VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman"

Transcriptie

1 Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 4,8 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W 4/2009 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Het energiebedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Installatie spanningsvrij schakelen. Open ramen en deuren (buiten). Deuren van woonverblijven sluiten. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen. Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Herstelwerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen Opgelet! Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen de werking van de installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud... 5 Aanvullende info over de stappen... 7 Coderingen Codering Codering Coderingen terugzetten in de leveringsomvang Servicecontrole Overzicht serviceniveaus Temperaturen, ketelcodeerstekkers en korte info's Uitgangen controleren (relaistest) Bedrijfstoestanden en sensoren opvragen Storingen oplossen Storingsindicatie Storingscodes Reparatie Functiebeschrijving Regeling voor verhoogde werking Regeling voor weersafhankelijke werking Uitbreidingen voor externe aansluitingen (accessoires) Regelingsfuncties Codeerschakelaar van de afstandsbediening Elektronische verbrandingsregeling Schema's Aansluit- en bedradingsschema Interne aansluitingen Aansluit- en bedradingsschema Externe aansluitingen Onderdelenlijsten Protocollen Technische gegevens Verklaringen Conformiteitsverklaring Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV Index

5 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Verwarmingsinstallatie vullen Verwarmingsketel ontluchten Verwarmingsinstallatie ontluchten Sifon met water vullen Elektrische netaansluiting controleren 6. Datum en tijd instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Gassoort controleren Gassoort omschakelen (alleen bij werking op propaan) Functieverloop en mogelijke storingen Rustdruk en aansluitdruk meten Max. vermogen instellen Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen op lekkage controleren 14. Lekkagetest concentrisch systeem (ringspleetmeting) Brander demonteren Branderpakking en vlambeker controleren Ontstekingselektrode en ionisatie-elektrode controleren en instellen Verwarmingsoppervlak reinigen en brander inbouwen Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen Neutraliseringsinrichting controleren (indien aanwezig) 5

6 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 21. Debietbegrenzer (alleen bij gascombitoestel) Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren Veiligheidskleppen op werking controleren 24. Controleren of alle elektrische aansluitingen goed vast zitten 25. Gasvoerende onderdelen bij werkdruk op lekkage controleren Rookgasemissiemeting Externe veiligheidsklep propaan controleren (indien aanwezig) 28. Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Regeling in het LON-systeem integreren (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Instrueren van de installatiegebruiker Indicatie Onderhoud opvragen en terugzetten

7 Aanvullende info over de stappen Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Verwarmingsinstallatie vullen Opgelet! Ongeschikt vulwater kan afzettingen en corrosie veroorzaken en kan leiden tot schade aan de verwarmingsketel. Verwarmingsinstallatie voor het vullen grondig spoelen. Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken. Vulwater met een waterhardheid van meer dan 16,8 dh (3,0 mol/m 3 ) moet onthard worden, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater (zie Viessmann prijslijst Vitoset). Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingsinstallaties geschikt antivriesmiddel worden toegevoegd. De fabrikant van het antivriesmiddel moet de geschiktheid hiervan aantonen. A 1. Voordruk van het membraanexpansievat controleren. 2. Gasafsluitkraan sluiten. 3. Verwarmingsinstallatie via de ketelvul- en aftapkraan A in de verwarmingsretour (op de aansluitset of extern) vullen. (Minimum installatiedruk > 1,0 bar). 4. Als de regeling voor het vullen al ingeschakeld was: regeling inschakelen en vulprogramma via codering 2F:2 activeren. 5. Ketelvul- en aftapkraan Asluiten. Opmerking Als de regeling voor het vullen nog niet ingeschakeld werd, bevindt de stelaandrijving van de omschakelklep zich in de middelste stand en wordt de installatie volledig gevuld. 7

8 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Verwarmingsketel ontluchten B A 1. Afsluitkleppen van het verwarmingswater sluiten. 4. Kranen A en B sluiten, afsluitkleppen verwarmingswater openen. 2. Afvoerslang op de bovenste kraan B met een afvalwateraansluiting verbinden. 3. Kranen A en B openen en met netdruk zo lang ontluchten (spoelen) tot er geen luchtgeluiden meer hoorbaar zijn. Indien nodig, de 3-weg-klep voor een volledige ontluchting in middelste stand brengen. Hiervoor codering 2F:2 instellen. 8

9 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Verwarmingsinstallatie ontluchten Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Gasafsluitkraan sluiten en regeling inschakelen. 3. Druk van de installatie controleren. 2. Ontluchtingsprogramma in codering 1 via codeeradres 2F:1 activeren. Opmerking Oproepen van codering 1 en instellen van het codeeradres zie pagina 36. Functie en afloop van het ontluchtingsprogramma zie pagina 100. Terwijl het ontluchtingsprogramma actief is, verschijnt op de display EL (regeling voor verhoogde werking) resp. Ontluchting (regeling voor weersafhankelijke werking). Sifon met water vullen B A 1. Bevestigingsklem A eraf trekken en sifon B eraf halen. 2. Sifon B met water vullen. 3. Sifon B monteren en met bevestigingsklem A bevestigen. 9

10 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Datum en tijd instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Opmerking Als bij de eerste ingebruikstelling of na langere stilstand de tijd van de display knippert, moeten tijd en datum opnieuw worden ingesteld. Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits (toestand bij levering): Tijd (zie stap 1.) Uhrzeit Datum (zie stap 2.) Datum Sa De volgende toetsen indrukken: 1. a/b voor actuele tijd. 2. d ter bevestiging, Datum verschijnt. 3. a/b voor actuele datum. 4. d ter bevestiging. 10

11 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking Opmerking Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits (toestand bij levering): Verwarmingscircuit kiezen (zie werkstap 1.) Heizkreis wählen 1 z De volgende toetsen indrukken: 1. c Verwarmingscircuit kiezen verschijnt. 2. d voor bevestiging, ca. 4 s wachten. 3. c opnieuw drukken, buitentemperatuur verschijnt. 4. b voor de gewenste taal. 5. d ter bevestiging. Buitentemperatuur (zie werkstap 3.) Außentemperatur i 13 C Gassoort controleren De verwarmingsketel is met een elektronische verbrandingsregeling uitgerust die de brander in overeenstemming met de aanwezige gaskwaliteit voor een optimale verbranding inregelt. Bij werking op aardgas is daarom voor het volledige Wobbe-indexbereik 10,0 tot 16,1 kwh/m 3 (36,0 tot 58,0 MJ/m 3 ) geen omschakeling nodig. Bij werking op propaan moet de brander worden omgeschakeld (zie Gassoort omschakelen op pagina 12). 1. Gassoort en Wobbe-index bij het gasbedrijf of de propaanleverancier opvragen. 2. Bij werking op propaan brander omschakelen (zie pagina 12). 3. Gassoort in protocol op pagina 118 opnemen. 11

12 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Wobbe-indexbereik Gassoort Wobbe-indexbereik kwh/m 3 MJ/m 3 Toestand bij levering aardgas E 12,0 tot 16,1 43,2 tot 58,0 of aardgas LL 10,0 tot 13,1 36,0 tot 47,2 Na omzetting propaan P 20,3 tot 21,3 72,9 tot 76,8 Gassoort omschakelen (alleen bij werking op propaan) A Stelschroef A op de gascombiregelaar op 2 zetten. 2. Installatieschakelaar 8 inschakelen. 3. Gassoort op codeeradres 82 instellen: Codering 2 oproepen Op codeeradres 11 waarde 9 instellen Op codeeradres 82 waarde 1 (werking op propaan) instellen Codering 11 9 instellen. Codering 2 beëindigen. 4. Gasafsluitkraan openen. 5. Sticker G31 (zit bij de technische documentatie) naast het typeplaatje op de kapselplaat plakken. Functieverloop en mogelijke storingen 12 Warmteaanvraag door regeling Display Maatregel nee Gewenste waarde verhogen, voor warmte-afname zorgen

13 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud ja Ventilator start nee na ca. 51 s storing F9 Ventilator, verbindingsleidingen naar de ventilator, spanningsverzorging op de ventilator en ventilatoraansturing controleren ja Ontsteking nee Storing F4 Ontstekingsmodule controleren (aansturing 230 V tussen stekker X2.1 en X2.2 ) ja Gascombinatieregelaar opent nee Storing F4 Gascombinatieregelaar controleren (aansturing 230 V), gasaansluitdruk controleren ja Ionisatiestroom wordt opgebouwd Symbool A nee Storing F4 Instelling van de ionisatie-elektrode controleren en controleren of er lucht in de gasleiding zit. 13

14 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) ja Brander in werking nee schakelt onder de gewenste ketelwatertemperatuur uit en start dan direct opnieuw Dichtheid van de rookgasinstallatie controleren (rookgashercirculatie), gasstroomdruk controleren ja Zelfstandig kalibreren van de verbrandingsregeling nee Storing Eb Elektrische verbindingsleiding en ionisatie-elektrode controleren, Rookgasinstallatie controleren (rookgashercirculatie) Meer gegevens over storingen zie pagina 69. Rustdruk en aansluitdruk meten Gevaar CO-vorming als gevolg van een verkeerde branderinstelling kan de gezondheid ernstig bedreigen. Voor en na werkzaamheden aan gastoestellen moet een CO-meting worden uitgevoerd. Werking op propaan Propaantank bij eerste inbedrijfstelling/vervanging tweemaal spoelen. Tank en gasaansluitleiding na het spoelen goed ontluchten. 14

15 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Gasafsluitkraan sluiten. A 2. Schroef in meetaansluiting IN A op de gascombinatieregelaar losdraaien, niet eruit draaien en manometer aansluiten. 3. Gasafsluitkraan openen. 4. Rustdruk meten en meetwaarde opnemen in het protocol. Gewenste waarde: max. 57,5 mbar. 5. Verwarmingsketel in bedrijf nemen. Opmerking Bij de eerste inbedrijfstelling kan het toestel storing geven omdat er lucht in de gasleiding zit. Na ca. 5 s knop E RESET voor de ontgrendeling van de brander indrukken. 6. Aansluitdruk (dynamische druk) meten. Gewenste waarde: Aardgas 20 mbar. Propaan 50 mbar. Opmerking Voor het meten van de aansluitdruk geschikte meetapparaten met een resolutie van minstens 0,1 mbar gebruiken. 7. Meetwaarde in het protocol opnemen. Maatregelen volgens de volgende tabel nemen. 8. Verwarmingsketel buiten bedrijf stellen, gasafsluitkraan sluiten, manometer eraf halen, meetaansluiting A met schroef afsluiten. 15

16 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 9. Gevaar Ontsnappend gas bij de meetaansluiting leidt tot explosiegevaar. Gasdichtheid controleren. Gasafsluitkraan openen, toestel in bedrijf nemen en gasdichtheid van de meetaansluiting A controleren. Aansluitdruk (dynamische druk) Maatregelen bij aardgas L bij propaan P onder 20 mbar onder 25 mbar Niet in bedrijf stellen en het gasbedrijf resp. de propaanleverancier informeren. 20 tot 30 mbar 25 tot 35 mbar Verwarmingsketel in bedrijf nemen. boven 30 mbar boven 35 mbar Voor de installatie een afzonderlijke gasdrukregelaar plaatsen en voordruk op 20 mbar bij aardgas resp. 30 mbar bij propaan instellen. Gasbedrijf resp. propaanleverancier informeren. Max. vermogen instellen Opmerking Voor de verwarming kan het max. vermogen worden begrensd. De begrenzing wordt via het modulatiebereik ingesteld. Het max. instelbare vermogen is door de ketelcodeerstekker naar boven begrensd. 1. Verwarmingsketel in bedrijf nemen. 2. Toetsen K en F gelijktijdig indrukken tot op de display een waarde knippert (bijv. 85 ) en A verschijnt. Bij levering komt die waarde overeen met 100% van het nominaal vermogen. Bij regeling voor weersafhankelijke werking verschijnt bovendien Max.vermogen. 3. Met a/b de gewenste waarde in % van het nominale vermogen als max. vermogen instellen. 4. Met d de ingestelde waarde bevestigen. 5. De instelling van het max. vermogen met het bij de Technische documentatie meegeleverde extra typeplaatje documenteren. Extra typeplaatje naast het typeplaatje aan de bovenkant van de verwarmingsketel plakken. 16

17 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Opmerking Voor de tapwaterverwarming kan het vermogen ook worden begrensd. Hiervoor het codeeradres 6F in codering 2 wijzigen. Lekkagetest concentrisch systeem (ringspleetmeting) A A Verbrandingsluchtopening Voor de samen met de gaswandketel geteste rookgas-/luchttoevoersystemen vervalt bij de inbedrijfstelling de lekkagecontrole (overdruktest) door een bevoegde schoorsteenveger. In dat geval raden wij aan dat de verwarmingsfirma bij de inbedrijfstelling van de installatie een vereenvoudigde lekkagecontrole uitvoert. Daarvoor is het voldoende de CO 2 - of de O 2 -concentratie van de verbrandingslucht in de ringspleet van de concentrische leiding te meten. Als de CO 2 -concentratie lager is dan 0,2 % of de O 2 -concentratie hoger is dan 20,6 %, geldt de rookgasleiding als voldoende dicht. Als hogere CO 2 - of lagere O 2 -waarden gemeten worden, is een drukcontrole van de rookgasleiding bij een statische overdruk van 200 Pa nodig. 17

18 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Brander demonteren G 4x E F D C B A 1. Netschakelaar op de regeling en netspanning uitschakelen. 2. Gasafsluitkraan sluiten en beveiligen. 3. Elektrische kabels van ventilatormotor A, gascombinatieregelaar B, ionisatie-elektrode C, ontstekingseenheid D en aarding E lostrekken. 4. Schroefverbinding van de gasaansluitbuis F losdraaien. 5. Vier bouten G losmaken en brander verwijderen. Opgelet! Om beschadigingen te voorkomen, brander niet op vlambeker neerleggen! 18

19 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Branderpakking en vlambeker controleren Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Branderpakking A en vlambeker E op beschadigingen controleren, indien nodig vervangen. Branderpakking in principe om de 2 jaar vervangen. B F E D A C3x 1. Elektroden B demonteren. 2. Drie bevestigingsklemmen C van de isolatiering D losmaken en isolatiering D eraf halen. 3. Vier torxschroeven losmaken en vlambeker E met pakking F verwijderen. 4. Nieuwe vlambeker E met nieuwe pakking F plaatsen en bevestigen. Aanhaalmoment: 3,5 Nm. 19

20 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 5. Isolatiering D monteren. 6. Elektroden B monteren. Aanhaalmoment: 2,5 Nm. Ontstekingselektrode en ionisatie-elektrode controleren en instellen ±1 A A 4 +0,5 0 B A Ontstekingselektroden 1. Elektroden op slijtage en vervuiling controleren. 2. Elektroden met kleine borstel (geen staalborstel) of schuurpapier schoonmaken. B Ionisatie-elektrode 3. Afstanden controleren. Als de afstanden niet in orde zijn of de elektroden beschadigd zijn, elektroden met pakking vervangen en uitlijnen. Bevestigingsschroeven voor elektroden met 2,5 Nm draaimoment vasttrekken. Verwarmingsoppervlak reinigen en brander inbouwen Opgelet! Krassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen, kunnen tot corrosie leiden. Verwarmingsoppervlak niet afborstelen! 20

