des Représentants de Belgique Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers I 2-94 I 95 BUDGET ADMINISTRATIF

Transcriptie

1 I 2-94 I 95 ~ I 2-94 I 95 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Chambre des Représentants de Belgique GEWONE ZITTING (") 2 DECEMBER 1994 SESSION ORDINAIRE (*) 2 DECEMBRE 1994 ADMINISTRATIEVE BEGROTING BUDGET ADMINISTRATIF van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur voor het begrotingsjaar 1995(33) du Ministère des Communications et de l'infrastructure pour l'année budgétaire 1995 (33) VERSLAG RAPPORT NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR (1) FAIT AU NOM DE LA COMMISSION L'INFRASTRUCTURE (1) DE illtgebracht DOOR DE HEER MOYAERTS PAR M. MOYAERTS DAMES EN HEREN, MESDAMES, MESSIEURS, De Commissie heeft deze administratieve begroting besproken tijdens haar vergadering van 23 november Le présent budget administratif a été examiné par la Commission lors de sa réunion du 23 novembre (1) Samenstelling van de Commissie : Voorzitter: de heer Hannegnies (M.l. (1) Composition de la Commission: Président: M. Hannegnies (M.l. A. - Vaste leden: C.V.P. H. Demuyt, Mevr. Leysen, HH. Vandendriessche, Van Eetvelt. Vanpoucke. P.S. HH. Flahaut, Harmegnies (M.l, Léonard. Walry. V.L.D. HH. Cordeel. Ramoudt, Taelman, Vautmans. S.P. HH. De Mol, Moyaerts, Schellens. P.R.L. HH. Knoops, Pivin. P.S.C. HH. Grirnberghs, Poncelet. Agalev/HH. Van Dienderen, Win Ecolo kei. Vl. H. Van Nieuwenhuysen. Blok B. - Plaatsvervangers: HH. Ansoms, Breyne, Brouns, Sehuermans, Vanleenhove, Van Rompuy. HH. Dufour, Henry, Mevr. Lizin, HH. Perdieu, Poty. HH. Beysen, Bril, Pierco, Platteau, Van houtte. HU. De Bremaeker, Dielens, Peeters (L. J, Van der Sande. HH. Draps, Pierard, Saulmont. HH. Gehlen, Hollogne, Sénéea. HH. Barbé, Dejonckheere, Simons. HH. Buisseret, Van Hauthem. A. - Titulaires: C.V.P. M. Demuyt, Mme Leysen, MM. Vandendriessche, Van Eetvelt, Vanpoueke. P.S. MM. Flahaut, Harmegnies (M.l, Léonard, Walry. V.L.D. MM. Cordeel, Ramoudt, Taelman, Vautmans. S.P. MM. De Mol, Moyaerts, Schellens. P.R.L. MM. Knoops, Pivin. P.S.C. MM. Grimberghs, Poncelet. Agalev/MM. Van Dienderen, Win- Ecolo kei. VI. M. Van Nieuwenhuysen. Blok B. - Suppléants: MM. Ansoms, Breyne, Brouns, Schuermans, Vanleenhove, Van Rompuy. MM. Dufour, Henry, Mme Lizin, MM. Perdieu, Poty. MM. Beysen, Bril, Pierce, Platteau, Van houtte. MM. De Bremaeker, Dielens, Peeters (L'>, Van der Sande. MM. Draps, Pierard, Saulmont. MM. Gehlen, Hollogne, Sénéca. MM. Barbé, Dejonckheere, Simons. MM. Buisseret, Van Hauthem. Zie: / 95 : - N' 1: Administratieve begroting. l'') Vierde zitting van de 48"zittingsperiode. Voir: /95 : - N 1: Budget administratif. (") Quatrième session de la 48'1égislature. S,-3411

2 1597/2 94/95 [ 2 ] I. - BESPREKING De oice-eerste minister en minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven brengt de heer Van Eetvelt in herinnering dat tijdens het begrotingsconclaaf van 1993 om begrotingstechnische redenen werd besloten de financiering van de jaarlijkse financiële bijdragen van de Staat aan de NMBS over twee dienstjaren te spreiden. Die spreiding doet voor de NMBS evenwel geen bijkomend thesaurieprobleen rijzen, aangezien bij deze operatie niet geraakt wordt aan het totale bedrag van de enveloppe die aan de spoorwegen wordt toegekend. De heer De Mol betreurt dat in de begroting geen maatregelen worden voorgesteld die nochtans dringend nodig zijn, gelet op het nijpende mobiliteitsprobleem. Zo is de personeelsbe tetting bij het Bestuur van het Vervoer te Land derwijze geregeld dat de diensten de hen toegewezen opdrachten niet correct kunnen uitvoeren. Bij de Dienst Wegvervoer bijvoorbeeld wordt het personeelsbestand van de controleurs, dat geslonken was tot 27 personen, binnenkort op 39 personen gebracht, wat heel wat minder is dan de vastgestelde personeelsformatie van 56 eenheden. De personeelsformatie zelf is trouwens duidelijk ontoereikend, gelet op de constante toename van het aantal te controleren voertuigen en op de verschillende verplichtingen die voortaan door de