UvA-DARE (Digital Academic Repository) Ruimtelijke verschuivingen in de EU-landbouw Strijker, D. Link to publication

Transcriptie

1 UvA-DARE (Digital Academic Repository) Ruimtelijke verschuivingen in de EU-landbouw Strijker, D. Link to publication Citation for published version (APA): Strijker, D. (2000). Ruimtelijke verschuivingen in de EU-landbouw Groningen: Stichting Ruimtelijke Economie. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam ( Download date: 25 Jul 2019

2 Stellingen behorende bij het proefschrift Ruimtelijke Verschuivingen in de EU-Landbouw Derk Strijker Universiteit van Amsterdam 11 januari 2000

3 1. Het EU-landbouwbeleid heeft, ook na de MacSharry-besluiten en de beleidswijzigingen in het kader van Agenda 2000, een conserverende invloed op de ruimtelijke structuur van EU-landbouw. (Dit proefschrift.) 2. De invloed van technische ontwikkelingen op de ruimtelijke structuur van de landbouw wordt zowel in onderzoek als beleid sterk onderschat. (Dit proefschrift.) 3. Het WRR-rapport Grond voor Keuzen (Staatsuitgeverij, 1992) heeft als katalysator gewerkt voor het denken over het toekomstig ruimtegebruik in Nederland en in de EU. Dit ondanks de gegronde en fundamentele kritiek op het door de WRR gehanteerde model (zie bijv. Werkgroep Landbouwpolitiek, Discussie over Grond voor Keuzen, LUW, 1992, en SPIL, 1992, nummer 5). 4. De gezinsbedrijventheorie van Chayanov en de uitwerking daarvan door Nakajima krijgen te weinig aandacht in het landbouw-economisch onderzoek naar de economische aspecten van agrarische gezinsbedrijven. Dat geldt ook waar het moderne gezinsbedrijven in de westerse wereld betreft. (D. Thorner, B. Kerblay, R.E.F. Smith, A. V. Chayanov on the theory of the peasant economy. Madison, The University of Wisconsin Press, 1986; C. Nakajima, Subjective equilibrium theory of the farm household. Elsevier, Amsterdam etc., 1986.) 5. Een probate manier om plattelandsproblemen in Nederland te creëren is een actief anti-auto beleid dat ook voor het platteland geldt. 6. De concentratie van vrijwel al het landbouwkundig onderzoek in Nederland in één instelling (Wageningen University Research Centre) houdt het risico van paradigma-fixatie in. De mogelijk te bereiken schaalvoordelen wegen niet tegen dit nadeel op. 7. Het continueren van grootschalige ruilverkavelingsactiviteiten in de periode , ondanks de vele kritische geluiden daarover in die periode, heeft grote kosten veroorzaakt voor de maatschappij. Die kosten zijn zichtbaar in de huidige kosten van het natuurbeleid en van het landschapsbeleid.

4 8. Omdat de Nederlandse overheid, op aandrang van belanghebbenden, de mestoverschotten op bedrijfsniveau en op regionaal niveau in zuiden oost-nederland als nationaal probleem gedefinieerd heeft, is aan de landbouw in overig Nederland en in Nederland als geheel ernstige schade toegebracht. 9. Het feit dat er per tijdseenheid meer vliegtuigen op een startbaan kunnen landen of vertrekken, dan dat er treinen over een spoortraject kunnen, duidt erop dat de huidige spoorweg-technologie volstrekt achterhaald is. 10. Het verdient aanbeveling voor-, tussen- en naschoolse opvang van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs tot de verantwoordelijkheid van de scholen te maken. 11. Werk-diner-bij eenkomsten verdragen zich niet met zorg voor het gezin. 12. De (oud-)ministers Wijers en Zalm horen een emancipatieprijs te krijgen vanwege het feit dat zij vaak en in het publiek hebben laten blijken dat ze soms prioriteit geven aan hun privé-leven in plaats van aan hun werk. 13. Wetenschappelijk onderzoekers hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid, en moeten daarom mede afgerekend worden op hun bijdrage aan het maatschappelijk debat. 14. Het mestbeleid dat momenteel voorbereid wordt, met als kern dat boeren over voldoende grond moeten beschikken om de mest van hun veestapel op een verantwoorde manier af te zetten, moet uitgebreid worden tot de diercategorieën honden en katten. De maatschappelijke overlast die van deze dieren uitgaat kan op die manier bestreden worden. 15. De gevolgen van het Nederlandse mestbeleid zijn tot op heden groter geweest voor ministers dan voor varkens.

5

6 RUIMTELIJKE VERSCHUIVINGEN IN DE EU-LANDBOUW D. Strijker El REG-publicatie 21 ISBN

7 &%fnw^ CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Strijker, D. Ruimtelijke Verschuivingen in de EU-Landbouw / D. Strijker. - Groningen: Stichting Ruimtelijke Economie Groningen (REG-publicatie ; 21). - Met lit. opg. ISBN Trefw.: landbouweconomie; ruimtelijke economie; EU; grondgebruik; ruimtelijke verdeling Copyright 1999 Stichting Ruimtelijke Economie Groningen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. AH rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form, by print or photoprint, microfilm or any other means, without written permission by the publishers. Druk: Universiteitsdrukkerij RuG ISBN

8 RUIMTELIJKE VERSCHUIVINGEN IN DE EU-LANDBOUW ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof.dr. J.J.M. Franse ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op dinsdag 11 januari 2000, te 11:00 uur door Derk Strijker geboren te Hoogeveen

9 Naam promotor: prof.dr. G. Meester Naam Faculteit: Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie