ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Transcriptie

1 2Oe jaargang no. 4 - november Verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

2 Aold Hoksebarge REDAKTIE: W. E. ten Asbroek F. G. M. Gebbink-Broekhuis J. G. L. Overbeeke ADMINISTRATIE: Mej. H. M. G. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, 7481 JL Haaksbergen Postgirorekening nr Bankrekening Alg. Bank Nederland nr beide t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen Aold Hoksebarge" wordt vier keer per jaar toegezonden aan de leden van de Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 17,50 per jaar. Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met toestemming van de auteur(s) en bronvermelding. Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen D. JordaanJ.G.Hzn. J. B. A. Leusink J: G. L. Overbeeke W. E. ten Asbroek F. A. M. Brummelhuis H. J. J. ten Hagen Morsinkhofweg 34 1 e Voorzitter Nachtegaalstraat 13 2e Voorzitter Fazantstraat 13 1e Secretaris v. Heemskerkstraat 11 2e Secretaris Stiegert 68 1 e Penningmeester Mozartlaan 46 2e Penningmeester 7481 TT Haaksbergen 7481 AT Haaksbergen 7481 BG Haaksbergen 7482 BS Haaksbergen 7482 GE Haaksbergen 7482 VD Haaksbergen tel tel tel tel tel tel B. E. Asbreuk Mej. H. M. G. Brummelhuis F. G. M. Gebbink-Broekhuis J.F.Overbeek Benteloseweg 23 Dr. Ariënsstraat 8 Kolenbranderweg 53 Bevertstraat PN Haaksbergen 7481 JL Haaksbergen 7482 SE Haaksbergen 7481 CX Haaksbergen tel tel tel tel

3 1293 VERENIGINGSNIEUWS 68 Aold Hoksebargers" vertrokken om uur op zaterdag 12 september voor de najaarsexcursie naar Xanten aan de Rijn. Daar werden zij in het Archeologisch Park ontvangen door twee Nederlands sprekende gidsen, die uitvoerige inlichtingen gaven over de geschiedenis van Xanten, een voortzetting van een Romeinse nederzetting uit circa 100 na Chr. Uit de Middeleeuwse stad Ad sanctos of bij de heiligen" is Xanten ontstaan. Na de verwoesting in de 2e wereldoorlog werd de stad herbouwd. Bij het herstel werden veel resten van de oude nederzetting gevonden. Na een kopje koffie bracht men een bezoek aan de St. Victor dom, thans op voortreffelijke wijze rondgeleid door twee Duits sprekende heren. De oudste gedeelten van de dom stammen uit de 13e eeuw. Interessant waren vooral de verschillende oude altaren en de gerestaureerde crypte met de graven van vroeg christelijke martelaren. DE TAAL VAN HAAKSBERGEN (LXXIV) BEREND TE LINTELO (31) De dree eerste dage van de wekke, woarin de vasten begint, heet't de vasteloavensdage. Dat wazze vrooger dage, woarop de leu neet volle meer dearen as good etten en drinken en wille maken, 't Begon Zöndaags. 's Middaags kwam d'r flink wat oet d'n wiemen op toafel en 's oavens honk mooder de panne op 't veur en bakten lekkere pannekooke met spek d'r biej. Doar konnen ze dan d'n boek van op de leesge zetten. Oet de vesper trakteerden de jongs eure deerns in de harbarge en brachten ze noar 't hoes. Doar kreegen ze dan 'n köpken koffie met 'n kluntjen en as d'n vriejer noar 't zinne was van de oole leu, mosse ok merre anschikken, as de spekpannekooke op toafel kwam. 's Moandaags- en Dingseldaagsoavens koi de vasteloavensgekke met d'n foekepot zeen rondloopen. Dat wazzen maansleu, dee zik 't gezichte zwart harren emaakt, ne knipmusse op ezat en vroaleukleere an e trokken. Zoo koi ze heelemoal neet kennen. N'n foekepot maakten ze van ne blikken busse. Doaroaverhen spanden ze 'n stuk-van ne bloaze, woar milieu in 'n reetpiepken was vaste maakt. Ze maakten de haand an de binnenkaante luk nat en streeken d'r merre langs 't reetjen; dat gaf n'n groven rommeltoon: foeke, foeke, foeke! Dan trokken ze de buurte rond en zongen d'r biej: Foekepoiterij, foekepotterij, Geef mij 'n worstje dan ga 'k voorbij. 'k Heb al zoo lang met de foekepot geloopen, 'k Heb geen geld om brood te koopen, Foekepotterij, foekepotterij, Geef mij een worstje dan ga 'k voorbij.

4 1294 Onder de bedrieven duer probeert d'r eene met d'n stok ne wors oet d'n wiemen te stooten. Dat zalle wah meer biej de haand ehad hebben, hee is d'r.nog al haandig in. 't Doert neet heel lange of doar kump ne lekkere metwors anvallen, deete grip en gauw in d'n noaszak stek. 't Wodt um niks kwoaluk enommen. Dingseldaagsoavens was 't leste. Dan kwam de panne weer op 't veur en neet vuer niks. Dan kregen ze 't galgenmoal, hak hoaste zeg. Dan vratten ze zik allemoale nog es good dikke in de pannekooke, mer vueral in spek en wors. En gen wonder, dan gaf 't vuer Poasgen van de vetbreware neet volle meer. In de vasteloavensdage wodden de panne in Twenthe zoovölle gebroekt, dat ze d'r 'n sprökwoord van maakten. As d'r eene na volle wark hef zegche: Ik bun zoo drok as de panne op vasteloavend!". F.G.M. Gebbink-Broekhuis WONINGEN AAN DE ZEEDIJK (3) HUIS NR. 48 Evenals nr. 47 was dit huis door Gerrit Morsinkhof na 1811 gebouwd. In 1830 woonde er in het gjezin van Gerrit Pietersz Langebaard en Gerharda Morsink, die in 1840 in huis nr. 47 blijken te wonen. Medebewoners van nr. 48 waren Gerhardus Leppink en vrouw Christina Dieperink met vijf kinderen. Ook dit huis was een dubbele woning, die in 1850 bewoond werd door de gezinnen Hendrikus Reimerink Hzn. met vrouw Maria Magdalena Westerman en zeven kinderen en Berend Meijer met vrouw Rosina Molenkolk, weduwe ter Beeke met twee kinderen uit haar eerste huwelijk en één kind uit haar tweede. Hendrikus overleed in In 1870 woonde in dit deel van het huis het echtpaar Friedrich Christian Nobes en Hermina Scheggetman met drie kinderen. Omstreeks 1880 werden zij opgevolgd door het echtpaar Christianus ten Asbroek en Johanna Maria Molenkamp. Daarna woonde er de rijksveldwachter Hermannus Wolsink met zijn vrouw Harmken Dieperink en acht kinderen. In november 1888 kwam er de weduwe Elisabeth Veehof-Röring met twee zoons. Vanaf 1890 werd'dit deel bewoond door de timmerman Hermanus Weegerink, gehuwd met Johanna Michorius, die vier kinderen kregen. Zij vertrokken omstreeks 1909 naar een nieuw huis, dat op het perceel I 903 gebouwd werd. Berend Meijer en zijn vrouw woonden tot kort na 1870 in het andere deel van huis nr. 48 en werden toen opgevolgd door de familie Jan Hendrik Lansink en Elisabeth Wissing met twee kinderen. Nog voor 1880 gingen zij weer weg. In het laatste jaar woonde er Johannes Gerhardus Oldenkotte met zijn vrouw Janna Smits weduwe ten Hoopen, die uit haar eerste huwelijk vijf kinderen meebracht. Janna overleed in 1890, waarna J. G. Oldenkotte met

5 1295 Johanna Hendrika Overbeeke-Elferink, die uit haar eerste huwelijk een dochter meebracht. In de periode vertrokken zij en werden opgevolgd door het echtpaar Johannes Leferink en Hendrika Westendorp met vijf kinderen. Ook voor hen werd op I 903 een nieuw huis gebouwd. Gedurende de bouw woonden zij tijdelijk in huis nr. 50, zie aldaar. Het nieuwe dubbele woonhuis op I 903 werd mede bewoond door het gezin Ordelmans. Beide families woonden er zeker nog in HUIS NR. 49/50 In het verpondingsregister van 1602 werd een Arend Bartelink vermeld. In het vuurstedenregister van 1675 werd deze naam eveneens vermeld. Vermoedelijk was de tweede Arend een kleinzoon van de eerste. Hij woonde in huis nr. 49. Of Arend senior hier ook woonde is onzeker maar aannemelijk. In 1655 verkochten de weduwe Gerrit Bartelink en haar oudste zoon Arend een stuk land bij het Molenveld, aldus de Haaksbergse gerichtsprotocollen. Op 2 december 1695 huwde Arend Juniors zoon Gerrit Bartelink met Hendrikje Geverink Arendsdochter uit Eibergen. Volgens het NH lidmatenboek van 1696 en 1711 woonde Gerrit bij de Pastoriekamp. Hij had twee zonen. De eerste, weer Arend geheten, huwde in oktober 1728 met Grietje Bekkers uit Enschede en hertrouwde op 12 mei 1737 met Anna Catharina Wepers uit Haaksbergen. De tweede zoon Harmen Bartelink trouwde op 20 april 1741 met Aaltje Pruimers uit Haaksbergen. Arend, die uit het tweede huwelijk drie dochters had, woonde in huis nr. 49, maar Harmen woonde er mogelijk ook. Beide gezinnen woonden volgens de volkstelling van 1748 in het Molenrot. De eigendom van Arend is vermoedelijk later verefd op of verkocht aan zijn broer Harmen. Uit het huwelijk van Harmen werd op 25 december 1745 een zoon Jan geboren, die op 5 januari 1783 huwde met Catharina Breedschede. Jan overleed in 1813 en Catharina in Zij lieten een op 21 januari 1787 gedoopte zoon Hendrik na. Deze woonde in 1830 niet meer in huis nr. 49 maar was wel eigenaar. Voor zich zelf en zijn gezin had hij in 1827 een nieuw huisje gebouwd op een stuk grond bij het Molenveld. De grond was eigendom van de marke Haaksbergen en Hones. Huis nr. 49 werd verkocht aan Albertus Waanders. Deze was in 1812 gehuwd met Eva Eijsink. Zijn beroep wasgrofsmid. Hij bouwde op de ondergrond van huis nr. 49 een dubbel woonhuis nr. 49/50. In het deel nr. 50 woonde hijzelf. In nr. 49 werd tot ca het echtpaar Hendrik Jan Reimerink en Catharina Nijhuis vermeld, in het laatste jaar opgevolgd door de familie Albert Jan Slotman en Roelofken Brummelhuis. In pand nr. 49 werd in 1860 de veearts Carl Hummel uit Volmarstein vermeld, samen met zijn vrouw Elisabeth Kayser uit Hamm. Hij overleed op 12 januari 1869 waarna het huis bewoond werd door het echtpaar Johannes Bouwmeesters en Hendrika Molenkamp met drie kinderen. In 1877 werden zij opgevolgd door de weduwnaar Hermannus Kloosterman uit Darfeld. Zij dochter Frederika was gehuwd met Wilhelmus Theodorus Johan-

6 1296 nes van Sark uit Groenlo. Omstreeks 1890 vertrok dit gezin vader Kloosterman was intussen overleden en werd opgevolgd door de weduwe Gradina ten Hoopen-Waanders (uit nr. 50) en haar dochter de weduwe Alberta Johanna Velthuis-ten Hoopen. Voor 1909 werden zij opgevolgd door het echtpaar Johannes Waanders en Gerharda Johanna Veehof. In 1910 woonde er echter Johannes Jacobus van Sark, die in 1911 huwde met Hendrika Johanna Smook. Zij kregen zes kinderen. Na haar overlijden op 20 januari 1922 hertrouwde hij met Hanna Keemerink op Schiphorst uit Weerselo. HUIS NR. 50 Albertus Waanders overleed in 1854, zijn vrouw in Zij hadden twee zoons. De jongste Jannes was evenals zijn vader grofsmid. Deze bleef ongehuwd. De oudste zoon Jan was wever en bleef niet in dit huis wonen. De dochter Gradina huwde in 1850 met Gerrit Albert ten Hoopen. Dit echtpaar woonde eerst in pand nr. 50 maar vertrok omstreeks 1890 naar huis nr. 49. In huis nr. 50 bleef hun zoon Bernardus ten Hoopen. Ook hij was grofsmid. Hij huwde in 1887 met Johanna Hermina Hilderink. Ongeveer 1909 vertrokken zij met twee kinderen. Het huis werd toen tijdelijk bewoond door het echtpaar Johannes Leferink en Hendrika Westendorp, die uit huis nr. 48 afkomstig waren. Omstreeks 1910 vertrokken de Leferinks weer en werden in nr. 50 opgevolgd door het echtpaar Theodorus Hendrikus Waanders en Alberdina Waanders met zeven kinderen. Haar moeder was Esselina Waanders-van der Burgh. Naar haar kregen deze Waandersens de bijnaam Besliene. Opvolgers in het pand werd de in 1887 geboren zoon Johannes Bernardus Waanders en zijn in 1888 geboren vrouw Johanna Geertruida Overbeeke. Johannes Bernardus woonde er nog in HUIS NR. 51 De oorsprong van dit huis is onbekend. Mogelijk werd het op 15 februari 1710 vermeld in een testament van Jan Petri ten Raa, toen hij aan zijn dochters een schoppe naliet, die gelegen was naast het huis van Gerrit Bartelink (nr. 49/50). Ook de eerste bewoners zijn onbekend. Zeker is dat het pand vóór 1829 bewoond werd en eigendom was van Antonie Bavink, geboren in Ochtrup ca 1783 en gehuwd met Geertrui Bloemena uit Haaksbergen, geboren ca Inwonend was Joseph Riel, afkomstig uit Jassij in Moldavië, en zijn vrouw Elisabeth Visserink uit Amsterdan en hun in Frankfurt geboren dochter Antonia. Dit laatste gezin vertrok in 1829 naar Wallachije. Antonie Bavink verkocht in dat jaar het huis voor f 450, aan de timmerman Jan Bouwmeester. Zelf bleef hij wonen in een lemen huisje ernaast, dat hij in 1830 verkocht aan Derk Herman Schartman. Jan Bouwmeester woonde op de Piepenbrink. Hij overleed in 1830 en liet het huisje aan de Zeedijk na aan de R.K. Armenstaat, die in 1840 als eigenaar vermeld werd. Huis nr. 51 werd in 1830 bewoond door Jan Wolferink met zijn vrouw en dochtertje. In 1840 werden er vier gezinnen ver-

7 1297 meld n.l. Johannes Hendrikus Fij, de weduwe Hendrika Broekhuis-Bouwmeester, Anthony Hassink en Hendrika Koenderink. J.H. Fij overleed in 1872 nadat zijn vrouw Hendrika Belders reeds in 1862 gestorven was. Vanaf 1877 werd zijn opvolger Johannes Vennevertlo vermeld, die in 1881 stierf, opgevolgd door Hermina Waanders, die in 1899 overleed. Nadien werden in dit deel van het huis geen bewoners meer vermeld. De weduwe Hendrika Broekhuis-Bouwmeester overleed in Haar dochter en kleinzoon vertrokken in de periode 1870/79. In 1870 werd er ook vermeld de weduwe Maria Waanders-Slot met dochter en kleinzoon. Achtereenvolgens woonden er toen Johannes Wielens met zijn vrouw Maria Catharina Voss, de weduwe Berendina Noordink-Leus, overleden in 1881, Johanna Kaspers, overleden in 1893, Johann Heinrich Wittebroek met zijn vrouw Hendrika Waanders, overleden respectievelijk in 1897 en 1894, en de weduwnaar Jacob Jacobs Sikma. Vanaf augustus 1900 werd dit deel van het huis bewoond door Gerrit Jan Fij en zijn vrouw Anna Engelina Pieper. Zij overleed in 1917 waarna haar man in 1918 naar Deventer verhuisde. Anthony Hassink was gehuwd met Geziena Stikkink. Beiden overleden in 1855, waarna hun deel van het huis bewoond werd door de bombazijnwever Johannes Huls en zijn vrouw Johanna Horkenborg, die reeds op 29 juni van hetzelfde jaar het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Na 1860 werden in dit deel geen bewoners meer vermeld. In 1850 werd naast Hendrika Koenderink de weduwnaar Jan Hendrik Mensink vermeld, die op 25 januari van dat jaar overleed. Medebewoonster van dit gedeelte werd toen Hendrika's zuster Engele, die in 1870 stierf, waarna een derde zuster Berendina Koenderink haar plaats innam. Omstreeks 1900 vertrokken de Koenderinks. Zij werden opgevolgd door Gerrit Lukas uit Raalte, overleden in 1919, en zijn vrouw Gerridina Klein Kamphuis. HUIS NR. A Bij de volkstelling van 1748 werd onder de Hones vermeld het gezin van Jan Waanders met vrouw en twee kinderen boven 10 jaar met daarbij inwonend een zoon en dochter met een kind onder 10 jaar. Gezien de verdere historie is het zeer waarschijnlijk, dat Jan in dit huis woonde. Hij was twee keer gehuwd, op 30 januari 1707 met Geertruid Waanders Derksdochter en op 4 januari 1721 met de te Ledden geboren Anna Wienk Berendsdochter. Vermoedelijk uit het tweede huwelijk werd een dochter Francina geboren, die op 9 februari 1755 huwde met Steven ten Raa. Bij het huwelijk werd aangetekend, dat de bruid paaps was en hij gereformeerd. Op 23 september 1776 testeerde Francina ten gunste van haar man. Er waren blijkbaar geen kinderen. Steven hertrouwde op 21 december 1777 met Hendrika Karsenberg, die

8 1298 na Stevens overlijden op 13 januari 1782 hertrouwde met Egbert Grotenhuis, zoon van Derk Jan uit Dinxperlo. Egbert hertrouwde twee keer, op 12 juni 1785 met Hermina Saaltink uit Noordijk onder Neede en op 9 oktober 1791 met Berendina Reimerink van de Hones. Egbert woonde bij de volkstelling van 1795 in huis nr. A. Zijn gezin bestond totaal uit zes personen. In 1803 kocht Egbert voor f 1480, van de landsdomeinen de ondergrond van zijn huis en enkele percelen op de Akker daarbij. In het register op de 50e penning werd erbij vermeld, dat het huis reeds zijn eigendom was. Egbert overleed op 4 oktober 1807, 56 jaar oud. Opvolger in het huis werd zijn op 5 maart 1786 gedoopte zoon Hendrikus. Bij de volkstelling van 1830 werd het huis bewoond door Hendrikus en zijn toen 38-jarige te Lonneker geboren vrouw Geertruid Konink. Hun huwelijk is te Haaksbergen niet te vinden. Uit het NH doopboek blijkt, dat zij ook Geertje Klein Rutbeek genoemd werd. Uit het huwelijk werden twaalf kinderen geboren van wie in 1830 in leven waren Jan Hendrik, 15 jaar, Johanna, 9 jaar, Hendrik Jan, 4 jaar en Egbert, 2 jaar. Inwonend was de weduwnaar Jan Molenkamp, kleermaker, 80 jaar en zijn zoon Roelof en vrouw. Hendrikus testeerde op 21 juni 1839 en overleed 12 juli daarna. In 1840 werd het huis bewoond door de weduwe Hendrikus Grotenhuis en de medebewoner Jan Goorhuis met vrouw en acht kinderen. De weduwe Grotenhuis-Konink overleed op 7 december In het huis bleven wonen haar in 1814 geboren zoon Jan Hendrik en de in 1827 geboren zoon Egbert. Deze overleden respectievelijk op 6 augustus 1870 en 14 december De dienstbode Gerridina Assink bleef er wonen tot zij in 1879 verhuisde naar de gemeente Lonneker. Bewoners werden toen de in 1840 te Haaksbergen geboren Gerardus Nijhuis en zijn in 1842 te Hengelo geboren vrouw Johanna Maurik. Het huis werd toen kennelijk in twee delen gesplitst, want in een ander deel woonde Cornelis Egbertus Borghuis, gehuwd met Hendrika ter Braak. Hij was tapper en overleed op 15 december 1902, waarna zijn weduwe op 20 november 1903 hertrouwde met Jan Derk te Lintelo, wiens beroep als koffiehuishouder werd opgegeven. Hendrika ter Braak overleed 13 augustus 1817, waarna Jan Derk hertrouwde met de Eibergse Maria Engelina Luttikholt. Zij woonde voor haar huwelijk als huishoudster op de pastorie in Wognum. Omdat er geen kinderen waren werd het pand verkocht aan Johan Winkelman en later aan Henny Morsinkhof. HUIS NR. B Op de plaats van de woningen B, C en D werden in het hoofdgeldregister van 1764 twee bewoners vermeld: Hermannus Scholten en de weduwe Teutelink. De laatste woonde vermoedelijk in woning D en de eerste in B. Beiden werden na 1748 in de archieven vermeld. Hermannus Scholten was op 17 april 1740 getrouwd met Geertje Aaftink uit Langelo. Na haar overlijden her-

9 1299 trouwde hij op 27 februari 1785 met Clasiena Heuzels, de weduwe van Jan Hendrik Waanders. Het echtpaar Scholten-Heuzels werd in 1795 nog in huis nr. B vermeld. Clasiena was op 30 juli 1769 gehuwd met Jan Hendrik Waanders. Op 19 december 1774 werd uit dit huwelijk een dochter Hermina Waanders gedoopt, die op 28 mei 1803 met Arend Witbreuk trouwde. De ondergrond van de huizen B en C behoorde oorspronkelijk tot de zogenaamde hofgronden, eigendom van Rijksdomeinen. Kort voor 1802 werd de ondergrond van B gekocht door de weduwe Waanders-Heuzels en die van C door Jan Scholten. Waarschijnlijk door vererving werd in 1840 genoemde Arend Witbreuk als eigenaar van beide panden opgegeven, hoewel hij niet meer in leven was. Bij de volkstelling van 1830 woonde hij er nog als 60-jarige weduwnaar, samen met vier kinderen onder wie de in 1804 geboren zoon Jan Hendrik. Deze buwde rond 1832 met de in 1802 te Neede geboren Gerharda Jansen. Uit dit echtpaar werden vijf kinderen geboren. De in 1833 geboren dochter Hermina Witbreuk huwde omstreeks 1858 met Melchior Gesing te Ochtrup. Samen met twee dochters kwam dit echtpaar in 1862 naar huis B, waar nog drie dochters geboren werdem. Reeds twee jaar later was het gehele gezin Gesing overleden met uitzondering van een dochter Johanna Gerharda, die het huis in de periode 1901/1920 verliet. Inmiddels was Hermina's zuster, de in 1839 geboren Berendina Witbreuk, gehuwd met de in 1842 geboren Johannes Veehof. Voor 1880 werden vier kinderen van dit echtpaar geboren onder wie op 25 april van dit jaar de dochter Gerharda Johanna. In de periode 1901/1920 werden als bewoners van huis nr. B vermeld Johannes Veehof, fabrieksarbeider, overleden in 1905, Berendina Veehof-Witbreuk, overleden in 1924, Johanna Gerharda Gesing, in deze periode verhuisd en tenslotte Gerharda Johanna Veehof, gehuwd met de in 1878 geboren Johannes Waanders. Van dit laatste echtpaar vererfde pand nr. B op hun pleegzoon Emanuel van Kraenenbroeck. Deze was in 1908 geboren en in 1915 als Belgisch vluchteling naar Haaksbergen gekomen. Het huis was inmiddels naar de andere zijde van het terrein I 911 verplaatst. Daarna werden er meer huizen gebouwd. ' HUIZEN NRS. C en D Van oorsprong stond op deze plaats één huis, dat in 1764 bewoond werd door de weduwe Teutelink. Haar naam was Engele Hiddink en zij was op 21 november 1736 getrouwd met Jan Bassal Teutelink. Uit dit huwelijk werd op 22 november 1739 een zoon Gerrit geboren, die twee keer trouwde, op 10 juni 1764 met Trine Koenderink uit Brammelo en op 9 februari 1777 met Hermina Molenkamp. Van het laatste echtpaar werd op 21 oktober 1782 een zoon Berend gedoopt, die tussen 1808 en 1811 (hiaat in RK trouwboek) huwde met Aleida Boomkamp. Berend was in 1830 erfgenaam van de woning nr. D. Het naastgelegen huis nr. C werd toen bewoond door het echtpaar Christiaan Smits en Geertrui ten Voorde. De ondergrond van beide huizen was toen eigendom van notaris J.H. Jordaan. In 1840 werd Berend Teutelink als eigenaar van D opgegeven. Bewoonster was zijn weduwe

10 1300 A. Teutelink-Boomlamp. Huis nr. C was toen eigendom geworden van Arend Witbreuk. HUIS NR. C Bewoner van dit huis was in 1840 een zoon van Arend Witbreuk, Jan Willem geboren in 1805 en ca getrouwd met Johanna Schutte, die in 1811 te Vreden geboren was. Dit echtpaar had twee kinderen onder wie de in 1849 geboren zoon Arnoldus. Jan Willem overleed in Arnoldus huwde ca met Reinella Reimerink en ca met Christina Snijders. Arnoldus Witbreuk overleed in 1913 en zijn tweede vrouw in Opvolger in het pand werden de in 1881 geboren opperman Gerrit Jan Heemink en zijn in 1885 geboren vrouw Wilhelmina Johanna Groothuis. Uit dit huwelijk werden acht zonen geboren en geen dochters. In de dertiger jaren van deze eeuw verkocht Gerrit Jan Heemink het pand aan de familie Dijkhuis., die er thans nog woont. HUIS NR. D Zoals hiervoor vermeld werd huis nr. D in 1840 bewoond door de weduwe van Berend Teutelink, Aleida Boomkamp geheten. Inwonend waren drie dochters, van wie de jongste, de in 1830 geboren Arendina, op 31 maart 1858 trouwde met Johannes Hendrikus Fij. Hij overleed in Zijn weduwe woonde er nog in de periode 1881/90 samen met haar zoon Johannes Bernardus Fij en diens vrouw Johanna Kleinsman. Moeder Arendina Fij- Teutelink overleed in Haar zoon en schoondochter verhuisden in 1896 naar Bocholt. Het huis werd daarna afgebroken. De ondergrond werd verworven door Gerrit Jan Heemink, bewoner en eigenaar van pand nr. C. Zoals bij dit laatste pand vermeld werd het geheel in de dertiger jaren gekocht door de familie Dijkhuis. HUIS NR. E, OORSPRONKELIJK HONES NR. l Uit de gerichtsprotocollen blijkt dat Hendrik Leppink op 14 maart 1785 een stuk land op de Hones kocht van Anthony Jaasink voor f 198,. Waarschijnlijk was dit stuk land de ondergrond van huis nr. E. Het huis werd op 18 maart 1793 vermeld als eigendom van Hendrik Leppink. Het werd bewoond door Gerrit van Lochem en Jan Hendrik Wijlens. De eerste werd bij de volkstelling van 1795 vermeld als daghuurder, één persoon, en de tweede eveneens als daghuurder, drie personen. Volgens het koopmansboek Smits was Jan Hendrik Wijlens Jonkmanszoon getrouwd met de weduwe van Gerrit ten Hoopen in de Veldmaat. In 1793 noteerde Smits: Vertrokken naar het dorp". Op 24 december 1814 verkocht Gerhardus Leppink voor zich en andere erfgenamen van zijn wijlen vader Hendrik Leppink het huis met ondergrond voor f 315, aan Eva ter Hofstede, weduwe van Harmen Engerink te Enschede. Haar erfgenamen brachten het huis op 10 augustus 1818 in

11 1301 veiling. Koper werd Gerrit Brummelhuis voor f408,. Deze was in 1816 getrouwd met Hermina Ellen broek. In 1830 werd hij vermeld als eigenaar en bewoner van huis nr. E met zijn tweede vrouw Roelofje Schoneveld uit Delden. Inwonend was zijn moeder Christina Brummelhuis-Teutelink en hun 8-jarige zoon Herman. Mede inwonend was het gezin van de dagloner Gerrit Jan Weegerink en Hermina Oostendorp. Gerrit Brummelhuis overleed op 24 april 1832, maar werd in 1840 nog wel als eigenaar vermeld. Er werd toen slechts één hoofdbewoner vermeld n.l. Gerhardus Kuipers, die in 1816 te Enschede geboren was en omstreeks 1848 huwde met de in 1803 te Raalte geboren Sophia Vehof. In 1885 vertrok G. Kuipers. Hij was toen weduwnaar. In de periode 1860/69 werd het huis medebewoond door Jan Hendrik Lansink met zijn vrouw Elisabeth Wissing en hun zes kinderen. Het gezin Lansink werd opgevolgd door Jan Hendrik Laarveld met vrouw Anna Maria Theresia Mecks en twee kinderen en door Johanna Geertruida Bouwmeester met haar zoon Gerhard. Vanaf 1885 woonde er Egbert Jan Kaspers en zijn vrouw Gerharda Holters. Kaspers overleed in 1893 en Gerharda Holters in Het huis werd daarna bewoond door Johannes van der Worp en zijn vrouw Jetta Scholten en hun vier kinderen. In 1909 werden zijn opgevolgd door de weduwnaar Arend Jan Komman. Deze overleed in 1912 waarna het huis werd afgebroken. ' W.E. ten Asbroek - J.B.A. Leusink - J.G.L. Overbeeke. DE EIJSINKS IN HAAKSBERGEN (6) BOERSHUIS Op 9 maart 1743 kocht de op Boer Eijsink geboren zoon Hendrik Eijsink (C7) van Lambert Wissink voor f 700, de Wissinksnijdersplaats in Eppenzolder. Naar zijn afkomst werd de naam van het erve later Boershuis. A. HENDRIK EIJSINK, gehuwd /2 met JANNA TEN THIJE en hertrouwd 1748 met FENNE TEN HUNTFELT Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Joanna Eijsink, gedoopt /6 2. HENDRIK EIJSINK, zie B 3. Herman Eijsink, gedoopt /8 4. Gerrit Eijsink, gedoopt /8, gehuwd Delden /2 met Janna Heetpas. Landbouwer op de Wittenhut in Boekelo, vermoedelijk identiek met de Bartelinkhut. 5. Aaltje Eijsink, gedoopt /3, gehuwd /12 met Jan Morsinkhof 6. Jan Eijsink, gedoopt /9

12 Hendrikus Eijsink, gedoopt /9, overleden /2, gehuwd /5 met Jenneke de Witte. Landbouwer op Witteboer in Brammelerbroek. 8. Janna Eijsink, gedoopt /8 Kinderen uit het tweede huwelijk: 9. Joanna Eijsink, gedoopt /2, gehuwd /11 met Jan Hendrik Messelink 10. Eva Eijsink, gedoopt / Eva Eijsink, gedoopt /5, gehuwd /6 met Derk Oosterholt 12. Joannes Eijsink, gedoopt /8 13. HERMAN EIJSINK, zie Bornegoor 14. Joanna Eijsink, gedoopt /5, overleden /3, gehuwd /5 met Gerrit Leusink in het dorp Haaksbergen. Gerichtsprotocollen van Haaksbergen: /9 Jan Heetpas bespreekt Gerrit Eijsink en vrouw f 45, geleend geld voor ca. vijfjaar tijdens zware ziekte. Gerrit zegt dat Jan moet korten, wat hem uit de nalatenschap van schoonouders toekomt /1 Hendrik Eijsink en vrouw Fenne en de zoon van Hendrik, de jonge Hendrik en vrouw Janna sluiten een accoord over het Wissinksnijdersplaatsje, door Hendrik senior en zijn kinderen uit het eerste huwelijk in gemeenschap bezeten. Het plaatsje wordt aan de oudste voorzoon Hendrik junior overgegeven. Jan Scholte Morsink en Hermannus Leferink zijn op 11 juni 1767 aangesteld tot mombaren over de voorkinderen Aaltje en Hendrikus. Zoon Hendrik zal zijn broer Jannes het weven laten leren. Hendrik senior is voor 19 jaar in zijn tweede huwelijk getreden. Er zijn vier voorkinderen Hendrik, Gerrit, Aaltje en Hendrikus, de laatste twee zijn minderjarig /1 H.J. ten Raa bespreekt Hendrik Eijsink senior op Wissink. B. HENDRIK EIJSINK, gedoopt /12, overleden /10, gehuwd /5 met JANNA HARBERS Kinderen: 1. JOANNES EIJSINK, zie C 2. Fenne Eijsink, gedoopt /11, overleden /4, gehuwd /1 met Jan Onland, die voordien /10 gehuwd was met Dina Laarveld, weduwe van Berend Wissink. Landbouwer op Albershuis in Eppenzolder. 3. Elisabeth Eijsink, gedoopt /4 4. Elisabeth Eijsink nu Wissink, gedoopt /5, overleden /6 ca 1810 gehuwd met Roelof Zaadnoordijk, die /5 getrouwd was met Berendina Saalmerink. Landbouwer op de Hanenberg in de Veldmaat. 5. Jan Hendrik Wissink, gedoopt /10 6. Joannes Wissink, gedoopt /9

13 1303 C. JOANNES EIJSINK, gedoopt /7, overleden /10, gehuwd /7 met HERMINA MORSINKHOF, geboren 1774, overleden /9 Kinderen: 1. Jenneke Eijsink, gedoopt /12, overleden /2, gehuwd /5 met Berend Jan Horkenborg. Landbouwer op Boershuis. Zie ook artikel Wissink-erven in Eppenzolder. 2. Joanna Eijsink, gedoppt /1, overleden /3, gehuwd /6 met Hendrikus Wissink, die /2 hertrouwde met Johanna Wijlens. Landbouwer op Lenderink in Holthuizen. 3. Hendrica Eijsink, gedoopt /4 4. Gerrit Jan Eijsink, gedoopt /1, overleden /8, gehuwd /10 met Joanna Kemerink. Landbouwer op de Dreier in Boekelo. Zij hadden l kind Hermannus, geboren /10, overleden /3 5. Frederik Eijsink, gedoopt /7, overleden /2, gehuwd /3 met Berendina ter Braak. Landbouwer op de Dodden in Stepelo. Zij hadden 4 kinderen: Hendrika, geboren /12, overleden /12, gehuwd /6 met Waander Hobbenschot, Johannes, geboren /12, overleden /4, Hermina, geboren /10, overleden /3 en Geertruida, geboren /4, overleden 18587/5. 6. Jan Hendrik Eijsink, gedoopt 18186/10 Koopmansboek J. Smits: 1811 Boers Jannes Eijsink Boerszoon op Wissinkbrink en vrouw 1822 Berend Jan Horkenborg en zijn bruid Boers Jannes en dochter BORNEGOOR De onder Boershuis vermelde Herman Eijsink (A 13) werd door zijn huwelijk. landbouwer op Bornegoor in het Brammelerbroek. A. HERMAN EIJSINK, gedoopt /6, gehuwd Rietmolen /1 met LYSABETH BORNEGOOR, die ca hertrouwde met Joannes Braamhaar. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Henrica Eijsink, gedoopt /3, gehuwd /6 met Jannes Velthuis, landbouwer op Hooper Wönner in Brammelo. 2. GERRIT EIJSINK, zie B 3. Fredericus Eijsink alias Bornegoor, gedoopt /12, overleden /5, gehuwd met Hendrika Derkink, weduwe van Jannes Barrink. Landbouwer op Snuverink Woner en later op de Hof te Boekelo, beiden in Boekelo onder Enschede. 4. Anna Geertrui Bornegoor, gedoopt r /3

14 1304 Koopmansboek J. Smits: 1813 Hendrika Eijsink of Bornegoor woont bij Jan Hendrik ter Braak op Veltink en haar broer Frederik Jannes Velthuis en zijn vrouw Hendrika Bornegoor Jannes Velthuis Hoperwönner Frederik Eijsink woont nu op Kroemen Lankholt Jannes Eijsink Bornegoor Gerrit Bornegoor, broer van Hendrika, woont aan Lönneker. B. GERRIT EIJSINK, gedoopt 9/4, overleden /4, gehuwd ca met BERENDINA TEMMINK of WITBROEK. Aanvankelijk landbouwer onder Neede later op Meijerinkbroek in Boekelo. Kinderen: 1. Hermannus, geboren Neede /1, overleden /1 2. Maria Eijsink, geboren Neede 1828, overleden /7, gehuwd /6 met Gerrit Jan Keizers. 3. JAN DERK EIJSINK, zie C l 4. JOHANNES EIJSINK, zie C 2 Cl JAN DERK EISINK, geboren Neede /11, overleden /3, gehuwd 1861 met GEERTRUID HOFMEIJERS en hertrouwd /7 met JOHANNA ELLENBROEK, geboren /6, overleden /5. Kinderen uit het tweede huwelijk: 1. Geertruida Eijsink, geboren /8. 2. Berend Jan Eisink, geboren /2, gehuwd /6 met Johanna Paf. Landbouwer op Duisman in Brammelo. 3. Gerrit Jan Eisink, geboren /2, overleden /3 4. Berendina Eijsink, geboren /5, gehuwd /4 met Arend Jan Spenkelink en hertrouwd /5 met de weduwnaar Johannes Leferink. 5. Johannes Eisink, geboren /4 6. Gerrit Jan Eijsink, geboren /2 7. Hendrika Eisink, geboren /12, gehuwd /11 met Jan Hendrik Wijlens 8. Maria Eysink, geboren /3 C2 JOHANNES EISINK, geboren /3, overleden /1, gehuwd /5 met HENDRIKA WIELENS en hertrouwd 5/2 met GERHAR- DA WISSINK. Landbouwer op de Steek in Holthuizen. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Hendrika Eisink, geboren /11, gehuwd /5 met Jan Hendrik Wegdam en hertrouwd /6 met Johannes Hendrikus Brummelhuis. 2. Berend Jan Eisink, geboren /12, overleden /8

15 Johanna Eisink, geboren /2, overleden /4 4. BEREND JAN EISINK, zie D 5. Gerrit Jan Eisink, geboren /12, overleden /8 6. Aleida Eisink, geboren /6, overleden /3 Kinderen uit het tweede huwelijk: 7. Hendriku Johanna Eisink, geboren /11, overleden /10 8. Hendrika Johanna Geertruida Eisink, geboren /9, gehuwd /6 met Hendrik Komman. 9. Johanna Eisink, geboren /3, overleden /3 10. Hermanus Eisink, geboren /12 D. BEREND JAN EISINK, geboren /6, gehuwd /6 met MA- RIA HENDRIKA HOLTERS, Landbouwer op Muilvis in Brammelo. Kinderen: 1. Bernardus Johannes Eisink, geboren /6, overleden /6 2. Hendrika Berendina Eisink, geboren /6 3. Bernardus Johannes Eisink, geboren /4 4. Berendina Hendrika Eisink, geboren /9 5. Wilhelmina Gerharda Eisink, geboren /11 6. Johanna Geertruida Eisink, geboren /9, overleden /5 EIJSINKS IN HET DORP In het schattings- en veeregister van Vreden uit 1669 werden in de buurtschap Ammeloe-Wennewick als drie buren vermeld Eysing, Holterman en Leering. In de naastgelegen buurtschap Lunten werd de armlastige Liszbrock opgegeven. Als men dan in het oudst bekende RK doorpboek van Haaksbergen leest, dat de pastoor van 1733 tot 1739 als peters en meters van kinderen van Gerrit Eijsink en Eva Morsinkhof vermeldde Griete Leerink, Jan ten Lisbroek, Anna ten Holte en Jan Holters, dan ligt de conclusie voor de hand, dat de voorvaders van Gerrit Eijsink van het erve Eysing in Ammeloe stamden. Op de stafkaart nr. 34 H worden de erven Holterman en Liszbrock aangegeven. Zij liggen ca 2km ten noorden van het dorp Ammeloe en ook ca 2 km ten oosten van Oldenkott. Vermoedelijk heeft de vader van Gerrit Eijsink zich al te Haaksbergen gevestigd. Met hem begint de volgende stamreeks. " A. GERRIT EIJSINK, gehuwd ca 1700 met NN Kinderen: 1. Anna Eijsink, gehuwd /8 met Barthold Michorius, zoon van Engbert, die na Anna's overlijden hertrouwde met Elisabeth Warners, dochter van Derk. Zij was voordien mei 1722 gehuwd met Gaaken te Lintelo, zoon van Jan 2. GERRIT EIJSINK, zie B

16 1306 Gerrit Eijsink senior was waarschijnlijk een kleermaker, die van boer naar boer en van dorp naar dorp trok en uiteindelijk in Haaksbergen zijn definitieve verblijfplaats vond. In de gerichtsprotocollen van Borculo vindt men de namen van zijn groot- en overgrootvader: /11 Berntken Brethouwers, weduwe van Jan Rietmolle is gedagvaard door Geert Eysink als erfgenaam van zijn vader Bernt Eysink. Vader Eysink en Jan Brethouwers hebben 21 januari 1612 met elkaar afgerekend. Jan Brethouwers woont in het Stift Munster /1 Geert Eysink woont onder Vreden. B. GERRIT EIJSINK, gehuwd /1 met EVA MORSINKHOF, dochter van Jan en hertrouwd /3 met AALTJE BLOEMENA, dochter van Arend. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. GERHARDUS EIJSINK, zie C 2. Gesina Eijsink, gedoopt /4 3. JAN EIJSINK, zie Eijsink in de Klok 4. Hendrik Eijsink, gedoopt /1 5. Hendrik Eijsink, gedoopt /7 6. Gesina Eijsink, gedoopt /8 7. GERRIT EIJSINK, zie Eijsink Molenstraat 8. Anna Eijsink, gedoopt /7 9. Berend Eijsink, gedoopt /10 Ook Gerrit Eijsink junior was kleermaker, hij woonde eerste bij Reint Ottink aan de Markt te Haaksbergen en later in huis nr. 103 aan de Spoorstraat, nu deel van het winkelpand Piepenbrink. Volkstelling 1748 Inwonend bij de weduwe Reint Ottink: Gerrit Eijsink en vrouw met 2 kinderen boven en 2 onder tien jaar en een knecht. Gerichtsprotocollen van Haaksbergen: /8 Gerrit Eijsink en vrouw Aaltje Bloemena testeren op het langst leven. Gerrit heeft voorkinderen /5 Geertje ten Hoopen, weduwe van Jan Huls verkoopt voor f 700, aan Gerrit Eijsink en vrouw een huis en huisje en achterliggende gaarden tussen de huizen van Jan ter Horst en Hendrik Westendorp. Register op de 50e penning: /5 Gerrit Eijsink kocht 26 april van de weduwe Huls een huis in Haaksbergen voor f 700, /7 Gerrit Eijsink kocht een stukje gaardengrond voor f 74,....

17 AANVULLINGEN EN ERRATA 1307 Nr. I 2 Vuurstedenregister Boekelo. Uit de kadaterkaart van ca blijkt dat de oude markesteen bij de vroegere school aan de Beckumerweg ongeveer tegenover café Beukers het drie-markenpunt Eppenzolder, Holthuizen en Boekelo was. De kerk van St. Isidorus staat dus in de oude marke Holthuizen. Nr. I 4 Vuurstedenregister Hones. Het dorp Haaksbergen lag niet in zijn geheel binnen de marke Hones. De noordwestzijde grensde aan de marke Eppenzolder, de zuidwestzijde aan Langelo. Haaksbergen en Hones vormden eens één marke Hakesberghe" vermeld in 1475, waar toen de Hones-erven vermeld werden. Blz. 89 Het huis de Halve Maan. Gerhardus Wolferink en zijn vrouw Reinella ter Braak woonden van 1798 tot 1812 zelf op de Halve Maan, zij keerden toen terug naar het erve Wolferink. Arend ten Heggeler, landbouwer op Bolscher in Hengevelde, was gehuwd met Elisabeth Wolferink, zuster van Jannes Wolferink op de Haarmühle en oomzegster van Gerhardus. Blz. 149 Belastingdruk ook vroeger hoog. De zoutbelasting en het koffieen theegeld werden ingevoerd in 1692 en 1694 in plaats van de foutief vermelde jaren 1792 en Blz. 217 Het erve de Grobbe te Buurse. Op 7 juli 1720 trouwden Berendje Grobbink en dochter Grietje Grobbink ieder met een Jan Laink Harmenszoon. Deze waren echter geen broers maar oom en neef. Zij stamden van oorsprong niet uit Diersdorf bij Wesel, maar uit Horsteloh gericht Vreden. Te Diersdorf woonden hun landheren. Blz. 263 De watermolen bij Haaksbergen. Arent Lankheet, mulder, zoon van Jan Lankheet, kerkmeester, trouwde 22 juli 1683 te Haaksbergen met Hermken ten Have Jansdochter. Blz. 403 Assinkkamp, huis no. 86. Baltasar Toetelink was geen zoon van Tiste Baltasar, maar van Berend Toetelink en Lijsken Baltasar. Tiste en Lijsken waren broer en zuster, kinderen van Baltasar en Mette NN. Baltasar Toetelink en zijn vrouw Hermken Schulte Werners woonden eerst in huis nr. 67 (zie aldaar), daarna tot ca in huis nr. 86b en dan in het door hen gebouwde huis De Götte" aan de Eibergsestraat. Blz. 419 Assinkkamp, huis nr. 87. Zoals vermeld was Jacob ten Dornbusz gehuwd met Margaretha van Coeverden. Zijn broer Johan ten Dornbusz huwde in 1628 met Magdalena van Coeverden. Margaretha en Magdalena waren dochters van jonker Herman van Coeverden ten Wegdam en Adriana van Hetterschey.

18 1308 Blz. 823 Het oude Weerdshuis. Trine NN, vóór 1631 gehuwd met Herman Ernstink en in 1652 hertrouwd met Herman HaarmöUe, waséén dochter van Johan Wigger op Klein Rutbeeke, zoals blijkt uit de protocollen van het landgericht Enschede d.d. 5 januari 1619: Johan die Wigger te Rutbeeke met zoon Peter en dochterman Herman Ernstink en zijn jongste kinderen Lambert en Grietje verkochten aan Roelof te Rutbeeke en vrouw Joost land op de Hendrik te Rutbeeke's kamp. De namen van de kinderen werden ook vermeld in het testament van Trine op 16 april Herman Ernstink en Trine Wigger waren dus reeds voor 1619 gehuwd. ' Blz. 865 Klopjes in Haaksbergen. Naar aanleiding van de oproep aan onze lezers en hun bekende klopjes in de 19e eeuw op te geven vermeldde mevrouw Wolters-Slot de Vedders-kloppe, overleden ca Vermoedelijk was zij een Heuzels. Wijlen Anton Wielens noemde Elsmors' kloppe alias Elsmors' Mientje alias Mangel Mientje. Haar naam was Vaanholt. Zij woonde in het steegje achter de vroegere dorpsschool op de markt. Zij mangelde wasgoed voor plaatsgenoten en had daarvoor een zgn. trekmangel, een zware ijzeren plaat die op rollen over het wasgoed heen en weer bewogen werd. Zij was ook schoonmaakster van de school en onderhield de kachels van het gemeentehuis. W.E. ten Asbroek ' ' Op de volgende pagina's de volledige INHOUDSOPGAVE VAN DE JAARGANGEN XVI-XX VAN AOLD HOKSEBARGE De cijfers voor de artikelen verwijzen naar de jaargang, het tijdschriftnummer en de bladzijde.

19 VERENIGINGSACTIVITEITEN 1309 XVI l 987 Aanbieding boek Veldnamen aan het gemeentebestuur. Lezing H.H. Achterhof, Boerderijen in Twente en Achterhoek. W. Altmöller, Film over het oude Munsterland Jaarverslag 1982 Lezing GJ. Schutte, Varen waar geen water is Excursie naar Lochem Excursie naar Burgsteinfurt XVII l 1053 H. Kraaijenbrink, Oude bioscoopjournalen Lezing M. Zwaferink, Langs de Dinkel Lezing L. Kok, Witte wieven, Legende en werkelijkheid Jaarverslag Excursie naar Zutphen Excursie naar Ramsdorf en Velen Lezing J.B.A. Leusink, Opgravingen in de Pancratiuskerk Afscheid van A.J. Temmink XVIII l 1117 Lezing T. Hesselink-van der Riet, Klederdrachten in Twente Lezing J. Harenberg, Kastelen rond Lochem Jaarverslag Excursie naar Deventer Excursie naar Anbolt XIX l 1181 Lezing M. Zwaferink, Langs de Vecht XX Lezing A.J. Slot en J. Staargaard, Post en diligenceverkeer Jaarverslag Excursie naar Drempt en Laag Keppel Excursie naar Billerbeck l 1254 Lezing J.W.F. Kemink, De streek Eibergen-Rekken Lezing R. Echtermeijer, Oude films Lezing J.B.A. Leusink, De familie Jordaan Excursie naar Doesburg Jaarverslag Excursie naar Xanten WONINGEN IN HET DORP XVI l 1001 W.E. ten Asbroek, J.B.A. Leusink en J.G.L. Overbeeke Woningen Oostenrot 1-10 (V) idem (VI) W.E. ten Asbroek, J.B.A. Leusink en J.G.L. Overbeeke Woningen Oostenstraat (I) idem (II) XVII l 1055 idem (III) idem (IV) idem (V) idem (VI)

20 1310 XVIII l 1125 idem (VII) idem (VIII) 1146 W.E. ten Asbroek, J.B.A. Leusink en J.G.L. Overbeeke Woningen rond de Schepersbrink (I) idem (II) idem (III) XIX l 1190 idem (IV) W.E. ten Asbroek, J.B.A. Leusink en J.G.L. Overbeeke Woningen rond de Weeme (l) idem (2) idem (3) XX l 1247 idem (4) W.E. ten Asbroek, J.B.A. Leusink en J.G.L. Overbeeke Woningen aan de Zeedijk (l) idem (2) idem (3) ' ERVEN EN BOERDERIJEN XVI l 996 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke Erven Brummelhuis in Boekelo (V) idem (VI) W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke Scholten Vaarwerk in Buurse (I) idem (II) 1047 idem, Scholten Eums XVII l 1059 idem 1061 idem, Laakmors idem, Nijhuis op Laakmors 1080 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke, De Laarvelderven in Langelo, Het Laarrveld idem, Botterop 1093 idem, De Helle W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke De erven Nortwick 1108 idem, Zaadnoordijk XVIII l 1123 idem, Oude Noordijk idem, Smitterij idem, Veldkamp idem, Buursermenneke en Kiefte XIX l 1183 idem, Kiefte 1192 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke, De Molenvelderven op de Hones (l) W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke De erven Nortwick Knollei ij en Belt Jan 1203 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke De Molenvelderven op de Hones (2) -

21 1311 XX 3 4 l idem (3) idem (4) idem (5) idem (6) idem (7) DIALECT EN DIALECTSTUDIE XVI l XVII l XVIII l XIX l XX l F.G.M. Gebbink-Broekhuis, De Taal van Haaksbergen Bernard te Lintelo (12) idem (13) idem (14) idem (15) idem (16) idem (17) idem (18) idem (l9) idem (20) idem (21) idem (22) idem (23) idem (24) idem (25) idem (26) idem (27) idem (28) idem (29) idem (30) idem (31) HAAKSBERGSE FAMILIES XVIII XIX XX 4 l -2 3 l W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke De familie Langezaal (l) idem (2) idem (3) idem (4) W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke Eijsink in Haaksbergen (l) idem (2) idem (3) idem (4) idem (5) idem (6)

22 1312 HISTORISCHE VERHALEN - XVI l W.E. ten Asbroek, Kleine voorvallen (IX) B.E. Asbreuk, Hoe je aan een baby kunt komen 2 W.E. ten Asbroek, Kleine voorvallen (X) 3 H. Spaamer-Buursink, Drie Buursinks in de medicijnen W.E. ten Asbroek, Kleine voorvallen (XI) 4 idem (IX) (foutief genummerd) XVII l2 idem (X) idem (XI) 3 idem (XII) 4 XVIII l idem (XIII) H. Kormelink. De Brammelose zichtvrede bedreigd W.E. ten Asbroek, Kleine voorvallen (XIV) idem (XV) idem (XVI) DIVERSEN XVI XVII l XVIII l XIX l XX l P.W.J. ten Otter, Archieven in Overijssel R. de Jong, De klokken in de toren van de N.H. kerk B.E. Asbreuk, Mijmeringen van een boer bij de komst van de mais W.E. ten Asbroek, Een paasvuur in 1737 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke, Drankvergunnigenin 1903 W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke, Neringdoenden in 1795 en 1830(1) idem (II) idem (III) Eerste schriftelijke vermelding van Haaksbergen in 1188 W.E. ten Asbroek, Aankonding van cursus Twents J.G.L. Overbeeke, Het eerste gemeentebestuur van Haaksbergen W.E. ten Asbroek, Opstellen over de Pancratiuskerk J.G.L. Overbeeke, Volks- en veetelling in 1811 W.E. ten Asbroek, Buurserbeek van C. Elderink Aankondiging cursus Twents J.G.L. Overbeeke, Een bruidschat uit 1859 W.E. ten Asbroek, Hoe jeugdige delinquenten vroeger gestraft werden J.G.L. Overbeeke, Jacht op een loteling W.E. ten Asbroek, De inflatie in de loop der eeuwen J.G.L. Overbeeke, Aantal inwoners van Haaksbergen in 1809