Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 20 maart 2015 Algemene inleiding Wij hebben met belangstelling kennisgenomen van het verslag dat de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft uitgebracht. Wij danken de fracties die hun steun voor (onderdelen van) het wetsvoorstel hebben uitgesproken. Wij lezen dat de meeste fracties zich kunnen vinden in het uitgangspunt dat degene die een strafbaar feit pleegt en daarvoor wordt veroordeeld, ook bijdraagt aan de kosten van de strafprocedure. Wij hebben ook kennisgenomen van de vragen over en de zorgen die zijn geuit door leden van de verschillende fracties, met name ten aanzien van de resocialisering. Omdat alle fracties over dit onderwerp vragen hebben gesteld, zouden wij op dit onderwerp graag nader ingaan en daarna de resterende afzonderlijke vragen beantwoorden. Wij hopen daarmee de zorgen die over dit punt leven, weg te kunnen nemen. Wij willen graag vooropstellen dat dit kabinet zich realiseert dat de financiële positie van een deel van de doelgroep van dit wetsvoorstel beperkt zal zijn. Het kabinet is zich er van bewust dat de inning van de bijdrage, gelet op de bijzondere doelgroep, specifieke problemen kan meebrengen en zorgvuldige uitvoering vergt. Daarbij zij wel opgemerkt dat de doelgroep van dit wetsvoorstel niet gelijk is te stellen met de gedetineerdenpopulatie, aangezien gedetineerden slechts een beperkt deel van de doelgroep uitmaken. Zo was in 2012 in meer dan de helft van de schuldigverklaringen voor een misdrijf met strafoplegging in eerste aanleg een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf niet aan de orde; zie Criminaliteit en rechtshandhaving 2012, p Tot de zorgvuldige uitvoering van de inning behoren ook voorzieningen die voorkomen dat de bijdrage ertoe leidt dat bijdrageplichtigen in dusdanige financiële problemen komen, dat andere (sociale) problemen ontstaan. Voordat wij op deze voorzieningen ingaan, willen wij evenwel graag nog ingaan op de relatie tussen het hebben van schulden en resocialisatie, waar veel leden naar vroegen. In dit verband wijzen wij op kst ISSN s-gravenhage 2015 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 1

2 het onderzoek van de Hogeschool Utrecht, Gevangen in schuld 1, waarin een lijst is opgenomen van literatuur over de relatie tussen schulden en recidive. Uit geen van de in de lijst opgenomen onderzoeken blijkt van een directe relatie tussen het hebben van schulden en resocialisering (recidive), zo concluderen ook de onderzoekers (zie blz. 8 van het rapport). Het WODC zal in 2015 een haalbaarheidstoets uitvoeren naar de koppeling tussen de monitor Nazorg ex-gedetineerden en de Recidivemonitor, opdat meer inzichten kunnen worden verkregen. Vorenstaande neemt niet weg dat over het algemeen wordt uitgegaan van een indirecte relatie tussen het hebben van schulden en recidive. Het WODC-onderzoek naar de predictieve validiteit van de Recidive Inschattingsschalen (RISc) spreekt van correlaties tussen de in dat instrument onderscheiden factoren waaronder «inkomen en omgaan met geld» en recidive. Er is niet (per definitie) een oorzakelijk verband tussen het hebben van schulden en criminaliteit; het hebben van een schuld hoeft niet de reden te zijn dat iemand een delict pleegt. Het hebben van schulden kan bijvoorbeeld ook slechts een teken zijn dat een persoon beperkte capaciteiten heeft om impulsen te beheersen of om problemen op te lossen. Een andere weg waarlangs er een weliswaar oorzakelijke, maar nog steeds indirecte band tussen schulden en resocialisering en recidive zou bestaan, is dat het hebben van schulden invloed heeft op andere leefgebieden, zoals inkomen en wonen. Een voorbeeld dat in het rapport Gevangen in schuld wordt genoemd is dat doordat beslag wordt gelegd op het inkomen, de huur niet meer kan worden betaald. Na een paar maanden huurachterstand dreigt er uithuiszetting. Die dreiging trekt de aandacht weg van andere belangrijke zaken, zoals een zinvolle dagbesteding of het onderhouden van relaties met familieleden. Het ontbreken van een stabiele woonomgeving is bovendien aangewezen als risicofactor voor recidive. Met andere woorden, de financiële problemen leiden tot andere (sociale) problemen, waardoor risico s voor de resocialisering ontstaan. Om een dergelijke doorwerking van de bijdrage te voorkomen zijn diverse voorzieningen getroffen. In de eerste plaats is het, op grond van Titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht die op de bijdrage van toepassing is, mogelijk om een betalingsregeling te treffen of uitstel van betaling te verlenen. In de met deze nota naar aanleiding van het verslag meegezonden concept algemene maatregel van bestuur 2 (hierna: het conceptuitvoeringsbesluit) is de wijze waarop hiermee wordt omgegaan nader uitgewerkt. In de beschikking waarin de hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld, wordt een standaardbetalingsregeling aangeboden van zes maandelijkse betalingstermijnen. De bijdrageplichtige kan deze standaardbetalingsregeling telefonisch of schriftelijk (per brief of ) treffen. Dit zal worden aangegeven op de beschikking. De bijdrageplichtige hoeft geen nadere gegevens te overleggen om voor de standaardbetalingsregeling in aanmerking te komen. Indien een betaling in zes termijnen niet haalbaar is, kan van deze standaard in het voordeel van de bijdrageplichtige worden afgeweken. Wanneer een bijdrageplichtige aangeeft dat hij ook voor de standaardbetalingsregeling te weinig betalingsmogelijkheden heeft, zal in eerste instantie worden gekeken of een individuele betalingsregeling mogelijk is. Het CAK dat in het conceptuitvoeringsbesluit is aangewezen om de bijdrage namens de Minister van Veiligheid en Justitie te innen zal in dat geval een inkomens- en vermogenstoets uitvoeren. Het CAK kan daartoe gegevens opvragen bij de belastingdienst, de SVB en het UWV. In de meegezonden nota van wijziging is een grondslag voor deze gegevensuitwisseling opgenomen. Ook de bijdrageplichtige zelf is gehouden gegevens te overleggen die aantonen dat er te weinig betaalmogelijkheden zijn, bijvoorbeeld over zijn inkomen, zijn 1 N. Jungmann e.a., Gevangen in schuld. Over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering, 2 juli Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 2

3 woonsituatie en eventuele andere schulden. Bij het treffen van een individuele betalingsregeling streeft het CAK ernaar dat de vordering in maximaal zesendertig maanden zal worden betaald. Het maximaal te innen maandbedrag zal worden berekend volgens de Recofa-methode. De Recofa-methode is een rekenmethode ontwikkeld door een landelijke werkgroep van rechters-commissarissen in faillissementen (de Recofa). De rekenmethode wordt periodiek aangepast aan de gewijzigde normen. Het doel van de methode is dat alle schuldhulpverleners het vrij te laten bedrag op dezelfde manier berekenen. Het bedrag zal in ieder geval zo hoog zijn als de beslagvrije voet en veelal overeenkomen met ongeveer 95% van het bijstandsniveau. Indien naar aanleiding van de berekening van het vrij te laten bedrag blijkt dat de bijdrageplichtige geen enkele afdracht kan doen, zal uitstel van betaling worden verleend. Verder is in het conceptuitvoeringsbesluit bepaald dat het CAK voorafgaande aan de inzet van verhaal (met of zonder dwangbevel) een inkomens- en vermogenstoets uitvoert en dat bij het nemen van verhaal de beslagvrije voet wordt gerespecteerd. Door steeds het vrij te laten bedrag respectievelijk de beslagvrije voet te respecteren wordt gewaarborgd dat de bijdrageplichtige voldoende middelen van bestaan overhoudt. Het CAK kan maatwerk bieden ten aanzien van de situatie van de bijdrageplichtige. Periodiek zal gemonitord worden of er veranderingen optreden in de aflossingsmogelijkheden van de bijdrageplichtige. Ten aanzien van bijdrageplichtigen met problematische schulden, is van belang dat het CAK net als verschillende andere overheidsorganisaties, een convenant heeft gesloten met de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVvK). In dat convenant is vastgelegd dat cliënten met problematische schulden tijdig door het CAK worden doorverwezen naar een schuldhulpverlenende instantie. Die instantie kan de betrokkene begeleiden bij het aflossen van zijn schulden. Indien de betrokkene daarvoor in aanmerking komt, zou hij een (minnelijk) schuldsaneringstraject kunnen starten. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat het CAK daaraan meewerkt en na afloop van het traject de resterende bijdrage kan kwijtschelden. Eveneens is in dit wetsvoorstel uitdrukkelijk bepaald dat de bijdrage niet in de weg staat aan een schuldsaneringstraject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (wettelijk schuldsaneringstraject). Aldus is ook een voorziening getroffen voor zeer problematische gevallen. Zoals aangegeven in reactie op het rapport Gevangen in schuld in mijn brief van 16 januari 2015 (Kamerstukken II 2014/15, , nr. 299), komen cliënten van Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) door een combinatie van problemen (verslaving, psychische stoornissen, (nieuwe) schulden) veelal niet voor een schuldregeling (als een vorm van dienstverlening binnen de schuldhulpverlening) in aanmerking. Wij merken hier wel graag op dat voor zover dat beeld zou bestaan het niet zo is dat deze groep categorisch is uitgesloten van schuldhulpverlening. De schuldhulpverlening (hetgeen breder is dan alleen de minnelijke schuldregeling) is met ingang van 1 juli 2012 een wettelijke taak van gemeenten. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) gaat uit van een brede toegankelijkheid tot de schuldhulpverlening en kent, behalve de onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen (zie artikel 3, derde lid, Wsg), geen dwingende uitsluitingsgronden. De gemeente bepaalt binnen het wettelijk kader zelf wie zij toelaat tot de schuldhulpverlening. Dit betekent dat gemeenten de schuldhulpverlening kunnen weigeren, omdat bijvoorbeeld duidelijk is dat geen zinvolle hulp mogelijk is. Dit vraagt echter wel een concrete afweging van de individuele omstandigheden van het geval. Hoewel de hiervoor genoemde groep, zoals gezegd, veelal niet in aanmerking komt voor een minnelijke schuldregeling, komen deze personen veelal wel in aanmerking voor stabilisatie van hun schulden. Dit stabilisatietraject is echter volgens de onderzoekers niet voldoende voor Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 3

4 cliënten van de SVG om zich alsnog voor een schuldregeling te kwalificeren. In de brief schetst de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een aantal manieren waarop actie is of zal worden ondernomen tegen de schuldenproblematiek. Daarbij willen wij vooropstellen dat in deze gevallen sprake is van een weerbarstige en veelzijdige problematiek die niet zomaar op te lossen is en zeker niet door één organisatie. Daarom vinden wij het belangrijk dat gemeenten en alle andere betrokken partijen, zoals de reclasseringsorganisaties, schuldhulpverleners, welzijnswerkers, zorgverleners en maatschappelijke organisaties, bekijken hoe iemand op een goede manier kan terugkeren in de samenleving. Uitgangspunt hierbij is dat de verschillende vormen van dienstverlening goed op elkaar zijn afgestemd en elkaar op deze manier ook versterken. Daarbij is aandacht voor schulden en de gevolgen van schulden voor de effectiviteit van de dienst-/hulpverlening in onze ogen essentieel, ook als voor iemand een directe oplossing voor zijn schulden nog niet in zicht is. De maatregelen die de Staatssecretaris in zijn brief heeft aangekondigd zijn voor zover in het kader van dit wetsvoorstel relevant de volgende. Allereerst zal het rapport onder de aandacht worden gebracht van gemeenten, de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en de NVvK. De gemeenten zijn vrij om, passend in hun verantwoordelijkheid voor (integrale) schuldhulpverlening, met de verslavingsreclassering afspraken maken over een integrale dienstverlening aan deze doelgroep. Daarnaast heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in november 2014 een subsidie verleend aan de Hogeschool Utrecht (HU) op grond van de Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek. Onder de noemer «Schoenmaker blijf niet bij je leest» wil de HU onder meer dat gemeenten reclasseringsmedewerkers meer mogelijkheden geven om hun doelgroep bij startende schuldsituaties te ondersteunen. Op die wijze kan escalatie van de situatie en daarmee een verhoogd risico op terugval worden voorkomen. Voorts worden maatregelen genomen om de handhaving van de beslagvrije voet structureel te verbeteren. Hiervoor verwijzen naar de brief van 12 december 2014 (Kamerstukken II 2014/15, , nr. 297), waarmee Uw Kamer is geïnformeerd over de maatregelen die daartoe worden getroffen en welke prioriteiten zijn gesteld. Tot slot is de SVG verzocht de mogelijkheid verder uit te werken om de problematische schuldensituatie te betrekken bij de advisering van bijzondere voorwaarden, bijvoorbeeld door als voorwaarde te (laten) stellen dat de betreffende reclassent tijdelijk in budgetbeheer gaat. In aanvulling op bovenstaande voorzieningen hebben wij in de vragen van de leden van de verschillende fracties aanleiding gezien om te voorzien in een aanvullende kwijtscheldingsbevoegdheid. Deze kwijtscheldingsbevoegdheid is opgenomen in de meegezonden nota van wijziging. Het doel van de bepaling is voorkomen dat een verschuldigde bijdrage een leven lang op bijdrageplichtigen die wel willen, maar niet kunnen betalen, blijft drukken, waardoor een uitzichtloze situatie zou ontstaan. Kort samengevat, kan het resterende bedrag worden kwijtgescholden in die gevallen waarin de bijdrageplichtige in de vijf jaren daaraan voorafgaand steeds naar vermogen de bijdrage heeft afgelost. Voor een nadere toelichting, verwijzen wij graag naar de toelichting bij de nota van wijziging. Voordat wij toekomen aan de beantwoording van de gestelde vragen, merken wij nog graag op dat wij ons, in verband met de leesbaarheid van deze nota naar aanleiding van het verslag, hebben veroorloofd de vragen die zijn gesteld door de verschillende fracties over de op te leggen bedragen, het inningspercentage en de te behalen opbrengsten te beantwoorden in paragraaf 5 over de financiële consequenties van dit wetsvoorstel. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 4

5 I. ALGEMEEN 1. Inleiding Wij danken de leden van de VVD-fractie voor de door hen uitgesproken steun voor het wetsvoorstel. Met de leden van de VVD-fractie vinden wij het meer dan redelijk dat degenen die de overheid, en daarmee de belastingbetaler, met hoge kosten opzadelen door het plegen van strafbare feiten, meebetalen aan die kosten. Wij lezen in de bijdrage van de VVD ook steun om een deel van de opbrengsten van dit wetsvoorstel ten goede te laten komen aan de slachtofferzorg. Het verheugt ons dat de leden van de VVD-fractie de maatregelen die in dit wetsvoorstel zijn genomen om rekening te houden met de financiële positie van gedetineerden ondersteunen. Deze leden gaven aan nog enkele vragen en opmerkingen bij het wetsvoorstel te hebben, die wij graag in het navolgende beantwoorden. Deze leden vroegen over hoeveel inkomsten het Fonds Slachtofferhulp beschikt, welk bedrag daarvan wordt besteed en waaraan dat wordt besteed. In antwoord op de vraag van deze leden willen wij graag verhelderen dat de bijdrage aan de slachtofferzorg zoals voorzien in dit wetsvoorstel, niet in het Fonds Slachtofferhulp zal worden gestort. Het Fonds Slachtofferhulp is een onafhankelijke maatschappelijke organisatie voor slachtoffers van misdrijven, ongevallen en rampen. Het Fonds investeert in de hulp aan slachtoffers en zet zich in voor de verbetering van de positie van slachtoffers. De organisatie werft haar eigen middelen en is geen onderdeel van de overheid. Het Fonds legt dan ook geen (financiële) verantwoording af aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De opbrengst van de bijdrage aan de slachtofferzorg is een aanvulling op de huidige middelen voor slachtofferzorg in de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De opbrengst wordt ingezet om het slachtofferbeleid te versterken, meer in het bijzonder om de dienstverlening aan slachtoffers en nabestaanden te verbeteren. Daarbij denken wij met name aan de verbetering van de online dienstverlening. De leden van de PvdA-fractie hadden met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij gaven aan het uitgangspunt te ondersteunen dat niet alleen de belastingbetaler, maar ook de veroorzaker van de kosten daarop aangesproken kan worden. Deze leden vroegen tegelijkertijd aandacht voor de zorg dat het opleggen van een eigen bijdrage zal leiden tot hogere schuldenlasten bij ex-gedetineerden en dat daardoor de resocialisatie geschaad wordt. Wij hopen deze leden met de hierboven opgenomen beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen om te voorkomen dat als gevolg van deze regeling dusdanige financiële problemen ontstaan dat daardoor andere (sociale) problemen ontstaan waaronder de in de nota van wijziging opgenomen aanvullende kwijtscheldingsbevoegdheid, op dit punt gerust te hebben gesteld. Er is, zo beantwoorden wij de vraag daarnaar van deze leden, voor gekozen om de bijdrage voor strafvordering en slachtofferzorg en de bijdrage voor verblijf in twee afzonderlijke wetsvoorstellen onder te brengen om de navolgende redenen. Allereerst hebben de bijdragen een andere grondslag. De grondslag voor de bijdrage aan de strafvordering en slachtofferzorg is gelegen in het feit dat degene die de strafwet overtreedt en aldus een strafrechtelijke reactie uitlokt, ook verantwoordelijk gehouden kan en moet worden voor (een deel van) de kosten daarvan. De grondslag voor de bijdrage voor het verblijf is het verblijf in de justitiële inrichting. Dit verschil in grondslag leidt er ook toe dat de bijdragen in verschillende bestaande wetten worden ingevoegd: de bijdrage aan de kosten van de strafvordering en slachtofferzorg wordt opgenomen in het Wetboek van Strafvordering, de bijdrage voor verblijf in de zogenoemde Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 5

6 beginselenwetten (de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen). In de tweede plaats verschilt de doelgroep van de twee bijdrageregelingen. Terecht merken de leden van de PvdA-fractie op dat er een gedeeltelijke overlap tussen de doelgroepen bestaat, maar deze overlap is beperkt; lang niet alle veroordeelden zijn ook gedetineerden. Zoals hierboven reeds aan de orde kwam, was in 2012 in meer dan de helft van de schuldigverklaringen voor een misdrijf met strafoplegging in eerste aanleg een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf niet aan de orde; zie Criminaliteit en rechtshandhaving 2012, p Ten aanzien van schuldigverklaringen voor overtredingen zal het percentage strafzaken waarin géén vrijheidsstraf wordt opgelegd nog hoger liggen. Dat neemt niet weg, dat wij met de leden van de PvdA-fractie van mening zijn dat er wel oog moet zijn voor die gevallen waarin er wel sprake is van een overlap tussen de doelgroepen. De wetsvoorstellen zijn dan ook in onderlinge samenhang opgesteld en gezamenlijk in procedure gebracht. In beide wetsvoorstellen is voorzien in in beginsel dezelfde bestuursrechtelijke procedure voor vaststelling en inning en voorzien in mogelijkheden om rekening te kunnen houden met de financiële positie waaronder ook eventuele overige schulden van de bijdrageplichtige. De leden van de SP-fractie gaven aan met afkeuring kennis te hebben genomen van het wetsvoorstel en veel vragen en opmerkingen te hebben. Deze leden verwezen naar de passage in de memorie van toelichting waarin is opgenomen dat het niet meer vanzelfsprekend is dat de kosten van de strafvordering alleen of in hoofdzaak door de samenleving worden gedragen. Zij vroegen wat er is veranderd waardoor een bijdrage thans aangewezen is. In antwoord op deze vraag willen wij graag vooropstellen dat in 1896 reeds een bijdrageregeling gold voor bepaalde kosten van het strafproces. Hoewel deze regeling uit 1896, zo bevestigen wij de leden van de SP-fractie, geen doorslaggevend argument is om thans een bijdrageregeling in te voeren, illustreert die regeling wel dat het uitgangspunt dat de overheid (en dus de samenleving) volledig voor alle kosten van het strafproces opdraait, geen vanzelfsprekendheid is. Op steeds meer terreinen worden de gemaakte kosten voor toezicht, de inzet van middelen en de oplegging van sancties, doorberekend aan de «vervuiler». Wij zien geen aanleiding om hier een uitzondering te maken op dit principe. Verder blijkt wel dat het niet vanzelfsprekend is dat alle kosten voor de strafvordering door de overheid worden gedragen uit het feit dat in de rechtssystemen van veel Europese landen de doorberekening van de kosten van opsporing, vervolging en berechting aan de orde is. De meeste ons omringende landen kennen een regeling voor de bijdrage van veroordeelden aan deze kosten, zo blijkt uit het rechtsvergelijkend onderzoek uitgevoerd door prof.mr.tak (P.J.P. Tak, Kostenveroordeling in strafzaken. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de veroordeling van de verdachte in de proceskosten in Duitsland en Engeland, WODC 2012, p. 8 11). De leden van de SP-fractie vroegen of er cijfers bekend zijn over de schuldenpositie van veroordeelden die geen celstraf opgelegd hebben gekregen en of het om daklozen, verslaafden, werklozen of werkenden gaat. Helaas zijn deze gegevens niet beschikbaar. In onze reactie op de uitkomsten van het rondetafelgesprek over de bijdrageregelingen van 18 december 2014, stellen wij graag voorop dat vrijwel alle sprekers tijdens het rondetafelgesprek hebben aangegeven het principe dat ten grondslag ligt aan dit wetsvoorstel dat degene die de kosten veroorzaakt daaraan ook een bijdrage moet betalen, te ondersteunen. De discussie over de resocialisering concentreerde zich op (verslaafde) gedetineerden. Zoals hierboven reeds aan de orde kwam, maken gedetineerden slechts een beperkt deel van de doelgroep van dit Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 6

7 wetsvoorstel uit. Met betrekking tot de zorgen die zijn geuit over de resocialisatie, merken wij verder op dat ook de aanwezigen bij het rondetafelgesprek die hierover spraken aangaven dat een rechtstreeks verband tussen schulden en recidive niet is aangetoond. Voor een nadere bespreking van dit laatste onderwerp, zij verwezen naar de algemene inleiding van deze nota. De leden van de CDA-fractie hadden met zorg kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij gaven aan zeer zeker begrip te kunnen opbrengen voor het principiële gevoel dat ten grondslag ligt aan dit wetsvoorstel, namelijk dat veroordeelden deels verantwoordelijk zouden moeten worden gesteld voor de kosten die uit de door hun gepleegde strafbare handelingen voortvloeien, tot aan de detentie aan toe. Wij danken deze leden voor de door hen gestelde vragen en hopen de bij hen nog levende zorgen met de beantwoording van die vragen weg te kunnen nemen. Graag verwijzen wij deze leden daartoe ook naar de algemene inleiding van deze nota. Deze leden vroegen of bij het vertalen van kosten naar de dader niet zozeer aan de achterkant van het strafproces, maar juist aan de voorkant nog meer stappen gezet kunnen worden. Deze leden dachten aan schadevergoedingen aan slachtoffers en nabestaanden alsmede vorderingen op basis van de zogenoemde Plukze-wetgeving. Bij de schadevergoedingsmaatregel, zo luidt ons antwoord op deze vraag, gaat het om de vergoeding van door het slachtoffer geleden schade. Het doel van de maatregel van ontneming van wederrechtelijk voordeel (Pluk ze) is het afromen van criminele winsten. De essentie van de ontneming is het terugbrengen van de vermogenspositie van de veroordeelde tot die vóór het plegen van de strafbare feiten. Hiermee worden met die maatregelen andere doelen nagestreefd dan met onderhavig wetsvoorstel, dat voorziet in een bijdrage aan de kosten gemaakt door de overheid voor de strafvordering. Voor het antwoord op hun vraag naar de impactanalyse verwijzen wij deze leden graag naar paragraaf 5 hieronder. Deze leden stelden enkele vragen over de verwerking van de adviezen en de steun voor dit wetsvoorstel, die wij graag als volgt beantwoorden. Wij hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de over dit wetsvoorstel uitgebrachte adviezen. Die adviezen hebben op verschillende onderdelen tot aanpassing geleid. Zo is naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen de met deze nota naar aanleiding van het verslag meegezonden nota van wijziging opgesteld, met daarin (onder meer) een grondslag voor de gegevensuitwisseling met de belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale verzekeringsbank (SVB). Hierdoor wordt het voor het CAK dat de regelingen gaat uitvoeren mogelijk om voorafgaande aan de inzet van invorderingsmiddelen een inkomens- en vermogenstoets uit te voeren. Meer algemeen hebben wij naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen verder ingezet op een persoonsgerichte incassostrategie. In het conceptuitvoeringsbesluit zijn daarvoor enkele nadere regels opgenomen. Graag verwijzen wij deze leden voor een beschrijving van deze nadere regels kortheidshalve naar de algemene inleiding van deze nota. Voor onze reactie op het rondetafelgesprek verwijzen wij deze leden graag naar het hierboven gegeven antwoord op een vraag van de leden van de SP-fractie daarnaar. De vertegenwoordiger van DJI, zo merken wij in aanvulling daarop nog op, heeft tijdens dit rondetafelgesprek aangegeven dat hij niet verwacht dat het wetsvoorstel gevolgen heeft voor (de werkzaamheden van) DJI. DJI heeft geen taak bij de uitvoering van dit wetsvoorstel. De bijdrage zal betrokken worden bij reeds bestaande programma s voor gedetineerden met schuldenproblematiek. De vertegenwoordiger gaf aan dat de regeling daarmee voor DJI geen intrinsieke waarde heeft. In het licht van het voorgaande gaan wij ervan uit dat hij «intrinsiek» hier heeft bedoeld in de betekenis «wezenlijk». Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 7

8 Zoals in de algemene inleiding reeds aan de orde kwam, hebben wij in dit wetsvoorstel en het conceptuitvoeringsbesluit verschillende voorzieningen opgenomen om te voorkomen dat bijdrageplichtigen door de bijdrage in dusdanige financiële problemen komen dat andere sociale problemen ontstaan. Daarmee zijn wij tegemoetgekomen aan door de adviesorganen geuite zorgen, zo beantwoorden wij een vraag daarnaar van deze leden. Met betrekking tot het wetsvoorstel uitbreiding spreekrecht (Kamerstukken ) merken wij op dat daar de keuze voorlag tussen verschillende modaliteiten voor uitbreiding van het spreekrecht. Bij de uiteindelijke keuze voor een modaliteit is rekening gehouden met geluiden uit de praktijk. Evenals dit wetsvoorstel, is het wetsvoorstel uitbreiding spreekrecht dus voortgezet, waarbij bij de vormgeving rekening is gehouden met geluiden uit de praktijk. Wij hebben, zo luidt ons antwoord op een volgende vraag van deze leden, alle vertrouwen in de uitvoering van deze regelingen. Het CAK zal namens de Minister van Veiligheid en Justitie worden belast met de inning van de bijdrage. Het CAK heeft daartoe een uitvoeringstoets uitgevoerd. Wij hebben onder meer voor het CAK gekozen in verband met zijn jarenlange ervaring met de inning van bijdragen bij doelgroepen met een beperkte financiële positie en persoonsgerichte incassostrategie. Hierdoor kan de door de praktijk gewenste aandacht voor het individuele geval worden bereikt. Het CAK heeft de voorbereidingen voor de inwerkingtreding in overleg met het ministerie voortvarend opgepakt. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat het CAK in staat zal zijn de wettelijke regeling, zoals die nu voorligt, uit te voeren vanaf het moment van inwerkingtreding. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd veroordeelden, die door het plegen van een strafbaar feit kosten hebben veroorzaakt, een bijdrage te laten betalen aan die kosten. Het gaat om een administratieve heffing. Een afschrikwekkende werking, zo beantwoorden wij de vraag daarnaar van deze leden, is dus niet primair beoogd. Dat neemt niet weg dat criminelen, voorafgaande aan het plegen van een strafbaar feit, wel rekening zouden kunnen houden met het feit dat zij bij een vervolging ook een bijdrage moeten betalen. Deze leden vroegen of de aangekondigde bijdrage in het Regeerakkoord overeenkomt met de wijze waarop deze regeling terugkomt in de impactanalyse en de wijze waarop die regeling in dit wetsvoorstel is vormgegeven. In het Regeerakkoord (Bruggen slaan) wordt het volgende opgemerkt over de bijdrage kosten strafvordering. «De kosten van het strafproces worden waar mogelijk verhaald op de daders» (blz. 27). In de bijlage bij het Regeerakkoord wordt hierover nog gezegd. «Daarnaast worden griffierechten geheven voor strafzaken in eerste aanleg, waarmee (een deel van) de kosten van het strafrecht (in geval van een veroordeling) aan de veroordeelde worden doorberekend» (p. 74). Bij de vormgeving van dit wetsvoorstel is met deze passages rekening gehouden. De keuze voor forfaitaire bedragen is in lijn met het Regeerakkoord dat spreekt over «griffierechten» evenals de keuze om personen die worden vrijgesproken geen bijdrage te laten betalen. Ook overeenkomstig het Regeerakkoord is de keuze om geen (extra) bijdrage te vragen wanneer de betrokkene in hoger beroep gaat of beroep in cassatie voorstelt. Het wetsvoorstel dat is doorgerekend in de impactanalyse is dan ook in lijn met het Regeerakkoord. De leden van de PVV-fractie gaven aan kennis te hebben genomen van dit wetsvoorstel. Wij danken deze leden voor de door hen gestelde vragen, die ons in de gelegenheid stellen het wetsvoorstel op bepaalde punten nader toe te lichten en bepaalde keuzes nader te onderbouwen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 8

9 De leden van de D66-fractie hadden kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij gaven aan in het bijzonder vragen te hebben naar de uitvoerbaarheid en financiële haalbaarheid van dit wetsvoorstel. Graag beantwoorden wij de door deze leden gestelde vragen, in de hoop hen daarmee op deze punten gerust te kunnen stellen. De leden van deze fractie stelden de vraag waarom wij thans aanleiding hebben gezien om, in afwijking van het kabinetsstandpunt uit 2008, een bijdrageregeling in te voeren. In antwoord op deze vraag willen wij graag vooropstellen dat de brief van Staatssecretaris Albayrak uit 2008 (Kamerstukken II 2007/08, VI, nr. 109), waarnaar deze leden verwijzen, betrekking heeft op een eigen bijdrage voor gedetineerden (voor hun verblijf in de inrichting), en niet op een bijdrage aan de kosten van de strafvordering. Op de redenen waarom wij thans aanleiding zien om een bijdrage aan de strafvordering in te voeren, zijn wij naar aanleiding van een vraag van de leden van de SP-fractie reeds ingegaan. Zoals daar aangegeven is het uitgangspunt dat de overheid (en dus de samenleving) volledig voor alle kosten van het strafproces opdraait, niet langer een vanzelfsprekendheid. Op steeds meer terreinen worden de gemaakte kosten voor toezicht, de inzet van middelen en de oplegging van sancties, doorberekend aan de «vervuiler». Wij zien geen aanleiding om hier een uitzondering te maken op dit principe. Verder blijkt dat het niet vanzelfsprekend is dat alle kosten voor de strafvordering door de overheid worden gedragen wel uit het feit dat in de rechtssystemen van veel Europese landen de doorberekening van de kosten van opsporing, vervolging en berechting aan de orde is. De meeste ons omringende landen kennen een regeling voor de bijdrage van veroordeelden aan deze kosten, zo blijkt uit het rechtsvergelijkend onderzoek uitgevoerd door prof.mr.tak Deze leden vroegen voorts wat dit wetsvoorstel toevoegt aan de al bestaande mogelijkheid om als bijzondere voorwaarde een herstellende voorwaarde op te leggen, waarbij de veroordeelde verplicht kan worden tot het betalen van een schadevergoeding of een waarborgsom. Bij de door deze leden genoemde mogelijkheden gaat het om een bijzondere voorwaarde, die aan een individuele veroordeelde kan worden opgelegd. Deze mogelijkheden zijn pas aan de orde op het moment dat een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. Voor de naleving van de voorwaarde is relevant dat het voorwaardelijke deel van de straf voldoende hoog is om als stok achter de deur te kunnen fungeren. Dit is anders bij de thans voorgestelde bijdrageregelingen, waarbij iedere veroordeelde gehouden is een bijdrage, in de vorm van een vast, forfaitair, bedrag te betalen bij wijze van «griffierecht». De achtergrond van de genoemde bijzondere voorwaarden is ook een andere dan de achtergrond van deze regeling. Bij de bijzondere voorwaarde om schadevergoeding te betalen, gaat het om het vergoeden van door het slachtoffer (of derden) geleden schade. De waarborgsom wordt geacht dienst te kunnen doen als er gegronde vrees voor herhaling bestaat. Wanneer de voorwaarden niet worden nageleefd, kan de rechter bepalen dat de waarborgsom geheel of ten dele aan de Staat vervalt. De waarborgsom is aldus een extra stok achter de deur om de voorwaarden na te leven. De achtergrond van dit wetsvoorstel is dat het wenselijk is dat de veroordeelde een bijdrage betaalt aan de kosten gemaakt door de overheid voor de strafvordering. Kosten die hij, door het strafbare feit te plegen, heeft veroorzaakt. De leden van de ChristenUnie-fractie gaven aan kennis te hebben genomen van dit wetsvoorstel. Graag beantwoorden wij de door deze leden gestelde vragen, die ons de gelegenheid bieden bepaalde aspecten van dit wetsvoorstel te verduidelijken, in het hierna volgende. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 9

10 De leden van de SGP-fractie gaven aan het uitgangspunt van dit wetsvoorstel positief te vinden. Zij gaven tegelijkertijd aan een aantal belemmeringen te zien die de uitvoering mogelijk bemoeilijken. Graag beantwoorden wij de vragen van deze leden hieronder in dit verslag, in de hoop hen op dit punt gerust te stellen. 2. Bijdrage aan de kosten van de strafvordering in Nederland tot 1896 De leden van de PvdA-fractie gaven aan te hebben gelezen dat er in het wetsvoorstel vanwege het voorkomen van administratieve lasten, is gekozen om de bijdrage in de vorm van vaste bedragen op te leggen. Zij vroegen aan de hand van welke criteria de bijdragen zijn vastgesteld en hoe het voornemen om te differentiëren naar de soort rechter zal worden vormgegeven. Graag verwijzen wij deze leden voor het antwoord op hun vraag naar paragraaf 5 hieronder. 3. Bijdrage aan de kosten van de strafvordering en slachtofferzorg in andere Europese landen De leden van de VVD-fractie vroegen wat de algemene ervaringen in de genoemde landen wij begrijpen: Duitsland en Engeland en Wales zijn met de door hen gehanteerde bijdrageregelingen voor het strafproces. Zij vroegen wat de algemene teneur was bij de invoering van deze regelingen en of in deze landen evaluaties zijn uitgevoerd. In Duitsland werd reeds in 1805 door Pruisen als gevolg van staatsrechtelijke veranderingen en mede op financiële gronden een bijdrageregeling in de Pruisische Criminalordnung opgenomen. Het ging om een regeling die uitging van een Gerichtskostenpflichtigkeit. Geleidelijk werd in de wetboeken van veel Duitse staten, zoals Baden en Hamburg, een soortgelijke regeling opgenomen. Bij de invoering van het eerste Duitse Wetboek van Strafvordering was een bijdrageregeling reeds bestaand recht, waardoor daarover tijdens de parlementaire behandeling niet meer gedebatteerd werd. Volgens de toelichting op het Gerichtkostengesetzt van 1878, waarin onder andere de regels zijn opgenomen over de hoogte van de griffierechten en de berekening van de proceskosten, moeten proceskosten niet alleen uit belastinggelden worden gefinancierd, maar ook uit door op het proces betrekking hebbende afdrachten van degenen die van de justitiële diensten gebruik hebben gemaakt. Zie hierover nader het hierboven reeds genoemde rapport van prof.mr. Tak, blz Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de regeling in Duitsland, zowel ten aanzien van de vraag of de opbrengsten opwegen tegen de kosten als de vraag naar eventuele gevolgen voor de resocialisering. Met betrekking tot de resocialisering zijn in Duitsland verschillende onderzoeken uitgevoerd, maar uit geen van deze onderzoeken bleek van een onmiddellijke samenhang tussen de betalingsplicht en het resultaat van de resocialisering. Dit is in lijn met hetgeen hierover uit andere rapporten over het verband tussen recidive en schulden blijkt (zie ook het hierboven al genoemde rapport Gevangen in schuld, blz. 7 8). Met betrekking tot de opbrengsten, kan worden gewezen op een veelomvattend onderzoek naar de bijdrageregeling uit 1991, geëntamineerd door het Duitse Ministerie van Justitie. Daarin wordt geconcludeerd dat de bijdrageregeling «einen nachweisbaren fiskalischen Nutzen hat» en dat «eindeutig ist die Feststellung dass die Artt. 465 ff. StPO ihren Zweck erfüllen und zur Entlastung der Justizhaushalte einen Beitrag leisten». Zie het reeds genoemde rapport van prof.mr. Tak, blz Over de (wets)geschiedenis van de bijdrage aan het strafproces in Engeland en Wales is helaas weinig bekend. Ook prof.mr. Tak (zie het al genoemde rapport, blz. 44) concludeert dat hierover in de literatuur nagenoeg niets te vinden is. Wel bekend is dat er al in 1908 een Costs in Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 10

11 Criminal Cases act in Engeland bestond, maar de inhoud van deze wet is niet te achterhalen zonder uitvoerig historisch onderzoek. Ons zijn geen evaluaties van de Engelse bijdrageregeling bekend. Overigens zou een dergelijke evaluatie van weinig betekenis zijn voor onderhavig wetsvoorstel, aangezien in Engeland en Wales voor een volstrekt andere invulling van de regeling is gekozen. De leden van de PvdA-fractie vroegen waarom in dit wetsvoorstel de Nederlandse strafrechter niet, net als de Engelse rechter, de bevoegdheid krijgt de bijdrage te matigen. De regeling zoals opgenomen in dit wetsvoorstel, zo luidt ons antwoord op deze vraag, verschilt in belangrijke mate van de Engelse bijdrageregeling. In Engeland en Wales worden de daadwerkelijk gemaakte kosten aan de veroordeelde doorberekend. Het kan daarbij gaan om bedragen van enkele tien- of honderdduizenden ponden. De kosten kunnen dus dusdanig hoog zijn dat reeds op voorhand duidelijk is dat de betrokkene deze nooit kan betalen, waardoor het voor de hand ligt de rechter de bevoegdheid tot matiging te geven. In dit wetsvoorstel wordt bewust niet gekozen voor de doorberekening van de daadwerkelijke kosten, maar voor vaste, forfaitaire bedragen. Deze bedragen zullen niet dusdanig hoog zijn dat ten tijde van de uitspraak van de rechter duidelijk is dat de bijdrageplichtige dat bedrag op dat moment of in de toekomst naar redelijke verwachting niet kan voldoen. Omstandigheden kunnen ook veranderen. Het ligt daarom in de rede om niet bij de vaststelling, maar bij de inningsprocedure rekening te houden met de inkomenspositie van de bijdrageplichtige. Daarin is in deze regeling voorzien. Wij verwijzen voor een beschrijving van alle voorzieningen die hiervoor zijn getroffen naar de algemene inleiding. Zo kan bij de inning van de bijdrage recht worden gedaan aan de omstandigheden van het individuele geval. De Nederlandse strafrechter, zo beantwoorden wij een volgende vraag van deze leden, houdt bij zijn strafoplegging rekening met alle relevante omstandigheden van het geval. Ook de persoonlijke (financiële) omstandigheden van de verdachte en diens draagkracht, kunnen een factor zijn die meeweegt bij de bepaling van de strafmodaliteit en de strafmaat. Wij hechten er niettemin aan te benadrukken dat de bijdrage aan de kosten van de strafvordering en slachtofferzorg een administratieve heffing is, die te beschouwen is als een soort griffierecht. Wij gaan ervan uit dat de rechterlijke macht ook als zodanig met deze bijdrage zal omgaan. Tot slot is hier nog van belang dat het CAK bij het inningsproces rekening kan houden met overige schulden van de bijdrageplichtige, waaronder een nog te betalen geldboete of schadevergoedingsmaatregel. Wanneer de bijdrageplichtige aannemelijk kan maken dat hij andere schulden heeft, zal het CAK dit meewegen bij de beslissing om een betalingsregeling te treffen, uitstel van betaling te verlenen of invorderingsmiddelen in te zetten. Door al deze voorzieningen kan de relatieve impact van de bijdrage ook beperkt worden gehouden. Hierdoor is er minder noodzaak voor de strafrechter om bij de oplegging van de straf rekening te houden met de verschuldigde bijdrage. De bijdrageregeling in Frankrijk, zo luidt het antwoord op een vraag daarnaar van de leden van de SP-fractie, is ingevoerd in Over deze regeling is helaas weinig literatuur beschikbaar, zodat ons weinig bekend is over de verdere achtergrond daarvan. Op de achtergronden van de regelingen in Duitsland en Engeland en Wales die al sinds eind negentiende, begin twintigste eeuw bestaan zijn wij hierboven in antwoord op een vraag van de leden van de VVD-fractie ingegaan. Kortheidshalve verwijzen wij deze leden graag naar dat antwoord. In antwoord op de vraag van deze leden naar een vergelijking tussen de recidivecijfers van de genoemde landen en de Nederlandse recidivecijfers, merken wij op dat hoewel deze landen, evenals Nederland, recidive Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 11

12 meten, het niet goed mogelijk is om deze data met elkaar te vergelijken. Dit heeft een groot aantal redenen, waaronder dat in de drie landen voor delicten verschillende straffen worden opgelegd, er verschillende definities van «recidive» worden gehanteerd, de recidive met andere instrumenten wordt gemeten en dat de recidive over verschillende periodes wordt gemeten. Overigens is, gelet op het feit dat de bijdrageregelingen in de genoemde landen al geruime tijd bestaan, uit de recidivecijfers van de afgelopen jaren weinig af te leiden over een eventuele invloed van de bijdrageregeling op de recidivecijfers. Deze leden vroegen verder hoe hoog het uurloon is dat gedetineerden in de drie genoemde landen krijgen voor arbeid in detentie en of zij hun uitkering behouden of een andersoortige financiële bijdrage van de overheid ontvangen. In antwoord op deze vraag zullen wij hieronder achtereenvolgens ingaan op de situatie in Engeland, Duitsland en Frankrijk. In Engeland ligt het loon dat gedetineerden ontvangen op ongeveer 15, per week, maar dit kan enigszins verschillen per justitiële inrichting. Soms is het ook mogelijk dat gedetineerden voor private bedrijven werken. In die gevallen kan het loon oplopen tot rond de 40 per week. Deze laatste mogelijkheid is uiteraard afhankelijk van de soort inrichting (gesloten of half open) waarin de gedetineerde verblijft en de aard van de straf. Daarnaast ontvangt iedere gedetineerde of hij werkt of niet ongeveer 0,50 pence per dag. Ook dit is afhankelijk van de inrichting waar de betrokkene verblijft. Tijdens de detentie kan de gedetineerde geen aanspraak meer maken op uitkeringen of benefits. Wanneer de gedetineerde voorafgaande aan zijn veroordeling een uitkering ontving, dan wordt deze stopgezet tijdens de detentie. In Duitsland zijn de deelstaten in belangrijke mate bevoegd om zelf te beslissen over arbeid en inkomen tijdens detentie, waardoor verschillen tussen de deelstaten bestaan. Wel is er een algemeen kader van het Ministerie van Justitie. Over het algemeen geldt dat personen die in voorarrest zitten en dus (nog) niet zijn veroordeeld niet verplicht zijn te werken. Veroordeelden zijn in twaalf deelstaten verplicht om te werken, in vier deelstaten niet. Voor zover gedetineerden in voorarrest werken, verdienen zij (indicatief) 5% van een gemiddeld Duits inkomen. Dit bedrag is voor 2015 vastgesteld op ,-. Veroordeelden verdienen (indicatief) 9% van dit inkomen. Zoals aangegeven geven deze percentages een indicatie. Er zijn deelstaten waarin gedetineerden minder (slechts 75% van het hiervoor genoemde) of meer (tot 125% van het hiervoor genoemde) verdienen. Afhankelijk van de deelstaat is de duur van de werkweek vastgesteld op achtendertigeneenhalf uur tot veertig uur per week. Als voorbeeld hebben wij hier nog opgenomen hoe de arbeid in de deelstaat Beieren is georganiseerd. In Beieren wordt geen verschil gemaakt tussen gedetineerden in voorarrest of al veroordeelde gedetineerden. Er bestaat wel een progressie in het te verdienen bedrag. De hoogte van de vergoeding hangt mede af van het soort werk dat de gedetineerde verricht. In onderstaand schema is een overzicht opgenomen. Vergoedingstrap dagvergoeding uurloon I 9,19 1,15 II 10,78 1,35 III 12,25 1,53 IV 13,72 1,72 V 15,31 1,91 Zowel veroordeelde gedetineerden als gedetineerden in voorarrest zijn tot op het moment waarop zij de ouderdomsgrens bereiken in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 12

13 deelstaat Beieren verplicht om te werken. De arbeidsduur is vastgesteld op veertig uur per week. Veroordeelde gedetineerden hebben een aanspraak op zakgeld indien ze onbemiddeld zijn of buiten hun schuld niet kunnen werken. Dit zakgeld wordt door de deelstaat betaald. Gedetineerden in voorarrest die geen aanspraak kunnen maken op zakgeld en onbemiddeld zijn, ontvangen een bijstandsuitkering. In Frankrijk is het minimumuurloon in detentie gedifferentieerd. Ten aanzien van de meest voorkomende werkzaamheden in de inrichting is een indeling in klassen gemaakt, waarbij de klasse waarin de gedetineerde valt afhankelijk is van het soort werk, de scholing en anciënniteit. In klasse I ontvangt een gedetineerde 3,17 (33% van het Franse wettelijke bruto minimumuurloon (SMIC)) per uur, in klasse II 2,40 (25% van het SMIC) per uur en in klasse III 1,92 (20% van het SMIC) per uur. Voor productiewerk ontvangt een gedetineerden 4,32 (45% van het SMIC) per uur. Ten aanzien van uitkeringen geldt dat in Frankrijk het «revenu de solidarité d insertion (RSA; het equivalent van de Nederlandse bijstand) na twee maanden in detentie komt te vervallen. Gedetineerden hebben in principe geen recht op een «allocation de retour à l emploi (ARE; de Franse werkloosheidsuitkering). Wanneer de gedetineerde korter dan twee weken in de inrichting verblijft, dan blijft hij op de lijst van werkzoekenden staan en behoudt hij zijn uitkering gedurende die korte periode. Wanneer de periode van verblijf langer is dan twee weken dan wordt de gedetineerde ofwel niet ingeschreven op deze lijst, ofwel dan wordt de verlenging van de inschrijving geweigerd. Het gevolg daarvan is dat de uitkering niet meer wordt uitgekeerd. Werkende gedetineerden dragen niet bij aan de ARE. Als het werk binnen de gevangenis stopt, ontvangt de gedetineerde dus geen werkloosheidsuitkering. Verder geldt dat gedetineerden gratis toegang hebben tot zorg. Zij kunnen evenwel daarnaast in aanmerking komen voor een «dagelijkse vergoeding» in verband met hun zorgkosten, zoals dat ook wel geldt voor niet-gedetineerden. In Nederland, zo beantwoorden wij een volgende vraag van deze leden, kan een gedetineerde maximaal twintig uur per week arbeid verrichten, tegen een beloning van 0,76 per uur, met een maximale toeslag van 100%. Een gedetineerde kan dus 15,20 tot 30,40 per week verdienen. Uitkeringen worden tijdens de detentie stopgezet. Voor zover een gedetineerde een gedeelte van zijn sanctie buiten de inrichting verblijft, dan kan er (opnieuw) een recht op een uitkering ontstaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om gedetineerden in een penitentiair programma. De reden, zo beantwoorden wij een vraag daarnaar van de leden van de CDA-fractie, om in de memorie van toelichting aandacht te besteden aan de wijze waarop de regelingen van de bijdrage aan de kosten van de strafvordering in andere landen is vormgegeven, is dat aldus kan worden geïllustreerd op welke verschillende manieren een dergelijke regeling kan worden vormgegeven. De beschrijving van de regelingen in andere landen is relevant voor de onderbouwing van de in dit wetsvoorstel gemaakte keuzes. Ten aanzien van de bijdrage aan het verblijf in een justitiële inrichting geldt dat over soortgelijke regelingen in andere landen aanzienlijk minder bekend is uit de literatuur. Wel weten we aan de hand van de wettelijke bepalingen dat die regelingen er zijn en hoe die er in grote lijnen uitzien. Geen van de landen die zijn aangehaald in de memorie van toelichting, zo beantwoorden wij een volgende vraag van deze leden, kent een bijdrageregeling waarin de bijdrage beperkt blijft tot enkel een bijdrage aan de slachtofferzorg. Wel zijn er diverse landen die tevens een bijdrage aan de kosten van de slachtofferzorg kennen. Zo worden in Engeland en Wales door de rechter opgelegde boetes in beginsel verhoogd met 15,. De opbrengst komt ten goede aan de dienstverlening van slachtoffers en getuigen. Van de in het onderzoek van prof.mr. Tak aangehaalde landen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 13

14 kent naast Engeland en Wales Zweden een regeling voor een bijdrage aan de kosten van de slachtofferzorg. Andere landen die een dergelijke regeling kennen zijn België, Noord-Ierland en Canada. Op de vraag van deze leden of de Duitse regeling als enige in Europa niet voorziet in een draagkrachttoets vooraf, antwoorden wij dat de Franse regeling daarin eveneens niet voorziet. 4. Voorgestelde regeling De leden van de VVD-fractie gaven aan de gedachte achter de keuze voor forfaitaire bedragen te steunen. Zij hadden nog enkele vragen over de hoogte van de bedragen. Graag verwijzen wij deze leden voor het antwoord op deze vragen naar paragraaf 5 hieronder. Deze leden stelden voorts enkele vragen over de wijze waarop de standaardbetalingsregeling en de individuele betalingsregeling worden vormgegeven. Graag verwijzen wij deze leden voor het antwoord op deze vraag naar de algemene inleiding bij deze nota naar aanleiding van het verslag, waarin wij ook zijn ingegaan op de wijze waarop omgegaan wordt met de betalingsregelingen. Aldaar zijn wij eveneens ingegaan op de wijze waarop wordt geborgd dat bijdrageplichtigen voldoende middelen van bestaan overhouden. Voor het antwoord op hun vraag naar het effect van een betalingsregeling op de netto-opbrengsten van dit wetsvoorstel, verwijzen wij deze leden graag naar paragraaf 5 van deze nota naar aanleiding van het verslag. Deze leden vroegen voorts of het aantal uren dat gedetineerden kunnen werken kan worden uitgebreid tot veertig uur in de week. Hoewel wij de gedachte achter deze suggestie begrijpen, is het in de praktijk evenwel niet mogelijk om tot deze uitbreiding te komen zonder grote investeringen en hogere exploitatielasten. De penitentiaire inrichtingen zijn gebouwd op een arbeidscapaciteit waarbij 60 tot 70% van de gedetineerden halve dagen kan werken. Met andere woorden, per honderd gedetineerden zijn dertig tot vijfendertig volledige arbeidsplekken beschikbaar in het gebouw. Sinds enkele jaren hebben de inrichtingen daarnaast de opdracht om 10% van de gedetineerden in te zetten voor interne (kostenbesparende) arbeid, zoals onderhoud, schoonmaak en groenvoorziening. In de praktijk blijkt het nog steeds lastig om de beschikbare arbeidsplaatsen volledig te vullen, omdat bijvoorbeeld zieken en werkweigeraars niet werken en andere activiteiten waarop gedetineerden recht hebben, zoals geestelijke en medische verzorging, de arbeid kunnen doorkruisen. Met het voorstel om het recht op arbeid en de arbeidsplicht op te heffen (zie mijn brief van 21 november 2014; Kamerstukken II 2014/15, , nr. 608, blz. 7 e.v.), kan de beschikbare arbeidscapaciteit effectiever worden ingezet ten behoeve van gedetineerden die gemotiveerd zijn om te werken. Door deze gerichtere sturing op arbeid kan een deel van de gedetineerden degenen die zijn gepromoveerd naar het plusprogramma dan ook langer werken. Een werkweek van veertig uur is evenwel niet haalbaar, vanwege de andere activiteiten waarop de gedetineerden op grond van de wet recht hebben. Alle activiteiten moeten immers plaatsvinden binnen het doordeweekse dagprogramma, dat loopt van 8.30 tot uur. Een uitbreiding van de uren van het dagprogramma is niet haalbaar, vanwege de hoge kosten die dit zou veroorzaken bij DJI. Deze leden wezen op de conclusie uit het rapport van prof.mr. Tak dat er geen onmiddellijke samenhang is aangetoond tussen de betalingsplicht en de resocialisering. Ons zijn, zo beantwoorden wij de vraag van deze leden, geen onderzoeken bekend waarin tot een andere conclusie wordt gekomen. Ook in het hierboven reeds genoemde zeer recente rapport Gevangen in schuld wordt (op blz. 8) aangegeven dat er «geen onderzoeken zijn die een directe relatie tussen problematische schulden en recidive bevestigen». Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 14

Gelet op artikel 592d, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

Gelet op artikel 592d, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens; Besluit van... houdende regels ter uitvoering van de bijdrage voor de kosten van de strafvordering en slachtofferzorg (Bijdragebesluit kosten strafvordering en slachtofferzorg) Op de voordracht van de

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Algemene inleiding

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Algemene inleiding 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector Straf- en sanctierecht

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en slachtofferzorg

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Besluit van... tot wijziging van de Penitentiaire maatregel, het Reglement verpleging ter beschikking gestelden en het Reglement justitiële jeugdinrichtingen in verband met de eigen bijdrage voor verblijf

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de

Nadere informatie

2. Een eigen bijdrage voor gedetineerden, ter beschikking gestelden en ouders van jeugdigen

2. Een eigen bijdrage voor gedetineerden, ter beschikking gestelden en ouders van jeugdigen Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen bijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 067 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32623 18 november 2014 Advies Raad van State inzake het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Sanctie- en

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Gevangen in Schuld. over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering. door Marc Anderson

Gevangen in Schuld. over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering. door Marc Anderson Gevangen in Schuld over de uitzichtloze schuldsituaties van cliënten van de verslavingsreclassering door Marc Anderson Hoe vorm te geven aan een sluitende aanpak van problematische schulden bij cliënten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van

Nadere informatie

Impactanalyse bijdrageregelingen veroordeelden

Impactanalyse bijdrageregelingen veroordeelden Impactanalyse bijdrageregelingen veroordeelden Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Voor het opsporen,

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk EM Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk EM Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag T (088) 36 10000

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen bijdrage

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 667 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en enige andere wetten in verband met de verlening van een tegemoetkoming aan personen die een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 33 04 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 394 Besluit van 16 augustus 2006, tot wijziging van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met de openstelling

Nadere informatie

7 Eigen bijdragen veroordeelden

7 Eigen bijdragen veroordeelden 7 Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 53 Besluit van 28 januari 2000 tot openstelling van het recht op een socialezekerheidsuitkering voor personen die deelnemen aan een penitentiair

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Bijdrage aan de kosten van de strafvordering in Nederland tot 1896

1. Inleiding. 2. Bijdrage aan de kosten van de strafvordering in Nederland tot 1896 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg 1. Inleiding Voor het opsporen, vervolgen en berechten

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 486 (R1994) Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen

Nadere informatie

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR613378_1 18 oktober 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017 Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen

Nadere informatie

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie-

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) hem geen uitstel van betaling voor onbepaalde tijd verleent ten aanzien van de aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 270 Reclasseringsbeleid Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

De Nationale ombudsman formuleerde de te onderzoeken gedraging als volgt:

De Nationale ombudsman formuleerde de te onderzoeken gedraging als volgt: Rapport 2 h2>klacht Dit rapport is het resultaat van een onderzoek uit eigen beweging op grond van artikel 9:26 van de Algemene wet bestuursrecht. Het onderzoek werd ingesteld op 20 september 2007 op basis

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500EH DEN HAAG OBD II H ç..) S Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500EH DEN HAAG r.5 Den Haag, 18 maart 2014 Dossiernummer: Uw kenmerk: Doorkiesnummer:» Faxnummer:

Nadere informatie

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

25 juni 2013 Gemeenteblad

25 juni 2013 Gemeenteblad Jaar: 2013 Nummer: 53 Besluit: 25 juni 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL SCHULDDIENSTVERLENING HELMOND 2013 Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, gelet op het bepaalde in de artikelen 2 en 3

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke

Nadere informatie

Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)

Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) 34858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 552 Slachtofferbeleid Nr. 11 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 2 april 2014 De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 383 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 867 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met het invoeren van de mogelijkheid tot het heffen van kostendekkende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 260 Besluit van 23 juni 2010, houdende wijziging van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en het Bijdragebesluit zorg in verband met het

Nadere informatie

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 015 Wijziging van enkele wetten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet 2012) Nr. 5 VERSLAG De vaste commissie

Nadere informatie

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne; gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, overwegende dat de Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne, vastgesteld in de collegevergadering

Nadere informatie

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed? Hoe krijg ik mijn schade vergoed? De schadevergoedingsmaatregel Heeft u als gevolg van een misdrijf schade geleden, dan is het strafproces een manier om uw schade vergoed te krijgen. Als de rechter vindt

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 108 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter verbetering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Fraude sociale zekerheid

Fraude sociale zekerheid Wat staat er in het wetsvoorstel Aanscherping en handhaving SZW-wetgeving? Kortweg dat fraude in 2013 veel zwaarder bestraft zal gaan worden: Burgers moeten bij fraude met een uitkering alles terugbetalen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april 2012. ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april 2012. ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Agendapunt: 19 No. 50/'12 Dokkum, 24 april 2012 ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening SAMENVATTING: Als gevolg van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (per 1 juli 2012), krijgen gemeenten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 10 augustus 2017 Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging voor Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maken wij gaarne

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van Velsen; b. inwoner:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 942 Wijziging van de Faillissementswet in verband met herziening van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen Nr. 24 TWEEDE NOTA VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Datum 18 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB

Datum 18 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over deurwaarders ziedend zijn over het daltarief van het CJIB 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 982 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 62b 24 263 Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee verband houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 december 2007 Rapportnummer: 2007/333

Rapport. Datum: 28 december 2007 Rapportnummer: 2007/333 Rapport Datum: 28 december 2007 Rapportnummer: 2007/333 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat gerechtsdeurwaarders B. te Arnhem, bij het derdenbeslag op haar uitkering onder het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie