Siebengewalds dialect

Transcriptie

1 Siebengewalds dialect Dit woordenboek Siebengewalds bevat 23 gezegden, 171 woorden en 2 opmerkingen. 23 gezegden Ben je gek geworden?! - Ziede geej wel wies?! Dat is nonsens - Da is zeik op de riek Dat kan gebeuren - Da hedde mèj Dat meen je niet - Da minde toch nie? Ga je mee? - Godde met? Geen dank - Ginnen dank Heb je het al gehoord? - Hedde t al geheurd? Hij deugt niet. - Den dögt vur gén vief cent. Ik ga even tanken in Duitsland - Ik goj ekkes tanken in Prusen Ik ga vanavond uit - Ik goj vanoavend schûpe Ik kan hem niet uitstaan - Ik kan um nie leije Ik was er moe van - Ik haj d'n knollè gaar Ik weet het niet meer - Ik zie de kluts kwiet Ik werd zo kwaad - Ik wier zu hét Maak je toch niet zo druk - Mak ow doar toch nie zön dikke been oaver Maak me niet gek - Rieg mien nie op Tot weer eens - Bis wèr es Van welke familie ben jij? - Woar ziede gej der enne van? Waar heeft een Siebengewalder een hekel aan.. - an enne bergse Wat ben jij een oplichter! - Wat ziede gej enne akelige hond! Wat denkt hij wel niet? - Wa meent den wel nie? Wat een onzin - Lek mien de suk Wil je ook mee-eten? - Wilde ok miteten? 171 woorden 's avonds - soaves aalbessen - stèkberren aanrecht - spuul aardappelen - erepels aardappelen - piepers adem - oijöm af en toe - mei..j Afferden - Offere afgesproken - afgemakt al daarom - aldurums altijd - altied appelstroop - kruut armen - èrms armoede - ermoei azijn - eak baas - boas bed - nest beetje - bietje

2 bezem - bessem bijkeuken - de dêl boerenkool - hofmoes bomen - böm boos - kwoj borrel - snepske boterham - sneej wek Boxmeer - Boksmèr bril - fiets broek - boks broekzak - tes, boksetes bruin - bruun buiten - buute buitendorpse - buutenstoander buitendorpse - vremde Carnaval - karneval Cuijk - Kuuk dat - da de Hei - de Heej de huishouding - den huushald de Vrij - de Vréj dertien - dòtien drempel - dörrepel Duitser - Duutser Duitser - Pruus een Siebengewalder - enne Bessembiender geloven - geleuven gestorven - gestörven gluren - spiense graag - ger groen - gruun Groesbeek - Gruusbèk grootste - grötste grote hond, groot persoon - wa enne weulles groter - grötter haring - maatje Harrie - Haj heel vaak - dök helemaal naakt - pielekes naks het huishouden - dun húúshald hoger - högger hondje - heundje hoor hem - heur den hout - holt huis - huus hutspot - wortelestamp ijs - ies in Milsbeek - op De Milsbèk je - ge jij - gej jij bent - gej ziet jongen - jönkske jullie - ollie

3 jullie - gullie kind - blaag kind - kiend kinderen - kiender kinderen - blagen klaar - verrig knoeien - zouwe koekje - kuukske konijn - knient Koning - Könning kopje - köpke ladder - leer lade - laai leuke meid - moi vrommes loops - löps luchtbuks - loeftbuks lucifers - striekhöltjes luis - luus mand - benneke mannen - kéls markt - mert meester - mèster moeder - os mam mooi - moi morgen - mèrege muis - muus muizen - múús mus - klut nergens - nö'nd niet snugger - nie wies nieuw - neij Nijmegen - Nimwège onzin - kwats onzin praten - kwatsen op schoot zitten - op slip zitten open - los opschepper - zwetser oud - alt paard - perd Pasen - pòsse plagen - kastijen politie - plisie praten - proate precies - richtig pruim - pruum restje - kletske rommel / rotzooi - kneut schemering - dummeling schoenen - stefels schoenmaker - schoester schoon - proper schrijven - schrieve schrikdraad - stoekdroad

4 Siebengewald - Sie'wald Siebengewald - Siebengewiebel snoepen - snollen snoepkont - snolvèrken snoepzin - snolzin spijker - nègel spul / spullen - grei stofzuiger - huulbessem straat - stroat strijkbout - striekiezer stropdas - slieps suikerbrood - klöntjesmik tafel - toffel thuis - thuus tot ziens! - hoje tot ziens! - haldo! uit - uut uitgaan - uutgoan vaak - duk vaatdoek - schottelslet vader - os pap valsspelen - foetelen veel - mundig veel - veul vertrekken - anrijen vijf - vief vliegtuig - vliegtuug voor - vur voortaan - vort vorig jaar - vurrigis joar vrouwen - vrollie vuist - vuust waard - werd waarom - woaröm wat - wa wat zielig - ocherm werd - wier werken - aarebei.je wij - weej wijn - wien wind - wient zakje - tuutje zeuren - neulen, nölen, zanikken zeven - zeuven zo dadelijk - drek / daluk zoete - zuute zonde - sunt 2 opmerkingen In de negentiende eeuw vestigden in Siebengewald, dat toen nog maar een gehucht was, veel Groesbekers die hun heil hier kwamen zoeken. Het Siebengewalds heeft hierdoor duidelijk Groesbeekse

5 kenmerken. Samen met het Genneps, Venrays en Mooks in wat nu Limburg is, het Land van Cuijks in het huidige Noord-Brabant en het Rijk van Nijmegen, de Oostelijke Betuwe en de Liemers in Gelderland vormt het Siebengewalds een taalkundige eenheid die wordt gekarakteriseerd als het Kleverlands. Deze eenheid houdt van oudsher echter niet op bij de staatsgrens, want in de aangrenzende Duitse regio Nederrijn (Kleef-Emmerik-Goch-Wesel-Geldern) wordt nog steeds ongeveer hetzelfde dialect gesproken, weliswaar in afnemende mate door de verduitsing. Het Kleverlands kent een Nederfrankische oorsprong en staat daarmee dichtbij het Standaard Nederlands. De meeste verwantschap heeft de streektaal met het Brabants. Dit woordenboek 'Siebengewalds' is samengesteld door bezoekers van Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.