Overwegen dat het wenselijk is kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overwegen dat het wenselijk is kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend;"

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Vlaardingen. Nr. CVDR77757_1 10 oktober 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 Burgemeester en wethouders van Vlaardingen, Overwegen dat het wenselijk is kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend; Gelet op artikel 4:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7, lid 1 onder b en 35 van de Wet werk en bijstand besluiten vast te stellen: Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand; b. woonkosten: - bij bewoning van een woning, een woonwagen of een woonboot in huur, de op de aanvangsdatum, van het lopende huurtoeslagtijdvak, per maand geldende huurprijs als omschreven in artikel 1 van de Wet op de huurtoeslag; - bij bewoning van een eigen woning, woonwagen of woonboot, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de in verband met de aankoop verschuldigde rente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning, woonwagen of woonboot verschuldigde zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor groot onderhoud. c. de bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onder c van de wet. Afdeling 2 Draagkracht Artikel 2 Vermogen Het volgens artikel 34 van de wet in aanmerking te nemen vermogen wordt geheel in beschouwing genomen. a. bij de toepassing van artikel 34 wordt ook het vermogen in de woning met bijbehorend erfin aanmerking genomen, voorzover tegeldemaking of (verdere) bezwaring hiervan in redelijkheid kan worden verlangd. b. onverminderd de overige beleidsregels bijzondere bijstand, wordt de bijzondere bijstandom niet verleend, indien tegeldemaking of (verdere) bezwaring van het in artikel 2, lid a bedoelde vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd. Artikel 3 Inkomen 1. Bij het volgens artikel 32 en 33 van de wet in aanmerking te nemen inkomen geldt een vrijlating van 20% bovenop de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Van het inkomen dat hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, wordt in beginsel 35% als middel in aanmerking genomen voor de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand. Als de kostensoort daartoe aanleiding geeft, kan hiervan worden afgeweken. 2. Een percentage van 100% geldt in geval van kosten voor duurzame gebruiksgoederen,levensonderhoud van jongeren van 18, 19 of 20 jaar, garantietoeslag aan voormalige één-ouder gezinnen, woonkostentoeslag, zorgtoeslag, buitengewone verwervingskosten, schuldsanering, kraampakket, verhuizing en woninginrichting. 3. Bij de vaststelling van het inkomen wordt een op basis van artikel 36 van de wet verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten. 4. Het in aanmerking te nemen inkomen wordt verlaagd met: a. de betalingen voor levensonderhoud ten behoeve van de niet in het gezinsverband van de belanghebbende levende echtgeno(o)t(e) en kinderen tot 21 jaar, alsmede ten behoeve van de gewezen echtgeno(o)t(e); b. de ten laste van de belanghebbende blijvende kosten in verband met studie en opleiding van kinderen. 5. Bij de vaststelling van het inkomen wordt uitgegaan van het periodieke inkomen van de belanghebbende(n) gedurende de maand waarin de aanvraag om bijzondere bijstand wordt ingediend. Indien dit inkomen geen juist inzicht geeft in het te verwachten inkomen gedurende de draagkrachtperiode, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen gedurende het aan de bedoelde maand vooraf- 1

2 gaande kwartaal, halfjaar of jaar. Dit is afhankelijk van welke periode het juiste inzicht geeft in het te verwachten inkomen. Artikel 4 Draagkrachtperiode 1. De draagkracht wordt telkens voor de periode van een jaar vastgesteld, beginnende op deeerste dag van de maand waarin de aanvraag om bijzondere bijstand wordt ingediend. 2. De draagkracht kan voor een kortere of langere periode vastgesteld worden, indien deperiode waarop de kosten (waarvoor bijzondere bijstand is aangevraagd) betrekking hebben daartoe aanleiding geeft. 3. De aanvangsdatum van de draagkrachtperiode kan op een andere dag bepaald worden,indien de omstandigheden dat vragen. 4. Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode een nieuwe aanvraag om bijzonderebijstand wordt ingediend, blijft ten opzichte daarvan de reeds eerder vastgesteldedraagkracht voor die periode gelden. Artikel 5 Draagkrachtverrekening 1. De draagkracht wordt in één keer met de bijzondere bijstand verrekend. 2. In afwijking van het eerste lid kan, ingeval van periodieke bijzondere bijstand, de draagkracht verrekend worden naar rato van het aantal maanden van de periode waarop deze bijstand betrekking heeft. Artikel 6 Wijziging draagkracht(periode) Een vastgestelde draagkracht of draagkrachtperiode kan slechts gewijzigd worden, indien de persoonlijke of financiële omstandigheden van de belanghebbende ingrijpend gewijzigd zijn. Afdeling 3 Drempelbedrag Artikel 7 Geen drempelbedrag Van de in artikel 35, lid 2 van de wet opgenomen bevoegdheid bijzondere bijstand te weigeren, indien de kosten binnen de twaalf maanden het in dat artikel genoemde bedrag niet te boven gaan, wordt geen gebruik gemaakt. Hoofdstuk II Kostensoorten Afdeling 4 Duurzame gebruiksgoederen Artikel 8 1. Bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen wordtverstrekt in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet. 2. Indien bijstand wordt verleend in de vorm van borgtocht als bedoeld in het eerste lid,wordt bijstand verleend voor de kosten van rente en aflossing van de met de Stadsbank Midden Nederland of kredietinstelling als genoemd in artikel 49 van de wet overeengekomen geldlening, voorzover deze kosten hoger zijn dan de hieronder in artikel 9 lid 3 bedoelde aflossingsbedragen. Artikel 9 Geldlening 1. Indien een geldlening als bedoeld in artikel 8 wordt verstrekt, worden de aflossingsbedragen en de duur van de aflossing mede afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. 2. Bij deze afstemming wordt het betoonde besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betrokken en kan bepaald worden dat rente is verschuldigd over de geldlening. 3. Tenzij de afstemming als omschreven in het eerste en tweede lid aanleiding geeft hiervan af te wijken, wordt de duur van de aflossing op 36 maanden en de flossingsbedragen op 6% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm gesteld, verhoogd met de maximale gemeentelijke toeslag. 4. Een vastgestelde aflossingsperiode en/of aflossingsbedrag kan herzien worden, indien een wijziging in de omstandigheden, mogelijkheden of middelen van de belanghebbende daartoe aanleiding geeft. Afdeling 5 Jongeren Artikel 10 Criteria 1. Een persoon van 18, 19 of 20 jaar heeft slechts recht op bijzondere bijstand voor zover de noodzakelijke kosten van het bestaan van de belanghebbende uitgaan boven de toepasselijke bijstandsnorm en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders, omdat: a. de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn, of 2

3 b. de belanghebbende redelijkerwijs het onderhoudsrecht jegens de ouders niet te gelde kan maken. 2. Van noodzakelijke bestaanskosten, die de toepasselijke bijstandsnorm te boven gaan, kan uitsluitend sprake zijn ingeval de belanghebbende, als bedoeld in het eerste lid, zelfstandige huisvesting heeft én deze zelfstandige huisvesting noodzakelijk is. 3. De bijzondere bijstand wordt vastgesteld, rekening houdend met de individuele omstandigheden, doch maximaal op de ingevolge artikel 21 van de wet geldende norm voor een 21-jarige. Afdeling 6 Garantietoeslag Artikel Bijzondere bijstand in de vorm van een garantietoeslag kan worden verstrekt indien: a. bij een alleenstaande ouder het jongste, in de gezinsbijstand inbegrepen kind, 18 jaar wordt en daardoor niet meer ten laste van de ouder komt, als gevolg waarvan op de ouder het normbedrag voor een alleenstaande van toepassing wordt en b. dit kind tot het huishouden blijft behoren. 2. De bijzondere bijstand als bedoeld in het eerste lid is gelijk aan het verschil tussen de som van de inkomens van de voormalige alleenstaande ouder en het kind en het normbedrag voor gehuwden, genoemd in artikel 21 van de wet en wordt verstrekt zolang het kind de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt. Afdeling 7 Woonkosten Artikel Wanneer deze de maximale rekenhuur op grond van de Wet op de huurtoeslag niet overschrijden, bestaat recht op bijzondere bijstand voor woonkosten, indien: a. een huurwoning, huurwoonwagen of huurwoonboot wordt bewoond, waarvoor recht bestaat op een huurtoeslag, maar deze is berekend met inachtneming van een basishuur, die hoger is dan de basishuur bij de laagste inkomensklasse; b. een huurwoning, huurwoonwagen of huurwoonboot wordt bewoond, waarvoor nog geen recht of geen recht meer bestaat op een huurtoeslag, omdat deze alleen wordt verstrekt wanneer gedurende de volledige maand huur is verschuldigd; c. een eigen woning, woonwagen of woonboot wordt bewoond. 2. De bijzondere bijstand, als bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de huurtoeslag, berekend in overeenstemming met de Wet op de huurtoeslag maar met inachtneming van de basishuur bij de laagste inkomensklasse en van de periode waarover nog geen recht of geen recht meer bestaat op een huurtoeslag, en verminderd met de toegekende huurtoeslag of een daarmee vergelijkbare bijdrage in de woonkosten. 3. Wanneer de woonkosten de in het eerste lid bedoelde rekenhuur overschrijden, wordt de bijzondere bijstand in overeenstemming met lid 2 van deze regel berekend, met dien verstande dat de woonkosten die uitgaan boven de maximale rekenhuur volledig voor bijstand in aanmerking komen. 4. Aan de verstrekking van de in lid 3 bedoelde bijstand wordt de verplichting verbonden, dat de belanghebbende zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 12 maanden na aanvang van deze bijstand verhuist naar passende woonruimte, waarvoor aanspraak op huurtoeslag bestaat. Artikel 13 Inwoning 1. Ingeval van inwoning door bloed- of aanverwanten in de eerste graad van de belanghebbende(n) worden de netto inkomsten van deze verwanten als volgt in aanmerking genomen: de gezamenlijke inkomsten van de belanghebbende(n) en de verwanten worden verlaagd met: a. de in artikel 21 sub c van de wet genoemde norm en b. een bedrag ter hoogte van de in artikel 21 sub a van de wet genoemde norm per verwant. 2. Het resterende bedrag wordt volledig in mindering gebracht op de, op grond van artikel 12 vastgestelde bijzondere bijstand voor woonkosten. Artikel Ingeval van inwoning door andere personen dan die, genoemd in artikel 12, worden voor het vaststellen van het recht op bijzondere bijstand de woonkosten gedeeld door het aantal bewoners. 2. De bijzondere bijstand wordt vervolgens vastgesteld, afhankelijk van de hoogte van de woonkosten, op de wijze zoals beschreven in artikel 12. Hoofdstuk III Categoriale bijzondere bijstand Artikel 15 Collectieve Aanvullende Verzekering ziektekosten Vlaardingen (CAV-Vlaardingen) 1. Via de gratis Collectieve Aanvullende Verzekering ziektekosten Vlaardingen kan bijzondere bijstand verstrekt worden aan personen met een laag inkomen tot maximaal 120% van de van toepassing zijnde 3

4 bijstandsnorm voor een aantal reeds omschreven medische kosten die niet of slechts gedeeltelijk vergoed worden door de basis- en aanvullende verzekering van DSW (zie de toelichting voor de kostensoorten). 2. Via de CAV-Vlaardingen wordt ook structureel de aanvullende verzekering van DSW vergoed tot maximaal de hoogte van de AV-standaardpremie. Artikel 16 Regeling verborgen kosten chronisch zieken en gehandicapten 1. Bijzondere bijstand voor verborgen kosten kan worden verstrekt aan chronisch zieken en gehandicapten met een laag inkomen tot maximaal 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. De bijzondere bijstand is bedoeld als tegemoetkoming in de extra kosten die mensen met een ziekte of handicap maken. 2. De hoogte van de bijzondere bijstand op grond van dit artikel bedraagt 300,- per huishouden per jaar. Artikel 17 Warme maaltijdkosten 1. Bijzondere bijstand voor warme maaltijdkosten kan worden verstrekt aan personen van 65 jaar of ouder, die regelmatig gebruik maken van de maaltijdvoorziening (warm/koelvers/vriesvers) van Seniorenwelzijn (voorheen Stichting Ouderenwerk Nieuwe Waterweg Noord) op basis van een door Seniorenwelzijn vastgestelde indicatie hiertoe. 2. Bij de vaststelling van de bijzondere bijstand als bedoeld in het eerste lid wordt, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 6, uitgegaan van de vier inkomenscategorieën met de daarbij behorende eigen bijdrage per maaltijd, zoals vastgesteld in het convenant collectieve regeling maaltijdkosten van cliënten van Seniorenwelzijn. Artikel 18 Wit- en bruingoed 1. Bijzondere bijstand voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen kan worden verstrekt aan personen van 65 jaar en ouder met een laag inkomen tot maximaal 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. 2. De hoogte van de bijzondere bijstand op grond van dit artikel bedraagt 227,00 per jaar. Hoofdstuk IV Slotbepalingen Artikel Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 17 van de beleidsregels. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het nemen van beslissingen op aanvragen op bijzondere bijstand, alsmede de aanpassing van reeds verleende bijstand aan gewijzigde omstandigheden en de nadere uitwerking van een genomen beslissing inzake het verlenen van bijzondere bijstand op te dragen aan door hen daartoe aangewezen ambtenaren, zulks onder nader door burgemeester en wethouders te stellen regels en onder behoud van hun verantwoordelijkheid. Artikel 20 Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van de belanghebbende op basis van artikel 4:84 Awb afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, als de toepassing hiervan leidt tot bijzonder onredelijke gevolgen. Artikel 21 Nadere Invulling van beleid In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen deze beleidsregels nader uitwerken in een beleidsnotitie en/of het Vlaardings handboek (Schulinck). Artikel 22 Intrekking oude regeling De Verordening bijzondere bijstand 2005 vervalt met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden. Artikel 23 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari Artikel 24 Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bijzondere bijstand

5 Aldus op 4 november 2008 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Vlaardingen. de secretaris, de burgemeester, Nota-toelichting Toelichting Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 Algemeen De verlening van bijzondere bijstand is geregeld in hoofdstuk 4 van de Wet werk en bijstand. In artikel 35 is bepaald dat bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de noodzakelijke kosten van het bestaan die als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voorzover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Niet de aard van de kosten is bepalend, maar de omstandigheden van belanghebbende. De beoordeling van deze bijzondere individuele omstandigheden is aan het college van burgemeester en wethouders. De landelijk geregelde bijstandsnorm en de eventueel daarop verleende toeslag zal in de regel toereikend zijn voor de noodzakelijke bestaanskosten. De landelijk geldende wettelijke voorschriften beperken zich tot hoofdzaken en geven gemeenten veel ruimte tot het maken van eigen beleid. Deze beleidsregels schetsen de kaders waarbinnen bijzondere bijstand in de gemeente Vlaardingen wordt verleend. Begin 2005 is na de vaststelling van de verschillende wettelijk verplichte verordeningen ook de verordening bijzondere bijstand in overeenstemming gebracht met de WWB. Daarna zijn echter in de loop van 2005 naar aanleiding van jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep nieuwe inzichten ontstaan over de noodzaak en status van een verordening voor de bijzondere bijstand. De uitvoering van de wet is aan burgemeester en wethouders opgedragen en de gemeenteraad is om die reden niet bevoegd om een verordening te maken voor de uitvoering van de WWB. Uiteraard met uitzondering van zaken die de WWB aan de gemeenteraad opdraagt. De individuele uitvoering van de bijzondere bijstand laat onverlet dat het college daarvoor beleidsregels kan opstellen. Beleidsregels dragen bij aan de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid en zijn mede van belang voor de doelmatigheid van de uitvoering. De Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 komen inhoudelijk grotendeels overeen met de Verordening bijzondere bijstand 2005, maar zijn redactioneel en technisch aangepast aan de per 1 januari 2006 in werking getreden Wet op de huurtoeslag en de Zorgverzekeringswet. Tevens is de verhoging van de inkomensgrens voor de (categoriale) bijzondere bijstand van 110% naar 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, geldend per 1januari 2009, opgenomen en is hoofdstuk III. Categoriale bijstand uitgebreid. Artikel 1 De begrippen, die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de Wet werk en bijstand en de Bijstandsverordening Nieuwe Waterweg Noord In verband met de leesbaarheid van de beleidsregels zijn enkele begrippen opnieuw opgenomen. De begrippen die afwijken worden hierna besproken. b. Woonkosten Uit de definitie blijkt dat voor woningen, woonwagens en woonboten in huur aansluiting is gezocht bij de Wet op de huurtoeslag. Op grond van artikel 15 van de Wet werk en bijstand bestaat geen recht op bijstand wanneer een beroep gedaan kan worden op een voorziening, die gezien haar aard en doel, toereikend en passend wordt geacht. Omdat de Wet op de huurtoeslag zo n voorliggende voorziening is, is de definitie van woonkosten overeenkomstig de bepalingen van deze wet. Voor de woonkosten van een eigen woning worden de te betalen rente en de zakelijke lasten, die aan het hebben van een eigen woning verbonden zijn, in aanmerking genomen. Voor wat betreft de rente gaat het hierbij om de rente voor (dat deel van) de hypotheek die is afgesloten voor de financiering van de woning. Rente verbonden aan (een deel van) de hypotheek, die betrekking heeft op bijvoorbeeld de financiering van duurzame gebruiksgoederen, wordt niet meegenomen. Tot de zakelijke lasten 5

6 worden gerekend het eigenaarsaandeel van de onroerend zaakbelasting, de erfpachtcanon, het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten, de rioolrechten, de premie opstalverzekering en dergelijke. Voor de kosten van groot onderhoud wordt aangesloten bij de richtlijnen die Stimulansz hiervoor jaarlijks opstelt. Bij de kosten van groot onderhoud kunnen mede de eventuele kosten van onderhoud van de centrale verwarming en lift in aanmerking worden genomen. De kosten van klein onderhoud, zoals bijvoorbeeld het hang- en sluitwerk, verf en behang, worden geacht uit de algemene bijstand op grond van de wet en de Bijstandsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 voldaan te kunnen worden. Artikel 2 Voor de vaststelling van de draagkracht wordt het in aanmerking te nemen vermogen geheel in beschouwing genomen. Artikel 34 van de wet geeft aan wat onder vermogen moet worden verstaan, de waardebepaling ervan en welke vermogensbestanddelen als vermogen in aanmerking genomen worden. Het vrij te laten bescheiden vermogen staat daarbij centraal. Artikel 2 lid a De wet zelf schrijft voor dat de eigenaar/bewoner recht heeft op bijstand, dus ook bijzondere, voorzover tegeldemaking of (verdere) bezwaring van de woning in redelijkheid niet kan worden verlangd. Hiervan zal meestal sprake zijn als de eigen woning geen substantieel eigen vermogen vertegenwoordigt; in dat geval wordt het eventuele eigen vermogen in de woning dus niet in aanmerking genomen. Bepalend voor de vraag of sprake is van een substantieel vermogen is of het vermogen in de woning hoger is dan (een bedrag ter hoogte van) de wettelijke vrijlating van artikel 34, lid 2 onder d van de wet. Als tegeldemaking of (verdere) bezwaring van de woning wel kan worden verlangd, zal het vermogen in de eigen woning met inachtneming van hoofdstuk 3, paragraaf 4 van de wet in aanmerking worden genomen en in de regel geen bijzondere bijstand worden verleend. Artikel 2 lid b Wanneer tegeldemaking of (verdere) bezwaring van de woning in redelijkheid niet kan worden verlangd en recht op bijzondere bijstand bestaat, wordt de bijzondere bijstand in principe om niet verstrekt. De wet biedt geen grondslag voor een andere vorm van bijzondere bijstand. Hierop kan alleen een uitzondering worden gemaakt, indien uit de wet en deze beleidsregels volgt dat de bijzondere bijstand als geldlening kan worden verstrekt. Artikel 3 Voor de vaststelling van de draagkracht wordt het inkomen, voorzover dit meer bedraagt dan de ingevolge de wet van toepassing zijnde bijstandsnorm (verhoogd of verlaagd op grond van de Bijstandsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004) geheel of gedeeltelijk in beschouwing genomen. Alle bepalingen van de wet, die van toepassing zijn op de middelen in het algemeen en het inkomen in het bijzonder, zijn hierbij van toepassing. Dit betekent onder meer dat in geval van bijzonder noodzakelijke kosten van ten laste van belanghebbende komende kinderen, ook de eventuele inkomsten (uit arbeid en werkloosheidsuitkeringen) van deze kinderen tot het in aanmerking te nemen inkomen behoren. Artikel 3 lid 1. Het oude beleid voor het in aanmerking te nemen inkomen, dat voorzag in een vrijlating van een vast bedrag boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm, is vervangen door een vrijlating van 20% bovenop de norm. Het inkomen van de aanvrager wordt dus vergeleken met de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (indien de aanvrager zijn woonkosten kan delen, geldt een lagere bijstandsnorm), verhoogd met 20% van die norm (indien de aanvrager zijn woonkosten deelt met anderen geldt een lager percentage). Van het inkomen, dat hoger is dan 120% van deze norm, wordt in beginsel 35% als middel in aanmerking genomen voor de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand. Artikel 3 lid 2. Voor de kosten waarvoor voorheen het recht op bijstand bepaald werd aan de hand van een zogenoemde normvergelijking, is het draagkrachtpercentage op 100 gesteld. Deze normvergelijking werkt als volgt: Op de vastgestelde bijzondere bijstand bij een inkomen op bijstandsniveau, wordt het bedrag waarmee dit inkomen overschreden wordt in mindering gebracht. Artikel 3 lid 3 De langdurigheidstoeslag maakt deel uit van de middelen, waaruit de aanvrager noodzakelijke kosten kan voldoen. Omdat deze toeslag de voormalige categoriale bijzondere bijstand voor 65-minners vervangt, kan deze toeslag geheel of gedeeltelijk in aanmerking genomen worden bij individuele bijzondere bijstand. Gezien de zware voorwaarden voor toekenning van de langdurigheidstoeslag, wordt deze buiten beschouwing gelaten bij de vaststelling van de middelen. 6

