisnetafstand, zolang het bestemmingsplan nog niet overeenkomstig het eerste lid is gewijzigd en in werking is getreden. Artikel 5, tweede lid, biedt daarmee een zelfstandige grondslag om een dergelijke omgevingsvergunning afte wijzen. Het Besluit schrijft niet voor dat het bestemmingsplan binnen één jaar moet zijn aangepast. Anders dan kennelijk wordt verondersteld in uw brief hoeft het bestemmingsplan dus niet al binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet- en regelgeving voor het basisnet te worden aangepast. Zoals in de nota van toelichting bij het Besluit is aangegeven, is er voor gekozen gemeenten ruimte te bieden om wat betreft het tijdstip van de herziening aan te sluiten bij de actualiseringscyclus van de Wet ruimtelijke ordening. In het eerste lid van artikel 5 van het Besluit is dit in kwalitatieve termen aangegeven met de woorden "Bij de herziening van een bestemmingsplan". Hiermee is bedoeld aan te geven dat bij de eerstkomende herziening van het plan de bestemmingsregeling voor de desbetreffende gronden met het Besluit in overeenstemming moet worden gebracht. In dit verband zij ook verwezen naar paragraaf 4.2, derde alinea, van het algemeen deel van de nota van toelichting. In die alinea wordt uitdrukkelijk gememoreerd dat de wijziging van de bestemmingsregeling als bedoeld in artikel 5 is gekoppeld aan het tijdstip waarop een bestemmingsplan wordt vastgesteld en dat de formulering van dat artikel daarmee de ruimte biedt voor aansluiting bij de cyclus voor het actualiseren van bestemmingsplannen overeenkomstig de Wro. Is het bestemmingsplan eenmaal aangepast, dan is er voor vergunningvrij uit- of aanbouwen binnen de basisnetafstand geen ruimte meer. Dit volgt uit artikel 5, derde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht. Het is van belang dat in (de toelichting bij) het herziene plan duidelijk wordt gemaakt dat de wijziging van Pagina 4 van 9

10 de bestemmingsregeling verband houdt met de risicozones van het basisnet. Het verdient dan ook aanbeveling met het oog op de kenbaarheid van de risicozone de bij de desbetreffende basisnetroute behorende (maximale) 10" 6 afstand uit de bijlage bij de Regeling basisnet op de plankaart aan te geven. Van mijn kant zal ik mij er voor inspannen dat de basisnetafstanden zo spoedig mogelijk op de risicokaart bij het register risicovolle situaties worden weergegeven, zodat deze voor een ieder kenbaar zijn. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/61345 In uw brief stelt u kritische vragen over het vermeende verschil in beschermingsniveau voor burgers in nieuwe ten opzichte van bestaande situaties. U wijst daarbij op het verschil in benadering voor aan- en bijgebouwen en op de daarop betrekking hebbende jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2. In uw brief stelt u dat burgers in nieuwe situaties beter beschermd lijken te worden dan in bestaande situaties. Het door u genoemde verschil heeft echter niet zozeer betrekking op het beschermingsniveau als zodanig, maar op de wijze waarop dat niveau bereikt moet of kan worden. Voor nieuwe en voor geprojecteerde kwetsbare bebouwing kan eenvoudiger en op een minder ingrijpende wijze aan het gewenste niveau worden voldaan dan bij al aanwezige bebouwing. Daarom is er, in het verlengde van het saneringsbeleid voor de omgeving van Schiphol, voor gekozen in feitelijk bestaande situaties het belang dat gemoeid is met eerbiediging van bestaande woonrechten, indien de eigenaar dat wenst, te laten prevaleren boven een rigide sanering. Daarnaast hanteer ik als uitgangspunt dat getracht moet worden op de minst bezwarende wijze aan het beoogde doel te voldoen. Eén van de redenen die ten grondslag ligt aan de keuze om te trachten overschrijdingssituaties op te lossen langs privaatrechtelijke weg, is gelegen in het feit dat daarmee eenvoudiger maatwerkoplossingen gevonden kunnen worden. Ik ben van mening dat in geval van de aanwezigheid van aan- en uitbouwen maatwerk nodig is. De per locatie uiteenlopende feitelijke omstandigheden rechtvaardigen een dergelijke aanpak. In het ene geval is sprake van een vergroting die in architectonisch opzicht niet kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw, in een ander geval gaat het om een bijgebouw dat functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. In mijn brief van december 2013 aan de Tweede Kamer heb ik aangekondigd dat de beleidslijn ten aanzien van aan- en uitbouwen wordt aangepast 3. Uw commentaar op de benadering van aan- en uitbouwen zal ik hierin meenemen. Ik ben voornemens nader te bezien in welke gevallen een aan- of uitbouw grond oplevert voor aankoop van de desbetreffende woning door het Rijk. Dat geldt evenzo voor de benadering van bedrijfswoningen waarbij de woonfunctie los is komen te staan van de bedrijfsfunctie of waarbij de bedrijfsfunctie geheel verdwenen is. Bij die beoordeling hanteer ik als uitgangspunt dat het moet gaan om legale woonfuncties. Sinds 1 januari 2013 geldt op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet geluidhinder dat de planologische status bepalend is voor de mate van milieubescherming voor gevoelige functies. Dit betekent voor woningen dat bescherming tegen de nadelige gevolgen van een activiteit alleen wordt geboden als het gebouw wordt gebruikt in overeenstemming met de woonbestemming die voor de desbetreffende gronden en opstallen is aangegeven in het bestemmingsplan, de beheersverordening ofde 2 De aangehaalde uitspraak van 22 april 2009, zaaknummer /1 heeft geen betrekking op de reikwijdte van het begrip woning. 3 Kamerstuk 32862, nr. 54. Pagina 5 van 9

11 omgevingsvergunning waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken. De recent door de gemeenten Moerdijk en Halderberge uitgevoerde inventarisatieonderzoeken geven een indicatie van het aantal gevallen waarin in die gemeente een aan- of uitbouw binnen de risicozone ligt. Ik ben bereid met u op korte termijn te overleggen over een zo mogelijk aanvaardbare oplossing voor de aangehaalde problematiek. De resultaten van dat overleg zullen worden verwerkt in de beleidslijn Verwerven van woningen langs basisnetroutes, waarin de criteria voor aankoop door het Rijk worden opgenomen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/61345 Vergoeding van planschade en kosten In paragraaf 4.2 van de nota van toelichting bij het Besluit is uiteengezet dat de aanpassing van een bestemmingsplan (ter voldoening aan artikel 5 van het Bevt) tot planschade kan leiden. Voor zover deze schade volgens de Wro en de criteria die daarvoor in de jurisprudentie zijn ontwikkeld voor vergoeding in aanmerking komt, wordt deze in eerste instantie vergoed door de gemeente die het plan als schadeveroorzakend besluit vaststelt. Op grond van artikel 6.8 van de Wro kunnen de kosten van de toegekende tegemoetkoming in de schade ten laste van het Rijk worden gebracht. Door aan te sluiten bij de actualiseringstermijn van de Wro hoeven gemeenten niet tussentijds extra kosten te maken in verband met de wijziging van het plan. Deze kosten komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. Wat betreft de vergoeding van planschade ben ik bereid met u afspraken te maken over de vergoeding daarvan. De door u uitgevoerde inventarisaties vormen een uitgangspunt voor nader overleg. De afspraken zouden in een bestuursovereenkomst opgenomen kunnen worden. Verdere procedure Het Besluit externe veiligheid transportroutes is op 29 november 2013 gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2013, 465). Wijziging van dat besluit is op dit moment niet aan de orde. De Regeling basisnet bevat uitwerkingsregels op grond van de Wet basisnet (onder meer de aanwijzing van basisnetroutes en tabellen met basisnetafstanden). Deze regeling is op 25 november 2013 voorgepubliceerd in de Staatscourant, teneinde een ieder in de gelegenheid te stellen wensen en bedenkingen kenbaar te maken bij de minister van lenm. Het is mijn voornemen de beleidslijn Verwerven van woningen langs basisnetroutes tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de wet- en regelgeving voor het basisnet te publiceren in de Staatscourant. Vóór dat tijdstip zal de beleidslijn nogmaals aan de Tweede Kamer worden toegezonden. Kopmaken vervoerstroom Sloe - Antwerpen Uw voorstel om het risicoplafond op het spoortraject 35, Zevenbergschen Hoek - Roosendaal Oost met de door u voorgestelde ketelwagens per jaar te verlagen kan ik in ieder geval thans niet overnemen. Een eventuele beslissing daarover is afhankelijk van de mate waarin de betreffende vervoersstroom in de toekomst kan kopmaken op het emplacement Roosendaal. Momenteel beraad ik mij op de doorwerking van uitspraken die de Raad van State gedaan heeft over kopmaken. Ingevolge artikel 14, vijfde lid, van de Wvgs zijn de risicoplafonds voor hoofdspoorwegen niet van toepassing op het risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen op spoorwegemplacementen, voor zover dat risico vatbaar is voor regulering in de omgevingsvergunning (artikel 2.1 van de Wet algemene Pagina 6 van 9

12 bepalingen omgevingsrecht). Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behoort het doorgaand vervoer niet tot de onderwerpen waarop de omgevingsvergunning voor een spoorwegemplacement betrekking kan hebben. Thans wordt, mede naar aanleiding van deze jurisprudentie, onderzocht hoe de risico's van het doorgaand vervoer op spoorwegemplacementen zich verhouden tot de risicoplafonds voor hoofdspoorwegen. Daarnaast wordt bezien op welke wijze de risico's van activiteiten die blijkens die jurisprudentie behoren tot doorgaand vervoer, kunnen worden opgenomen in de risicoplafonds voor hoofdspoorwegen in het Basisnet Spoor. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kennierk IENM/BSK-2014/61345 Voor wat betreft de verwachte omvang van het vervoer is in Basisnet Spoor uitgegaan van de in 2007 door ProRail opgestelde marktverwachting voor Hiermee is het Basisnet Spoor robuust vormgegeven. Door de huidige economische situatie wordt er minder vervoerd. De inzet van het Kabinet is gericht op economisch herstel. Tegen die achtergrond wordt verwacht dat het vervoer op termijn zal aantrekken. Voor de gemeenten en burgers geeft het vasthouden aan de risicozone juist duidelijkheid over het handelingsperspectief op termijn. Artikelsgewijze opmerkingen U verzoekt om een aantal begrippen en uitgangspunten in het Besluit en de Regeling basisnet aan te passen omdat deze niet gedefinieerd zijn of niet overeenkomen. Zoals ik hierboven heb vermeld, is het Besluit reeds in het Staatsblad gepubliceerd en is wijziging daarvan op dit moment niet aan de orde. Op uw wensen en bedenkingen ten aanzien van de Regeling basisnet ga ik hieronder in. U geeft aan dat het begrip 'spoorbundel' niet eenduidig is. Een spoorbundel voor het doorgaand verkeer is in artikel 1 gedefinieerd als alle sporen die deel uit maken van het doorgaande spoornetwerk en in beide richtingen kunnen worden gebruikt om te vervoeren over dat netwerk. Een spoorbaan die niet in beide richtingen gebruikt kan worden om het spoornetwerk te bereiken, behoort niet tot deze spoorbundel. Dit geldt bijvoorbeeld voor opstelsporen, wachtsporen en andere sporen waarmee het spoornetwerk slechts in één rijrichting kan worden bereikt. Indien daarentegen het spoornetwerk via een opstelspoor of wachtspoor in beide richtingen kan worden bereikt, behoort dit spoor wel tot de spoorbundel voor doorgaand verkeer. Dit laatste is het geval bij de wachtsporen Oudenbosch en Zevenbergen. U merkt op dat de Regeling basisnet onduidelijk is daar waar het gaat over het referentiepunt bij complexe situaties. Om te verduidelijken op welke wijze het referentiepunt moet worden vastgesteld is in deel III van de toelichting bij de Regeling figuur 9 opgenomen. In paragraaf 6 van de toelichting is opgenomen hoe met de uitspraken van de Raad van State over kopmaken wordt omgegaan. U stelt dat een nadere toelichting gewenst is met betrekking tot de te hanteren afstand zoals dit is verwoord in artikel 14, eerste lid (begripsomschrijving 'gronden in de omgeving van'). De toelichting op artikel 14 is aangepast. Verduidelijkt is dat het gaat om bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen die betrekking hebben op een gebied dat geheel of gedeeltelijk binnen 200 meter van een basisnetroute ligt. Die afstand moet worden gemeten vanaf het referentiepunt op de basisnetroute. Pagina 7 van 9

13 U geeft aan dat artikel 14, lid 3 overbodig is omdat deze afwijking niet nodig is. Dit is een misvatting. Artikel 14, eerste lid, gaat over basisnetroutes. 'Overige spoorwegen' zijn op grond van artikel 1, eerste lid, ook basisnetroutes. Zonder het derde lid zou op grond van artikel 14, eerste lid, het groepsrisico ook voor'overige hoofdspoorwegen' berekend moeten worden, terwijl het op voorhand vanwege de geringe omvang van het vervoer evident is dat geen sprake zal zijn van een significant groepsrisico. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/61345 Het is tevens een misvatting dat artikel 14, eerste lid niets zegt over (overige) hoofdspoorwegen. Dit artikel gaat over basisnetroutes. 'Overige hoofdspoorwegen' zijn op grond van artikel 1, eerste lid ook basisnetroutes. U stelt dat artikel 15 in strijd is met het bepaalde in artikel 14, lid 3. Dit is echter niet het geval. Artikel 15 heeft betrekking op transportroutes, niet zijnde basisnetroutes; dat wil zeggen op wegen in beheer bij een provincie, gemeente of waterschap en die niet tot het basisnet behoren. Artikel 15 heeft geen betrekking op hoofdspoorwegen. Alle hoofdspoorwegen maken deel uit van het basisnet. Gegevens over de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen over alle hoofdspoorwegen staan vermeld in bijlage II bij de Regeling. U vraagt waarom onderscheid wordt gemaakt tussen 'bouw waarvan de verwezenlijking wordt toegelaten (artikel 17, lid 1) en 'geprojecteerde bebouwing' (artikel 17, lid 2). De redactie van artikel 17 zoals voorgepubliceerd (thans de artikelen 18 en 19), is opnieuw bezien en waar nodig aangepast teneinde deze zowel qua terminologie als qua inhoud beter te laten aansluiten bij de artikelen 3 en 5 van het Besluit. U geeft aan het niet duidelijk te vinden waarom de opsomming van 'bijzondere objecten' in artikel 17, lid 1 en 2 niet overeenkomt. Ter wille van de leesbaarheid is artikel 17 zoals voorgepubliceerd, gesplitst in twee artikelen: artikel 18 en artikel 19. Artikel 18 heeft betrekking op de meetpunten voor nieuw toe te laten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten; artikel 19 heeft uitsluitend betrekking op in een vigerend bestemmingsplan binnen de risicozone toegelaten maar nog niet gerealiseerde kwetsbare objecten. Openluchtzwembaden, speeltuinen en sportterreinen zijn niet opgenomen in de opsomming van artikel 19, onderdeel b, aangezien het hier beperkt kwetsbare objecten betreft. De toelichting op artikel 17 zoals voorgepubliceerd (thans 18 en 19) is op dit punt aangevuld. 3. Berekening Groepsrisico In uw brief over de feitenbladen Basisnet Spoor van 12 november 2013 vraagt u om de bevolkingsbestanden ter beschikking te stellen. Een eerste versie van de Basisnetviewer is in februari 2012 ter beschikking gesteld aan uw gemeente. In december 2013 is een bijgewerkte versie verstrekt. De Basisnetviewer heeft een koppeling met de rekenmethodiek transportrisico's (RBMII), waardoor in de viewer een verificatieberekening Basisnet Spoor gemaakt kan worden. Het is nooit de bedoeling geweest dat gemeenten de gegevens uit de Basisnetviewer gaan gebruiken voor toekomstige berekeningen. Pagina 8 van 9

14 4. Tot slot Graag maak ik gebruik van uw uitnodiging voor een nader gesprek. Ik stel voor om dit gesprek te houden op het moment waarop u de besteding van de middelen voor zelfredzaamheid en hulpverlening concreet hebt ingevuld en ik de beleidslijn Verwerven van woningen langs basisnetroutes volgens bovenstaande lijn heb aangepast. Hoogachtend, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2014/ APR.ZOH DE STAAT RETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Wilmi ]. M Pagina 9 van 9

15 gemeente Moerdijk Gemeente Halderberge fc Gemeente ( Roosendaal Tweede Kamer der Staten-Generaal De leden van de vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer t.a.v de Griffier I. Sneep Postbus EA Den Haag 3 0 JAN. 20U Uw brief van Uw kenmerk Nadere informatie bij Telefoonnummer Ons kenmerk Bijlage Onderwerp Dht, J. van Venrooij, Dhr. W. Wille en mevr. N. van Eck / Bezwaarschrift t.a.v. Staatssecretaris Mansveld inzake de Regeling Basisnet en ; bijbehorende regelgeving. : Aandacht Commissie l&m voor spoorsiluatie West- Oudenbosch, 2013 Brabant na implementatie van Basisnet Spoor. Geachte leden van de vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu, Middels deze brief nodig ik u namens de Stuurgroep "Spoorzone Halderberge - Moerdijk - Roosendaal" uit voor een bezoek aan de spoorzones binnen deze gemeenten, waarbij ook gelegenheid is om met de inwoners in deze zones van gedachten te wisselen over de problematiek die voor hen ontstaat na implementatie van de Wet Basisnet. Bijgevoegd treft u onze brief van 19 december 2013 aan Staatssecretaris Mansveld aan, waarin wij deze problemen schetsen. Met het doorsturen van deze brief wii de stuurgroep uw aandacht vestigen op het implementatietraject van de Wet Basisnet. Deze implementatie vindt plaats met inwerkingtreding van het Besluit externe veiligheid transportroutes en de Regeling Basisnet, welke gepland staat in juni De stuurgroep is zich bewust van het feit dat we deze regelgeving niet tegen kunnen houden. Met name wordt dan ook aandacht gevraagd voor de wijze waarop omgegaan wordt met de objecten waarvoor de normwaarde voor het plaatsgebonden risico wordt overschreden, de ontoereikende inventarisatie van getroffen percelen en dus gedupeerden die uw Ministerie in onze gemeenten heeft uitgevoerd en de wijze waarop het opheffen van knelpuntsituaties die ontstaan via de achterdeur van de gemeenten worden neergelegd. Ook de afdoening van een saneringsopgave van het Rijk via de "Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes", waarvan de uitgangspunten overigens strijdig zijn met Besluit en Regeling, acht de stuurgroep in strijd met de bestaande externe veiligheidsregelgeving.

16 Ik vraag u namens de stuurgroep kennis te nemen van bijgevoegde brief en met bovenstaande in het achterhoofd de implementatie van het Basisnet te agenderen voor een van uw commissievergaderingen. Daarbij wordt ook aandacht gevraagd voor de motie Van Heugten (Kamerstuk 30373, nr. 36), aangaande de kosten binnen onze gemeenten en voor onze inwoners na implementatie van de Wet Basisnet. Vertrouwend op uw aandacht voor onze regio, verblijven wij in afwachting van uw reactie en agendering van de problematiek binnen uw Kamercommissie. Hoogachtend, Namens de Stuurgroep "Spoorzone Halderberge - Moerdijk - Roosendaal" de voorzitter, oerdijk pagina 2 van 2

17 n gemeente Moerdijk Gemeente Halderberge TV^ Gemeente ^( Roosendaal Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. hare excellentie mevrouw drs, W.J. Mansveld Postbus EX DEN HAAG Uw brief van Uw kenmerk : Nadere informatie bij: Dhr J. van Venrooij. Dhr. W Wille en mevr. N. van Eck Telefoonnummer ; / Ons kenmerk Bijlage Onderwerp VFR70NDFN? 0 DEC.?013 : Inhoudelijke reactie gemeenten "Beleidslijn".»fc.r»fcvnwfc.»i ; Bezwaarschrift van gemeente Moerdijk, Oudenbosch, 19 december 2013 Roosendaal en Halderberge op de Regeling Basisnet en samenhangende regelgeving. Geachte mevrouw Mansveld, Op 25 november 2013 is de Regeling Basisnet gepubliceerd in de Staatscourant en is iedereen de gelegenheid geboden om binnen vier weken wensen en bedenkingen in te brengen bij de minister van l&m. Na publicatie van deze Regeling, alsmede de publicatie van het Besluit externe veiligheid transportroutes en de behandeling van de "Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes" in het Algemeen Overleg Infrastructuur & Milieu van de Tweede Kamer, constateren wij dat er vrijwel niets is gedaan met onze opmerkingen die we de afgelopen maanden en jaren hebben ingebracht. Wij verzoeken u deze brief dan ook te behandelen als een bezwaarschrift. Middels deze brief brengen we nogmaals onze bedenkingen, wensen en bezwaren in, alsmede willen we de gevoelens van onze burgers overbrengen. In de hoop dat u hen met de inwerkingtreding van de Wet Basisnet en bijbehorende uitvoeringsregelingen niet de rekening presenteert van het landelijke beleid. Wij betreuren het ook dat er tot op heden niet is ingegaan op een bestuurlijk overleg tussen u en ons, waarbij we nader zouden in kunnen gaan op de problemen die in deze brief worden geschetst. In de gemeenten Halderberge, Moerdijk en Roosendaal zijn in de afgelopen maanden vijf bewonersbijeenkomsten, vele persoonlijke gesprekken met bewoners en extra vergaderingen met raadscommissies en de gemeenteraden gehouden om de gevoelens en emoties van de Regeling Basisnet (en bijbehorende wet- en regelgeving) te kanaliseren. In deze bijeenkomsten zijn soms met niet mis te verstane woorden de gevoelens en ongeloof van burgers direct langs het

