Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, 13 kamer 0 0 L / / JUHH.

Transcriptie

1 TD Griffienummer 0 0 L / 2016 Repertoriumnummer 2016/ JUHH Datum van uitspraak 11 oktober 2016 Notitienummer parket HA % J.IIM C- Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis 13 kamer Aangeboden registratie op Niet te registreren f.

2 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA p. 2 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERS BEKLAAGDEN 1. i maatschappelijke zetel gevestigd te i Peer, I Mr. V. Govaerts loco Mr. L. Delbrouck als lasthebber ad hoc, advocaat te 3500 Hasselt, Maastrichterstraat 99. A O sr - H - l maatschappelijk assistente, geboren te op wonende te i Peer, I Belg. Mr. I. Dedecker, advocaat te 3600 Genk, Stoffelsbergstraat 4. TENLASTELEGGING Verdacht van: Te, meermaals, op niet nader te bepalen data tussen 9 September 1999 en 18 april De eerste als eigenaar, de tweede als aangestelde, die de opstelling van een vaste of verplaatsbare inrichting heeft toegestaan of gedoogd en die tot de werken opdracht heeft gegeven op het onroerend goed gelegen te I in agrarisch gebied en vogelrichtlijngebied gekadastreerd of geweest zijnde eigendom van I i, met maatschappelijke zetel gevestigd te ingevolge akte van aankoop van notaris i te ' d.d. zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen. Volgende verbouwingswerken te hebben uitgevoerd aan een oude hoeve:

3 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA P-3 achterliggende stallingen: - de dakconstructie werd volledig afgebroken en vervangen door nieuwbouw (zadeldak met rode dakpannen). Het betreft een stalen gebinte bestaande uit zes ijzeren spanten (telkens een aan de voor- en achterzijde) en vijf houteo bruggen. Het dakvlak links bevat drie dakvensters - achter de oorspronkelijke en behouden buitenmuren werden binnenmuren in rode snelbouw opgericht over de totale oppervlakte m x 19.00m en een hoogte van m) - de achtergevel en de voorgevel zijn deels opnieuw opgemetseld in baksteen (tipgevel) - in de voor- en achterzijde werd een houten toegangspoort aangebracht verbindingsgedeelte: - een volledig nieuwe dakconstructie (zadeldak-pannen) werd gelegd en de binnenzijde is voorzien van nieuwe binnenmuren in rode snelbouwsteen. De buitenzijde is voorzien van een nieuw buitenschrijnwerk in hout (2 deuren + 2 ramen) - de open doorgang in poortvorm werd deels terug opgemetseld in baksteen over een lengte van m en een hoogte van +2.30m - deze constructie wordt benut als bergruimte en voor het plaatsen van een mazouttank. oorspronkelijk woongedeelte: - op het dak van het oorspronkelijk woongedeelte (woning) werden nieuwe rode pannen gelegd en 6 dakvlakramen geplaatst (4 aan de voorkant en 2 aan de achterkant). Vermoedelijk is ook het onderdak vernieuwd - binnenin werden nieuwe binnenmuren opgericht in snelbouw terwijl de buitengevels werden behouden. De volledige ruwbouw binnenin (tussenmuren welfsels) werd opgericht en de elektriciteitsleidingen en waterleiding zijn reeds voorzien. Tevens werd een drietal meter van de aanpalende vroegere stal verbouwd tot woongedeelte en gevoegd bij de oorspronkelijke woning. stallingen aansluitend bij het woongedeelte: - de volledige ruimte werd aan de binnenzijde voorzien van nieuwe binnenmuren in rode snelbouw. Er werd deels over een oppervlakte van m x 7.50m en deels over een oppervlakte van m x 5.00m op een hoogte van m een zoldering gebouwd in houten bruggen en vezelplaat. - een gedeelte van de binnenmuren is reeds afgebroken en er werd een gedeelte nieuwbouw opgetrokken in snelbouwsteen rr.et een oppervlakte van 4.00m x 2.50m en een hoogte van m en een bijkomende deuropening gekapt.

4 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA p.4 - er werd een volledig nieuwe dakconstructie gelegd met pan- en tengellatten en kepers en plastiek over de ganse stal. Aan de binnenzijde (binnenkoer) tot op +1.00m van de zijgevel van de aanpalende woning werden 5 volledige rijen rode pannen gelegd en aan de buitenzijde werden tot op m van de zijgevel van de aanpalende woning 2.5 rijen pannen gelegd. Aan de binnenzijde (koerzijde) is er een opening geiaten in het dakvlak voor een vermoedelijke plaatsing van een raam. De binnenzijde van deze constructie is voorzien van 2 ijzeren poutrellen onder de dakconstructie. - de voorgevel werd aan de binnenzijde (koerzijde) overde totale stalbreedte deels hersteld - de voorgevel van deze stal (tipvorm) werd tevens deels heropgericht Teneinde na toepassing van de strafwet, op vordering van de gemachtigde ambtenaar - thans de stedenbouwkundige inspecteur - of het college van burgemeester en schepenen, in toepassing van art van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw - nadien art van het gecoordineerde Decreet van het Vlaamse Parlement dd , en thans art. 149 van het Decreet van houdende organisatie van de ruimtelijke ordening. - de plaats te herstellen in de vorige toestand; en over te gaan tot veroordeling tot een dwangsom van 125 per dag bij niet-uitvoering van het vonnis binnen de gestelde termijn. feiten thans oak nog strafbaar ingevolge de artikelen 99 en 146 van het Decreet van houdende organisatie van de ruimtelijke ordening Overgeschreven op het 1 hypotheekkantoorte I nr. i i en ambtshalve ingeschreven. Ontvangen : 69,01 euro. De Bewaarder (get.) I INGEVOLGE VONNIS van de Correctionele Rechtbank te Hasselt, 13 kamer, dd , gekend onder griffienummer 491/08, welk vonnis een HEROPENING PER DEBATTEN heeft bevolen na aanstelling van Mr. L. Delbrouck als lasthebber ad hoc om 1 beklaagde te vertegenwoordigen. PROCEDURE De zaak werd behandeld op de openbare zitting. De rechtbank nam kennis van de stukken van de rechtspleging en hoorde het Openbaar Ministerie en de aanwezige partijen.

5 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeiing Hasselt - HA p. 5 Bij vonnis van deze rechtbank en kamer van werd Mr. L. Delbrouck aangesteld als lasthebber ad hoc om eerste beklaagde I i te vertegenwoordigen. VERJARING De verjaring van de publieke vordering werd bereikt. Het laatste feit dateert van 17.04,2001. HERSTELVORDERING Ter zitting van stelde het openbaar ministerie dat de verjaring van de publieke vordering werd bereikt en dat zij de herstelvordering niet meer handhaafde. Het openbaar ministerie beschikt met betrekking tot het vorderen van een herstelmaatregel over geen enkel eigen vorderingsrecht. De vraag stelt zich dan ook of het openbaar ministerie over de mogelijkheid beschikt om de herstelvordering niet meer te handhaven. De vordering van de stedenbouwkundig inspecteur tot herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand is een burgerlijke rechtsvordering zoals bedoeld in artikel 26 V.T. Wb. Sv. en is bijgevolg onderworpen aan de regels inzake de verjaring van de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf( Cass , Artikel VCRO voorziet in een afwijkende verjaringsregeling van het burgerlijk wetboek voor de publieke vordering tot herstel van stedenbouwkundige misdrijven gepleegd na 1 September Artikel VCRO voorziet in een overgangsregeling wanneer het recht om een herstelvordering in te stellen, is ontstaan voor 1 September 1999 Wat de toepasselijke verjaringstermijnen betreft, moet een onderscheid worden gemaakt naargelang het gaat over stedenbouwkundige misdrijven gepleegd op ruimtelijk kwetsbare gebieden, openruimtegebieden of overige niet-kwetsbare gebieden. De eerste twee gevallen kennen een verjaringstermijn van 10 jaar vanaf de dag waarop het misdrijf werd gepleegd. Het laatste verjaart vijf jaar vanaf de dag waarop het misdrijf werd gepleegd. Wanneer het recht van de stedenbouwkundige inspecteur of het college van burgemeester en schepenen om een herstelvordering in te stellen ontstaan is voor 1 September 2009, beginnen de termijnen, vermeld in artikel , 5, eerste lid, slechts te lopen vanaf die datum. Dit wordt uitdrukkelijk bepaald in artikel VCRO. De duur van de verjaringstermijn mag echter niet meer bedragen dan de termijnen, vermeld in artikel 2262bis, 1, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek. De gemeenrechtelijke stuitings- en schorsingsgronden betreffende burgerlijke rechtsvorderingen volgend uit een misdrijf zijn van toepassing.

6 Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA66.S p. 6 Artikel 2244 B.W. bepaalt dat een dagvaarding voor het gerecht, een burgerlijke stuiting vormt. Een dagvaarding voor het gerecht stuit de verjaring tot het tijdstip waarop een definitieve beslissing wordt uitgesproken. Beklaagden werden gedagvaard voor deze rechtbank op De periode van de tenlastelegging is gelegen tussen en Wanneer de vordering tijdig werd ingesteld, loopt derhalve de verjaring niet meer tot een kracht van gewijsde gegane beslissing het geding heeft beeindigd (Cass , De vraag stelt zich dan ook naar de verjaring van de huidige herstelvordering. De rechtbank opent terzake de debatten teneinde partijen toe te laten standpunt te laten innemen omtrent de hogervermelde vragen, evenals met betrekking tot de herstelvordering ten gronde indien de herstelvordering niet zou verjaard zijn. TOEGEPASTE WETTEN Er werd rekening gehouden met volgende wettelijke bepalingen: Wetboek strafvordering art. 185,197 Wet art. 11,12,13,14,31 41 De wetsbepalingen zoals vermeld in de gedinginleidende akte en de wetsbepalingen aangehaald in dit vonnis. UITSPRAAK De rechtbank beslist OP TEGENSPRAAK. Stelt vast dat de strafvordering voor de tenlastelegging vervallen is door verjaring. HERSTELVORDERING Alvorens te oordelen, BEVEELT de rechtbank ambtshalve een HEROPENING PER DEBATTEN en verzoekt zij partijen een antwoord te verschaffen op de hogervermelde vragen en stelt de zaak voor verdere behandeling op de openbare zitting van deze rechtbank van 7 februari 2017 te uur in zaal 2.8 van het gerechtsgebouw te Hasselt, Parklaan 25.

7 ^ Rechtbank van eerste aanleg Limburg - afdeling Hasselt - HA P- 7 Alles gebeurde in de Nederlandse taal overeenkomstig de wet van 15 juni Dit vonnis is in openbare zitting uitgesproken op 11 oktober 2016 door de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, 13 kamer, samengesteld uit: Mevrouw 6. HAUBEN, rechter, alleenzetelend rechter, in aanwezigheid van de heer J. SWIJSEN, gerechtelijk stagiair bij het parket van de procureur des Konings, met bijstand van de mevrouw S. THANS, griffier. S. THANS B. HAUBEN