Europese richtlijnen worden opgelegd. Onder die omstandigheden wordt, «ondanks de samenwerking met de diensten van de Rijkswacht voor de wegcontrole en met de diensten van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor de controle in de ondernemingen [...] de minimale controle van 1% op de dagprestaties, voorgeschreven door de EEG niet bereikt», zoals zelf wordt erkend in de toelichting bij de administratieve begroting (Stuk n r 1597/1, blz. 88). Er zijn evenwel dringend meer controles nodig omdat zeer veel overtredingen worden begaan, zoals uit een Europees rapport blijkt. Dat de regelgeving wordt overtreden heeft niet alleen een negatieve invloed op de veiligheid, maar beknot tevens het debat over de mobiliteit, aangezien het wegverkeer daardoor een onbillijke voorsprong op het spoorverkeer verwerft. Het lid vraagt daarom dat de minister aan de Ministerraad een voorstel zou doen om het aantal controleurs op te trekken. Hij is van oordeel dat soortgelijke opmerkingen kunnen worden gemaakt over de Dienst Binnenvaart. De toelichting bij de administratieve begroting stelt immers het volgende: «Het wordt [uoor het Instituut uoor het Transport langs de Binnenwateren) steeds moeilijker studies ter bevordering van de binnenvaart aan te vatten en tot een goed einde te brengen» iibid., blz. 88). Volgens spreker speelt dat aspect evenwel een sleutelrol bij de uitwerking van een beleid voor gecombineerd vervoer DISCUSSION A M. Van Eetvelt, le Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques rappelle que, lors du conclave budgétaire de 1993, il a été décidé, pour des raisons budgétaires, de faire reporter le financement des interventions financières annuelles de l'etat à la SNCB sur deux exercices. Ce report ne devrait cependant pas poser de problème de trésorerie supplémentaire à la SNCB, le montant global de l'enveloppe allouée aux chemins de fer n'ayant d'ailleurs pas été remis en cause par cette opération. M. De Mol déplore que le budget ne traduise pas les options dont la prise est pourtant rendue urgente par l'acuité du problème de la mobilité. Ainsi, la répartition des effectifs de l'administration du Transport terrestre est telle que les services ne peuvent assumer correctement les missions qui leur sont assignées. Au sein du service du Transport par Route, par exemple, l'effectif des contrôleurs, tombé à 27 unités, devrait sous peu être porté à 39 personnes, ce qui reste largement inférieur au cadre prévu de 56 unités. Or ce cadre lui-même est nettement insuffisant, eu égard à l'augmentation constante du parc de véhicules à contrôler et aux différentes obligations qui sont dorénavant imposées par les directives européennes. Dans ces conditions «malgré la collaboration des services de gendarmerie pour le contrôle sur la route et des services du Ministère de l'emploi et du Travail pour le contrôle des entreprises, le contrôle minimum de 1% des prestations journalières imposé par l'ue n'est pas atteint '), comme il est reconnu dans le commentaire du budget administratif (Doc. n 1597/1, p. 88). Or le renforcement des contrôles est d'autant plus impératif que les infractions sont très nombreuses, ainsi qu'il ressort d'un rapport européen. Non seulement le non-respect de la réglementation a-t-il une incidence négative sur la sécurité, mais il rend également tronqué le débat sur la mobilité, car il donne au transport routier un avantage indu sur le transport ferroviaire. Le membre demande dès lors que le ministre fasse au Conseil des Ministres une proposition tendant à renforcer l'effectif des contrôleurs. Il juge que des observations similaires peuvent être formulées à propos de la Navigation intérieure. N'est-il d'ailleurs pas dit, dans le commentaire du budget administratif, qu' «il... est de plus en plus difficile [à l'institution pour le Transport par Batellerie) d'entamer et de mener à bien des études visant à promouvoir le transport fluvial» (ibid., p. 88)? De l'avis de l'intervenant, il s'agit cependant là d'un élément-clef dans la mise en place d'une politique de transport combiné.

3 [ 3 ] I 2 94/95 Het lid betreurt trouwens dat niet meer wordt gesproken van het DRIVE-programma (dat in zijn ogen overigens al ontoereikend was, omdat het niet voldoende gericht was op de bevordering van de veiligheid), noch van de verschillende onderzoeken die bij universitaire instellingen zijn besteld. Spreker onderstreept voorts dat bij het opmaken van de begroting eigenlijk een raming wordt gemaakt; waarom zijn de toekomstige inkomsten van het Eurovignet, die bestemd zijn voor de NMBS, dan niet in de begroting opgenomen? Onafhankelijk van de begrotingsgegevens betreurt het lid tot slot enerzijds dat de regering zich verstopt achter de autonomie van de overheidsbedrijven en niet echt meer antwoordt op de vragen die de parlementsleden over die bedrijven stellen, bijvoorbeeld in verband met het gebrek aan doorzichtigheid bij de dochterondernemingen van de NMBS en, anderzijds, dat de Europese richtlijnen, zelfs als ze theoretisch in het Belgische recht omgezet zijn, toch dode letter blijven omdat geen uitvoeringsbesluiten worden genomen. De minister herinnert eraan dat de begrotingsbeperkingen doorwegen op het gevoerde beleid. De begroting van Verkeer en Infrastructuur groeit minder snel (+ 0,3 %) dan de inflatie. In dergelijke omstandigheden is er bijzonder weinig speelruimte. Er zijn niet alleen de budgettaire moeilijkheden. Het departement blijft ook getuigen van een zekere stroefheid: bij de voorbereiding van de begroting hanteert het nog steeds de klassieke schema's. De minister vindt het wenselijk dat een strategisch driejarenplan wordt uitgewerkt en dat de begroting op de krachtlijnen daarvan wordt afgestemd. Momenteel moeten we ons evenwel noodgedwongen beperken tot het lenigen van de dringendste noden en tot een opeenvolging van specifieke acties.. De minister betreurt dat het wegvervoer onvoldoende wordt gecontroleerd. De uitbreiding van het personeelsbestand in 1995 zou de toestand enigszins moeten verbeteren. Wat de nog niet toegepaste richtlijnen betreft, zal de minister zijn diensten verzoeken een stand van zaken op te maken. Hij zal het resultaat daarvan aan het lid meedelen. In verband met de dochterondernemingen van de NMBS verklaart de minister dat hij niet gekant is tegen de oprichting van dochterondernemingen, maar dat hij de regeringscommissaris bij het autonome overheidsbedrijf om verduidelijking heeft gevraagd omtrent de huidige configuratie van het bedrijf. Over het Eurovignet werden nog geen definitieve beslissingen genomen. Een boeking onder een begrotingspost zal bijgevolg alleen kunnen via een aanpassing van die begroting. Le membre déplore par ailleurs qu'il ne semble plus être fait mention du programme DRIVE - pourtant déjà insuffisant à ses yeux, car trop peu axé sur la promotion de la sécurité - ni des différentes études commandées à des institutions universitaires. L'intervenant souligne par ailleurs que le budget constitue un acte prévisionnel; pourquoi, dès lors, ne pas y avoir inscrit, en faveur de la SNCB, les recettes qu'engendrera l'eurovignette? Enfin, indépendamment des données budgétaires, le membre déplore d'une part que le gouvernement se retranche derrière l'autonomie des entreprises publiques et ne réponde plus vraiment aux questions des parlementaires relatives à ces dernières, (par exemple, à propos du manque de transparence des filiales de la SNCB), et, d'autre part, que les directives européennes, même théoriquement transposées dans la législation belge, y restent lettre morte, faute d'arrêtés d'exécution. Le ministre rappelle la contrainte budgétaire qui pèse sur la politique menée. L'augmentation du budget des Communications et de l'infrastructure (+ 0,3 %) est en effet inférieure à l'inflation. Dans de telles conditions, la marge de manœuvre est extrêmement réduite. Indépendamment de ces difficultés budgétaires, des rigidités subsistent, à l'intérieur du département, qui se traduisent par le maintien de schémas classiques pour la préparation du budget. Le ministre souhaite qu'un plan stratégique triennal puisse être défini, dont le budget épouserait les axes. A l'heure actuelle, malheureusement, force est de se limiter à pallier les urgences et à accumuler les actions particulières. Le ministre déplore l'insuffisance du contrôle du transport par la route. Le renforcement de l'effectif en 1995 devrait quelque peu améliorer la situation. En ce qui concerne les directives non encore appliquées, le ministre demandera à ses services de faire le point de la situation et communiquera au membre le résultat de cette démarche. A propos des filiales de la SNCB, le ministre déclare ne pas être opposé à la création de filiales mais avoir demandé au Commissaire du gouvernement auprès de l'entreprise autonome de lui faire parvenir des éclaircissements sur la configuration actuelle de la société. Quant à l'eurovignette, les décisions définitives n'ont pas encore été prises et toute inscription dans le budget ne pourra dès lors se faire que par la voie d'un ajustement de celui-ci.

4 - 1597/2-94/95 [ 4] II. - MOTIE II. - MOTION De Commissie neemt eenparig een voorstel van gemotiveerde motie aan waarbij wordt vastgesteld dat deze administratieve begroting in overeenstemming is met de inhoud en de doelstellingen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1995 (zie infra). A l'unanimité, la Commission adopte une proposition de motion motivée constatant la conformité du présent budget administratif au contenu et aux objectifs du projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 1995 (voir ci-après), De rapporteur, De voorzitter, Le rapporteur, Le président, Ch. MOYAERTS M. HARMEGNIES Ch. MOYAERTS M. HARMEGNIES

5 [ 5 ] /95 VOORSTEL VAN GEMOTIVEERDE MOTIE AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE PROPOSITION DE MOTION MOTIVEE ADOPTEE PAR LA COMMISSION «De Kamer, Gelet op de artikelen 12 en 14 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1991), Mede gelet op de artikelen 74, n rs 8 en 9, en 81 van het Reglement van de Kamer, Gelet ten slotte op het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1995, dat op 10 november 1994 door de Kamer werd goedgekeurd: 1) Stelt vast dat de overgezonden administratieve begroting van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur voor het begrotingsjaar 1995 bestaat uit tabellen van de basisallocaties, zoals door de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit is voorgeschreven; 2) Stelt tevens vast dat het Rekenhof, bij briefvan 24 oktober 1994, meldt dat het geen fundamentele opmerkingen heeft inzake de overeenstemming van deze administratieve begroting met de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar * * * Verklaart dat deze administratieve begroting in overeenstemming is met de inhoud en de doelstellingen van het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1995.» «La Chambre, Vu les articles 12 et 14 de l'arrêté royal du 17 juillet 1991 portant coordination des lois sur la comptabilité de l'etat (Moniteur belge du 21 août 1991), Vu également les articles 74, nos8 et 9, et 81 du Règlement de la Chambre, Vu enfin le projet de Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 1995, adopté le 10 novembre 1994 par la Chambre : 1) Constate que le budget administratif du ministère des Communications et de l'infrastructure pour l'année budgétaire 1995, qui a été transmis, est composé de tableaux d'allocations de base, ainsi que le prévoient les lois cocrdonnées sur la comptabilité de l'etat; 2) Constate par ailleurs que dans sa lettre du 24 octobre 1994, la Cour des comptes fait savoir qu'elle n'a pas d'observations fondamentales à formuler à propos de la conformité de ce budget administratif avec le Budget général des dépenses pour l'année budgétaire * * * Déclare que ce budget administratif est conforme au contenu et aux objectifs du projet de Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 1995.» Drukk.-Impr. SCHAUBROECK, Nazareth - ( (02)