18 spoortraject Roosendaal - Moerdijk weergegeven. Burgers met eigendommen op slechts enkele meters vanaf de spoorbundels. Tijdens deze bijeenkomsten zijn naast de externe veiligheidsrisico's ook de navolgende aspecten genoemd, waarover men van mening is dat deze onvoldoende zijn meegewogen, om een integrale afweging te maken. 1. Lange termijn doelstellingen; 2. Leefbaarheid; 3. Trillingen en geluid; 4. Ruimtelijke ordening en juridische aspecten 5. Knelpunten; Hieronder gaan we nader in op deze aspecten. 1. Langetermijn-doelstellingen Wij begrijpen het nut en de noodzaak van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de regio West- Brabant voor de BV Nederland. Ook onze bewoners hebben profijt, zowel direct als indirect van de chemische industrie in ons land, de Havens van Rotterdam, het Sloegebied, Antwerpen en de industrie- en bedrijventerreinen in onze regio. Wij willen benadrukken dat goede spoorverbindingen van elementair belang zijn naast goede rijkswegen, buisleidingen en vaarwegen voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen en andere bulkgoederen en vrachten. Wij verwachten van de Rijksoverheid een actieve rol om dedicated spoorlijnen, buiten woonkernen, van de Rotterdamse, Moerdijkse en Zeeuwse havens naar België te realiseren in het belang van de burgers in de woonkernen en steden waar dit transport nu door plaats vindt. Op een aantal trajecten is het aantal vervoersbewegingen met gevaarlijke stoffen sterk verminderd echter dit heeft wel tot gevolg dat de druk in onze kernen alleen maar groter wordt. Wij verzoeken u met klem optimaal gebruik te maken van mogelijke Europese projecten TEN-T EA en hierbij per direct en actief de bestuurders van West Brabant te betrekken, zodat ook ons traject ontzien kan worden. Wij verwachten daarbij dat de goederenruit (o.a VeZa-boog, Robel-lijn) Nederland op de landelijke agenda blijft staan, overeenkomst eerder toezeggingen uit de kamer. pagina 2 van 10

19 Figuur 1: goederenruit Ook is er onvoldoende zicht op de aantallen ketelwagons met gevaarlijke stoffen in relatie met het overige vervoer en de huidige spoorcapaciteit. Gaat de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen ten koste van het overige vracht-, of personenvervoer over het spoortraject Roosendaal - Moerdijk? Tot op heden zijn onze vragen in dit kader onbeantwoord gebleven en maken wij ons ernstig zorgen. 2. Leefbaarheid Wij willen de Minister wijzen op de gevolgen voor de leefbaarheid van onze inwoners binnen de spoorzones van onze gemeenten. Met name de verkeersdoorstroming, welke in negatieve zin beïnvloed wordt als gevolg van de toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen, is een belangrijk knelpunt. Vooralsnog konden medewerkers van uw ministerie geen antwoorden geven op onze vraag hoe lang de spoorbomen gesloten blijven en de vragen over de lengte en de snelheid van de treinen. Vragen van omwonenden uit de directe omgeving, zoals; "Kan ik 's avonds nog in de tuin zitten en een gesprek voeren", "Sta ik niet te lang stil voor de gesloten spoorbomen". Hoe zit het met de waardedaling van de woningen of verkoopbaarheid onze woningen". Welke effecten hebben het langer dichtliggen van de spoorbomen voor de hulpdiensten?" blijven onbeantwoord. Ook is er nog volstrekte onduidelijkheid richting ons en onze inwoners over de totale aantallen vervoersbewegingen (totaal en uitgesplitst naar personenvervoer, gevaarlijk en ongevaarlijk goederentransport) en de gevolgen van de ruim vijftigduizend ketelwagons met gevaarlijke stoffen op de andere vervoersstromen op het traject. In onze optiek is het aspect van leefbaarheid onvoldoende onderbouwd en gecommuniceerd bij de totstandkoming van het Basisnet. Wij worden in deze gesterkt door de duidelijke signalen welke wij hebben gekregen van de inwoners tijdens de gemeentelijke informatiebijeenkomsten, Wij vragen u dan ook om inzage in de milieuonderzoeken die aan het Basisnet Spoor ten grondslag liggen. Tevens vragen wij u om concrete maatregelen om de leefbaarheid (in de ruimste zin des woords) te garanderen. Dit bovenop de beperkte middelen die aan de drie gemeenten zijn toegezegd voor de verbetering van bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. 3. Trillingen en geluid De trillingen en het geluid worden veroorzaakt door een complexe samenhang van het spoormaterieel, de spoorlayout en de ondergrond. Geografisch ligt deze omgeving in de delta van grote en kleine rivieren en is er sprake van klei, veen en zandgronden. Deze verschillende ondergronden alsmede wissels, spoorovergangen, viaducten en bruggen veroorzaken trillingen en geluid tot honderden meters vanaf het spoor. Hier hebben bewoners last van. Kopjes in de kast of op tafel staan te trillen of beeldschermen bewegen. De vrees bestaat dat de trillingen en de geluidsoverlast alleen maar zullen toenemen. Ook hebben wij tot op heden geen onderzoeksrapportages mogen ontvangen waarin de invloed van het extra transport van gevaarlijke stoffen is onderbouwd en hoe de huidige conditie van het tracé is. Hoe worden deze milieuaspecten gemonitord en toename van de overlast voorkomen? 4. Ruimtelijke ordening en juridische aspecten De gemeenten Halderberge, Moerdijk en Roosendaal hebben gedegen kennis genomen van de Regeling Basisnet, zowel bestuurlijk als ambtelijk, en hoewel de Regeling Basisnet slechts strekt tot uitwerking van het Besluit externe veiligheid transport (Bevt), hebben wij uiteraard de Regeling in combinatie met het Bevt en de Beleidslijn aangaande saneringen binnen de spoorzones, bestudeerd. Wij hebben de volgende op- en aanmerkingen aangaande de regelgeving: pagina 3 van 10

20 4.1 Algemene opmerkingen Wij begrijpen dat in de Regeling (in samenhang met het Bevt) geen verplichting is opgenomen om bestemmingsplannen aan te passen voor zover het gaat om bestaande kwetsbare objecten en tot het saneren van deze objecten. Deze keuze roept bij ons vragen op als we dit afzetten tegen de inhoud van de "beleidslijn voor de verwerving van woningen langs basisnetroutes (bijlage bij Kamerstuk nr. 53, hierna te noemen: de Beleidslijn) in relatie tot het gehanteerde beschermingsniveau. In de Beleidslijn worden immers bepaalde objecten (zoals aanbouwen en bijgebouwen), die in sommige gevallen volgens de definitie uit het Bevt (indirect Bevi) wel kwetsbaar kunnen zijn, en binnen de Basisnetafstand liggen, uitgesloten van "verwerving". In tegenstelling tot bovengenoemde is in het Bevt (Artikel 5) wel een verplichting opgenomen om bestaande bestemmingsplannen aan te passen voor zover het geprojecteerde kwetsbare objecten betreft. Conform de definitie van (geprojecteerd) kwetsbare objecten in het Bevt (indirect Bevi) betreft dit wel aan- en bijgebouwen voor zover deze een woonfunctie hebben (uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22 april 2009, zaaknummer /1). Hoewel de Minister onderkent dat, in bovengenoemde gevallen, de aanpassing van het bestemmingsplan tot planschadeverzoeken kan leiden geeft de Minister, niet onderbouwd, aan wat de kosten voor gemeenten zijn die voortvloeien uit de vergoeding van planschade en het aanpassen van bestemmingsplannen. Het ontgaat ons geheel waarom deze kosten gedragen zouden moeten worden door een lagere overheid. Daarnaast roept deze keuze, in combinatie met de inhoud van de Beleidslijn, vragen op over het onderscheid in het gehanteerde basisbeschermingsniveau. Wij kunnen onze inwoners dit onderscheid niet uitleggen. Waarom worden bewoners van bestaande woningen, alsmede bewoners van bedrijfswoningen binnen de veiligheidszones (PR-plafonds) minder beschermd?. U geeft in Kamerstuk nr.53 aan dat woonrecht prevaleert boven de milieukwaliteitseisen zoals vastgelegd in het Bevt. Mede met het oog hierop willen wij graag weten hoe u dat aan onze inwoners gaat uitleggen. De financiering van de kosten welke voortvloeien uit het basisnet is niet volledig opgenomen in de regeling. Dit geldt eveneens voor de Beleidslijn. Graag zouden wij met de minister concrete afspraken maken over de vergoeding van alle kosten (in de meest brede zin) die voor gemeenten kunnen voortvloeien uit het Basisnet spoor, inclusief de toekenning van hogere kosten op grond van artikel 6.8 van de Wro. Wij hebben een ander beeld van de kosten die met de uitvoering van deze Wet gemoeid zijn. Ons inziens heeft u geen rekening gehouden met de aanbouwen en bijgebouwen welke volgens het Bevt als kwetsbaar object aangemerkt dienen te worden. Zolang deze kosten niet inzichtelijk zijn gemaakt, ondanks herhaaldelijk verzoek van onze zijde, beschouwen wij, in tegenstelling tot de Minister, de motie Van Heugten (Kamerstuk nr. 36) niet als afgedaan. In het ontwerp Basisnet van juli 2010 was rekening gehouden met kopmaken te Roosendaal van een deel van de vervoerstroom tussen Sloe en Antwerpen. Uit het in 2010 door Prorail uitgevoerde "Onderzoek rangeeremplacementen" is gebleken dat kopmaken van de vervoerstroom Sloe - Antwerpen binnen de risicoruimte van de vergunning van het pagina 4 van 10

21 emplacement Roosendaal niet mogelijk was. Het noordelijker gelegen rangeeremplacement Lage Zwaluwe bood deze ruimte wel. De Stuurgroep Basisnet heeft om deze reden op 2 februari 2011 besloten om de toename aan vervoershoeveeiheden op het traject tussen Roosendaal en Lage Zwaluwe in het huidige Basisnet Spoor op te nemen. Het mutatieoverzicht t.o.v. versie 8 juli 2010 is in tabel 1 opgenomen: Toename vervoershoeveeiheden Cat A Cat B2 CatC3 Cat Cat D3 D 'abel 1: mutatieoverzicht basisnet spoor t. o. v. versie 8 juli 2010 De gemeenten Halderberge, Moerdijk en Roosendaal bepleiten nogmaals met klem dat het niet langer opnemen van de extra vervoersstromen, zoals weergegeven in tabel 1, direct leidt tot veiligheidswinst (zowel plaatsgebonden risico als groepsrisico) voor de gemeenten Halderberge, Moerdijk en Roosendaal. Dit zonder de robuustheid van het Basisnet Spoor aan te tasten, immers zonder deze 5000 extra bewegingen was het Basisnet ook al robuust (situatie juli 2010). Bovengenoemde bevindingen zijn ook ambtelijk bevestigd door l&m in een briefwisseling met de gemeente Halderberge. Tevens wijzen wij u op het Eindrapport capaciteitsverdeling op het spoor van 2 september 2013, waaruit blijkt dat door vervoerders aangevraagde treinpaden fors worden onderbenut. Wanneer deze overschatting ook heeft plaatsgevonden bij de vaststelling van het Basisnet, vragen wij u of voldoende rekening is gehouden met de ruimtelijke claims die dit veroorzaakt. Dit zeker afgezet tegen het feit dat gemeenten en bewoners hierdoor onnodig worden gedupeerd. Gevraagd wordt om, in lijn met de aanbiedingsbrief Halderberge, de tabel uit bijlage 2 van de Regeling voor het spoortraject route 35, Zevenbergsche Hoek aansl. - Roosendaal Oost aan te passen en de gevolgen hiervan door te voeren in de basisnetafstand zoals opgenomen in de Regeling, 4.2 Artikelsgewijze opmerkingen Artikel 1 Een aantal -in deze regeling cruciale- begrippen en uitgangspunten is niet gedefinieerd of anderszins omschreven in de tekst van het Bevt en/of de Regeling Basisnet. Als gevolg hiervan komt de tekst van het Bevt en de Regeling op onderdelen niet overeen met het doel en de strekking hiervan, zoals omschreven in beide Nota's van toelichting. Dit dient te worden hersteld ter voorkoming van discussie over de uitleg van de diverse bepalingen. Onderstaand enkele begrippen ter illustratie: "nieuw toe te laten" (beperkt) kwetsbare objecten. "geprojecteerd worden". ontbreken van toelichting wettelijke basis "weigeringsgrond omgevingsvergunning". Indien" Weigeringsgrond omgevingsvergunning" refereert naar artikel 4.3 van de Wro: verplicht dit om binnen 1 jaar BP vast te stellen en kan niet zonder meer afgewacht worden tot actualiseringsplicht. Weigeringsgrond omgevingsvergunning: niet aan de orde bij wijzigen gebruik bestaand bouwwerk (bv: aanbouw in gebruik nemen voor woondoeleinden). pagina 5 van 10

22 Weigeringsgrond omgevingsvergunning: niet aan de orde bij vergunningsvrij bouwen. "Bestemmingsvlak". "Verwezenlijking". Bovendien is een juiste en eenduidige definitie en interpretatie van gehanteerde begrippen relevant voor de vraag wat de te verwachten kosten zijn. Wij verzoeken de Minister de begripsbepaling en reikwijdte op onderdelen aan te passen. Artikel 4 (i.c.m. artikel 1) De definitie van "spoorbundel" is gegeven in artikel 1 en is, naar onze mening niet eenduidig. Wij begrijpen uit de definitie dat opsteisporen (wachtsporen) niet tot de doorgaande spoorbundel behoren. Dit is strijdig met de mededeling van het Ministerie dat het wachtspoor in Oudenbosch en Zevenbergen wel tot de doorgaande spoorbundel behoren. In artikel 4 is beschreven waar het referentiepunt van de spoorbundel voor doorgaand verkeer ligt. Onduidelijk is waar het referentiepunt ligt bij complexe situaties, zoals spooremplacementen. Als gevolg van de uitspraken van de Raad van State (RvS) met betrekking tot de activiteit "locwissel / kopmaken" ("kopmaken" wordt door de RvS gezien als een activiteit behorend bij het doorgaand vervoer en valt daardoor onder het Basisnet) is het momenteel niet duidelijk welke spoorbundel tot doorgaand ven/oer moet worden gerekend en welke spoorbundel niet. Dit heeft consequenties voor de geografische ligging van de plasbrandaandachtsgebieden en de PRplafonds. Middels een visualisatie van beide genoemde contouren bij complexe situaties, in de bijlage van de regeling of middels de risicokaart, wensen wij hier duidelijkheid over. Artikel 14 Een nadere toelichting is gewenst met betrekking tot de te hanteren afstand zoals dit is venvoord in artikel 14, eerste lid, onder ""dat betrekking heeft op gronden in de omgeving van een basisnetroute". De begripsomschrijving "Gronden in de omgeving van" dient in de nota van Toelichting nader gespecificeerd te worden ter voorkoming van discussie over de uitleg en reikwijdte van de bepaling. Artikel 14, lid 3 is overbodig: de afwijking is niet nodig. Artikel 14, lid 1 zegt niets over (overige) hoofdspoorwegen. Artikel 15 Het artikel 15 is in onze optiek strijdig met artikel In artikel 15 is beschreven hoe wordt omgegaan met ruimtelijke ontwikkelingen langs transportroutes, niet zijnde basisnetroutes (zoals hoofdspoorwegen, niet zijnde basisnetroutes). Voor de eenduidigheid en reproduceerbaarheid van de risicoanalyse is het wenselijk om gegevens van de vervoersomvang van niet basisnetroutes te betrekken uit een landelijk database Artikel 16 Derde lid: zie opmerking artikel 4 Artikel 17 In artikel 17 worden de meetpunten vastgelegd voor nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten waarvan de bouw of aanleg wordt toegelaten. Vanwege de samenhang van artikel 17 met artikel 3, 4 en 5 van het Besluit zijn deze artikelen ook betrokken in onderstaande reactie. in artikel 17, lid 1 wordt het begrip "waarvan de verwezenlijking wordt toegelaten" gebruikt en in lid 2 wordt gesproken over "geprojecteerd". Het is ons niet duidelijk waarom hier onderscheid is gemaakt en wat dit betekent, temeer daar het begrip "verwezenlijking" zowel in artikel 1 van het Besluit als de Nota van Toelichting niet is gedefinieerd. pagina 6 van 10

23 Zowel in lid 1 als in lid 2 wordt in onderdeel b. een opsomming gegeven van "bijzondere objecten". Onduidelijk is waarom deze niet overeenkomen (school, ziekenhuis, speeltuin etc.) Omdat artikel 17 van de regeling betrekking heeft op artikel 3, 4 en 5 van het Bevt zijn deze artikelen ook betrokken. In artikel 3 wordt gesproken over de "vaststelling van een besluitin artikel 5 wordt gesproken over de 'vaststelling van een bestemmingsplan...". Het vaststellen van een bestemmingsplan is eveneens een "besluit". Artikel 5 heeft echter alleen betrekking op kwetsbare objecten; artikel 3 en 4 daarentegen hebben betrekking op zowel kwetsbare als beperkt kwetsbare objecten. Daarbij wordt ook nog onderscheid gemaakt in "geprojecteerd" en "nieuw toe te laten", waarbij het laatste begrip niet is gedefinieerd. Een juiste en eenduidige definitie en interpretatie van gehanteerde begrippen is relevant ter voorkoming van discussie over de uitleg van de diverse bepalingen. Wij verzoeken de Minister de begripsbepaling en reikwijdte op onderdelen aan te passen. 5 Knelpunten ln dit hoofdstuk beschrijven en visualiseren we knelpunten van de Ruimtelijke ordening en juridische aspecten, zoals in uw oproep om bedenkingen en zienswijzen kenbaar te maken, aan de hand van een aantal figuren. Na de inwerkingtreding van de Wet Basisnet, Besluit externe veiligheid transportroutes, Regeling Basisnet, Beleidslijn verwerven woningen langs basisnetroutes (naar verwachting per 1 juli 2014) ontstaan er een aantal knelpunten voor de gemeenten Roosendaal, Halderberge en Moerdijk binnen met name de veiligheidszones. Deze worden hieronder nader beschreven. 5.1 Bestaande woning binnen een PR-plafond (in dit voorbeeld een maatgevende afstand voor ons spoortraject) In het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) is niet voorzien in een saneringsregeling voor kwetsbare objecten die op het moment van inwerkingtreding zijn gelegen binnen het PR-plafond. In de Memorie van toelichting op het besluit is aangegeven dat de eigenaren van deze objecten tegemoet worden gekomen via privaatrechterlijk spoor (minnelijke verwerving). Om dit invulling te geven is een beleidsbrief opgesteld. Probleem met deze beleidsbrief is dat de definitie kwetsbaar object enger is geformuleerd dan in het Bevt. Volgens de beleidsbrief die op 12 december 2013 is voorgelegd aan het AO l&m van de 2 e Kamer komen alleen woningen met de hoofdgevel binnen het PRplafond (niet zijnde aanbouw; ook als is deze te definiëren als kwetsbaar, niet zijnde een pagina 7 van 10

24 woning boven een bedrijfsruimte ook al is deze bestemd als gewone woning zonder binding met onderliggende bedrijf) in aanmerking voor minnelijke ven/verving. - Vanwege het vrijwillige karakter van verwerving (en dus sanering), alsmede het niet meenemen van bedrijfs- en niet-bedrijfswoningen boven bedrijfspanden, blijven kwetsbare objecten binnen de veiligheidszone gewoon voortbestaan. Hetgeen in strijd is met de geformuleerde milieukwaliteitseisen in het Bevt. De problemen van de inwerkingtreding komen dus op het bordje van de gemeente en burgers te liggen (hoe ga je hiermee om bij de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan?). Er komt geen titel voor onteigening van de objecten te liggen. Inmiddels hebben er gesprekken tussen Rijkswaterstaat en een aantal woningeigenaren over de privaatrechtelijke saneringsregeling plaatsgevonden. Bewoners zijn met een groot aantal vragen en dilemma's achtergebleven. Hoe gaat het Ministerie op zo kort mogelijke termijn meer helderheid verschaffen? 5.2 Bestaande uitbouw, woning boven bedrijfsruimte, kwetsbaar bestemmingsvlak binnen een PR-plafond. Risicorulmle 18 meter De inwerkingtreding van het Bevt en de beleidsbrief leiden vanaf de inwerkingtreding niet tot beëindiging van deze situatie. De beleidsbrief beschrijft dat bestaande aanbouwen, bijgebouwen maar ook woningen boven bedrijfsruimte (ongeacht de binding), maar ook kwetsbare bestemmingen (niet zijnde objecten als een schoolplein) niet in aanmerking komen voor minnelijke verwerving. Ondanks toezeggingen door ambtelijk vertegenwoordigers van uw ministerie tijdens de 1* informatiebijeenkomsten voor burgers bij de 3 gemeenten is eventuele compensatie van bewoners met dit soort situaties niet opgenomen in de aangepaste beleidsbrief die op 12 december is voorgelegd aan het eerder genoemde AO 2 e Kamer. Deze situaties blijven dus voortbestaan na inwerkingtreding van het Bevt. Bij nieuwe ruimtelijke planvorming en besluiten leidt dit tot knelpuntsituaties. Bij de vaststelling van een nieuw ruimtelijk plan zijn bovenstaande situaties wel aan te merken als kwetsbaar object (normwaarde PR-plafond beschreven in Bevt) en dient de kwetsbare bestemming te worden opgeheven. Hierdoor verandert het gebruik en leidt de eigenaar van het object schade. Waar wordt deze schade verhaald? (toch niet bij de gemeente?). Door de verschillende uitgangspunten voor bestaande en nieuwe situaties wordt de rekening van implementatie van het rijksbeleid doorgeschoven van Rijk naar de individuele gemeenten en hun inwoners. Ons inziens kan dit toch niet uw bedoeling zijn. pagina 8 van 10

Op grond van het bovenstaande is uw brief niet ontvankelijk als bezwaarschrift.

Op grond van het bovenstaande is uw brief niet ontvankelijk als bezwaarschrift. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Halderberge, Moerdijk en Roosendaal Postbus 5 4730 AA Oudenbosch Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Halderberge. Dht, J. van Venrooij, Dhr. W. Wille en mevr. N. van Eck /140165

Halderberge. Dht, J. van Venrooij, Dhr. W. Wille en mevr. N. van Eck /140165 gemeente Moerdijk Gemeente Halderberge fc Gemeente ( Roosendaal Tweede Kamer der Staten-Generaal De leden van de vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer t.a.v de Griffier I. Sneep

Nadere informatie

Gemeente Halder ber ge

Gemeente Halder ber ge gemeente Moerdük Gemeente Halder ber ge --(-~ Gemeente.=, Roosendaal Ministerie van Infrastructuur en Milieu T. a.v. hare excellentie mevrouw drs. W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Uw brief

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor Informatiebijeenkomst gemeente Moerdijk Arie-Jan Arbouw Ministerie Infrastructuur en Milieu Inhoud presentatie Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Gevaarlijke

Nadere informatie

Gemeente Halderbergc. Dhr. J van Venrooij, gemeente Moerdijk

Gemeente Halderbergc. Dhr. J van Venrooij, gemeente Moerdijk gemeente Moerdijk Gemeente Halderbergc» Gemeente Roosendaal Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. hare excellentie mevrouw drs. W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Uw brief van Uw kenmerk

Nadere informatie

Bijlage 1: Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes. Paragraaf 1. Inleiding

Bijlage 1: Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes. Paragraaf 1. Inleiding Bijlage 1: Beleidslijn verwerven van woningen langs basisnetroutes Paragraaf 1. Inleiding Op dit moment is bij de Eerste Kamer een wetsvoorstel aanhangig tot wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013 Halderberge en het Basisnet Spoor 11 december 2013 Programma Informatie en stand van zaken Wat is het Basisnet Spoor (kort) Voortraject Projectplan Bestuurlijke aandachtpunten Risicoruimte over het spoor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 92 Besluit van 20 februari 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de

Nadere informatie

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor Informatiebijeenkomst gemeente Halderberge Arie-Jan Arbouw Ministerie Infrastructuur en Milieu Inhoud presentatie Veiligheid, vervoer en ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk en het basisnet spoor. 23 september 2013 Jeroen van Venrooij

Gemeente Moerdijk en het basisnet spoor. 23 september 2013 Jeroen van Venrooij Gemeente Moerdijk en het basisnet spoor 23 september 2013 Jeroen van Venrooij Doel van dit onderdeel? Vertaalslag 2 technische presentaties van Ministerie en Veiligheidsregio naar de consequenties voor

Nadere informatie

Gezamenlijke raadsbijeenkomst Moerdijk-Halderberge-Roosendaal. 15 januari 2015

Gezamenlijke raadsbijeenkomst Moerdijk-Halderberge-Roosendaal. 15 januari 2015 Gezamenlijke raadsbijeenkomst Moerdijk-Halderberge-Roosendaal 15 januari 2015 Programma Opening burgemeester Klijs Brochure Spoorzones Ontwikkelingen wet en regelgeving Financiën; proces en besluitvormingstraject

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : POLR/8154A312 Aantal pagina s

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Advies externe veiligheid

Advies externe veiligheid Extern Advies Bevoegd gezag : Gemeente Marum Datum : 29-06-2015 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 39409 Aan : Mevr. M. van der Zee Van : Patrick van Lennep Collegiale toetser : K. Stijkel Onderwerp / Locatie

Nadere informatie

kenmerk IENM/BSK-2014/47134

kenmerk IENM/BSK-2014/47134 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Prorail BV. Bed rijfsstrateg ie mr. L.C. Makkinga Postbus 2038 3500 GA Utrecht Datum 8juli 2014 Betreft Beslissing op bezwaar gericht tegen 7 tijdelijke ontheffingen

Nadere informatie

Infosessie Basisnet. Congres Relevant 2 December Verona Visser Mary Stokhof. Kenniscentrum InfoMil, Rijkswaterstaat WVL

Infosessie Basisnet. Congres Relevant 2 December Verona Visser Mary Stokhof. Kenniscentrum InfoMil, Rijkswaterstaat WVL Infosessie Basisnet Congres Relevant 2 December 2014 Verona Visser Mary Stokhof Kenniscentrum InfoMil, WVL Basisnet In 2015 eindelijk in werking? 2 Title Doel Infosessie Antwoord geven op de volgende vragen

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging van het plangebied "Zuidhoek" 1.3 Leeswijzer 7 7 7 8 Hoofdstuk 2 Aanpassingen 2.1

Nadere informatie

Gezamenlijke raadsbijeenkomst Halderberge-Roosendaal-Moerdijk. Basisnet Spoor 22 september 2014

Gezamenlijke raadsbijeenkomst Halderberge-Roosendaal-Moerdijk. Basisnet Spoor 22 september 2014 Gezamenlijke raadsbijeenkomst Halderberge-Roosendaal-Moerdijk Basisnet Spoor 22 september 2014 Programma: 1. Voorstellen stuurgroep, projectgroep en klankbordgroep. 2. Algemeen informatief deel. o Korte

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

Bedrijventerrein Buitenvaart II, Bedrijventerrein Buitenvaart II, wijzigingsplan facilitaire doeleinden Bedrijventerrein Buitenvaart II, Wijzigingsplan Facilitaire Doeleinden Gemeente Hoogeveen Status: Vastgesteld Datum: 7 Juli 2015 IMRO-Idn:

Nadere informatie

Externe veiligheid. Algemeen

Externe veiligheid. Algemeen Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

«JG» Actueel commentaar

«JG» Actueel commentaar Actueel commentaar Planschade beperken of ongedaan maken met toepassing van artikel 6.1.3.4 Bro? Bestemmingsplannen moeten elke tien jaar worden geactualiseerd (art. 3.1 lid 1 Wro). 1 Dan zal voor vergelijkbare

Nadere informatie

Voorstel van het college inzake Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Het Oude Centrum n.a.v. tussenuitspraak Raad van State

Voorstel van het college inzake Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Het Oude Centrum n.a.v. tussenuitspraak Raad van State Datum 30 mei 2017 Registratienummer RIS297090 Voorstel van het college inzake Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Het Oude Centrum n.a.v. tussenuitspraak Raad van State INLEIDING Op 9 juni 2016 (RIS

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN. Klankbordgroep Spoor Moerdijk

STAND VAN ZAKEN. Klankbordgroep Spoor Moerdijk STAND VAN ZAKEN Klankbordgroep Spoor Moerdijk Dit is de wet per 1 april 2015 Tot 2020 ruimte voor 40.000 gifwagons per jaar, momenteel gaan er zo n 3.800/6.000 gifwagons per jaar over ons spoor. Na 2020

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Uitrol Basisnet vanaf 2014

Uitrol Basisnet vanaf 2014 Uitrol Basisnet vanaf 2014 Verona Visser Marco Rams Kenniscentrum InfoMil, Leefomgeving 5 November 2013 Basisnet vanaf 2014 (1) Aanleiding Basisnet (BN) grotendeels af en treedt 2014 in werking Kennisoverdracht

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

BASISNET EN RUIMTELIJKE ORDENING. Mary Stokhof-Hassing - RWS Kristel Hoogenboezem-Lanslots - RWS Bob van Os - BZK

BASISNET EN RUIMTELIJKE ORDENING. Mary Stokhof-Hassing - RWS Kristel Hoogenboezem-Lanslots - RWS Bob van Os - BZK BASISNET EN RUIMTELIJKE ORDENING Mary Stokhof-Hassing - RWS Kristel Hoogenboezem-Lanslots - RWS Bob van Os - BZK Opbouw presentatie 1. Basisnet in het kort 2. Gevolgen ruimtelijke ordening 3. Wijzigingen

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 61352 22 november 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 21 november 2016, nr.ienm/bsk-2016/235963,

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Nota Van Beantwoording

Nota Van Beantwoording Nota Van Beantwoording Ontwerp Bestemmingsplan De Schooten 2012 d.d. 07 februari 2013 Nota van Beantwoording ontwerp bestemmingsplan De Schooten 2012 Hieronder zijn de zienswijzen weergegeven welke in

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan De Marken en Sportvelden Oost

Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan De Marken en Sportvelden Oost Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan De Marken en Sportvelden Oost 1. Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 24 juni 2014 ingestemd met het ontwerp bestemmingsplan De Marken

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Besluit van tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van,

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN Realisatie vrijstaande woning, wijziging bouwvlak Luikerweg 110 Valkenswaard Opdrachtgever: Contactpersoon: Compositie 5 Stedenbouw bv de heer T. Kousemaeker

Nadere informatie

Risicoanalyse transport spoor

Risicoanalyse transport spoor 2 oktober 2013 Versie 1 locatie Amsterdam Risicoanalyse transport spoor Bestemmingsplan Rouwcentrum Hoogoorddreef E. Dolman Herikerbergspoor 290 Postbus 922 1101 CT Amsterdam 1000 AX Amsterdam e.dolman@dmb.amsterdam.nl

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden: Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 23 december 2016 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen van Jawelbouw BV voor het project het bouwen van acht woningen in bouwplan De Bamere

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/196342 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft' Gevraagd besluit 1. Het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening

Nadere informatie

Concept ten behoeve van internetconsultatie augustus 2016

Concept ten behoeve van internetconsultatie augustus 2016 Concept ten behoeve van internetconsultatie augustus 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van...2016, nr. IENM/BSK-2016/169131, tot wijziging van de Regeling basisnet in

Nadere informatie

- het ontheffingsbeleid ex artikel 3.23 Wro (24 juni 2008) - de nota "Toepassen instrumentarium nieuwe Wet ruimtelijke ordening" (28 oktober

- het ontheffingsbeleid ex artikel 3.23 Wro (24 juni 2008) - de nota Toepassen instrumentarium nieuwe Wet ruimtelijke ordening (28 oktober gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Portefeuiliehouder drs. M.J. Bezuijen Collegevergadering 1 5 december 2009 inlichtingen mw mr. F. van der Heijden (023 567 6270) Registratienummer 2009.00231

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd: Besluit van houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen De zienswijzen zijn gericht tegen het ontwerpbesluit weigering omgevingsvergunning en

Nadere informatie

Onderstaand informeer ik u over de uitkomsten van de nadere verkenning van de resterende onderwerpen.

Onderstaand informeer ik u over de uitkomsten van de nadere verkenning van de resterende onderwerpen. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Essentie uitspraak: Casus: Noot Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorgesteld wordt. Samenvatting. Programmabegroting 2011. Doelstelling. Keuzemogelijkheden

Raadsvoorstel. Voorgesteld wordt. Samenvatting. Programmabegroting 2011. Doelstelling. Keuzemogelijkheden Raadsvoorstel Raadsvergadering : 27 april 2011 Agendapunt : Nummer : Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan "Nieuwebrug-Lier 6" Portefeuillehouder : J. Benedictus Behandeld in commissie : wonen en werken

Nadere informatie

COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.

COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden. El COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.nl Bezoekadres: Locatie Dalen Hoofdstraat 2 Aan: Ermerstrand BV

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken Bezoekadres Oostzeestraat 2 Deventer Postadres 1 ste Weerdsweg 96 7412 WV Deventer

Nadere informatie

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status: Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz-0001 21-01-2009 concept 20-05-2009 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Voorpublicatie ontwerpbesluit externe veiligheid transportroutes

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Voorpublicatie ontwerpbesluit externe veiligheid transportroutes STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26187 18 december 2012 Voorpublicatie ontwerpbesluit externe veiligheid transportroutes De Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

12 maart n.v.t. wethouder H.G. Engberink. Onderwerp Voorstel tot gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Buitengebied, Waterstraat 32 te Wijhe

12 maart n.v.t. wethouder H.G. Engberink. Onderwerp Voorstel tot gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Buitengebied, Waterstraat 32 te Wijhe Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 12 maart 2018 11 n.v.t. wethouder H.G. Engberink Zaaknummer 1379-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 16 DECEMBER 2014, PZH- PZH- 2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL WAARIN INVULLING WORDT GEGEVEN AAN HET INZETTEN VAN BEVOEGDHEDEN OP BASIS VAN

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366 Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366 Opdrachtgever: Provincie Groningen Dhr. J.H. Veerkamp Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

In deze regeling wordt verstaan onder afstand: afstand als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen.

In deze regeling wordt verstaan onder afstand: afstand als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen. Concept ten behoeve van internetconsultatie november 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IenM/BSK-2015/196805, houdende vaststelling van de afstand, bedoeld

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

BIJLAGE 1 Ligging plangebied BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid Memo memonummer 1 datum 26 februari 2015 aan ProRail van J. Eskens kopie M. Mutsaers project Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr. 268405 betreft Notitie Externe veiligheid Wettelijk kader Externe

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Artikel WW. gemeente Dossier: Ï5OMGS1O5 Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Burgemeester en wethouders hebben op 8 mei 2015 een aanvraag voor een oingevingsvergunning uitgebreide procedure fase 1 ontvangen

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Opdrachtgever: Mv. T. Swijghuizen gemeente Loppersum Opgesteld door: P.P. van Lennep Steunpunt

Nadere informatie

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 33 Uitgifte: 24 december 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot

Nadere informatie

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn SAB 1 memo datum: 6 mei 2010 betreft: 90569, Bestemmingsplan Maastricht Centraal, gemeente Maastricht, paragraaf externe veiligheid Inleiding In december 2009

Nadere informatie

Verantwoording hulpverlening en plasbrandaandachtsgebied spoor

Verantwoording hulpverlening en plasbrandaandachtsgebied spoor Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl Verantwoording hulpverlening en plasbrandaandachtsgebied spoor bestemmingsplan

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING Burgemeester en wethouders van Zoetermeer; gezien de aanvraag ingekomen d.d. : 17 juni 2015; dossiernummer : WB20150279; van : Vastgoedbedrijf Gemeente Zoetermeer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 862 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstandkoming van een basisnet (Wet basisnet)

Nadere informatie

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd. 24-01-2014. Ten noord-westen van de beoogde locatie voor de short stay appartementen

Nadere informatie

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid. Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Poelveld, kavels oostzijde

Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Poelveld, kavels oostzijde gemeente eijsden-margraten Geanonimiseerde Nota van zienswijze Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Poelveld, kavels oostzijde Het ontwerp bestemmingsplan Poelveld, kavels oostzijde heeft gedurende zes

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 14-11-2013 Onderwerp Voorbereidingsbesluiten Beleidsveld Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder H.J.W. Mulder Vragen bij H. Laheij Dienst Dienst Stedelijke Ontwikkeling Telefoon 036 5484386

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht. CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.

Nadere informatie

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Aanleiding Op 2 september heeft het college het volgende verzocht: Maak een voorstel betreffende de wijze waarop omwonenden worden geïnformeerd of betrokken

Nadere informatie

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 De gemeenteraad van Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Aan burgemeester en wethouders van de gemeente Heimond T.a.v. mevrouw K. Aqulna Postbus AZ HELMOND

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Aan burgemeester en wethouders van de gemeente Heimond T.a.v. mevrouw K. Aqulna Postbus AZ HELMOND Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 97 3440 AB WOERDEN Aan burgemeester en wethouders van de gemeente Heimond T.a.v. mevrouw K. Aqulna Postbus 950 5700 AZ HELMOND De Bleek 10

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 158 Besluit van 29 april 2008, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie