'I r\uji::cthjanager MAl\JAGER PROJECTBEHEERSING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "'I r\uji::cthjanager MAl\JAGER PROJECTBEHEERSING"

Transcriptie

1 ~., Directie Ruimte, Milieu en Water Provincie Zee and I I I I Nit. I bericj1op brief van: 11/07/2008 Waterschap Zeeuws-v~'Heî:ëöAT 'I r\uji::cthjanager MAl\JAGER PROJECTBEHEERSING ons kermerk: / /NB t.a.v. heer J.P. Stoutenlj-TE»;C:G;;~N~lS~CH~::.~~ïANA~8G~ER?::::::: Postbus 88 Im);GEVINGSMAilJAGER 1>2: 4530 AB TERNEUZE~!{. r>~roö:.~~ec;t~se~c;;;fle~ TAR;!S~===~..,!CONTRAcn,W~AGER "Ç6 ~: Water en Natuur TECHNIEKE2'~p.;~e!<i;d:!rOnlwQ1p TECH:\l!EK O;:c':::;ne'e'der Ke~nis behandeld door: E.C. Stikvoort Vergunning ex artikel19d van de Natuurbeschenningswet 1998 I<D(> ~ OSS...f"\IS~... ~-.. ~. ~;,:.'. Middelburg. 17 maart 2009 ix) I'.RCH;EFr.r.t'2ulJ.:\_l.:S_OctO~(?'Ç CIRCULATIE MAP._, ~ Geachte heer Stouten, Op 14 juli 2008 ontvingen wij uw brief, met daarin de aanvraag voor een vergunning voor uit te voeren werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder (Kop van Ossenisse) in het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. De ontvangst van uw aanvraag is op 19 december 2008 (kenmerk ) bevestigd. U vraagt deze vergunning aan op basis van de Natuurbeschermingswet In deze brief geef ik u ons antwoord. Vergunning Wij verlenen u vergunning voor uit te voeren werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder (Kop van Ossenisse). De vergunning bestaat uit deze brief met de drie toegevoegde delen A, B en C. Leest u vooral deel A van deze vergunning zorgvuldig door; hierin staan de voorschriften die we aan de vergunning verbinden. Geldigheid De vergunning is geldig tot en met 31 december Beroep Tegen dit besluit kunt u schriftelijk beroep instellen. U dient uw beroepschrift te richten aan: Voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak Postbus EA DEN HAAG van de Raad van State In uw beroepschrift neemt u tenminste op: uwnaam uw adres de datum tegen welk besluit u beroep instelt waarom u beroep instelt uw handtekening. U moet het beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending die u hierboven vermeld ziet. Overschrijding van de ; termijn kan er toe leiden dat met uw beroep geen rekening meer wordt gehouden. I L ~.,. I '.', I 1 I 1 I' I I' I '. I I,~I ~,1,'.p.. '. "I. ',' r (, I.,.. I1 I,'].. :-1 "." ". I I I,

2 Voor meer informatie kunnen wij u een informatiefolder toezenden. U kunt deze aanvragen via telefoonnummer (0118) Deze informatie is ook te downloaden via Voorlopige voorziening Zodra iemand een beroep indient tegen deze vergunning, betekent dat niet dat de vergunning direct geschorst is. Om een mogelijke herziening van dit besluit te bespoedigen kan de indiener van een beroepschrift een verzoek om een voorlopige voorziening indienen. Dit kan wanneer de indiener van mening is dat er sprake is van 'onverwijlde spoed', gelet op de betrokken belangen (artikel 8.81, lid 1 van de Algemene Wet Bestuursrecht). Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd. Het verzoek kunt u richten aan: Voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak Postbus EA DEN HAAG van de Raad van State Vragen Heeft u vragen over de vergunning? Belt u dan met de heer E.C.Stikvoort, bereikbaar via (0118) op werkdagen tussen 9.00 en uur. Hoogachtend, gedeputeerde staten,,~rrrt!:-qezen, i II"IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII~~ IIIIIIIIIIIIIIIIII~ PZDB-B zeeglvergunning ex artikel19d Nat b. uur eschermlngswet l ir. J.J.C.M. Sanders, hoofd afdeling Water en Natuur. Behoort bijbrief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

3 Deze vergunning bestaat uit drie delen: In deel A leest u waarvoor en waarom u de vergunning krijgt. In deel B leest u over het wettelijke kader en het beleid die een rol spelen bij het verlenen van deze vergunning. In deel C leest u meer over het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe en de instandhoudingsdoelstellingen van dit gebied. Deel A. De vergunning Wij verlenen u, Waterschap Zeeuws-Vlaanderen, vergunning voor uit te voeren werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder (Kop van Ossenisse) in en/of grenzend aan het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. Dit doen we op grond van artikel 19d, eerste lid van de Natuurbeschermingswet De vergunning geldt in het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe voor het deel dat is aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Hierin hebben we de aanvraag voor het Habitatrichtlijngebied meegenomen (conform artikel 6, lid twee, drie en vier van de Habitatrichtlijn). De vergunning is gebaseerd op de aanvraag inclusief alle bijgevoegde stukken. De eventuele negatieve effecten op beschermde natuurwaarden zijn uitsluitend beoordeeld op de te vergunnen activiteiten zoals die in deze vergunning beschreven zijn. De werkzaamheden dienen dan ook te worden uitgevoerd conform de aanvraag, voor zover deze niet in tegenspraak zijn met de in deze vergunning beschreven activiteiten en geformuleerde voorwaarden. Wijzigingen in de uitvoering die wenselijk of noodzakelijk zijn en die geen extra of andere negatieve effecten op beschermde natuurwaarden teweegbrengen, kunnen tijdens de looptijd van de vergunning mogelijk wel doorgevoerd worden. Om te bepalen of de wijziging met of zonder een gewijzigde vergunning doorgevoerd kan worden dient altijd contact opgenomen te worden met het bevoegde gezag, de provincie Zeeland. Hieronder leest u achtereenvolgens: 1. welke voorschriften wij aan deze vergunning verbinden; 2. tot wanneer de vergunning geldig is; 3. voor welke activiteiten u de vergunning precies krijgt; 4. op welke argumenten wij onze beslissing hebben gebaseerd; 5. de zienswijzen van verschillende belanghebbenden. 1. Voorschriften Om de natuur in het Natura 2000-gebied te beschermen, verbinden we aan de vergunning een aantal voorschriften. Tijdens het uitvoeren van uw activiteit bent u dan ook verplicht zich aan onderstaande voorschriften te houden. 1. De breedte van de werkstrook bedraagt maximaal 15 meter, gerekend vanuit de waterbouwkundige teen van de dijk. 2. Het permanente verlies van 4665 m 2 slik leidt tot een herstelopgave die in gezamenlijkheid met vergelijkbare eerdere en toekomstige herstelopgaven door Projectbureau Zeeweringen gerealiseerd dient te worden. 3. Tussen dijkpalen 298 en 311 dienen alle werkzaamheden uiterlijk op 31 juli te zijn afgerond. 4. De inrichting en het gebruik van de onderhoudsstrook in relatie tot de toegankelijkheid voor recreatief medegebruik dient strikt conform de omschrijving onder het kopje ' Aanleg van onderhoudsstrook en toegankelijkheid' van paragraaf 3 van deel A van deze vergunning te worden uitgevoerd en toegepast. 5. De Noord- en de Zuidnol dienen tijdens de uitvoering van de dijkverbetering afgesloten te worden voor betreding door zowel uitvoerders als publiek. 6. De kop van de Zuidnol wordt permanent met een overdwars geplaatst hekwerk ongeveer halverwege de nol afgesloten. Het hekwerk dient te worden voorzien van een bord waarop de afsluiting voor het publiek toegelicht wordt. 7. Eventuele aanleg en gebruik van een onderwaterdepot enlof een tijdelijk aan te leggen loswal maakt geen onderdeel uit van deze vergunning en is niet toegestaan. Het lossen van stenige materialen op de onder- en/of boventafel van de te verbeteren dijkglooiing en/of in de aangrenzende zone in de werkstrook maakt wel onderdeel uit van deze vergunning en is toegestaan. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

4 8. Indien het voorland uit slik bestaat, dienen vrijkomende grond en stenen ter plaatse van de kreukelberm verwerkt te worden en niet over de gehele werkstrook. De stenen en grond dienen zo egaal mogelijk over grote dijklengte verdeeld te worden, waardoor de ophoging zo min mogelijk wordt. Perkoenpalen en overige vrijkomend materiaal dienen uit het Natura 2000 gebied verwijderd en afgevoerd te worden. 9. Het voorland (slik en schor) in de werkstrook dient aansluitend op de werkzaamheden op de oorspronkelijke hoogte te worden teruggebracht. Voor slik geldt dit voor de werkstrook buiten de kreukelberm, voor schor echter over de gehele breedte van de werkstrook. Eventuele kreekjes die binnen de werkstrook (en buiten de kreukelberm) zijn gelegen dienen vooraf geregistreerd, en na afloop, hersteld te worden. 10. Er vindt op het slik of schor buiten de werkstrook en in aangrenzende dijktrajecten geen opslag plaats van materiaal en/of grond. 11. Bij het uitvoeren van overlagingswerkzaamheden van de huidige dijkbekleding blijft verstoring (bijvoorbeeld in de vorm van werkzaamheden) plaatsvinden totdat het gietasfalt of asfaltmastiek volledig is uitgehard. 12. Er vindt geen betreding van het voorland buiten de werkstrook plaats, niet door personen noch met materieel, tenzij in locatiespecifieke voorschriften anders is aangegeven. 13. Alle materialen en afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden dat ze niet door verwaaiing, verspoeling of op andere wijze in het Natura 2000-gebied verspreid kunnen raken. 14. Na afloop van de werkzaamheden dient het dijktraject in ordelijke toestand te worden achtergelaten, hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materia-,a len en afval worden opgeruimd en uit het Natura 2000-gebied afgevoerd. _ 15. Bodem- en waterverontreinigende stoffen die ten gevolge van de vergunde activiteit in aanraking komen met de bodem of het oppervlaktewater worden onverwijld opgeruimd en naar een erkende verwerker gebracht. 16. Er wordt geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt, anders dan strikt noodzakelijk is (voor de uitvoering en in verband met communicatie of veiligheid). 17. U dient minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden te melden wanneer u begint met uw werkzaamheden. U doet dit via het adreshandhaving.groen@zeeland.nl. 18. Uiterlijk 2 dagen nadat de werkzaamheden zijn beëindigd wordt dit gemeld op het hierboven genoemde adres. 2. Geldigheid Deze vergunning is geldig tot en met 31 december Zorgvuldig nakomen van de bovenstaande voorschriften, voorkomt dat we de vergunning voortijdig intrekken of wijzigen. De vergunning moet aanwezig zijn op de locatie van de werkzaamheden. Medewerkers ter plaatse moeten op de hoogte zijn van de in de vergunning opgenomen voorschriften. 3. Uw activiteiten U hebt de vergunning aangevraagd voor het versterken van het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-I Schor van Molenpolder, gelegen in de gemeente Hulst. U geeft aan dat een groot deel van de Nederlandse dijken aan de zeezijde tegen golven wordt beschermd door een steenbekleding. Uit onderzoek van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen is naar voren gekomen dat in Zeeland deze steenbekleding onvoldoende tegen zeer zware stormen bestand is. Anders gezegd: de steenbekleding is in veel gevallen te licht en voldoet niet aan de veiligheidsnorm. Om dit probleem op te lossen is in 1996 het project Zeeweringen gestart. Hierin werken Rijkswaterstaat en de Zeeuwse waterschappen samen. Daarvoor is het Projectbureau Zeeweringen in het leven geroepen. Het doel is de met steen beklede delen van het buitentalud van de dijk te verbeteren op de plaatsen waar dat nodig is. Na verbetering dienen de dijktrajecten te voldoen aan de veiligheidsnorm zoals die is vastgelegd in de Wet op de Waterkering. Veiligheid is eerste prioriteit, maar daarnaast geeft u aan dat er ook aandacht is voor de gevolgen van de dijkverbeteringswerken voor het landschap, de natuur, cultuurhistorie (de LNC-waarden) en overige belangen, zoals ruimtelijke ordening, omwonenden en milieu. '. Het traject heeft een lengte van circa 3,7 kilometer, van dijkpaal 1797 tot Het betreft de kadastrale percelen HTN01L 597 en 832, HTN01V 962, 1016, 1026 en 1027 en HTN01W 77, 153 en 216. De werkzaamheden zijn onder te verdelen in acht onderdelen. Ze betreffen op hoofdlijnen: Behoort bij brief d.d, 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB.08,049 4

5 " Aanleg van kreukelbermen Over een groot deel van het dijktraject zullen langs de teen van de dijk de kreukelbermen worden aangevuld met breuksteen. In de dijkdelen van dp 300 tot dp m, dp m tot dp m en dp m tot dp m vinden geen aanpassingen aan de kreukelberm plaats. Aanleg van teenconstructies Tussen dp m en dp 300 en tussen dp m en dp m worden nieuwe teenconstructies aangebracht. Tussen dp m en dp m gaat dit gepaard met een zeewaartse teenverschuiving van circa 1,5 meter. Aanleg van verbeterde dijkbekleding De ondertafel van basaltzuilen van de dijk wordt in drie dijkdelen gehandhaafd, namelijk van dp 300 tot dp m, dp m tot dp m en dp m tot dp m. In de overige dijkdelen tussen dp m en dp m worden in de ondertafel betonzuilen aangebracht. In de overige dijkdelen tussen dp m en dp m wordt de ondertafel overlaagd met breuksteen, ingegoten met asfalt en afgestrooid met lavasteen. In de boventafel wordt over het gehele dijktraject een bekleding van betonzuilen aangebracht. Ter hoogte van de nollen wordt een verborgen glooiing met ingegoten breuksteen toegepast. Gebruik van een werksfrook Langs de delen van het dijktraject waar de bekleding wordt aangepast zal een werkstrook van maximaal 15 meter breed, zeewaarts vanuit de waterbouwkundige teen van de dijk, benut worden voor het tijdelijk wegzetten van ontgraven materiaal. Aanleg van onderhoudsstrook en toegankelijkheid Op de berm van de dijk zal over de gehele lengte van het dijktraject een nieuwe onderhoudsstrook met een over de totale lengte gesloten verharding worden aangelegd. De toegankelijkheid van de onderhoudsstrook voor recreatief medegebruik is conform de afspraken die in 1999 tussen het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen, Rijkswaterstaat en belangenorganisaties zijn gemaakt en welke formeel in 2006 door het waterschap middels een kaart zijn vastgelegd. Dit betekent dat in dit dijktraject de onderhoudsstrook tussen dp rn en dp 307 en vanaf dp 325 tot dp mals niet-toegankelijk voor recreatief medegebruik wordt ingericht. De onderhoudsstrook met gesloten verharding wordt in de niet-toegankelijke delen afgedekt met doorgroeistenen. Deze doorgroeistenen worden volgestrooid met grond en ingezaaid met gras. De doorgaande binnen- en buitendijkse fietsroute wordt met belijning en bebording nadrukkelijk zichtbaar en herkenbaar gemaakt. De delen van de dijk waar de onderhoudsstrook niet-toegankelijk is worden aan het begin en het einde met degelijk, overdwars over de glooiing geplaatst en tot in de kreukelberm doorgetrokken hekwerk afgesloten. Om de onderhoudstrook voor beheerswerkzaamheden toegankelijk te maken wordt een met een slot afgesloten draaihek met verticale spijlen geplaatst. De bestaande dubbele overgang over de dijk tussen de nollen, ter hoogte van dijkpaal 307, wordt fysiek zo ingericht dat er niet meer via die route over de dijk doorgefietst of -gewandeld kan worden. Het wordt zodanig ingericht dat het een soort uitzichtpunt wordt, met toelichtende bebording en zeewaartse volledige afrastering en leuningen. Ter hoogte van de Zuidnol komt een nieuwe dijkovergang die nodig is voor de uitvoering van de verbetering en daarna als overgang/toegang voor recreatief medegebruik van het toegankelijke deel van het dijktraject dient. Afsluiting nol/en De Noord- en de Zuidnol worden tijdens de uitvoering van de dijkverbetering afgesloten voor betreding door zowel uitvoerders als publiek. De kop van de Zuidnol wordt permanent met een overdwars geplaatst hekwerk ongeveer halverwege de nol afgesloten om de hoogwatervluchtplaats te beschermen. Het hekwerk wordt voorzien van een bord om de afsluiting voor het publiek toe te lichten. Transport en opslag Het transport vindt plaats via vastgestelde routes, zowel binnen- als buitendijks. Ter hoogte van Zeedorp vindt het transport uitsluitend buitendijks plaats. Na 31 juli vindt er tussen dijkpalen 298 en 311 geen buitendijks transport plaats. Er worden twee depotlocaties gebruikt, beiden buiten het dijktraject. Het eerste depot bevindt zich binnendijks ter hoogte van het gemaal Campen en het tweede binnendijks ter hoogte van Kreverhille. Alle breuksteen wordt over het water aangevoerd en wordt gelost ter hoogte van dijkpaal 298. Fasering Alleen tussen 1 april en 1 oktober kunnen werkzaamheden aan de dijk worden uitgevoerd waarbij de glooiing opengebroken mag worden. Werktechnisch zullen de werkzaamheden in de richting van zuid naar noord plaatsvinden. Overlagingen en voorbereidende werkzaamheden, zoals het plaatsen van keten en opslag van materiaal kunnen ook buiten de periode van 1 april tot 1 oktober plaatsvinden. Tussen dijkpalen 298 en 311 dienen alle werkzaamheden uiterlijk op 31 juli te zijn afgerond. I 'I Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

6 4. Onze overwegingen Om tot deze vergunningverlening te komen, hebben we een aantal zaken zorgvuldig afgewogen. Hieronder leest u welke argumenten een rol speelden bij ons besluit... Een beoordeling van de effecten is noodzakelijk Het te verbeteren dijktraject ligt binnen de begrenzing van en/of grenst aan het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe en (significant) negatieve effecten van deze activiteit op de beschermde natuurwaarden zijn op voorhand niet uit te sluiten. De werkzaamheden houden niet direct verband met en zijn niet nodig voor het beheer van het gebied. Daarom moet op objectieve wijze onderzocht en passend beoordeeld worden wat de effecten van de activiteiten (kunnen) zijn. In opdracht van Projectbureau Zeeweringen is door Grontmij het rapport 13/ /CJ 'Passende beoordeling Nijs- en Hooglandpolder' (8 juli 2008, auteur A. Lüchtenborg) opgesteld. Deze is tezamen met het door Projectbureau Zeeweringen opgestelde rapport PZDT -R ntw 'Ontwerpnota Nijs- en Hooglandpolder (Kop van Ossenisse) (d.d )' bij de aanvraag ingediend. Wij hebben geconstateerd dat de aanvraag onvoldoende gegevens bevatte, vanwege het ontbreken van een beoordeling van de cumulatieve effecten, en hebben u in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen tot en met uiterlijk 31 oktober 2008 (ons kenmerk /NB d.d. 3 sept. 2008). Vanwege cumulatieve effecten is namelijk een aanstaande vergunningaanvraag door Resort Westerscheide (voorheen Camping Mussenist) voor uitbreiding van de verblijfsaccommodatie direct grenzend aan het dijktraject, waarbij mitigerende maatregelen in en rond het dijktraject zeer waarschijnlijk aan de orde zullen zijn, van groot belang. De voortoets die voor dit project door Bureau Waardenburg bv is opgesteld, namelijk rapportnr 'Resort Westerschelde, Ossenisse, voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 '(3 maart 2008), geeft aan dat deze mitigerende maatregelen waarschijnlijk nodig zijn om significant negatieve effecten te voorkomen. Het is wenselijk en opportuun dat de mitigerende inrichtingsmaatregelen zoveel mogelijk tegelijkertijd worden uitgevoerd met de dijkverbetering. Niet alleen om eventuele extra verstoring van natuurwaarden te voorkomen, maar ook omwille van het gegeven dat alleen Waterschap Zeeuws-Vlaanderen gerechtigd is om inrichtingsmaatregelen aan en op het dijklichaam te treffen. Die benodigde inrichtingsmaatregelen creëren aldus een benodigde uitgangssituatie voor de vergunningprocedure voor de uitbreiding van Resort Westerschelde. Op 31 oktober 2008 heeft u via uitstel aangevraagd voor het aanleveren van de aanvulling. Dat uitstel hebben wij u op 3 november 2008 verleend, zonder (vooralsnog) een uiterste datum vast te stellen. Op 21 november 2008 heeft u de aanvraag aangevuld; de aanvulling ontvingen wij op 27 november Door Resort Westerschelde is in de tussenliggende periode toestemming verleend om de genoemde voortoets bij de voorliggende vergunningaanvraag door ons als stuk aan de aanvraag toe te voegen en aldus openbaar te maken. Naar aanleiding van uw aanvulling heeft nader bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de provincie Zeeland en het waterschap. Door ons is namelijk geconstateerd dat de in de aanvulling beschreven inrichtingsmaatregelen niet geheel in overeenstemming waren met de uitgangspunten qua uitvoering van de werkzaamheden waarop de beide natuurtoetsen gebaseerd zijn. Overeengekomen is om de inrichtingsmaatregelen zodanig in deze vergunning aan te passen en vast te leggen dat deze recht doen aan de beide natuurtoetsen. Deze vergunning beoogt derhalve twee doelen. Enerzijds is deze vergunning nodig voor de verbetering '. van het dijktraject en anderzijds is deze vergunning nodig voor de inrichtingsmaatregelen aan het dijktraject die als mitigerende maatregelen bedoeld zijn om de uitbreiding van Resort Westerschelde mogelijk te maken. Naar ons oordeel bevatten de drie documenten, in samenhang met de overige bij de vergunningaanvraag gevoegde stukken en mondeling en via verstrekte nadere detailinformatie, de benodigde objectieve informatie om de effecten van de geplande activiteiten te kunnen beoordelen...provincie Zeeland is bevoegd vergunning te verlenen Een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt verleend door gedeputeerde staten van de provincie waarin het betrokken beschermde gebied is gelegen. Wanneer het beschermde gebied in meerdere provincies is gelegen, zijn gedeputeerde staten van de provincie waar het grootste deel van het gebied is gelegen het bevoegde gezag om de vergunningaanvraag te behandelen, voor zover de vergunningaanvraag mede betrekking heeft op delen van het gebied gelegen in andere provincies. De aanvraag dient in dat geval in overleg met de andere provincie(s) te worden behandeld. Wanneer er sprake is van een activiteit of uitzondering zoals genoemd in het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998, is niet gedeputeerde staten het bevoegde gezag om de vergunningaanvraag te behandelen, maar de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze vergunningaanvraag ziet toe op activiteiten die plaatsvinden in en nabij het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. Dit gebied is geheel gelegen op het grondgebied van de provincie Zeeland. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: van de afdehng Water en Natuur 090t3768/NB

7 De uit te voeren activiteiten worden niet genoemd in het Besluit vergunningen Natuurbeschemiingswet Dit betekent dat gedeputeerde staten van de provincie Zeeland bevoegd zijn deze vergunningaanvraag te behandelen. * Geen strijdigheid met algemene doelen en kernopgaven Voor alle Natura 2000-gebieden zijn dezelfde vijf algemene doelen geformuleerd en per gebied zijn kernopgaven geformuleerd. Deze algemene doelen en kemopgaven zijn een hulpmiddel bij de formulering van de doelen op gebiedsniveau. Op dit gebiedsniveau geven de kernopgaven aan wat de belangrijkste verbeteropgaven zijn en wat de belangrijkste bijdrage van dat landschap aan het Natura 2000-netwerk is. De kemopgaven omvatten vaak verscheidene habitattypen en soorten die op landschapsniveau en op gebiedsniveau om een samenhangende aanpak vragen in het kader van beheer en inrichting. De in de Ontwerpbesluiten van de Natura 2000-gebieden opgenomen instandhoudingdoelstellingen zijn de specifieke uitwerking van de algemene doelen en kernopgaven per Natura 2000-gebied. De effecten van de te vergunnen werkzaamheden Op die instandhoudingdoelstellingen zijn beoordeeld. Die beoordeling is de kern van deze vergunning. Verderop in deze paragraaf 'Onze overwegingen' blijkt uit de beoordeling dat geen significant negatieve effecten op zullen treden. Het uitvoeren van werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-I Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder achten wij dan ook niet in strijd met de algemene doelen en kernopgaven opgesteld voor het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. * Effecten zijn mogelijk op beschermde habitattypen en soorten In het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe zijn binnen het beïnvloedingsgebied van de werkzaamheden aan dit dijktraject twee categorieën specifieke instandhoudingsdoelen te onderscheiden: habitattypen en soorten. Zogenoemde oude doelen in voormalige beschermde, dan wel staatsnatuurmonumenten zijn bij dit dijktraject niet aan de orde. Bij habitattypen betreft het tijdelijke, dan wel permanente verstoring en/of onttrekking van de habitattypen Estuaria (H1130) en Schorren met slijkgrasvegetatie (H1320); andere kwalificerende habitattypes zijn niet aanwezig langs dit dijktraject. Bij soorten betreft het mogelijke effecten op een reeks van vogelsoorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied zijn opgesteld; overige kwalificerende soorten komen niet in de invloedssfeer van de activiteiten voor of ondervinden er geen effect door. * Er zijn geen significant negatieve effecten op habitattypen Tussen de dijkpalen 30a+80men m zal het habitattype Schorren met slijkgrasvegetatie (H1320) tijdelijk door de werkzaamheden worden verstoord. Het betreft het onvermitdelijke gebruik van een werkstrook van 15 meter breed. Het tijdelijke ruimtebeslag bedraagt circa 2500 m, hetgeen een zeer klein (0,001%) deel van het areaal schor in de Westerschelde is. Standaard worden in het werk mitigerende maatregelen genomen om het herstel van het schor zo goed mogelijk te bevorderen. Juist bij dit type jonge schorhabitat is te verwachten dat herstel snel optreedt. Deze maatregelen betreffen het terugbrengen van de ontgraven grond en het herstellen van de oorspronkelijke morfologische situatie, zoals hoogteligging van de bodem en herstel van geultjes en prieltjes. Deze maatregelen zijn als voorschriften in deze vergunning vastgelegd. Langs de overige delen van het dijktraject komt het habitattype Estuaria (H1130) voor. Door het onvermijdelijke gebruik van een werkstrook langs een deel van het dijktraject zal maximaal circa 1,4 ha slik tijdelijk in beslag genomen en verstoord worden. Dit is een zeer klein deel (0,03%) van het areaal intergetijdengebied in de Westerschelde. Standaard worden in het werk mitigerende maatregelen genomen om het herstel van het slik zo goed mogelijk te bevorderen. Deze maatregelen betreffen het terugbrengen van de ontgraven grond en het herstellen van de oorspronkelijke morfologische situatie, zoals hoogteligging van de bodem en herstel van geultjes en prieltjes. Deze maatregelen zijn als voorschriften in deze vergunning vastgelegd. Permanent ruimtebeslag treedt langs een deel van het dijktraject op doordat de kreukelberm overlaagd zal worden en hierdoor vrij liggend slik zal verdwijnen. In totaal bedraagt dit een oppervlak van 4665 m 2 Dit is circa 0,009% van het totale oppervlak aan intergetijdengebied in de Westerschelde. Dit is geen significant verlies, maar dit permanente verlies leidt wel tot een herstelopgave, die als voorschrift in deze vergunning is opgenomen. Deze herstelopgave wordt in gezamenlijkheid met eerdere en toekomstige vergelijkbare herstelopgaves voor dijkverbeteringen rond de Westerschelde en de Oosterschelde door Projectbureau Zeeweringen gerealiseerd. Momenteel wordt concreet in dat kader gewerkt aan het ontwikkelen van natte natuur in de Droge Inlaag bij Bruinisse en het uitsluiten van agrarisch medegebruik van de Koudekerkse Inlaag en de Westenschouwse Inlaag, alle op Schouwen-Duiveland. De negatieve effecten achten wij onvermijdelijk, dankzij de mitigerende maatregelen gering, niet significant en aanvaardbaar. * Er zijn geen significant negatieve effecten op 'Natura 200()'broedvogels' Op en nabij het dijktraject wordt incidenteel gebroed door vogelsoorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen voor het aantal broedparen in het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe zijn geformuleerd, namelijk bontbekplevier, strandplevier en kluut. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerlc INB

8 De eerste twee soorten zijn broedend op het dijktalud aangetroffen, de kluut in het binnendijkse natuurontwikkelingsgebied De Molenpolder. De werkzaamheden aan het dijktraject vallen samen met het broedseizoen van vogels. Als gevolg van deze werkzaamheden is het dijktraject zelf tijdelijk ongeschikt voor broedvogels. Het verstorend effect van de werkzaamheden (langsrijdend materieel) op binnendijks broedende vogels zal hooguit zeer beperkt zijn. Enerzijds zullen zich immers weinig broedvogels bevinden binnen de maximale verstoringsafstand van 200 meter, anderzijds zijn broedvogels minder gevoelig voor verstoring en zullen ook enigszins wennen aan de (niet-bedreigende) verstoringen. Na de dijkverbetering zal de toegankelijkheid van het dijktraject voor recreatief medegebruik ten opzichte van de huidige situatie nadrukkelijk gereguleerd worden, waarbij een aanzienlijk deel van het traject effectief afgesloten zal worden en de doorgaande fietsroute binnendijks wordt geleid. De afsluiting van de niet-toegankelijke delen zal geschieden door middel van overdwars over de dijkglooiing geplaatst en tot in de kreukelberm doorgetrokken hekwerk. De voor dijkonderhoud te plaatsen met sloten afgesloten draaihekken zullen worden voorzien van verticale spijlen en de onderhoudsstrook zal worden afgedekt met doorgroeistenen, welke met gras ingezaaide grond afgestrooid worden. Daarnaast zal bebording worden geplaatst waarmee bezoekers geattendeerd worden op de afsluiting vanwege het voorkomen van kwetsbare natuurwaarden. Deze maatregelen zijn als voorschriften in deze vergunning opgenomen. De niet-toegankelijke delen van het dijktraject zullen daarmee geschikter worden als succesvol broedhabitat voor kustbroedvogels als bontbekplevier en strandplevier. Na een tijdelijk en beperkt negatief effect is het permanente effect waarschijnlijk zelfs positief. We achten het eventuele negatieve effect dan ook gering, niet significant en aanvaardbaar... Er zijn geen significant negatieve effecten op 'Natura 2000-niet-broedvoge/s' Negatieve effecten zijn wel mogelijk op vogels die het dijktraject en de directe omgeving voor andere doeleinden dan broeden gebruiken. Een deel van de vogels foerageert op het bij laagwater droogvallende slik dat aan het dijktraject grenst. Als gevolg van het gebruik van een werkstrook van maximaal 15 meter breedte zal gedurende de werkperiode 1,4 ha slik niet beschikbaar zijn als foerageergebied van vogels. Daarnaast zullen de werkzaamheden tot maximaal 200 meter uit de dijk een verstorend effect hebben op de op het slik foeragerende vogels. Dit zijn tijdelijke effecten. Overigens liggen de slikken voor een deel langs toegankelijke dijkdelen, waar recreanten ook een verstorend effect kunnen hebben. De werkstrook dient zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht, hetgeen als voorschrift in deze vergunning is vastgelegd. Dit leidt tot een zo spoedig mogelijk herstel van de werkstrook als foerageergebied. Ook wordt niet overal tegelijk langs het dijktraject gewerkt, zodat op enig moment ook niet het hele areaal potentieel verstoorbare slik verstoord wordt, maar een deel. Na juli hebben de slikken langs het dijktraject tussen de dijkpalen 298 en 311 relatief de belangrijkste natuurwaarden, waarbij het met name om drieteenstrandlopers gaat. Om deze vogels zoveel mogelijk te ontzien is als mitigerende maatregel opgenomen om alle werkzaamheden op dit deel van het dijktraject uiterlijk op 31 juli afgerond te hebben. Deze maatregel is als voorschrift in deze vergunning vastgelegd. Het verstoorde oppervlak foerageergebied is beperkt en vogels vinden in de directe omgeving ruime mogelijkheden voor een alternatieve foerageerlocatie. Als mitigerende maatregel zullen tevens de beide nollen inclusief het tussenliggende schor en slikgebied voor zowel uitvoerders als publiek afgesloten worden. Hiermee wordt een deel van het foerageergebied zoveel mogelijk ontzien en kan een deel van de vogels hier een eventuele alternatieve foerageerplek vinden en wordt het negatieve effect zoveel mogelijk voorkomen. Het permanente ruimtebeslag van 4665 m 2 als gevolg van de aanleg van kreukelbermen heeft een zeer kleine afname van het foerageergebied als gevolg. Hoewel deze afname verre van significant is, leidt deze wel tot de al eerder genoemde en als voorschrift vastgelegde herstelopgave. Tijdens hoogwater bevinden zich op en in de nabijheid van het dijktraject zogenoemde hoogwatervluchtplaatsen (HVP's) voor vogels. Binnendijkse HVP's zullen nauwelijks door de werkzaamheden verstoord worden, omdat het dijklichaam als een buffer zal fungeren; buitendijkse HVP's - op het dijktalud en de nollen - zullen mogelijk wel verstoord worden. Als mitigerende maatregel zullen de beide nollen inclusief het tussenliggende schor en slikgebied voor zowel uitvoerders als publiek afgesloten worden. Hiermee worden de belangrijkste HVP's ontzien, kunnen de overtijende vogels hier een eventuele alternatieve HVP vinden en wordt het negatieve effect zoveel mogelijk voorkomen. Na voltooiing van de dijkverbetering zal de inrichting van de dijk veel nadrukkelijker recht doen aan de toegankelijkheid voor recreatief medegebruik zoals die in 1999 is overeengekomen. Niet-toegankelijke delen zullen expliciet als niet-toegankelijk worden ingericht, waarmee betreding wordt ontmoedigd. Dit is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie waarbij de niet-toegankelijke delen frequent wél werden betreden. De nadrukkelijke inrichting zal er toe leiden dat het buitendijkse deel en het aanliggende voorland veel rustiger zijn en daarmee verbeterde mogelijkheden biedt voor foeragerende, overtijende en mogelijk ook enkele broedende vogels. Deze inrichting is nadrukkelijk in deze vergunning opgenomen en dwingend als voorschrift vastgelegd. Daarnaast zal er na voltooiing van de dijkverbetering een permanente afsluiting van de kop van de Zuidnol zijn. Deze maatregel, die als voorschrift in deze vergunning is vastgelegd, bewerkstelligt dat de belangrijke HVP-functie van deze nol veiliggesteld wordt. Deze mitigerende maatregel is sec voor deze vergunning niet noodzakelijk, maar wel - in gezamenlijkheid met de expliciete en doelmatige inrichting van '. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 mei ons kenmerk: /NB

9 voor recreatief medegebruik - voor de uitbreidingsmogelijk- het dijktraject in relatie tot de toegankelijkheid heden van Resort Westerschelde. Naar ons oordeel zijn, mede dankzij de mitigerende maatregelen, de negatieve effecten op de Natura niet-broedvogels gering, niet significant en aanvaardbaar. " In combinatie met andere activiteiten in de Westerschelde veroorzaakt uw activiteit geen significant negatieve effecten In gezamenlijkheid met andere activiteiten zou de dijkverbetering een significant effect kunnen hebben op de hier behandelde natuurwaarden. Cumulatieve effecten kunnen zowel worden veroorzaakt door autonome ontwikkelingen (bijvoorbeeld de verwachte zeespiegelstijging) en diverse menselijke activiteiten in het gebied; het gaat dan om activiteiten als scheepvaart, visserij en recreatie in het gebied maar ook werkzaamheden in het kader van het vergroten van de veiligheid en de verbeterde diepgang van de vaargeul. De Westerschelde is het enige overgebleven estuarium in het Deltagebied en wordt gekarakteriseerd door een hoge morfologische dynamiek die bepalend is voor het systeem, door stroming, getijdenwerking en bijzondere natuurwaarden. Het estuarium bestaat uit diepe en ondiepe wateren, zand- en slikplaten en schorren. Het systeem heeft door de jaren heen veel veranderingen ondergaan die het gevolg kunnen zijn van natuurlijke processen of menselijke ingrepen wiens effecten moeilijk van elkaar en van de natuurlijke processen zijn te scheiden. De ingrepen met de meeste invloed op de dynamiek zijn m.n. de inpolderingen van de afgelopen eeuwen het baggeren en storten ten behoeve van de verdieping, vaargeulonderhoud en zandwinning. De voornaamste gevolgen zijn: vermindering van de komberging (het verschil tussen het watervolume in het estuarium bij hoogwater en laagwater), waardoor de getijgolf zich sneller door het estuarium kan voortplanten; verlies aan laagdynamisch gebied zoals ondiepwatergebied en schorren; verstarring van de geulen (=vermindering van dynamiek). De verschillende habitats van gebied zijn zeer belangrijk als hoogwatervluchtplaats, broed-, rul-, rust- en foerageergebied voor verschillende groepen van vogels. De Westerschelde en Saeftinghe vervullen verder een belangrijke functie als kinderkamer voor jonge vis, en als verblijfplaats voor zeehonden. Het verlies van laagdynamisch gebied betekent een afname van waardevolle habitats en van foerageermogelijkheden voor steltlopers. Als autonome ontwikkeling wordt van een toekomstige zeespiegelrijzing uitgegaan met een effect op de droogvalduur van slikken een platen en daarmee de foerageermogelijkheden voor vogels. Verder wordt waterkwaliteit beïnvloed door vervuiling en eutrofiëring, wat doorwerkt in zuurstoftekorten of vergiftiging. Recreatie Recreatie bestaande uit oeverrecreatie, sportvisserij en recreatievaart is relatief beperkt, maar neemt autonoom toe. In het mondingsgebied van de Westerschelde zijn enkele grote stranden. Aan de rest van de Westerschelde vindt men plaatselijk oever- en dijkrecreatie, maar deze is niet van groot belang. Openstelling van dijktrajecten voor recreanten heeft mogelijk wel een verstorend effect (geluid en menselijke aanwezigheid) op zeehonden en broedende, foeragerende of rustende vogels. In de nabije omgeving van het dijktraject is het Resort Westerschelde voornemens om een uitbreiding van de verblijfsaccommodatie te realiseren. De betreffende toename van de recreatiedruk veroorzaakt mogelijk significante negatieve effecten. Door het gedeeltelijk afsluiten van het dijktraject wordt verstoring op gevoelige locaties voorkomen waarmee significante negatieve effecten voormeden kunnen worden. Inpoldering en dijkversterking In het verleden hebben diverse grote inpolderingen van met name schorgebieden plaatsgevonden. Na 1953 vonden ook dijkversterkingen plaats. De werken hebben geleid tot een ruimtelijke vernauwing van het systeem, verlies of verstoring van habitats (o.a. afname van schorren en slik) en beperking van sedimentatiemogelijkheden. Tijdens een nieuw dijkversterkingentraject is men in 1997 begonnen met de verbetering van de dijken langs de Westerschelde. De dijkversterkingen hebben sinds 1997 geleid tot enige afname van open water (habitattype H1130) en schorren (habitattypen H1310, H1320, H1330). Dit verlies leidt tot een herstelopgave. De werkzaamheid kan naast de boven beschreven effecten leiden tot directe verstoring (geluid en menselijke aanwezigheid) van vogels (hoogwatervluchtplaatsen, broed- en foerageergebieden). In 2009 worden naast het dijktraject -/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder ook werkzaamheden uitgevoerd aan dijktrajecten langs de Kruiningenpolder en Zimmermanpolder. Effecten van deze werkzaamheden zijn gering en treden niet of nauwelijks buitendijks op. De uitwijkmogelijkheden van kwalificerende vogelsoorten in verband met de werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends- ISchor van Molenpolder worden niet beperkt door de dijkwerkzaamheden aan de dijktrajecten langs de Kruiningen- en Zimmermanpolder. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

10 Uw activiteit heeft door het toepassen van de in deze vergunning opgenomen mitigerende maatregelen aanvaardbare negatieve effecten op de natuurwaarden van de Westerschelde & Saeftinghe. In samenhang met andere activiteiten zullen deze negatieve effecten in gezamenlijkheid naar onze mening niet tot significantie leiden... Uw activiteit past binnen het provinciale beleid Uw activiteit is in lijn met ons provinciale beleid zoals dit is verwoord in het Omgevingsplan Zeeland Relevante beleidsdoelen betreffen de veiligheid tegen overstromingen en behoud en versterking van de Zeeuwse natuurwaarden. De dijkverbetering is bedoeld om de veiligheid tegen overstromingen op duurzame wijze te waarborgen. De werkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat er geen significante aantasting plaatsvindt van de wezenlijke kenmerken of waarden van de Zeeuwse beschermde natuur en onvermijdelijke verstoringen zo klein mogelijk worden gehouden. Naar ons oordeel is er dus geen strijdigheid met het Omgevingsplan Zeeland Conclusie De werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder zijn geen activiteiten die direct verband houden met en niet nodig zijn voor het beheer van het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. Op voorhand kon niet worden uitgesloten dat deze activiteiten, afzonderlijk, of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen zouden kunnen hebben voor dit gebied. Het is daarom dat u, als initiatiefnemer, ter onderbouwing van de vergunningsaanvraag een passende., beoordeling in de zin van artikel19f, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 heeft laten opstellen. Een zodanige beoordeling houdt in dat, op basis van de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van het plan of project die op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen, moeten worden geïnventariseerd. Op basis van de door u overgelegde passende beoordeling van de gevolgen van het uitvoeren van werkzaamheden aan het dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder voor het Natura gebied Westerschelde & Saeftinghe en de door Resort Westerschelde overgelegde natuurtoets, met het oog op de instandhoudingsdoelstellingen van dit gebied, hebben wij vergunning voor deze activiteit kunnen verlenen nu wij op grond van de ons ter beschikking staande informatie en de bij ons zelf aanwezige kennis de zekerheid hebben verkregen dat de activiteit geen schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied. De activiteiten hebben geen significante negatieve effecten tot gevolg, ook niet in cumulatie met andere acti-viteiten. In deze vergunning worden namelijk voorschriften opgenomen die de natuurwaarden van het gebied beschermen. Op die wijze wordt voorkomen dat er significante negatieve effecten optreden. We hebben hiermee uw activiteit getoetst aan de zogenaamde instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe, die bestaan uit: doelstellingen voor vogelsoorten doelstellingen voor habitattypen en habitatsoorten doelstellingen uit aanwijzingsbesluiten van de beschermde natuurmonumenten Verdronken Zwarte Polder, Schor van Waarde en het Verdronken Land van Saeftinghe. Tevens hebben wij uw activiteit getoetst aan het geldende provinciale beleid zoals opgenomen van deze vergunning. in deel B Meer informatie over het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe en de instandhoudingsdoeistellingen leest u in deel C van deze vergunning. 5. Zienswijzen van belanghebbenden Op het moment dat wij uw aanvulling op de vergunningaanvraag binnen kregen, hebben wij afschriften van uw aanvraag, uw aanvulling en de natuurtoets van Resort Westerschelde verstuurd naar: de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. Daarnaast hebben wij een ontwerpbesluit gedurende zes weken ter inzage gelegd en eventuele belanghebbenden met een publicatie in het huis-aan-huisblad Zeeuws-Vlaams Advertentieblad (Zeeuws- Vlaanderen) daarop geattendeerd. Ze kregen op die manier de gelegenheid om hun zienswijze te geven op uw aanvraag. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Behoor1 bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: INB

11 Deel B. Wettelijk kader en beleid 1998 en de Habitatricht- In paragraaf 1 van dit deel leest u welke artikelen uit de Natuurbeschermingswet lijn uit 1992 van belang zijn bij het verlenen van deze vergunning. In paragraaf 2 leest u welk beleid een rol speelt bij de vergunningverlening. 1. Wettelijk kader In 1998 is de Natuurbeschermingswet 1998 opgesteld. Op 20 januari 2005 is er een wet aangenomen die de Natuurbeschermingswet uit 1998 op een aantal punten heeft gewijzigd. Sinds 1 oktober 2005 is een aantal artikelen uit de Natuurbeschermingswet 1998 en de wijzigingswet in werking getreden. De voor vergunningverlening van belang zijnde artikelen zijn: Artikel2, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat wat we onder 'gedeputeerde staten' verstaan, voor zover niet anders is bepaald. Gedeputeerde staten = gedeputeerde staten van de provincie waarin geheel of grotendeels zijn gelegen: gebieden als bedoeld in artikel 10a (zie hieronder), of natuurmonumenten, of landschapsgezichten onderscheidenlijk beschermde natuurmonumenten, of beschermde landschapsgezichten. Artikel10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat dat Onze Minister gebieden aanwijst om de volgende Europese richtlijnen uit te kunnen voeren: richtlijn (EEG) nummer 79/409 (Vogelrichtlijn) richtlijn (EEG) nummer 92/43 (Habitatrichtlijn) Artikel10a, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 Dit artikel bepaalt dat een besluit de instandhoudingsdoelstelling voor het gebied bevat. Het gaat dan om besluiten, zoals bedoeld in het vorige artikel (het eerste lid van artikel 10a). Onder instandhoudingsdoelstellingen vallen in ieder geval: a. doelstellingen die gaan om de instandhouding van de leefgebieden, voorzover dit vereist is volgens richtlijn (EEG) nummer 79/409, of b. doelstellingen die gericht zijn op de instandhouding van de natuurlijke habitats of van de populaties van in het wild levende dier- en plantensoorten, voorzover dit vereist is volgens richtlijn (EEG) nummer 92/43. Artikel10a, derde lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 Dit artikel bepaalt dat de instandhoudingsdoelstelling (uit artikel10a, tweede lid) ook betrekking kan hebben op doelstellingen gericht op: het behoud van het natuurschoon het herstel van het natuurschoon de ontwikkeling van het natuurschoon de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied Voor zover deze niet vallen onder de doelstellingen volgens de richtlijnen uit het tweede lid vereist is. Artikel 15a, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 Volgens dit artikel is het gebied geen beschermd natuurmonument meer vanaf het moment dat het gebied wordt aangewezen als Natura 2000-gebied. Artikel 15a, derde lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat dat de instandhoudingsdoelstelling voor het Natura 2000-gebied ook betrekking heeft op eerdere doelstellingen, die gericht waren op: het behoud van het natuurschoon het herstel van het natuurschoon de ontwikkeling van het natuurschoon de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied. Dit geldt ook als het gebied niet langer aangewezen is als beschermd natuurmonument. We houden dan dus doelstellingen aan zoals ze waren toen het gebied nog wel aangewezen was als beschermd natuurmonument. Artikel 19d, eerste/id, van de Natuurbeschermingswet 1998 Dit artikel bepaalt dat het verboden is om projecten of andere handelingen te realiseren of onderscheidenlijk te verrichten: zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, of in strijd met voorschriften of beperkingen die aan de vergunning verbonden zijn. Behoort bijbrief d.d. 17 maart 2009 met ons kenme~: /NB.OB

12 Bovenstaande is het geval als die projecten of handelingen: de kwaliteit kunnen verslechteren van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een aangewezen gebied zoals bedoeld in artikel10a, eerste lid of artikel12, derde lid. een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. De instandhoudingsdoelstellingen zijn hierbij het uitgangspunt. de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Artike/1ge van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat dat Gedeputeerde Staten bij het verlenen van een vergunning letten op de instandhoudingsdoeistelling en rekening houden: a. met de gevolgen die een project of andere handeling kan hebben voor: het gebied dat aangewezen is op grond van artikel 10a, eerste lid, of het gebied waarvan de aanwijzing in overweging is genomen, zoals bedoeld in artikel 12, derde lid; b. met een beheersplan dat op grond van artikel19a of artikel19b is vastgesteld. Het gaat hier om het verlenen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 19d, eerste lid. Artike/19' van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat dat voordat Gedeputeerde Staten een besluit nemen over een vergunning (artikel 19d, eerste lid) een initiatiefnemer van een nieuw project of andere handelingen eerst een passende beoordeling maakt voor de gevolgen van het gebied. Daarbij houdt hij/zij rekening met de instandhoudingsdoel- ~~: a., als het nieuwe project of andere handelingen niet direct verband houden of nodig zijn voor het beheer..,. van een gebied, zoals bedoeld in artikel1 Oa, eerste lid of artikel 12, derde lid, maar dit project in combinatie met andere projecten of handelingen wel significante gevolgen kunnen hebben voor het gebied. Artike/19g, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 Dit artikel geeft aan dat Gedeputeerde Staten pas een vergunning (artikel 19d, eerste lid) kunnen verlenen op het moment dat zij zich ervan hebben verzekerd dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. Dit moet blijken uit een passende beoordeling, zoals bedoeld in artikel 19f, eerste lid. Artike/19/, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel staat dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor de instandhouding van een gebied: aangewezen op grond van artikel 10, eerste lid, artikel 10a, eerste lid, of waarvan de aanwijzing in overweging is genomen, zoals bedoeld in artikel12. Deze zorg houdt in ieder geval het volgende in. Weet of kan iemand redelijkerwijs vermoeden dat zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kan hebben voor het gebied? Dan is diegene verplicht dergelijke handelingen of nalaten te voorkomen. Is dat niet mogelijk, dan is diegene verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om die gevolgen te voorkomen. Kunnen de gevolgen niet worden voorkomen, dan is diegene verplicht deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Uitgangspunt is allereerst de instandhoudingsdoelstelling voor gebieden die aangewezen zijn op grond van artikel 10a, eerste lid. Daamaast nemen we als uitgangspunt de wezenlijke kenmerken van een gebied, aangewezen op grond van artikel 10, eerste lid. e Artikel V, eerste lid, van de Wet van 20 januari 2005 tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 De Wet van 20 januari 2005 houdt een aantal wijzigingen in van de Natuurbeschermingswet Deze wijzigingen houden verband met Europeesrechtelijke verplichtingen. Artikel V, eerste lid van deze Wet, bepaalt dat de besluiten van de Minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot aanwijzing van Vogelrichtlijngebieden, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 10a van de Natuurbeschermingswet Artike/ 4, eerste lid, derde alinea, van Richt/ijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 Deze richtlijn gaat over de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de Habitatrichtlijn). In dit artikel staat dat elke lidstaat op basis van de criteria van bijlage I" (fase 1) en van de relevante wetenschappelijke gegevens een lijst van gebieden voorstelt, waarop staat aangegeven welke typen natuurlijke habitats van bijlage I en welke inheemse soorten van bijlage " in die gebieden voorkomen. Voor diersoorten met een zeer groot territorium komen deze gebieden overeen met de plaatsen, binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van die soorten, die de fysische en biologische elementen vertonen welke voor hun leven en voortplanting essentieel zijn. Voor aquatische soorten met een groot territorium worden deze gebieden alleen voorgesteld indien het mogelijk is een zone duidelijk af te bakenen die de fysische en biologische elementen vertoont welke voor hun leven en voortplanting essentieel Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

13 zijn. Zo nodig stellen de lidstaten aanpassingen van de lijst voor in het licht van de resultaten van het in artikel 11 bedoelde toezicht. De lijst wordt binnen drie jaar na kennisgeving van de richtlijn aan de Commissie toegezonden met informatie over elk gebied. Deze informatie omvat een kaart, de naam, de ligging en de oppervlakte van het gebied, alsmede de gegevens die zijn verkregen uit toepassinç van de in bijlage lil (fase 1) vermelde criteria, en wordt verstrekt op basis van een door de Commissie volgens de procedure van artikel21 opgesteld formulier. Artikel 4, tweede lid, van de Habitatrichtlijn In artikel 4, tweede lid, derde alinea stelt de Commissie de lijst van gebieden van communautair belang vast. waarop de gebieden staan aangegeven met een of meer prioritaire typen natuurlijke habitats of een of meer prioritaire soorten. Artikel 4, vijfde lid, van de Habitatrichtlijn Dit artikel bepaalt dat de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid van de Habitatrichtlijn geiden, zodra een gebied op de lijst is geplaatst die bedoeld is in het tweede lid, derde alinea. Artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn Dit artikel stelt dat de lidstaten passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten niet verslechterd in de speciale beschermingszones. Ook zorgen ze ervoor dat er geen storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen. Dit geldt voorzover die factoren een significant effect kunnen hebben. Daarbij wordt gelet op de doelstellingen van deze richtlijn. Artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn In dit artikel staat dat voor een plan of project een passende beoordeling gemaakt moet worden van de gevolgen voor het gebied. Dit geldt voor een plan of project dat niet direct verband houdt met het beheer van het gebied of niet direct nodig is voor het beheer van het gebied. Maar dit plan of project kan afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen hebben voor een gebied. Bij de beoordeling moet rekening worden gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. De bevoegde nationale instanties geven slechts toestemming voor zo'n plan of project: nadat zij de zekerheid hebben dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten, en; nadat zij in voorkomend geval inspraakmogelijkheden hebben geboden. Ze letten hierbij op de conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied. Ze geven toestemming onder voorbehoud van wat dat in lid 4 staat. Artikel 6, vierde lid, van de Habitatrichtlijn Artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn stelt dat indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, de lidstaat alle nodige compenserende maatregelen neemt om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. De lidstaat stelt de Commissie op de hoogte van de genomen compenserende maatregelen. Wanneer het betrokken gebied een gebied met een prioritair type natuurlijke habitat en/of een prioritaire soort is, kunnen alleen argumenten die verband houden met de men-selijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijke gunstige effecten dan wel, na advies van de Commissie, andere dwingende redenen van grootopenbaar belang worden aangevoerd. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

14 2. Beleid De Minister van Landbouw. Natuur en Voedsel kwaliteit heeft de Westerschelde & Saeftinghe aangewezen als speciale beschermingszone. Dit heeft hij gedaan op grond van de Vogelrichtlijn. De Westerschelde & Saeftinghe is een Natura 2000-gebied (artikel 10a. eerste lid. Natuurbeschermingswet 1998). Dit is zo bepaald in artikel V. eerste lid, van de Wet van 20 januari 2005 tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met Europeesrechtelijke verplichtingen. Wel aangemeld In 2003 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Westerschelde & Saeftinghe bij de Europese Commissie aangemeld als speciale beschermingszone (artikel 4, lid 1 van de Habitatrichtlijn). Nog niet aangewezen De Habitatrichtlijngebieden zijn nog niet aangewezen conform artikel 10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie de Habitatrichtlijngebieden, die door Nederland zijn aangemeld. op de communautaire lijst geplaatst. Totdat de formele aanwijzingsprocedure is voltooid gaan we uit van het volgende. We komen artikel 6 van de Habitatrichtlijn na met een beroep op de rechtstreekse werking, of we interpreteren richtlijnconform de artikelen 19d en verder. Communautaire lijst Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld voor de Atlantische biografische regio. Nederland hoort bij deze regio. Zodra een gebied op de communautaire lijst is geplaatst, zoals nu dus het geval is, zijn de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid van de Habitatrichtlijn voor dat gebied van toepassing. Dat betekent dat we een aanvraag tot vergunningverlening (ex artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998) rechtstreeks aan artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn moeten toetsen. Dit moet op grond van artikel 10 van het EG-verdrag op het moment dat een derde belanghebbende hierom vraagt. Het kan ook betekenen dat we artikel 19d, eerste lid, volgens de bepalingen uit de Habitatrichtlijn moeten uitleggen wanneer het beschermde natuurmonumenwogelrichtlijngebied/natura 2000-gebied overlapt met het Habitatrichtlijngebied. Jurisprudentie De bevoegdheid van gedeputeerde staten tot het verlenen van een vergunning ex artikel 19d, eerste lid Natuurbeschermingswet 1998 voor een Vogel- en Habitatrichtlijngebied en het richtlijnconform interpreteren van dit artikel voor zover de activiteit effecten heeft op het gedeelte Habitatrichtlijngebied. is in haar jurisprudentie meerdere malen door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd. recentelijk nog in een uitspraak van 24 oktober 2007 (docnr 0760; LJN: BB6344): - Gelet op artikel V van de Wet van 20 januari 2005 geldt het aanwijzingsbesluit van Oostersehelde tot SBZ/Vogelrichtlijn (VR) als besluit ex artikel10a NBwet De uit artikel19d NBwet 1998 voortvloeiende verplichtingen strekken derhalve tot bescherming van de Oostersehelde voor zover dit gebied is aangewezen als SBZlVR. Nu de Oostersehelde op de communautaire lijst is geplaatst, geldt op grond van artikel 4, lid 5, Habitatrichtlijn (HR) artikel 6, lid 3. HR voor het gebied. Omdat het gebied niet is aangewezen ex artikel10a dan wel artikel12 NBwet 1998, geldt artikel19d NBwet 1998 niet voor het HR-gebied. - Gezien de mogelijke aantasting van de door de HR beschermde habitats. dient te worden bezien hoe artikel 6, lid 3. HR hier kan worden toegepast. Zoals de ABRS eerder heeft overwogen in haar uitspraak in de zaak Texel. moet voordat wordt toegekomen aan de vraag of een artikel van de HR rechtstreekse werking heeft, worden nagegaan of het van toepassing zijnde nationale recht richtlijnconform kan worden geïnterpreteerd. l.c. gaat het om een gebied dat niet alleen op de communautaire lijst staat. maar tevens is aangewezen als SBZlVR. Deze aanwijzing geldt als een aanwijzing ex artikel 10a NBwet 1998, zodat artikel 19d van toepassing is op het VR-gebied de Oosterschelde. De Afdeling ziet geen beletsel artikel 19d NBwet richtlijnconform uit te leggen in die zin dat dit voorschrift tevens het uit artikel 6, lid 3, HR voortvloeiende beschermingsregime voor het HR-gebied de Oosterschelde omvat. Natura 200O-doelendocument Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel kwaliteit heeft ambtelijke concepten van het Natura 2000-doelendocument en gebiedendocumenten voor de verschillende Natura 2000-gebieden voor commentaar aan overheden en maatschappelijke organisaties voorgelegd. Onder deze gebieden valt ook Westerschelde & Saeftinghe. Dit deed het ministerie in december Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: INB van de efdeling Water en Natuur 14

15 In het document zijn kernopgaven voor de verschillende Natura 2000-landschappen gefonnuleerd. Voorbeelden van deze landschappen zijn Duinen en Noordzee. Waddenzee en Delta. In juni 2006 heeft de Minister van Landbouw. Natuur en Voedsel kwaliteit dit doelendocument vastgesteld. Instandhoudingsdoolstellingen In januari 2007 heeft de Minister van Landbouw. Natuur en Voedselkwaliteit de ontwerpbesluiten voor 111 Natura 2000-gebieden ter inzage gelegd. De Westerschelde & Saeftinghe valt onder deze 111 gebieden. In deze ontwerpbesluiten zijn de kemopgaven uitgewerkt in voorlopige algemene instandhoudingsdoelstellingen en instandhoudingsdoelstellingen voor habitattypen en -soorten en/of vogelsoorten. Het Natura 2000-doelendocument en het ontwerpbesluit voor de Westerschelde & Saeftinghe worden in de overweging bij de aangevraagde vergunning betrokken. Meer over de instandhoudingsdoelstellingen leest u in deel C van deze vergunning. Beleidsplan Westerschelde In 1991 is het Beleidsplan Westerschelde vastgesteld. In de hoofddoelstelling worden economische ontwikkelingsmogelijkheden gekoppeld aan een situatie waarbij natuurfuncties gehandhaafd of hersteld kunnen worden en potentiële natuurwaarden kunnen worden ontwikkeld. De veiligheid tegen overstromingen dient daarbij gewaarborgd te blijven. In 2001 is door Nederland en Vlaanderen gezamenlijk een langetermijnvisie opgesteld voor het ScheIdeestuarium (het onder invloed van het getij staande deel van de rivier). Deze visie stelt instandhouding van de fysieke systeemkenmerken van het estuarium als uitgangspunt voor beheer en beleid. Omgevingsplan Zeeland In 2006 heeft Provinciale Staten van Zeeland het Omgevingsplan Zeeland vastgesteld. Dit omgevingsplan is een integratie van het provinciale streek-. milieubeleids- en waterhuishoudingsplan. Het omgevingsplan zet in op een dynamisch en aantrekkelijk Zeeland. Enerzijds is het een beleidsuitwerking dat voor concentratie. uitbouwen versterking van economische activiteiten in de havens en het stedennetwerk en anderzijds voor behoud en versterking van de groenblauwe oase die Zeeland is kiest. Het plan stelt dat het goed gaat met de Zeeuwse natuurgebieden. maar onvoldoende goed met de Zeeuwse natuur. Weliswaar krijgen steeds meer gebieden een natuurbestemming, toch zijn er nog steeds plant- en diersoorten die het veld moeten ruimen door versnippering en de kwaliteit van de omgeving. Behoud van biodiversiteit vraagt om voortgaan op de weg te komen tot een duurzaam en robuust ecologisch netwerk. Het Omgevingsplan Zeeland geeft aan dat er voor zeer kwetsbare en waardevolle gebieden sprake is van een beschermingsregime. Binnen dit regime zijn nieuwe projecten. plannen of handelingen niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van een gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Dit beschermingsregime sluit aan bij het afwegingskader in de Nota Ruimte voor de Ecologische Hoofdstructuur. Daarnaast geldt voor deze gebieden nationale en internationale wetgeving zoals de Natuurbeschermingswet Het Omgevingsplan Zeeland geeft aan dat de bescherming tegen overstromingen door klimaatverandering en zeespiegelstijging weer actueel is. Het garanderen van duurzame veiligheid is daarom van groot belang. De aanpak van de zogenoemde zwakke schakels moet prioriteit hebben. Zeeland heeft, juist vanwege haar ligging in de frontlinie. de ambitie ruimte te bieden voor experimenten op het gebied van de kustverdediging. Zeeland wil een laboratorium worden, waar kennis opgedaan wordt die wereldwijd ingezet kan worden in gebieden die evenals Zeeland geconfronteerd zullen gaan worden met de gevolgen van de klimaatverandering. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmer1t: /NB

16 Deel C. Gebiedsbeschrijvingen en instandhoudingsdoelstellingen Westerschelde & Saeftinghe Hieronder leest u in paragraaf 1 een algemene gebiedsbeschrijving van het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. In paragraaf 2 beschrijven we zeer gedetailleerd de instandhoudingsdoelen van het gebied. De instandhoudingsdoelen uit deze hele paragraaf en het beleid dat u hebt kunnen lezen in deel B van deze vergunning, zijn voor ons het toetsingskader voor de vergunning. Dat is zo, totdat de definitieve aanwijzingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden zijn vastgesteld. 1. Gebiedbeschrijving van Westerschelde & Saeftlnghe 1.1 Westerschelde & Saeftinghe De Westerschelde is de zuidelijke tak in het oorspronkelijke mondingsgebied van de rivier de Schelde. Het is de enige zeetak in de Delta waar nu nog sprake is van een rivier met een geleidelijke overgang naar zee. Het is een zeer dynamisch gebied. Dat komt onder andere door de trechtervorm ervan. Het getijdenverschil loopt van zee naar de rivier erg op. Het estuarium bestaat uit diepe en ondiepe wateren, bij eb droogvallende zand- en slikplaten en schorren. In de Westerschelde bevindt zich het grootste schorrengebied van ons land: het Verdronken land van Saeftinghe. Door het grote getijdenverschil bevat het Verdronken land van Saeftinghe zeer hoge oeverwallen en brede geulen. In het meest zeewaartse deel van het gebied ligt de verzande slufter van de Ver- a, dronken Zwarte Polder. In het mondingsgebied is verder nog sprake van duinvorming bij Rammekens-..~ hoek, de Kaloot en op de Hooge Platen. Binnendijks ligt een aantal gebieden met aan het estuarium gekoppelde natuur: Rammekenshoek, Inlaag 1887, Bathse Kreek, Inlaag Hoofdplaat en Herdijkte Zwarte Polder. Vogelrichtlijngebied Westerschelde & Saeftinghe De Westerschelde is aangewezen als Vogelrichtlijngebied. De schorren, slikken, platen en het ondiepe water vormen samen namelijk het leefgebied van een aantal vogelsoorten dat beschreven staat in de Vogelrichtlijn. In Bijlage I van de Vogelrichtlijn staat een aantal vogelsoorten opgenoemd dat in de Westerschelde hun leefgebied heeft (artikel 4.1). Ook fungeert het gebied als broed-, rui- en overwinteringsgebied en rustplaats in de trekzone van andere trekvogelsoorten (artikel 4.2). De begrenzing van het Vogelrichtlijngebied is zo gekozen dat het voortbestaan en/of de voortplanting van de vogelsoorten zo veel mogelijk wordt ondersteund. Het gebied vormt een in landschappelijk en vogelkundig opzicht samenhangend geheel dat de vogels zo goed mogelijk beschermt. Habitatrichtlijngebied Westerschelde & Saeftinghe Westerschelde & Saeftinghe behoort tot het Natura 2000-landschap 'Noordzee, Waddenzee en Delta'. De begrenzing van het Habitatrichtlijngebied Westerschelde is bepaald aan de hand van de ligging van de natuurlijke habitats en de leefgebieden van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Daarnaast omvat het begrensde gebied ook natuurwaarden die integraal onderdeel uitmaken van de ecosystemen.. waartoe de habitattypen en leefgebieden van soorten behoren. Ook nieuwe natuur valt binnen dit gebied,., als dit noodzakelijk is om bedreigde en schaarse habitattypen en leefgebieden van soorten te herstellen. Bij de keuze en de afbakening van de gebieden is alleen rekening gehouden met vereisten die te maken hebben met de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. 2. Instandhoudingsdoelstellingen van Westerschelde & Saeftinghe 2.1 Hoofdlijnen van de Natura 2000-doelen De Westerschelde & Saeftinghe behoort tot de Natura 2000-gebieden. In juni 2005 heeft het ministerie van landbouw, Natuur en Voedsel kwaliteit de Natura 2000-Contourennotitie uitgebracht. Hierin staan de kaders voor de Natura 2000-doelen. Hieronder leest u enkele hoofdlijnen van deze doelen. De doelen zijn: bijdragen aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie; bijdragen aan de ecologische samenhang van het Natura 2000-netwerk, zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie; behouden en herstellen van de ruimtelijke samenhang met de omgeving voor de duurzame instandhouding van natuurlijke habitats en soorten, die in Nederland voorkomen; behouden en herstellen van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van de ecologische structuur en functies van het gehele gebied. Dit geldt voor alle habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd; Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: INB

17 .. behouden en herstellen van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame instandhouding. Dit geldt voor de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd. De doelen zijn verder uitgewerkt in het doelendocument van juni 2006 en de ontwerpbesluiten die de minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 9 januari 2007 ter visie heeft gelegd. Voor alle grote wateren geldt dat behoud of herstel van de ruimtelijke samenhang tussen geulen, 'ondieptes, platen en kwelders (of schorren) en de bijbehorende sedimentatie- en erosieprocessen van groot belang zijn. 2.2 Kernopgaven voor de Westerschelde & Saeftlnghe In het doelendocument is voor de Westerschelde & Saeftinghe een aantal kernopgaven geformuleerd. Deze zijn: Verbetering van de kwaliteit van het estuarium Westerschelde. Hiermee bedoelen we de ruimte en de verhouding tussen deelsystemen en de laag- en hoogproductieve onderdelen. Behoud van de verbinding met de Schelde voor de paaifunctie voor fint in België. Behoud van ongestoorde rustplaatsen en optimaal voortplantingshabitat (waaronder embryonale duinen) voor bontbekplevier, strandplevier, kluut, grote en dwergstern, visdief en grijze zeehond. Herstel van schorren en zilte graslanden (buitendijks) met alle successiestadia, zoet-zout overgangen, verscheidenheid in substraat en getijregime en ook als hoogwatervluchtplaats. Behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van binnendijkse brakke gebieden voor noordse woelmuis, broedvogels (kluut, sterns), overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden), brakke variant van ruigten en zomen (harig wilgenroosje), schorren en zilte graslanden (binnendijks) en als hoogwatervluchtplaats. 2.3 Instandhoudingsdoelen voer de Westerschelde & Saeftlnghe De kernopgaven zoals u ze hierboven leest, zijn in het ontwerpbesluit Westerschelde & Saeftinghe' van 9 januari 2007 uitgewerkt in instandhoudingsdoelen. Voor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen: H1110 Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken: behoud van oppervlakte en kwaliteit van permanent overstroomde zandbanken, Noordzeekustzone (subtype B). H1130 Estuaria: uitbreiding van oppervlakte en verbetering van kwaliteit. H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende planten: uitbreiding van oppervlakte en behoud van kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A) en behoud van oppervlakte en kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeevetmuur (subtype B). H 1320 Schorren met slijkgrasvegetatie: behoud van oppervlakte en kwaliteit. H1330 Atlantische schorren: uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit van schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A), en behoud van oppervlakte en kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B). H2110 Embryonale wandelende duinen: behoud van oppervlakte en kwaliteit. H2120 Wandelen duinen op de strandwal met Ammophila arena ria ('witte duinen'): behoud van oppervlakte en kwaliteit. H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides: behoud van oppervlakte en kwaliteit. H2190 Vochtige duinvalleien: behoud van oppervlakte en kwaliteit van vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B). Voor de habitatrichtlijnsoorten zijn de volgende doelen opgenomen: H1014 Nauwe korfslak: behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied voor behoud van de populatie. H1095 Zeeprik: behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie. H1099 Rivierprik: behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie. H1103 Fint: behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie. H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied. H1903 Groenknolorchis: behoud van de omvang en de kwaliteit van de biotoop voor behoud van de populatie. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: van de afdeung Water en Natuur /NB

18 Voor de broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen: Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van: o A081 Bruine kiekendief ten minste 20 paren o A272 Blauwborst ten minste 450 paren Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied van: o A132 Kluut ten minste paren o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren o A 138 Strandplevier ten minste 220 paren o A 176 Zwartkopmeeuw ten minste 400 paren o A 191 Grote stern ten minste paren o A 193 Visdief ten minste paren o A 195 Dwergstern ten minste 300 paren Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen: Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van: o A005 Fuut gemiddeld 100 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 40 vogels o A034 lepelaar gemiddeld 30 vogels o A041 Kolgans gemiddeld 380 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld vogels o A048 Bergeend gemiddeld vogels o A050 Smient gemiddeld vogels o A051 Krakeend gemiddeld 40 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld vogels o A053 Wilde eend gemiddeld vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld vogels o A056 Slobeend gemiddeld 70 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 30 vogels o A075 Zeearend gemiddeld 2 vogels o A103 Slechtvalk gemiddeld 8 vogels o A 130 Scholekster gemiddeld vogels o A132 Kluut gemiddeld 540 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 430 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 80 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld vogels o A141 Zilverplevier gemiddeld vogels o A142 Kievit gemiddeld vogels o A 143 Kanoet gemiddeld 600 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld vogels o A 149 Bonte strandloper gemiddeld vogels o A157 Rosse grutto gemiddeld vogels o A160 Wulp gemiddeld vogels o A161 Zwarte ruiter gemiddeld 270 vogels o A 162 Tureluur gemiddeld vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 90 vogels o A169 Steenloper gemiddeld 230 vogels Hierbij wordt steeds uit gegaan van het seizoensgemiddelde. 2.4 InstandhoudingsdoelstellIngen versus 'oude doelen' Naast de doelstellingen vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn blijven ook de doelstellingen vanuit de aanwijzing van delen van de Westerschelde & Saeftinghe als beschermd natuurmonument van kracht. Deze doelstellingen hebben betrekking op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van dat deelgebied (artikel 15a, derde lid, Natuurbeschermingswet 1998), en wel zoals hel is bepaald in hel vervallen besluit. We noemen dit verder: 'de oude doelen'. Gaan deze oude doelstellingen over Natura 2000-waarden, dan vallen ze onder de instandhoudingsdoelstellingen zoals u ze hiervoor heeft gelezen. In een aantal gevallen is hel onmogelijk om zowel de oude doelen als de Natura 2000-doelen te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn omdat de doelen om tegenstrijdig beheer vragen. In die gevallen gaan de Natura 2000-doelen voor. Dit doen we om de Europees rechtelijke verplichtingen na te komen. Behoort bij brief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmer1c /NB

19 In het in voorbereiding zijnde beheerplan voor het Natura 200O-gebied worden de oude doelen in ruimte en tijd uitgewerkt. Net als de overige instandhoudingsdoelen. Ook wordt dan uitgewerkt waar, gezien de oude doelen, achteruitgang van het natuurschoon de natuurwetenschappelijke betekenis toegestaan wordt ten gunste van Natura 2000-doelen. 2.5 De oude doelen voor de Westerschelde & Saeftlnghe Binnen het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe gelden de oude doelen voor de deelgebieden 'Verdronken Zwarte Polder', 'Schor van Waarde', en het 'Verdronken land van Saeftinghe'. In de Verdronken Zwarte Polder gaat het om de volgende doelen: Behoud van het samenstel van kustbegeleidende milieus in samenhang met de bijzondere gelaagdheid van de bodem, het reliëf en de invloed van getijdenwerking. Behoud van aan het brakke milieu gebonden plantensoorten (zeerus, kwelderzegge en selderij), zeldzame zoutplanten (laksteeltje), vloedmerkplanten (gelobde melde, kustmelde en strandbiet), kenmerkende planten voor zeeduinvegetaties (blauwe zeedistel, zeewinde, zeepostelein en winterpostelein), aan het zilte getijdenmilieu gebonden zuidelijke planten (braam Rubus ulmifolius). Behoud van het gebied als broedgebied voor minder algemene zangvogels (putter en grauwe klauwier), steltlopers (kleine plevier en kluut) en als voedselgebied voor trekkende meeuwachtigen, rotganzen en steltlopers. Behoud van het gebied als aanspoelingsgebied van fossiele weekdieren (o.a. Cardita planicosta) uit het Midden-Eoceen. In het Schor van Waarde gaat het om de volgende doelen: Behoud van de natuurwetenschappelijke betekenis dankzij de geografische en milieukundige positie. Behoud van tot brakwaterestuaria behorende brakke schorren met daarvoor kenmerkende levensgemeenschappen. Behoud als standplaats voor zowel aan zilte getijdenmi1ieus gebonden plantensoorten (zoals zeekraal, Engels gras en lamsoor) als niet aan de kustzone gebonden soorten. Behoud als broedgebied (tureluur en visdiefje) en foerageergebied voor trekkende en overwinterende vogels (o.a. smient, wintertaling, pijlstaart, bonte strandloper, scholekster, zilverplevier en wulp). In het Verdronken Land van Saeftinghe gaat het om de volgende doelen: Behoud van de natuurwetenschappelijke betekenis (dankzij geografische ligging, uitgestrektheid en milieukundige positie) voor de natuurwetenschap in het algemeen en de fundamentele kennis van geomorfologische processen in het bijzonder. Behoud van tot brakwaterestuaria behorende brakke getijdengebieden met daarvoor kenmerkende levensgemeenschappen. Behoud van het gebied als overgangsgebied van water naar land, waarbinnen alle verschillende stadia van bodem- en reliëfvorming zoals zandplaten, slikken en schorren worden aangetroffen, met de voor elk van deze ontwikkelingsstadia kenmerkende levensgemeenschappen. Behoud van sterk uiteenlopende milieuomstandigheden die mogelijkheden scheppen voor het voorkomen van typische zoutplanten (zoals zeekraal, klein schorrekruid, lamsoor, gewone zoutmelde en zeealsem) en plantensoorten die onder minder zilte omstandigheden leven (echt lepelblad, zeebies en een bepaalde variëteit van de akkermelkdistel). Behoud van het gebied als leefgebied (in water en bodem) voor mariene, brakke (o.a. een specifiek roeipootkreeftje) en zoetwatersoorten. Behoud als broedgebied voor kustbewonende vogelsoorten (o.a. zwartkopmeeuw, bruine kiekendief, visdiefje en kluut), en als foerageergebied en pleisterplaats voor belangrijke aantallen steltlopers (bonte strandloper, rosse grutto, zilverplevier en kluut), eenden (wilde eend, smient, pijlstaart en wintertaling) en ganzen (kolgans, rietgans en grauwe gans en als belangrijke slaapplaats in de winter van zilver-, storm- en kokmeeuwen). Behoud van het natuurschoon: de grote uitgestrektheid, het grillige patroon van kreken en de door het ritme van eb en vloed voortdurend wisselende aanblik. Ook bijzondere elementen van cultuurhistorische betekenis worden genoemd: schapenstellen (onbewoonde terpen als vluchtplaats voor kudden bij hoogwater). 2.6 Toetsingskader De instandhoudingsdoelen uit deze hele paragraaf en het beleid dat u hebt kunnen lezen in deel B van deze vergunning zijn voor ons het toetsingskader voor de vergunning. Dat is zo, totdat de definitieve aanwijzingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden zijn vastgesteld. Behoort bij blief d.d. 17 maart 2009 met ons kenmerk: /NB

I j"',: ./ / 2. Oe werkzaamheden voor het realiseren van de dijkverbetering mogen niet later dan in 2012 worden uitgevoerd.

I j',: ./ / 2. Oe werkzaamheden voor het realiseren van de dijkverbetering mogen niet later dan in 2012 worden uitgevoerd. I I j"',: Memo ', - ":::--_-.-" -_/.».--" --..../" / / /' j'./ / nummer datum aan van kopie project projectnummer Kenmerk Zeeweringen betreft 2012,2 3 februari 2012 Bram Rietbergen Michel Braad Roy van

Nadere informatie

Projectnummer: Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk:, PZDB-V-' Peter Meininger

Projectnummer: Opgesteld door: Gijs Kos. Ons kenmerk:, PZDB-V-' Peter Meininger NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 MEMO Postbus 101 8 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Onderwerp: Ecologisch bezoek dijktraject Vierbannenpolder Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl 's-hertogenbosch, 4juni2009

Nadere informatie

Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Voorhaven Hansweert. Aanvraag om vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet.

Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Voorhaven Hansweert. Aanvraag om vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. , o-x2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Aan het college van Gedeputeerde van Zeeland Postbus 6001 4330 LA MIDDELBURG Staten Contactpersoon A.H. Polfliet Datum 2 november 2005 Ons kenmerk AXE 7392 Doorkiesnummer

Nadere informatie

1 9 JUNI 2012. Provincie Zeeland. Directie Ruimte, Milieu en Water. Waterschap Scheidestro *n

1 9 JUNI 2012. Provincie Zeeland. Directie Ruimte, Milieu en Water. Waterschap Scheidestro *n Directie Ruimte, Milieu en Water m I Provincie Zeeland T bericht op brief van: 17/04/2012 uwkenmerk: 2012010542 onskenmerk: 12014458/NB.12.017 afdeling: Water en Natuur bijlage(n): - behandeld door: CA.

Nadere informatie

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d.

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. 1..- re 'i.,\.> - > ~...c..0 :J :Jṟe Z ~' :J 0..0 "'0 cre Directie Zuidwest AANTEKENEN Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. Bosch Postbus 114 4460 A GOES....J

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :A. Kopieên aan: Roy van de Voort Peter Meininger Anne Marie de Jong

Projectnummer: B Opgesteld door: GijsKos. Ons kenmerk: :A. Kopieên aan: Roy van de Voort Peter Meininger Anne Marie de Jong tnîrsstruauur- Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Ecologische eindcontrole werkzaamheden

Nadere informatie

VERZONDEN 1 4 OKT 2005

VERZONDEN 1 4 OKT 2005 Waterschap Zeeuwse EHanden uw brief uw kenmerk ons kenmerk : 2005012277 bijlagen :2 behandeld door doorkiesnummer e-mail : W.Heldens@wze.nl onderwerp : vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet (staats)natuurmonument

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Provincie Zeeland. _Afschrift ter kennisneming. Directie Ruimte, Milieu en Water /NB Water en Natuur. M.

Provincie Zeeland. _Afschrift ter kennisneming. Directie Ruimte, Milieu en Water /NB Water en Natuur. M. _Afschrift ter kennisneming Directie Ruimte, Milieu en Water 11 Provincie Zeeland bericht op brief van: 04/06/2009 uw kenmerk: 2009006220 ons kenmerk: afdeling: 09034742/NB.09.036 Water en Natuur bijlage(nt.

Nadere informatie

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG uw brief uw kenmerk ons kenmerk bijlagen : 2013009520 : 1 behandeld door

Nadere informatie

WATERSCHAP SCHELDESTROMEN INGEKOMEN. 2 h JULI 21M NO: Vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998

WATERSCHAP SCHELDESTROMEN INGEKOMEN. 2 h JULI 21M NO: Vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 WATERSCHAP SCHELDESTROMEN INGEKOMEN 2 h JULI 21M Provincie Zeeland NO: bericht op brief van: uw kenmerk: ons kenmerk: afdeling: 2 april 2014 2014010611 ZLD 052T4P2H I 14010895 Water, Bodem en Natuur Waterschap

Nadere informatie

In het kader van dit verzoek vragen wij uw aandacht voor het volgende.

In het kader van dit verzoek vragen wij uw aandacht voor het volgende. Uw brief van Uw kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer Ons kenmerk Bijlagen Kopie aan Documentnaam Datum Verzonden Onderwerp : mw. mr. e.c. Hamelink-Wolters : (0115)641187 : 04044661 0404 & S 1- J : CWo/MStlAPr/PSt

Nadere informatie

~'p-t,qo aj '2. Geachte heer, mevrouw,

~'p-t,qo aj '2. Geachte heer, mevrouw, / Uw brief van Uw kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer Ons kenmerk Bijlagen Kopie aan Documentnaam Datum Verzonden Onderwerp : M.e. Stroo : (0115) 641180 ~'p-t,qo aj '2 : MStlAPr/PSt : MStba030 : 27 februari

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

6 Cumulatieve effecten menselijk gebruik op het ecosysteem van de Westerschelde

6 Cumulatieve effecten menselijk gebruik op het ecosysteem van de Westerschelde 6 Cumulatieve effecten menselijk gebruik op het ecosysteem van de Westerschelde 6.1 Afbakening Wet- en regelgeving In een passende beoordeling conform artikel 6 van de Habitatrichtlijn dienen de mogelijke

Nadere informatie

Middelburg, 26 augustus 2011

Middelburg, 26 augustus 2011 Directie Ruimte, Milieu en Water ProvincieZeeland berichtopbrief van: uwkenmerk: onskenmerk: afdeling: bijlage(n): behandelddoon doorkiesnummer onderwerp: 02/03/2011 2011002852 11110071/NB.11.015 Water

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3

Nadere informatie

Afschrift ter kennisneming. Postbus 1000

Afschrift ter kennisneming. Postbus 1000 ... Directie Ruimte, Milieu en Water Afschrift ter kennisneming 11 Provincie Zeeland 1~r:;ÖJËcmu:~uzËÊvii~INGEN ~ ID;\iUMO NTV~NGST bericht op brief van: 04/06/2009 Waterschap Zeeuwse ~t~~/t~ai.!ager ;r~~~tfr:rojectbeheersing

Nadere informatie

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan:

Projectnummer: B Opgesteld door: Ons kenmerk: :0.2. Kenmerk PBZ: PZDB-M-1nS3. Kopieën aan: r,. Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Voortoets natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Mäle!burg, 24 augustus 20~. I l_

Mäle!burg, 24 augustus 20~. I l_ _. Directie Ruimte, Milieu en Water Provincie Zeeland 1 1 1 1 I 1 I bericht op brief van: 17/04/2012 l1n kenmerk: 2012010541 ons kermerk: afdeling: bijlage(n): - 12019767/NB.12.015 Water en Natuur behandeld

Nadere informatie

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp;:,g;';::;r:;',----~-4-! Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water T.a.v. de heer E.e. Stikvoort Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG 11:: E;CFlEiMIAAT ITECHiIIiSOJ MANIIGER I IOt!,Q0iINGS.\~I1;NAGER )CS i 1PR(M;::CTSSCRETARIS

Nadere informatie

Afschrift ter kennisneming. Postbus 1000

Afschrift ter kennisneming. Postbus 1000 ~,' r '. Directie Ruimte, Milieu en Water Afschrift ter kennisneming :J. Provincie Zeeland bericht op brief van: 04/06/2009 ljn kenmerk: ons kervnerk: afdeling: bijlage(n): behandeld door. doorkiesnummer.

Nadere informatie

Middelburg. 8 juli 2008

Middelburg. 8 juli 2008 Directie Ruimte, Milieu en Water bericht op brief van: 13 mei 2008 uw kenmerk: 2008006199 ons kermene afdeing: 08020899/NB.08.033 Water en Natuur bijlage(n): behandeld door. E.C. Stikvoort doorkiesm.mmer.

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

Directie Ruimte, Milieu en Wate~ a,sep 2011 Provincie Zeeland

Directie Ruimte, Milieu en Wate~ a,sep 2011 Provincie Zeeland I, Directie Ruimte, Milieu en Wate~ a,sep 2011 Provincie Zeeland bericht opbrîef van: 2 maart 2011 ~k~meoc 2011002884 onskelllt18l1

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

i t-,.."""""1 i ~ t--1r-~

i t-,..1 i ~ t--1r-~ Rijkswa terstaa t Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelburg Projectbureau Zeeweringen Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Onderwerp Toezending besluit i.---------t-,.."""""1

Nadere informatie

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Directie Agroketens en Visserij t.a.v.ir. ing. A.J. Vermuë Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl

Nadere informatie

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief

Nadere informatie

AR 1. ~cile14ulei I PROJECTSECRETARIS

AR 1. ~cile14ulei I PROJECTSECRETARIS PROJECTBUREAU Z!EW!RI"'EN ACTIE INFO AR 1. ~cile14ulei I PROJECTSECRETARIS Waterschap ZeeuWse EJlanden MEDEWERKER FINANCIÈN MEüEWERI(EA TEAMLEIDER KWALITEIT ONTWERP H09FD UITVOERING Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit

Nadere informatie

Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie

Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie Gert Jan Wijkhuizen (techniek) Arjan Schoenmakers (ecologie) Techniek vs. ecologie Verleden Al sinds middeleeuwen dijkversterkingen Na 1953: Deltawerken In jaren 70-80: Partiële dijkversterking Oosterschelde

Nadere informatie

: aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet werkzaamheden verbetering steenbekleding dijktraject Polder Burgh- en Westland

: aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet werkzaamheden verbetering steenbekleding dijktraject Polder Burgh- en Westland ... ~ t-. Waterschap Zeeuwse EIlanden AR PROJECTBUREAUZEEW!IIIIICHN. ACTIE INfO PRO~;:o.;ïlfIDEIi l &.4ttl~S~ PRÖJËcTsëc~ET ARIS MEDEWERKERFINANCI~N... 0:' MélJ':WERKER KWALITEIT reamleider ONTWERP HOOFD

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

Rijkswaterstaat T.a.v. de heer P. Vollenberg Postbus 1000 4330 ZW MIDDELBURG. Terneuzen, 16 oktober 2006. Betreft: tijdelijke vrijstelling artikel17

Rijkswaterstaat T.a.v. de heer P. Vollenberg Postbus 1000 4330 ZW MIDDELBURG. Terneuzen, 16 oktober 2006. Betreft: tijdelijke vrijstelling artikel17 Postadres: Postbus 35,4530 AA Terneuzen telefoon 0115-455 000, fax 0115-618 429 Bezoekadres: Oostelijk Bolwerk 4, Terneuzen E-mail: gemeente@terneuzen.nl Internet: www.terneuzen.nl Bij beantwoording a.u.b.

Nadere informatie

Z\\ L tltiobo 14?tI. Provincie Zeeland. ~.otv~i-éol~l"~. Directie Ruimte, Milieu en Water. ~~=~= =. -=tv~\~~..--~:-:- -~= WATERSCHAP====-==-

Z\\ L tltiobo 14?tI. Provincie Zeeland. ~.otv~i-éol~l~. Directie Ruimte, Milieu en Water. ~~=~= =. -=tv~\~~..--~:-:- -~= WATERSCHAP====-==- Directie Ruimte, Milieu en Water bericht op brief van: - uw kenmerk: ons kenmerk: afdeling: bijlage{n): 08033041/NB.08.044 Water en Natuur behandeld door: Ed Stikvoort -~= WATERSCHAP====-==- ZEEUWSE EILANDS\'

Nadere informatie

Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder. Ons kenmerk: :0.

Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder. Ons kenmerk: :0. NEDERLAND BV Utopia laan 40-48 VERSLAG Onderwerp: Kwartetoverleg mitigerende maatregelen werkzaamheden dijktraject Willempolder Abraham Wissepolder Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211

Nadere informatie

Provincie Zeeland. Directie Ruimte, Milieu en Water. Water en Natuur. E.C. Stikvoort. Geachte heer Te Veldhuis,

Provincie Zeeland. Directie Ruimte, Milieu en Water. Water en Natuur. E.C. Stikvoort. Geachte heer Te Veldhuis, .~ Directie Ruimte, Milieu en Water Provincie Zeeland bericht op brief van: 25/06/2007 uwkenmer1c 2007007730 ons kenmer1c RMW0711112 1 NB.07.032 afdeling: Water en Natuur b~lage(n): behandeld door. E.C.

Nadere informatie

BeroelP Tegen dit besluit kunt u schriftelijk beroep instellen. U dient uw beroepschrift te richten aan:

BeroelP Tegen dit besluit kunt u schriftelijk beroep instellen. U dient uw beroepschrift te richten aan: b2richlopbm!fvan: 24/0212010 \M' kenfni!d( 2010002061 tmkavnerk' 10023384/NB.1 0.013 Waterschap Zeeuwse ~~~~~G ::=:::--====!o.{==i1'=t===l1 ta.v. heer ir. P. Postbus 1000 4330 ZW MIDDELBUR'tl:r- 'r'~~~~~~~====~~=jl.i~1

Nadere informatie

ARCHIEF. uw kenmerk ons kenmerk datum. FF/7SC/2003/S Of\\~"5l (.JOde\ClI~ IÎlI\""lV\eQ_ i"el""\

ARCHIEF. uw kenmerk ons kenmerk datum. FF/7SC/2003/S Of\\~5l (.JOde\ClI~ IÎlI\lV\eQ_ iel\ e, c:::... LASER.;.-, t1l (.:1 '1 >..;...' -s: Q) =,." I.:. ~li ~... ~ VI c::: Q) VI ~ "'C Q) 0 > c::: Q) "-...." Z ~ 0.0 "'C c t1l...j uw brief van 24 december 2003 ARCHIEF uw kenmerk ons kenmerk datum

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan:

Projectnummer: Gijs Kos. Ons kenmerk: :0.3. Kenmerk F![ojectbureau Zeeweringen: PZDB-M-ll036. Kopieën aan: '. Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Toetsing werkzaamheden schoraanvulling

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht. Geachte,

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht. Geachte, Directie Regionale Zaken Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus 1593 6201 NB Maastricht uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-04-2006 DMW 2006/2196 DRZZ 06-2626/GV 20-07-2006 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee #1 Waddenzee Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Waddenzee) - 3 Inzien

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

2 7 AU AUG. 10tt. Waterschap Scheldestromen t.a.v. heer ir. P.J. Stouten Postbus ZW MIDDELBURG. Water en Natuur. CA.

2 7 AU AUG. 10tt. Waterschap Scheldestromen t.a.v. heer ir. P.J. Stouten Postbus ZW MIDDELBURG. Water en Natuur. CA. Directie Ruimte, Milieu en Water I Provincie Zeeland bericht op brief van: 17/04/2012 uwkenmerk: 2012010543 onskenmerk: 1201 9083 / NB. 12.016 Waterschap Scheldestromen t.a.v. heer ir. P.J. Stouten Postbus

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen van

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

Projectnummer: :0.4

Projectnummer: :0.4 Infrastructuur Water Milieu Gebouwen MEMO NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Voortoets Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren #76 Veluwerandmeren Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Wijzigingsbesluit 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Veluwerandmeren)

Nadere informatie

,, net mla, Bij brief van 3 oktober 2006 (kenmerk: RMW ) hebben wij de termijn van afhandeling verlengd met 13 weken..

,, net mla, Bij brief van 3 oktober 2006 (kenmerk: RMW ) hebben wij de termijn van afhandeling verlengd met 13 weken.. Directie Ruimte, Milieu en Water,, net mla, Het Groene Woud 1 Middelburg Postadres: postbus 165 telefoon (01l8l 631700 fax (01l8l 634756 4330 AD Middelburg belichtopbriefvan: 17107/2006 uw kenmerk: 2006009909

Nadere informatie

Wij willen u erop attenderen dat het hier gaat om een ontwerp weigering omgevingsvergunning.

Wij willen u erop attenderen dat het hier gaat om een ontwerp weigering omgevingsvergunning. Ad de Wit Vastgoed & Beheer B.V. De heer A.J. de Wit Korte Ruigeweg 25 1751 DD SCHAGERBRUG Bezoekadres Laan 19, 1741 EA Schagen Postadres Postbus 8, 1740 AA Schagen Datum Ons kenmerk Contact Onderwerp

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010547 - gemeente Haaksbergen

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

31 JUL Middelburg, 27 juli 2007

31 JUL Middelburg, 27 juli 2007 Directie Ruimte, Milieu en Water 1\\ Provincie Zeeland ~ bericht op brief van: 25/06/2007 uw kenmerk: 2007007730 ons kenmerk: RMW0708638/ NB.07.033 afdeling: bijlage(n): 1 behandeld door: landelijk gebied

Nadere informatie

: aanvraag vergunning Natuurbeschermil19swet werkzaamheden verbetering steenbekleding dijktraject Anna JacobapoJder-/Kramers-iPrins HendrikpoJder

: aanvraag vergunning Natuurbeschermil19swet werkzaamheden verbetering steenbekleding dijktraject Anna JacobapoJder-/Kramers-iPrins HendrikpoJder .,.. ~ I 24 j\)l 1006 AH.CH PROJiiCTIJURl!AU ZIEW!RIJIGEN ACTIE INFO. PROJECT,LElOEP. ~ ISl'.;RlI'...RESIIE N PROJECTSECRETARIS, Waterschap Zeeuwse Ulanden MEDEWERKER FINANCI~N MEDEWER~ER KWALITEIT., TEAMLEIDER

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200607725/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Vlaamse Overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Martieme Toegang De heer ir. F. Aerts Tarvernierkaai 3 2000 Antwerpen (België) Directoraat-generaal

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

~1 isecreraflimt. "'I.LI::U~ ITECHNIEi<O::,,:1p:lnçlc:derOfiM-::rp ons kenmerl\: / NB

~1 isecreraflimt. 'I.LI::U~ ITECHNIEi<O::,,:1p:lnçlc:derOfiM-::rp ons kenmerl\: / NB Dilectie Ruimte, Milieu en Water jc, Ct ; Of:Ak lm1 - f2(jl Cj Î/t ; {\ :..rl '.; JÎi~'.:ti:J I I I I I I I I " ~~... I"'Ra '.J._,rCr"l~', ~rep ~I,... t/\:j... \ ~1 isecreraflimt 2.8 d ~.lj,j).î; ER PHOJëCTBcH::ERSING

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-002524 - gemeente Ede Activiteit : het

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur P::Inin:::a 1 \/::IIn., Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres pia Postadres: Postbus 10004330 ZW Middelburg Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directie

Nadere informatie

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I). > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Rijkswaterstaat De heer D-J. Zwemmer, Projectmanager Boskalis Postbus 164 6700 AD WAGENINGEN Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni T 070

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Oosterschelde Tidal Power 1 B.V. T.a.v. de heer H. van Breugel De Weel 20 1736 KB ZIJDEWIND Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven

Nadere informatie

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit Ministerie van Landbouw, en Voedseikwaliteit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Rijkswaterstaat Zee en Delta Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

ÀrchiefexMhpteat ~T. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V.

ÀrchiefexMhpteat ~T. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V. ÀrchiefexMhpteat Provincie Zeeland 1 1 1 ~T BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING (REGULIER) Algemeen Aan: Dow Benelux B.V. Postbus 48 4530 AA Terneuzen Kenmerk: 12076689 Afdeling: Milieuhygiëne Datum: 27 november

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

2 1 MRT_2014 ECTR. janagl 1GCTZHEERSIN 3 3ECRETARlMT TECHNSCH AA\GR 0MOEVINGSM.NAGER PROJECTSCCRETARIS

2 1 MRT_2014 ECTR. janagl 1GCTZHEERSIN 3 3ECRETARlMT TECHNSCH AA\GR 0MOEVINGSM.NAGER PROJECTSCCRETARIS - - - Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2 1 MRT_2014 Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Projectbureau Zeeweringen Postbus 1000 4330 ZW Middelburg ECTR janagl 1GCTZHEERSIN

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-015534 - gemeente Ede Activiteit : Verbreding

Nadere informatie

Verbetering gezette steenbekleding Eilanddijk/Buitenhaven Vlissingen

Verbetering gezette steenbekleding Eilanddijk/Buitenhaven Vlissingen Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling September 2004 Contactpersonen Projectbureau Zeeweringen: Ing. J. Perquin projectsecretaris tel: 0118-261379 Ing. H.J. Geernaart projectmanager tel: 0118-261373 Contactpersoon

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Kort overzicht plan PZST-P-01144com Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Mosselbanken. De uitvoering hiervan

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZZ /GV onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZZ /GV onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken W.D. van den Berg BV uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 8-3-2006 - DRZZ 06-2416/GV 22-8-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Natuurbeschermingswet 1998; 2 vergunning Oosterschelde;

Nadere informatie

u" APR 2006 Postbus 1000

u APR 2006 Postbus 1000 Directie Ruimte, Milieu en Water n u" APR 2006 11 Provincie Zeeland Het Groene Woud 1 Middelburg Postadres: postbus 165 4330 AD Middelburg telefoon (0118) 63 1700 fax (0118) 6347 56 bericht op brief van:

Nadere informatie

e De vergunning is geldig tot en met 31 december Toff 1001 Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Water en Natuur J.F.

e De vergunning is geldig tot en met 31 december Toff 1001 Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Water en Natuur J.F. .,.- Directie Ruimte, Milieu en Water 02 Toff 1001 AI Provincie Zeeland bericht op brief van: 25/06/2007 uwkenmer1

Nadere informatie

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118)

Bijlage(n) Rijkswaterstaat Zeeland Telefoon (0118) Memo Ministerie van Verkeer Rijkswaterstaat en Waterstaat Aan Ed Stikvoort (Provincie Zeeland) Van Joris Perquin Datum 27 februari 2008 Onderwerp Gebruik loswal bij Schelphoek Oost Doorkiesnummer 0118-62

Nadere informatie

Verslag kwartetoverleg

Verslag kwartetoverleg Verslag kwartetoverleg Ministerie van Verkeer en Waterstaat Di rectoraat- Generaal Rijkswaterstaat Deelnemers: Peter Meininger Hans Jaspers Saskia Wessels Jan Anker Leo Wisse Raymond Derksen Pol van de

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Archiefexemplaar 1 I i Provincie Zeeland BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND VOORBLAD Algemeen Aan: Yara Sluiskil B.V Postbus 10 4540 AA Sluiskil Middelburg: 16 augustus 2012 Kenmerk brief:

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

Robert Jentink juli

Robert Jentink juli Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Contactpersoon Telefoon Robert Jentink 0118-622290 Datum Bijlage(n)

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 16 februari 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2016-003244 - gemeente

Nadere informatie

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen - Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Deelnemers H. Simons (Het Zeeuwse Landschap) C. de Groot (Het Zeeuwse Landschap) M. Berrevoets (provincie Zeeland) A. Beaufort (Waterschap

Nadere informatie

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. omgevingsvergunning bouwen van een bedrijfsgebouw en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening bouwen van een bedrijfsgebouw en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Beschikking 258760

Nadere informatie

Directie Ruimte, Milieu en Water

Directie Ruimte, Milieu en Water ~ I Directie Ruimte, Milieu en Water berid1topbriefvan: 25-06-2007 uwkenmer1

Nadere informatie

- r-- ~ OMG - PROJECTSE J CONTRAC ~ TECHNIEKDisc :InlwmI

- r-- ~ OMG - PROJECTSE J CONTRAC ~ TECHNIEKDisc :InlwmI ,. Directie Ruimte, Milieu en Water Het Groene Woud 1 Middelburg Postadres: postbus 165 4330 AD Middelburg telefoon (0118) 63 17 00 fax (0118) 63 47 56 berictrtopbriefvan: 17/07/2006 ~koom~ 2006009921

Nadere informatie

Verbetering gezette steenbekleding Oost-Inkelenpolder

Verbetering gezette steenbekleding Oost-Inkelenpolder " Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling September 2004 Contactpersonen Projectbureau Zeeweringen: Ing. J. Perquin projectsecretaris tel: 0118-261379 Ing. H.J. Geernaart projectmanager tel: 0118-261373

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-010938 - gemeente Ermelo Activiteit : Wijzigen

Nadere informatie

Ruimte, Milieu en Water. .1 c I '.. f No. 1.0G ~ (j, ~'11,('-"J- r : C~L/\S.S. /':Jo. J ~,... ~._... _... _ _ Inleiding. 2.

Ruimte, Milieu en Water. .1 c I '.. f No. 1.0G ~ (j, ~'11,('-J- r : C~L/\S.S. /':Jo. J ~,... ~._... _... _ _ Inleiding. 2. Directie Ruimte, Milieu en Water Het Groene Woud 1 Middelburg Postadres: postbus 165 4330 AD Middelburg telefoon (0118) 63 1700 fax (0118) 6347 56 berichtopbriefvan: 21/07/2006 uw kenmerk: 2006009848 onskenmerk:

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen

Nadere informatie