7 Artikel 3 lid 4 Indien de belanghebbende buitengewone uitgaven heeft, zoals alimentatieverplichtingen of een ouderbijdrage ingevolge de WSF, wordt hiermee op grond van artikel 3 lid 4 sub a en b, rekening gehouden. Artikel 3 lid 5 Het inkomen gedurende de maand waarin de aanvraag om bijstand wordt ingediend, is maatgevend. Slechts indien het aldus vastgestelde inkomen geen realistisch beeld geeft van het gedurende de draagkrachtperiode te verwachten inkomen kan hiervan worden afgeweken. Artikel 4 lid 1 De duur van de periode is bepaald op een jaar en de aanvangsdatum van de periode op de eerste dag van de maand van aanvraag. Artikel 4 lid 2 Slechts wanneer de periode waarop de kosten betrekking hebben in belangrijke mate (naar boven of beneden) afwijkt van een jaar, kan hiervan afgeweken worden. Deze uitzonderingsclausule bevat echter geen verplichting hiertoe en zal alleen in bijzondere, zwaarwegende omstandigheden toegepast kunnen worden. Op deze wijze kan rekening gehouden worden met alle specifieke omstandigheden van belanghebbende. Artikel 4 lid 3 Wanneer de omstandigheden dat vragen kan ook een andere aanvangsdatum worden gekozen als startpunt voor het draagkrachtjaar. Dit kan het geval zijn als er al kosten gemaakt zijn voordat de aanvraag om bijstand is ingediend en de draagkracht in deze periode aanmerkelijk afwijkt van de draagkracht ten tijde van de aanvraagdatum. Een aanvraag bijzondere bijstand moet in beginsel worden ingediend, voordat de kosten zijn gemaakt. Voor geringe kosten wordt een uitzondering gemaakt. Deze kosten kunnen worden ingediend maximaal één jaar vanaf de datum van aanvraag. Aanvragen van een latere datum komen niet meer voor vergoeding in aanmerking, omdat reeds in de kosten is voorzien en de noodzaak, alsmede de persoonlijke en financiële omstandigheden, niet langer kunnen worden vastgesteld. Artikel 5 lid 2 Op het uitgangspunt dat de draagkracht in één keer verrekend worden met de bijzondere bijstand kan in geval van periodieke kosten een uitzondering worden gemaakt. Indien het aannemelijk is dat de bijstandsverlening minimaal één jaar doorloopt, verdient het aanbeveling de draagkracht over 12 maanden te verdelen. Artikel 6 Vanuit een oogpunt van rechtszekerheid is het onwenselijk eenmaal ingenomen standpunten met betrekking tot draagkracht en draagkrachtperiode gedurende deze periode te wijzigen. De wijzigingen kunnen echter van dien aard zijn, dat consequent vasthouden aan dit uitgangspunt op gespannen voet met de uitgangspunten van bijstandsverlening komt te staan. Immers, het recht op algemene en bijzondere bijstand is afhankelijk van de persoonlijke en financiële omstandigheden van de belanghebbende. Wanneer deze omstandigheden veranderen, wijzigt ook het recht op bijstand. Dit kan overigens zowel ten voordele als ten nadele van de belanghebbende strekken. Zo leiden bijvoorbeeld positieve wijzigingen in het inkomen van de belanghebbende direct tot een verhoging van de draagkracht. Het is aan het, individueel gerichte, oordeel van burgemeester en wethouders overgelaten op welk moment aanpassing van de bijstand aan de omstandigheden van de belanghebbende plaatsvindt. Artikel 7 Op grond van artikel 35 lid 2 van de wet hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid om geheel of gedeeltelijk geen bijstand te verlenen voor uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, voorzover deze kosten een wettelijk bepaalde drempel niet te boven gaan. Van deze bevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt. Artikel 8 lid 1 In artikel 51 van de wet is bepaald dat bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een lening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet. De verordening geeft de prioriteit aan in de wettelijke mogelijkheden. 7

8 Omdat duurzame gebruiksgoederen tot de algemeen noodzakelijke bestaanskosten behoren wordt men geacht voor deze kosten te reserveren, dan wel deze te financieren door middel van een lening (via de Stadsbank Midden Nederland of een commerciële bank). Uitsluitend wanneer één en ander onmogelijk is kan, bij gebleken noodzaak van de kosten en wanneer de financiële draagkracht van de belanghebbende daartoe aanleiding geeft, bijstandsverlening aan de orde zijn. De bijstand moet in de vorm van borgtocht geschieden wanneer met behulp van borgstelling een lening kan worden bewerkstelligd. Indien dit niet mogelijk is, heeft eventuele bijstandsverlening in beginsel de vorm van een geldlening. Artikel 8 lid 2 Bij borgstelling voor een geldlening die is afgesloten voor de financiering van duurzame gebruiksgoederen kan het voorkomen dat de rente- en aflossingsverplichtingen hiervan de financiële draagkracht van belanghebbende te boven gaan. In dat geval wordt bijzondere bijstand verleend tot het bedrag waarmee de maandelijkse rente- en aflossingsverplichting de op grond van artikel 9 lid 3 genormeerde aflossingscapaciteit overschrijdt, De combinatie van borgstelling en aanvullende bijstand voor de betreffende kosten wordt alleen toegepast wanneer de lening is afgesloten bij de Stadsbank Midden Nederland of een andere kredietinstelling als genoemd in artikel 49 van de wet. Dit is een kredietinstelling die is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de Wet toezicht Kredietwezen 1992, indien de gemeente niet is aangesloten bij een gemeentelijke kredietbank dan wel daarmee geen relatie onderhoudt. Artikel 9 lid 1 Artikel 51, lid 2 van de wet schrijft voor hoe de aflossingsbedragen (en de aflossingsduur) moeten worden vastgesteld, indien besloten wordt bijzondere bijstand voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen te verstrekken in de vorm van een geldlening. Op deze plaats wordt nadrukkelijk opgemerkt dat het in dit artikel omschreven beleid voor de terugbetaling van deze geldleningen nj van toepassing is op de aflossing van vorderingen van andere aard; met name niet op vorderingen vanwege uitkeringsfraude. Artikel 9 lid 2 Bij de vaststelling van de aflossingstermijn en -bedragen wordt mede acht geslagen op het door belanghebbende betoonde besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Op grond van onderhavige bepaling kan, naar aanleiding van een betoond onvoldoende besef van verantwoordelijkheid, worden besloten dat de geldlening rentedragend is en/of volledig moet worden terugbetaald. Zonder deze bepaling zou, ingevolge het bepaalde in het derde lid, ook in deze situatie sprake kunnen zijn van een gedeeltelijke aflossingsverplichting. Overigens blijft de begrenzing van het periodieke aflossingsbedrag op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering onverkort van toepassing. Artikel 9 lid 3 In lid 3 zijn de uitgangspunten van het beleid neergelegd. Hiervan kan uiteraard worden afgeweken indien de afstemming op de individuele omstandigheden, mogelijkheden en middelen, in samenhang met het betoonde besef van verantwoordelijkheid, van de belanghebbende hiertoe aanleiding geeft. Van deze mogelijkheid wordt in ieder geval gebruik gemaakt, wanneer het inkomen van de belanghebbende hoger is dan de basisnorm verhoogd met de maximale gemeentelijke toeslag. Alsdan wordt voor de vaststelling van het aflossingsbedrag als richtlijn aangegeven dat, naast het hieronder beschreven aflossingsbedrag, nog 50% van het inkomen boven voornoemd bijstandsniveau voor aflossing aangewend moet worden. De aflossingstermijn wordt in beginsel op 36 maanden gesteld. De periodieke aflossingsbedragen worden in beginsel bepaald op 6% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met de maximale gemeentelijke toeslag inclusief vakantietoeslag. Door het reeds langer toegepaste percentage van 6 te hanteren, blijft de genormeerde aflossingscapaciteit binnen de wettelijke grenzen. De beslagvrije voet bedraagt op grond van artikel 475d lid 1 en lid 2 Rv in beginsel 90% van de toepasselijke bijstandsnorm, inclusief de eventuele gemeentelijke toeslag en vakantietoeslag. Omdat hiermee niet de volledige aflossingscapaciteit (het inkomen boven de wettelijke beslagvrije voet) aangesproken wordt, wordt een redelijke reserverings- en aflossingscapaciteit gehandhaafd. Indien de belanghebbende gedurende 36 maanden het vastgestelde aflossingsbedrag heeft voldaan, kan het eventuele restant van de lening buiten invordering worden gesteld. De beslagvrije voet wordt overigens verhoogd met: 8

9 1) De premie van de ziektekostenverzekering, verminderd met de normpremie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de zorgtoeslag, voor zover reeds begrepen in de bijstandsnorm (art. 23 lid 2 WWB), zoals die voor belanghebbende geldt ingevolge het eerste, tweede en vierde lid, en met de krachtens die wet ontvangen zorgtoeslag. Het moet bij de zorgtoeslag gaan om daadwerkelijk ontvangen zorgtoeslag. Mocht de zorgtoeslag niet zijn aangevraagd en daardoor ook niet ontvangen, dan wordt de beslagvrije voet niet hiermee verminderd. 2) De voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten verminderd met ontvangen huurtoeslag of woonkostentoeslag, voor zover de woonkosten, na deze vermindering, meer bedragen dan het bedrag, genoemd in artikel 17, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, met dien verstande dat de verhoging van de beslagvrije voet niet meer bedraagt dan het huurtoeslagbedrag waarop de schuldenaar, uitgaande van de laagste inkomenscategorie, krachtens artikel 21 van de Wet op de huurtoeslag ten hoogste aanspraak heeft. Niet relevant is of de schuldenaar op het moment van de berekening van de beslagvrije voet daadwerkelijk een huurtoeslag ontvangt, omdat alleen het resultaat van de berekening op grond van artikel 21 WHT telt. Ook woonkosten in verband met een eigen woning kunnen maken dat de beslagvrije voet wordt verhoogd. Artikel 9 lid 4 Op grond van het bepaalde in lid 4 kunnen bijvoorbeeld wijzigingen in het inkomen van de belanghebbende doorwerken in de hoogte van het vastgestelde aflossingsbedrag. Artikel 10 Voordat er sprake kan zijn van bijzondere bijstand voor de noodzakelijke kosten van het bestaan van belanghebbenden van 18, 19 of 20 jaar, dient vastgesteld te worden dat deze kosten hoger zijn dan de toepasselijke landelijke norm op basis van artikel 20 van de wet. Bij deze vaststelling moet onder andere worden beoordeeld of de betrokkene jongere zelfstandige huisvesting noodzakelijk is. Dit heeft tot gevolg dat bijzondere bijstandsverlening niet mogelijk is, wanneer men zonder dringende redenen zelfstandig is gaan wonen. Dit geldt des te nadrukkelijker wanneer bekend is dat de middelen van de ouder(s) onvoldoende (zullen) zijn om in de kosten van het bestaan van betrokkene te voorzien. Artikel 10 lid 1 Onderdeel a heeft betrekking op de omstandigheid dat de financiële draagkracht van de ouder(s) ontoereikend is om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan van het kind. In de praktijk is van een dergelijke omstandigheid zelden of nooit sprake: meestal is het inkomen toereikend of moet worden geacht toereikend te zijn. Is dit niet het geval dan is vaak sprake van een situatie als bedoeld onder b. Daarbij gaat het vooral om situaties waarin de onderlinge verhouding ernstig verstoord is. Met het begrip redelijkerwijs wordt tot uitdrukking gebracht dat van geval tot geval beoordeeld dient te worden of hiervan inderdaad in die mate sprake is dat de verlening van bijstand gerechtvaardigd is. Om geen afbreuk te doen aan de ouderlijke onderhoudsplicht, wordt in zo n situatie de bijstand verhaald op de ouders. Artikel 10 lid 3 Omdat de verlening van bijzondere bijstand aan belanghebbenden van 18, 19 en 20 jaar, zoals hierboven reeds aangegeven, uitsluitend bij wijze van hoge uitzondering zal plaatsvinden, wordt bepaald dat de hoogte van de te verstrekken bijstand wordt vastgesteld, rekening houdend met de individuele omstandigheden. De totale, algemene en bijzondere, bijstand kan echter nooit meer bedragen dan de bijstandsnorm voor een 21-jarige in dezelfde omstandigheden. Dit is de op grond van artikel 21 van de WWB geldende landelijke norm, verhoogd of verlaagd met de op basis van de bijstandsverordening van toepassing zijnde gemeentelijke toeslag of verlaging voor (een) 21-jarige(n) in dezelfde omstandigheden. De bijzondere bijstand wordt verleend zolang de omstandigheden, die aanleiding voor bijstandsverlening zijn geweest, voortduren en wordt in ieder geval beëindigd op het moment dat de belanghebbende de leeftijd van 21 jaar bereikt. Artikel 11 lid 1 Wanneer bij een alleenstaande ouder het jongste in de gezinsbijstand begrepen kind 18 jaar wordt, wordt de norm alleenstaande ouder gewijzigd in de norm alleenstaande. In dat geval kan een tijdelijke toeslag worden verstrekt. Voorwaarde is dat dit kind tot het huishouden blijft behoren. Deze toeslag is bedoeld om een te plotselinge terugval in het inkomen op te vangen. Artikel 11 lid 2 9

10 De toeslag garandeert een inkomen ter hoogte van de norm voor een echtpaar. De toeslag wordt verleend als het inkomen (danwel een mogelijke aanspraak op inkomen) van ouder en kind tezamen lager is dan de norm voor een echtpaar. De toeslag wordt verstrekt zolang het gezamenlijk inkomen onder de norm voor een echtpaar blijft of tot het kind 21 jaar wordt. Artikel 12 In het recht op bijzondere bijstand voor woonkosten zijn een aantal aanpassingen doorgevoerd vanwege de invoering van de Wet op de huurtoeslag. Inhoudelijk sluit deze regeling nog altijd grotendeels aan bij het vroegere Bijstandsbesluit landelijke normering. Artikel 12 lid 1a Het eerste lid betreft het recht op een woonkostentoeslag bij bewoning van een woning of woonwagen in huur, waarvoor in principe aanspraak op huurtoeslag bestaat. Reden van bijstandsverlening kan zijn dat dit recht op huurtoeslag niet of niet volledig tot uitbetaling komt, omdat deze is berekend aan de hand van een basishuur die hoger is dan de basishuur voor de laagste inkomensklasse in de Wet op de huurtoeslag. Omdat de belastingdienst met een geschat jaarinkomen moet werken en niet met het actuele inkomen per maand, kan de situatie ontstaan dat men op maandbasis een inkomen op bijstandsniveau heeft, maar geen huurtoeslag die is berekend aan de hand van de basishuur voor de laagste inkomensklasse. Hiermee wordt het recht op bijzondere bijstand afgestemd op de werking van voorliggende voorziening. Hetzelfde is van toepassing op de tweede reden van bijstandsverlening: er bestaat geen recht op huurtoeslag wanneer sprake is van zogenoemde gebroken periodes. Alleen indien men gedurende de volledige maand huur is verschuldigd, heeft men immers mogelijk aanspraak op deze toeslag. Dergelijke korte periodes zonder huurtoeslag kunnen worden opgevangen door middel van een woonkostentoeslag. Artikel 12 lid 1b Op dezelfde wijze bestaat ook recht op bijzondere bijstand voor woonkosten wanneer een eigen woning of woonwagen wordt bewoond, waarvan de kosten niet hoger zijn dan de maximale huurgrenzen van de Wet op de huurtoeslag, en de belanghebbende deze kosten niet uit eigen middelen kan bekostigen. Artikel 12 lid 2 Het tweede lid regelt de hoogte van de woonkostentoeslag ten behoeve van de kosten van de in het eerste lid genoemde woningen, waarvan de kosten niet hoger zijn dan de maximale huurgrenzen van de Wet op de huurtoeslag. De woonkostentoeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag, zoals dat berekend wordt op grond van de Wet op de huurtoeslag maar met inachtneming van de basishuur voor de laagste inkomenscategorie en van de periode waarover nog geen recht of geen recht meer bestaat op een huurtoeslag. Dit heeft tot gevolg dat voor de hoogte van de woonkostentoeslag geen onderscheid wordt gemaakt tussen huurwoningen (of -wagens) en woningen (of wagens) in eigendom. Uiteraard wordt hierop de feitelijk door de belastingdienst toegekende huurtoeslag in mindering gebracht. Als sprake is van een eigen woning wordt een met de huurtoeslag vergelijkbare bijdrage in de kosten van de eigen woning in aanmerking genomen bij de vaststelling van de woonkostentoeslag. Artikel 12 lid 3 In het derde lid wordt de hoogte van de woonkostentoeslag geregeld voor woningen of woonwagens in huur of eigendom, waarvan de maandelijkse woonkosten hoger zijn dan de maximale huurgrenzen van de Wet op de huurtoeslag. Deze grenzen kunnen verschillen: voor huurders, die jonger dan 23 jaar zijn, is een lagere huurgrens van toepassing. De bijzondere bijstand wordt bij overschrijding van de maximale huurgrens op dezelfde wijze berekend als bij woonkosten gelijk aan of lager dan de maximale huurgrens, met dien verstande dat de woonkosten die uitgaan boven deze grens volledig voor bijstand in aanmerking komen. Een eventuele bijdrage uit andere bron in de kosten van de eigen woning wordt ook in dit geval op de woonkostentoeslag in mindering gebracht. Artikel 12 lid 4 Volgens het vierde lid moet overschrijding van de maximale huurgrens in principe steeds leiden tot het opleggen van de verplichting om te zien naar andere huisvesting, die beter past bij de financiële situatie. Binnen twaalf maanden na aanvang van de bijstandsverlening -in de regel is dit de datum van aanvraag-, moet belanghebbende verhuizen naar een woning, waarvoor aanspraak op een huurtoeslag bestaat. Op deze wijze worden de woonkosten aangepast aan het actuele inkomen. Het kan voorkomen dat het opleggen van deze verplichting of de daaraan verbonden termijn in bijzondere omstandigheden voor onoverkomelijke problemen zorgt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan zelfstandigen, die tijdelijk een aanvullende uitkering voor algemene bijstand ontvangen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen Ook is het mogelijk dat een eigen woning niet binnen de periode van een jaar voor een (vanuit een oogpunt van bijstandsverlening) aanvaardbare prijs kan worden verkocht. In dergelijke of vergelijkbare, individueel te bepalen, omstandigheden mag afgeweken worden van de termijn van twaalf maanden. 10

11 Uit de aard van deze kosten en de werking van de voorliggende voorziening de Wet op de huurtoeslag - vloeit voort dat de percentages van beleidsregel 2 (120 en 35) hierbij niet van toepassing zijn en beide vervangen worden door 100. Dit houdt in dat het volledige inkomen boven de bijstandsnorm in aanmerking wordt genomen bij het recht op bijzondere bijstand voor woonkosten. artikel 13 lid 1 Overeenkomstig de bepalingen van de Wet individuele huurtoeslag wordt een onderscheid gemaakt tussen medebewoning door bloed- of aanverwanten in de eerste graad en andere personen. De inkomsten van bloed- en aanverwanten in de eerste graad worden gedeeltelijk betrokken in het recht op bijzondere bijstand voor woonkosten. Het netto inkomen van de belanghebbende(n) en de inwonende(n) wordt opgeteld en vervolgens wordt een bedrag ter hoogte van de norm voor een echtpaar hierop in mindering gebracht. Daarnaast wordt per inwonende een bedrag ter hoogte van de landelijke (50%) norm voor een alleenstaande van 21 jaar en ouder vrijgelaten. Bij de hoogte van deze norm wordt uitgegaan van de omstandigheid dat de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld met een derde of derden. artikel 13 lid 2 Het inkomen van de inwonende(n) dat vervolgens resteert wordt volledig op de woonkostentoeslag in mindering gebracht. Op deze wijze wordt zo nauw mogelijk aansluiting gezocht bij de huurstoeslagmethodiek, waarbij ook de inkomens van bloed- en aanverwanten in de eerste graad worden opgeteld bij het inkomen van de huurder en diens eventuele partner. Artikel 14 Bij inwoning door andere personen is in deze bepaling eveneens gekozen voor een zo nauw mogelijke aansluiting bij de Wet individuele huurtoeslag. Voor de huurtoeslag wordt de inwonende derde in den regel niet formeel, maar feitelijk als medehuurder aangemerkt. Derhalve heeft de inwonende een zelfstandig recht op huurtoeslag danwel, afhankelijk van diens persoonlijke en financiële omstandigheden, een woonkostentoeslag. Artikel 15 Personen met een laag inkomen tot maximaal 120% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen via de gemeente Vlaardingen gratis de Collectieve Aanvullende Verzekering ziektekosten Vlaardingen (CAV- Vlaardingen) afsluiten. Hiertoe is een overeenkomst gesloten met zorgverzekeraar DSW. De CAV- Vlaardingen vergoedt kosten die niet of slechts gedeeltelijk gedekt worden door de basis- en aanvullende verzekering van DSW. Het betreft hier vergoedingen voor brillen, lenzen, orthodontie, kraamzorg, psychotherapie, thuiszorg, tandheelkunde, dieetkosten, hoortoestellen, steunzolen en pedicurekosten. Hiervoor hoeft geen aparte bijzondere bijstand meer aangevraagd te worden. Men kan terecht bij één loket (DSW). Per 1 januari 2008 wordt via de CAV ook structureel de aanvullende verzekering vergoed tot maximaal de hoogte van de AV-standaardpremie. Ook als een AV-top verzekering wordt afgesloten geldt de maximale vergoeding van de AV-standaardpremie. In de praktijk betalen personen de basispremie van de DSW verzekering zelf. De premie van de aanvullende verzekering (AV-standaard) wordt door DSW niet in rekening gebracht of de premie wordt in mindering gebracht op de AV-top premie. Artikel 16 De bijdrage is bedoeld als een tegemoetkoming in de extra kosten die mensen met een ziekte of handicap maken. Het gaat hierbij om zogenaamde verborgen kosten. Voorbeelden zijn onder meer extra kosten in verband met een hoger energieverbruik, speciale voedingsmiddelen, kledingslijtage en klusjes rondom het huis. Artikel 17 De bestaande collectieve regeling (warme) maaltijdkosten van cliënten van Seniorenwelzijn (het voormalige Stichting Ouderenwerk Nieuwe Waterweg Noord) is destijds ontwikkeld om het gebruik van bijzondere bijstand in relatie tot de maaltijdverstrekking voor ouderen te optimaliseren en om te komen tot een efficiëntere wijze van afhandeling. Hiertoe is onder meer gekozen voor het vaststellen van vier inkomenscategorieën met een daarbij behorende eigen bijdrage. Aan de hand van het vermogen en inkomen wordt bepaald of de belanghebbende recht heeft op bijzondere bijstand voor (warme) maaltijdkosten en vervolgens vindt indeling in de van toepassing zijnde inkomenscategorie plaats. 11

12 Nu voornoemde groep aan alle voorwaarden voor toekenning van bijzondere bijstand voldoet, ligt het aanwijzen van deze groep als doelgroep voor de hand. Artikel 18 In dit artikel wordt de doelgroep omschreven. Tegelijkertijd wordt de hoogte van het te verstrekken bedrag aan bijzondere bijstand vastgesteld. De hoogte van de bijzondere bijstand op jaarbasis is gebaseerd op de door het Nibud gehanteerde landelijk geldende richtprijzen van de meest gangbare duurzame gebruiksgoederen, te weten een wasmachine, koelkast, stofzuiger, tv-toestel en een fornuis. Er van uitgaande dat bovengenoemde goederen een gemiddelde levensduur hebben van zes jaar is een huishouden gemiddeld 227,00 per jaar kwijt aan de aanschaf cq vervanging van genoemde duurzame gebruiksgoederen. Artikel 19 De uitvoering van de wet berust bij burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen deze bevoegdheid, overeenkomstig wat hierover in de wet is geregeld, mandateren aan ambtenaren. Artikel 20 t/m 24 Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting 12

CVDR. Nr. CVDR138719_2

CVDR. Nr. CVDR138719_2 CVDR Officiële uitgave van Vlaardingen. Nr. CVDR138719_2 10 oktober 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand 2012 Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen; VLD/2011/35165 overwegende dat

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Beleidsregels bijzondere bijstand Het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren; overwegende dat het wenselijk is kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend;

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB CVDR Officiële uitgave van Smallingerland. Nr. CVDR58228_1 21 november 2018 GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland besluiten; gelet op het

Nadere informatie

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL Beleidsregels bijzondere bijstand HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op

Nadere informatie

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten. Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht: B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen Toeslagenverordening WWB 2012-A De raad van de gemeente Diemen; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders [datum], met overneming van de daarin

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR198725_1 22 mei 2018 TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN De raad der gemeente Putten gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 juni 2012,nr.

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB II gemeente Hellevoetsluis.Nummer:

Toeslagenverordening WWB II gemeente Hellevoetsluis.Nummer: CVDR Officiële uitgave van Hellevoetsluis. Nr. CVDR227775_1 7 november 2017 Toeslagenverordening WWB 2012 - II gemeente Hellevoetsluis.Nummer: Nummer: 13-09-12/11 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 12Rb020 d.d. 25 april 2012. Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012 Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Onderbanken; Gezien het advies van de Commissie WAS van 22 mei 2012; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d.

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). Nummer: Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012; TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28

Nadere informatie

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A. De raad van de gemeente Woerden; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen 28 februari 2012; gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 22 maart 2012; gelet op artikel 147, eerste lid van

Nadere informatie

Lid 2: De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Lid 2: De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen wordt in de verordening een algemene verwijzing naar

Nadere informatie

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB Algemene toelichting De Wwb kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen, toeslagen en verlagingen. De normen

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijving Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013; CVDR Officiële uitgave van Onderbanken. Nr. CVDR327860_1 8 mei 2018 Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2013 De raad van de gemeente Onderbanken; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2010 nr.28

GEMEENTEBLAD 2010 nr.28 GEMEENTEBLAD 2010 nr.28 De raad van de gemeente Maassluis; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet; gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; Gelet op de artikel 35 van de Participatiewet; Besluit vast te stellen

Nadere informatie

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012 VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012 De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2012, nummer

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel;

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel; GEMEENTE BOEKEL Raadsbesluit De raad van de gemeente Boekel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2012 gelet op: artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk

Nadere informatie

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Noordoostpolder. Nr. 11769 10 februari 2015 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015 Inhoud 1. Algemeen 1.1. Begrippen 1.2. Aanvraag 1.3. Vormen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Midden-Delfland. Nr. 81363 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 De raad van de gemeente Midden-Delfland gelezen

Nadere informatie

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB GEMEENTE NIEUWKOOP 2012

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB GEMEENTE NIEUWKOOP 2012 nieuwkoop II III IIIIIII11IIIIII G12.0240 VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB GEMEENTE NIEUWKOOP 2012 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 4 Algemeen 4 Artikel 1 Begripsbepalingen 4 Artikel 2 Cumulatie 4 HOOFDSTUK

Nadere informatie

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Zevenaar. Nr. CVDR40449_1 21 maart 2017 nr 12.17 Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Zevenaar; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR621807_1 27 februari 2019 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Nadere informatie

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4 CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2626_1 22 mei 2018 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk, d.d. 2 juni 2008 nr. 3 b e s l u i t vast te stellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Houten; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 4 september 2012; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; BESLUIT: vast te stellen

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB-2

Toeslagenverordening WWB-2 Toeslagenverordening WWB-2 Officiële titel Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Winsum citeertitel Toeslagenverordening WWB Wettelijke grondslag Artikel 30 WWB Datum aanmaak april 2010 De

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2013 gemeente Doesburg

Toeslagenverordening WWB 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296899_1 13 maart 2018 Toeslagenverordening WWB 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A)

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A) ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A) Lente-akkoord Per 1 januari 2012 zijn de regels van de WWB aangescherpt. Onderdeel van deze aanscherping was de invoering van de zogenaamde huishoudinkomenstoets.

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wwb 2010

Toeslagenverordening Wwb 2010 D E RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010; gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c, en 30 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Afdeling Samenleving, mei 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 januari 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 januari 2012; De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 januari 2012; gelet op artikel 8 eerste lid, onderdeel c, artikel 30 van de Wet werk en bijstand; b

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale

Nadere informatie

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Inleiding Door omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen van een belanghebbende niet (volledig) toereikend is ter voorziening

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Afdeling Samenleving, november 2009 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2011 / 042 Naam Beleidsregels bijzondere bijstandsverlening Wet werk en bijstand (2011) Publicatiedatum 6 april 2011 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregels

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB

Toeslagenverordening WWB Gemeente Achtkarspelen Toeslagenverordening WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Januari 2013 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013)

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013) CVDR Officiële uitgave van Beemster. Nr. CVDR233514_2 5 september 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013) De raad van de gemeente Beemster;

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR466900_1 3 oktober 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Delft: - houdt rekening met artikel 35 van de Participatiewet,

Nadere informatie

GEWIJZIGD RAADSBESLUIT

GEWIJZIGD RAADSBESLUIT DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 8 november 2011, Gelet op artikel : B E S L U I T 1. De bestaande

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011. Nummer: 6g. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 / A

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 / A Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 12Rb047 d.d. 31 oktober 2012. Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 / A Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Alle begrippen die in deze

Nadere informatie

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet) Het college van burgemeester en wethouders van Delft: - houdt rekening met artikel 35 van de Participatiewet, en besluit op basis hiervan: - vast

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit woonsituatie en schoolverlaters Participatiewet 3g. Maastricht-Heuvelland 2015

Uitvoeringsbesluit woonsituatie en schoolverlaters Participatiewet 3g. Maastricht-Heuvelland 2015 Uitvoeringsbesluit woonsituatie en schoolverlaters Participatiewet 3g. Maastricht-Heuvelland 2015 Het Dagelijks Bestuur van Pentasz Mergelland, - gelet op artikel 27 en 28 van de Participatiewet. BESLUIT:

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009; De Raad van de gemeente Cuijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009; gelet op de artikelen 8, eerste

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 februari 2013, nr. 0188; gelet op de Wet werk en bijstand (WWB),

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 februari 2013, nr. 0188; gelet op de Wet werk en bijstand (WWB), V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: R-2013-0188 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme rijn Heuvelrug; gezien

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17044734* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z17-006503 Documentnummer: ZD17044734 Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Zundert 2018 Citeertitel:

Nadere informatie

Beleidsregels kostendelersnorm Participatiewet 2015 Tiel. Het college van burgemeester en wethouders van Tiel,

Beleidsregels kostendelersnorm Participatiewet 2015 Tiel. Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, Beleidsregels kostendelersnorm Participatiewet 2015 Tiel Het college van burgemeester en wethouders van Tiel, gelet op - de artikelen 27 en 33, vierde lid van de Participatiewet - artikel 4:81 van de Algemene

Nadere informatie

Verordening verhoging of verlaging van de bijstandsnorm gemeente

Verordening verhoging of verlaging van de bijstandsnorm gemeente Verordening verhoging of verlaging van de bijstandsnorm gemeente Brummen HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder a. de wet: de Wet werk en

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR303226_1 8 november 2016 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 1 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet in lid 2

Nadere informatie

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Algemeen 1. Inleiding Op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert,

De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert, De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 23 augustus 2011; gehoord de commissie Samenlevingszaken en Bestuur d.d. 13 september 2011; gelet op

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Ingaande 1 juli 2010 Gemeente Kapelle Verordening toeslagen en verlagingen wet investeren in jongeren (WIJ) 1 Besluitnummer

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand Scherpenzeel

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand Scherpenzeel CVDR Officiële uitgave van Scherpenzeel. Nr. CVDR61833_2 8 november 2016 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand Scherpenzeel De raad van de gemeente Scherpenzeel, gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 De Raad van de Gemeente Beesel; Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015 Registratienummer : 2014-25285 / 14Z.005915 Onderwerp : Concept 'Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015' VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012

TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012 TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven

Nadere informatie

Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek

Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek De WWB kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen, toeslagen en verlagingen. De normen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013; CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR321263_1 4 juli 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november

Nadere informatie

Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen

Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als

Nadere informatie

DE TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE OEGSTGEEST. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, nr.

DE TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE OEGSTGEEST. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR257673_2 8 november 2016 DE TOESLAGENVERORDENING WWB 2012-2 GEMEENTE OEGSTGEEST De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser, - gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Citeertitel

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2013)

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2013) ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2013) De leeftijd waarop men recht krijgt op het AOW-ouderdomspensioen wordt vanaf 1 januari 2013 stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar in 2023 en vanaf 2024

Nadere informatie

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2013

Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2013 Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2013 De raad van de gemeente ; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek van d.d... ; gelet op de Gemeenschappelijke Regeling van

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR70436_1 14 juni 2017 Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Wassenaar; Gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011 De raad van de gemeente Leusden; Gelezen het voorstel van het college d.d. 21 september 2010 nummer: 146598 overwegende dat het gewenst is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR226482_1 3 oktober 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 4 september 2012;

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013 CVDR Officiële uitgave van Hellendoorn. Nr. CVDR259511_1 8 juni 2016 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012; gelet

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen. 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet

Nadere informatie

Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpen aan den IJssel. Nr. 146120 24 oktober 2016 Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012

Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012 Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012 1 Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012 Datum inwerkingtreding : 01-02-2013 Terugwerkende kracht : n.v.t. Datum uitwerkingtreding : n.v.t. Betreft

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, Verordening Individuele inkomenstoeslag ISD BOL 2018 De raad van de gemeente Landgraaf; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Kerkrade 2015 Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 17 december 2014 (raadsbesluit 14Rb089) Pagina 2/8 Verordening Individuele

Nadere informatie