Nader zettingsonderzoek grondwateronttrekking Rietkampen Ede. Zettingsonderzoek ten gevolge van plaatsing deepwell nabij Adamsdreef Ede

Transcriptie

1 Nader zettingsonderzoek grondwateronttrekking Rietkampen Ede Zettingsonderzoek ten gevolge van plaatsing deepwell nabij Adamsdreef Ede Concept, 18 januari 2018

2

3 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Verantwoording Titel Nader zettingsonderzoek grondwateronttrekking Rietkampen Ede Opdrachtgever Waterschap Vallei en Veluwe Projectleider Renate van Dijk-Lubbers Auteur(s) Nikos Mastoropoulos Tweede lezer Theo Feenstra Projectnummer Aantal pagina's 16 (exclusief bijlagen) Datum 18 januari 2018 Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven. Colofon Tauw bv BU Meten, Inspectie & Advies Handelskade 37 Postbus AC Deventer Telefoon Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 9001 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 3\16

4 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv 4\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

5 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding Uitgangspunten Referenties Algemene uitgangspunten Gevoeligheidsanalyse zettingsonderzoek van REF Bodemopbouw en grondparameters Zettingsberekening Conclusies Bijlage(n) 1 Grondonderzoek Van Dijk Geo- en Milieutechniek 2 Grondonderzoek DinoLoket 3 Verlagingscontouren 4 Gevoeligheidsanalyse en resultaten D-Settlement 5 Zettingsonderzoek, resultaten D-Settlement Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 5\16

6

7 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv 1 Inleiding In opdracht van Waterschap Vallei en Veluwe is een nader zettingsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot de effecten van grondwateronttrekking in de wijk Rietkampen te Ede. Aanleiding In de Maandereng te Ede is een deepwell voor grondwateronttrekking gepland om de sulfaatpluim afkomstig van het voormalige Enka-terrrein te beheersen. Hiervoor is in augustus 2016 een voorontwerp opgesteld (kenmerk R MLX-mwl-V03-NL). Laagbouw Laagbouw Locatie deepwell Flat Flat Laagbouw Flat Figuur 1.1 Projectlocatie Enka, Ede (nieuwe locatie deepwell november 2017) Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 7\16

8 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Als gevolg van grondwaterstandverlagingen treden maaiveldzakkingen op met mogelijk zettingschade aan gebouwen tot gevolg. De verwachte zetting en de effecten hiervan zijn in het onderzoek van Tauw (kenmerk R NMX-bom-V01-NL, 9 maart 2017) nader bepaald op basis van worst-case uitgangspunten. Hieruit blijkt dat met de gehanteerde uitgangspunten maaiveldzettingen worden voorspeld, waarbij wordt geconcludeerd dat de met de voorspelde gebouwzakkingen de kans op schade niet verwaarloosbaar is, en dat nader onderzoek nodig is. Doel Doel van dit nader onderzoek is om uitsluitsel te geven of en op welke wijze grondwateronttrekking in deze omgeving kan plaatsvinden zonder dat daarbij een onacceptabel schadeprofiel ontstaat voor de omgeving. Aanpak Om te komen tot een acceptabele situatie zijn daarom 4 acties uitgezet om de zettingen en eventueel daaruit volgende schade specifieker te voorspellen: 1. Een nieuw ontwerp van de grondwateronttrekking met daarbij de aangepaste berekening van het verlagingspatroon dat ten grondslag ligt aan de zettingsberekeningen. Aanleiding hiervoor was de in de bodem waargenomen zettingsgevoelige lagen die niet in het hydrologisch model aanwezig waren. Dit is gerapporteerd in de Effectenstudie grondwateronttrekking Ede ten behoeve van de sulfaatplkuim Enka (N MLX, januari 2018, REF4) 2. Een omgevingsanalyse om de schadegevoeligheid van infrastructuur en opstallen bij het optreden van zettingen te bepalen. Dit wordt gerapporteerd door Hanselman 3. Een gevoeligheidsanalyse van de zettingsparameters en de bodemschematisatie in de zettingsberekeningen 4. Een nieuwe zettingsberekening met het aangepaste verlagingspatroon. Het verlagingspatroon is gewijzigd door het toevoegen van de zettingsgevoelige lagen aan het geohydrologisch model en de keuze om uitsluitend dieper dan 11 m mv grondwater te gaan onttrekken (in tegenstelling tot de eerdere situatie waarin ook ondieper grondwater werd onttrokken) De gevoeligheidsanalyse (onderdeel 3) en de aangepaste zettingsberekening (onderdeel 4) zijn in deze rapportage uitgewerkt. 8\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

9 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv 2 Uitgangspunten 2.1 Referenties Onderstaande referenties zijn gebruikt bij de berekening: 1. [REF1] Grondonderzoek, Van Dijk Geo- en Milieutechniek b.v., met kenmerk , van 23 februari 2017, bijgevoegd in bijlage 1 2. [REF2] Ontwerp grondwateronttrekking Ede, rapport van Tauw met kenmerk R MLX-mwl-V03-NL, gedateerd 19 augustus [REF3] Zettingsonderzoek grondwateronttrekking Rietkampen Ede, rapport van Tauw met kenmerk R NMX-bom-V01-NL, van 9 maart [REF4] Effectenstudie grondwateronttrekking Ede ten behoeve van de sulfaatpluim Enka, rapport van Tauw met kenmerk N MLX, gedateerd januari [REF5] NEN , Geotechnisch ontwerp van constructies - deel 1 algemene regels 6. [REF6] Grondonderzoek Dinoloket, zie bijlage Algemene uitgangspunten In het ontwerp zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De ligging van de deepwell is ten opzichte van het eerdere ontwerp op een grotere afstand van de hoogbouw geplaatst. De locatie van de deepwell is in figuur 1.1 weergegeven Berekeningen worden uitgevoerd voor 2 situaties: De hoogbouw-noord (het gebouw bij de Adamsdreef 185 t/m 229) en de laagbouw-noord: de gebouwen staan op de kortste afstand tot de deepwell, circa 30 m, zie figuur 2.2 De maatgevende bodemopbouw op basis van het beschikbare grondonderzoek (dus maatgevende sondering) en de daarbij behorende afstand tot de deepwell (laagbouwzuid en hoogbouw-zuid) Het maaiveld ligt op circa NAP +11,10 m (gemiddeld) De verlagingscontouren van het grondwater zijn overgenomen uit REF4, zie ook Hoofdstuk 3. Er is rekening gehouden met de volgende verlagingen van grondwater (de verlagingscontouren zijn weergegeven in bijlage 3): Verlaging grondwater toplaag (boven de toplaag veen) 10 cm Verlaging grondwater tussen de 2 veenlagen (tussen de veen en de basisveen) 20 cm Verlaging onder de diepe veenlaag (basisveen) 40 cm Voor de zettingsberekeningen wordt een eeuwigdurende onttrekking gehanteerd Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 9\16

10 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv In figuur 2.1 is de bebouwing weergegeven in het gebied waar de deepwell moet komen. Het betreft de nabijgelegen laagbouw en hoogbouw (flats). Het gebouw bij de Adamsdreef 185 t/m 229 (hoogbouw-noord) staat op de kortste afstand ten opzichte van de deepwell. De voorkant van dit gebouw is op circa 30 m afstand en de achterkant op 45 m afstand van de deepwell. De laagbouw-noord staat minimaal op 30 m afstand van de deepwell. De laagbouw-zuid staat minimaal op 35 afstand van de deepwell. De hoogbouw-zuid staat op 45 m afstand van de deepwell. De situatie is in figuur 2.2 te zien Laagbouw-noord Laagbouw Flat Hoogbouw-noord Laagbouw Laagbouw-zuid Flat Laagbouw Hoogbouw-zuid Flat Figuur 2.1 Bebouwing in gebied waar deepwell wordt gepositioneerd 10\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

11 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv 30 m Locatie deepwell 35 m 30 m 45 m Figuur 2.2 Locatie deepwell en afstanden tot de bebouwing 2.3 Gevoeligheidsanalyse zettingsonderzoek van REF3 Voorafgaand aan het uitvoeren van voorliggend zettingsonderzoek is een gevoeligheidsanalyse op de eerder door Tauw uitgevoerde zettingsberekeningen gedaan (REF3). Opgemerkt wordt dat deze berekeningen op de oorspronkelijke verlagingspatronen gebaseerd zijn (inmiddels niet meer actuele verlagingspatronen d.d. 19 augustus REF2). Dit is uitgevoerd om meer inzicht in de gevoeligheid van de grondparameters en de bodemschematisatie te verkrijgen. De bevindingen van deze analyse zijn gebruikt voor de modellering van de in dit rapport uitgevoerde berekeningen (aangepaste verlagingspatronen, namelijk bij onttrekking uitsluitend van het diepere grondwater, nieuwe verlagingspatronen REF4). Daarom zijn in deze paragraaf de conclusies van de gevoeligheidsanalyse opgenomen. De onderbouwende zettingsberekeningen en verdere toelichting bij deze gevoeligheidsanalyse zijn in bijlage 4 weergegeven. Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 11\16

12 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv De volgende aspecten zijn beschouwd: Aspect 1: Grondonderzoek en bodemopbouw; Tauw heeft naar de verhouding tussen de beschikbare boringen en sonderingen gekeken. Het totale beeld van de bodemopbouw op de locatie verandert niet. In de schematisatie van de maatgevende sondering (S12) blijkt dat er ruimte voor een gunstiger modellering van de ondiepe veenlaag is. S12 laat een veenlaag van circa 1 m zien. Dit was als een laag van 1,10 m in de eerdere berekening gemodelleerd. Boring B12 (die naast S12 is gemaakt) laat een veenlaag van 0,60 m zien met daarboven en kleiige laag van 0,30 m. Sonderingen S9, S10 en S11 die in de buurt van S12 zijn gemaakt laten een veenlaag zien die maximaal 0,50 m dik is. Boring B10 laat een veenlaag van 0,50 m zien. Sondering S39F00073 uit DinoLoket laat ook een veenlaag van 0,60 m zien. Uit deze informatie volgt dat de schematisatie van de ondiepe veenlaag bij de maatgevende sondering S12 dunner gemodelleerd mag worden. In plaats van 1,10 m wordt nu deze laag als 0,80 m dik in de nieuwe zettingsberekeningen gemodelleerd (zie paragraaf 2.4 bodemopbouw) Aspect 2: Grondonderzoek en bodemopbouw; De maatgevende sondering (S12) is in de buurt van de hoogbouw zuid gemaakt. Nabij de voor- en achterkant van de hoogbouw tonen de sonderingen een gunstiger bodemopbouw aan. Naar ons oordeel kan de situatie van de maatgevende sondering (lokaal) echter overal in het projectgebied naar voren komen. S12 blijft dus van toepassing als worst case in het projectgebied Aspect 3: De gevoeligheid van de grondparameters; Tauw heeft naar de impact van de samendrukkingscoëfficiënt Cp/Cp en Cs/Cs van de ondiepe veenlaag op de resultaten gekeken. Deze samendrukbare laag zal de grootste zettingen als gevolg van de wateronttrekking opleveren. Twee nieuwe sommen zijn gedraaid; één met hogere samendrukkingsparameters (stijver reactie van de ondergrond mogelijk gezien het locatiegeschiedenis) en één met lagere samendrukkingsparameters (minder stijve reactie van de ondergrond ultra worst case). Dit is gedaan aan de hand van tabel 2.b van de NEN Er was specifiek gekeken naar de bandbreedte van parameters van slappe veen uit tabel 2.b. Uit deze berekeningen volgt dat de gevoeligheid van de parameters van veen niet hoog is. Op basis van de resultaten en geotechnische ervaring concludeert Tauw dat de eerder gekozen parameters voor veen de meest representatieve keuze is Aspect 4: De gevoeligheid van de verticale consolidatiecoëfficiënt, cv; Twee nieuwe sommen zijn gedraaid; één met een hogere en één met een lagere consolidatiecoëfficiënt (zie bijlage 4). Dit aspect heeft geen impact op de resultaten en wordt verder niet besproken Tauw concludeert dat de gevoeligheid van de zettingsresultaten voor variatie in de inputparameters niet hoog is. Het totale beeld van de bodemopbouw op de locatie verandert niet. De modellering van de samendrukkingsparameters van de ondiepe veenlaag blijft ongewijzigd (ten opzichte van REF3) voor de aangepaste berekeningen van de nieuwe verlagingspatronen. 12\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

13 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv De dikte van de ondiepe veenlaag blijkt kleiner te zijn en wordt als 0,80 m in plaats van 1,10 m bij de aangepaste berekeningen (nieuwe verlagingspatronen) gemodelleerd. 2.4 Bodemopbouw en grondparameters Op basis van het grondonderzoek is de bodemopbouw geschematiseerd. Het onderzoek is bijgevoegd in bijlage 1 en 2 (zie REF1 en REF6). Het grondonderzoek (zowel nieuw uitgevoerd als uit Dinoloket) laat een uniform beeld zien. Veen is aangetroffen op twee dieptes: één ondiep en één diep. De diktes van de veenlagen verschillen door het gebied heen. Sondering 12 is als maatgevend gekozen (worst-case), aangezien hier de ondiepe veenlaag het dikst (0,8 m) is (zie aspect 1 gevoeligheidsanalyse, paragraaf 2.3). Deze sondering is gebruikt ten behoeve van de berekening hoogbouw-zuid en laagbouw-zuid. Ter plaatse van de hoogbouwnoord en de laagbouw-noord is de ondiepe veenlaag dunner en derhalve gunstiger ten opzichte van de te verwachten zetting. Sondering 5 is representatief ter plaatse van de hoogbouw-noord en de laagbouw-noord. De grondparameters zijn opgesteld aan de hand van NEN tabel 2.b. Uit de gevoeligheidsanalyse is er meer inzicht in de keuze van grondparameters van de ondiepe veen gekregen (aspect 3, paragraaf 2.3). De eerder gemaakte keuze van parameters wordt ook bij de nieuwe berekeningen aangehouden, op basis van de resultaten van de gevoeligheidsanalyse en geotechnische ervaring. De bodemopbouw is weergegeven in navolgende tabel. Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 13\16

14 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Tabel 2.1 Maatgevende bodemopbouw en grondparameters zetingsberekening Grondlaag Sondering 12 - Sondering 5 - γ/γ' sat Cp/Cp Cs/Cs c v Bovenkant laag Bovenkant laag [kn/m 3 ] [-] [-] [m 2 /s] [m NAP] [m NAP] Toplaag zand mv (+11,10) mv (+11,10) 18 / / Veen +6,50 +6,40 11 / / 6,5 100 / 25 3 * 10-7 Zand +5,70 +6,10 18 / / Basisveen - +0,10 12 / / 7,5 120 / 30 3 * 10-7 Zand - -0,10 18 / / Basisveen -0,80-0,90 12 / / 7,5 120 / 30 3 * 10-7 Eerste zandlaag -1,80-1,60 18 / / Toelichting bij tabel: γ volumegewicht [kn/m 3 ] γsat verzadigd volumegewicht [kn/m 3 ] Cp primaire samendrukkingscoëfficiënt onder grensspanning [-] Cp primaire samendrukkingscoëfficiënt boven grensspanning [-] Cs secundaire samendrukkingscoëfficiënt onder grensspanning [-] Cs secundaire samendrukkingscoëfficiënt boven grensspanning [-] cv verticale consolidatiecoëfficiënt [m 2 /s] Het verschil tussen de initiële korrelspanning en de grensspanning wordt Pre-Overburden Pressure (POP) genoemd. De POP wordt opgeteld bij de initiële korrelspanning. Voor deze situatie is een POP van 10 kpa in rekening gebracht. 3 Zettingsberekening In het rapport van de grondwateronttrekking (REF4) zijn de nieuwe verlagingscontouren van de grondwaterstand berekend (bij het aangepaste ontwerp). Met gebruik van deze contouren zijn de verwachte zettingen op maaiveldniveau berekend. Er is rekening gehouden met de volgende verlagingen van grondwater, op basis van de nieuwe verlagingspatronen (zie bijlage 3): Verlaging grondwater toplaag (boven de toplaag veen) 10 cm Verlaging grondwater tussen de 2 veenlagen (tussen de veen en de basisveen) 20 cm Verlaging onder de diepe veenlaag (basisveen) 40 cm 14\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

15 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Opgemerkt wordt dat de berekende verlagingen in de ondiepe bodem < 5 cm bedragen. Er is echter rekening gehouden met een beperkt effect boven en tussen de veenlagen, respectievelijk 10 en 20 cm verlaging. De zettingsberekeningen zijn uitgevoerd met het programma D-Settlement versie Gerekend is met het Koppejan-Darcy-model met natuurlijke rek. De eindzetting is berekend voor dagen (circa 30 jaar). Deze is gebaseerd op de verwachting dat de duur van de onttrekking oneindig zal zijn. Met eindzetting is de zakking op het theoretische einde van het zettingsproces bedoeld (uit geotechnisch oogpunt), in Nederland wordt hiervoor 30 jaar aangehouden. Uit deze berekening volgt de zetting ter plaatse van de voorkant van de laag- en hoogbouw. In navolgende tabel wordt de zetting weergegeven. De zettingsberekening is weergegeven in bijlage 5. Tabel 5.1 Zetting op maaiveldniveau door grondwaterstandsverlaging Situatie Afstand tot deepwell Gebruikte sondering Opmerking Zetting [m] voor de bodemopbouw [mm] 1 30 S5 Hoogbouw-noord en 2 Laagbouw-noord 2a 35 S12 Laagbouw-zuid 3 2b 45 S12 Hoogbouw-zuid 3 4 Conclusies In opdracht van Waterschap Vallei en Veluwe is een nader zettingsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot de effecten van grondwateronttrekking in de wijk Rietkampen te Ede. Aanleiding In de Maandereng te Ede is een deepwell voor grondwateronttrekking gepland om de sulfaatpluim afkomstig van het voormalige Enka-terrrein te beheersen. In het zettingsonderzoek van Tauw (kenmerk R NMX-bom-V01-NL, 9 maart 2017) is geconcludeerd dat er kans is op schade, hetgeen een reden is voor nader onderzoek. Doel Doel van dit nader onderzoek is om uitsluitsel te geven of de geplande grondwateronttrekking in deze omgeving kan plaatsvinden zonder dat daarbij een onacceptabel schadeprofiel ontstaat voor de omgeving. Hiertoe zijn de zettingen berekend. Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept 15\16

16 Concept Kenmerk R NMX-V02-mfv Aanpak De aanpak van het uitgevoerde nader zettingsonderzoek heeft bestaan uit: 1. Gevoeligheidsanalyse op zettingsparameters en bodemschematisatie voor deze omgeving. Tauw heeft deze analyse op de eerder door Tauw uitgevoerde zettingsberekeningen gedaan (REF3). De resultaten van deze analyse worden meegenomen in de uitgangspunten van de nieuwe berekeningen 2. Uitvoeren nieuwe zettingsberekeningen met het aangepaste verlagingspatroon. Het verlagingspatroon is gewijzigd door het toevoegen van de zettingsgevoelige lagen aan het geohydrologisch model en de keuze om uitsluitend dieper dan 11 m mv grondwater te gaan onttrekken (in tegenstelling tot de eerdere situatie waarin ook ondieper grondwater werd onttrokken) Resultaten De zettingen zijn berekend voor 3 gevoelige referentiesituaties: m tot de deepwell, hoogbouw-noord en laagbouw-noord (gebouwen op de kortste aftand tot de deepwell). De bodemopbouw is gebaseerd op sondering 5. De berekende maaiveldzetting bedraagt 2 mm m tot de deepwell, laagbouw-zuid. De bodemopbouw is gebaseerd op sondering 12 (worst-case). De berekende maaiveldzetting bedraagt 3 mm m tot de deepwell, hoogbouw-zuid. De bodemopbouw is gebaseerd op sondering 12 (worst-case). De berekende maaiveldzetting bedraagt 3 mm De voorspelde zettingen voor de nieuwe situatie zijn veel lager in vergelijking met de vorige resultaten (REF3, oude situatie). Daarmee zal naar verwachting de schadepredictie van de bebouwing als gevolg van de grondwateronttrekking minder risico s opleveren. In dit rapport wordt verder niet gekeken naar de mogelijke schade aan de bebouwing. Het risicoprofiel voor de nieuwe situatie wordt in de rapportage van Hanselman beschouwd. 16\16 Zettingsonderzoek Ede - versie 2 - Concept

17 Bijlage 1 Grondonderzoek Van Dijk Geo- en Milieutechniek

18 Datum : 23 februari 2017 Opdrachtnummer : Project : herontwikkeling nabij Adamsdreef Plaats : EDE Opdrachtgever : Tauw b.v. t.a.v. mevr. N. van Dijk Postbus AA Capelle a/d IJssel Inhoud Fotoreportage : 1 Situatie : 1 Sonderingen : 12 Boringen : 12 Analyselijst : 1 Waterpasstaat : 1 Elektrisch sonderen : 1 Verklaring der tekens : 1

19 FOTOREPORTAGE Foto 1: Foto 2: Foto 3: Foto 4: Foto 5: Foto 6: Legenda Adviesbureau voor geotechniek en milieu Strijkviertel 30, 3454 PM DE MEERN Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Plaats: Opdrachtnr.: Datum: Volgnummer: Ede februari /2 Tel. : Fax : info@vandijktech.nl

20 FOTOREPORTAGE Foto 7: Foto 8: Foto 9: Foto 10: Legenda Adviesbureau voor geotechniek en milieu Strijkviertel 30, 3454 PM DE MEERN Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Plaats: Opdrachtnr.: Datum: Volgnummer: Ede februari /2 Tel. : Fax : info@vandijktech.nl

21

22 1 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. 3 2 DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

23 2 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

24 3 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. 3 2 DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

25 4 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) m klinker N.A.P. DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

26 5 11 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. 2 1 DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

27 6 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) m klinker N.A.P. DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

28 7 11 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. 2 1 DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

29 8 12 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

30 9 11 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. 2 1 DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

31 10 11 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) m klinker N.A.P. DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

32 11 11 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) m klinker N.A.P. DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

33 Plaatselijke wrijving (MPa) Conusweerstand (MPa) Wrijvingsgetal (%) N.A.P. DIEPTE IN METERS T.O.V Plaats : Ede OPDRACHT NR: Maaiveld : m t.o.v. N.A.P. Uitgevoerd : conus : CF SONDERING : Omschrijving : herontwikkeling nabij Adamsdreef uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO : 2012/C1: 2013, toepassingsklasse 3 1/1

34 Boring: B1 Datum: Maaiveldhoogte: 11, t.o.v. N.A.P tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen roest, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs Boring: B2 Datum: Maaiveldhoogte: 11,1 GWS: 9,27 t.o.v. N.A.P t.o.v. N.A.P klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen roest Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

35 Boring: B3 Datum: Maaiveldhoogte: 11,21 t.o.v. N.A.P. GWS: 9,87 t.o.v. N.A.P groenstrook Klinker Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, matig grindig, grijsbruin Zand, zeer fijn, matig siltig, sporen roest, grijsoranje Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinoranje Boring: B4 Datum: Maaiveldhoogte: 11,17 GWS: 9,25 t.o.v. N.A.P t.o.v. N.A.P groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, zwak puinhoudend, donker grijsbruin Zand, matig fijn, matig siltig, lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Veen, donker bruinzwart Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, bruingrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

36 Boring: B5 Datum: Maaiveldhoogte: 10,84 GWS: 9,24 t.o.v. N.A.P. 0 t.o.v. N.A.P Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen planten, donker bruinbeige Boring: B6 Datum: Maaiveldhoogte: 11,03 GWS: 9,24 t.o.v. N.A.P. 0 t.o.v. N.A.P gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, resten wortels, donker grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen roest, grijsbeige Zand, matig fijn, zwak siltig, resten planten, grijsbruin Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Veen, donker bruinzwart Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak humeus, bruingrijs Zand, matig fijn, matig siltig, licht bruingrijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

37 Boring: B7 Datum: Maaiveldhoogte: 11,01 t.o.v. N.A.P. GWS: 9,08 t.o.v. N.A.P braak Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak wortelhoudend, grijsbruin Boring: B8 Datum: Maaiveldhoogte: 11,15 GWS: 9,22 t.o.v. N.A.P. 0 t.o.v. N.A.P gras Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak wortelhoudend, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

38 Boring: B9 Datum: Maaiveldhoogte: 10,91 t.o.v. N.A.P. GWS: 9,27 t.o.v. N.A.P braak Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak wortelhoudend, grijsbruin Boring: B10 Datum: Maaiveldhoogte: 10,77 GWS: 9,02 t.o.v. N.A.P. 0 t.o.v. N.A.P Tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen grind, licht beigegrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, beigegeel Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, licht beigegrijs Zand, zeer fijn, sterk siltig, sporen klei, laagjes veen, donker bruingrijs Veen, donker bruinzwart Zand, matig fijn, matig siltig, grijs Veenlens Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

39 Boring: B11 Datum: Maaiveldhoogte: 10,65 GWS: 9,12 t.o.v. N.A.P t.o.v. N.A.P Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker bruingrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, bruingrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, beigegrijs Boring: B12 Datum: Maaiveldhoogte: 10,79 GWS: 9,45 t.o.v. N.A.P t.o.v. N.A.P braak Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen wortels, donkerbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Klei, zwak siltig, sporen zand, bruingrijs Veen, donker bruinzwart Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs Zand, matig fijn, sterk siltig, sporen klei, bruingrijs Grondwaterstand in het boor- / sondeergat is eenmalig bepaald en dient als indicatief te worden beschouwd. Project: herontwikkeling nabij Adamsdreef Lokatienaam: EDE Opdracht nr.:

40 Analyselijst boring monster Diepte t.o.v. NAP Grondsoort/ Volumieke massa Watergehalte Poriën- Verzadigingsnr. nr. van tot Grondsamenstelling nat droog massa volume volume graad [m] [m] [kn/m3] [kn/m3] [%] [%] [%] [%] B3 1 7,21 7,11 Veen, sterk kleiig 12,25 5,61 118,28 66,40 78,82 84,25 donkerbruin - zwart B5 1 6,24 6,14 Veen 10,40 3,09 237,23 73,19 88,36 82,84 donkerbruin - zwart B10 1 6,27 6,17 Veen 10,45 3,23 223,25 72,14 87,81 82,16 donkerbruin - zwart B12 1 6,29 6,19 Veen 10,59 3,32 218,84 72,66 87,47 83,06 donkerbruin - zwart Opdr. nr.: Project: Herontwikkeling Adamsdreef Plaats: Ede Datum: 24 februari 2017

41 WATERPASSTAAT OPDRACHTNR.: PLAATS:Ede sondering/boring nr hoogte maaiveld in RD X-coordinaat RD Y-coordinaat m t.o.v. NAP in m in m 1/B1 11, , ,79 2/B2 11, , ,15 3/B3 11, , ,54 4/B4 11, , ,92 5/B5 10, , ,48 6/B6 11, , , , , ,88 8/B8 11, , , , , , , , , , , ,87 12/B12 10, , ,37 B7 11, , ,61 B9 10, , ,25 B10 10, , ,46 B11 10, , ,46 put I 10,71 put II 11,08 put III 11,22 put IV 10,77 De gemeten hoogten en coördinaten zijn niet geschikt voor andere doeleinden dan deze rapportage Meetmethode: Coördinaten en hoogten gemeten met 06-GPS Gewaterpast door: van DIJK geo- en milieutechniek b.v. Datum waterpassing: 22 februari 2017 Datum verwerking: 23 februari 2017

42 CONTINU ELEKTRISCH SONDEREN Algemeen De sonderingen worden bij van Dijk geo- en milieutechniek bv uitgevoerd conform NEN EN-ISO :2012/CI. De sondeerresultaten geven een goed en betrouwbaar beeld van de gelaagdheid van de ondergrond. De sondeerconus met een basisoppervlak van 1500 mm² en een tophoek van 60º wordt met een constante snelheid van 20 mm/s in de grond gedrukt. Indien ook de plaatselijke wrijving gemeten moet worden, zal een conus met een mantel van ca mm² worden toegepast. De meetsignalen worden met een kabel, dan wel via een lichtgeleider (draadloos), naar een meeteenheid, verbonden aan een computer, gestuurd. De gedigitaliseerde meetsignalen worden opgeslagen. De bestanden worden op kantoor definitief verwerkt. De gemeten parameters worden tegen de diepte uitgezet. Klassenindeling In de norm NEN-EN-ISO :2012/CI is de nauwkeurigheid van sonderen in 4 toepassingsklassen verdeeld. Zoals uit onderstaande tabel volgt is de indeling gebaseerd op de nauwkeurigheid van meting van de parameters en de diepte. toepassingsklasse meetgrootheid toelaatbare meetonzekerheid meetinterval 1 Conusweerstand 35kPa of 5% 20 mm Plaatselijke wrijving 5 kpa of 10% Helling 2º Sondeerdiepte 0,1 m of 1% 2 Conusweerstand 100 kpa of 5% 20 mm Plaatselijke wrijving 5 kpa of 15% Helling 2º Sondeerdiepte 0,1 m of 1% 3 Conusweerstand 200 kpa of 5% 50 mm Plaatselijke wrijving 25 kpa of 15% Helling 5º Sondeerdiepte 0,2 m of 2% 4 Conusweerstand 500kPa of 5% 50 mm Plaatselijke wrijving 50 kpa of 20% Sondeerlengte 0,2 m of 2% Opmerking: De toelaatbare meetonzekerheid is de grotere waarde van de absolute meetonzekerheid en de relatieve meetonzekerheid (van de meetwaarde). Standaard zal van Dijk geo- en milieutechniek bv sonderen in toepassingsklasse 3 met een meetinterval van 20 mm. Wrijvingsgetal Wordt tijdens het sonderen simultaan conusweerstand en plaatselijke wrijving gemeten, dan kan het wrijvingsgetal worden berekend. Dit is het quotiënt uitgedrukt in procenten van de plaatselijke wrijving en conusweerstand op een bepaalde diepte (R f = f s /q c * 100%). Dit wrijvingsgetal geeft meer inzicht omtrent de bodemopbouw onder de grondwaterstand. In grote lijnen kunnen de volgende hoofdgrondsoorten worden herkend: grondsoort R f in % grondsoort R f in % grof zand 0,2 0,6 klei 3,0 5,0 zand 0,6 1,2 potklei 5,0 7,0 silt/leem 1,2 4,0 veen 5,0 - >10 Boven de grondwaterstand en in geroerde gronden kunnen aanzienlijke afwijkingen voorkomen. Overigens geven wrijvingsgetallen een indicatie van de samenstelling van de ondergrond. Boringen al dan niet met ongeroerde monsters, aangevuld met laboratorium proeven, geven uiteraard meer inzicht.

43 verklaring der tekens

44 Bijlage 2 Grondonderzoek DinoLoket

45

46 S39F00073_00

47 S39F00324_00

48 S39F00109_00

49 Bijlage 3 Verlagingscontouren

50

51 Bijlage 4 Gevoeligheidsanalyse en resultaten D-Settlement

52 Gevoeligheidsanalyse zettingsberekening van Tauw-REF3 Tauw heeft een gevoeligheidsanalyse van de zettingsberekening van maart 2017 (REF3) uitgevoerd. Dit om meer inzicht op de gevoeligheid van de grondparameters en de bodemschematisatie te verkrijgen. Opgemerkt wordt dat deze berekeningen op de oorspronkelijke verlagingspatronen gebaseerd zijn (niet meer actuele verlagingspatronen d.d. 19 augustus REF2). De resultaten van de gevoeligheidsanalyse zijn tevens van toepassing bij de aangepaste verlagingspatronen, namelijk bij onttrekking uitsluitend van het diepere grondwater (nieuwe verlagingspatronen REF4). De volgende aspecten zijn beschouwd: Aspect 1: Grondonderzoek en bodemopbouw; Tauw heeft naar de verhouding tussen de beschikbare boringen en sonderingen gekeken. Het totale beeld van de bodemopbouw op de locatie verandert niet. In de schematisatie van de maatgevende sondering (S12) blijkt dat er ruimte voor een gunstiger modellering van de ondiepe veenlaag is. S12 laat een veenlaag van circa 1 m zien. Dit was als een laag van 1,10 m in de berekening gemodelleerd. Boring B12 (die naast S12 is gemaakt) laat een veenlaag van 0,60 m zien met daarboven en kleiige laag van 0,30 m. Sonderingen S9, S10 en S11 die in de buurt van S12 zijn gemaakt laten een veenlaag zien die maximaal 0,50 m dik is. Boring B10 laat een veenlaag van 0,50 m zien. Sondering S39F00073 uit DinoLoket laat ook een veenlaag van 0,60 m zien. Uit deze informatie volgt dat inderdaad de schematisatie van de ondiepe veenlaag bij de maatgevende sondering S12 dunner gemodelleerd mag worden. In plaats van 1,10 m wordt nu deze laag als 0,80 m dik in de nieuwe zettingsberekeningen gemodelleerd (zie paragraaf 2.4 bodemopbouw) Aspect 2: Grondonderzoek en bodemopbouw; De maatgevende sondering (S12) is in de buurt van de hoogbouw zuid gemaakt. Nabij de voor- en achterkant van de hoogbouw tonen de sonderingen een gunstiger bodemopbouw aan. Naar ons oordeel kan de situatie van de maatgevende sondering (lokaal) echter overal in het projectgebied naar voren komen. S12 blijft dus van toepassing als worst case in het projectgebied Aspect 3: De gevoeligheid van de grondparameters; Tauw heeft naar de impact van de samendrukkingscoëfficiënt Cp/Cp en Cs/Cs van de ondiepe veenlaag op de resultaten gekeken. Deze samendrukbare laag zal de grootste zettingen als gevolg van de wateronttrekking opleveren. Twee nieuwe sommen zijn gedraaid; één met hogere samendrukkingsparameters (stijver reactie van de ondergrond mogelijk gezien het locatiegeschiedenis) en één met lagere samendrukkingsparameters (minder stijve reactie van de ondergrond ultra worst case). Dit is gedaan aan de hand van tabel 2.b van de NEN Er was specifiek gekeken naar de bandbreedte van parameters van slappe veen uit tabel 2.b. Uit deze berekeningen volgt dat de gevoeligheid van de parameters van veen niet hoog is. Op basis van de resultaten en geotechnische ervaring concludeert Tauw dat de eerder gekozen parameters voor veen de meest representatieve keuze is Aspect 4: De gevoeligheid van de verticale consolidatiecoëfficiënt, cv; Twee nieuwe sommen zijn gedraaid; één met een hogere en één met een lagere consolidatiecoëfficiënt; Dit aspect heeft geen impact op de resultaten en wordt verder niet besproken Tauw heeft de hierboven beschreven aspecten middels zettingsberekeningen beschouwd. De resultaten zijn in navolgende tabel weergegeven

53 Tabel Resulaten zetting gevoeligheidsanalyse Situatie Berekening Opmerking Berekende zetting ter plaatse van de hoogbouw (maatgevende sondering S12) [mm] 1 Oorspronkelijke berekening Rapport van Tauw REF Berekening met dunner ondiepe veenlaag Aspect 1 dikte veenlaag 0,80 12 m in plaats van 1,10 m 3 Berekening met hogere Aspect 3 stijver reactie van de 13 samendrukkingsparameters voor ondiepe veenlaag ondergrond, (Cp/Cp = 30/7,5 en Cs/Cs = 120/30) 4 Berekening met lagere Aspect 3 minder stijve van de 17 samendrukkingsparameters voor ondiepe veenlaag ondergrond, (Cp/Cp = 20/5 en Cs/Cs = 80/20) 5 Berekening voor de combinatie van situatie 2 + situatie 3 Aspect 1 + Aspect 3 11 Uit deze analyse volgt een bandbreedte van de zetting van 11 tot 17 mm. Tauw concludeert dat de gevoeligheid van de zettingsresultaten voor variatie in de inputparameters niet hoog is. Het totale beeld van de bodemopbouw op de locatie verandert niet. De modellering van de samendrukkingsparameters van de ondiepe veenlaag blijft ongewijzigd (ten opzichte van REF3) voor de aangepaste berekeningen van de nieuwe verlagingspatronen. De dikte van de ondiepe veenlaag blijkt kleiner te zijn en wordt als 0,80 m in plaats van 1,10 m bij de aangepaste berekeningen (nieuwe verlagingspatronen) gemodelleerd. De resultaten van de zettingsberekeningen (D-Settlement) zijn in navolgende pagina s weergegeven.

54 Input View Zand toplaag Zand toplaag 6 7 Veen 8 Zand Basisveen 12 Eerste zandlaag , , m 3 Materials Zand toplaag Veen Zand Basisveen Eerste zandlaag m D-Settlement 16.1 : Enka GevAn aspect 1.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 12 - aspect 1 Annex - - ctr. form. A4

55 Time-History 0, , , , , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, , Vertical 3 (X = 35,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Terzaghi (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after 1825 days = 0,012 [m] D-Settlement 16.1 : Enka GevAn aspect 1.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 12 - aspect 1 Annex - - ctr. form. A4

56 Input View Zand toplaag Zand toplaag 6 7 Veen 8 Zand Basisveen 12 Eerste zandlaag , , m 3 Materials Zand toplaag Veen Zand Basisveen Eerste zandlaag m D-Settlement 16.1 : Enka GevAn aspect 3.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 12 - aspect 3 Annex - - ctr. form. A4

57 Time-History 0, , , , , , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 3 (X = 35,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Terzaghi (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after 1825 days = 0,013 [m] D-Settlement 16.1 : Enka GevAn aspect 3a.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 Aspect 3a Annex ctr. form. A4

58 Time-History 0, , , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 3 (X = 35,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Terzaghi (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after 1825 days = 0,017 [m] D-Settlement 16.1 : Enka GevAn aspect 3b.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 12 - aspect 3b Annex - - ctr. form. A4

59 Input View Zand toplaag Zand toplaag 6 7 Veen 8 Zand Basisveen 12 Eerste zandlaag , , m 3 Materials Zand toplaag Veen Zand Basisveen Eerste zandlaag m D-Settlement 16.1 : Enka GevAn situatie 2 en situatie 3.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 situatie 2+ 3 Annex ctr. form. A4

60 Time-History 0, , , , , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 3 (X = 35,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Terzaghi (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after 1825 days = 0,011 [m] D-Settlement 16.1 : Enka GevAn situatie 2 en situatie 3.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 situatie 2+ 3 Annex ctr. form. A4

61 Bijlage 5 Zettingsonderzoek, resultaten D-Settlement

62 Input View Zand toplaag Veen 6 Zand Basisveen 10 Eerste zandlaag , , m 3 Materials Zand toplaag Veen Zand Basisveen Eerste zandlaag m D-Settlement 16.1 : Enka_nieuwe_verlagingspatronen_S12.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 - Nieuwe verlagingspatronen Annex ctr. form. A4

63 Time-History 0, , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 1 (X = 35,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Darcy (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after days = 0,003 [m] D-Settlement 16.1 : Enka_nieuwe_verlagingspatronen_S12.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 - Nieuwe verlagingspatronen Annex ctr. form. A4

64 Time-History 0, , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 2 (X = 45,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Darcy (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after days = 0,003 [m] D-Settlement 16.1 : Enka_nieuwe_verlagingspatronen_S12.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. nmx Enka Sondering 12 - Nieuwe verlagingspatronen Annex ctr. form. A4

65 Input View Zand toplaag Veen 6 Zand Basisveen Zand Basisveen 14 Eerste zandlaag , , m 3 Materials Zand toplaag Veen Zand Basisveen Eerste zandlaag m D-Settlement 16.1 : Enka_nieuwe_verlagingspatronen_S5.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 5 - Nieuwe verlagingspatronen Annex - - ctr. form. A4

66 Time-History 0, , , , , , , Settlement [m] Effective stress [kpa] 0, Time [days] 0, Vertical 1 (X = 30,000 m; Z = 0,000 m) Method = NEN - Koppejan with Darcy (Natural strain) Depth = 11,100 [m] Settlement after days = 0,002 [m] D-Settlement 16.1 : Enka_nieuwe_verlagingspatronen_S5.sli Handelskade AC Deventer Phone Fax date drw. Enka Sondering 5 - Nieuwe verlagingspatronen Annex - - ctr. form. A4