21 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud A 1. Afzettingen op het verwarmingsoppervlak A van de verbrandingskamer opzuigen. 2. Indien nodig het verwarmingsoppervlak A met licht zure, chloridevrije reinigingsmiddelen op basis van fosforzuren (bijv. Antox 75 E) inspuiten en minstens 20 min. laten inwerken. 3. Verwarmingsoppervlak A grondig spoelen met water. 4. Brander plaatsen en schroeven met 4 Nm draaimoment kruislings aantrekken. 5. Gasaansluitbuis met nieuwe pakking monteren. 6. Aansluitingen aan gaszijde op lekkage controleren. Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Schroefverbinding op gaslekkage controleren. 7. Elektrische kabels op de betreffende onderdelen aansluiten. 21

22 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen B A 1. Controleren of het condenswater ongehinderd bij de sifon kan weglopen. 2. Bevestigingsklem A eraf trekken en sifon B eraf halen. 3. Sifon B reinigen. 4. Sifon B met water vullen, plaatsen en bevestigingsklem A aanbrengen. Debietbegrenzer (alleen bij gascombitoestel) 1. Regeling uitschakelen, toevoerleiding koud water afsluiten en verwarmingsketel aan tapwaterzijde aftappen. 2. Inbusbouten A losdraaien. Opmerking Bij demontage kan er nog restwater uitkomen. 3. Waterschakelaar B verwijderen en debietbegrenzer C naar beneden wegnemen. C B 4. Debietbegrenzer C controleren, bij verkalking of beschadiging vervangen en opnieuw aanbrengen. Waterschakelaar B vastdraaien. A 22

23 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Membraanexpansievat en druk van de installatie controleren Opmerking Controle uitvoeren bij koude installatie. 1. Installatie zo ver leegmaken of kapventiel op membraanexpansievat sluiten en druk verlagen tot manometer 0 aangeeft. 3. Water bijvullen tot bij afgekoelde installatie de druk min. 1,0 bar bedraagt en 0,1 tot 0,2 bar hoger is dan de voordruk van het membraanexpansievat. Toeg. werkdruk: 3 bar 2. Als de voordruk van het membraanexpansievat lager is dan de statische druk van de installatie, stikstof bijvullen tot de voordruk 0,1 tot 0,2 bar hoger is. Gasvoerende onderdelen bij werkdruk op lekkage controleren Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende onderdelen op gaslekkage controleren. Rookgasemissiemeting De elektronische verbrandingsregeling zorgt automatisch voor een optimale verbrandingskwaliteit. Bij de eerste inbedrijfstelling/het eerste onderhoud moeten alleen de verbrandingswaarden worden gecontroleerd. Daarvoor het CO 2 - of O 2 -gehalte meten. Functiebeschrijving van de elektronische verbrandingsregeling zie pagina 106. CO 2 of O 2 -gehalte Het CO 2 -gehalte moet bij laagste en hoogste vermogen steeds in de volgende bereiken liggen: 7,7 tot 9,2% bij aardgas E en LL 9,3 tot 10,9% bij propaan P Het O 2 -gehalte moet bij alle gassoorten in het bereik van 4,4 tot 6,9% liggen. Als de gemeten CO 2 - of O 2 -waarde buiten het betreffende gebied ligt, het concentrische systeem op lekkage controleren. 23

24 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Opmerking De verbrandingsregeling kalibreert bij inbedrijfstelling automatisch. Emissiemeting pas ca. 30 s na de branderstart uitvoeren. A 4. CO 2 -gehalte controleren. Als de waarde meer dan 1% van het eerdergenoemde gebied afwijkt, maatregelen van pagina 23 nemen. 5. Waarde in protocol opnemen. 6. Hoogste vermogen instellen. Regeling voor verhoogde werking: a indrukken: 2 verschijnt. 1. Rookgasanalyseapparaat op de meetopening A (aansluiting rookgas op ketelaansluitstuk) aansluiten. 2. Gasafsluitkraan openen, verwarmingsketel in bedrijf nemen en warmtevraag genereren. 3. Laagste vermogen instellen. Regeling voor verhoogde werking: K + d gelijktijdig indrukken: 1 verschijnt. Regeling voor weersafhankelijke werking: a indrukken: Voll. belasting verschijnt. 7. CO 2 -gehalte controleren. Als de waarde meer dan 1% van het eerdergenoemde gebied afwijkt, maatregelen van pagina 23 nemen. 8. Na de controle d indrukken. 9. Waarde in protocol opnemen. Regeling voor weersafhankelijke werking: K + d gelijktijdig indrukken: Relaistest verschijnt en daarna Basisbelasting. 24

25 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen Opmerking De regeling moet afhankelijk van de uitrusting aan de installatie worden aangepast. Verschillende installatiecomponenten worden door de regeling automatisch herkend en de codering wordt automatisch ingesteld. In de volgende installatieschema's wordt de tapwaterverwarming met afzonderlijke warmwaterboiler getoond. De schema's gelden ook voor installaties met tapwaterverwarming via ingebouwde doorstromer. Keuze van de betreffende schema's zie volgende afbeeldingen. Stappen voor de codering zie pagina 36. Installatie-uitvoering 1 Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (met/zonder warmwaterbereiding) 3 6 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Vitodens 200-W 2 Buitentemperatuursensor (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 3 Vitotrol 100 (alleen bij regeling voor verhoogde werking) 4 Warmwaterboiler 5 Boilertemperatuursensor 6 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Benodigde coderingen Adres Werking op propaan 82:1 25

26 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatie-uitvoering 2 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en één verwarmingscircuit met mengklep M2 (met/zonder warmwaterbereiding) Opmerking Het debiet van het verwarmingscircuit zonder mengklep moet min. 30% groter zijn dan het debiet van het verwarmingscircuit met mengklep qp M 1 Vitodens 200-W 2 Buitentemperatuursensor 3 Warmwaterboiler 4 Boilertemperatuursensor 5 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 6 Verwarmingscircuit met mengklep M2 7 Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming 8 Aanvoertemperatuursensor M2 9 CV-pomp M2 qp Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep M2 Benodigde coderingen Adres Werking op propaan 82:1 Installatie met één verwarmingscircuit met mengklep met tapwaterverwarming 00:4 zonder tapwaterverwarming 00:3 26

27 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatie-uitvoering 3 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en één verwarmingscircuit met mengklep M2 met systeemscheiding (met/zonder warmwaterbereiding) qp M qq 1 Vitodens 200-W 2 Buitentemperatuursensor 3 Warmwaterboiler 4 Boilertemperatuursensor 5 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 6 Verwarmingscircuit met mengklep M2 7 Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming 8 Aanvoertemperatuursensor M2 9 CV-pomp M2 qp Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep M2 qq Warmtewisselaar voor de systeemscheiding Benodigde coderingen Adres Werking op propaan 82:1 27

28 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatie-uitvoering 4 Eén verwarmingscircuit met mengklep M1 (met Vitotronic 200-H), één verwarmingscircuit met mengklep M2 (met uitbreidingsset) en open verdeler (met/ zonder warmwaterbereiding) qp qq qw 8 M qt qe M qr 1 Vitodens 200-W 2 Buitentemperatuursensor 3 Warmwaterboiler 4 Boilertemperatuursensor 5 Verwarmingscircuit met mengklep M1 6 Aanvoertemperatuursensor M1 7 CV-pomp M1 8 Vitotronic 200-H 9 Verwarmingscircuit met mengklep M2 qp Temperatuurbewaker als maximum temperatuurbegrenzing voor vloerverwarming qq Aanvoertemperatuursensor M2 qw CV-pomp M2 qe Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep M2 qr Open-verdeler/verzamelaar qt Aanvoertemperatuursensor open verdeler Benodigde coderingen Adres Werking op propaan 82:1 Eén verwarmingscircuit met mengklep met uitbreidingsset voor mengklep en één verwarmingscircuit met mengklep met Vitotronic 200-H 28

29 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Benodigde coderingen Adres met tapwaterverwarming 00:4 zonder tapwaterverwarming 00:3 LON-verbinding voor de Vitotronic 200- H maken, zie pagina 31. Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur en de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur. Van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur is weer de kamertemperatuur afhankelijk. Instelling bij levering: Steilheid = 1,4 Niveau = 0 Ketelwater- resp. Aanvoertemperatuur in C ,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 Inclinatie 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 B A 30 0, Gewenste kamertemp. in C Buitentemperatuur in C -30 A Steilheid van de stooklijn bij vloerverwarmingen 29

30 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) B Steilheid van de stooklijn bij lagetemperatuurverwarmingen (volgens energiebesparingsverordening) Steilheid en niveau veranderen 90 3,5 Gewenste kamertemperatuur instellen Normale kamertemperatuur Ketelwater- resp. Aanvoertemperatuur in C A B 1,4 0,2 C 90 A B Buitentemperatuur in C D E A Steilheid wijzigen B Niveau wijzigen (verticale parallelverschuiving van de stooklijn) 1. Steilheid: In codering 1 met codeeradres d3 wijzigen. Instelbereik 2 tot 35 (komt overeen met steilheid 0,2 tot 3,5). 2. Niveau: In codering 1 met codeeradres d4 wijzigen. Instelbereik -13 tot +40 K. Voorbeeld 1: Wijziging van de normale kamertemperatuur van 20 naar 26 C A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp Uit E CV-pomp Aan De volgende toetsen indrukken: 1. a 1r knippert. 2. d om verwarmingscircuit A1 (verwarmingscircuit zonder mengklep) te kiezen of 3. a 2r knippert. 30

31 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 4. d om verwarmingscircuit M2 (verwarmingscircuit met mengklep) te kiezen 5. Met de draaiknop ts de gewenste dagtemperatuur instellen. De waarde wordt na ca. 2 s automatisch overgenomen. De stooklijn wordt langs de as C (gewenste kamertemperatuur) verschoven en zorgt voor een gewijzigd in- en uitschakelgedrag van de CVpompen als de CV-pomplogica is geactiveerd. Verlaagde kamertemperatuur 90 A C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp Uit E CV-pomp Aan De volgende toetsen indrukken: 1. a 1r knippert. 2. d om verwarmingscircuit A1 (verwarmingscircuit zonder mengklep) te kiezen of 3. a 2r knippert. 4. d om verwarmingscircuit M2 (verwarmingscircuit met mengklep) te kiezen 5. E Gewenste nachttemperatuur oproepen. C B a/b Waarde veranderen. 7. d Waarde bevestigen. D E Voorbeeld 2: Verandering van de verlaagde kamertemperatuur van 5 ºC naar 14 ºC A Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C Regeling in het LON-systeem integreren (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) De communicatiemodule LON (accessoires) moet aangebracht zijn. Montagehandleiding Communicatiemodule LON 31

32 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Opmerking De gegevensoverdracht via het LONsysteem kan enige minuten duren. Installatie met één ketel met Vitotronic 200-H en Vitocom 300 Opmerking Binnen het LON-systeem mag hetzelfde nummer niet tweemaal worden toegekend. Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager worden gecodeerd. LON-deelnemersnummers en overige functies via codering 2 instellen (zie volgende tabel). Ketelcircuitregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H Vitocom LON LON LON Deelnemersnr. 1 Codering 77:1 Regeling is foutmanager Codering 79:1 regeling zendt tijd Codering 7b:1 Regeling zendt buitentemperatuur Codering 97:2 instellen Foutbewaking LONdeelnemer Codering 9C:20 Deelnemersnr. 10 Codering 77:10 Regeling is niet foutmanager Codering 79:0 regeling ontvangt tijd Codering 81:3 instellen Regeling ontvangt buitentemperatuur Codering 97:1 instellen Foutbewaking LONdeelnemers Codering 9C:20 Deelnemersnr. 11 Codering 77:11 instellen Regeling is niet foutmanager Codering 79:0 regeling ontvangt tijd Codering 81:3 instellen Regeling ontvangt buitentemperatuur Codering 97:1 instellen Foutbewaking LONdeelnemers Codering 9C:20 Deelnemersnr. 99 Toestel is foutmanager Toestel ontvangt tijd LON-deelnemerslijst actualiseren Alleen mogelijk als alle deelnemers aangesloten zijn en de regeling als foutmanager gecodeerd is (codering 79:1 ). 32 De volgende toetsen indrukken: 1. L + d ca 2 s gelijktijdig indrukken. Deelnemerscontrole is gestart (zie pagina 33).

33 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 2. e Deelnemerslijst is na ca. 2 min bijgewerkt. Deelnemerscontrole is beëindigd. Deelnemerscontrole uitvoeren Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van de toestellen gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten. Voorwaarden: De regeling moet als foutmanager gecodeerd zijn (codering 79:1 ). In alle regelingen moet het LON-deelnemersnr. zijn gecodeerd (zie pagina 32) LON-deelnemerslijst van de foutmanager moet actueel zijn (zie pagina 32). Deelnemerscontrole 01 : 01 A Doorlopende nummering in de deelnemerslijst B Deelnemersnummer De volgende toetsen indrukken: 1. L + d ca 2 s gelijktijdig indrukken. Deelnemerscontrole is gestart. 2. a/b voor de gewenste deelnemer. 3. d Controle is geactiveerd Check knippert tot de controle is beëindigd. Display en alle toetsverlichtingen van de geselecteerde deelnemer knipperen gedurende ca. 60 s. 4. Check OK verschijnt bij communicatie tussen beide toestellen. of Als er geen communicatie tussen beide toestellen is, verschijnt Check niet OK. LON-verbinding controleren. 5. Voor de controle van meer deelnemers punt 2 en 3 herhalen. 6. L + d ca 1 s gelijktijdig indrukken. Deelnemerscontrole is beëindigd. 33

34 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Instrueren van de installatiegebruiker De installateur van de installatie moet de bedieningshandleiding overhandigen aan de gebruiker van de installatie en de bediening uitleggen. Indicatie Onderhoud opvragen en terugzetten Nadat via codeeradres 21 en 23 de opgegeven grenswaarden bereikt zijn, knippert de rode storingsindicatie. In het display van de bedieningseenheid verschijnt knipperend: bij regeling voor verhoogde werking: Het opgegeven aantal bedrijfsuren of de opgegeven tijdsinterval met kloksymbool u (naargelang instelling) bij regeling voor weersafhankelijke werking: Onderhoud Opmerking Als er onderhoud wordt uitgevoerd voordat de onderhoudsindicatie verschijnt, codering 24:1 instellen en dan codering 24:0 ; de ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsinterval beginnen weer bij 0. De volgende toetsen indrukken: 1. c onderhoudsinfo is geactiveerd. Opmerking Een geaccepteerde onderhoudsmelding kan door indrukken van d (ca. 3 s) weer worden getoond. 2. a/b onderhoudsmeldingen opvragen. 3. d Onderhoudsindicatie verdwijnt (bij regeling voor weersafhankelijke werking: Accepteren: Ja nog een keer met d bevestigen). Rode storingsindicatie knippert verder. 34

35 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Na uitgevoerd onderhoud 1. Codering 24:1 op 24:0 terugzetten. Rode storingsindicatie gaat uit. Opmerking Wanneer het codeeradres 24 niet wordt teruggezet, verschijnt de indicatie Onderhoud opnieuw: bij regeling voor verhoogde werking: na 24 uur bij regeling voor weersafhankelijke werking: maandag om 7:00h 2. Indien nodig bedrijfsuren brander, branderstarts en verbruik terugzetten De volgende toetsen indrukken: c opvragen is geactiveerd. a/b voor de gewenste waarde. e gekozen waarde wordt op 0 gezet. a/b voor meer opvragingen. d opvragen is beëindigd. 35

