Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA Burgemeester en wethouders hebben op 16 november 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van een woonzorgvoorziening voor dementerende ouderen op de locatie Callistolaan 2 in Heerhugowaard. De aanvraag is geregistreerd onder nummer OMG. De aanvraag bevat de activiteiten: - bouwen - handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening - uitrit aanleggen of veranderen Besluit Burgemeester en wethouders besluiten: Activiteit: bouwen - de omgevingsvergunning met de activiteit bouw te verlenen voor het bouwen van een woonzorgvoorziening voor dementerende ouderen op de locatie Callistolaan 2 in Heerhugowaard, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, en 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Activiteit: handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening - de omgevingsvergunning met de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening te verlenen voor het bouwen van een woonzorgvoorziening voor dementerende ouderen op de locatie Callistolaan 2 in Heerhugowaard, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c, en 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Activiteit: uitweg aanleggen of veranderen - de omgevingsvergunning met de activiteit uitweg te verlenen voor het aanleggen van een inrit op de locatie Callistolaan 2 in Heerhugowaard, op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder e, en 2.18 van de Wet algemene wet bepalingen omgevingsrecht en artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Heerhugowaard De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Nog in te dienen gegevens en bescheiden Zie de bijlage Documenten en voorschriften : nadere gegevens of documenten die nog moeten worden ingediend.

2 Gebruik van de vergunning Zie pagina 3, onder 1: inwerkingtreding van het besluit en bezwaar- of beroepsmogelijkheden. Voor een nadere procedurele en inhoudelijke motivering van het besluit, verwijzen wij naar de aan dit besluit gehechte vervolgbladen. Heerhugowaard, [datum] Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard namens hen, de heer E. Krap Team Dienstverlening (Omgevingsvergunning) De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de omgevingsvergunning altijd op het werk aanwezig is en dat de toezichthouder van de afdeling Handhaving deze kan inzien.

3 De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van voorgaand besluit voor het bouwen van een woonzorgvoorziening voor dementerende ouderen op de locatie Callistolaan 2 in Heerhugowaard: 1. Inwerkingtreding van het besluit en bezwaar- of beroepsmogelijkheden 2. Besluitvorming 3. Procedureel 4. Overwegingen Bijlagen: 1. Documenten en voorschriften; 2. Ruimtelijke onderbouwing d.d. 19 februari 2019 met bijbehorende onderzoeken. 1. Inwerkingtreding van het besluit Op grond van artikel 6.1, tweede lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht treedt de verleende vergunning in werking na afloop van de beroepstermijn tenzij gedurende die termijn beroep is ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan. Het besluit treedt niet eerder in werking voordat op dat verzoek is beslist. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag nadat het besluit ter inzage is gelegd. Hoorplicht/zienswijzen Gedurende de ter inzage periode van zes weken kan een ieder, op grond van artikel 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht, tegen het ontwerpbesluit een schriftelijke zienswijze inbrengen, te richten aan het college van Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard, Postbus 390, 1700 AJ Heerhugowaard. Gedurende de eerder genoemde periode bestaat desgevraagd ook gelegenheid tot het mondeling inbrengen van zienswijzen tegen het ontwerpbesluit. Hiervoor dient u binnen de genoemde termijn een telefonische afspraak te maken (tel ). Indien hiervoor aanleiding bestaat, zal een hoorzitting plaatsvinden waarbij de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld aanwezig te zijn. Wij wijzen u er op dat tegen de uiteindelijke beschikking alleen beroep openstaat voor diegene die tegen het ontwerp van de beschikking zienswijzen heeft ingebracht, of kan aantonen daartoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest. Beroepsmogelijkheid nadat omgevingsvergunning is verleend Als u het niet eens bent met dit besluit dan kunt u, als u belanghebbende bent, hiertegen een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. De termijn voor het indienen van een beroepschrift (beroepstermijn) bedraagt zes weken en vangt aan op de dag nadat het besluit ter inzage is gelegd. In het beroepschrift moeten tenminste zijn vermeld: - naam, adres, datum en handtekening van de indiener; - omschrijving van het besluit waartegen het beroepsschrift is gericht (door bijvoeging van een kopie ervan); - gronden van het beroep (de reden(en) waarom u het niet eens bent met het besluit. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

4 Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Op kunt u de brochure beroep instellen bij de rechtbank, de Bestuursrechtelijke procedure vinden. Hierin vindt u alle relevante informatie. Voorlopige voorziening De uitvoering van het besluit gaat gewoon door, ook al heeft u beroep ingesteld. Als u van mening bent dat een uitspraak van de rechter op uw beroepschrift niet kan worden afgewacht, dan kunt u aan de Voorzieningenrechter vragen een voorlopige voorziening te treffen. Wanneer deze wordt toegekend door de rechter, dan kan de uitvoering van het besluit worden uitgesteld tot het moment waarop op uw bezwaarschrift is beslist. Een verzoek om een voorlopige voorziening kan alleen worden ingediend als u ook een beroepschrift heeft ingediend bij de rechtbank. Het verzoek om een voorlopige voorziening stuurt u naar de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank te Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR in Haarlem. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is ook griffierecht verschuldigd U kunt ook digitaal een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank via Hiervoor heeft u een DigiD (elektronische handtekening) nodig. Kijk op de genoemde website voor de precieze voorwaarden. 2. Besluitvorming De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is getoetst aan Hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Verder is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. 3. Procedureel Gegevens aanvrager Op 16 november 2018 hebben wij een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ontvangen. Het betreft een verzoek van DLV B.V. uit Apeldoorn (KvK-nummer ). Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving en het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht en de daarbij horende bijlage is het gemeentebestuur van Heerhugowaard het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu en natuur. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Besluit omgevingsrecht, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.

5 Terinzagelegging Het voornemen van burgemeester en wethouders tot het verlenen van de omgevingsvergunning (het ontwerpbesluit) is op 26 februari 2019 gepubliceerd in het Heerhugowaards Nieuwsblad en Staatscourant waarna deze vanaf 27 februari 2019 zes weken ter inzage heeft gelegen. Een ieder had de mogelijkheid zienswijzen in te dienen tegen dit voornemen. Zienswijze(n) - gedurende de periode van de terinzagelegging zijn er [wel/geen] zienswijzen ontvangen; - [beoordeling zienswijzen]. Advies, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Besluit omgevingsrecht, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instantie gezonden: Welstandscommissie (artikel 6.2 van het Besluit omgevingsrecht): - het bouwplan is beoordeeld op grond van de criteria uit de gemeentelijke welstandsnota en voldoet, naar de mening van de commissie, aan redelijke eisen van welstand. Op grond van artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wijst het Besluit omgevingsrecht of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Op 20 december 2016 heeft de gemeenteraad ingevolge artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht besloten dat voor een aantal categorieën van gevallen geen verklaring van geen bedenkingen nodig is. Twee daarvan zijn: 1. het oprichten van een bouwwerk (al dan niet een gebouw zijnde), ten behoeve van maatschappelijke-, sport-, recreatieve- en/of culturele voorzieningen; 2. het gebruik van gronden, water, en/of bouwwerken (al dan niet een gebouw zijnde) ten behoeve van maatschappelijke-, sport-, recreatieve- en/of culturele voorzieningen, alsmede woon-, parkeer- en/of verkeersdoeleinden, alsmede werk- en winkelgelegenheden. Het bouwplan past binnen deze categorieën van gevallen zodat geen verklaring van geen bedenkingen hoeft te worden gevraagd aan de gemeenteraad. De afhandeling van de omgevingsvergunning is gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders. Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is op de voorbereiding van een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel van het Besluit ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing. In dit artikel is bepaald dat de gemeente bij de voorbereiding van het besluit overleg voert met het waterschap en diensten van provincie en rijk. In het tweede lid van dit artikel wordt gedeputeerde staten respectievelijk de minister de mogelijkheid geboden te bepalen dat onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde gevallen geen overleg is vereist. Rijk en provincie hebben aangegeven in welke gevallen zij in dit vooroverleg betrokken willen worden. Het project leidt niet tot schending van nationale belangen en is in overeenstemming met de provinciale beleidsambities die zijn verwoord in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en verankerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Vooroverleg met rijk en provincie is niet noodzakelijk.

6 Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is geïnformeerd over het project middels de digitale watertoets. Deze toets resulteerde in een positief wateradvies. De uitkomsten van deze watertoets hebben ertoe geleid dat nader overleg in het kader van vooroverleg niet noodzakelijk is. 4. Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Activiteit: bouwen - het bouwplan voldoet zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving aan redelijke eisen van welstand; - het is aannemelijk gemaakt dat het bouwplan niet strijdig is met het geldende Bouwbesluit; - het is aannemelijk gemaakt dat het bouwplan niet strijdig is met de Bouwverordening van de Gemeente Heerhugowaard; - het bouwen van de woonzorgvoorziening voor dementerende ouderen is strijdig met het geldende bestemmingsplan Schrijverswijk-Planetenwijk en daarom hebben wij het project op grond van artikel 2.10, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht beschouwd als een activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening ; Activiteit: handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening - het project ligt in een gebied waar het bestemmingsplan Schrijverswijk-Planetenwijk geldt; - de gronden waarop de woonzorgvoorziening is gesitueerd zijn aangewezen voor Maatschappelijke doeleinden ( M ); - het gebruik van de gronden voor een woonzorgvoorziening is in strijd met artikel 9, eerste lid, van het bestemmingsplan omdat de bestemming Maatschappelijke doeleinden ( M ) geen mogelijkheid biedt voor wonen ; - de woonzorgvoorziening is ook in strijd met artikel 9, derde lid, onder a en d, van de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan omdat het gebouw aan de noordoostzijde gedeeltelijk buiten het bouwvlak is geprojecteerd en de maximale goothoogte wordt overschreden; - het bestemmingsplan kent geen toereikende binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor het afwijken van deze planvoorschriften; - het betreft geen planologische gebruiksactiviteit als bedoeld in artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht, zodat de omgevingsvergunning niet kan worden verleend op basis van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, kan de omgevingsvergunning worden verleend op basis van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - de ruimtelijke onderbouwing en de daarbij behorende onderzoeken maken als gewaarmerkte bijlagen onderdeel uit van dit besluit; - het project is niet in strijd is met de onderzoekspunten die centraal staan in een ruimtelijke onderbouwing; - uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat de omgevingsaspecten geen belemmering vormen voor de voorgenomen activiteiten; - het oprichten van de woonzorgvoorziening op de projectlocatie past binnen het relevante ruimtelijk beleid van rijk, provincie en gemeente; - de keuze voor een afwijking van het bestemmingsplan in plaats van een wijziging van het bestemmingsplan is gelegen in de concreetheid van het plan; - nu voldoende duidelijk is wat er binnen het plangebied mogelijk wordt gemaakt, kan worden volstaan met deze concrete afwijking; - de activiteit is gelet op het voorgaande niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening; - het college heeft daarom besloten de omgevingsvergunning voor dit project te verlenen;

7 Activiteit: uitweg aanleggen of veranderen - de aanvraag is getoetst aan de criteria genoemd in artikel 2:12, onder a t/m c, van de Algemene plaatselijke verordening Heerhugowaard 2015 en de criteria geformuleerd in het Inrittenbeleid gemeente Heerhugowaard 2016 ; - de gewenste in- en uitrit komt uit op de Callistolaan, een erftoegangsweg, die geschikt wordt geacht voor de aanleg van een inrit; - de in- en uitrit komt uit op een plek waar het zicht op de weg goed is; - de in- en uitrit leidt niet tot een belemmering voor de verkeersveiligheid; - de huidige situatie vormt geen belemmering voor het aanleggen en gebruiken van een inrit; - de in- en uitrit zal het functioneren van de weg naar verwachting nauwelijks beïnvloeden en heeft zeer beperkt invloed op de doorstroming; - ter plaatse van de in- en uitrit zijn geen objecten of voorzieningen aanwezig die door aanleg van de in- en uitrit hun bruikbaarheid verliezen; - ter hoogte van de in- en uitrit zijn een oversteekplaats voor voetgangers en een groenstrook aanwezig welke door de aanleg van de inrit niet op een onaanvaardbare wijze worden aangetast; - nu de aanvraag voldoet aan de beoordelingscriteria voor een in- en uitrit kan de gevraagde vergunning voor deze activiteit worden verleend.