Grondwaterlichamen Rijn-Noord Ambtelijk technisch achtergronddocument

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grondwaterlichamen Rijn-Noord Ambtelijk technisch achtergronddocument"

Transcriptie

1 Ambtelijk technisch achtergronddocument Provincies Fryslân, Drenthe en Groningen 24 november 2014 Eindrapport BC

2

3 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Chopinlaan 12 Postbus KB Groningen Telefoon Fax Internet Amersfoort KvK Documenttitel Ambtelijk technisch achtergronddocument Verkorte documenttitel Status Eindrapport Datum 24 november 2014 Projectnummer BC Opdrachtgever Provincies Fryslân, Drenthe en Groningen Referentie Auteur(s) Collegiale toets Rinke van Veen (provincie Drenthe), Cors van den Brink (Royal HaskoningDHV) en Carolien Steinweg (Royal HaskoningDHV) Werkgroep grondwater - en Midden Nederland Datum/paraaf.. Vrijgegeven door Cors van den Brink Datum/paraaf A company of Royal HaskoningDHV

4

5 Eindrapport 24 november 2014

6

7 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING EN STATUS Doel Leeswijzer 1 2 BESCHRIJVING STROOMGEBIED Methodiek begrenzing en karakterisering grondwaterlichamen Algemene beschrijving grondwaterlichamen Grensoverschrijdende grondwaterlichamen 12 3 SIGNIFICANTE BELASTING EN EFFECTEN VAN MENSELIJKE ACTIVITEITEN Puntbronnen voor het grondwater Conclusie puntbronnen Diffuse bronnen Landbouw Ongerioleerd en stedelijk gebied Conclusie diffuse bronnen Grondwateronttrekkingen Kunstmatige aanvullingen Intrusies Andere belastingen Vertaling belasting naar factsheet 22 4 MONITORING Inleiding Monitoring kwantitatieve toestand Monitoring chemische toestand Monitoring grensoverschrijdende grondwaterlichamen Monitoring voor beschermde gebieden 29 5 TOESTAND GRONDWATERLICHAMEN Toestandbepaling op basis van 6 afzonderlijke testen Waterbalanstest Bepaling van de beschikbare grondwatervoorraad Bepaling van eventuele trends in stijghoogten Chemische toestand en trend Chemische toestand Trend Intrusietest Terrestrische ecosystemen die van grondwater afhankelijk zijn Oppervlaktewateren die van grondwater afhankelijk zijn Drinkwatertest Openbare drinkwatervoorziening Industriële winningen ten behoeve van menselijke consumptie en eigen winningen 53 Eindrapport - i - 24 november 2014

8 6 SAMENVATTING HUIDIGE TOESTAND EN PROGNOSE Generieke testen Regionale testen Motivering fasering 59 7 MAATREGELEN Puntbronnen Diffuse belasting algemeen Grondwater afhankelijke oppervlaktewaterlichamen Grondwater afhankelijke terrestrische ecosystemen (N2000) Drinkwater Waterwinning overig 66 BIJLAGEN 1. Samenstelling werkgroep grondwater - en Midden Nederland 2. Meetlocaties Zout 3. Overzicht monitoringslocaties toestandsbepaling 4. Uitgangspunten en beoordeling oppervlaktewateren die grondwater afhankelijk zijn 5. Beoordeling ecosystemen die grondwaterafhankelijk zijn 6. Toelichting bij de beoordeling van de zuiveringsinspanning 7. Invulling factsheets - Belasting grondwaterlichamen nitraat/stikstof (GW7707) en bestrijdingsmiddelen (GW7706) 24 november ii - Eindrapport

9 1 INLEIDING EN STATUS 1.1 Doel Dit rapport is een ambtelijk technisch achtergrond document met een toelichting op grondwateraspecten behorend bij de factsheets grondwater en regionale waterplannen. Vanuit de Europese Commissie is in de Blueprint to safeguard Europe s water resources met daarin onder andere een analyse van de stroomgebiedsbeheersplannen uit 2009 aangedrongen op meer transparantie en toegankelijkheid van relevante informatie. Op het gebied van grondwater vervult dit achtergronddocument daarin een belangrijke rol en is openbaar beschikbaar tijdens de inspraakprocedure. Centraal in het document staan de doelen en de onderbouwing van de risicoanalyse en de toestandbeoordeling van het grondwater zoals opgenomen in de factsheets grondwater ( Daar waar relevant en beschikbaar is naast de verplichte KRW informatie aanvullende regionale informatie weergegeven. Het document is opgesteld vanuit de regionale KRW-werkgroep grondwater - en Midden-Nederland, in het kader van de implementatie van Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De samenstelling van deze werkgroep is opgenomen in bijlage 1. Hoewel de eindbeoordeling van de grondwaterlichamen (GWL) uiteraard niet verschilt van die in de factsheets grondwater, geeft dit achtergrond document op een aantal punten meer informatie. Dit document wordt niet bestuurlijk vastgesteld en heeft daarom geen andere status dan dat van een ambtelijk technisch achtergrond document. Reden hiervoor is, dat de factsheets grondwater en regionale waterplannen, met daarin de eindbeoordeling van onder meer de grondwaterlichamen, bestuurlijk worden vastgesteld. Doel van dit ambtelijk technisch achtergrond document is het bundelen van informatie die gebruikt wordt voor de verschillende KRW-rapportages. Er is niet per se gestreefd naar een rapport wat van kaft tot kaft gelezen zal worden. Wel naar een rapport waarin per onderdeel staat aangegeven welke informatie of data gebruikt is, hoe en waarom deze data bewerkt is en wat daarvan de KRW-relevantie of conclusie is. 1.2 Leeswijzer De opzet en indeling van het achtergrond document volgt de indeling van het SGBP op hoofdlijnen. Echter, omdat dit document met name een actualisatie betreft van de beschrijving van de kwantitatieve en chemische toestand wijkt de paragraafindeling af van het SGBP. Eindrapport november 2014

10 24 november Eindrapport

11 2 BESCHRIJVING STROOMGEBIED 2.1 Methodiek begrenzing en karakterisering grondwaterlichamen Een grondwaterlichaam is volgens de definitie van de KRW een afzonderlijke grondwatermassa met een eenduidig te omschrijven chemische en kwantitatieve toestand. De KRW geeft verschillende mogelijkheden voor de wijze waarop GWL worden begrensd. In Nederland wordt gebruik gemaakt van de geologische opbouw van de grondwaterlichamen, grondwaterstroming en bestuurlijke grenzen. Vanwege het ontbreken van geologische barrières zijn de onderscheiden GWL in de diverse deelstroomgebieden groot van omvang. Ten opzichte van de artikel 5 rapportage (2005) zijn er een drietal nadere uitgangspunten gedefinieerd die gehanteerd zijn om de grondwaterlichamen te begrenzen: Aanwijzen aparte brak/zout grondwaterlichamen in gebieden waar brak/zout grondwater aan het oppervlak komt en een rol speelt in het hydrologisch systeem. Niet aanwijzen van aparte grondwaterlichamen voor ondiepe klei/veenlagen. Klei/veenlagen vormen één grondwaterlichaam samen met het diepere grondwater in de onderliggende (zand)pakketten. Laten vervallen van kleine grondwaterlichamen rond onttrekkingen van grondwater bestemd voor menselijke consumptie. Met dit principe kunnen overgebleven grondwaterlichamen worden opgenomen in het register van beschermde gebieden zonder dat hier extra doelstellingen uit voortkomen. Grondwaterlichamen In Nederland zijn 23 grondwaterlichamen (GWL) onderscheiden in de stroomgebieden Eems, Schelde, Maas en Rijn. Hiervan zijn er 18 zoet en 5 zout. Het gaat om zandige watervoerende pakketten in de verschillende stroomgebieden die deels afgedekt zijn door een klei- dan wel veenpakket. Daarnaast zijn in de stroomgebieden van Maas en Schelde twee diepe grondwaterlichamen onderscheiden. Elk GWL moet aan één stroomgebied toegewezen kunnen worden en per GWL moet duidelijk zijn of de doelstellingen uit de KRW gehaald kunnen worden. 2.2 Algemene beschrijving grondwaterlichamen In Rijn- zijn vier grondwaterlichamen (GWL) aanwezig: een zout grondwaterlichaam aan de kust met een afdekkend kleipakket (Zout Rijn- - NLGW0007) en zandgrondwaterlichaam (Zand Rijn- - NLGW0002) verder landinwaarts, de Waddeneilanden (Wadden Rijn- - NLGW0015) en een grondwaterlichaam met een afdekkend kleipakket (Deklaag Rijn- - NLGW0009). In de zoete en zoute grondwaterlichamen met afdekkend kleipakket wordt de grondwateraanvulling veelal afgevoerd via buisdrainage en sloten. Hoge zoutgehaltes in de zandondergrond zijn inherent aan de marine afzetting waardoor het gebied gevormd is. De zoutgehaltes lopen landinwaarts omlaag en het zoute grondwaterlichaam gaat over in zoet. Dat zoete grondwater loopt door tot boven op het Drentse plateau en bestaat voor een belangrijk deel uit goed doorlatende zandgronden. Het grondwater in de watervoerende pakketten is afkomstig van neerslag op de hogere gronden. Grondwater komt weer aan de oppervlakte in de lager gelegen gebieden waar het beeksystemen voedt. Eindrapport november 2014

12 In tabel 2.1 staan enkele specifieke gegevens van de afzonderlijke grondwaterlichamen. Tabel 2.1. Gegevens van de afzonderlijke grondwaterlichamen Grondwaterlichaam Oppervlak (km 2 ) Dikte (m) Aantal watervoerende pakketten Volume Grondwaterlichaam (km 3 ) Code Naam NLGW0002 Zand Rijn NLGW0007 Zout Rijn NLGW0009 Deklaag Rijn NLGW0015 Wadden Rijn De opbouw van de Nederlandse ondergrond wordt uitgebreid beschreven en onderhouden in een REgionaal Geohydrologisch InformatieSysteem (REGIS). Zowel de verbreiding van de diverse lagen als ook de geohydrologische karakteristieken zijn daarin opgenomen. Zand Rijn- Het grondwaterlichaam Zand Rijn- omvat zandgebieden in het oosten van Fryslân, westen van Groningen en noorden van Drenthe, waarbij het globaal loopt van Groningen tot Drachten en van Dokkum tot Steenwijk. In aanvulling hierop maakt Gaasterland, in het uiterste westen van de provincie Fryslân, onderdeel uit van dit grondwaterlichaam. De totale omvang van het grondwaterlichaam Zand Rijn- bedraagt 1513 km 2, waarvan 942 km 2 in Friesland, 294 km 2 in Drenthe en 209 km 2 in Groningen. Het GWL heeft een gemiddelde dikte van 177 m, bestaat uit 3 watervoerende pakketten, is overwegend zoet en heeft een volume van 268 km 3. Van het GWL is een conceptuele model gemaakt in 2D en in 3D met daarin de grondwaterstroming en de opbouw van de ondergrond (zie figuur 2.1 en 2.2). Zand Rijn- bevindt zich voor het grootste deel in het dekzand gebied van Drenthe in het zuidoostelijk deel van het deelstroomgebied Rijn- en in klein gebied ten zuiden van de Fluessen. Het reikt van de hydrologische basis tot aan maaiveld. In een belangrijk deel van het gebied ligt het grensvlak zoet/brak (150 mg/l) op minder dan 100 meter diepte. Het grondwater in de watervoerende pakketten is afkomstig van neerslag op de hogere gronden. Grondwater komt weer aan de oppervlakte in de lager gelegen gebieden waar het beeksystemen voedt. De ondergrond van Drenthe heeft sterke invloed ondervonden van glaciale verschijnselen gedurende het Pleistoceen. Gletsjerstromen hebben diepe dalen uitgeschuurd die in latere perioden grotendeels gevuld zijn met meestal slecht doorlatende sedimenten (potklei en klei- en leemlagen). Vaak vormen deze depressies nog steeds de vlakke dalen waarin de huidige beken stromen. De bodem van de hogere gebieden tussen de beekdalen bevat veelal op geringe diepte (circa 1m) een laag keileem. Dit betekent dat in grote delen van Drenthe slecht doorlatende lagen aanwezig zijn op een diepte van een of enkele meters onder maaiveld. De indringing van het neerslagoverschot gaat daardoor moeilijk. Een deel van het neerslagoverschot stroomt af door ondiepe lagen. De aanvulling van het grondwater onder dergelijke lagen is relatief gering. Het diepe grondwater heeft een ouderdom van honderden jaren. De Friese Wouden vormen de westelijke uitloper van het Drents Plateau met ongeveer dezelfde hydrogeologische eigenschappen. Ook hier komt vaak een keileemlaag voor in de ondiepe bodem waardoor de aanvulling van het grondwater kleiner is dan het 24 november Eindrapport

13 neerslagoverschot. De afstroming van de beken is in westelijke richting. Ze liggen in brede dalen die veelal de overblijfselen zijn van glaciale dalen. In het gebied komen 10 Natura2000 gebieden voor waarvan 5 grondwaterafhankelijk. Op 4 locaties wordt grondwater onttrokken ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Figuur 2.1. Conceptuele 2-dimensionale (2-D) model van zand Rijn- Figuur 2.2. Conceptuele 3-dimensionale (3-D) model van zand Rijn- Eindrapport november 2014

14 Zout Rijn- Het grondwaterlichaam Zout Rijn- omvat de noordelijke kustzone van het Friese en Groningse vaste land. De totale omvang van het grondwaterlichaam zout Rijn- bedraagt 2113 km 2, waarvan 1416 km 2 in Friesland en 697 km 2 in Groningen. Het GWL heeft een gemiddelde dikte van 180 m, bestaat uit 3 watervoerende pakketten, is overwegend zout met slechts enkele meters zoet grondwater en heeft een volume van 374 km 3. Van het GWL is een conceptuele model gemaakt in 2D en in 3D met daarin de grondwaterstroming en de opbouw van de ondergrond. Hieronder worden de modellen beschreven. Zout Rijn- is het grootste in het deelstroomgebied Rijn-. Zout Rijn- ligt aan de kust, is voor het grootste deel zout en wordt afgedekt door een kleiige Holocene deklaag. Van het GWL is een conceptuele model gemaakt in 2D en in 3D met daarin de grondwaterstroming en de opbouw van de ondergrond (zie figuur 2.3 en figuur 2.4). Het GWL wordt deels gevoed door grondwater afkomstig van neerslag op de hogere gronden. Grondwater komt weer aan de oppervlakte in de lager gelegen gebieden waar het beeksystemen voedt. De grondwateraanvulling wordt grotendeels afgevoerd via buisdrainage en sloten. Opslibbing van klei en zavel langs de Waddenzee is doorgegaan tot de bedijkingen in de twaalfde en dertiende eeuw en later. De teelt laag met een dikte van enkele decimeters bevat zoet grondwater in de bovenste decimeters, maar het naar de sloten afstromende grondwater is meestal brak doordat de onderliggende kleilaag nog steeds zout afgeeft. Het grondwater in de zandpakketten onder de kleilagen is vrijwel volledig brak of zout. In het gebied komen 2 Natura2000 gebieden waarvan er geen één grondwaterafhankelijk is. Er zijn geen grondwateronttrekkingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening in dit GWL. 24 november Eindrapport

15 Figuur 2.3. Conceptuele 2-dimensionale (2-D) model van zout Rijn- Figuur 2.4. Conceptuele 3-dimensionale (3-D) model van zout Rijn- Eindrapport november 2014

16 Deklaag Rijn- Het grondwaterlichaam Deklaag Rijn- omvat het zandgebied met afdekkend veenpakket in het lage midden van Fryslân. De totale omvang van het grondwaterlichaam Zand Rijn- bedraagt 884 km 2. Het GWL heeft een gemiddelde dikte van 180 m, heeft 1 watervoerend pakket en heeft een volume van 159 km 3. Van het GWL is een conceptuele model gemaakt in 2D en in 3D met daarin de grondwaterstroming en de opbouw van de ondergrond (zie figuur 2.5 en figuur 2.6). Deklaag Rijn- ligt aan de westzijde van het GWL Zand-Rijn- en wordt afgedekt door een kleiige en venige Holocene deklaag. Het grondwater in de watervoerende pakketten is afkomstig van neerslag op de hogere gronden. Grondwater komt weer aan de oppervlakte in de lager gelegen gebieden waar het beeksystemen voedt. Aan de westzijde van de Friese Wouden liggen uitgestrekte gebieden waar in het Holoceen veenlagen zijn gevormd, die deels zijn verdwenen door winningen en door de oxidatie van het veen. De toplaag van de bodem bevat in dat gebied nog steeds veel organisch materiaal. Daarnaast zijn echter grote gebieden overgebleven met een veenlaag van enkele meters dik in de ondiepe bodem. In dit gebied zijn meren ontstaan. Het grondwater is vaak al brak op geringe diepte en dan niet geschikt voor onttrekkingen op grote schaal. Nabij Gaasterland is echter wel een winplaats (Spannenburg) ingericht in een streek waar het grondwater zoet is tot relatief grote diepte. Het GWL bevat aquatische of terrestrische ecosystemen die afhankelijk zijn van het grondwater. In het gebied komen 3 Natura2000 gebieden voor waarvan 1 grondwaterafhankelijk. Op 4 locaties wordt grondwater onttrokken ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. 24 november Eindrapport

17 Figuur 2.5. Conceptuele 2-dimensionale (2-D) model van deklaag Rijn- Figuur 2.6. Conceptuele 3-dimensionale (3-D) model van deklaag Rijn- Eindrapport november 2014

18 Wadden Rijn- Het grondwaterlichaam Wadden Rijn- ligt ten noorden van het vaste land van Fryslân en omvat de Waddeneilanden Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Het GWL heeft een totale omvang van 223 km 2. Het GWL heeft een gemiddelde dikte van 180 m bestaande uit 3 watervoerende pakketten met een zoetwaterbel van ca. 75 meter die omgeven wordt door zout grondwater. Het totale volume bedraagt 40km 3. Van het GWL is een conceptuele model gemaakt in 2D en in 3D met daarin de grondwaterstroming en de opbouw van de ondergrond (zie figuur 2.7 en figuur 2.8). Wadden Rijn- bestaat uit het grondwater onder de Waddeneilanden met uitzondering van het eiland Texel. Het omvat niet het grondwater wat zich bevindt onder de Waddenzee. Het GWL reikt vanaf het maaiveld tot aan de geohydrologische basis. De oppervlakteafzettingen zijn Holocene duin- en wad afzettingen. De diepere afzettingen bevatten brak of zout grondwater. Het zijn vrij afwaterende gebieden met in het algemeen een aanvulling van het grondwater. Lokaal is er enige oppervlakkige drainage via sloten. Het landgebruik is overwegend natuur en recreatie. De grondwatersystemen worden gevoed door de infiltratie in de duinen en stromen lateraal af naar de zee en de Waddenzee. Lokale drainage vindt plaats in de polders van Terschelling en Ameland die zijn ontstaan door bedijking van de kleigronden aan de kant van de Waddenzee. Ook op Schiermonnikoog is een relatief kleine polder ingedijkt. De Waddeneilanden bestaan uit een duinstrook aan de noordzijde, met een per eiland in omvang wisselende strook van aangeslibde klei gronden aan de zuidzijde. De polders van de Waddeneilanden worden voor de landbouw gebruikt en ontvangen dus ook bemesting. Onder de duinen hebben zich lenzen van zoet grondwater gevormd die maximaal enkele tientallen meters diep zijn en die dunner worden onder de kleipolders. Dit zoete grondwater wordt gewonnen voor de drinkwatervoorziening, maar door de toegenomen behoefte (vooral in de zomer) vindt op Ameland ook suppletie plaats vanaf het vasteland. Het GWL bevat aquatische of terrestrische ecosystemen die afhankelijk zijn van het grondwater. In het gebied komen 5 Natura2000 gebieden waarvan er 4 grondwaterafhankelijk zijn. Elk Waddeneiland heeft een eigen grondwateronttrekking ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Doordat Ameland twee winningen heeft, komt het totaal aan winningen in wadden Rijn- op november Eindrapport

19 Figuur 2.7. Conceptuele 2-dimensionale (2-D) model van wadden Rijn- Figuur 2.8. Conceptuele 3-dimensionale (3-D) model van wadden Rijn- Eindrapport november 2014

20 2.3 Grensoverschrijdende grondwaterlichamen In Rijn- zijn internationale grensoverschrijdende grondwaterlichamen niet aan de orde. 24 november Eindrapport

21 3 SIGNIFICANTE BELASTING EN EFFECTEN VAN MENSELIJKE ACTIVITEITEN Het weergeven van de mate van belasting is één van de vereisten vanuit de KRW. Daarbij is zowel gebruik gemaakt van landelijke als van aanvullende regionale cijfers. De gevolgen van grootschalige historische inrichtingsmaatregelen zoals aanleg van droogmakerijen en ontwatering van veengronden zijn niet meegenomen onder de belastingen. De belastingen die hierdoor zijn ontstaan worden als onomkeerbare natuurlijke achtergrondbelastingen beschouwd. Plaatselijk kunnen er eventueel mitigerende maatregelen worden genomen in relatie tot specifieke doelen. 3.1 Puntbronnen voor het grondwater Als de belasting van het grondwater met verontreinigende stoffen duidelijk is te koppelen aan een specifieke locatie, spreken we van een puntbron. Dit is het geval op locaties waar de bodem is verontreinigd, bijvoorbeeld onder industrieterreinen, in stedelijke gebieden en onder stortplaatsen. Er bestaat een landelijk overzicht van bodemverontreinigings- en saneringslocaties, het Bodemloket. Via het Bodemloket wordt deze informatie geactualiseerd en toegankelijk gemaakt voor derden. Vanuit deze informatiebron is per grondwaterlichaam een overzicht opgesteld van de locaties die spoedeisend zijn vanwege verspreidingsrisico s. Daarbij zijn de volgende categorieën onderscheiden: a. Potentieel spoed: niet onderzochte locaties, inventarisatie is gedeeltelijk gebaseerd op potentiële risico s. b. Spoed: locaties die een bedreiging voor het grondwater vormen zijn beoordeeld als spoedeisend vanwege hun verspreidingsrisico. Puntbronnen die spoedeisend zijn vanwege verspreidingsrisico worden als belangrijk aangemerkt voor de KRW. Sanering of beheersing van deze bronnen is nodig om verspreiding en eventuele overschrijding van drempel- of normwaarden van het grondwaterlichaam in de toekomst te voorkomen. Tabel 3.1. Overzicht puntbronnen (spoedlocaties met verspreidingsrisico s) binnen Rijn- (Doorpakken. Midterm review 2013 Bodemconvenant) GWL Provincie Spoed (aantal) Zand Rijn- Friesland 8 Drenthe 8 Groningen 4 Totaal 20 Deklaag Rijn- Friesland 1 Totaal 1 Zout Rijn- Friesland 8 Groningen 12 Totaal 20 Wadden Friesland 0 Totaal 0 Eindrapport november 2014

22 Aanvullend is er landelijk een Signaleringslijst opgesteld (3B Bureau Bodem en milieubeleid, ) met locaties met bodemverontreiniging die mogelijk aanleiding geven tot milieuhygiënische hinder bij een kwetsbaar object. Als kwetsbare objecten zijn onderscheiden: openbare drinkwaterwinning, industriële winningen voor menselijke consumptie, eigen drinkwaterwinningen, N2000/EHS, zwemwater en oppervlaktewater. De locaties die een potentiele bedreiging vormen voor kwetsbare objecten worden momenteel door de provincies beoordeeld. De locaties op de Signaleringslijst zullen onderzocht en beoordeeld worden op de daadwerkelijke risico s voor kwetsbare objecten. Bij ernstige risico s worden de locaties als (potentiële) spoedlocatie aangemerkt en aangepakt conform landelijke afspraken aanpak (potentiële) spoedlocaties Wbb. Hierdoor is het niet zinvol de aantallen op dit moment (najaar 2014) in de factsheets op te nemen. Door enerzijds de Spoedlocaties als belangrijk te beoordelen en nader te onderzoeken en anderzijds de locaties op de Signaleringslijst te onderzoeken en te beoordelen op daadwerkelijke risico s wordt voorkomen dat er restgevallen ontstaan die niet de Spoedlijst staan maar wel een risico vormen voor kwetsbare objecten als N2000, zwemwater of drinkwaterwinningen Conclusie puntbronnen Op basis van deze inventarisatie wordt geconcludeerd dat de belasting significant is omdat spoedlocaties kunnen leiden tot lokale verspreiding van verontreinigingen in het grondwater. Ook kunnen lokaal problemen voorkomen in relatie tot kwetsbare objecten. 3.2 Diffuse bronnen Onderscheiden worden landbouwgronden, ongerioleerd en stedelijk gebied en overige diffuse bronnen. Van deze categorieën wordt de belasting van het grondwater weergegeven. In onderstaande tabel 3.2 is het grondgebruik per grondwaterlichaam weergegeven. Tabel 3.2. Overzicht grondgebruik in de GWL binnen Rijn- GWL Zand Rijn- Zout Rijn- Deklaag Rijn- Wadden Rijn- Landbouw Ha (%) Stedelijk gebied Ha (%) Natuur Ha (%) Overig Ha (%) 68% 12% 19% 1% 80% 9% 11% 0% 67% 8% 25% 0% 15% 4% 81% 0% Landbouw Bij de belasting onder landbouwgrond wordt gekeken naar nutriënten, bestrijdingsmiddelen en zware metalen. 1 3B Bureau Bodem en milieubeleid (2013). Kwetsbare objecten Landelijk overzicht t.b.v. Landelijke Werkgroep Grondwater Werkwijze en bevindingen, 49 pp. 24 november Eindrapport