36 Coderingen Codering 1 Codering 1 oproepen Opmerking Bij regeling voor weersafhankelijke werking worden de coderingen in volle tekst aangegeven. Coderingen die door de uitvoering van de verwarmingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit zonder mengklep en een verwarmingscircuit met mengklep: De mogelijke codeeradressen A0 tot d4 voor het verwarmingscircuit zonder mengklep A1 worden eerst doorlopen, daarna de codeeradressen voor het verwarmingscircuit met mengklep M2. De volgende toetsen indrukken: 2. a/b voor gewenste codeeradres, adres knippert. 3. d ter bevestiging. 4. a/b voor de gewenste waarde. 5. d ter bevestiging, op de display verschijnt kort Overgenomen (weersafhankelijke werking), het adres knippert opnieuw. 6. a/b voor het kiezen van andere adressen. 7. K + L ca. 1 s gelijktijdig indrukken, codering 1 is beëindigd. 1. K + L ca 2s gelijktijdig indrukken. 36

37 Coderingen Codering 1 (vervolg) Overzicht Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Installatieschema 00 :1 Installatie-uitvoering 1: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, zonder tapwaterverwarming 00 :2 Installatie-uitvoering 1: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, met tapwaterverwarming 00 :3 Installatie-uitvoering 4: 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, zonder tapwaterverwarming 00 :4 Installatie-uitvoering 4: 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, met tapwaterverwarming 00 :5 Installatie-uitvoering 2, 3: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, zonder tapwaterverwarming 00 :6 Installatie-uitvoering 2, 3: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, met tapwaterverwarming Max. keteltemp. 06:... Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, opgegeven door ketelcodeerstekker 06:20 tot 06:127 Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur binnen de door de verwarmingsketel opgegeven gebieden Ontlucht./Vullen 2F:0 Ontluchtingsprogramma/ vulprogramma niet actief 2F:1 Ontluchtingsprogramma actief 2F:2 Vulprogramma actief 37

38 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Deelnemersnr. 77:1 LON-deelnemersnummer Mogelijke omstelling 77:2 tot 77:99 LON-deelnemersnummer instelbaar van 1 tot 99: 1-4 = verwarmingsketel 5 = cascade = Vitotronic 200-H 99 = Vitocom Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Zomer-spaarfunctie A1/M2 A5:5 Met CV-pomplogica (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Min. aanv.temp. A1/M2 C5:20 Elektronische minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 20 C (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Max. aanv.temp. A1/M2 C6:75 Elektronische maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 75 C (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Steilheid A1/M2 d3:14 Steilheid van de stooklijn = 1,4 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) A5:0 Zonder CV-pomplogica C5:1 tot C5:127 C6:10 tot C6:127 d3:2 tot d3:35 Minimumbegrenzing instelbaar van 1 tot 127 C (begrensd door de ketelcodeerstekker) Maximumbegrenzing instelbaar van 10 tot 127 C Steilheid van de stooklijn instelbaar van 0,2 tot 3,5 (zie pagina 29) 38

39 Coderingen Codering 1 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Niveau A1/M2 d4:0 Niveau van de stooklijn = 0 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) d4: 13 tot d4:40 Niveau van de stooklijn instelbaar van 13 tot 40 (zie pagina 29) Codering 2 Codering 2 oproepen Opmerking Bij regeling voor weersafhankelijke werking worden de coderingen in volle tekst aangegeven. Coderingen die door de uitvoering van de verwarmingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. De volgende toetsen indrukken: 1. L + G ca 2 s gelijktijdig indrukken. 2. d ter bevestiging. 3. a/b voor gewenste codeeradres, adres knippert. 4. d ter bevestiging, waarde knippert. 5. a/b voor de gewenste waarde. 6. d ter bevestiging, op de display verschijnt kort Overgenomen (bij regeling voor weersafhankelijke werking), het adres knippert opnieuw. 7. a/b voor het kiezen van andere adressen. 8. L + G ca. 1 s gelijktijdig indrukken, codering 2 is beëindigd. De codeeradressen zijn ingedeeld volgens de volgende functiebereiken. Het betreffende functiebereik wordt op de display aangegeven. Met a/b worden de bereiken in de volgende volgorde doorlopen: 39

40 Coderingen Codering 2 (vervolg) Functiebereik Codeeradressen Installatieschema 00 Ketel / brander 06 tot 54 Warm water 56 tot 73 Algemeen 76 tot 9F Verw. circ. A1 (verw. circ. zonder mengklep) A0 tot Fb Verw. circ. M2 (verw. circ. met mengklep) A0 tot Fb Opmerking Verwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit zonder mengklep en een verwarmingscircuit met mengklep: De mogelijke codeeradressen A0 tot Fb voor het verwarmingscircuit zonder mengklep A1 worden eerst doorlopen, daarna de codeeradressen voor het verwarmingscircuit met mengklep M2. 40

41 Coderingen Codering 2 (vervolg) Coderingen Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Installatieschema 00 :1 Installatie-uitvoering 1: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, zonder tapwaterverwarming 00 :2 Installatie-uitvoering 1: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, met tapwaterverwarming 00 :3 Installatie-uitvoering 4: 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, zonder tapwaterverwarming 00 :4 Installatie-uitvoering 4: 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, met tapwaterverwarming 00 :5 Installatie-uitvoering 2, 3: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, zonder tapwaterverwarming 00 :6 Installatie-uitvoering 2, 3: 1 verwarmingscircuit zonder mengklep A1, 1 verwarmingscircuit met mengklep M2, met tapwaterverwarming Ketel/brander 06:... Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, ingesteld door ketelcodeerstekker 06:20 tot 06:127 Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur binnen de door de verwarmingsketel opgegeven gebieden 11: 9 Geen toegang tot de codeeradressen voor de parameters van de verbrandingsregeling 11:9 Toegang tot de codeeradressen voor de parameters van de verbrandingsregeling open 41

42 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 12:0 Speciale functie UIT 12:1 Speciale functie AAN: Tijdens het kalibreren wordt warmte naar het verwarmingscircuit afgevoerd (instellen als fout Eb optreedt) 21:0 Geen onderhoudsinterval (bedrijfsuren) ingesteld 23:0 Geen tijdsinterval voor onderhoud ingesteld 24:0 Onderhoudsindicatie is teruggezet 25:0 Met buitentemperatuursensor bij regeling voor verhoogde werking: Geen herkenning buitentemperatuursensor en geen foutbewaking 28:0 Geen intervalontsteking van de brander 2E:0 Zonder externe uitbreiding 2F:0 Ontluchtingsprogramma/ vulprogramma niet actief 21:1 tot 21:100 23:1 tot 23:24 Aantal bedrijfsuren van de brander tot het volgende onderhoud instelbaar van 100 tot uur Eén instelstap 100 uur Tijdsinterval instelbaar van 1 tot 24 maanden 24:1 Indicatie Onderhoud op de display (waarde wordt automatisch geactiveerd, moet na het onderhoud handmatig worden teruggezet) 25:1 Herkenning buitentemperatuursensor en foutbewaking 28:1 tot 28:24 Tijdsinterval van 1 uur tot 24 uur instelbaar. Brander wordt telkens gedurende 30 s geforceerd ingeschakeld (alleen bij werking op propaan). 2E:1 Met externe uitbreiding (wordt bij aansluiting automatisch ingesteld) 2F:1 Ontluchtingsprogramma actief 2F:2 Vulprogramma actief 42

43 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 30:0 Interne circulatiepomp geen toerentalregeling (wordt automatisch ingesteld, niet verstellen) 32:0 Invloed signaal Extern blokkeren op circulatiepompen: Alle pompen in regelfunctie Mogelijke omstelling 32:1 tot 32:15 Invloed signaal Extern blokkeren op circulatiepompen: Zie volgende tabel Opmerking De brander wordt bij het actieve signaal Extern blokkeren algemeen geblokkeerd. Waarde adres 32:... Interne circulatiepomp CV-pomp Verwarmingscircuit zonder mengklep CV-pomp Verwarmingscircuit met mengklep Circulatiepomp voor de boilerverwarming 0 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. 1 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. UIT 2 Regelfunct. Regelfunct. UIT Regelfunct. 3 Regelfunct. Regelfunct. UIT UIT 4 Regelfunct. UIT Regelfunct. Regelfunct. 5 Regelfunct. UIT Regelfunct. UIT 6 Regelfunct. UIT UIT Regelfunct. 7 Regelfunct. UIT UIT UIT 8 UIT Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. 9 UIT Regelfunct. Regelfunct. UIT 10 UIT Regelfunct. UIT Regelfunct. 11 UIT Regelfunct. UIT UIT 12 UIT UIT Regelfunct. Regelfunct. 13 UIT UIT Regelfunct. UIT 14 UIT UIT UIT Regelfunct. 15 UIT UIT UIT UIT Codering in uitlevertoestand Ketel/brander 34:0 Invloed signaal Extern aanvragen op circulatiepompen: Alle pompen in regelfunctie Mogelijke omstelling 34:1 tot 34:23 Invloed signaal Extern aanvragen op circulatiepompen: Zie volgende tabel 43

44 Coderingen Codering 2 (vervolg) Waarde adres 34:... Interne circulatiepomp CV-pomp Verwarmingscircuit zonder mengklep CV-pomp Verwarmingscircuit met mengklep 0 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. 1 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. UIT 2 Regelfunct. Regelfunct. UIT Regelfunct. 3 Regelfunct. Regelfunct. UIT UIT 4 Regelfunct. UIT Regelfunct. Regelfunct. 5 Regelfunct. UIT Regelfunct. UIT 6 Regelfunct. UIT UIT Regelfunct. 7 Regelfunct. UIT UIT UIT 8 UIT Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. 9 UIT Regelfunct. Regelfunct. UIT 10 UIT Regelfunct. UIT Regelfunct. 11 UIT Regelfunct. UIT UIT 12 UIT UIT Regelfunct. Regelfunct. 13 UIT UIT Regelfunct. UIT 14 UIT UIT UIT Regelfunct. 15 UIT UIT UIT UIT 16 AAN Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. 17 AAN Regelfunct. Regelfunct. UIT 18 AAN Regelfunct. UIT Regelfunct. 19 AAN Regelfunct. UIT UIT 20 AAN UIT Regelfunct. Regelfunct. 21 AAN UIT Regelfunct. UIT 22 AAN UIT UIT Regelfunct. 23 AAN UIT UIT UIT Circulatiepomp voor de boilerverwarming Codering in uitlevertoestand Ketel/brander 38:0 Status branderbesturingsapparaat: werking (geen fout) 51:0 Interne circulatiepomp wordt bij warmtevraag altijd ingeschakeld Mogelijke omstelling 38: 0 Fout branderbesturingsapparaat 51:1 Interne circulatiepomp wordt bij warmtevraag alleen ingeschakeld als de brander loopt. Installatie met verwarmingswaterbuffer. 44

45 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 52:0 Zonder aanvoertemperatuursensor voor open verdeler 52:1 Met aanvoertemperatuursensor voor open verdeler (wordt bij aansluiting automatisch ingesteld) 53:1 Functie aansluiting sk van de interne uitbreiding: 53:0 Functie aansluiting sk: Verzamelstoring Circulatiepomp 53:2 Functie aansluiting sk: Externe CV-pomp (verwarmingscircuit A1) 53:3 Functie aansluiting sk: Externe circulatiepomp voor de boilerverwarming 54:0 Zonder solarregeling 54:1 Met Vitosolic 100 (wordt bij aansluiting automatisch ingesteld) 54:2 Met Vitosolic 200 (wordt bij aansluiting automatisch ingesteld) Warm water 56:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 60 C 56:1 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot boven 60 C Opmerking Maximumwaarde afhankelijk van codeerstekker. Max. toegestane tapwatertemperatuur respecteren. 58:0 Zonder extra functie voor tapwaterverwarming 59:0 Boilerverwarming: Inschakelpunt -2,5 K Uitschakelpunt +2,5 K 5b:0 Warmwaterboiler direct op de verwarmingsketel aangesloten 58:10 tot 58:60 59:1 tot 59:10 Invoer van een 2e gewenste tapwaterwaarde; instelbaar van 10 tot 60 C (codeeradres 56 en 63 in acht nemen) Inschakelpunt instelbaar van 1 tot 10 K onder gewenste waarde 5b:1 Warmwaterboiler achter de open verdeler aangesloten 45

46 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 60:20 Tijdens de tapwaterverwarming is de ketelwatertemperatuur max. 20 K hoger dan de gewenste 60:5 tot 60:25 Verschil tussen ketelwatertemperatuur en gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 5 tot 25 K tapwatertemperatuur 62:2 Circulatiepomp met 2 min naloop na boilerverwarming 62:0 Circulatiepomp zonder naloop 62:1 tot 62:15 Nalooptijd instelbaar van 1 tot 15 min 63:0 Zonder extra functie voor tapwaterverwarming (alleen bij regeling voor verhoogde werking) 65:... Informatie over het type van de omschakelklep (niet verstellen) 67:40 Met Vitosolic: 3. gewenste tapwatertemperatuur 40 C 6F:... Max. vermogen bij tapwaterverwarming in %, opgegeven door ketelcodeerstekker 71:0 Tapwatercirculatiepomp: Aan volgens tijdprogramma (alleen bij regeling voor weersafhankelijk werking) 63:1 Extra functie: 1 x dagelijks 63:2 tot Elke 2 dagen tot elke 14 dagen 63:14 63:15 2 x dagelijks 65:0 Zonder omschakelklep 65:1 Omschakelklep fa. Viessmann 65:2 Omschakelklep fa. Wilo 65:3 Omschakelklep fa. Grundfos 67:0 Zonder 3. gewenste tapwatertemperatuur 67:1 tot 67:60 6F:0 tot 6F: gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 1 tot 60 C (afhankelijk van instelling codeeradres 56 ) Max. vermogen bij tapwaterverwarming instelbaar van 0 tot 100 % 71:1 Uit tijdens de tapwaterverwarming tot de 1e gewenste waarde 71:2 Aan tijdens de tapwaterverwarming tot de 1e gewenste waarde 46

47 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 72:0 Tapwatercirculatiepomp: Aan volgens tijdprogramma (alleen bij 72:1 Uit tijdens de tapwaterverwarming tot de 2e gewenste waarde regeling voor weersafhankelijk werking) 72:2 Aan tijdens de tapwaterverwarming tot de 2e gewenste waarde 73:0 Tapwatercirculatiepomp: Aan volgens tijdprogramma (alleen bij regeling voor weersafhankelijk werking) 73:1 tot 73:6 Tijdens het tijdprogramma 1 keer per uur gedurende 5 min Aan tot zesmaal per uur gedurende 5 min Aan 73:7 Permanent Aan Algemeen 76:0 Zonder communicatiemodule LON (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 77 :1 LON-deelnemersnummer (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 76:1 Met communicatiemodule LON; wordt automatisch herkend 77 :2 tot 77 :99 LON-deelnemersnummer instelbaar van 1 tot 99: 1-4 = verwarmingsketel 5 = cascade = Vitotronic 200-H 99 = Vitocom Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. 79:1 Met communicatiemodule LON: Regeling is geen foutmanager (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 7b:1 Met communicatiemodule LON: Regeling verzendt tijd (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 79:0 Regeling is niet foutmanager 7b:0 Tijd niet verzenden 47

48 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 7F:1 Eengezinswoning (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 7F:0 Meergezinswoning Aparte instelling van vakantieprogramma en tijdprogramma voor tapwaterverwarming mogelijk 80:1 Storing wordt gemeld zodra de storing min. 5 s aanwezig is 80:0 Storingsmelding direct 81:1 Automatische omschakeling zomer-/wintertijd 80:2 tot 80:199 Storingsmelding volgt vertraagd, instelbaar van 10 s tot 995 s; 1 instelstap 5 s 81:0 Handmatige omschakeling zomer-/wintertijd 81:2 Gebruik van de draadloze tijdmodule wordt automatisch herkend 81:3 Met communicatiemodule LON: regeling ontvangt tijd 82:0 Werking op aardgas 82:1 Werking op propaan (alleen instelbaar, als codeeradres 11:9 is ingesteld) 85:0 Normale werking 85:1 Handmatig kalibreren van de verbrandingsregeling (alleen instelbaar, als codeeradres 11:9 is ingesteld). Tijdens het kalibreren knippert bovendien de rode storingsindicatie. Als de rode storingsindicatie niet meer knippert (na ca. 1 min.) is het proces beëindigd. Opmerking Tijdens het handmatig kalibreren moet warmteafname worden gegarandeerd. 48

49 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 88:0 Temperatuurindicatie in ºC (Celsius) 8A:175 Niet verstellen 90:128 Tijdconstante voor de 90:0 berekening van de gewijzigde tot buitentemperatuur 90:199 21,3 uur 91:0 Geen externe omschakeling van het werkingsprogramma via externe uitbreiding (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 95:0 Zonder communicatiepoort Vitocom :0 Met communicatiemodule LON: buitentemperatuur van de op de regeling aangesloten sensor wordt intern gebruikt (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 88:1 Temperatuurindicatie in ºF (Fahrenheit) Afhankelijk van de ingestelde waarde snelle (lagere waarden) resp. langzame (hogere waarden) aanpassing van de aanvoertemperatuur bij wijziging van de buitentemperatuur; 1 instelstap 10 min. 91:1 Externe omschakeling werkingsprogramma werkt op verwarmingscircuit zonder mengklep 91:2 Externe omschakeling werkingsprogramma werkt op verwarmingscircuit met mengklep 91:3 Externe omschakeling werkingsprogramma werkt op verwarmingscircuit zonder mengklep en verwarmingscircuit met mengklep 95:1 Met communicatiepoort Vitocom 100; wordt automatisch herkend 97:1 Regeling ontvangt buitentemperatuur 97:2 Regeling zendt buitentemperatuur naar Vitotronic 200-H 49

50 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 98:1 Viessmann installatienummer (in combinatie met bewaking van meerdere installaties Vitocom 300) 98:1 tot 98:5 9b:0 Geen gewenste minimum 9b:1 ketelwatertemperatuur bij tot externe vraag 9b:127 9C:20 Bewaking LON-deelnemer Wanneer een deelnemer niet antwoordt, worden nog 20 min standaardwaarden van de regeling gebruikt en volgt er een storingsmelding (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) 9F:8 Temperatuurverschil 8 K; alleen in combinatie met mengklepcircuit (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Ketelcircuit, mengklepcircuit A0:0 Zonder afstandsbediening (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) A3:2 Buitentemperatuur onder 1 C: CV-pomp Aan Buitentemperatuur boven 3 C: CV-pomp Uit 50 Installatienummer instelbaar van 1 tot 5 Gewenste minimum ketelwatertemperatuur instelbaar van 1 tot 127 C (begrensd door ketelspecifieke parameter) 9C:0 Geen bewaking 9C:5 tot 9C:60 9F:0 tot 9F:40 Tijd instelbaar van 5 tot 60 min Verschiltemperatuur instelbaar van 0 tot 40 K A0:1 Met Vitotrol 200 (wordt automatisch herkend) A0:2 Met Vitotrol 300 (wordt automatisch herkend) A3:-9 tot A3:15 CV-pomp Aan/Uit (zie volgende tabel)! Opgelet Bij instellingen onder 1 C bestaat het gevaar dat leidingen bevriezen die zich buiten de isolatie van het huis bevinden. Voorzichtigheid is vooral geboden in de uitschakelmodus, bijv. tijdens vakantie.

51 Coderingen Codering 2 (vervolg) Parameter CV-pomp Adres A3:... Aan bij Uit bij C -8 C -8-9 C -7 C -7-8 C -6 C -6-7 C -5 C -5-6 C -4 C -4-5 C -3 C -3-4 C -2 C -2-3 C -1 C -1-2 C 0 C 0-1 C 1 C 1 0 C 2 C 2 1 C 3 C tot tot C 16 C Codering in uitlevertoestand Ketelcircuit, mengklepcircuit A4:0 Met vorstbescherming (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Mogelijke omstelling A4:1 Geen vortsbescherming, instelling alleen mogelijk als codering A3: -9 ingesteld is. A5:5 Met CV-pomplogica (spaarschakeling): CVpomp Uit als buitentemperatuur (AT) 1 K hoger is dan gewenste kamertemperatuur (RT gew ) AT > RT Gewenst + 1 K (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Opmerking Aanwijzing bij codering A3 respecteren A5:0 Zonder CV-pomplogica A5:1 Met CV-pomplogica: CVpomp Uit als (zie vol- tot A5:15 gende tabel) 51

52 Coderingen Codering 2 (vervolg) Parameter adres A5:... Met CV-pomplogica: CV-pomp uit, als 1 AT > RT Gewenst + 5 K 2 AT > RT Gewenst + 4 K 3 AT > RT Gewenst + 3 K 4 AT > RT Gewenst + 2 K 5 AT > RT Gewenst + 1 K 6 AT > RT Gewenst 7 AT > RT Gewenst - 1 K tot 15 AT > RT Gewenst - 9 K Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Ketelcircuit, mengklepcircuit A6:36 Uitgebreide spaarschakeling niet actief (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) A6:5 tot A6:35 Uitgebreide spaarschakeling actief, d.w.z. bij een variabel instelbare waarde van 5 tot 35 C vermeerderd met 1 C worden de brander en de CV-pomp uitgeschakeld en wordt de mengklep gesloten. Dit is gebaseerd op de gecorrigeerde buitentemperatuur, die wordt berekend op basis van de feitelijke buitentemperatuur en een tijdconstante die rekening houdt met het afkoelen van een gemiddeld gebouw. A7:0 Zonder mengklep-spaarfunctie (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) A7:1 Met mengklep-spaarfunctie (uitgebreide CV-pomplogica): CV-pomp bovendien Uit als de mengklep langer dan 20 min geleden werd gesloten. CVpomp Aan : Wanneer de mengklep met de regelwerking begint of Bij vorstgevaar 52

53 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling A8:1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 genereert vraag naar interne circulatiepomp (alleen bij A8:0 Verwarmingscircuit met mengklep M2 genereert geen vraag naar interne circulatiepomp regeling voor weersafhankelijke werking) A9:7 Met pompstilstandtijd: A9:0 Zonder pompstilstandtijd CV-pomp Uit bij verandering gewenste waarde A9:1 tot Met pompstilstandtijd, instelbaar van 1 tot 15 door wisselen van modus of wijzigingen van de gewenste kamertemperatuur (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) A9:15 b0:0 Met afstandsbediening: verwarming/ verl. werking: weersafhankelijk (alleen bij regeling voor b0:1 Verwarming: weersafhankelijk verl. werking: met kamertemperatuur-bijschakeling weersafhankelijke werking; codering alleen wijzigen voor het verwarmingscircuit M2 met b0:2 Verwarming: met kamertemperatuur-bijschakeling verl. werking: weersafhankelijk mengklep) b0:3 verwarming/ verl. werking: met kamertemperatuur-bijschakeling 53

54 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling b2:8 Met afstandsbediening b2:0 Zonder kamerinvloed en voor het verwarmingscircuit moet de werking b2:1 tot Kamerinvloedsfactor instelbaar van 1 tot 64 met kamertemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn: Kamerinvloedsfactor 8 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking, codering alleen wijzigen voor het verwarmingscircuit M2 met mengklep) b2:64 b5:0 Met afstandsbediening: Geen kamertemperatuurafhankelijke CV-pomplogica (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking, codering alleen veranderen voor het verwarmingscircuit M2 met mengklep) b5:1 tot b5:8 CV-pomplogica zie volgende tabel Parameter adres Met CV-pomplogica: CV-pomp uit, als b5:... 1: actief RT werk > RT gewenst + 5 K; passief RT werk < RT gewenst + 4 K 2: actief RT werk > RT gewenst + 4 K; passief RT werk < RT gewenst + 3 K 3: actief RT werk > RT gewenst + 3 K; passief RT werk < RT gewenst + 2 K 4: actief RT werk > RT gewenst + 2 K; passief RT werk < RT gewenst + 1 K 5: actief RT werk > RT gewenst + 1 K; passief RT werk < RT gewenst 6: actief RT werk > RT gewenst ; passief RT werk < RT gewenst - 1 K 7: actief RT werk > RT gewenst - 1 K; passief RT werk < RT gewenst - 2 K 8: actief RT werk > RT gewenst - 2 K; passief RT werk < RT gewenst - 3 K 54

55 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Ketelcircuit, mengklepcircuit C5:20 Elektronische minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 20 C (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) C5:1 tot C5:127 C6:74 Elektronische maximumbegrenzing C6:10 van de aan- tot voertemperatuur 74 C C6:127 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) d3:14 Steilheid van de stooklijn d3:2 = 1,4 (alleen bij regeling tot voor weersafhankelijke d3:35 werking) d4:0 Niveau van de stooklijn = d4: 13 0 (alleen bij regeling voor tot weersafhankelijke werking) d4:40 d5:0 Externe omschakeling werkingsprogramma schakelt werkingsprogramma om naar Permanente werking met verlaagde kamertemperatuur (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) E1:1 Met afstandsbediening: Gewenste dagwaarde op de afstandsbediening instelbaar van 10 tot 30 C (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Minimumbegrenzing instelbaar tussen 1 en 127 C (begrensd door ketelspecifieke parameters) Minimumbegrenzing instelbaar tussen 10 en 127 C (begrensd door ketelspecifieke parameters) Steilheid van de stooklijn instelbaar van 0,2 tot 3,5 (zie pagina 29) Niveau van de stooklijn instelbaar van 13 tot 40 (zie pagina 29) d5:1 Externe omschakeling werkingsprogramma schakelt om naar Permanente kamerverwarming met normale kamertemperatuur E1:0 Gewenste dagwaarde instelbaar van 3 tot 23 C E1:2 Gewenste dagwaarde instelbaar van 17 tot 37 C 55

56 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand E2:50 Met afstandsbediening: Geen indicatiecorrectie werkelijke kamertemperatuur (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) F1:0 Estrikfunctie niet actief (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking). F2:8 Tijdelijke begrenzing voor partywerking of externe omzetting werkingsmodus met knop: 8 uur (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) *1 F5:12 Nalooptijd van de interne circulatiepomp bij verwarming 12 min (alleen bij regeling voor verhoogde werking) F6:25 Interne circulatiepomp is in de modus Alleen warm water permanent ingeschakeld (alleen bij regeling voor verhoogde werking) Mogelijke omstelling E2:0 Indicatiecorrectie -5 K tot tot E2:49 indicatiecorrectie -0,1 K E2:51 tot E2:99 F1:1 tot F1:6 Indicatiecorrectie +0,1 K tot indicatiecorrectie +4,9 K Estrikfunctie instelbaar volgens 6 selecteerbare temperatuur-tijd-profielen (zie pagina 101) F1:15 Permanente aanvoertemperatuur 20 C F2:0 Geen tijdbegrenzing voor partyfunctie F2:1 Tijdelijke begrenzing tot instelbaar van 1 tot 12 uur F2:12 *1 F5:0 Geen nalooptijd van de interne circulatiepomp F5:1 Nalooptijd van de interne tot circulatiepomp instelbaar F5:20 van 1 tot 20 min F6:0 Interne circulatiepomp is in de modus Alleen warm water permanent uitgeschakeld F6:1 tot F6:24 Interne circulatiepomp wordt in de modus Alleen warm water 1 tot 24 keer per dag gedurende telkens 10 min ingeschakeld. *1 De partywerking eindigt in het programma Verwarmen en warm water automatisch bij het omschakelen naar werking op normale kamertemperatuur. 56

57 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling F7:25 Interne circulatiepomp is in de modus Uitschakelmodus permanent ingeschakeld (alleen bij regeling voor verhoogde wer- F7:1 keld king) tot F7:24 F8:-5 F9:-14 Temperatuurgrens voor opheffing van verlaagde werking -5 ºC, zie voorbeeld op pagina 103. Instelling codeeradres A3 respecteren. (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) Temperatuurgrens voor opheffing van verlaagde gewenste kamertemperatuur -14 ºC, zie voorbeeld op pagina 103. (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking) F7:0 Interne circulatiepomp in de modus Uitschakelmodus permanent uitgescha- F8:+10 tot F8:-60 F8:-61 F9:+10 tot F9:-60 Interne circulatiepomp in de modus Uitschakelmodus 1 tot 24 keer per dag gedurende telkens 10 min ingeschakeld. Temperatuurgrens instelbaar van +10 tot -60 C Functie inactief Temperatuurgrens voor verhoging van de gewenste kamertemperatuur tot de normale waarde instelbaar van +10 tot -60 C 57

58 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling FA:20 Verhoging van de gewenste ketel- resp. aanvoertemperatuur bij de overgang van werking op verlaagde kamertemperatuur naar werking op normale kamertemperatuur met 20 %. Zie voorbeeld op pagina 104 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking). FA:0 tot FA:50 Fb:30 Periode voor de verhoging Fb:0 van de gewenste tot ketelwater- resp. aanvoertemperatuur Fb:150 (zie codeeradres FA ) 60 min. Zie voorbeeld op pagina 104 (alleen bij regeling voor weersafhankelijke werking). Temperatuurverhoging instelbaar van 0 tot 50% Periode instelbaar van 0 tot 300 min; 1 instelstap 2 min) Coderingen terugzetten in de leveringsomvang Regeling voor verhoogde werking 1. L + G ca 2s gelijktijdig indrukken. 2. e indrukken. Regeling voor weersafhankelijke werking 2. e Basisinstel.? Ja verschijnt. 3. d ter bevestiging of a/b om Basisinstel.? Nee te kiezen. 1. L + G ca 2s gelijktijdig indrukken. 58

59 Servicecontrole Overzicht serviceniveaus Functie Toetsencombinatie Verlaten Pagina Temperaturen, ketelcodeerstekkers K en G ca. 2 s gelijktijdig d indrukken 60 en korte info's indrukken Relaistest Max. vermogen (verwarming) Bedrijfstoestanden en sensoren Onderhoudsinfo Contrast instellen op de display Geaccepteerde storingsmelding oproepen Foutenhistorie Deelnemerscontrole (in combinatie met LON) Service-testfunctie S Codeerniveau 1 Weergave in volle tekst Codeerniveau 2 Nummerieke weergave Coderingen bij levering terugzetten K en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken d indrukken 63 K en F ca. 2 s gelijktijdig d indrukken 16 indrukken c indrukken d indrukken 65 c (als Onderhoud knippert) d indrukken 34 d en a gelijktijdig indrukken; scherm wordt donker- der d en b gelijktijdig indrukken; scherm wordt lichter d ca. 3 s indrukken 68 G en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken L en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken Regeling voor weersafhankelijke werking: F en E ca. 2 s gelijktijdig indrukken Regeling voor verhoogde werking: O en F ca. 2 s gelijktijdig indrukken K en L ca. 2 s gelijktijdig indrukken L en G ca. 2 s gelijktijdig indrukken L en G ca. 2 s gelijktijdig indrukken, e indrukken d indrukken 68 L en d gelijktijdig indrukken F en E resp. O en F ca. 1 s gelijktijdig indrukken of automatisch na 30 min 33 K en L ca s gelijktijdig indrukken L en G ca s gelijktijdig indrukken 58 59

60 Servicecontrole Temperaturen, ketelcodeerstekkers en korte info's Regeling voor weersafhankelijke werking De volgende toetsen indrukken: 1. K + G ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor gewenste opvraging. 3. d Opvraging is beëindigd. Afhankelijk van de installatie-uitrusting kunnen de volgende waarden worden opgevraagd: Display Verklaring Steilheid A1 Niveau A1 Steilheid M2 Niveau M2 Buitentemp. gecorrig. Buitentemp. werkelijk Keteltemp. gewenst Keteltemp. werkelijk WW-temp. gewenst WW-temp. werkelijk WW-uitloopt. werkelijk WW-uitloopt. gewenst Aanvoertemp. gewenst Aanvoertemp. werkelijk Gew. aanvoertemp. Werk. aanvoertemp. Ketelcodeerstekker Kort opvragen 1 tot 8 Met e kan de gecorrigeerde buitentemperatuur worden teruggezet naar de huidige buitentemperatuur. alleen bij combinatiewaterverwarmer alleen bij combinatiewaterverwarmer Verw. circ. met mengklep Verw. circ. met mengklep Open verdeler Open verdeler Korte info Display 1 Softwareversie regeling 2 Installatieschema 01 tot 06 Revisiestand toestel Revisiestand gasbranderautomaat Aantal Max. aanvraagtemperatuur KM- BUSdeelnemers 60

61 Temperaturen, ketelcodeerstekkers en korte (vervolg) Servicecontrole Korte info Display 4 Softwareversie gasbranderautomaat 5 0: geen 0: geen externe extern vraag blokkeren 1: externe vraag 1: extern blokkeren 6 Aantal LON-deelnemers Ketel Afstands bediening 0: zonder 1: Vitotrol 200 2: Vitotrol 300 Toesteltype 3 Positie waterschakelaar Softwareversie bedieningseenheid Softwareversie mengklepuitbreiding 0: geen mengklepuitbreiding Type Softwareversie solarregeling 0: geen solarregeling Softwareversie LONmodule 0: geen LONmodule Softwareversie externe uitbreiding 0: geen externe uitbreiding gasbranderautomaat 0 Externe omschakeling 0 tot 10 V Indicatie in C 0: geen externe omschakeling Controlecijfer Max. vermogen Opgave in % Verw. circuit A1 Verw. circuit M2 (met (zonder mengklep) mengklep) Softwareversibedieversie Afstands- Software- afstandsbediening ning afstandsbe- 0: zonder diening 0: geen 1: Vitotrol 0: geen afstandsbediening 200 afstandsbe- 2: Vitotrol diening

62 Servicecontrole Temperaturen, ketelcodeerstekkers en korte (vervolg) Korte info Display Interne circulatiepomp 8 Toerentalgeregelde pomp 0: zonder 1: Wilo 2: Grundfos Softwareversie toerentalgeregelde pomp 0: geen toerentalgeregelde pomp CV-pomp op aansluituitbreiding Toerentalgeregelde pomp 0: zonder 1: Wilo 2: Grundfos Softwareversie toerentalgeregelde pomp 0: geen toerentalgeregelde pomp Toerentalgeregelde pomp 0: zonder 1: Wilo 2: Grundfos Softwareversie toerentalgeregelde pomp 0: geen toerentalgeregelde pomp Regeling voor verhoogde werking De volgende toetsen indrukken: 1. K + G ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor gewenste opvraging. 3. d Opvraging is beëindigd. Afhankelijk van installatie-uitrusting kunnen de volgende waarden worden opgevraagd: Korte info Display 62 0 Positie waterschakelaar Installatieschema 1 tot 6 Softwareversie gasbranderautomaat Softwareversie regeling 1 Softwareversie solarregeling 0: geen solarregeling Softwareversie externe uitbreiding 0: geen externe uitbreiding Softwareversie bedieningsgedeelte 0

63 Temperaturen, ketelcodeerstekkers en korte (vervolg) Servicecontrole Korte info Display E 0: geen externe vraag 1: externe vraag 0: geen extern blokkeren 1: extern blokkeren Externe omschakeling 0 tot 10 V Weergave in C 0: geen externe omschakeling Gewenste ketelwatertemperatuur A 0 0 Hoogste aanvraagtemperatuur 4 0 Type gasbranderautomaat Toesteltype Gewenste boilertemperatuur b 0 0 Max. vermogen in % C 0 Ketelcodeerstekker (hexadecimaal) c 0 Revisiestand toestel Revisiestand gasbranderautomaat d Toerentalgeregelde pomp 0 zonder 1 Wilo 2 Grundfos Softwareversie toerentalgeregelde pomp 0: geen toerentalgeregelde pomp Uitgangen controleren (relaistest) Regeling voor weersafhankelijke werking De volgende toetsen indrukken: 1. K + d ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor de gewenste relaisuitgang. 3. d De relaistest is beëindigd. 63

64 Servicecontrole Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg) De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoering worden aangestuurd: Display Verklaring Basisbelasting Brandermodulatie basisbelasting Voll. belasting Brander modulatie voll. belasting Int. pomp Aan Int. uitgang 20 Klep verwarm. Omschakelklep op stand stookwerking Klep middenstand Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen) Klep WW Omschakelklep op stand warmwaterbereiding CV-pomp M2 Aan Mengklepuitbreiding Menger open Mengklepuitbreiding Menger toe Mengklepuitbreiding Uitgang int. Aan Uitgang sk interne uitbreiding Verw.pomp A1 Aan Externe uitbreiding H1 Boilerpomp Aan Externe uitbreiding H1 Circul.-pomp Aan Externe uitbreiding H1 Groepsalarm Aan Externe uitbreiding H1 Regeling voor verhoogde werking De volgende toetsen indrukken: 1. K + d ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor de gewenste relaisuitgang. 3. d De relaistest is beëindigd. De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoering worden aangestuurd: Display Verklaring 1 Brandermodulering basisbelasting 2 Brandermodulering voll. belasting 3 Interne pomp / uitgang 20 Aan 4 Omschakelklep op stand stookwerking 5 Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen) 6 Omschakelklep op stand warmwaterbereiding 10 Uitgang sk interne uitbreiding 11 CV-pomp A1 externe uitbreiding H1 12 Circulatiepomp v. boilerverwarming externe uitbreiding H1 14 Verzamelstoring externe uitbreiding H1 64

65 Servicecontrole Bedrijfstoestanden en sensoren opvragen Regeling voor weersafhankelijke werking De volgende toetsen indrukken: 1. c Verw.circ.kiezen verschijnt. 2. d ter bevestiging, ca. 4 s wachten. 3. c opnieuw indrukken. 4. a/b voor de gewenste werkingstoestand. 5. d Opvragen is beëindigd. De volgende werkingstoestanden kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoering voor verwarmingscircuit A1 en M2 opgevraagd worden: Display Verklaring Deelnemersnr. Gecodeerd deelnemersnummer in het LON-systeem Vakantieprogramma Indien vakantieprogramma is ingevoerd Vertrekdag Datum Dag van terugkeer Datum Buitentemperatuur,... C Werkelijke waarde Keteltemperatuur,... C Werkelijke waarde Aanvoertemperatuur,... C Werkelijke waarde (alleen bij mengklepcircuit M2) Normale Gewenste waarde Kamertemperatuur,... C Kamertemperatuur,... C Werkelijke waarde Ext. gew. kamert.,... C Bij externe bijschakeling WW-temp.,... C Werkelijke warmwatertemperatuur WW-zonnew. temp.... C Werkelijke waarde Collectortemp.,... C Werkelijke waarde Gem. aanvoertemp.,... C Werkelijke waarde, alleen bij open verdeler Brander,...h Branderstarts,... Zonne-energie,... kw/h Tijd Datum Brander Uit/Aan Int. pomp Uit/Aan Uitgang 20 Int. uitgang Uit/Aan Verw. pomp Uit/Aan Boilerpomp Uit/Aan Bedrijfsuren, werkelijke waarde Bedrijfsuren en branderstarts na onderhoud met e op 0 terugzetten. Uitgang 28, indien interne uitbreiding voorhanden Indien externe uitbreiding of uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep voorhanden is Indien externe uitbreiding voorhanden 65

66 Servicecontrole Bedrijfstoestanden en sensoren opvragen (vervolg) Display Circul. pomp Uit/Aan Groepsalarm Uit/Aan Mengklep open/dicht Solarpomp Uit/Aan Solarpomp...h Verschillende talen Verklaring Indien externe uitbreiding voorhanden Indien externe uitbreiding voorhanden Indien uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep voorhanden Indien Vitosolic voorhanden Bedrijfsuren, werkelijke waarde Met d kan de betreffende taal continu worden gekozen Regeling voor verhoogde werking De volgende toetsen indrukken: 1. c indrukken. 2. a/b voor de gewenste werkingstoestand. 3. d Opvraging is beëindigd. Afhankelijk van de installatie-uitrusting kunnen de volgende werkingstoestanden worden opgevraagd: Display Verklaring 1 15 C/ F Werkelijke buitentemperatuur 3 65 C/ F Werkelijke keteltemperatuur 5 50 C/ F Werkelijke boilertemperatuur (indien boilertemperatuursensor aanwezig) 5 45 C/ F Solar - werkelijke warmwatertemperatuur 6 70 C/ F Werkelijke collectortemperatuur P Branderbedrijfsuren (na onderhoud met e op 0 terugzetten) h PPP Branderstarts (na onderhoud met e op 0 treugzetten) PPPPP Solarpomp, bedrijfsuren h PPPPPP Zonne-energie in kwh

67 Storingen oplossen Storingsindicatie Opbouw storingsindicatie A B C D RESET Buitensensor OK A Storingindicator B Storingssymbool De rode storingsindicator knippert bij elke storing. Bij een storing aan de branderautomaat verschijnt E op het scherm. C Storingsnummer D Storingscode Storing C Ma 57 Regeling voor verhoogde werking Bij een storing knippert op de display van de bedieningseenheid de storingscode en het storingssymbool. Regeling voor weersafhankelijke werking Bij een storing knippert op het scherm Storing Storingsindicators in volle tekst: Automatische branderinstelling Buitensensor Aanvoersensor Ketelsensor Gem. aanvoersensor Boilersensor Rookgassensor WW uitstroomsensor Ruimtesensor Collectorsensor Solar WW Sensor Afstandsbediening Storing deelnemer 67

68 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storing uitlezen en bevestigen Opmerking Als een bevestigde storing niet wordt verholpen, verschijnt de storingsmelding opnieuw: Bij regeling voor verhoogde werking na 24 h Bij regeling voor weersafhankelijke werking de volgende dag om 7.00 uur Regeling voor verhoogde werking De volgende toetsen indrukken: 1. a/b voor andere storingscodes. 2. d Alle storingsmeldingen worden gelijktijdig bevestigd, de storingsindicatie verdwijnt, de rode storingsindicator blijft knipperen. Regeling voor weersafhankelijke werking De volgende toetsen indrukken: 1. c voor actuele storing. 2. a/b voor verdere storingsmeldingen. 3. d Alle storingsmeldingen worden gelijktijdig bevestigd, de storingsindicatie verdwijnt, de rode storingsindicator blijft knipperen. Geaccepteerde storingsmeldingen oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. d gedurende ca. 3 s indrukken. 2. a/b voor de geaccepteerde storing. Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (storingshistorie) De laatste 10 opgetreden storingen worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd. De storingen zijn op actualiteit gerangschikt, waarbij de meest recente storing het storingsnummer 1 heeft. Fehlerhistorie

69 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) De volgende toetsen indrukken: 1. G + d ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor afzonderlijke storingscodes. 3. Opmerking Met e kunnen alle opgeslagen storingscodes worden gewist. 4. d Opvraging is beëindigd. Storingscodes Storingscode op display Gedrag van de installatie Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak Maatregel 0F X X Regelwerking Onderhoud Onderhoud uitvoeren. Na onderhoud codering 24:0 instellen. 10 X Regelt op 0 C buitentemperatuur 18 X Regelt op 0 C buitentemperatuur 20 X Regelt zonder aanvoertemperatuursensor (open verdeler/ verzamelaar) 28 X Regelt zonder aanvoertemperatuursensor (open verdeler/ verzamelaar) 30 X X Brander geblokkeerd Onderbreking buitentemperatuursensor Kortsluiting aanvoertemperatuursensor installatie Onderbreking aanvoertemperatuursensor installatie Kortsluiting buitentemperatuursensor Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina 80). Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina 80). Sensor open verdeler controleren (zie pagina 82). Sensor open verdeler controleren (zie pagina 82). Kortsluiting keteltemperatuursensor Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 82). 69

70 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie 38 X X Brander geblokkeerd 40 X Mengklep gaat dicht. 48 X Mengklep gaat dicht. 50 X X Geen warmwaterbereiding 51 X X Geen warmwaterbereiding 58 X X Geen warmwaterbereiding 59 X X Geen warmwaterbereiding Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak Kortsluiting uitlaattemperatuursensor Onderbreking boilertemperatuursensor of comfortsensor Onderbreking uitlaattemperatuursensor Maatregel Onderbreking keteltemperatuursensor Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 Kortsluiting boilertemperatuursensor of comfortsensor Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 82). Aanvoertemperatuursensor controleren. Aanvoertemperatuursensor controleren. Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 82). Comfortsensor controleren (zie pagina 83). Sensor controleren (zie pagina 83). Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 82). Comfortsensor controleren (zie pagina 83). Sensor controleren (zie pagina 83). 70

71 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak 92 X X Regelwerking Kortsluiting collectortemperatuursensor, aansluiting op S1 van de Vitosolic 93 X X Regelwerking Kortsluiting boilertemperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic 94 X X Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor, aansluiting op S2 van de Vitosolic 9A X X Regelwerking Onderbreking collectortemperatuursensor, aansluiting op S1 van de Vitosolic 9b X X Regelwerking Onderbreking boilertemperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic 9C X X Regelwerking Onderbreking temperatuursensor, aansluiting op S2 van de Vitosolic Maatregel Sensor op de Vitosolic controleren. Sensor op de Vitosolic controleren. Sensor op de Vitosolic controleren. Sensor op de Vitosolic controleren. Sensor op de Vitosolic controleren. Sensor op de Vitosolic controleren. 71

72 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak 9F X X Regelwerking Fout solarregeling wordt getoond als in de solarregeling een fout zonder storingscode optreedt b1 X X Regelwerking volgens aflevering b4 X X Regelt op 0 C buitentemperatuur b5 X X Regelwerking volgens aflevering b7 X X Brander geblokkeerd. b8 X X Brander geblokkeerd Interne fout Maatregel Solarregeling controleren (zie servicehandleiding solarregeling). A7 X Regelwerking volgens aflevering b0 X X Brander geblokkeerd Bedieningsgedeelte defect Kortsluiting rookgastemperatuursensor Communicatiefout bedieningseenheid (intern) Interne fout Bedieningsgedeelte vervangen. Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 86). Aansluitingen controleren, evt. bedieningseenheid vervangen. Regeling vervangen. Regeling vervangen. Ketelcodeerstekker ontbreekt, defect of verkeerde ketelcodeerstekker Onderbreking rookgastemperatuursensor Ketelcodeerstekker plaatsen of vervangen indien defect. Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 86). 72

73 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie bc X Regelwerking zonder afstandsbediening bd X Regelwerking zonder afstandsbediening Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak ba X Mengklep M2 regelt op 20 C aanvoertemperatuur. Communicatiefout uitbreidingsset voor verwarmingscircuit M2 Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol verwarmingscircuit A1 Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol verwarmingscircuit M2 Maatregel Aansluitingen en codering uitbreidingsset controleren. Uitbreidingsset inschakelen. be X Regelwerking Verkeerde codering van de afstandsbediening Vitotrol bf X Regelwerking Verkeerde communicatiemodule LON C2 X X Regelwerking Communicatiefout solarregeling Aansluitingen, kabel, codeeradres A0 en codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 105). Aansluitingen, kabel, codeeradres A0 en codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 105). Codeerschakelaarstand van de afstandsbediening controleren (zie pagina 105). Communicatiemodule LON vervangen. Aansluitingen en codeeradres 54 controleren. 73

74 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie C7 X X Regelwerking, max. pomptoerental Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak C6 X Regelwerking, max. pomptoerental Communicatiefout toerentalgeregelde externe CV-pomp, verw. circ. M2 Communicatiefout toerentalgeregelde, externe CVpomp, verw. circ. A1 da X Regelwerking zonder kamerinvloed db X Regelwerking zonder kamerinvloed Kortsluiting kamertemperatuursensor verwarmingscircuit A1 Kortsluiting kamertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 Maatregel Instelling codeeradres E5 controleren Instelling codeeradres E5 controleren Cd X X Regelwerking Communicatiefout Vitocom 100 (KM-BUS) CE X X Regelwerking Communicatiefout ext. uitbreiding CF X Regelwerking Communicatiefout communicatiemodule LON Aansluitingen, Vitocom 100 en codeeradres 95 controleren Aansluitingen en codeeradres 2E controleren. Communicatiemodule LON vervangen. Kamertemperatuursensor verwarmingscircuit A1 controleren. Kamertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 controleren. 74

75 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie dd X Regelwerking zonder kamerinvloed de X Regelwerking zonder kamerinvloed E4 X X Brander geblokkeerd Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak Onderbreking kamertemperatuursensor verwarmingscircuit A1 Onderbreking kamertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 Fout voedingsspanning 24 V Fout vlamversterker E5 X X Brander geblokkeerd E8 X X Brander op storing Ionisatiestroom niet in het geldige bereik E9 X X Brander op storing Ionisatiestroom tijdens het kalibreren niet in het geldige bereik Maatregel Kamertemperatuursensor verwarmingscircuit A1 en stand codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 105). Kamertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 en stand codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 105). Regeling vervangen. Regeling vervangen. Ionisatie-elektrode en kabel controleren. E RESET bedienen. Ionisatie-elektrode en kabel controleren. Rookgassysteem op lekkage controleren. E RESET bedienen. 75

76 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie Eb X X Brander op storing Ed X X Brander op storing F0 X X Brander geblokkeerd. Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak EA X X Brander op storing Ionisatiestroom tijdens het kalibreren niet in het geldige bereik Warmteafname tijdens het kalibreren steeds te laag EC X X Brander op storing Ionisatiestroom tijdens het kalibreren niet in het geldige bereik Interne fout Interne fout Maatregel Ionisatie-elektrode en kabel controleren. E RESET bedienen. Warmteafname genereren. Verwarmingsketel uitschakelen en opnieuw inschakelen. E RESET bedienen. Codeeradres 12:1 instellen. Met deze speciale functie wordt tijdens het kalibreren warmte naar het verwarmingscircuit afgevoerd. Ionisatie-elektrode en kabel controleren. E RESET bedienen. Regeling vervangen. Regeling vervangen. 76

77 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie F3 X X Brander op storing Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak F1 X X Brander op storing Rookgastemperatuurbegrenzer is geactiveerd. F2 X X Brander op storing Temperatuurbegrenzer is geactiveerd. Vlamsignaal is reeds aanwezig bij branderstart. Maatregel Vulstand van de verwarmingsinstallatie controleren. Installatie ontluchten. Ontgrendelingstoets E RESET na afkoelen van de rookgasinstallatie gebruiken. Vulstand van de verwarmingsinstallatie controleren. Circulatiepomp controleren. Installatie ontluchten. Temperatuurbegrenzer en verbindingskabels controleren. E RESET bedienen. Ionisatie-elektrode en verbindingskabel controleren. E RESET bedienen. 77

78 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie F4 X X Brander op storing Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak Geen vlamsignaal. F8 X X Brander op storing Brandstofklep sluit te laat F9 X X Brander op storing Ventilatortoerental bij de branderstart te laag Maatregel Ionisatie-elektrode en verbindingskabel controleren, ionisatiestroom meten, gasdruk controleren, gascombiregelaar controleren, ontsteking, ontstekingsmodule controleren, ontstekingselektroden controleren, condenswaterafvoer controleren. E RESET bedienen. Gascombiregelaar controleren. Beide aanstuurtrajecten controleren. E RESET bedienen. Ventilator controleren, verbindingskabels naar de ventilator controleren, voedingsspanning op ventilator controleren, aansturing van de ventilator controleren. E RESET bedienen. 78

79 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie Fd X X Brander op storing Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak FA X X Brander op storing Ventilatorstilstand niet bereikt FC X X Brander op storing Gascombiregelaar defect of foutieve aansturing modulatieklep of rookgasweg geblokkeerd Fout branderautomaat Maatregel Ventilator, verbindingskabels en aansturing van de ventilator controleren. E RESET bedienen. Gascombiregelaar controleren. Rookgasinstallatie controleren. E RESET bedienen. Ontstekingselektroden en verbindingskabels controleren. Controleren of er een sterk stoorveld (EMC) in de buurt van het toestel is. E RESET bedienen. Als de storing niet opgeheven wordt, regeling vervangen. 79

80 Storingen oplossen Storingscodes (vervolg) Storingscode op display Gedrag van de installatie FE X X Brander geblokkeerd of storing FF X X Brander geblokkeerd of storing Verhoogd Weersafh. Storingsoorzaak Ketelcodeerstekker of basisprintplaat defect Interne fout of toets E RESET geblokkeerd Maatregel E RESET bedienen. Als storing niet opgeheven wordt, ketelcodeerstekker of regeling vervangen Toestel opnieuw inschakelen. Als toestel niet weer gaat werken, regeling vervangen. Reparatie Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhankelijke werking) X3 Weerstand in Ω Buitentemperatuur in C 1. Stekker X3 van de regeling los trekken. 80

81 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) 2. Weerstand van de buitentemperatuursensor tussen X3.1 en X3.2 op afgetrokken stekker meten en met stooklijn vergelijken. 4. Afhankelijk van het meetresultaat de kabel of de buitentemperatuursensor vervangen. 3. Bij sterke afwijking van de stooklijn aders op de sensor afklemmen en meting direct op de sensor herhalen. Keteltemperatuursensor, Boilertemperatuursensor of aanvoertemperatuursensor voor open verdeler controleren A 5 X3 81

82 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) 1. Keteltemperatuursensor: kabels van de keteltemperatuursensor A lostrekken en weerstand meten. Boilertemperatuursensor: stekker % van kabelboom op de regeling eraf trekken en weerstand meten. Aanvoertemperatuursensor: stekker X3 van de regeling los trekken en weerstand tussen X3.4 en X3.5 meten. Weerstand in kω ,8 0,6 0, Temperatuur in C 2. Weerstand van de sensoren meten en met stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Gevaar Keteltemperatuursensor zit direct in het verwarmingswater (risico verbranding). Voor het vervangen van de sensor verwarmingsketel aftappen. 82

83 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Uitlaattemperatuursensor of comfortsensor controleren (alleen bij gascombitoestel) B 1. Kabels van de uitlaattemperatuursensor A of comfortsensor B lostrekken. 2. Weerstand van de sensor meten en met karakteristiek vergelijken. A 83

84 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Weerstand in kω ,8 0,6 0, Temperatuur in C 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. Opmerking Bij vervanging van de uitlaattemperatuursensor kan water naar buiten komen. Afsluitkraan koud water sluiten. Warmwaterleiding en platenwarmtewisselaar (tapwaterzijde) aftappen. 84

85 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Platenwarmtewisselaar controleren A 1. Verwarmingsketel aan verwarmingsen tapwaterzijde afsluiten en aftappen. 2. Afsluitingen aan de zijkant losmaken en regeling naar voren klappen. B F G EDC H K 3. Kabels van comfortsensor A los trekken. 4. Bevestigingsklem eraf trekken en sifon B eraf halen. 5. Isolatie C eraf halen. 6. Schroeven D losmaken en platenwarmtewisselaar E naar voren eruit trekken. Opmerking Bij het uitbouwen kan uit de gedemonteerde platenwarmtewisselaar nog wat restwater komen. 7. Aansluitingen aan tapwaterzijde op kalkaanslag controleren, evt. de platenwarmtewisselaar reinigen of vervangen. F Verwarmingsretour G Koud water H Verwarmingsaanvoer K Warm water 8. Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde op vervuiling controleren, evt. de platenwarmtewisselaar reinigen of vervangen. 9. Inbouw met nieuwe pakkingen in omgekeerde volgorde. 85

86 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Rookgastemperatuursensor controleren 10. Gevaar Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar. Gasvoerende onderdelen op gaslekkage controleren. Bij overschrijden van de toegestane rookgastemperatuur vergrendelt de rookgastemperatuursensor het toestel. Vergrendeling na het afkoelen van de rookgasinstallatie opheffen door de ontgrendelingstoets E RESET te gebruiken. A 1. Kabels van de rookgastemperatuursensor A los trekken. 2. Weerstand van de sensor meten en met karakteristiek vergelijken. Weerstand in kω ,8 0,6 0, Temperatuur in C 3. Bij sterke afwijking sensor vervangen. 86

87 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Temperatuurbegrenzer controleren 1. Kabels van de thermoschakelaar A lostrekken. A 2. Doorgang van de thermoschakelaar met een multimeetapparaat controleren. 3. Defecte thermoschakelaar demonteren. 4. Nieuwe thermoschakelaar monteren. 5. Na inbedrijfstelling ontstoringstoets E RESET op de regeling indrukken. Als na uitschakeling door storing het branderbesturingsapparaat niet is te ontgrendelen, hoewel de ketelwatertemperatuur lager is dan ca. 75 C, de volgende punten uitvoeren: 87

88 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Zekering controleren F1 1. Netspanning uitschakelen. 2. Afsluitingen aan de zijkant losmaken en regeling naar beneden klappen. 3. Afdekking A demonteren. 4. Zekering F1 controleren (zie aansluitings- en bedradingsschema). Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep Draairichting van de mengklepmotor controleren 1. Netschakelaar A op de uitbreidingsset uitzetten en weer inschakelen. Het toestel voert de volgende zelftest uit: Mengklep Dicht (150 s) Pomp Aan (10 s) Mengklep Open (10 s) Mengklep Dicht (10 s) Dan volgt weer normale regelwerking. 88

89 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) 2. Tijdens de zelftest op de draairichting van de mengklepmotor letten. Dan de mengklep met de hand op stand Open zetten. Montagehandleiding mengklep Opmerking De aanvoertemperatuursensor moet nu een hogere temperatuur herkennen. Als de temperatuur lager wordt, is de draairichting van de motor verkeerd of het mengklepinzetstuk verkeerd ingebouwd. Draairichting van de mengklepmotor veranderen (indien nodig) Gevaar Een elektrische schok kan levensgevaarlijk zijn. Bij het openen van het apparaat netschakelaar en netspanning uitschakelen, bijv. met de zekering of een hoofdschakelaar. 2. Draairichtingsschakelaar omzetten: Schakelaarstand I voor verwarmingsretour van links (bij levering). HV HR KV A Netschakelaar B Draairichtingsschakelaar Schakelaarstand II voor verwarmingsretour van rechts. HV 1. Behuizingsafdekking onder en boven de uitbreidingsset eraf schroeven. Montagehandleiding uitbreidingsset KV HR 89

90 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Vitotronic 200-H controleren (accessoires) De Vitotronic 200-H is via de LON-verbindingskabel met de regeling verbonden. Als controle van de verbinding de deelnemerscontrole op de regeling van de verwarmingsketel uitvoeren (zie pagina 33). 90

91 Functiebeschrijving Regeling voor verhoogde werking Bedieningselementen en indicaties A B C D E F G RESET ºC + OK i A Manometer B Storingsindicatie (rood) C Optolink-interface alleen in combinatie met diagnoseadapter (accessoires) en Vitosoft (accessoires) Toetsen op het bedieningsveld: O Gewenste ketelwatertemperatuur F Gewenste warmwatertemperatuur O+F Service-testfunctie K Afschakelwerking D Werkingsindicatie (groen) E Ontgrendelingstoets F Bedieningsveld G Netschakelaar L Alleen warm water G Verwarmen en warm water / Comfortfunctie b/a Instelling van waarden d Bevestiging c Informatie e Basisinstelling (reset) Verwarmingsfunctie Bij vraag van de kamerthermostaat wordt in het werkingsprogramma Verwarmen en warmwater G de gewenste ketelwatertemperatuur aangehouden. Als er geen warmteaanvraag is, wordt de ketelwatertemperatuur op de opgegeven vorstbeschermingstemperatuur gehouden. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische thermostaat in het branderbesturingsapparaat op 82 C begrensd. Instelbereik van de aanvoertemperatuur: 40 tot 74 C. 91

92 Functiebeschrijving Regeling voor verhoogde werking (vervolg) Warmwaterbereiding met gascombinatietoestel Als de stromingsschakelaar een warmwaterafname (> 3 l/min) herkent, worden brander, circulatiepomp en 3-weg-klep in- resp. omgeschakeld. De brander moduleert volgens de uittredetemperatuur van het tapwater en wordt door de thermostaat (82 C) aan ketelzijde begrensd. Warmwaterbereiding met gasverwarmingstoestel Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de gewenste boilertemperatuur ligt, worden brander, circulatiepomp en 3-wegklep in- resp. bijgeschakeld. De gewenste keteltemperatuur ligt bij levering 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur (instelbaar via codeeradres 60 ). Als de werkelijke boilertemperatuur de gewenste boilertemperatuur met 2,5 K overstijgt, wordt de brander uitgeschakeld en de naloop van de boilerlaadpomp geactiveerd. Regeling voor weersafhankelijke werking Bedieningselementen en indicaties A B C D E F G H Keteltemperatuur C Ma 0 4 RESET + + OK A Manometer B Storingsindicatie (rood) C Optolink-interface alleen in combinatie met diagnoseadapter (accessoires) en Vitosoft (accessoires) 92

93 Regeling voor weersafhankelijke werking (vervolg) Functiebeschrijving D Werkingsaanduiding (groen) E Ontgrendelingstoets F Bedieningsveld Toetsen op het bedieningsveld: A B H D E F Tijdprogramma ruimteverwarming Tijdprogramma warmwaterbereiding en circulatiepomp (indien op de regeling aangesloten) Vakantieprogramma Tijd/datum Verlaagde ruimtetemperatuur Gewenste warmwatertemperatuur G Draaiknop voor de normale ruimtetemperatuur H Netschakelaar O+F Service-testfunctie K Uitschakelwerking L Alleen warm water G Verwarmen en warm water M Partywerking N Spaarwerking b/a Instelling van waarden d Bevestiging c Informatie e Basisinstelling (reset) Verwarmingsfunctie De regeling bepaalt een gewenste ketelwatertemperatuur in functie van de buitentemperatuur of de kamertemperatuur (bij aansluiting van een kamertemperatuurgestuurde afstandsbediening) en van de steilheid en het niveau van de stooklijn. De bepaalde gewenste ketelwatertemperatuur wordt naar het branderbesturingsapparaat gestuurd. Het branderbesturingsapparaat bepaalt uit de gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur de modulatiegraad en stuurt overeenkomstig de brander aan. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische thermostaat in het branderbesturingsapparaat op 82 C begrensd. 93

94 Functiebeschrijving Regeling voor weersafhankelijke werking (vervolg) Warmwaterbereiding met gascombinatietoestel Als de stromingsschakelaar een warmwaterafname (> 3 l/min) herkent, worden brander, circulatiepomp en 3-weg-klep in- resp. omgeschakeld. De brander moduleert volgens de uittredetemperatuur van het tapwater en wordt door de thermostaat (82 C) aan ketelzijde begrensd. Warmwaterbereiding met gasverwarmingstoestel Als de boilertemperatuur 2,5 K onder de gewenste boilertemperatuur ligt, worden brander, circulatiepomp en 3-wegklep in- resp. bijgeschakeld. De gewenste keteltemperatuur ligt bij levering 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur (instelbaar via codeeradres 60 ). Als de werkelijke boilertemperatuur de gewenste boilertemperatuur met 2,5 K overstijgt, wordt de brander uitgeschakeld en de naloop van de boilerlaadpomp geactiveerd. Bijkomende opwarming tapwater Als een schakelperiode in de vierde tijdfase wordt ingesteld, wordt de functie Bijkomende opwarming geactiveerd. De gewenste temperatuur voor de bijkomende opwarming kan worden ingesteld in codeeradres

95 Uitbreidingen voor externe aansluitingen (accessoires) Interne uitbreiding H1 Functiebeschrijving De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing ingebouwd. Op de relaisuitgang sk kunnen de volgende functies alternatief aangesloten worden. De functie wordt via codeeradres 53 toegewezen: Groepsalarmmelding (codering 53:0 ) Circulatiepomp (codering 53:1 ) (alleen bij weersafhankelijke werking) CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep (codering 53:2 ) Circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 53:3 ) Op aansluiting gd kan een externe veiligheidsklep aangesloten worden. 95

96 Functiebeschrijving Uitbreidingen voor externe aansluitingen (vervolg) Interne uitbreiding H2 De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizing ingebouwd. Op de relaisuitgang sk kunnen de volgende functies alternatief aangesloten worden. De functie wordt via codeeradres 53 toegewezen: Groepsalarmmelding (codering 53:0 ) Circulatiepomp (codering 53:1 ) (alleen bij weersafhankelijke werking) CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep (codering 53:2 ) Circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 53:3 ) Via aansluiting abj kan een afzuigtoestel uitgeschakeld worden als de brander start. 96

97 Uitbreidingen voor externe aansluitingen (vervolg) Externe uitbreiding H1 Functiebeschrijving De externe uitbreiding wordt via de KM- BUS aan de regeling van de CV-ketel aangesloten. Via de uitbreiding kunnen de volgende functies gelijktijdig aangestuurd resp. verwerkt worden: A Netschakelaar (door de installateur te voorzien) sö CV-circuitpomp voor CV-circuit zonder mengklep sa Circulatiepomp voor boileropwarming sk Circulatiepomp (alleen bij weersafhankelijke werking) fö Netaansluiting gö Groepsalarmmelding avd Extern afsluiten (Klemmen 2-3) Externe aanvraag (Klemmen 2-3) Externe werkingsprogrammaomschakeling (klem 1-2) (alleen bij weersafhankelijke werking) De toewijzing van de functie Externe omschakeling van het werkingsprogramma wordt via codeeradres 91 ingesteld. avf Externe gewenste waarde 0 tot 10 V avg KM-BUS 97

98 Functiebeschrijving Uitbreidingen voor externe aansluitingen (vervolg) Externe uitbreiding H2 De externe uitbreiding wordt via de KM- BUS aan de regeling van de CV-ketel aangesloten. Via de uitbreiding kunnen de volgende functies gelijktijdig aangestuurd resp. verwerkt worden: A Netschakelaar (door de installateur te voorzien) sk Circulatiepomp (alleen bij weersafhankelijke werking) fö Netaansluiting avd Extern afsluiten (Klemmen 2-3) Externe aanvraag (Klemmen 2-3) Externe werkingsprogrammaomschakeling (klemmen 1-2) (alleen bij weersafhankelijke werking) De toewijzing van de functie Externe omschakeling van het werkingsprogramma wordt via codeeradres 91 ingesteld. avg KM-BUS 98

99 Functiebeschrijving Regelingsfuncties Externe omschakeling werkingsprogramma De functie Externe omschakeling werkingsprogramma wordt via de ingang avd van de externe uitbreiding gerealiseerd. In codeeradres 91 is ingesteld op welke verwarmingscircuits de werkingsprogramma-omschakeling werkt: Werkingsprogrammaomschakeling, Codering Geen omschakeling 91:0 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 91:1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 91:2 Verwarmingscircuit zonder mengklep en verwarmingscircuit 91:3 met mengklep In codeeradres D5 is ingesteld in welke richting de werkingsprogrammaomschakeling plaatsvindt: Werkingsprogrammaomschakeling, Codering Omschakeling in richting Permanent verlaagd resp. Permanente d5:0 uitschakelmodus (afhankelijk van gewenste waarde) Omschakeling in richting Permanente verwarmingsmodus d5:1 De duur van de omschakeling van het werkingsprogramma kan met codeeradres F2 worden ingesteld: Werkingsprogrammaomschakeling, Codering Geen omschakeling werkingsprogramma F2:0 Duur van de omschakeling van het werkingsprogramma 1 tot 12 uur F2:1 tot F2:12 De omschakeling van het werkingsprogramma blijft zolang actief als het contact gesloten is, minstens echter zolang als de met codeeradres F2 opgegeven tijdsinstelling. 99

100 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Extern blokkeren De functie Extern blokkeren wordt via de ingang avd van de externe uitbreiding aangesloten. Welke invloed het signaal Ext. blokkeren op de aangesloten circulatiepompen heeft, wordt met codeeradres 32 ingesteld. Extern aanvragen De functie Extern aanvragen wordt via de ingang avd van de externe uitbreiding aangesloten. Welke invloed het signaal Ext. aanvragen op de aangesloten circulatiepompen heeft, wordt met codeeradres 34 ingesteld. De minimale gewenste ketelwatertemperatuur bij ext. aanvraag wordt met codeeradres 9b ingesteld. Ontluchtingsprogramma In het ontluchtingsprogramma wordt 20 min lang de circulatiepomp elke 30 s afwisselend in- en uitgeschakeld. De omschakelklep wordt afwisselend voor een bepaalde tijd in de richting stookwerking en tapwaterverwarming geschakeld. Tijdens het ontluchtingsprogramma is de brander uitgeschakeld. Het ontluchtingsprogramma wordt door de codering 2F:1 geactiveerd. Na 20 min wordt het programma automatisch inactief en wordt codeeradres 2F op de waarde 0 gezet. Vulprogramma Bij levering staat de omschakelklep in de middenstand zodat de installatie geheel gevuld kan worden. Nadat de regeling is ingeschakeld, gaat de omschakelklep niet meer naar de middenstand. Daarna kan de omschakelklep via de codering 2F:2 in de middenstand worden gezet. Bij deze instelling kan de regeling uitgeschakeld en de installatie geheel gevuld worden. Vullen bij ingeschakelde regeling Als de installatie bij ingeschakelde regeling gevuld moet worden, wordt de omschakelklep op codeeradres 2F:2 in de middenstand gezet en de pomp ingeschakeld. Als de functie via codeeradres 2F geactiveerd wordt, gaat de brander uit bedrijf. Na 20 min wordt het programma automatisch inactief en wordt codeeradres 2F op de waarde 0 gezet. 100

101 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Estrikfunctie Met de estrikfunctie is de droging van estrik (dekvloer) mogelijk. Hiervoor moeten de gegevens van de estrikproducent beslist worden gerespecteerd. Bij geactiveerde estrikfunctie wordt de CV-pomp van het mengklepcircuit ingeschakeld en de aanvoertemperatuur op het ingestelde profiel gehouden. Na beëindiging (30 dagen) wordt het mengklepcircuit automatisch met de ingestelde parameters geregeld. EN 1264 respecteren. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen Bereikte max. aanvoertemperatuur Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht Verschillende temperatuurprofielen zijn via het codeeradres F1 instelbaar. Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie gecontinueerd. Als de estrikfunctie is beëindigd is of de codering F1:0 handmatig wordt ingesteld, wordt Verwarmen en Warm Water ingeschakeld. Temperatuurprofiel 1: (EN ) codering F1:1 Aanvoertemperatuur C Dagen Temperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) codering F1:2 Aanvoertemperatuur C Dagen 101

102 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 3: codering F1:3 Aanvoertemperatuur C Dagen Temperatuurprofiel 4: codering F1:4 Aanvoertemperatuur C Dagen Temperatuurprofiel 5: codering F1:5 Aanvoertemperatuur C Dagen 102

103 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Temperatuurprofiel 6: codering F1:6 Aanvoertemperatuur C Dagen Temperatuurprofiel 7: codering F1:15 Aanvoertemperatuur C Dagen Verhoging van de gereduceerde ruimtetemperatuur Bij werking met gereduceerde ruimtetemperatuur kan de gewenste verlaagde ruimtetemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch worden verhoogd. De temperatuurverhoging vindt plaats volgens de ingestelde stooklijn en max. tot de normale gewenste ruimtetemperatuur. De grenswaarden van de buitentemperatuur voor begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen met de codeeradressen F8 en F9 worden ingesteld. 103

104 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C A B Gewenste ruimtetemperatuur in C Buitentemperatuur in C A Stooklijn voor werking op normale ruimtetemperatuur B Stooklijn voor werking op verlaagde ruimtetemperatuur Verkorting van de opwarmtijd Bij de overgang van werking met verlaagde ruimtetemperatuur naar werking met normale ruimtetemperatuur wordt de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur conform de ingestelde stooklijn verhoogd. De verhoging van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur kan automatisch worden ingesteld. De waarde en de duur voor de extra verhoging van de gewenste ketelwaterresp. aanvoertemperatuur kan met de codeeradressen FA en Fb worden ingesteld. 104

105 Functiebeschrijving Regelingsfuncties (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur in C C B A D Tijd in h A Begin van de werking op normale ruimtetemperatuur B Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens de ingestelde stooklijn C Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens codeeradres FA : 50 C + 20 % = 60 C D Periode van werking met gewenste verhoogde ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens codeeradres Fb : 60 min. Codeerschakelaar van de afstandsbediening De codeerschakelaars bevinden zich op de printplaat in het bovenste deel van de behuizing. 105

106 Functiebeschrijving Codeerschakelaar van de afstandsbediening (vervolg) Afstandsbediening Afstandsbediening werkt op verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Stand codeerschakelaar ON Afstandsbediening werkt op verwarmingscircuit met mengklep M2 ON Bij aansluiting van een afzonderlijke kamertemperatuursensor moet codeerschakelaar 3 op ON gezet worden. ON Elektronische verbrandingsregeling De elektronische verbrandingsregeling gebruikt de natuurkundige samenhang tussen de hoogte van de ionisatiestroom en het luchtgetal λ. Bij alle gaskwaliteiten is er bij luchtgetal 1 een maximale ionisatiestroom. Het ionisatiesignaal wordt door de verbrandingsregeling geëvalueerd en het luchtgetal wordt op een waarde tussen λ=1,24 tot 1,44 ingeregeld. In dit bereik is er een optimale verbrandingskwaliteit. De elektronische gasarmatuur regelt daarna naargelang de gaskwaliteit de nodige gashoeveelheid. Ter controle van de verbrandingskwaliteit wordt het CO 2 -gehalte of het O 2 - Gehalte van het rookgas gemeten. Aan de hand van de gemeten waarden wordt het luchtgetal bepaald. De verhouding tussen CO 2 - of O 2 -gehalte en luchtgetal λ is in de volgende tabel weergegeven. 106

107 Functiebeschrijving Elektronische verbrandingsregeling (vervolg) Luchtgetal λ CO 2 - /O 2 -gehalte Luchtgetal λ O 2 -gehalte (%) CO 2 -gehalte (%) bij aardgas E CO 2 -gehalte (%) bij aardgas LL 1,24 4,4 9,2 9,1 10,9 1,27 4,9 9,0 8,9 10,6 1,30 5,3 8,7 8,6 10,3 1,34 5,7 8,5 8,4 10,0 1,37 6,1 8,3 8,2 9,8 1,40 6,5 8,1 8,0 9,6 1,44 6,9 7,8 7,7 9,3 CO 2 -gehalte (%) bij propaan P Voor een optimale verbrandingsregeling kalibreert het systeem zich zelf cyclisch of na een spanningsonderbreking (buitenwerkingstelling). Daarbij wordt de verbranding gedurende korte tijd op max. ionisatiestroom ingeregeld (komt overeen met luchtgetal λ=1). Het zelfstandig kalibreren wordt kort na de branderstart uitgevoerd en duurt ca. 5 s. Daarbij kunnen gedurende korte tijd verhoogde CO-emissies voorkomen. De verbrandingsregeling kan ook handmatig worden gekalibreerd, bijv. na onderhouds- en servicewerkzaamheden (codeeradres 85 ). 107

108 Schema's Aansluit- en bedradingsschema Interne aansluitingen A1 Basisprintplaat X... Elektrische interface Keteltemperatuursensor $ Uitlaattemperatuursensor (HR-gascombitoestel) aa ag dö fj Ionisatie-elektrode Rookgastemperatuursensor Stappenmotor voor omschakelklep Temperatuurbegrenzer 108

109 Schema's Aansluit- en bedradingsschema Interne (vervolg) gf Ontstekingseenheid a-ö Ventilatormotor a-ö A Aansturing ventilatormotor avl a:ö Waterschakelaar (HR-gascombitoestel) Modulatiespoel 109

110 Schema's Aansluit- en bedradingsschema Externe aansluitingen 110

111 Schema's Aansluit- en bedradingsschema Externe (vervolg) A1 Basisprintplaat A2 Schakeladapter A3 Optolink A4 Branderautomaat A5 Bedieningsgedeelte A6 Codeerstekker A7 Aansluitadapter A8 Communicatiemodule LON (Vitotronic 200) A9 Interne uitbreiding H1 of H2 S1 Netschakelaar S2 Ontgrendelingstoets X... Elektrische interface! Buitentemperatuursensor? Aanvoertemperatuursensor open verdeler % Boilertemperatuursensor (HRverwarmingstoestel op gas) of Comfortsensor (HR-gacombitoestel) (stekker op kabelboom) sö Interne circulatiepomp dg Gasmagneetklep fö Netaansluiting lh Netaansluiting accessoires en Vitotrol 100 a-ö Ventilatormotor a-ö A Aansturing ventilatormotor aya Gasdrukbewaking avg KM-BUS 111

112 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten Aanwijzing voor bestellingen van onderdelen! Bij bestelling moeten het bestelnr., het serienr. (zie typeplaatje) en het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst) worden vermeld. Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. 001 Snelontluchter 002 Aansluitbuis verwarmingswateraanvoer 003 Vormslang verwarmingsaanvoer 006 Aansluitbocht verwarmingswaterretour 007 Aansluitbocht verwarmingswateraanvoer 009 Borgveer 010 Pompmotor 013 Sifon 014 Warmtewisselaar 015 Doorvoertules (set) 017 Condenswaterslang 018 Condenswaterslang 019 Afsluitstop ketelaansluitstuk 020 Pakkingset warmtewisselaar *2 021 Platenwarmtewisselaar *2 022 Manometer 023 Waterschakelaar *2 024 Debietbegrenzer *2 025 Lineaire stappenmotor 026 Ketelaansluitstuk (met pos. 019 en 036) 027 Aftapkraan 030 Isolatieblok 031 Isolatie platenwarmtewisselaar *2 033 Gasaansluitbuis 034 Aansluitbuis verwarmingswaterretour 036 Rookgaspakking 037 Membraanexpansievat *2 Alleen bij serienr en Aansluitleiding voor membraanexpansievat 052 Vlambeker 053 Pakking vlambeker 058 Pakking branderdeur 059 Ventilator 061 Gascombiregelaar 062 Branderdeur 063 Ontstekingsapparaat 070 Pakking ionisatie-elektrode 071 Pakking ontstekingselektrode 072 Pakking A 17x24x2 074 Venturiverlenging 080 Regeling Vitodens 081 Afdekking achter 082 Afsluitbeugel (10 stuks) 083 Houder 084 Klep 085 Manometerhouder 086 Klem 087 Scharnier 088 Codeerstekker 089 Zekering (10 stuks) 090 Bedieningseenheid voor verhoogde werking 091 Bedieningseenheid voor weersafhankelijke werking 092 Interne uitbreiding H1 093 Communicatiemodule LON (accessoires) 094 Printplaat adapter LON-module (accessoires) 095 Zekeringhouder 106 Afscherming 150 Buitentemperatuursensor 151 Rookgastemperatuursensor 152 Temperatuurbegrenzer 153 Temperatuursensor 154 Comfortsensor *2 200 Frontplaat (met pos. 201) 201 Bevestigingsclip 112

113 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) Slijtende onderdelen 050 Branderpakking 051 Isolatiering 054 Blok ontstekingselektroden 055 Ionisatie-elektrode Onderdelen zonder afbeelding 016 Speciaal smeervet 028 Connectorborgingen (set) 041 Connectorafdichtingen (set) 042 Bevestigingselementen (set) 073 Gasinjector 096 Contrastekker 097 Leidingklem 100 Kabelboom X8/X9 101 Aansluitkabel ventilator Aansluitkabel gasmagneetklep Aansluitkabel stappenmotor 104 Ionisatiekabel 105 Kabelboom aarde/ontstekingsmodule 202 Spuitbuslak, vitowit 203 Lakstift, vitowit 300 Montagehandleiding 301 Servicehandleiding 302 Bedieningshandleiding voor verhoogde werking 303 Bedieningshandleiding voor weersafhankelijke werking A Typeplaatje 113

114 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg)

115 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) A

116 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg)

117 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg)

118 Protocollen Protocollen Instel en meetwaarden Gewenste waarde d.d. door Rustdruk mbar max. 57,5 mbar Aansluitdruk (dynamische druk) = bij aardgas E mbar 17,4-25 mbar = bij aardgas LL mbar 17,4-25 mbar = bij propaan mbar 42,5-57,5 mbar Gastype aankruisen Kooldioxidegehalte CO 2 bij het laagste vermogen vol.-% bij hoogste vermogen vol.-% Eerste inbedrijfstelling Onderhoud/ service Zuurstofgehalte O 2 bij het laagste vermogen vol.-% bij hoogste vermogen vol.-% Koolmonoxidegehalte CO bij het laagste vermogen ppm bij hoogste vermogen ppm 118

119 Technische gegevens Technische gegevens Nom. spanning: 230 V~ Nom. frequentie: 50 Hz Nom. stroom: 6 A Beschermingsklasse: I IP X 4 D conform Beschermingsgraad: EN Toegest. omgevingstemperatuur bij werking: +2 tot +45 C bij opslag en transport: -20 tot +65 C Instelling elektronische temperatuurbewaker: Instelling temperatuurbegrenzer: Voorzekering (net): 82 C (vast) 100 C (vast) max. 16 A Nom. vermogensbereik kw 4,8-19 6,5-26 8,8-35 T V /T R 50/30 C Nom. vermogensbereik bij tapwaterverwarming kw 5,9-29,3 7,9-35 HR-gascombitoestel Nom. vermogensbereik HR-gasverwarmingstoestel kw 4,5-17,9 6,2-24,7 8,3-33,0 HR-gascombitoestel kw 6,2-30,5 8,3-36,5 Aansluitwaarden op basis van max. belasting op aardgas E m 3 /h 1,89 3,23 3,86 aardgas LL m 3 /h 2,20 3,75 4,49 propaan kg/h 1,40 2,38 2,85 Product-identificatienummer _-0085 BR 0432 Opmerking Aansluitwaarden dienen uitsluitend ter informatie (bijv. voor gasaanvraag) of voor een benaderende en volumetrische aanvullende controle van de instelling. Wegens de fabrieksmatige instelling mogen de gasdrukken niet afwijken van deze waarden. Ref.: 15 C, 1013 mbar. 119

120 Verklaringen Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Vitodens 200-W Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitodens 200-W met de volgende normen overeenstemt: EN 483 EN EN 625 EN EN 677 EN EN EN EN Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _-0085 gekenmerkt: 90/396/EEG 92/42/EEG 2004/108/EG 2006/95/EG Dit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EEG) voor HR-ketels. Allendorf, 1 december 2006 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, bevestigen dat het product Vitodens 200-W voldoet aan de NO x -grenswaarden die in 1. BImSchV 7 (2) worden gesteld: Allendorf, 1 december 2006 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer 120

121 Index Index A Aansluitdruk...14 Afstandsbediening B Bedieningselementen...91, 92 Bedrijfstoestanden opvragen...65 Bevestigen van een storingsindicatie.68 Bijkomende opwarming tapwater...94 Boilertemperatuursensor...81 Brander demonteren...18 Brander inbouwen...20 Branderpakking...19 Buitentemperatuursensor...80 C Codering 1 oproepen...36 Codering 2 oproepen...39 Coderingen bij inbedrijfstelling...25 Coderingen terugzetten...58 Comfortsensor...83 Communicatiemodule LON...31 Condenswaterafvoer...22 Conformiteitsverklaring D Datum instellen...10 Debietbegrenzer...22 Draairichting mengklepmotor controleren...88 veranderen...89 E Eerste inbedrijfstelling...7 Elektronische verbrandingsregeling.106 Estrikdroging Estrikfunctie Extern aanvragen Extern blokkeren Externe omschakeling werkingsprogramma...99 F Foutmanager...32 Functiebeschrijvingen...91 Functies controleren...63 G Gasaansluitdruk...15 Gascombinatieregelaar...15 Gassoort...11 Gassoort omschakelen...12 I Indicaties...91, 92 Installatiedruk...7 Installatieschema's...25, 36, 37 Installatie vullen...7 Ionisatie-elektrode...20 K Kamertemperatuur instellen...30 Keteltemperatuursensor...81 Kleine onthardingsinstallatie...7 Korte info's...60 L Lekkagetest concentrisch systeem...17 Leveringsomvang...58 LON...31 deelnemerslijst actualiseren...32 deelnemersnummer instellen...32 foutbewaking...32 M Membraanexpansievat...7 N Niveau stooklijn...30 Normale kamertemperatuur...30 O Omschakeling gassoort...12 Onderdelenlijst

122 Index Index (vervolg) Onderhoud accepteren...34 terugzetten...35 Ontluchten...8 Ontluchtingsprogramma Ontsteking...20 Ontstekingselektroden...20 Opbouw storingsindicatie...67 Opvragen...60 Opwarmtijd Overzicht serviceniveaus...59 P Platenwarmtewisselaar...85 Protocol R Relaistest...63 Rookgastemperatuursensor...86 Rustdruk...15 S Schakelschema Sensoren opvragen...65 Sifon...9, 22 Steilheid stooklijn...30 Stooklijn...29 Storingen...67 Storingscodes...69 Storingsgeheugen...68 Storingshistorie...68 Storingsmelding oproepen...68 T Taalkeuze...11 Technische gegevens Temperaturen opvragen...60 Temperatuurbegrenzer...87 Tijd instellen...10 U Uitbreiding externe H externe H interne H interne H Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep...88 Uitgangen controleren...63 Uitlaattemperatuursensor...83 V Verbergen van een storingsindicatie..68 Verbrandingskamer reinigen...20 Verbrandingsregeling Verhoging van de gereduceerde ruimtetemperatuur Verklaring fabrikant Verkorting van de opwarmtijd Verlaagde kamertemperatuur...31 Verlaging van het opwarmvermogen Vermogen instellen...16 Verwarmingsoppervlak reinigen...20 Vitocom Vitotronic 200-H...90 Vitotronic 200-H...32 Vlambeker...19 Vulfunctie Vulwater...7 Z Zekering

123 123

124 Geldig voor Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier HR-gasverwarmingstoestel HR-gascombitoestel Type WB2B Type WB2B 4,8 tot 19,0 kw 6,5 tot 26,0 kw vanaf serienr. vanaf serienr ,5 tot 26,0 kw 8,8 tot 35,0 kw vanaf serienr. vanaf serienr ,8 tot 35,0 kw vanaf serienr Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 300. voor de vakman. Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-gaswandketel Uitvoering voor aardgas en propaan

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 300. voor de vakman. Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-gaswandketel Uitvoering voor aardgas en propaan Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-gaswandketel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 300 6 /2006 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200 type WB2A, 8,8 tot 20,0 kw HR-gaswandketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 6,5 tot 35,0 kw HR-gaswandketel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-ketel op gas als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 300

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-W type WS2A HR-ketel op gas als wandtoestel met geïntegreerde laadboiler 4,8 tot 35,0 kw, uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-W type WS2A HR-ketel op gas als wandtoestel met geïntegreerde laadboiler 4,8 tot 35,0 kw, aardgas- en propaanuitvoering Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-W type WS2A HR-ketel op gas als wandtoestel met geïntegreerde laadboiler 4,8 tot 35,0 kw, uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 80 en 105 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W 3/2011

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 4,8 35 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W 3/2012 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 45 en 60 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W 5/2010

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Checklist voor onderhoud

Checklist voor onderhoud Checklist voor onderhoud Voor gascondensatie-wandtoestellen en compacte HR-gastoestellen Vanaf leveringsdatum april 2012 wordt op de InoX-Radial-warmtewisselaar van roestvaststaal 10 jaar garantie op lekkage

Nadere informatie

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoesel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoesel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoesel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITODENS 333 3/2006 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman Serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W Type WB2C, 45 en 60 kw Condenserende HR-ketel op gas als wandtoestel Uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Auf deutsch erhältlich! Geldigheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Gasdiafragma vervangen

Gasdiafragma vervangen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Omschakeling gastype naar G 31 voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman Serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W Type WB2C, 80 en 105 kw Condenserende gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Serviceaanwijzing VITODENS 200-W. voor de vakman Serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W Type WB2C Condenserende HR-ketel op gas als wandtoestel 4,8 35 kw uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Auf deutsch erhältlich! Geldigheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Gascombiregelaar vervangen voor Vitodens 100-W en Vitodens 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOPEND 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOPEND 200-W. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitopend 200-W Type WHKA, 10,5 tot 24 kw Combinatiewaterverwarmer op gas voor gesloten werking Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas Auf Deutsch

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Gascombiregelaar vervangen voor Vitodens 100-W en Vitodens 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicevoorschrift VITODENS 200. voor de vakman

VIESMANN. Servicevoorschrift VITODENS 200. voor de vakman Servicevoorschrift voor de vakman VIESMANN Vitodens 200 Type WB2A, 8,8 tot 26,0 (28) kw Condenserende gasketel als wandtoestel voor werking met aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsaanwijzingen zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Servicevoorschrift VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Servicevoorschrift VITODENS 300. voor de vakman Servicevoorschrift voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 Type WB3A, 6,6 tot 35,0 kw Condenserende gasketel als wandtoestel voor werking met aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITODENS 222-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITODENS 222-W. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-W Type WS2B Condensatiewandtoestel op gas met ingebouwde laadboiler; 4,8 tot 35,0 kw, uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Auf Deutsch

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITODENS 222-F. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITODENS 222-F. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-F Type FS2B Condenserende HR-compactketel op gas 4,8 tot 35 kw, uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Auf deutsch erhältlich! Geldigheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 343-F. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 343-F. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 343-F type WS4B Compact-Energy-Tower met compacte HR-gasketel Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 80 en 100 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud VITOCELL 340-M/360-M 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 7/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 111-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 111-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 111-W type B1LB, 6,5 tot 35,0 kw Compact HR-toestel op gas Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 45 en 60 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 200-W 1/2010 Na montage deze handleiding recyclen!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 80 en 100 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervangen van brandercomponenten. voor de vakman. Vervangen van brandercomponenten

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervangen van brandercomponenten. voor de vakman. Vervangen van brandercomponenten Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervangen van brandercomponenten Cilinderbrander Aardgas E, LL en propaan voor Vitocrossal 200, type CM2 Nominaal vermogen 400 tot 620 kw Vervangen van brandercomponenten

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 100-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 100-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 100-W type B1HA, B1KA, 6,5 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 45 en 60 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervangen van brandercomponenten. voor de vakman. Vervangen van brandercomponenten

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervangen van brandercomponenten. voor de vakman. Vervangen van brandercomponenten Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervangen van brandercomponenten voor MatriX-stralingsbrander, type VM III Aardgas E en LL en Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw Vervangen

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, B2KA, 3,2 tot 35 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Kamerthermostaat Type UTA-RF VITOTROL 100 2/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 3/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling voor verhoogde of weersafhankelijke werking VITODENS 100-W 3/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 80 en 100 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 200. voor de vakman. Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kw HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 200 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 4,8 tot 35,0 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 200-W 5/2010 Na montage deze handleiding recycl en!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilator-gasbrander voor Vitocrossal 300, type CT3 Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 8/2011 Na montage

Nadere informatie

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 222-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 222-W type B2LA, 3,2 tot 35,0 kw Compact HR-toestel op gas Uitvoering op aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, B2KA, 3,2 35 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering op aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker VITOSOL-F 7/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 45 en 60 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS 200-W

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V VITOCELL 100-W. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V VITOCELL 100-W. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVA Warmwaterboiler, 160 tot 1000 liter inhoud Vitocell 100-W type CVA Warmwaterboiler, 160 tot 300 liter inhoud VITOCELL 100-V VITOCELL 100-W

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 80 en 100 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking VITOTRONIC 100 3/2005 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Extern verwarmde warmwaterboiler 130 en 200 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 11/2013

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 120 en 150 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type B2HA, 120 en 150 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITODENS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 11/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitomax 100-LW, Vitomax 200-LW en Vitomax 300-LT met 1860 tot 6600 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Na

Nadere informatie