MINISTERIËLE REGELINGEN EN OVERIGE REGELINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINISTERIËLE REGELINGEN EN OVERIGE REGELINGEN"

Transcriptie

1 MINISTERIËLE REGELINGEN EN OVERIGE REGELINGEN Voorschrift Vreemdelingen 2000 Kernbeschrijving Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat uitvoeringsvoorschriften betreffende de toegang, de toelating, het verblijf en het vertrek van vreemdelingen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000, en een regeling voor de leges voor de behandeling van toelatingsaanvragen. Inleiding Zowel de Vreemdelingenwet 2000 (de wet) als het Vreemdelingenbesluit 2000 (het besluit) eisen met betrekking tot een aantal onderwerpen een nadere regeling bij ministeriële regeling. Zo bepaalt de wet in artikel 9, eerste lid, dat bij ministeriële regeling de bescheiden worden aangewezen waaruit het rechtmatige verblijf van de vreemdeling blijkt, en schrijft de wet in artikel 24, tweede lid, voor dat de vreemdeling in door de Minister te bepalen gevallen en volgens door de Minister te geven regels leges is verschuldigd terzake van de afdoening van een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier. In enkele bepalingen wordt in het besluit voorgeschreven dat bepaalde categorieën vreemdelingen, luchthavens, landen en modellen bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Voor andere onderwerpen geeft het besluit een bevoegdheid om een onderwerp bij ministeriële regeling te regelen. Dit Voorschrift Vreemdelingen 2000 strekt tot uitvoering aan deze eis, respectievelijk deze bevoegdheid. De onderwerpen zijn van uiteenlopende aard. Desalniettemin zijn ze in één regeling neergelegd. De onderhavige regeling volgt waar mogelijk de indeling van de Vreemdelingenwet Een uitzondering daarop is bijvoorbeeld de aanwijzing, in het belang van het toezicht op vreemdelingen, van de documenten waaruit de identiteit, nationaliteit en rechtmatig verblijf van de vreemdeling blijkt. Aangezien deze documenten deels overeenkomen met de bescheiden waaruit het rechtmatig verblijf blijkt, zijn die documenten aangewezen in hoofdstuk 3 en niet, zoals te verwachten zou zijn, in hoofdstuk 4. Bij de totstandkoming van de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 is er voor gekozen om het Voorschrift Vreemdelingen 2000 zo weinig mogelijk materiële normen te laten bevatten. Van de bepalingen die voorheen waren opgenomen in het voormalige Voorschrift 9

2 Vreemdelingen is een aanzienlijk deel opgenomen in de wet en het besluit. Een voorbeeld is de regeling van de toegangsweigering (artikel 3 van de wet) ingeval een vreemdeling geen geldig document voor grensoverschrijding heeft of daarin het benodigde visum ontbreekt. Dit was voorheen in het voormalige Voorschrift Vreemdelingen (artikelen 16 tot en met 18) uitgewerkt en is thans geïntegreerd in het besluit (hoofdstuk 2, afdeling 2). De regeling met betrekking tot de ingangsdatum van de verblijfsvergunning regulier, die in artikel 24, eerste en vierde lid, van het voormalige Voorschrift Vreemdelingen was neergelegd, is thans in artikel 26 van de wet opgenomen. De onderhavige regeling bevat de nodige modellen als bijlage. Daarnaast zijn ook bij de Vreemdelingencirculaire 2000 de nodige modellen vastgesteld op grond van artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht. De resterende bepalingen van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 hebben overwegend het karakter van lijsten en modellen, met dien verstande dat deze regeling tevens fungeert als de regeling waarbij door de Minister van Justitie mandaat wordt verleend aan niet-ondergeschikten in de uitvoeringspraktijk. Het mandaat aan ondergeschikten met name aan het Hoofd van de Immigratieen Naturalisatiedienst en de onder hem ressorterende functionarissen is bij afzonderlijke mandaatbesluiten worden geregeld. Deze oorspronkelijke opzet lijkt in toenemende mate onder spanning te staan. In de eerste plaats wordt hierbij gewezen op de onder handen zijnde herziening van het reguliere vreemdelingenrecht, dat, als gezegd, bij de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 nauwelijks is gewijzigd en inmiddels aan actualisering toe zou zijn. In dit verband wordt gewezen op de beleidsnotitie Naar een modern migratiebeleid. Notitie over de herziening van de reguliere toelating van vreemdelingen in Nederland van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 22 mei 2006, Kamerstukken II 2005/06, , nr. 1, het daarop uitgebrachte advies Immigratie op maat; advies over een nieuwe opzet voor het regulier migratiebeleid van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Den Haag, oktober 2007 (zie in dit verband ook Han Entzinger, De echte dilemma s van een modern migratiebeleid, Migrantenrecht 2007, nr. 9, p ), de brief van de Staatssecretaris van Justitie van 27 juni 2008, Kamerstukken II 2007/08, , nr. 10, en het kabinetsvoorstel ter uitwerking daarvan voor de toelating en het verblijf van vreemdelingen die op reguliere gronden verblijf in Nederland wensen. Deze herziening, en de ingrijpende veranderingen die binnen de Immigratie- en Naturalisatiedienst in gang zijn gezet, zullen mogelijk leiden tot een andere verdeling van de regelgeving over het Vreemdelingenbesluit 2000, het Voorschrift Vreemdelingen 2000 en de Vreemdelingencirculaire Voorts wordt gewezen op de implementatie in het Nederlandse recht van Europese richtlijnen. Zo is bij de implementatie van Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004, PbEU 2004, L 304, inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft en de inhoud van de verleende bescherminginstrumenten, het aantal impe- 10

3 Artikel 1.1 ratief geredigeerde bepalingen in het Vreemdelingenbesluit 2000 uitgebreid en is een aanzienlijk aantal bepalingen die voorheen in de Vreemdelingencirculaire 2000 waren opgenomen overgeheveld naar het Voorschrift Vreemdelingen Regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10, zoals deze regeling laatstelijk is gewijzigd bij de regeling van 1 april 2009, Stcrt. 2009, 71. De Minister van Justitie, in overeenstemming, voor zoveel nodig, met zijn ambtgenoten van Buitenlandse Zaken, Defensie en Financiën, Gelet op de artikelen 6, eerste lid, 9, derde lid, 14, 20, 24, tweede lid, 25, tweede lid, 28, 33, 42, vierde lid, 47, eerste lid, onder c, 50, vierde lid, 55, eerste lid, 56. eerste lid, 59, 62, vierde lid, en 63, tweede en derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Stb. 2000, 495) en de artikelen 1.4, 2.2, eerste lid, 2.3, derde lid, onder a en b, 2.4, derde lid, zesde lid onder a, en achtste lid, 2.6, zesde lid, 2.7, vijfde lid, 2.11, derde lid, 3.1, 3.4, vierde lid, 3.12, derde lid, 3.21, 3.23, vierde lid, onder c, 3.29, derde lid, 3.31, tweede lid, onder d, 3.33, tweede lid, 3.43, vierde lid, 3.44, tweede lid, 3.74, onder b en c, 3.75, vierde lid, 3.77, vierde lid, 3.79, tweede lid, 3.86, negende lid, 3.99, eerste lid, 3.108, eerste en tweede lid, 3.110, tweede lid, 4.2, tweede en vierde lid, 4.9, onder a, 4.11 eerste lid, onder a, 4.15, tweede lid, 4.21, eerste lid, onder a, b en c, 4.29, derde lid, 4.36, 4.38, 4.51, tweede lid, 5.5, eerste en tweede lid, 6.1, 6.2, 8.1 en 8.2 van het Vreemdelingenbesluit (Stb. 2000, 497). Besluit: HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. het Besluit: het Vreemdelingenbesluit 2000; b. EVRM: Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; c. de TWV: de tewerkstellingsvergunning, bedoeld in artikel 1, onder e, van de Wet arbeid vreemdelingen; d. de GBA: de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in de Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens. Zie ook de definitiebepalingen in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 1.1 en 1.2 van het Vreemdelingenbesluit

4 Artikel 1.2 Artikel 1.2 Ter uitvoering van een verdrag waarbij de grenscontrole is verlegd naar de buitengrenzen, wordt onder Nederland in de artikelen 4.7 en 4.8 mede verstaan het grondgebied van andere bij dat verdrag aangesloten landen waarover de werking van dat verdrag zich uitstrekt. Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). Zie ook artikel 1.3 van het Vreemdelingenbesluit "Ter uitvoering van een verdrag waarbij de grenscontrole is verlegd naar de buitengrenzen, wordt onder Nederland in de artikelen 4.7 en 4.8 omtrent de te stellen aantekeningen mede verstaan het grondgebied van andere bij dat verdrag aangesloten landen waarover de werking van dat verdrag zich uitstrekt." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Artikel 1.3 Voorzover uit een wettelijk voorschrift niet anders voortvloeit, worden de bevoegdheden genoemd in deze regeling uitgeoefend namens de Minister. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden worden de algemene en bijzondere aanwijzingen van de Minister in acht genomen. Zie ook artikel 1.4 van het Vreemdelingenbesluit "Evenals het voormalige Voorschrift Vreemdelingen, fungeert het Voorschrift Vreemdelingen 2000 tevens als besluit waarbij mandaat wordt verleend aan de (niet-ondergeschikte) korpschef en bevelhebber van de Koninklijke marechaussee. Tenzij uit een wettelijk voorschrift anders voortvloeit, worden de bevoegdheden genoemd in deze regeling uitgeoefend namens de Minister van Justitie. ( ) Aangezien in artikel 1.4 van het Besluit reeds is bepaald dat de korpschef en de bevelhebber van de Koninklijke marechaussee ondermandaat kunnen verlenen, is dat niet nogmaals herhaald. De verlening van mandaat laat uiteraard onverlet dat de Minister als mandaatgever de 12

5 Artikel 2.1 bevoegdheden ook zelf kan uitoefenen, dat de gemandateerde de algemene en bijzondere aanwijzingen van de Minister als mandaatgever in acht dient te nemen en dat de gemandateerde bijzondere aanwijzingen aan de Minister kan vragen." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 HOOFDSTUK 2 Toegang Artikel Als luchthavens, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit, zijn aangewezen: a. de luchthavens die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling, en b. de luchthavens, vanaf welke vluchten vertrekken voor het vervoer van personen in het ongeregeld vervoer, als bedoeld in het Besluit Vracht- en overige vluchten van de Minister van Verkeer en Waterstaat, met uitzondering van de vluchten die door onze Minister door tussenkomst van de Minister van Verkeer en Waterstaat van de verplichting tot het maken van een afbeelding zijn ontheven. 2. De Minister kan bepalen dat de verplichtingen ingevolge artikel 2.2 van het Besluit voor één of meer vervoerders vanaf één of meer van de in het eerste lid, onder a, genoemde luchthavens tijdelijk worden opgeschort. 3. De Minister kan bepalen dat de verplichtingen ingevolge artikel 2.2 van het Besluit van toepassing zijn op één of meer vervoerders door wiens tussenkomst de aanvoer van niet- of onvoldoende gedocumenteerde vreemdelingen op korte termijn vanaf een bepaalde, niet in het eerste lid, onder a, genoemde luchthaven aanzienlijk is toegenomen. Zie de artikelen 3 en 4 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.2 van het Vreemdelingenbesluit Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). "Ingevolge artikel 2.2 van het Besluit is de vervoerder, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet, verplicht afschrift te nemen van het op de door hem vervoerde vreemdeling betrekking hebbende document voor grensover- 13

6 Artikel 2.1a schrijding, indien hij de vreemdeling naar Nederland vervoert. Deze verplichting geldt, indien dat vervoer plaatsvindt vanaf bepaalde luchthavens. In artikel 2.1 worden deze luchthavens aangewezen. ( ) Het gaat hierbij om de in bijlage 1 met name genoemde luchthavens ( ) en om bij algemene omschrijving aangeduide luchthavens. Hoewel het vanzelf spreekt dat de Minister van Justitie ook kan bepalen dat de verplichtingen ingevolge artikel 2.2 van het Besluit voor één of meer vervoerders vanaf één van de in het eerste lid, onder a, genoemde luchthavens tijdelijk worden opgeschort, is dat in het tweede lid nadrukkelijk veilig gesteld. ( ) Ingevolge het derde lid kan de Minister van Justitie ( ) eveneens ( ) bepalen dat deze verplichtingen gelden voor één of meer vervoerders door wiens tussenkomst de aanvoer van niet- of onvoldoende gedocumenteerde vreemdelingen op korte termijn vanaf een bepaalde, niet reeds in het eerste lid, onder a, genoemde luchthaven aanzienlijk is toegenomen." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Artikel 2.1a De passagiersgegevens, bedoeld in artikel 2.2a, derde lid, van het Besluit worden elektronisch verstrekt, op de door de ambtenaar belast met de grensbewaking voorgeschreven wijze. Zie artikel 4, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 2.2a van het Vreemdelingenbesluit Zie richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261). "Ingevolge artikel 2.1a levert de vervoerder de (op vordering van de ambtenaar belast met de grensbewaking krachtens artikel 2.2a van het Besluit) verzamelde passagiersgegevens vóór het einde van de instapcontrole elektronisch aan. Dat omvat bijvoorbeeld verstrekking via een geautomatiseerd systeem of een beveiligde internetverbinding. De ambtenaar belast met de grensbewaking die de vordering tot het verzamelen en verstrekken heeft gedaan schrijft steeds een specifieke wijze van elektronische verstrekking voor." bij de regeling 16 augustus 2007, Stcrt. 2007, 163 "Overigens zij nog opgemerkt dat op het verzamelen en verstrekken van de passagiersgegevens in het kader van de Wet en het Besluit, de Wet be- 14

7 Artikel 2.2 scherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing is. Uit artikel 13 van de Wbp volgt, dat er door de verantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen worden genomen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. In dit verband zijn zowel de (lucht) vervoerder die moet verzamelen en verstrekken als de ambtenaar belast met de grensbewaking, die de passagiersgegevens ontvangt, verantwoordelijke in de zin van de Wbp. Dit betekent dat de elektronische verstrekking moet waarborgen dat de verstrekte passagiersgegevens niet door onbevoegden kunnen worden onderschept of ingezien." bij de regeling 16 augustus 2007, Stcrt. 2007, 163 Artikel 2.2 Als de staten, bedoeld in artikel 2.3, derde lid, onder a, van het Besluit, zijn aangewezen de staten, vermeld in bijlage 2 bij deze regeling. Zie de artikelen 3 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.3 van het Vreemdelingenbesluit Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). "Ingevolge artikel 2.3, derde lid, van het Besluit wordt de toegang, in afwijking van het eerste lid, onder c, van dat artikel, niet geweigerd, indien de vreemdeling zich naar Nederland begeeft voor een verblijf van langer dan drie maanden en hij in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding waarin de benodigde machtiging tot voorlopig verblijf ontbreekt, mits de vreemdeling hetzij de nationaliteit bezit van één van bij ministeriële regeling aan te wijzen staten, hetzij behoort tot een bij ministeriële regeling aan te wijzen categorie. In artikel 2.2 zijn de staten aangewezen. Deze zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling. In artikel 2.3 zijn de categorieën vreemdelingen aangewezen. Deze zijn opgenomen in bijlage 3." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 "Bij besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 16 mei 2007, nr. DPV/VV-426/07-wb, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie, zijn de onderdanen van Zuid-Korea vrijgesteld van het vereiste te beschikken over een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) bij het aanvragen van een verblijfsvergunning hier te lande. Het besluit is op 30 mei

8 Artikel 2.3 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2007, 101) en is met ingang van 1 juni 2007 in werking getreden. Bij brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, , , nr. 1151) is het besluit nader toegelicht." bij de regeling van 12 juli 2007, Stcrt. 2007, 144 Artikel 2.3 Als de categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 2.3, derde lid, onder b, van het Besluit zijn aangewezen de vreemdelingen die behoren tot een van de categorieën, opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling, voor zover de vreemdeling: a. voldoet aan de voor hem gestelde voorwaarden, en b. zich naar Nederland begeeft voor een tijdsduur of doel als aangegeven bij die categorie. Zie de artikelen 3 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.3 van het Vreemdelingenbesluit Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). Zie Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001, PbEG 2001, L 212, betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen. Zie Beschikking 2008/333/EG van de commissie van 4 maart 2008, PbEU L 123/2 van 8 mei 2008, tot vaststelling van het Sirene-handboek en andere uitvoeringsmaatregelen voor het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Zie Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008, PbEU L 218/60 van 13 augustus 2008, betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening). 16

9 Artikel 2.3 "Ingevolge artikel 2.3, derde lid, van het Besluit wordt de toegang, in afwijking van het eerste lid, onder c, van dat artikel, niet geweigerd, indien de vreemdeling zich naar Nederland begeeft voor een verblijf van langer dan drie maanden en hij in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding waarin de benodigde machtiging tot voorlopig verblijf ontbreekt, mits de vreemdeling hetzij de nationaliteit bezit van één van bij ministeriële regeling aan te wijzen staten, hetzij behoort tot een bij ministeriële regeling aan te wijzen categorie. In artikel 2.2 zijn de staten aangewezen. Deze zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling. In artikel 2.3 zijn de categorieën vreemdelingen aangewezen. Deze zijn opgenomen in bijlage 3." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 "Bijlage 3, behorend bij artikel 2.3 van het Voorschrift Vreemdelingen wijst de categorieën vreemdelingen aan die de toegang niet wordt geweigerd indien de vreemdeling zich naar Nederland begeeft voor een verblijf van langer dan drie maanden en hij in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding waarin de benodigde machtiging tot voorlopig verblijf ontbreekt. Per abuis bestond bijlage 3 Voorschrift Vreemdelingen uit een overzicht van documenten welke recht geven op toegang tot Nederland voor een periode van ten hoogste drie maanden. Toegang voor verblijf van ten hoogste drie maanden per periode van zes maanden wordt bepaald door onder meer Verordening (EG) 562/2006 (Schengengrenscode), Verordening (EG) 539/2001, de Gemeenschappelijke Visuminstructies en de Benelux-Visuminstructies. De aanpassing van bijlage 3 Voorschrift Vreemdelingen betreft derhalve geen beleidswijziging, maar het herstellen van een voorheen foutieve verwijzing. Bijlage 3 somt thans de categorieën vreemdelingen op die de toegang tot Nederland, onverminderd de overige terzake gestelde vereisten, niet wordt geweigerd indien de vreemdeling verblijf langer dan drie maanden (migratie) beoogt en de vreemdeling niet in het bezit is van een geldige machtiging tot voorlopige verblijf. De vrijstellingen van de mvv-plicht zijn onder meer terug te voeren op de Beneluxovereenkomst, Richtlijn 2003/109/EG, Richtlijn 2004/38/EG, de Weense Verdragen inzake het Diplomatiek Verkeer en de Consulaire Betrekkingen." bij de regeling van 12 juli 2007, Stcrt. 2007, 144 "De onderhavige wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 dient ter implementatie van de richtlijn 2001/55/EG (PbEG L 212), van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties voor de opvang van deze personen ( ). Onderhavige wijziging ( ) behelst het opnemen van bijlage 1 van de richtlijn als bijlage van 17

10 Artikel 2.4 het Voorschrift Vreemdelingen De bijlage betreft een doorlaatdocument voor de overbrenging van personen die tijdelijke bescherming genieten. Wanneer lidstaten overeenkomen dat het met het oog op het evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang aangewezen is om vreemdelingen over te brengen naar een andere lidstaat, geschiedt dit met gebruik van dit document. De nieuwe lidstaat verleent vervolgens de betrokkenen tijdelijke bescherming. Het document geldt als laissez-passer. Aan vreemdelingen in het bezit van dit document wordt ingevolge artikel 2.3, derde lid, aanhef en onder b, Vreemdelingenbesluit 2000, niet de toegang geweigerd vanwege het ontbreken van een machtiging tot voorlopig verblijf." bij de regeling van 24 februari 2005, Stcrt. 2005, 53 Artikel 2.4 Als de vliegvelden in Nederland, bedoeld in artikel 2.4, derde lid, van het Besluit, zijn aangewezen de vliegvelden, vermeld in bijlage 4 bij deze regeling. Zie de artikelen 3 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.4 van het Vreemdelingenbesluit Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). "Ingevolge artikel 2.4 van het Besluit kan onder bepaalde voorwaarden aan de vreemdeling, die als passagier van een vliegtuig een vliegveld aandoet en in wiens geldig document voor grensoverschrijding het voor binnenkomst in het Beneluxgebied vereiste reisvisum of doorreisvisum met oponthoud ontbreekt, toegang tot het Beneluxgebied worden verleend, indien de vreemdeling een bepaald vliegveld in Nederland aandoet. Artikel 2.4 van de onderhavige regeling wijst deze vliegvelden in Nederland aan. Deze zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling. Daarin zijn, ter uitvoering van artikel 4.2, tweede lid, van het Besluit, naast deze vliegvelden ook de andere grensdoorlaatposten en de openingstellingstijden daarvan opgenomen." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Artikel 2.5 Vervallen. 18

11 Artikel 2.9 Artikel De aantekening, bedoeld in artikel 2.4, vijfde lid, van het Besluit, luidt: "Toegang tot het Beneluxgebied verleend van (datum) tot (datum), artikel 2.4, tweede/vijfde lid, Vreemdelingenbesluit (inreisstempel en handtekening van ambtenaar die toegang verleent)". 2. Het model van de afzonderlijke verklaring, waaruit het verlenen van toegang op grond van artikel 2.4, tweede lid, van het Besluit blijkt, is opgenomen in bijlage 5 bij deze regeling. Zie de artikelen 3 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.4 van het Vreemdelingenbesluit Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). Lid 1 Gedoeld wordt op de aantekening, bedoeld in artikel 2.4, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, als gewijzigd bij Besluit van 3 augustus 2004, Stb. 2004, 393, tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de vereisten voor toegang, de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat en enkele andere onderwerpen Artikel 2.7 Vervallen. Artikel 2.8 Vervallen. Artikel 2.9 Voor de ondertekening door een daartoe solvabele derde van de garantverklaring, bedoeld in artikel 2.11, derde lid, van het Besluit, wordt bij het verlenen van toegang aan: a. een zeeman of meerdere zeelieden gebruik gemaakt van het model, dat als bijlage 6a onderscheidenlijk als bijlage 6b bij deze regeling is gevoegd; b. een andere vreemdeling gebruik gemaakt van het model, dat als bijlage 6c bij deze regeling is gevoegd. 19

12 Artikel 2.9 Zie de artikelen 3 van de Vreemdelingenwet 2000 en 2.11 van het Vreemdelingenbesluit In de Blauwdruk Modern Migratiebeleid van 27 juni 2008, Kamerstukken II 2007/08, , nr. 10, is voorgesteld de garanstelling te laten vervallen. Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). "Ingevolge artikel 2.11 van het Besluit wordt de toegang op grond van artikel 3, eerste lid, onder c en d, van de Wet geweigerd, indien de vreemdeling niet voldoet aan de door de ambtenaar belast met grensbewaking gestelde voorwaarde om zekerheid te stellen voor de kosten van verblijf in Nederland en voor de kosten van zijn reis naar een plaats buiten Nederland waar zijn toegang gewaarborgd is. Deze zekerheid kan onder meer bestaan uit een verklaring van een solvabele derde die zich voor de kosten garant stelt. In artikel 2.9 zijn de modellen van de garantverklaringen vastgesteld. Deze zijn opgenomen in de bijlagen 6a tot en met 6c van deze regeling. In bijlagen 6a en 6b zijn modellen opgenomen voor de toegangsverlening van een zeeman (model 6a) of meerdere zeelieden (model 6b). Het model dat is opgenomen in bijlage 6c is de algemene garantstelling." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Bijlagen 6a, 6b en 6c In (Bew.: artikel 2.11, eerste lid, van) het Vreemdelingenbesluit 2000 ( ) en in het model behorende bij Verordening (EG) nr 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden (PbEU, L64/1) wordt bij de garantstelling naast kosten die betrekking hebben op de terugreis (repatriëring) ook uitgegaan van verblijfkosten. In de modellen vervat in bijlagen 6a en 6b zijn nu ook de kosten die kunnen voortvloeien uit het (verlengde) verblijf van de zeeman vermeld. Het doel van binnenkomst van zeelieden, voor aan-, over-, of afmonsteren, speelt bij de garantstelling geen rol. De oude garantstellingen voor zeelieden waren echter toegesneden op afmonsterende zeelieden. De modellen vervat in bijlagen 6a en 6b zijn thans in alle situaties betreffende zeelieden te gebruiken. In het model vervat in bijlage 6a zijn daartoe enkele aanvullende gegevens opgenomen over het schip en over de verplaatsing van de zeeman en daarmee in lijn gebracht met het formulier transiterende 20

13 Artikel 3.1 zeelieden. Voor de modellen geldt dat het maximaal zeker te stellen bedrag per vreemdeling per jaar is afgerond naar bij de regeling van 9 juni 2008, Stcrt. 2008, 115 Artikel 2.10 De ambtenaren belast met de grensbewaking zijn bevoegd de vreemdeling aan wie de toegang is geweigerd, de verplichting, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet, op te leggen. Zie artikel 6 van de Vreemdelingenwet Zie Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006, PbEU L 105/1 van 13 april 2006, tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode). "Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Wet, kan de vreemdeling aan wie de toegang is geweigerd worden verplicht zich op te houden in een door de ambtenaar belast met grensbewaking aangewezen ruimte op plaats. Artikel 2.10 van deze regeling stelt veilig dat de ambtenaren belast met de grensbewaking bevoegd zijn om die verplichting op te leggen." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 HOOFDSTUK 3 Verblijf AFDELING 1 Bescheiden rechtmatig verblijf Artikel Als document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d, van de Wet, blijkt, zijn aangewezen de volgende documenten, waarbij het vastgestelde model van dat document wordt aangegeven: a. voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet: het document I van het model dat als bijlage 7a bij deze regeling is gevoegd; b. voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet: het document II van het model dat als bijlage 7b bij deze regeling is gevoegd; 21

14 Artikel 3.1 c. voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder c, van de Wet: het document III van het model dat als bijlage 7c bij deze regeling is gevoegd, en d. voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder d, van de Wet: het document IV van het model dat als bijlage 7d bij deze regeling is gevoegd. 2. De beperking waaronder de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt verleend, wordt vermeld op het document, bedoeld in het eerste lid, onder a. 3. Op het document, bedoeld in het eerste lid, onder b en d, wordt de aantekening gesteld "arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist". Op het document, bedoeld in het eerste lid, onder a en c, wordt de aantekening gesteld: a. "arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist"; b. "arbeid uitsluitend toegestaan indien werkgever beschikt over TWV"; c. "specifieke arbeid toegestaan mits werkgever beschikt over TWV; andere arbeid niet toegestaan"; d. "arbeid niet toegestaan"; e. "arbeid toegestaan, TWV alleen gedurende eerste twaalf maanden vereist"; f. "TWV niet vereist. Andere arbeid niet toegestaan"; g. "arbeid in loondienst alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV"; h. "andere arbeid alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV"; of i. "arbeid niet toegestaan met uitzondering van arbeid van bijkomende aard. TWV vereist". 4. Op het document wordt de aantekening "beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor verblijfsrecht" gesteld, indien de verblijfsvergunning is verleend: a. onder één van de beperkingen, bedoeld in artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit; b. op grond van het Nederlands-Duits Vestigingsverdrag (Stb. 1906, 279); c. op grond van het Nederlands-Zwitsers Tractaat (Stb. 1878, nr. 137); d. op grond van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag (Trb. 1956, 40), of e. op grond van de Associatieverdragen EG met Roemenië (PbEG 1994, L 357) en Bulgarije (PbEG 1994, L 358). 5. De documenten, bedoeld in het eerste lid, zijn ingevolge artikel 4.21, eerste lid, onder a, van het Besluit tevens vastgesteld als document ter vaststelling van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d, van de Wet. 22

15 Artikel 3.1 Zie Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002, PbEG 2002, L 157, betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen. Lid 1 Zie artikel 9 van de Vreemdelingenwet lid 2 Zie artikel 14, tweede lid, van de Vreemdelingenwet Lid 3 Zie de Wet arbeid vreemdelingen, het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen en het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen. Lid 4 Zie artikel 3.4, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 en artikel 3.17 van deze regeling. Lid 5 Zie de artikelen 50 van de Vreemdelingenwet 2000 en 4.21 van het Vreemdelingenbesluit "Ingevolge artikel 9, derde lid, (Bew.: thans vijfde lid) van de Wet, wijst de Minister van Justitie de bescheiden aan waaruit het rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8 van de Wet blijkt. De Minister kan daarbij modellen vaststellen voor het desbetreffende document en de schriftelijke verklaring. In de artikelen 3.1 tot en met 3.7 wordt daaraan uitvoering gegeven. Daarnaast worden ingevolge artikel 50, eerste lid, laatste volzin, van de Wet bij algemene maatregel van bestuur documenten aangewezen waarover de vreemdeling moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en zijn verblijfsrechtelijke positie. Aan die verplichting is uitvoering gegeven in artikel 4.21 van het Besluit. Ingevolge het eerste lid van artikel 4.21 van het Besluit, tonen vreemdelingen met rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a tot en met e, en vreemdelingen die een asielaanvraag hebben ingediend, hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie aan met een vanwege de bevoegde autoriteiten verstrekt document, waarvan het model wordt vastgesteld bij ministeriële regeling. Aan die verplichting wordt in de artikelen 3.1 tot en met 3.3 eveneens uitvoering gegeven, aangezien de documenten die krachtens artikel 50 van de Wet zijn vastgesteld voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder 23

16 Artikel 3.1 a tot en met d, van de Wet, overeenkomen met die welke krachtens artikel 9 van de Wet zijn vastgesteld. Voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder e tot en met h, van de Wet komen die documenten ten dele overeen. De overige vreemdelingen tonen hun identiteit, nationaliteit en rechtmatig verblijf aan met het voor toegang vereiste geldige document voor grensoverschrijding waarin het benodigde visum is aangetekend, hetgeen in artikel 4.21, eerste lid, onder d, van het Besluit is geregeld en geen nadere uitwerking in de onderhavige regeling behoeft." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 1 De verblijfsdocumenten I-IV "De vreemdeling aan wie de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, de verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd, de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd is verleend, heeft rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a, b, c respectievelijk d, van de Wet. Dat rechtmatige verblijf blijkt uit het verblijfsdocument van het model I, II, III, respectievelijk IV. De modellen van deze verblijfsdocumenten zijn opgenomen in bijlage 7 en aldaar aangeduid met de letters a tot en met d. Uit deze documenten blijkt niet slechts de verblijfsrechtelijke positie, maar tevens de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling. Ook voor vreemdelingen die hun verblijfsrecht ontlenen aan het Associatiebesluit 1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije, en rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder 1, van de Wet hebben, zijn deze documenten aangewezen." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 2 "Het tweede lid van artikel 3.1 bepaalt dat de beperking waaronder de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op het verblijfsdocument I wordt aangetekend. Ingevolge artikel 14, tweede lid, van de Wet, wordt de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd altijd verleend onder een beperking verband houdend met het verblijfsdoel." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 3 "Het derde lid geeft de arbeidsmarktaantekeningen die op het document geplaatst kunnen worden. Ingevolge artikel 4.21, vierde lid, van het Besluit dient op het verblijfsdocument van de vreemdeling metrechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, van de Wet en op het verblijfsdocument van de asielzoeker (derhalve op de documenten van het model I tot en met IV, EU/EER en W) te worden aangetekend of het de vreemdeling is toegestaan arbeid te verrichten en of daarvoor een tewerkstellingsvergunning is vereist. Op de als bijlage bijgevoegde modellen zijn enkele voorbeel- 24

17 Artikel 3.1 den weergegeven. In deze regeling en in de Vreemdelingencirculaire 2000 is geregeld welke arbeidsmarktaantekening in het individuele geval daadwerkelijk op het document wordt geplaatst." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 3, onderdeel f "Onder f wordt toegevoegd de aantekening TWV niet vereist. Andere arbeid niet toegestaan. Hiermee wordt uitgedrukt dat de vreemdeling de arbeid in verband waarmee de verblijfsvergunning is afgegeven mag verrichten zonder TWV. Hij mag echter geen andere arbeid verrichten dan die waarvoor de verblijfsvergunning is verleend. Als de vreemdeling andere arbeid wil gaan verrichten zal hij een wijziging van de beperking van zijn verblijfsvergunning aan moeten vragen. Deze arbeidsmarktaantekening wordt gebruikt bij bijvoorbeeld kennismigranten (B15 Vc) en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers (B5 Vc)." bij de regeling van 26 maart 2007, Stcrt. 2007, 67 Lid 3, onderdeel g "Onder g wordt toegevoegd arbeid in loondienst alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV. Deze arbeidsmarktaantekening is van toepassing als een vreemdeling in Nederland verblijft om arbeid als zelfstandige te verrichten. Deze vreemdelingen mogen naast hun werkzaamheden als zelfstandige arbeid in loondienst verrichten, maar alleen als hiervoor een TWV is afgegeven." bij de regeling van 26 maart 2007, Stcrt. 2007, 67 Lid 3, onderdeel h "Onder h wordt toegevoegd de aantekening andere arbeid alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV. Deze arbeidsmarktaantekening wordt momenteel alleen gebruikt in het geval van een niet-geprivilegieerd NAVOvreemdeling. Deze vreemdeling mag naast zijn werkzaamheden als NAVOvreemdeling andere arbeid verrichten als daar een TWV voor is afgegeven. Het onderscheid met de hiervoor genoemde aantekening is erin gelegen dat de werkzaamheden van de NAVO-vreemdeling in loondienst plaatsvinden. Als de arbeidsmarktaantekening arbeid in loondienst alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV zou worden gebruikt zou hiermee ten onrechte de indruk gewekt kunnen worden dat voor de werkzaamheden als NAVO-vreemdeling een TWV vereist is." bij de regeling van 26 maart 2007, Stcrt. 2007, 67 Lid 3, onderdeel i "Onder i wordt toegevoegd arbeid niet toegestaan met uitzondering van arbeid van bijkomende aard. TWV vereist. Deze arbeidsmarktaantekening is van toepassing op verblijf voor studie. Blijkens B6/5 Vc en het Delegatieen uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen onder 26 wordt onder ar- 25

18 Artikel 3.1 beid van bijkomende aard verstaan arbeid die uitsluitend in de maanden juni, juli en augustus plaatsvindt, of niet meer dan 10 uur beslaat." bij de regeling van 26 maart 2007, Stcrt. 2007, 67 Lid 4 "Indien aan het verblijf van de vreemdeling met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, van de Wet, een beperking als bedoeld in artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit is verbonden, wordt ingevolge artikel 4.21, vijfde lid, van het Besluit op het document aangetekend dat een beroep op de algemene middelen gevolgen kan hebben voor het verblijfsrecht. In artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit zijn daartoe de beperkingen aangewezen die in artikel 3.4, eerste lid, onder a tot en met r, van het Besluit zijn genoemd, alsmede de in artikel 3.4, derde lid, van het Besluit bedoelde beperkingen die in bijzondere gevallen kunnen worden aangelegd. Artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit geeft de mogelijkheid om bij ministeriële regeling regels over deze beperkingen te stellen. In artikel 3.17 van deze regeling zijn deze beperkingen, voor zover zij verband houden met gezinshereniging of gezinsvorming, dan wel verblijf ter adoptie of als pleegkind, beperkt tot die gevallen waarin op het verblijfsdocument een aantekening is geplaatst waaruit blijkt dat de vreemdeling niet vrij is op de arbeidsmarkt. Artikel 3.1, vierde lid, van deze regeling stelt veilig dat de aantekening eveneens geplaatst wordt, indien de vergunning is verleend op grond van het Nederlands-Duits vestigingsverdrag, het Nederlands- Amerikaans Vriendschapsverdrag, het Nederlands-Zwitsers traktaat, of een van de Europa-overeenkomsten (Bew: thans alleen met Roemenië en Bulgarije). De aantekeningen die op het bescheid van gemeenschapsonderdanen kan worden gesteld, zijn opgenomen in artikel 3.2, derde lid, van deze regeling." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 De overgangsregeling met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers met de nationaliteit van Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstukken II , , nr. 62 en 70) komen te vervallen. Het betreft het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de beperkingen op het werknemersverkeer voor de acht Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden per 1 mei 2007 op te heffen. De verplichting voor de werkgever om te beschikken over een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van door werknemers met één van de genoemde nationaliteiten te verrichten werkzaamheden is daarmee komen te vervallen. De overgangsregeling geldt nu alleen nog voor Bulgarije en Roemenië. bij de regeling van 30 mei 2008, Stcrt. 2008,

19 Artikel 3.2 Artikel Als document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder e, van de Wet, blijkt, zijn aangewezen de volgende documenten en verklaringen, waarbij het vastgestelde model van dat document of die verklaring wordt aangegeven: a. voor gemeenschapsonderdanen die zes maanden in Nederland als werkzoekende of als grensarbeider verblijven: de sticker Verblijfsaantekeningen Gemeenschapsonderdanen van het model dat als bijlage 7h bij deze regeling is gevoegd; b. voor gemeenschapsonderdanen, niet zijnde onderdanen van een staat die partij is bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en voor gemeenschapsonderdanen die werkzaamheden in loondienst verrichten waarvan te verwachten duur meer dan zes maanden maar minder dan een jaar bedraagt: het document I van het model, dat als bijlage 7a bij deze regeling is gevoegd, en c. voor de overige gemeenschapsonderdanen: het document EU/EER van het model dat als bijlage 7e bij deze regeling is gevoegd. 2. Op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid, wordt de aantekening gesteld: arbeid toegestaan; tewerkstellingsvergunning niet vereist. 3. Op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid, kan de aantekening worden gesteld: a. een beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht, of b. een meer dan aanvullend beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht. 4. De documenten, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, zijn ingevolge artikel 4.21, eerste lid, onder b, van het Besluit tevens vastgesteld als document ter vaststelling van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder e, van de Wet. Zie Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002, PbEG 2002, L 157, betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen. Zie Richtlijn nr. 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004, PbEU L 158 van 30 april 2004 (correctie in PbEU L 229 van 29 juni 2004 en PbEU L 204/28 van 4 augustus 2007), betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) 27

20 Artikel 3.2 nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen nr. 64/221/EEG, nr. 68/360/EEG, nr. 72/194/EEG, nr. 73/148/EEG, nr. 75/34/EEG, nr. 75/35/EEG, nr. 90/364/EEG, nr. 90/365/EEG en nr. 93/96/EEG. Zie de artikelen 9, 9a en 50 van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit "Ingevolge artikel 9, derde lid, (Bew.: thans vijfde lid) van de Wet, wijst de Minister van Justitie de bescheiden aan waaruit het rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8 van de Wet blijkt. De Minister kan daarbij modellen vaststellen voor het desbetreffende document en de schriftelijke verklaring. In de artikelen 3.1 tot en met 3.7 wordt daaraan uitvoering gegeven. Daarnaast worden ingevolge artikel 50, eerste lid, laatste volzin, van de Wet bij algemene maatregel van bestuur documenten aangewezen waarover de vreemdeling moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en zijn verblijfsrechtelijke positie. Aan die verplichting is uitvoering gegeven in artikel 4.21 van het Besluit. Ingevolge het eerste lid van artikel 4.21 van het Besluit, tonen vreemdelingen met rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a tot en met e, en vreemdelingen die een asielaanvraag hebben ingediend, hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie aan met een vanwege de bevoegde autoriteiten verstrekt document, waarvan het model wordt vastgesteld bij ministeriële regeling. Aan die verplichting wordt in de artikelen 3.1 tot en met 3.3 eveneens uitvoering gegeven, aangezien de documenten die krachtens artikel 50 van de Wet zijn vastgesteld voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d, van de Wet, overeenkomen met die welke krachtens artikel 9 van de Wet zijn vastgesteld. Voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder e tot en met h, van de Wet komen die documenten ten dele overeen. De overige vreemdelingen tonen hun identiteit, nationaliteit en rechtmatig verblijf aan met het voor toegang vereiste geldige document voor grensoverschrijding waarin het benodigde visum is aangetekend, hetgeen in artikel 4.21, eerste lid, onder d, van het Besluit is geregeld en geen nadere uitwerking in de onderhavige regeling behoeft. bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 1 Verblijfsdocument EU/EER "De gemeenschapsonderdaan die verblijf houdt op grond van een regeling krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, heeft rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder e, van de Wet. Dat rechtmatige verblijf blijkt uit het verblijfsdocument van het verblijfsdocument 28

21 Artikel 3.2a van het model dat in bijlage 7 bij dit voorschrift wordt aangeduid met EU/EER. Uit dit document blijkt niet slechts de verblijfsrechtelijke positie van de gemeenschapsonderdaan, maar tevens de identiteit en nationaliteit van die vreemdeling. Niet alle gemeenschapsonderdanen worden in het bezit gesteld van een verblijfsdocument van het model EU/EER. De gemeenschapsonderdaan, die geen onderdaan is van een staat die partij is bij het Verdrag tot oprichting van de Economische Gemeenschap of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, wordt in het bezit gesteld van een verblijfsdocument van het model I." bij de regeling van 18 december 2000, Stcrt. 2001, 10 Lid 3 "Er kan ( ) in geval van beroep op de publieke middelen, geen sprake zijn van automatisch verlies van het verblijfsrecht (zaak C-184/99 Grzelczyk). Op grond daarvan wordt de thans bestaande aantekening bij een beroep op publieke middelen vervalt verblijfsrecht geschrapt voor vreemdelingen die de nationaliteit van een lidstaat bezitten en hun gezins- en familieleden." bij de regeling van 8 april 2004, Stcrt. 2004, 79 Artikel 3.2a 1. In afwijking van artikel 3.2, tweede lid, wordt op de documenten en verklaringen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, de aantekening gesteld: "arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning wel vereist", indien het een vreemdeling betreft die de nationaliteit bezit van Bulgarije of Roemenië. Dezelfde aantekening wordt gesteld op de documenten en verklaringen van de echtgenote dan wel geregistreerde partner, van de in de voorgaande volzin bedoelde vreemdeling, en bloedverwanten in neergaande lijn beneden de leeftijd van 21 jaar of die te hunnen laste zijn, ongeacht hun nationaliteit, voorzover zij geen onderdaan zijn van een staat die op 31 december 2006 partij was, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder b, en evenmin van Cyprus of Malta. 2. Het voorgaande lid is niet van toepassing indien de vreemdeling, bedoeld in de eerste volzin ervan, op 1 januari 2007 legaal in Nederland verbleef en diens toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt die dag gold voor de duur van tenminste twaalf maanden, ingevolge een tewerkstellingsvergunning of blijkens een daartoe strekkende aantekening op een eerder verleende verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, van zodanige duur. 3. In afwijking van het eerste lid wordt de aantekening gesteld "arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning alleen gedurende eerste 12 maanden vereist", indien de vreemdeling, bedoeld in de eerste volzin ervan, op een tijdstip na 1 januari 2007 Nederland is binnengekomen en hem toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt is verleend voor een duur van 12 maanden of meer. 29

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000 JU Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000 Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2003/18 Aan: de Korpschefs Politieregio s de Korpsbeheerders Politieregio s de Bevelhebber

Nadere informatie

Voorschrift Vreemdelingen 2000

Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Tekst geldend op: 13-11-2007) Voorschrift Vreemdelingen 2000 De Minister van Justitie, in overeenstemming, voor zoveel nodig, met zijn ambtgenoten van Buitenlandse Zaken, Defensie en Financiën, Gelet

Nadere informatie

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/17, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 25 maart 2004, nummer 2004/25, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 De Minister

Nadere informatie

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/14, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

Voorschrift Vreemdelingen 2000

Voorschrift Vreemdelingen 2000 JU Voorschrift Vreemdelingen 2000 18 december 2000/Nr. 5070461/00/6 De Minister van Justitie, in overeenstemming, voor zoveel nodig, met zijn ambtgenoten van Buitenlandse Zaken, Defensie en Financiën,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11720 30 juni 2011 Regeling van de Minister voor Immigratie en Asiel van 27 juni 2011, nr. 5701102/11, houdende wijziging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14571 13 maart 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 11 maart 2019, nummer 2520988, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20182 9 april 2019 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 april 2019, nummer WBV 2019/6, houdende

Nadere informatie

Artikel I De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet werk en bijstand, van de Wet studiefinanciering 2000, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de totstandkoming van

Nadere informatie

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 6 oktober 2004, nummer 2004/61, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 De Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 200 32 455 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het bieden van een rechtsgrondslag voor de afname van de gezichtsopname en twee vingerafdrukken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 364 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2260 29 12 12februari 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 januari 2009, nr. 2009/3, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 393 Besluit van 3 augustus 2004 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de vereisten voor toegang, de Overeenkomst tussen

Nadere informatie

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/15, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

Procedure identificatieplicht

Procedure identificatieplicht Procedure identificatieplicht In dit document wordt stap voor stap uitgelegd wat er van u wordt verwacht in het geval van het vaststellen van de identiteit van de medewerker. 1. Vraag de medewerker een

Nadere informatie

WET van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

WET van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) WET van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

A 4 1. Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art Vw)

A 4 1. Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art Vw) A 4 1 Hoofdstuk A 4 Toelating INHQUD 1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7 2 2.1 2.2 Inle_Lding Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art. 8-10 Vw) Verblijf in de

Nadere informatie

Vreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017

Vreemdelingenzaken. Adviescommissie voor. Postbus EH DEN HAAG. 24 november 2014 ACVZ/ADV/20 14/017 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG aan Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heet mr. F. Teeven contactpersoon doorkiesnummer datum ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Postadres Postbus 20301

Nadere informatie

Verblijf op religieuze of levensbeschouwelijke gronden

Verblijf op religieuze of levensbeschouwelijke gronden JU Verblijf op gronden Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2004/2 Aan: de Korpschefs Politieregio s de Korpsbeheerders Politieregio s de Bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee i.a.a: de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tussentijds Bericht Nationaliteiten

Tussentijds Bericht Nationaliteiten JU Tussentijds Bericht Nationaliteiten TBN 2004/8 Aan: de Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken) i.a.a: de Minister van Buitenlandse Zaken de Gevolmachtigde Minister van Aruba de Gevolmachtigde Minister

Nadere informatie

Legeswijzer voor de IND

Legeswijzer voor de IND Legeswijzer voor de IND Versie augustus 2012 Aanvraag verblijfsvergunning met mvv voor hetzelfde verblijfsdoel als waarvoor een verblijfsvergunning wordt aangevraagd > zie tarieflijst A Aanvraag verblijfsvergunning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 663 Wet van 15 december 2011 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Inleiding Verblijf in de vrije termijn Visa voor kort verblijf Uitgevers (november )

Inleiding Verblijf in de vrije termijn Visa voor kort verblijf Uitgevers (november ) 1 Inleiding Verblijf in de vrije termijn Paspoort-, visum- of mw-vereiste Vrijstelling van paspoort-, visum- of mw-vereiste Ontheffing van paspoort-, visum- of mw-vereiste Verplichtingen in verband met

Nadere informatie

Bijlage 3. Legeswijzer voor de IND. Versie juli 2011

Bijlage 3. Legeswijzer voor de IND. Versie juli 2011 Bijlage 3 Legeswijzer voor de IND Versie juli 2011 Aanvraag verblijfsvergunning met mvv voor hetzelfde verblijfsdoel als waarvoor een verblijfsvergunning wordt aangevraagd > zie tarieflijst A Aanvraag

Nadere informatie

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000)

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) (Tekst geldend op: 13-11-2007) Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

Wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) (Tekst geldend op: 21-10-2011) Wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 11 juli Rapportnummer: 2013/084

Rapport. Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 11 juli Rapportnummer: 2013/084 Rapport Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 11 juli 2013 Rapportnummer: 2013/084 2 Klacht Verzoekster, die de Surinaamse nationaliteit had en in Suriname

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 2 Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken

Nadere informatie

Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen

Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen 1 Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen Versies 1 geldend per 1 april 2013 MigratieWeb ve13000666 Bijgewerkt sinds tekst per 1 januari 2013 (ve13000300) met WBV 2013/4 (ve13000622). [ Voor Bonaire,

Nadere informatie

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/20, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 23 augustus 2016, houdende bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) (Stb. 2016, 320)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 111 19 juni 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 15 mei 2009, nr. 5600380/09, houdende wijziging van

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen JU Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2003/63 Aan: de Korpschefs Politieregio s de Korpsbeheerders Politieregio

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B13 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B13 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12710 13 maart 2019 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 4 maart 2019, nummer WBV 2019/2, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 258 Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar

Nadere informatie

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72. C14-6 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van onderdanen van de Lid-Staten binnen de Gemeenschap ter zake van vestiging en verrichten van diensten (73/148/EEG)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 549 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 896 Regeling van het beroepsgoederenvervoer en het eigen vervoer met vrachtauto s (Wet wegvervoer goederen) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Inhoud. Opschrift Aanhef + Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen artikelen Hoofdstuk 2 Toegang artikelen 3-7

Inhoud. Opschrift Aanhef + Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen artikelen Hoofdstuk 2 Toegang artikelen 3-7 Inhoud Opschrift Aanhef + Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen artikelen 1-2 + Hoofdstuk 2 Toegang artikelen 3-7 + Hoofdstuk 3 Verblijf artikelen 8-45 + Hoofdstuk 4 Toezicht en uitvoering artikelen 46-55

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 497 Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10)

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10) JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/10) Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 februari 2008, nr. 2008/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. Gelet op de Vreemdelingenwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf B2/2.1. Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf B2/2.1. Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53586 28 september 2018 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 september 2018, nummer WBV 2018/12,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad teneinde haar

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 september 2010 (09.09) (OR. en) 13380/10 FRONT 125 COMIX 571

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 september 2010 (09.09) (OR. en) 13380/10 FRONT 125 COMIX 571 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 september 2010 (09.09) (OR. en) 13380/10 FRONT 125 COMIX 571 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000)

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Aliens Decree 2000 Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Afdeling 1. Definitiebepalingen Artikel 1.1 (I,

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

~it~aveüai het ministerie van Justitie, Immigratieen Naturalisatiedienst, maart 1994, 's-grauenhage.

~it~aveüai het ministerie van Justitie, Immigratieen Naturalisatiedienst, maart 1994, 's-grauenhage. Inhoud c n ~it~aveüai het ministerie van Justitie, Immigratieen Naturalisatiedienst, maart 1994, 's-grauenhage. C2 Taakverdeling bij de afhandeling van visum- A412 aanvragen, ingediend vanuit het buitenland,

Nadere informatie

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000)

Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Aliens Decree Besluit van 23 november 2000 tot uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (Vreemdelingenbesluit 2000) Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Afdeling 1. Definitiebepalingen Artikel 1.1 (I, J)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2256 29 12 12februari 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 28 januari 2009, nr. 2009/4, houdende

Nadere informatie

180. BIJSTAND AAN VREEMDELINGEN

180. BIJSTAND AAN VREEMDELINGEN 180. BIJSTAND AAN VREEMDELINGEN 1. ALGEMEEN 1.1 Intro Artikel 11 WWB geeft aan dat in een aantal gevallen de hier te lande verblijvende vreemdeling met de Nederlander wordt gelijkgesteld. Hierdoor is aanspraak

Nadere informatie

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 JU Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 24 februari 2006, nr. IND uit 06-858(AUB), houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen

Nadere informatie

VreemdelinKencirculaire. 's-gravenhage,11 december 1977

VreemdelinKencirculaire. 's-gravenhage,11 december 1977 MINISTERIE VAN JUSTITIE Op te bergen achter Deel C van de Directie Vreemdelingenzaken VreemdelinKencirculaire Nr. AJZ 1334/E-633-317 (na de aanschrijving van 1 december 1977) 's-gravenhage,11 december

Nadere informatie

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188). A 1 Inleiding 3 1 Algemeen De Vreemdelingencirculaire 1982, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 26 oktober 1982, vormt het geheel van algemene aanwijzingen aan de ambtenaren

Nadere informatie

A 5 Toezicht Aantekeninqen in en het tijdelijk in bewarinq nemen van reis- en identiteitspapieren

A 5 Toezicht Aantekeninqen in en het tijdelijk in bewarinq nemen van reis- en identiteitspapieren A 5 Toezicht 44 5 Aantekeninqen in en het tijdelijk in bewarinq nemen van reis- en identiteitspapieren 5.1 Stellen van aantekeninqen 5.1.1 Alqemeen De met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling

Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling Inleiding Inleiding 1 Algemeen 2 Indeling 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie 5 De verhouding tussen de Minister van Justitie,

Nadere informatie

Werkinstructie 2016/2 (SUA) OPENBAAR

Werkinstructie 2016/2 (SUA) OPENBAAR Werkinstructie 2016/2 (SUA) OPENBAAR Aan directeuren IND cc DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 1 juli 2016 Kenmerk Vindplaats Informind/website IND Onderwerp Richtlijnen voor afgifte van arbeidsmarktaantekening

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van); Ontwerpbesluit van Tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, het Besluit inburgering en het Vreemdelingenbesluit 2000 om enkele regelingen te treffen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24010 30 december 2011 Regeling van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 23 december 2011, nr. 2011-2000589459,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12803 21 mei 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 mei 2013, nummer WBV 2013/8, houdende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2008 (02.07) (OR. fr) 11253/08 FRONT 62 COMIX 533

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2008 (02.07) (OR. fr) 11253/08 FRONT 62 COMIX 533 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 juni 2008 (02.07) (OR. fr) 11253/08 FRONT 62 COMIX 533 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8529 28 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 20 maart 2014, nummer WBV 2014/10, houdende

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070)

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070) Beschikkina Ministerievan Justitie telefoon (070) 37079 11 telex 30912 mvj nl faxnummer (070) 370 7900 1 Directie Vreemdelingel)zaken postbus 30125.2500 GC Den Haag faxnummer (070) 3703607 Staf Beleidsontwikkeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 079 Voorstel van wet van het lid Voortman houdende vastlegging in de Vreemdelingenwet 2000 van rechten die vreemdelingen ontlenen aan de Overeenkomst

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 26 (1990) Nr. 15 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 291 A. TITEL Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie,

Nadere informatie

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1

VERORDENINGEN. 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 16.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 469/2009 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 48 Besluit van 13 september 2016 tot afkondiging van de Rijkswet van 23 augustus 2016 houdende bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS Marianne Wiersma wiersma@wybenga-advocaten.nl 010-214 00 00 / 06 15 07 46 15 VERLENGING & INTREKKING VV

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 Instantie Datum uitspraak 15-12-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-6222 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914

ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 ECLI:NL:RBDHA:2016:4914 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 06-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 14610 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71186 24 december 2018 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 11 december 2018, nummer 2433902,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 177 Besluit van 14 mei 2007, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met verblijf van werknemers, werkzaam op Noordzee-installaties

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381

C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen c1 8-4 C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381 Overeenkomst ter uitvoering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 438 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte van rijbewijzen Nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 263 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 14 juni 2000 Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden p* i.luj mnx nco 1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1994 JE MA NTIEND 959 Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatssecretaris van Justitie Mevrouw mr. N. Albayrak Postbus EH 'S-GRAVENHAGE

Staatssecretaris van Justitie Mevrouw mr. N. Albayrak Postbus EH 'S-GRAVENHAGE Staatssecretaris van Justitie Mevrouw mr. N. Albayrak Postbus 20301 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Mr. J. de Poorte 070 370 8007 4 december 2008 ACVZ/ADV/08/016 Advies inzake wijziging Vreemdelingenbesluit 2000

Nadere informatie

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 11452 27 juli 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 10 juli 2009, nummer WBV 2009/14, houdende wijziging

Nadere informatie

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000.

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/9, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 99/8 VERORDENING (EG) Nr. 693/2003 VAN DE RAAD van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2008 (OR. en) 2007/086 (COD) PE-CONS 3608/08 VISA 37 FRONT 8 COMIX 93 CODEC 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 14025 21 september 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 4 september 2009, nr. WBV 2009/19, houdende wijziging

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5426

ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5426 ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5426 Instantie Datum uitspraak 13-02-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 09/3458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 364 Besluit van 10 september 2003 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met het vervallen van het driejarenbeleid en enkele

Nadere informatie