23 Nutriënten Vanuit de landelijke werkgroep grondwater is een document aangeleverd ter ondersteuning van het invullen van de factsheets met betrekking tot nitraat (GW7707: Invulling factsheets Belasting grondwaterlichamen nitraat/stikstof). Dit document is integraal opgenomen in bijlage 7. Hierbij is een analyse gemaakt van de effecten van het 5 e Nitraatactieprogramma ( ). Voor de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater zijn er op korte termijn (2027) zeer geringe veranderingen in de effecten te verwachten (minder dan 2%), ondanks dat de fosfaatbemesting met ruwweg 6% daalt. Dit wordt veroorzaakt doordat in de landbouwgronden aanzienlijke hoeveelheden fosfaat zijn opgeslagen die het effect van verminderde overschotten op de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater sterk bufferen 2. Bestrijdingsmiddelen Landelijke gegevens Vanuit de landelijke werkgroep grondwater is een document aangeleverd ter ondersteuning van het invullen van de factsheets met betrekking tot bestrijdingsmiddelen (GW7706: Invulling factsheets Belasting grondwaterlichamen met gewasbeschermingsmiddelen). Dit document is integraal opgenomen in bijlage 7. Gebruikscijfers zijn vertrouwelijk en worden niet openbaar gemaakt. Wel is het mogelijk een schatting te maken van concentraties aan middelen die verwacht mogen worden op basis van teelten, arealen, voor specifieke teelten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en bijbehorende doseringsvoorschriften. Het daarvoor beschikbare rekeninstrument, de Nationale Milieu-indicator (NMI) gewasbeschermingsmiddelen, is gebaseerd op de uitgangspunten en berekeningswijzen die gehanteerd worden bij de toelatingsbeoordeling (Alterra-rapport 2447, ). Het instrument berekent de vracht op jaarbasis die op een diepte van 1 meter uitspoelt in de richting van het bovenste grondwater. De berekende concentraties worden getoetst aan de communautaire norm voor de som van de bestrijdingsmiddelen (0,5 μg/l). Tevens wordt de lijst met top-10 stoffen met de hoogste concentraties in drainwater weergegeven. Uit de NMI-berekeningen blijkt dat de intensiteit van het gebruik het hoogst is in de bloembollenteelt, gevolgd door de fruitteelt, boomkwekerij, akkerbouw en veehouderij. De bijdrage aan het verbruik is het grootst in de grondwaterlichamen Zand Maas (14,7%), Zand Rijn-Midden (14,0%), Zand Rijn-Oost (12,5%) en Zout Rijn-West (12,1%). Door verschillen in kwetsbaarheid van de bodem en verschillen in stofeigenschappen van de gebruikte bestrijdingsmiddelen, is het aandeel in het verbruik niet gelijk aan het aandeel in de vracht. We zien zowel grondwaterlichamen waar het aandeel in de vracht groter is dan het aandeel in het verbruik, als grondwaterlichamen waar het omgekeerde het geval is. 2 Alterra-rapport 2461, ISSN Beknopte milieueffectrapportage op planniveau. Rapport is opgesteld in het kader van het Vijfde Actieprogramma Nitraatrichtlijn. 3 Kruijne, R. en J.W. Deneer (2013). Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Alterrarapport 2447 i.o.v. I&M. Eindrapport november 2014

24 In de zandgebieden in het Zuiden en (-)Oosten van Nederland (Krijt Zuid-Limburg, Zand Maas, Zand Rijn-, Zand Rijn-Oost) is het aandeel in de vracht uitspoeling relatief hoog ten opzichte van het aandeel in het verbruik. Gemiddeld is de vracht uitspoeling per eenheid verbruik in deze gebieden groter dan in andere delen van Nederland. In de kleigebieden in het Westen en het en van Nederland (Deklaag Rijn-West, Zout grondwater in ondiepe zandlagen, Zout Rijn-West, Zout Rijn-) is het aandeel in de vracht uitspoeling juist kleiner dan het aandeel in het verbruik. Landelijk levert de sector veehouderij met 59% de grootste bijdrage aan de vracht uitspoeling naar het grondwater, gevolgd door de akkerbouw (32%) en de bloembollenteelt (5%). De hoge bijdrage vanuit de sector veehouderij is te verklaren doordat de maïsteelt (veevoer), bij deze sector is meegerekend en niet bij de akkerbouw. De bijdrage vanuit de vollegronds groenteteelt, boomkwekerij, en fruitteelt aan de totale vracht uitspoeling naar het grondwater in Nederland is in de orde van enkele procenten. In tabel 3.3 is voor Rijn- de verdeling over de grondwaterlichamen gegeven van landbouwareaal, en het verbruik en de vracht die uitspoelt naar het bovenste grondwater relatief ten opzichte van het totale gebruik en de totale uitspoelingsvracht in Nederland. Tabel 3.3. Overzicht landbouwarealen, relatieve verbruik en uitspoeling van binnen Rijn- (Alterra-rapport 2447, 2013). bestrijdingsmiddelen Grondwaterlichaam Areaal (x 1000 ha) Verbruik (%) Vracht uitspoeling (%) Deklaag Rijn- 39 0,5 0,7 Wadden Rijn- 3,6 0,03 0,11 Zand Rijn ,1 4,6 Zout Rijn ,3 2,0 Voor Rijn- is het gebruik het grootst in zout Rijn-. Dit is ook het grootste grondwaterlichaam met ca. 2 maal zo veel gras als akkerbouw ( ha akkerbouw en ha gras). Het gebruik is relatief groot in zand Rijn- en zout Rijn-. In Wadden Rijn- is nauwelijks sprake van landbouw en ook deklaag Rijn- een relatief klein grondwaterlichaam, waar ca. 5 maal zo veel grasland als akkerbouw voorkomt ( ha versus ha). De kwetsbaarheid van de grondwaterlichamen blijkt uit het verschil tussen verbruik en uitspoeling. Daaruit blijkt dat het aandeel voor deklaag Rijn- vrijwel gelijk blijft. Zout Rijn- is relatief weinig kwetsbaar voor uitspoeling (de uitspoeling ten opzichte van het verbruik neemt een factor 3 af) terwijl zand Rijn- en wadden Rijn- juist kwetsbaar zijn voor uitspoeling (de uitspoeling neemt een factor 2 tot 3 toe ten opzichte van het verbruik). Voor zand Rijn- wordt dit voor 88% veroorzaakt door verbruik in de veehouderij en voor 11% door verbruik in de akkerbouw. De top-3 uitspoelingsgevoelige stoffen zijn voor zand Rijn-: Fluroxypyr, Terbutylazin en Bentazon. 24 november Eindrapport

25 De resultaten van het Alterra-rapport 2447 zijn voor het invullen van de factsheets vertaald in een beoordeling van de belasting (Douwe Jonkers, 7 december GW7706: Invullen factsheets belasting grondwaterlichamen met gewasbeschermingsmiddelen bijlage 7). De beoordeling in het document van Douwe Jonkers is als uitgangspunt gebruikt bij het beoordelen van de belasting. Hiervan is afgeweken wanneer regionale informatie of monitoringsresultaten hiertoe aanleiding gaven. Aanvullende regionale gegevens In aanvulling op deze landelijke cijfers heeft de werkgroep grondwater oost Nederland in 2012 het gebruik en risico s van bestrijdingsmiddelen in oost Nederland geïnventariseerd 4. Hiervoor is onderscheid gemaakt in het stedelijke en landelijke gebied. Voor het stedelijke gebied is de belasting met bestrijdingsmiddelen berekend op basis van schattingen van Alterra. Voor de landbouwregio s in oost Nederland is dit gedaan door het gebruik van bestrijdingsmiddelen te berekenen aan de hand van landgebruik 5, bodemtype (met name het gehalte organische stof), bouwplan, gewastype en bijbehorende praktijkspuitschema's van 1997 en Deze berekende belasting is via de zogenoemde CLM-milieumeetlat vertaald naar milieurisico s weergegeven in MilieuBelastingsPunten (MBP). Hoe meer MBP hoe hoger de risico's op het waterleven, bodemleven en grondwater. Voor grondwater komt een score van 100 MBP per toepassing overeen met de norm van een individueel bestrijdingsmiddel in het grondwater (0,1 µg/l), terwijl een norm van 500 MBP overeen komt met de norm voor het totaal aan bestrijdingsmiddelen (0,5 µg/l). Een overzicht van gebruik en risico s voor het bovenste grondwater in het landelijke en stedelijke gebied van de GWL binnen Rijn- staat in tabel 3.4. Tabel 3.4. Overzicht gebruik en risico s bestrijdingsmiddelen in GWL binnen Rijn- o.b.v. praktijkgegevens 2010 (Royal Haskoning rapport no. 9V5482, 2011) 6 GWL Zand Rijn- Zout Rijn- Deklaag Rijn- Wadden Rijn- Gebruik landbouw Kg/ha Risico s bovenste grondwater landbouw (MBP) Gebruik stedelijk gebied Kg/ha Risico s bovenste grondwater stedelijk gebied (MBP) 4, ,2 56 3, ,2 48 1,8 64 0,2 26 1, , Van den Brink, C., C. Steinweg en W.J. Zaadnoordijk (2011). Bepalen strategie vermindering risico's bestrijdingsmiddelen oost Nederland. Project in opdracht van provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen en provincie Overijssel. Eindrapport 22 juli Referentie Royal Haskoning rapportno. 9V Voor het agrarisch landgebruik is de LGN6 kaart gebruikt, voor de ruimtelijke functies de CBS functiekaart uit 2006 en voor de bodemtypen is de bodemkaart uit 2006 gebruikt. 6 Van den Brink, C., C. Steinweg en W.J. Zaadnoordijk (2011). Bepalen strategie vermindering risico's bestrijdingsmiddelen oost Nederland. Project in opdracht van provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen en provincie Overijssel. Eindrapport 22 juli Referentie Royal Haskoning rapportno. 9V5482. Eindrapport november 2014

26 Uit deze inventarisatie blijkt dat de risico s van bestrijdingsmiddelen uitgedrukt in MBP in landbouwgebieden hoger is dan de norm van 500 MBP wanneer sprake is van een groot aandeel akkerbouw. In landbouwgebieden met een groot aandeel grasland wordt de norm van 500 MBP niet overschreden. De belangrijkste teelten met een hoog risico voor uitspoeling naar het grondwater zijn uien (ca. 850 MBP), lelies (ca MBP), suikerbieten(ca. 500 MBP), consumptieaardappelen (ca MBP) en zetmeelaardappelen (6.200 MBP). Hierin wijken de regionale gegevens af van de landelijke gegevens waarin juist de veehouderij sector de grootste bijdrage aan de vracht uitspoeling levert. Mogelijke verklaring hiervoor is de wijze waarop de indeling gemaakt is. De regionale cijfers zijn gebaseerd op de CBS-functiekaart en LGNlandgebruikskaart terwijl in de landelijke gegevens gesproken wordt van sectoren. Concreet zou maïsland bij de regionale gegevens worden ingedeeld als akkerbouwgewas (het is immers geen grasland) terwijl het bij de landelijke analyse onderdeel uitmaakt van de sector veehouderij. Een overzicht van de top-10 middelen geprioriteerd naar risico voor uitspoeling naar het bovenste grondwater, staat voor Rijn- in tabel november Eindrapport

27 Tabel 3.5. Overzicht top-10 middelen geprioriteerd naar risico s voor het grondwater in GWL binnen Rijn- o.b.v. praktijkgegevens Tevens is het gebruik van de middelen aangegeven Deklaag Rijn-Oost en Deklaag Rijn- Werkzamestof SOM MBP GW Wordt gebruikt in: Metam-natrium Mcpa Mecoprop-p Bentazon Terbutylazin Rimsulfuron Mancozeb Florasulam Ethofumesaat Glufosinaat-ammonium 43 Aardappelen en lelies 15 Granen, grasland en stedelijk gebied 12 Granen en grassland 1 Aardappelen, maïs, grasland, uien 1 Maïs 1 Aardappelen en maïs 1 Aardappelen, uien en lelies 1 Granen, grasland en maïs 1 Suikerbieten 1 Aardappelen en stedelijk gebied Wadden Rijn- Werkzamestof SOM MBP GW Wordt gebruikt in: Mcpa 4 Granen, grasland en stedelijk gebied Mecoprop-p 3 Granen en grassland Bentazon 0 Aardappelen, maïs, grasland, uien Glufosinaat ammonium 0 Aardappelen en stedelijk gebied Florasulam 0 Granen, grasland en maïs Terbutylazin 0 Maïs Fluroxypyr 0 Granen, grasland en maïs Nicosulfuron 0 Maïs Stedelijk groen, bos en natuur, wateren Triclopyr 0 en oeverstroken Topramezone 0 Maïs Zand Rijn- Werkzamestof SOM MBP GW Wordt gebruikt in: Metam-natrium 362 Aardappelen en lelies Mcpa 12 Granen, grasland en stedelijk gebied Rimsulfuron 11 Aardappelen en maïs Ethofumesaat 10 Suikerbieten Mancozeb 9 Aardappelen, uien en lelies Mecoprop-p 7 Granen en grassland Glufosinaat-ammonium 5 Aardappelen en stedelijk gebied Kresoxim-methyl 2 Granen en suikerbieten Bentazon 1 Aardappelen, maïs, grasland, uien Terbutylazin 1 Maïs Eindrapport november 2014

28 Uit het overzicht blijkt dat de in de landelijke studie genoemde stoffen (Fluroxypyr, Terbutylazin en Bentazon) ook in de top-10 van Rijn- voorkomen. Het gebruik illustreert mede de schijnbare tegenstelling tussen de regionale bevinding dat de meeste middelen gebruikt worden bij de teelt van akkerbouwgewassen en de landelijke bevindingen dat de meeste middelen gebruikt worden in de sector veehouderij: alle drie de middelen worden gebruikt in de maïsteelt. Deze teelt wordt in de regionale studie beoordeeld als akkerbouwgewas en valt landelijk onder de sector veehouderij. Zware metalen Voor het bepalen van de belasting met zware metalen wordt gebruikt gemaakt van de emissieregistratie (landelijke verzameling van gegevens over de uitstoot van verontreinigende stoffen naar lucht, water en bodem). De belasting van het grondwater met zware metalen wordt beoordeeld aan de hand van de oplading van de bodem in g/ha/jr. voor de stoffen koper (Cu), Nikkel (Ni), zink (Zn) en cadmium (Cd). Gegevens over uitspoeling naar het grondwater ontbreken, maar er zijn ook geen aanwijzingen dat sprake is van een toename ten opzichte van het eerste SGBP (SGBP1, 2009) Ongerioleerd en stedelijk gebied Nederland is vrijwel geheel gerioleerd en belangrijke bodemlozingen zijn opgenomen als puntbron met verspreidingsrisico. De belangrijkste belasting in stedelijk gebied hangt samen met (voormalige)bedrijfsactiviteiten en is eveneens opgenomen onder de puntbronnen. Uit het rapport van Deltares (Achtergronddocument update KRW artikel 5: belasting grond- en oppervlaktewater Deltares, 2009) blijkt dat de diffuse belasting door afvalwater en stedelijk gebied gering en minder belangrijk is. Er zijn ook geen aanwijzingen dat sprake is van een toename ten opzichte van het eerste SGBP (SGBP1, 2009) Conclusie diffuse bronnen Met name de zandgrondwaterlichamen zijn kwetsbaar voor de uitspoeling van nitraat en de belasting van oppervlaktewater met fosfaat. De zand grondwaterlichamen Rijn- zijn daarnaast ook kwetsbaar voor de uitspoeling van bestrijdingsmiddelen. In combinatie met relatief hoge belastingscijfers zal de norm voor bestrijdingsmiddelen lokaal in het grondwater kunnen worden overschreden. 3.3 Grondwateronttrekkingen Grondwateronttrekkingen zijn opgenomen in het landelijk register grondwateronttrekkingen (LGR). De beoordeling van onttrekkingen vanuit de KRW richt zich op de vraag of het evenwicht tussenaanvulling en onttrekking wordt verstoord en in de toekomst onvoldoende water beschikbaar is. Omdat er in alle grondwaterlichamen sprake is van een positieve waterbalans is aan alle waterlichamen het oordeel minder belangrijk toegekend. 24 november Eindrapport

29 Tabel 3.6. Overzicht van grondwateronttrekkingen binnen Rijn- o.b.v. Landelijk Register Grondwater (m 3 /jaar, gemiddeld over de periode , exclusief KWO) GWL Provincie Publieke (drink)watervoorziening Beregening Overig (bronneringen etc.) Zand Rijn- Fyslan 19,9 M Zand Rijn- Groningen 0 Zand Rijn- Drenthe 11,2 M Zand Rijn (*) (**) totaal Zout Rijn- Groningen 0 Zout Rijn- Fryslân 0 Zout Rijn- 0 totaal Deklaag Fyslan Rijn- Wadden Fryslân Rijn- (*) Onttrekking varieert sterk ( ) m 3 /jaar). (**) Onttrekking varieert sterk ( m 3 /jaar). De beoordeling van deze onttrekkingshoeveelheden is uitgevoerd in paragraaf Kunstmatige aanvullingen Deze grondwater aanvullingen zijn ook opgenomen in het landelijk grondwater register. Er worden twee typen grondwater aanvullingen (infiltraties) onderscheiden. De infiltratie als onderdeel van een onttrekking-infiltratie systeem om bodemenergie te benutten. Dit is aan de orde bij KWO systemen waarbij eenzelfde hoeveelheid grondwater wordt onttrokken als wordt geïnfiltreerd. Daarnaast vinden infiltraties plaats ter compensatie van grondwater onttrekkingen. Dit is aan de orde bij bijvoorbeeld sommige drinkwateronttrekkingen. Hierdoor zal het effect van de drinkwateronttrekking minder belangrijk zijn. Eindrapport november 2014

30 Tabel 3.7. Overzicht van grondwateraanvullingen binnen Rijn- o.b.v. Landelijk Register Grondwater (m 3 /jaar, gemiddeld over de periode ) 3.5 Intrusies GWL KWO Ontwikkeling KWO Zand Rijn Zout Rijn Deklaag Rijn Wadden Rijn- - - Het indringen van zout water is in Rijn- niet belangrijk of minder belangrijk. Alleen direct aan de kust en op de Waddeneilanden is er plaatselijk sprake van risico voor intrusie van zeewater. Bij waterwinningen wordt significante verplaatsing van het zoetzout grensvlak voorkomen door het pompregime aan te passen aan de geohydrologische omstandigheden en het zoet-zout grensvlak. In Wadden Rijn- speelt dit voor de winningen Hollum en Vlieland en in Zand Rijn- voor de winningen Garyp en Noardburgum. In geval van de vasteland winningen is vooral sprake van het risico van optrekken van brak grondwater. In geval van de wadden winningen gaat het ook om risico s van het lateraal aantrekken van zout grondwater en het beperken van de indringing van zoutwater vanaf maaiveld. 3.6 Andere belastingen Het kan zijn dat een ander waterlichaam een belasting vormt voor het onderhavige waterlichaam(afwenteling). Dit kan worden aangegeven in de categorie 'Andere belastingen'. Ook nieuwe bronnen of stoffen kunnen hier worden opgenomen. Dit is in Rijn- niet aan de orde. 3.7 Vertaling belasting naar factsheet De belastingen die een significante invloed hebben op het grondwaterlichaam zijn in de factsheets onderscheiden in twee klassen: Zeer belangrijk - de belasting leidt tot een slechte toestand op één van de testen. Belangrijk - de belasting is een risico en kan leiden tot een slechte toestand in de toekomst. NLGW0002 Zand Rijn- Diffuse bronnen landbouw Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Zie Alterra-rapport De uitspoelingsvracht is hoger dan gemiddeld. De gewasbeschermingsmiddelen met het hoogste uitspoelingsrisico zijn: fluroxypyr, terbutylazin, bentazon en dicamba. 24 november Eindrapport

31 Het middel glyfosaat is in 2012 in 2 filters (11%) aangetroffen en MCPP is in 1 filter (5%) aangetroffen. In de diepe filters zijn ook twee bestrijdingsmiddelen aangetroffen in concentraties boven de norm. Glyfosaat en bromacil zijn beide in 1 filter (5%) aangetroffen. Omdat het grondwaterlichaam niet ontoereikend is voor bestrijdingsmiddelen wordt belasting als belangrijk beoordeeld. Belasting van grondwaterlichamen met nitraat en fosfaat. De gemiddelde nitraatconcentratie in het grondwater ligt beneden de 50 mg/l en het percentage meetpunten beneden 50 mg NO 3 /l (90%) is in orde. Concentraties dalen niet. Nieuw mestbeleid op grond van het 5e Nitraat Actieprogramma zal dit naar verwachting niet veranderen. Een aanscherping van de werking van drijfmest op zandgrond zou teniet gedaan kunnen worden door de aanvoer en toepassing van gebiedsvreemde (verwerkte) mest. Voor de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater zijn er op korte termijn (2027) zeer geringe veranderingen in de effecten te verwachten (minder dan 2%), ondanks dat de fosfaatbemesting met ruwweg 6% daalt. Dit wordt veroorzaakt doordat in de landbouwgronden aanzienlijke hoeveelheden fosfaat zijn opgeslagen die het effect van verminderde overschotten op de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater sterk bufferen. zie: Beknopte milieueffectrapportage op planniveau. In het kader van het Vijfde Actieprogramma Nitraatrichtlijn (Alterra-rapport 2461, ISSN ). De belasting van N en P wordt als zeer belangrijk ingeschat, vanwege de invloed vanuit het grondwater op de oppervlaktewater kwaliteit.. Overige puntbronnen Door de bevoegde overheden zijn op 1 juli 2013 voor het grondwaterlichaam zand Rijn- in totaal 20 spoedlocaties vanwege verspreidingsrisico gemeld (Midterm review 2013 Bodemconvenant) onderverdeeld in 8 locaties in Friesland, 8 in Drenthe en 4 in Groningen. Daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. De belasting met puntbronnen wordt als belangrijk beoordeeld. Toelichting De belangrijkste belasting is afkomstig van gewasbeschermingsmiddelen en nitraat en fosfaat van bemesting. Deze belasting is lokaal van invloed op oppervlaktewaterlichamen en grondwaterwinningen (regionale testen). Lokaal komen puntbronnen voor met een verspreidingsrisico (de zogenaamde spoedlocaties) en daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. Puntbronnen kunnen leiden tot lokale verspreiding van verontreinigingen in het grondwater. Daarmee zijn ze van invloed zijn op de chemische toestand van het grondwater en in het bijzonder in relatie tot lokaal voorkomende kwetsbare objecten als Eindrapport november 2014

32 oppervlaktewaterlichamen, grondwaterwinningen, zwemplassen en Natura2000 gebieden (regionale testen). Daarnaast wordt het watersysteem beïnvloed door ingrepen in de waterhuishouding waardoor de grondwaterstand lokaal verlaagd is (knelpunt bij N2000 gebieden). NLGW0009 Deklaag Rijn- Overige puntbronnen Door de bevoegde overheid is op 1 juli 2013 in Friesland in totaal 1 spoedlocatie vanwege verspreidingsrisico gemeld (Midterm review 2013 Bodemconvenant). Daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. De belasting met puntbronnen wordt als belangrijk beoordeeld. Toelichting Lokaal komen puntbronnen voor met een verspreidingsrisico (de zogenaamde spoedlocaties) en daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. Puntbronnen kunnen leiden tot lokale verspreiding van verontreinigingen in het grondwater. Daarmee zijn ze van invloed zijn op de chemische toestand van het grondwater en in het bijzonder in relatie tot lokaal voorkomende kwetsbare objecten als oppervlaktewaterlichamen, grondwaterwinningen, zwemplassen en Natura2000 gebieden (regionale testen). NLGW0007 Zout Rijn- Diffuse bronnen landbouw Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Zie Alterra-rapport Voor Rijn- is het gebruik het grootst in zout Rijn- (6,3%). Door de weinig kwetsbare bodemopbouw is de berekende uitspoeling echter 2%. In het gecombineerde grondwaterlichaam zout Eems en zout Rijn- is in 1 diep filter (5% van het totaal aantal filters) het bestrijdingsmiddel glyfosaat aangetroffen in een concentratie boven de norm. Omdat de berekende uitspoelingsvracht beperkt is, wordt de belasting met bestrijdingsmiddelen als niet belangrijk ingeschat. Belasting van grondwaterlichamen met nitraat en fosfaat. De huidige gemiddelde concentratie van 25 mg NO 3 /l is goed en het percentage meetpunten beneden 50 mg NO 3 /l (100%) is in orde. De verwachting is dat dit als gevolg van de aanscherpingen van het mestbeleid en verplichte mestverwerking eerder verbetert dan verslechtert. Voor de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater zijn er op korte termijn (2027) zeer geringe veranderingen in de effecten te verwachten (minder dan 2%), ondanks dat de fosfaatbemesting met ruwweg 6% daalt. Dit wordt veroorzaakt doordat in de landbouwgronden aanzienlijke hoeveelheden fosfaat zijn opgeslagen die het effect van verminderde overschotten op de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater sterk bufferen. 24 november Eindrapport

33 zie: Beknopte milieueffectrapportage op planniveau. In het kader van het Vijfde Actieprogramma Nitraatrichtlijn (Alterra-rapport 2461, ISSN ). De belasting met P wordt als zeer belangrijk ingeschat, vanwege de invloed vanuit het grondwater op de oppervlaktewater kwaliteit.. De belasting met N wordt als niet belangrijk ingeschat. Overige puntbronnen Door de bevoegde overheden zijn op 1 juli 2013 in totaal 20 spoedlocaties vanwege verspreidingsrisico gemeld (Midterm review 2013 Bodemconvenant) onderverdeel in 12 locaties in Groningen en 8 in Friesland. Daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. De belasting met puntbronnen wordt als belangrijk beoordeeld. Toelichting De belangrijkste belasting is afkomstig van fosfaat van bemesting. Deze belasting is lokaal van invloed op oppervlaktewaterlichamen. Onduidelijk is in hoeverre ook natuurlijke oorzaken zijn aan te wijzen voor de verhoogde fosfaat gehaltes. Lokaal komen puntbronnen voor met een verspreidingsrisico (de zogenaamde spoedlocaties) en daarnaast komen er puntbronnen voor in de omgeving van kwetsbare objecten (opgenomen in de Signaleringslijst) waarvan onduidelijk in hoeverre ze risico opleveren voor het grondwater. Puntbronnen kunnen leiden tot lokale verspreiding van verontreinigingen in het grondwater. Daarmee zijn ze van invloed zijn op de chemische toestand van het grondwater en in het bijzonder in relatie tot lokaal voorkomende kwetsbare objecten als oppervlaktewaterlichamen, grondwaterwinningen, zwemplassen en natura2000 gebieden (regionale testen). NLGW0015 Wadden Rijn- Intrusie De hoeveelheid zoet grondwater is een voortdurend punt van zorg mede in het licht van klimaatsverandering en een stijgende zeespiegel. De belasting met zout water wordt als belangrijk beoordeeld. Toelichting De intrusie van zout water is de belangrijkste belasting op de Wadden. Daarnaast wordt het watersysteem beïnvloed door ingrepen in de waterhuishouding waardoor de grondwaterstand lokaal verlaagd is (knelpunt bij N2000 gebieden) en/of de afvoer van waterlopen is gewijzigd. Eindrapport november 2014

34 24 november Eindrapport

35 4 MONITORING 4.1 Inleiding De monitoringmeetprogramma s voor het grondwater zijn opgesteld conform het landelijke Draaiboek monitoring grondwater voor de Kader Richtlijn Water versie 2 (Ministerie van IenM,5 september 2012). Dit hoofdstuk beschrijft het meetnet. De resultaten van de monitoring worden beschreven in hoofdstuk Monitoring kwantitatieve toestand Grondwatervoorraad en effect onttrekkingen Metingen in het bestaande primaire meetnet worden standaard twee keer per maand uitgevoerd. Hiervoor is dus geen extra meetinspanning nodig. Via trendanalyse wordt bepaald of de beschikbare hoeveelheid grondwater afneemt. Vanuit de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen wordt de relatie met de beschikbare hoeveelheid in feite ook bewaakt (het secundaire meetnet). Zoutwaterintrusie Door TNO is een uitgebreid onderzoek gedaan naar alle zoet-zout overgangen. De conclusie van dit onderzoek is, dat er in Nederland geen sprake is van belangrijke zoutintrusies, zoals bedoeld in de KRW. Het zoute grondwater is vooral fossiel zout grondwater. Op sommige plaatsen stroomt dit zoute grondwater als gevolg van de regionale drukverschillen in het grondwater, bijvoorbeeld door aanwezigheid van diepe polders. Vanwege deze oorzaak van de aanwezigheid van zout en brak grondwater is gekozen voor een beperkte monitoring van het grensvlak tussen zoet en brak/zout grondwater. In het document (TNO, 2006) is de hoofdgrens van het zoet-zout grensvlak in Nederland weergegeven. De monitoringspunten zijn in de voorliggende monitoringsplannen al in grote mate langs deze grens ingericht. Voor zand Rijn- en deklaag Rijn- gaat dit overigens slechts om 3 respectievelijk 3 meetpunt(en), zie ook tabel 4.1. Interacties met terrestrische ecosystemen Het meetnet in de Natura2000-gebieden is afgestemd op het volgen van veranderingen van de diepe stijghoogte. In de komende jaren kan het meetnet verder uitgebreid worden met freatische meetpunten en kwaliteitsmetingen. Dit wordt gedaan in samenspraak met oppervlaktewaterbeheerders en terreinbeheerders. Als eerste stap zal de monitoring zich richten op veranderingen van de stijghoogte in het onderliggende pakket. De stijghoogte wordt gemeten in alle Natura 2000 gebieden. Meetnetten kwantitatieve toestand grondwater In tabel 4.1 staan de meetlocaties weergegeven. De diepe grondwaterstanden ( stijghoogten ) worden op verschillende dieptes gemeten. Dit gebeurt minimaal twee keer per maand. Een deel van de putten is specifiek gekozen om het zoet-zout grensvlak in de gaten te houden, een ander deel van de meetpunten is ingericht om de stijghoogte in natuurgebieden te monitoren. Eindrapport november 2014

Factsheet: NLGW0007. Naam: Zout Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0007. Naam: Zout Rijn-Noord Factsheet: NLGW0007 Zout Rijn-Noord Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0008 Zout Eems

Factsheet: NLGW0008 Zout Eems Factsheet: NLGW0008 Zout Eems Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie

Nadere informatie

Grondwater Rijn-West Ambtelijk technisch achtergronddocument

Grondwater Rijn-West Ambtelijk technisch achtergronddocument Grondwater Rijn-West Ambtelijk technisch achtergronddocument Provincies Gelderland, Utrecht, Noord- en Zuid- Cors van den Brink (Royal HaskoningDHV) René Hilhorst (Hilhorst Management & Advies) 17 oktober

Nadere informatie

Grondwaterlichamen Rijn-Oost Ambtelijk technisch achtergronddocument

Grondwaterlichamen Rijn-Oost Ambtelijk technisch achtergronddocument Ambtelijk technisch achtergronddocument Provincie Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland en Utrecht 24 november 2014 Eindrapport BC1662-100-100 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Factsheet: NLGW0015 Wadden Rijn-Noord Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004

Factsheet: NLGWSC0004 Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Code: NLGW0015 Stroomgebied: Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Code: NLGW0015 Stroomgebied: Rijn-Noord Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0009 Deklaag Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0009 Deklaag Rijn-Noord Factsheet: NLGW0009 Deklaag Rijn-Noord -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand

Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren. (KRW-factsheets).

Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren. (KRW-factsheets). Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren (KRW-factsheets). September 015 Voorwoord Om aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te voldoen moet

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0001 Zand Eems

Factsheet: NLGW0001 Zand Eems Factsheet: NLGW0001 Zand Eems -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0001. Zand Eems

Factsheet: NLGW0001. Zand Eems 1. Basisgegevens Factsheet: NLGW0001 Zand Eems Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0001. Naam: Zand Eems Code: NLGW0001 Stroomgebied:

Factsheet: NLGW0001. Naam: Zand Eems Code: NLGW0001 Stroomgebied: Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Duin- en kreekgebieden Oostvlaamse polders Kust- en Poldersysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0010. Naam: Deklaag Rijn-Oost

Factsheet: NLGW0010. Naam: Deklaag Rijn-Oost Factsheet: NLGW0010 Deklaag Rijn-Oost De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand

Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0002

Factsheet: NLGWSC0002 Factsheet: NLGWSC0002 Zoet grondwater in dekzand Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. Grondwater

HOOFDSTUK 4. Grondwater HOOFDSTUK 4 Grondwater Met de Kaderrichtlijn Water willen de lidstaten bescherming bieden aan waardevolle ecosystemen, die afhankelijk zijn van oppervlaktewater of grondwater. Daarvoor is een goede toestand

Nadere informatie

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0002. Naam: Zand Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0002. Naam: Zand Rijn-Noord Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Pleistocene Afzettingen (freatisch) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Sokkel+Krijt Aquifersysteem (gespannen deel) Sokkelsysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas Karakteristieken oppervlakte (km²) 876

Nadere informatie

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water Notitie / Memo Aan: Waterschap Hunze & Aa's Van: Carolien Steinweg/Martijn van Houten Datum: 15 januari 2018 Kopie: Ons kenmerk: WATBF7316N001F1.0 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord Factsheet: NLGW0002 Zand Rijn-Noord -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren. (KRW-factsheets).

Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren. (KRW-factsheets). Status, toestand, waterkwaliteitsdoelen en maatregelen KRW-waterlichamen Friese binnenwateren (KRW-factsheets). September 015 Voorwoord Om aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te voldoen moet

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

bij drinkwaterwinningen. Dit

bij drinkwaterwinningen. Dit Bron: RWS beeldbank Grip op bodemverontreinigingen bij drinkwaterwinning Een aanzienlijk deel van de grondwaterwinningen voor drinkwater in Nederland wordt beïnvloed door menselijke activiteiten, zoals

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0001 Zand Eems

Factsheet: NLGW0001 Zand Eems Factsheet: NLGW0001 Zand Eems De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Projectbureau A2 Eindrapport 9P2534 000... 0...,.._0---- 000 HASKONING NEDERLAND BV RUIMTELlJKE ONTWIKKELING Randwycksingel 20 Postbus 1754 6201

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0011. Naam: Zout Rijn-West Code: NLGW0011

Factsheet: NLGW0011. Naam: Zout Rijn-West Code: NLGW0011 Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Zware metalen in grondwater

Zware metalen in grondwater Zware metalen in grondwater Janneke Klein 1204148-003 Deltares, 2011 Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Probleemstelling 1 1.2 Doelstelling 1 2 Methode 2 2.1 Voorgaand onderzoek 2 2.2 Gebruikte dataset 2 2.3 Dataverwerking

Nadere informatie

Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Alterra-rapport 2447 ISSN R. Kruijne en J.W. Deneer

Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Alterra-rapport 2447 ISSN R. Kruijne en J.W. Deneer Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen Alterra-rapport 2447 ISSN 1566-7197 R. Kruijne en J.W. Deneer Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen Dit onderzoek

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0003. Naam: Zand Rijn-Oost Code: NLGW0003

Factsheet: NLGW0003. Naam: Zand Rijn-Oost Code: NLGW0003 Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

2007/

2007/ venijssel www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 41 Uwkenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0006. Naam: Zand Maas Code: NLGW0006 Stroomgebied: Maas

Factsheet: NLGW0006. Naam: Zand Maas Code: NLGW0006 Stroomgebied: Maas Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0004 Zand Rijn-Midden

Factsheet: NLGW0004 Zand Rijn-Midden Factsheet: NLGW0004 Zand Rijn-Midden -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden

Nadere informatie

Nitraat in het grondwater

Nitraat in het grondwater Nitraat in het grondwater Opvolgingsinstrument freatisch grondwatermeetnet Ralf Eppinger AOW Dienst Grondwater en Lokaal Waterbeheer 29/03/2019 1 Indeling Vlaanderen in hydrogeologisch homogene zones Zones

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW. Datum Maart 2013 Status Eindversie

Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW. Datum Maart 2013 Status Eindversie Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW Datum Maart 203 Status Eindversie Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW Colofon Datum Maart 203

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Maas is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater HOOFDSTUK 3 Oppervlaktewater Het oppervlaktewater in het Schelde-stroomgebied wordt ingedeeld in waterlichamen. Deze indeling is belangrijk, want voor ieder waterlichaam moeten doelstellingen geformuleerd

Nadere informatie

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7 2. Waalwijk Schaal: 1:45.000 2.1 Grondgebruik Databron: LGN7 Hoofdgrondgebruik ha % Agrarisch gebied 234 23% Bos/ natuur/ water 549 54% Bebouwd gebied en wegen 229 23% Totaal gebiedsoppervlak 1012 100%

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt

Nadere informatie

Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water?

Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water? Geohydrologie van Flevoland - Houden we voldoende zoet water? Kennisdag bodem en water Flevoland 4 februari 2019 Kristiaan Petie hydroloog Inhoud - Waar komt het zout vandaan? - Waar zit het zout nu? -

Nadere informatie

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde NOVEMBER 2004 Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde Colofon In opdracht van Uitvoering Redactie Tekst Vormgeving Fotografie Datum 1 november 2004 Status definitief concept Nummer IKS-04-500

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht Grondwater en Omgevingswet 31 januari 2019 Utrecht Inhoud Taken irt grondwaterkwaliteit Bevoegdheden irt grondwaterkwaliteit Samenwerken aan grondwaterkwaliteit Kaderrichtlijn water Doelen Relatie met

Nadere informatie

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007.

Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007. Toelichting Deze notitie beschrijft de resultaten van de uitgevoerde actualisatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting voor de actualisatie van PCB s, daarnaast worden ook de consequenties

Nadere informatie

Grondwater in Rijn West. René Hilhorst Procestrekker grondwater

Grondwater in Rijn West. René Hilhorst Procestrekker grondwater Grondwater in Rijn West René Hilhorst Procestrekker grondwater 1 Doel en Opzet Doel: meanderen door provinciale rol en stand van zaken aangeven 1. Provinciale taak 2. Gebiedsdossiers 3. Natura 2000 4.

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen

Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen Programma 1. Opening (5 min) Dagvoorzitter, Peter de Putter (Sterk Consulting) 2. Grondwaterkwaliteit in

Nadere informatie

Titel van de presentatie 11-07-2012 16:24

Titel van de presentatie 11-07-2012 16:24 2 in relatie tot het grondwater Inhoud van de presentatie Geologische opbouw ondergrond Zeeland Opeenvolging van verschillende lagen Ontstaanswijze Sedimenteigenschappen Indeling ondergrond in watervoerende

Nadere informatie

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018 LMM e-nieuws 16 Februari 2011 Heruitgave augustus 2018 Inhoud Inleiding Het nieuwe LMM-programma vanaf 2011 Nieuwe ontwikkelingen: drainmetingen met SorbiCells Waarom op 16 punten en niet meer of minder?

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0004. Naam: Zand Rijn-Midden Code: NLGW0004

Factsheet: NLGW0004. Naam: Zand Rijn-Midden Code: NLGW0004 Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn Gerard Velthof Meststoffenwet Implementatie van de Nitraatrichtlijn: Minder dan 50 mg nitraat per l in grond- en

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Luc Lebbe Onderzoeksgroep Grondwatermodellering Vakgebied Geologie en Bodemkunde

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0011 Zout Rijn-West

Factsheet: NLGW0011 Zout Rijn-West Factsheet: NLGW0011 Zout Rijn-West -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven Toestand 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn

Nadere informatie

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2010 Indicator 15 februari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4. The Freshmaker 1. Inleiding 2. Beschrijving van de maatregel 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen 4. Resultaten 1 1 Inleiding The Freshmaker Zoetwateroverschotten inzetbaar bij droogte

Nadere informatie

Workshop. KRW, SGBP s en de rol van EmissieRegisratie. Emissiesymposium 2016

Workshop. KRW, SGBP s en de rol van EmissieRegisratie. Emissiesymposium 2016 Workshop KRW, SGBP s en de rol van EmissieRegisratie Emissiesymposium 2016 24 Maart 2016 Even voorstellen Rob Berbee: WVL, opdrachtgever ER vanuit I&M Jan Roelsma: Wetterskip Fryslan Gabriel Zwart: Waterschap

Nadere informatie

Vooronderzoek land- en waterbodem (quick scan) Ruimte voor de Vecht

Vooronderzoek land- en waterbodem (quick scan) Ruimte voor de Vecht Vooronderzoek land- en waterbodem (quick scan) Ruimte voor de Vecht Provincie Overijssel 19 november 2014 Rapport BD3765-R001 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Chopinlaan 12 Postbus 8064

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie