Invoering van den kinderrechter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "75. 4. Invoering van den kinderrechter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen."

Transcriptie

1 Invoering van den kinderrechter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen. (75. 4.) GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET. WIJ WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ.,'ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten : Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat invoering van den kinderrechter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen wenschelijk is; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Aan artikel 50 der wet op de rechterlijke organisatie en het beleid der.justitie worden drie nieuwe leden toegevoegd, Uit één lid bestaande (enkelvoudige) kamers voor de behandeling van burgerlijke kinderzaken worden door Ons gevormd en bezet overeenkomstig door Ons te stellen regels. De regtsmagt der enkelvoudige kamers, in het voorgaande lid bedoeld, wordt geregeld bij het Burgerlijk Wetboek. Het lid eener zoodanige kamer diaagt den titel van kinderregter. Eenzelfde persoon kan bij meer dan één arrondissementsrogtbank als kinderregter werkzaam zijn." Artikel 2. Aan artikel 3 der wet van 5 Juli 1910 (Staatsblad n". 181), tot regeling van de samenstelling van den hoogen raad, de gerechtshoven, de arrondissenients-rechtbanken en de kantongerechten en van de jaarwedden der rechterlijke ambtenaren, alsmede van de klassen der rechtbanken en kantongerechten, gelijk die laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 15 Maart 1919 {Staatsblad n. 116), worden twee nieuwe leden toegevoegd, Het maximumaantal rechters en rechters plaatsvervangers, bij dit artikel voor elke arrondissements-rechtbank bepaald, mag worden overschreden, indien Wij dit voor de goede bezetting eener enkelvoudige kamer voor de behandeling van kinderzaken wenschelijk oordeelen. alsmede zoolang een rechterplaatsvervanger, die kinderrechter is geweest, rechter-plaatsvervanger blijft. Hij, die bij meer dan één arrondissements-rechtbank als kinderrechter werkzaam is, geniet, boven zijne jaarwedde als lid eener arrondissements-rechtbank, eene enkele vergoeding van 500 gulden 'sjaars." Artikel 3. In het Burgerlijk Wetboek worden de navolgende wijzigingen aangebracht. I. Na artikel 355 wordt een nieuw artikel ingelascht, ^Artikel 356. Indien een kind onder toezigt is gesteld, is hij^ die ;de ouderlijke magt uitoefent, behoudens beroep op den,kinderregter, verpligt zich by de opvoeding van dat kind te gedragen naar de aanwijzingen* van den gezinsvoogd." II. De artikelen 357, 358 en 359 vervallen. III. De artikelen 373 en 374 worden genummerd 371 en 372. IV. De Tweede Afdeeling A van den Vijftienden Titel van het Eerste Boek wordt Tweede Afdeeling B, terwijl tusschen de Tweede Afdeeling en die Tweede Afdeeling B eene nieuwe afdeeling wordt ingelascht, TWEEDE AFDEELING A. Van de ondertoezigtstelling van kinderen, die staan onder de ouderlijke magt. Artikel 373. Indien een kind, uit welke oorzaak ook, zoodanig opgroeit, dat het met zedelijken of ligchamelijken ondergang bedreigd wordt, kan dat kind hetzij op verzoek van hem die de ouderlijke magt uitoefent, van oen zijner bloedverwanten of aangehuwden tot den vierden graad ingesloten of van den voogdijraad, hetzij op vordering van het openbaar ministerie, door den kinderregter voor een bepaalden tijd onder toezigt worden gesteld. Artikel 373 «De verzoeken of vorderingen in het vorige artikel bedoeld bevatten de feiten en omstandigheden waarop zij zijn gegrond, en worden met de tot staving daarvan dienende bescheiden ingediend bij den kinderregter der woonplaats of, bij gebreke van woonplaats hier te lande, der verblijfplaats van het kind. Op het verzoek of de vordering wordt door den griffier de dag van indiening aangeteekend. Tenzij het verzoek tot ondertoezigtstelling van den voogdijraad is uitgegaan, worden de verzoeken of vorderingen met de bovenbedoelde bescheiden door den griffier ten spoedigste in afschrift medegedeeld aan dien raad. Bij de verzoeken of vorderingen geschiedt tevens opgave van dé namen der ouders en van hunne woonplaats en hunne verblijfplaats, voor zoover die bekend zijn, van de namen en woonplaatsen der bloedverwanten of der aangehuwden, die overeenkomstig artikel 388 moeten worden opgeroepen, zoomede van de getuigen, die de feiten in het verzoek of de vordering gesteld zouden kunnen staven. Artikel 373b. De kinderregter doet uitspraak na verhoor of behoorlijke oproeping van het kind, de ouders, de bloedverwanten of aangehuwden van het kind en den voogdijraad. De voor het verhoor bestemde dag wordt niet later gesteld dan veertien dagen, nadat het verzoek of de vordering is ingediend, wanneer de beide ouders zich binnen het Koningrijk, niet later dan eene maand, indien een hunner of beiden zich elders in Europa, niet later dan drie maanden, indien een hunner of beiden zich buiten Europa bevinden, en niet later dan twee maanden, indien de verblijfplaats van een hunner of van beiden niet bekend is. De kinderregter kan tevens bevelen, dat tegen denzelfden dag de door hem aan te wijzen getuigen, al of niet uit de bloedvorwanten of aangehuwden gekozen, zullen worden opgeroepen, ten einde onder eede te worden gehoord. Artiktl 313 c. De oproepingen geschieden door den griffier bij aangeteekenden brief, uiterlijk op den tweeden dag, nadat het verhó'or is bepaald, te verzenden; indien echter oproeping moet plaats *

2 Invoering van den kinden-echter en van de ondertoezichtstelling van minderjarigen. hebben van een persoon, wiens verblijfplaats niet bekend is, dan wordt zij onverwijld door den griffier geplaatst in een of meer door den kinderregter aan te wijzon nieuwsbladen. De oproeping van hem die de ouderlijke magt uitoefent gaat, tenzij het verzoek tot ondertoezigtstelling van hem zelf is uitgegaan of zijne verblijfplaats niet bekend is, vergezeld van eene beknopte opgave van den inhoud van het verzoek of de vordering. Bij niet verschijning van het kind op den dag voor het verhoor bepaald kan de kinderregter het onderzoek tot een alsdan te bepalen dag schorsen en bevelen dat het kind tegen dien dag door een deurwaarder of dienaar der openbare magt voor hem worde gebragt; het openbaar ministerie verleent daarbij zoo noodig zijne medewerking. Verschijnt het kind ook op dien naderen dag niet, dan gaat de behandeling der zaak niettemin door. Indien de kinderregter het noodig oordeelt, kan hij buiten de reeds aangewezenen ook andere personen, welke op don bepaalden dag mogten zijn verschenen, als getuigen onder eede hooien, zoomede nader verhoor van getuigen bevelen; deze laatste getuigen worden in de nadere beschikking aangewezen en op gelijke wijze opgeroepen tegen een dag, niet later dan drie weken, indien zij allen zich binnen het Koningrijk bevinden, of anders niet later dan drie maanden na het eerste verhoor. Artikel 373d. De behandeling der zaak geschiedt, ter teregtzitting met gesloten deuren. De kinderregter is echter bevoegd tot deze niet openbare teregtzitting bij zonderen toegang te verleenen. De met redenen omkleede beschikking wordt binnen veertien dagen na het laatste verhoor in het openbaar uitgesproken; zh' kan uitvoerbaar verklaard worden bij voorraad niettegenstaande verzet of beroep en zolfs op de minuut, ook vóór derzelver registratie. Artikel 373e. Bij zijne beschikking tot ondertoezigtstelling wijst de kinderregter, daarbij mede lettende op de godsdienstige gezindheid van het gezin waartoe het kind behoort, een persoon aan van het mannelijk' of vrouwelijk geslacht die, onder den naam van gezinsvoogd, met het toezigt op het kind wordt belast en gehouden ré zich daarbij naar de aanwijzingen van den kinderregter te gedragen. Indien hij die de ouderlijke magt over het kind uitoefent niet bij de uitspraak tegenwoordig is, wordt hij bij aangeteekenden brief van den griffier opgeroepen om vooi den kinderregter te verschijnen. Hem wordt hetzij bij de uitspraak, hetzij bij zijne latere verschijning medegedeeld, wie met het toezigt op het kind is belast en dat hij zich bij de opvoeding van het kind naar de aanwijzingen van dezen heeft te gedragen, behoudens beroep op den kinderregter. Verschijnt de ouder niet voor den regter op de oproeping bedoeld bij het vorige lid, dan wordt een en ander hem bij exploit beteekend. ArUkeT 373/". Wanneer hij die de ouderlijke magt uitoefent op de oproeping bedoeld bij artikel 373fr niet is verschenen, kan hij tegen de beschikking van den kinderregter in verzet komen binnen acht dagen, nadat hem overeenkomstig artikel 373t, tweede lid, is medegedeeld, wie met het toezigt is belast, of nadat de beschikking of eenige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan hem in persoon is beteekend of na het plegen door hem van eenige daad, waaruit noodzakelijk voortvloeit, dat de beschikking of de aangevangen tenuitvoerlegging hem bekend is. Hij wiens verzoek, of het openbaar ministerie welks vordering is afgewezen, kan binnen veertien dagen na de uitspraak van de beschikking van den kinderregter in hooger beroep komen. Gelijk regt van beroep tegen eene beschikking, waarbij het verzoek of de vordering is toegewezen, komt toe aan hem die de ouderlijke magt uitoefent, indien hij op de oproeping bedoeld bij artikel 3736 is verschenen of, bij uiet verschoning, zijn verzet.is afgewezen. Artikel 373 y. De kinderregter kan, hangende het onderzoek over een verzoek of eene vordering tot ondertoezigtstelling het kind voorloopig onder toezicht stellen, totdat de uitspraak omtrent de ondertoezigtstelling kracht van gewijsde heeft verkregen. Tegen deze beschikking is geenerlei voorziening toegelaten. Artikel 37 3 h Indien bij den kinderregter een verzoek of eene vordering tot ontheffing of ontzetting van de ouderlijke magt aanhangig is, kan hij, indien het gehouden onderzoek daartoe aanleiding geeft, met aanhouding zijner beslissing op dat verzoek of die vordering, op den in artikel 373 omschreven grond het kind ambtshalve onder toezigt stellen. Artikel 373 i. De ondertoezigtstelling zal voor niet langer mogen worden bepaald dan gedurende ten hoogste een jaar. De ondertoezigtstelling eindigt in ieder geval met de meerderjarigheid van het kind. De duur der ondertoezigtstelling zal door den kinderregter, na verhoor of behoorlijke oproeping van hem die de ouderlijke magt uitoefent en van den gezinsvoogd, telkens kunnen worden verlengd met een termijn van ten hoogste een jaar. Van elke verlenging wordt met opgave van redenen onverwijld bij exploit kennis gegeven aan hem die de ouderlijke magt uitoefent, üezo kan geduienda eene week na de dagteekening van het exploit in hooger beroep 'komen. Het geregtshof beslist bij met redenen omkleede beschikking. De duur der ondertoezigtstelling kan te allen tijde door den kinderregter worden verkort. Indien de beschikking tot ondertoezigtstelling was gegeven met aanhouding, overeenkomstig artikel 373/;, van een verzoek of eene vordering tot ontheffing of ontzetting van de ouderlijke magt, beschikt, wanneer de ondertoezigtstelling eindigt, de kinderregter alsnog op dat verzoek of die vordering. Artikel 313 k. De gezinsvoogd is verplicht zooveel mogelijk persoonlijk aanraking te zoeken met het kind en het gezin waartoe het behoort. Hij bevordert alles wat tot het geestelijk, ligchamelijk en toekomstig stoffelijk welzijn van het kind kan strekken. Hij geeft aan hem die de ouderlijke magt uitoefent de noodtge aanwijzingen om de opvoeding in de goede rigting te leiden en tracht dezen te overreden vrijwillig te doen wat daartoe noodig is. Artikel De gezinsvoogd deelt zijne bevindingen ten aanzien van alles wat het kind en zijne omgeving betreft minstens eenmaal in de maand, en overigens zoo vaak hem dit wordt gevraagd of hij dit nuttig oordeelt, aan den kinderregter mede. De kinderregter kan te allen tijde bevelen, dat het kind door den gezinsvoogd voor hem worde gebragt; het openbaar ministerie verleent daarbij zoo nocdig zijne medewerking. In geval van verschil tusschen den gezinsvoogd en hem die de ouderlijke magt uitoefent over de opvoeding en de te dien aanzien te nemen maatregelen beslist de kinderregter. Zoodanige beslissing wordt op mondeling of schriftelijk verzoek van een der partijen, nadat ook de andere partij in de gelegenheid is gesteld haar gevoelen voor den kinderregter toe te lichten, met den meesten spoed genomen. Zij i.s bij vcorraad uitvoerbaar.

3 75. [nvoering van den kinderrechter en van De voogdijraad kan, mits daartoe aangezocht door hom die de ouderlijke magt uitoefent, van de beslissing in hooger beroep komen. Bij het verzoekschrift wordt overgelegd eene, te dien einde aan den voogdijraad op zijn verlangen door den kinderregter te verstrekken, schriftelijke mededeeling van diens met redenen omkleede beslissing. Het geregtshof beslist met den moesten spoed bij met redenen omkleede beschikking. Artikel 373 m. De kinderregter kan het onder toezigt gestelde kind voor een tijd van ten hoogste drie maanden op kosten van den Staaf in oen bij algenicenen maatregel van bestuur aan te wijzen observatiehuis doen opnemen, ten einde zijne geestelijke en ligchamelijke gesteldheid te doen onderzoeken. Het openbaar ministerie verleent daarbij zoo noodig zijne medewerking. Artikel 373 «. De kinderregter kan, na voihoor of behoorlijke oproeping van hem die de ouderlijke magt uitoefent en van den gezinsvoogd, bevelen, dat het onder toezigt gestelde kind voor een bepaalden tijd wordt opgenomen in een bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen gesticht of inrigting, bestemd of ge- " schikt voor kinderen, die bijzondere tucht behoeven. De opneming zal voor niet langer mogen worden gelast dan gedurende ten hoogste zes achtereenvolgende maanden, wanneer het kind tijdens het bevel den leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, of wanneer het kind op dat tijdstip dien leeftijd heeft bereikt, gedurende ten hoogste een jaar. Van het bevel wordt bij exploit onverwijld kennis gegeven aan hem die ouderlijke magt uitoefent. Deze kan gedurende eene week na de dagteekening van het exploit in hooger beroep komen. Het geregtshof beslist met don meesten spoed bij met redenen omkleede beschikking. Het bevel kan slechts worden ten uitvoer gelegd, nadat het kracht van gewijsde heeft verkregen. Het openbaar ministerie verleent daarbij zoo noodig zijne medewerking. De opneming geschiedt op kosten van hem die de ouderlijke magt uitoefent of bij diens onvermogen op kosten van het kind, tenzij de regter bij zijn bevel beslist, dat beiden buiten staat zijn de kosten aan de opneming verbonden te betalen, in welk geval de kosten komen ten laste van den Staat. Artikel 378 o. De in het bevel tot opneming bepaalde tijd zal door den kinderregter telkens kunnen worden verlengd meteen termijn van ten hoogste zes maanden. Het derde lid van artikel" 878» is overigens daarbij van overeenkomstige toepassing. Bij besluit van den Minister van Justitie, den kinderregter gehoord, alsmede op bevel van den kinderregter zelf kan het kind te allen tijde uit het gesticht of de inrigting worden ontslagen. Met de meerderjarigheid van het kind volgt van regtswege ontslag uit het gesticht of de inrigting. Artikel 373/). De kinderregter is steeds bevoegd een ander als gezinsvoogd aan te wijzen bij ontstentenis of in de plaats van den eerder aangewezene. Van elke aanwijzing wordt onverwijld bij exploit kennis gegeven aan hem die de ouderlijke magt uitoefent. Deze kan gedurende eene week na de dagteekening van het exploit in hooger beroep komen. Het geregtshof beslist met den meesten spoed bij met redenen omkleede beschikking. Hangende beroep blijft de aanwijzing door den kinderregter van kracht Artikel 373(2. Wanneer de kinderregter in het belang van een onder toezigt gesteld kind, hetwelk binnen zijn gebied geene verblijf" 4. de ondertoezichtstelling van minderjarigen. plaats heeft, noodig oordeelt, dat ten aanzien van dat kind de uit de bepalingen van deze afdeeling voortvloeiende taak in plaats van door hem zelf wordt vervuld door den kinderregter der verblijfplaats van het kind, doet hij daarvan aan dien kinderregter mededeeling. Deze' laatste kinderregter treedt alsdan van den vierden dag volgende op dien der dagteekening dier mededeeling af ten aanzien van liet kind van regtswege als zoodanig op, behalve voor wat betreft de beschikking op het verzoek of do vordering tot ontheffing of ontzetting van de ouderlijke magt, bedoeld in artikel 373 i, laatste lid. Van dit optreden wordt onverwijld bij exploit kennis gegeven aan hem die de ouderlijke magt uitoefent. Artikel 373 r. Alle verzoekschriften, vorderingen, beschikkingen, exploitqn en alle andere stukken, opgemaakt ter voldoening aan de bepalingen van deze afdeeling, zijn vrij van zegel en worden, voor zooveel de registratie wordt vereischt, gratis geregistreerd. Alle verzoeken, in deze afdeeling bedoeld, welke uitgaan van de voogdijraden, worden kosteloos behandeld en de door die raden, in het belang van de hun bij deze afdeeling opgedragen taak, gevraagde stukken worden hun door de griffiers vrij van alle kosten uitgereikt. Artikel 374. Bij algemeenen maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven ten aanzien van alles wat in verband met de bepalingen dezer afdeeling nog verdere voorziening behoeft als: de personen van het mannelijk en vrouwelijk geslacht, die als gezinsvoogd kunnen worden aangewezen; de verhouding van den gezinsvoogd tot den kinderregter; de onderlinge verhouding der gezinsvoogden en, zoo noodig, hunne bezoldiging; de kosten, welke uit de ondertoezigtstelling voortspruiten." V. Aan artikel 374a, lid 2, wordt toegevoegd: 6. het opzettelijk niet medewerken met den gezinsvoogd, belast met het toezigt op een of meer kinderen, of het bij de opvoeding in ernstige mate veronachtzamen van de aanwijzingen van den gezinsvoogd.". Aan hot einde van 5 wordt de punt (.) vervangen door een punt-komma (;). VI. In artikel 374ö, lid 1, worden de woorden: de arrondissements-regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter" en vervallen de woorden:, of, indien het betreft ontheffing of ontzetting van een der ouders, die na scheiding van tafel en bed met de uitoefening der ouderlijke magt is belast, bij de arrondissements-regtbank, die van het verzoek of van den eisch tot scheiding van tafel en bed heeft kennis genomen", en tweemaal de woorden: der arrondissements-regtbank". Vil. In artikel 374c wordt het woord : regtbank " tweemaal vervangen door. het woord: kinderregter" en wordt het woord: haar" (in den laatsten zin) vervangen door het woord: hem". VIII. In artikel 374 cbis, lid 1, vervallen de woorden: der arrondissements-regtbank" en worden de woorden: de regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter". IX. In artikel 374c bis, lid 2, wordt het woord: regtbank" vervangen door het woord:..kinderregter" en het woord: zij" door het woord: hij". X. In artikel 374c ter, lid 1, worden de woorden: tot de regtbank " vervangen door de woorden : tot den kinderregter" en de woordon: De reglbank" door de woorden: De kinder regter". XI. In artikel 374 c ter, leden 3 en 4, wordt het woord regtbank" vervangen door het woord: kinderregter".

4 Bijlagen Tweede Kamer. 2i Invoering van den kinderrechter en van Ie ondertoezichtstelling van minderjarigen. XII. In artikel 'óllcter, lid 6, worden de woorden: De regtbank", vervangen door de woorden: De kinderregter" en de woorden: door de regtbank" door de woorden: door don kinderregter". XIII. Aan artikel 374rf, lid l, wordt toegevoegd: De kinderregter is echter bevoegd tot deze niet openbare teregtzitting bü'zonderen toegang te verleenen." XIV. In artikel 374c/, lid 4, worden de woorden: der regtbank" vervangen door de woorden: des kinderregters". XV. In artikel 374d, lid 5, worden de woorden: de regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter", het woord: haar" door het woord: rhem" en het woord: zij" door het woord: hij". XVI. In artikel 874d, lid 7, wordende woorden: de regtbank" vervangen door de woorden :,.den kinderregter". XVII. In artikel 374e, lid 1, wordt de laatste zin gelezen: Het verzoek of de vordering wordt ingediend bij den regter, die van het verzoek of de vordering tot ontheffing of ontzetting heeft kennis genomen.". XVIII. In artikel 374t, lid 2, wordt het woord: regtbank" tweemaal vervangen door het woord: regter" en het woord: zij" door het woord: hij". XIX. Aan artikel 374e, lid 3, wordt toegevoegd: De regter is echter bevoogd tot deze niet openbare teregtzittinlr bijzonderen toegang te verleenen."'. XX. In artikel 374a, lid 1, wordt het woord: kantonregter" vervangen door het woo(d: kinderregter" en de woorden: de regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter". XXI. In artikel 374c7, lid 2, worden de woorden: kantonregter' of de regtbank" vervangen door het woord: kinderregter". XXII. In artikel 374a, laatste lrd, wordt de aanhef gelezen: De in den eersten zin van het eerste lid bedoelde beschik. king, zoomede de beschikkingen in het derde lid bedoeld," enz. XXIII. In artikel 874/?, lid 1, vervallen de woorden: der regtbank". XXIV. In artikel 374/i, lid 2, vervallen de woorden: van het kantongeregt of der regtbank". XXV. In artikel 385c, lid 1, wordt na de zinsnede:..benoeming tot voogd of tot toezienden voogd;" ingelascht de zinsnede: benoeming tot gezinsvoogd;", na de zinsnede: bepalingen ten aanzien van het gezag over de kinderen als bedoeld in de artikelen 261, 269, 284, 285, 301 en 301a;" de zinsnede: uitspraak omtrent ondertoezigtstelling van minderjarigen;", na de zinsnede: ontslag als voogd of als toeziende voogd; " de zinsneden: ontslag als gezinsvoogd ;" en voorloopige ondertoezigtstelling ingevolge artikel 373</;", na de zinsnede schorsing van de uitoefening der ouderlijke magt of van de uitoefening van de voogdij of toeziende voogdij ; " ie zinsnede: verlonging of verkorting van den duur der ondertoezigtstelling;"; bovendien wordt de zinsnede: en van alle regterlijke beschikkingen" tot en met minderjarige." vervangen door de zinsnede: van alle regterlijke beschikkingen, waarbij eenige andere regterlijke beschikking, in dit artikel genoemd, wordt vernietigd, gewijzigd of bekrachtigd, van het van regtswege optreden van den kinderregter als zoodanig ingevolge artikel 373 q, zoomede van alle verklaringen, ter griffie afgelegd als bedoeld in de artikelen 387 a en 387 c, tweede lid, wordt door den griffier van den regter, die de beschikking heeft gegeven, den griffier van de regtbank, waartoe de kinderregter behoort, die als zoodanig van regtswege optreedt, of den griffier, ter wiens griffie de verklaring is afgelegd, onverwijld kennis gegeven aan den griffier van den kanton regter der geboorteplaats van den minderjarige.". XXVI. In artikel 421, lid 1, worden de woorden : kantonregter of de regtbank" vervangen door het woord: regter". XXVIi. In artikel 421a, lid 1, vervallen de woorden: van het kantongeregt, of, indien de arrondissements-regtbank de voogdij heeft opgedragen, de griffier bij de arrondissementsregtbank". XXVIIT. In artikel 422 worden de woorden: de arrondissements-regtbank" vervangen door de woorden: een anderen regter". XXIX. Het opschrift van de Negende Afdeeling van den Zestienden Titel van het Eerste Boek, wordt gelezen als volgt: Van de uitsluiting, de ontheffing en de ontzetting van de voogdij of toeziende voogdij en van de ondertoezigtstelling van onder voogdij staande minderjarigen.". XXX. Na artikel 436 wordt een nieuw artikel ingelascht,..artikel 436a. Hetgeen in de tweede afdeeling A van den vijftienden titel van dit boek is bepaald ten aanzien van ondertoezigtstelling van kinderen, die onder de ouderlijke magt staan, geldt ook vooi kinderen, die onder voogdij slaan, met dien verstande, dat wat In die afdeeling bepaald wordt met betrekking tot hen die de ouderlijke magt uitoefenen of ouders en ouderlijke magt te dezen geldt voor voogden en voogdij, dat de bevoegdheid, welke in die afdeeling wordt toegekend aan bloedverwanten en aangehuwden te dezen bovendien toekomt aan den toezienden voogd, en dat, waar het verhoor of de behoorlijke oproeping van hem die de ouderlijke magt uitoefent is voorgeschreven, ook de toeziende voogd wordt gehoord, althans behoorlijk wordt opgeroepen." XXXI. Aan artikel 437, lid 1, wordt toegevoegd: 9. zij die opzettelijk niet medewerken met den gezinsvoogd, belast met het toezigt op een of meer der minderjarigen, of die bij de opvoeding in ernstige mate de aanwijzingen van den gezinsvoogd veronachtzamen." Aan het einde van 8" wordt de punt (.) vervangen door een puntkomma (;). XXXII. In artikel 438, lid 1, worden de woorden: do arrondissements-regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter". XXXIII. Artikel 438, lid 2, vervalt. XXXIV. In artikel 438. lid 3, vervallen de woorden: der arrondissements-regtbank". XXXV. In artikel 438a, lid 1, wordt het woord: regtbank" tweemaal vervangen door het woord: kinderregter" en het woord:' haar" (laatste zin) vervangen door het woord: hem". XXXVI. In artikel 438a, lid 2, vervallen de woorden: der arrondissements-regtbank" en worden de woorden: de regtbank" vervangen door de woorden: don kinderregter". XXXVil. In artikel 438a, lid 3, wordt het woord : regtbank" vervangen door het woord: kinderregter" en het woord: zij" door het woord: hij". Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen

5 Invoering van den kinderrechter en van XXXVIII. In artikel 438 6, lid 1, wolden de woorden: tot do regtbank" vervangen door de woorden: tot den kinder regier" en de woorden: De regtbank" door de woorden: De kinderregter". XXXIX. In artikel 438 b, lid 2, wordt het woord :.regtbank" tweemaal vervangen door het woord: kinderregter". XL. Aan artikel 439, lid 1 wordt toegevoegd: Dekinderregter is echter bevoegd tot deze niet openbare teregtzitting I bijzonderen toegang te verleenen.". XLJ. In artikel 439. lid 3, worden/ie woorden: de regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter". het woord: haar" door het woord: hem" en het woord:..zij" doorliet woord: hij". XLII. Ju artikel 440, lid 2, worden de woorden:.,der j regtbank" vervangen door Je woorden: des kinderregters". XLII1. In artikel 440 u, lid 1, worden de woorden : de regtbank" vervangen door ue woorden: den kinderregter" en vervalt de zin: De ontheffing van den na echtscheiding tot voogd benoemden vader of moeder geschiedt door de arrondissement* regtbank die van den eisch tot echtscheiding heeft kennis genomen.". XLIV. Jn artikel 440a, lid 2, worden de woorden: de j arrondissements-regtbank" vervangen door de woorden: den kinderregter" en de woorden: de regtbank" door de woorden: de kinderregter". XLV. In artikel 440a, lid 3, wordt het woord: regtbank" tweemaal vervangen door het woord: kinderrechter". XLVI. In artikel 440a, lid 4, wordt na den eersten zin ingelascht: De kinderregter is echter bevoegd tot deze niet openbare teregtzitting bijzonderen toegang te verleenen.". de ondertoezichtstelling van minderjarigen. Artikel S9decien. Bü strafrechtelijke vervolging van een minderjarigen persoon ' wegens een feit vallende in de bepaling van een misdrijf of van eene der overtredingen bedoeld in de artikelen 432, 433 en 434 kan de rechter, indien het gehouden onderzoek daartoe aanleiding geeft, den schuldige bij zn'ne uitspraak voor een bepaalden tijd onder toezicht stellen op den in artikel 373 van! het Burgerlijk Wetboek omschreven grond. Zoo spoedig mogelijk nadat de uitspraak, houdende de onderj toezichtstelling, onherroepelijk is geworden, doet het openbaar ministerie daarvan mededeeling aan den kinderrechter, bedoeld bij artikel 878a van het Burgerlijk Wetboek, die alsdan, zoo mogelijk na overleg met dengene die de ouderlijke macht of de voogdij over het kind uitoefent, onverwijld een gezinsvoogd aanwijst, als bedoeld bij artikel 373e van genoemd wetboek. Van deze aanwijzing wordt onverwijld bij exploit aan den ouder of voogd kennis gegeven, met de mededeeling dat hij zich bij de opvoeding van het kind naar de aanwijzingen van den gezinsvoogd heeft te gedragen, behoudens beroep op den kinderrechter; de laatste drie zinnen van artikel 878J) van het Burgerlijk Wetboek vinden overeenkomstige toepassing. Al hetgeen in het Burgerlijk Wetboek omtrent ondertoezichtstelling van minderjarigen is bepaald, la te, dezen aanzien van toepassing, met uitzondering der artikelen /t, en met dien verstande, dat, voor de berekening van den duur der ondertoezichtstelling, deze geacht wordt aan te vangen op den dag der aanwijzing van den gezinsvoogd. Van de uitspraak, houdende de ondertoezichtstelling, doet de griffier, zoo spoedig mogelijk nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden, mededeeling aan den griffier bij het kantongerecht der geboorteplaats van den minderjarige, of, indien die geboorteplaats onbekend is of gelegen buiten het rijk in Europa, aan den griffier bij het kantongerecht te Amsterdam. De griffier schrijft deze mededeeling ten spoedigste in het openbaar register, bedoeld bij het tweede lid van artikel 385'' van het Burgerlijk Wetboek. Bij den algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld bij het laatste lid. van voornoemd artikel, kunnen door Ons de noodige regelen worden vastgesteld omtrent vorm en inhoud der mededeeling." Indien de minderjarige onder toezigt is gesteld, is de voogd, behoudens beroep op den kinderregter, verpligt zich bij de opvoeding te gedragen naar de aanwijzingen van den gezins- voogd." t XLVII. regtbank" In artikel 440a, lid 5, worden de woorden: der vervangen door de woorden: des kinderregters". XLVIII. In artikel 440 6, lid 1, wordt de laatste zin gelezen: Het verzoek of de vordering wordt ingediend bij den regter, die van het verzoek of de vordering tot ontheffing of ontzetting heeft kennis genomen.". XLIX. In artikel lid 2, wordt het woord : regtbank" tweemaal vervangen door het woord: regter" en het woord: zü" vervangen door het woord: hij". L. Het tweede lid van artikel 441 wordt derde lid, terwijl tassenen het eerste lid en dit derde lid een nieuw lid wordt ingelascht, LI. De artikelen 442 en 442a vervallen. Artikel 4. In artikel 21 der Faillissementswet, onder 5., wordt in plaats van: artikel 373" gelezen: artikel 371". Artikel 5. In het Wetboek van Strafrecht wordt na artikel 39 novies een nieuw artikel ingelascht, Artikel 6. In het Wetboek van Strafvordering worden de navolgende wijzigingen aangebracht. I. Na artikel 32 wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende als volgt:..artikel 32a. Naar regelen, te stellen bij algemeenen maatregel van bestuur, kan het openbaar ministerie in het belang van het onderzoek in strafzaken de medewerking inroepen van personen en lichamen, welke op het gebied der reclasseering of der kinderbescherming of op dergelijk gebied werkzaam zijn, en aan deze de noodige opdrachten geven." Aan artikel 78 wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende als voigt: De regter-commissaris heeft gelijke bevoegdheid, als in artikel 32a aan het openbaar ministerie is toegekend." Aan artikel 190 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, De regtbank heeft gelijke bevoegdheid, als in artikel 32a aan het openbaar ministerie is toegekend." II. Na artikel 149 ter wordt een nieuw artikel ingelascht, / Artikel 149 quater. De regtbank kan, hetzij ambtshalve of op vordering van den officier van justitie, mits in deze gevallen de raadsman

6 75. Invoering van den kinderrechter en vi zich daartegen niet verzet, hetzij op het verzoek van den raadsman zelven, bepalen, dat vragen betreffende de eigenschappen of omstandigheden van een minderjarigen beklaagde, die op den dag van de eerste teregtzitting den leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, buiten diens tegenwoordigheid zullen worden gesteld en behandeld en dat de officier van justitie of do raadsman buiten tegenwoordigheid van zoodanigen beklaagde het woord zal voeren. De zakelijke inhoud van een en ander wordt in elk geval aan den beklaagde medegedeeld." III. Na den Vierden Titel wordt een nieuwe titel ingelascht, VIERDE TITEL A. Van den kinderregter. Artikel 227 g. Bij elke arrondissements-regtbank is de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke kinderzaken (kinderregier) tevens belast met de behandeling van kinderstrafzaken overeenkomstig de bepalingen van dezen Titel. Artikel 227r. Indien de officier van justitie in zaken, uitsluitend betreffonde minderjarige verdachten of beklaagden, die vóór het begaan van het feit den leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt,.voorwaardelijk van vervolging wenscht af te zien, op gronden, aan het algemeen belang ontleend, behoeft hij daartoe de magtiging van den kinderregter. Wenscht de officier van justitie in die zaken onvoorwaardelijk van vervolging af te zien, op gronden aan het algemeen belang ontleend, dan wint hij daaromtrent het gevoelen in van den kinderregter. Artikel 227». Met het inwinnen van voorloopige informatiën en het voeren van de instructie in zaken, uitsluitend betreffende minderjarige verdachten of beklaagden, die tijdens hunne eerste oproeping voor den regter den leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, is vóór den aanvang van het onderzoek ter teregtzitting in eersten aanleg de kinderregter belast. De kinderregter, in zaken, als bij het voorgaande lid bedoeld, voorloopige informatiën inwinnende of de instructie voerende, wordt in zoover als regter-commissaris, belast met de instructie van strafzaken, aangemerkt d<> ondertoezichtstelling van minderjarigen. Artikel Het regtsgeding, uitsluitend betreffende minderjarige beklaagden, die op den dag van de eerste teregtzitting den leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, wordt in eersten aanleg voor den kinoerregter vervolgd, tenzij, naai' het aanvankelijk oordeel van den vervolgenden ambtenaar en den kinderregter, in de zaak gevangenisstraf van meer dan zes maanden dient te worden opgelegd. Op het regtsgeding voor den kinderregter vinden overigens de bepalingen betreffende het regtsgeding voor den politieregter overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artt. 227 a, eerste lid, 227 f, 227./, tweede en derde lid, en 227 o, en met dien verstande: 1. dat art. 227h, tweede lid, betreffende het mondeling oproepen of doen oproepen van getuigen, deskundigen en tolken, mede van toepassing is op het oproepen *of doen oproepen van ouders of voogden van minderjarige beklaagden; 2. dat het regt tot afstand van regtsmiddelen, in art. 227p aan den beklaagde toegekend, indien deze, minderjarig zijnde, den leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met uitsluiting van hem zelven toekomt aan den raadsman. $ Indien de kinderregter als regter-commissaris de zaak heeft onderzocht, blijft art. 149, eerste lid, in zoover buiten toepassing. Artikel 227?<. In zaken, welke voor eene meervoudige kamer der regtbank worden vervolgd en minderjarige beklaagden betreffen, die op den dag van de eerste teregtzitting; den leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, neemt de kinderregter aan het onderzoek ter teregtzitting deel. Art. 227/, laatste lid. is van toepassing." IV. In artikel 257 wordt, onmiddellijk na het getal 226", ingelascht: en 227»". Artikel 7. Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven, De Minister van Justitie,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 200 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 413 Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet) Nr. 5 NOTA VAN VERBETERING Ontvangen 25 januari 2006 In het voorstel van wet (stuk nr. 2) worden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 940 Opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994±1995 24 257 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 222 Rijkswet van 18 april 2002 tot aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 384 Wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 521 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 348 26 672 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht

Nadere informatie

32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid

32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid Nr. 2

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 16 25 872 (R1606) Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 945 Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 184 Wet van 28 maart 2002 tot opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 218 Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 192 Wet van 17 april 1997 tot wijziging van bepalingen van verschillende wetten in verband met de erkenning van de vrijheid van levensovertuiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 120 Wet van 23 februari 1998 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten (arbeidsvoorwaarden Rechterlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 999 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en enige andere wetten in verband met de aanpassing van de in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 352 Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de lgemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van xxxx tot wijziging van met name het Wetboek van urgerlijke Rechtsvordering en het urgerlijk Wetboek (tegengaan huwelijkse gevangenschap). Wij Willem-lexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 628.) WET van den 22sten April 1937, tot regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen. BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 52 Wet van 23 januari 2019 tot wijziging van diverse wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met de versterking van het handhavingsinstrumentarium

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 55 15 417 Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 829 Wet van 16 december 2010 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 206 (R2127) Wijziging van enkele rijkswetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met gewijzigde regelgeving en enige andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 054 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek inzake curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 40 Wet van 20 januari 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten met het oog op de opneming in het Wetboek van Strafrecht

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 162 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 411 Wet van 9 oktober 2008 tot aanpassing van de wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te s-gravenhage tot stand

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen)

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 751 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 2 VOORSTEL VN WET Wij eatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 40 Wet van 22 januari 2014 tot wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie