Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Heilig-Hart&College 3 te Halle

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Heilig-Hart&College 3 te Halle Hoofdstructuur so Pedagogisch geheel Instellingsnummer Instelling Heilig-Hart&College 3 directeur Dirk HOORNAERT adres Parklaan HALLE telefoon fax dirk.hoornaert@hhchalle.be website/url Bestuur van de instelling VZW H. Hartinstituut Halle - Annuntiaten te HEVERLEE adres Naamsesteenweg HEVERLEE Scholengemeenschap SGKSO Kardinaal Cardijn te HALLE adres Lenniksesteenweg HALLE CLB Vrij CLB Halle te HALLE adres Ninoofsesteenweg HALLE Dagen van het opvolgingsbezoek 13/03/2013 Einddatum van het opvolgingsbezoek 13/03/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 27/03/2013 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Erik Van Nieuwenhuyze Teamleden Luc Mondelaers Jos vermijl Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil - te 1

2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING HISTORIEK TE REMEDIEREN TEKORTEN ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? Regelgeving Administratieve vorming en commerciële vorming in bso derde graad in de studierichting Verkoop (leerplan D/2004/0279/003) Natuurwetenschappen in de B-stroom (leerplan D/2010/7841/003) Natuurwetenschappen in tso tweede graad in de studierichting Handel (leerplan D/2010/7841/021, D/2012/7841/079) Wiskunde in tso derde graad in de studierichtingen Handel en Sociale en technische wetenschappen (leerplan D/2004/0279/023) ADVIES REGELING VOOR HET VERVOLG te

3 INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van uw instelling 1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Als een instelling bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies. Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging. Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. 1 Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11 ). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13 ). - te 3

4 Meer informatie? en te

5 1. HISTORIEK Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 08/03/2010 tot 11/03/2010 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf 01/09/2012 moet de instelling kunnen aantonen dat de tekorten die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de instelling daarin is geslaagd. 2. TE REMEDIEREN TEKORTEN Voltijds secundair onderwijs omwille van Basisvorming / W ZB Keuze/Specifiek gedeelte 0 0 Regelgeving SO 74, art 4 SO/2002/09, art 7 en 9.3 SO 64, art Graad 1 GSO B Natuurwetenschappe 0 n Graad 2 TSO Handel Natuurwetenschappe n 0 Graad 3 BSO Verkoop 0 Administratieve vorming Commerciële vorming Graad 3 TSO Handel W iskunde 0 Graad 3 TSO Sociale en technische wetenschappen Wiskunde 0 3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? 3.1 Regelgeving Tijdens de doorlichting werd vastgesteld dat de regelgeving met betrekking tot de duur van de schooldag, de organisatie van de stages en de beoordeling van de geïntegreerde proef niet werd gerespecteerd. Tijdens het eerste leerjaar wordt een gedeelte van de seminaries benut om de leerlingen verkoopervaring te laten verwerven in een authentieke leeromgeving. In tegenstelling tot vroeger gebeurt dit nu volledig tijdens de schooluren en hoeven naschoolse uren niet meer gecompenseerd te worden. De regelgeving m.b.t. de organisatie van het schooljaar (SO 74, punt 4) wordt bijgevolg gerespecteerd. In het tweede leerjaar is het aantal seminarielestijden voor uitvoerende activiteiten in het kader van de geïntegreerde proef gevoelig gereduceerd, waardoor meer tijd overblijft voor de behandeling van inhoudelijke thema s. De organisatie van de stages gebeurt nu volledig in overeenstemming met omzendbrief SO/2002/09. Stageovereenkomst en stagereglement worden conform de regelgeving opgesteld. In het stageschrift brengen de leerlingen behalve over hun presentatieactiviteiten, nu ook verslag uit over de uitgevoerde administratieve en commerciële activiteiten. Het stageschrift wordt conform de regelgeving door de stagementor en de stagebegeleider geviseerd. De stagebegeleiders volgen het verloop van de stage van nabij op. - te 5

6 In overleg met de pedagogische begeleidingsdienst werd de geïntegreerde proef herwerkt. Bij de proef zijn nu alle vakken van het specifiek gedeelte betrokken. De deelopdrachten, die de leerlingen voor de onderscheiden vakken uitvoeren, sluiten aan bij de stage. Er zijn duidelijke criteria voor de beoordeling van de verschillende componenten, waarbij proces en product een gelijk aandeel hebben in de eindbeoordeling. De productevaluatie gebeurt op basis van een schriftelijke rapportering en een mondelinge presentatie. Conform de regelgeving (SO 64 punt 8.1) maakt nu ook een extern deskundige deel uit van de jury. 3.2 Administratieve vorming en commerciële vorming in bso derde graad in de studierichting Verkoop (leerplan D/2004/0279/003) Bij de doorlichting werden verscheidene tekorten vastgesteld. Voor het vak administratieve vorming werd een verouderd leerplan gevolgd, waardoor het onderwijsaanbod en de evaluatie belangrijke gebreken vertoonden. In het vak commerciële vorming lag het accent ten onrechte op branchestudies. Deze werden niet benut ter ondersteuning van verkoopgesprekken, maar werden doel op zich. Bovendien werden enkele thema s niet behandeld. Bij de organisatie van de seminaries, de stage en de geïntegreerde proef werden inbreuken op de regelgeving vastgesteld. Uit de opvolging blijkt dat voor het vak administratieve vorming nu wel het correcte leerplan gevolgd wordt. Daardoor is er nu ook aandacht voor het gebruik van softwarepakketten bij het kassabeheer en bij de boekhoudkundige registratie van de aankoop-, de verkoop- en de financiële verrichtingen. Toch vertoont de leerplanrealisatie nog hiaten: niet alle leerplandoelstellingen komen aan bod. Bovendien is de evaluatie overwegend kennisgericht en doet zij onvoldoende recht aan het competentiegericht karakter van het leerplan, waardoor ze onvoldoende beantwoordt aan de eisen van representativiteit en validiteit. Voor het vak commerciële vorming zijn de tekorten weggewerkt. In overeenstemming met de leerplanvisie ligt de klemtoon op het voeren van verkoopgesprekken. Bij de branchestudies gaat het niet meer om de kennis op zich, maar om het functioneel gebruik ervan bij het voeren van verkoopgesprekken. De verkoopgesprekken worden grondig voorbereid en op video opgenomen, wat een diepgaande nabespreking mogelijk maakt. In tegenstelling tot vroeger worden nu ook de leerplanthema s groothandel en communicatie per telefoon voldoende diepgaand behandeld. De evaluatie beantwoordt aan de leerplanvisie. In plaats van de leerlingen te bevragen over productkennis, voeren ze nu ter voorbereiding van verkoopgesprekken taken uit waarbij zij zelf productinformatie verzamelen. Competentiegerichte activiteiten, zoals het voorbereiden en uitvoeren van verkoopgesprekken, krijgen terecht een belangrijke plaats toegewezen bij de evaluatie. 6 - te

7 3.3 Natuurwetenschappen in de B-stroom (leerplan D/2010/7841/003) Tijdens de doorlichting werd vastgesteld dat er belangrijke hiaten waren in het nastreven van de leerplandoelstellingen. Tijdens de opvolging werd vastgesteld dat alle thema s uit het leerplan worden behandeld. Ze zijn planmatig gespreid over het schooljaar. Een echte leerplanstudie en inventarisatie van de kwaliteit van het aanbod per leerplandoelstelling is recentelijk uitgevoerd met het oog op een gericht gebruik van het gehanteerde leerwerkboek. De lessen vinden plaats in vaklokalen die voldoende zijn uitgerust voor de experimentele en digitale ondersteuning. De school kiest voor evaluatie op basis van dagelijks werk en examens. De scores worden hoofdzakelijk gegenereerd door productevaluatie, waardoor de evaluatie weinig gebruikt wordt om het leerproces van de leerling te optimaliseren. Dit is vooral een gemis bij de evaluatie van de wetenschappelijke vaardigheden. De bevraging gebeurt met een variatie aan vraagvormen en bronnenmateriaal, maar de representativiteit van de leerplandoelstellingen in de totale toetsing wordt nog niet bewaakt. 3.4 Natuurwetenschappen in tso tweede graad in de studierichting Handel (leerplan D/2010/7841/021, D/2012/7841/079) Tijdens de doorlichting werd vastgesteld dat het onderzoekend leren in onvoldoende mate werd gerealiseerd. Tijdens de opvolging werd vastgesteld dat het aanbod gebaseerd is op een degelijke leerplanstudie. De leerlingencursus bevat systematisch en evenwichtig de inhouden die gekoppeld zijn aan de leerplandoelstellingen. Deze zijn contextrijk uitgewerkt. De verdeling van de tijdsbesteding laat een volledig aanbod van de leerplandoelstellingen toe. Het onderzoekend leren krijgt daarin het gewicht dat het leerplan eraan toekent aan de hand van laboratoriumoefeningen met verslaggeving. Ook in het kader van begeleid zelfstandig leren voeren de leerlingen zelf opdrachten uit. Enkele ICT-opdrachten worden door de leerlingen uitgevoerd. De continuïteit in de lesopdracht van de vakleraar heeft bijgedragen tot de kwaliteitsvolle bijsturing van de leerplanrealisatie. Het aantal leerlingen per lesgroep laat een beheersbare uitvoering ervan toe. De lessen worden visueel ondersteund met experimenten en met digitaal materiaal. De vraagstelling bij de evaluatie gaat uit van de leerplandoelstellingen. Op basis van inzichtelijke vragen en toepassingen wordt de echte realisatie van de meeste leerplandoelstellingen gemeten. De evaluatie van vaardigheden en vakgebonden attitudes krijgt nog weinig aandacht. De evaluatie ervan gebeurt nog niet procesgericht met het oog op het optimaliseren van het leerproces. Door de verdeling van het gewicht tussen dagelijks werk en examens (30/70) is er ook weinig ruimte om er dit belangrijk onderdeel van het leerplan met voldoende gewicht en transparantie in op te nemen. - te 7

8 3.5 Wiskunde in tso derde graad in de studierichtingen Handel en Sociale en technische wetenschappen (leerplan D/2004/0279/023) Tijdens de doorlichting in 2010 werd vastgesteld dat het geheel van eindtermen en leerplandoelstellingen (leerplan D/2004/0279/023) onvoldoende werd gerealiseerd in de derde graad tso in de studierichtingen Handel en Sociale en Technische wetenschappen omwille van het niet realiseren van de leerplandoelen met betrekking tot Mathematiseren en oplossen van problemen (leerplandoelen 2 MA1, MA2, MA3, MA4, MA5). Tijdens de opvolging werd aangetoond dat de tekorten werden weggewerkt en dat de leerplandoelstellingen vorig schooljaar in voldoende mate worden gerealiseerd. De bijsturingen steunen op een constructieve vakgroepwerking, nascholing, doelgerichte leerplanstudie, functionele jaarvorderingsplannen en de ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdienst. In de planningsdocumenten en de evaluatie wordt expliciet verwezen naar het onderdeel mathematiseren. De aangeboden projecten bevatten voldoende elementen om de eindtermen met voldoende diepgang en haalbaarheid te realiseren. De gestructureerde aanpak is een voorbeeld van goede praktijk. De school heeft geïnvesteerd in vaklokalen wiskunde met een ICT-hoek met verschillende pc s voor de leerlingen en een demo-pc voor de leraar. In verschillende lokalen werd een beamer geïnstalleerd. De leerlingenevaluatie is voldoende afgestemd op de leerplandoelen. 2 MA1: Problemen herkennen, analyseren en de probleemstelling verhelderen met behulp van hun wiskundekennis Zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken. MA2: Heuristische methodes gebruiken om een probleem aan te pakken. MA3: Resultaten interpreteren binnen de context van het gestelde probleem. MA4: Een reflecterende houding verwerven door gecontroleerd terugkijken op de oplossingsweg de uitgevoerde berekeningen. MA5: Vertrouwen verwerven door hun wiskundekennis zinvol in te schakelen. 8 - te

9 4. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van de tekorten zoals vermeld in punt 2 van dit verslag GUNST IG voor alle structuuronderdelen. voor alle structuuronderdelen. 5. REGELING VOOR HET VERVOLG Nihil Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever Erik Van Nieuwenhuyze Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde Naam: Dirk Hoornaert - te 9