NOTA VOOR HET BESTUUR. Betreft: Duurzame Ontwikkeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA VOOR HET BESTUUR. Betreft: Duurzame Ontwikkeling"

Transcriptie

1 1 Behoort bij punt 9c van de agenda van de 249 ste vergadering van het bestuur d.d. 6 juni 2013 NOTA VOOR HET BESTUUR Betreft: Duurzame Ontwikkeling Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja De ontwikkelingen op het gebied van duurzame soja(olie) gaan vrij moeizaam. In de afgelopen periode is meer en meer gebleken dat er vraagtekens worden gezet rondom de RTRS. Dit heeft velerlei oorzaken waaronder een beperkte interesse aan de productiekant (sojaboeren), maar ook een beperkte vraag naar verantwoorde soja in de afzetmarkten. In Nederland heeft de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja zich tot doel gesteld om in 2015 alle voor de Nederlandse markt bestemde soja duurzaam te hebben. Daarbij wordt ingestoken op RTRS of equivalent aan RTRS. Gezien bovenstaande levert dit nu een probleem op. Daarom is de stichting met een voorstel gekomen om via een soort van transitiemodel tot het doel te komen waarbij getracht wordt alle relevante partijen (alsnog) te betrekken. Belangrijk is hierbij op te merken dat de voedersector de leiding neemt. MVO is betrokken bij de Stichting met het oog op de soja-olie wat een aanmerkelijk kleiner volume betreft. MVO heeft over de ontwikkelingen en de route voorwaarts contact met industrie, overheid en NGO s en richt zich op het totstandkomen van een mainstream oplossing. Duurzame palmolie De Task Force duurzame palmolie heeft in april 2013 de tweede jaarrapportage gepubliceerd (zie bijlage). MVO heeft de monitoring dankzij de raffinadeurs kunnen uitvoeren en de rapportage in samenwerking met de leden geschreven. Het aandeel duurzame palmolie is gestegen van 21% in 2011 naar 42% in Het aantal leden van GreenPalm en RSPO is gestegen evenals het aantal bedrijven dat supply chain gecertificeerd is. De leden van de Task Force hebben actieplannen voor 2013 opgesteld. Deze zijn beschikbaar op de website van de Task Force. MVO ondersteunt de Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie in de monitoring van het (duurzame) palmolie gebruik in België (Dit is mogelijk door medewerking van de raffinadeurs in Nederland en België). Op 13 juni a.s. wordt de Task Force Duurzame Palmolie Award 2012 uitgereikt aan Unilever. Dit vindt plaats bij de expositie over palmolie in Blijdorp. Unilever is gekozen door de Task Force leden vanwege de geleverde inspanningen in MVO heeft regelmatig contact met andere lidstaten de ontwikkelingen op het gebied van duurzame palmolie. In februari heeft MVO samen met de RSPO een netwerkborrel georganiseerd. Deze is goed bezocht. MVO heeft presentaties over duurzaamheid gegeven

2 2 tijdens het tripartite overleg (overheid, bedrijfsleven en NGO s), de MVO Food and Safety cursus 2013 en een bijeenkomst van GAPKI. Binnen de RSPO voert MVO het voorzitterschap van de Trade& Traceability Standing Committee en is lid van de Claims & Communication Standing Committee. Biobrandstoffen Op 17 oktober 2012 heeft de Europese Commissie haar voorstel tot aanpassing van de Renewable Energy Directive (RED) en de Fuel Quality Directive (FQD) gepubliceerd. Nederland steunt het voorstel van de Europese Commissie en verwelkomt het wijzigingsvoorstel van de Commissie inzake het vergroten van de duurzaamheid van biobrandstoffen. Zoals in de recente brief van de Staatssecretaris van I&M aan de Tweede Kamer is gemeld blijft Nederland zich in het onderhandelingstraject onverminderd inzetten op een plafond van maximaal 5% conventionele biobrandstoffen en op snelle besluitvorming hieromtrent (zie de bijgevoegde Kamerbrief). Het Ierse voorzitterschap heeft naar aanleiding van de kritiek op het voorstel echter een aangepast voorstel ontwikkeld (zie de bijgevoegde Presidency s progress report, alleen elektronisch beschikbaar). Hierbij komt het voorgesteld plafond van 5% voor voedselgewassen te vervallen. Wel komt er een subdoelstelling voor zogenaamde geavanceerde gewassen (2%). Biobrandstoffen op basis van gebruikt frituurvet en dierlijk vetten kunnen in dit voorstel wel dubbeltellen, maar komen niet in aanmerking om het doel van 2% geavanceerde biobrandstoffen in te vullen. Used Cooking Oil (UCO)Inzamelaars van gebruikte frituurvetten, handelaren en Nederlandse biodieselbedrijven ondervinden problemen met de implementatie van de Duitse eisen met betrekking tot grondstoffen voor dubbeltellende biobrandstoffen. MVO tracht duidelijkheid te krijgen van de Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) over de juiste wijze van interpretatie van nieuwe wetgeving. De Duitse autoriteiten hebben bovendien de status van gebruikt frituurvet uit derde landen in het kader van de Dierlijke bijproductenverordening ter discussie gesteld. Een aantal containers staan geblokkeerd bij de Duitse douane. Vooralsnog hebben de autoriteiten geen officiële verklaring gegeven waarom de containers zijn geblokkeerd. Het onderwerp is besproken op EU-niveau. De voorzitter van de EU-werkgroep heeft toegezegd de juridische service een communicatiedocument te laten opstellen dat lidstaten een handvat moet bieden bij de interpretatie. De NVWA heeft laten weten de Duitse handelwijze niet te volgen zolang de verordening niet is aangepast. MVO bemiddelt bij het vinden van een oplossing. MeerjarenEnergieAfspraken MJA 3 MVO heeft het concept Meerjarenplan MJA ingediend bij Agentschap NL. De MVO-industrie heeft een flinke ambitie van 20% energie-efficiency verbetering ten opzichte van referentiejaar In totaal zijn er door de 17 deelnemende bedrijven 208 maatregelen gepland. Daarvan zijn er 89 met de status zeker en 41 voorwaardelijk. MVO zal zich inspannen om bedrijven te ondersteunen zodat een klimaat ontstaat waarbij aan de voorwaarden voor het realiseren van de voorwaardelijke maatregelen wordt voldaan. Het Ministerie van Economische Zaken zal een officiële reactie geven op het MJP.

3 3 MJA-routekaart Innovatieve scheidingstechnologie Op 27 mei jl. heeft de startbijeenkomst plaatsgevonden van het MVO-membraanproject. Voor het project is een budget wordt door NL GUTS, de Nederlandse gebruikers groep van scheidingstechnologie, beschikbaar gesteld. Doel van het project is om vast te stellen welke membranen en membraansystemen geschikt zijn en vast te stellen of deze een goed scheidingsrendement opleveren en behouden. Tijdens het project wordt getest met specifieke stromen van plantaardige olie en oplosmiddel. Het project heeft een looptijd van een jaar. Twee bedrijven uit de sector nemen deel aan het project. Waterbehandeling In 2013 is het eindrapport van de waterbenchmark opgeleverd (zie bijgevoegd rapport, alleen elektronisch beschikbaar). De belangrijkste conclusie van dit rapport is dat de waterbehandelingsmethoden die de MVO-bedrijven en de daarmee samenhangende kosten sterk variëren. Alle MVO-bedrijven nemen drinkwater in en de helft ook oppervlaktewater. De kosten van inname en behandeling van drinkwater tot de juiste gebruikskwaliteit variëren een factor 6. De kosten voor inname en gebruiksklaar maken van oppervlakte water variëren een factor 12. Naast proceswater zijn ketelvoedingswater en suppletiewater voor koeltorens de belangrijkste toepassingen. Tevens is gebleken is dat niet alle bedrijven een even goed inzicht hebben in het verbruik en in de kosten. Slechts 40% van de bedrijven had voor dit onderzoek de lozingskosten paraat. Van de bedrijven die gegevens verstrekte bleken de kosten een factor 77 te verschillen. Hoewel het door het ontbreken van voldoende vergelijkingsmateriaal onmogelijk is om conclusies te trekken, lijkt het nuttig om de kosten van (afval)waterbehandeling eens kritisch te bekijken. MVO zal de bedrijven vragen of voortzetting gewenst is en waar bij een vervolg de nadruk op zou moeten liggen Zoetermeer, 30 mei 2013

4 RESULTATEN 2012 Duurzame palmolie 100% Duurzame palmolie: de norm in 2015

5 In algemene cijfers Het volume duurzame palmolie dat werd verwerkt in voedingsmiddelen en voedertoepassingen bedroeg ton, oftewel 41% van het totale volume palmolie dat werd verwerkt in Nederland. In 2011 was dit nog 21%. Van dit volume duurzame palmolie werd 44% via certificaten aangekocht. De overige 56% werd voor de helft via Mass Balance en voor de andere helft via Segregated geleverd. In vergelijking met 2011 is er een behoorlijke toename in het volume Mass Balance. De hoeveelheid palmolie gebruikt voor de productie van voedingsmiddelen in Nederland is grotendeels gelijk gebleven, evenals de verdeling over de sectoren. In 2012 zijn 18 bedrijven in Nederland lid geworden van de Ronde Tafel Duurzame Palmolie (RSPO). In totaal waren in Nederland 99 bedrijven lid van de RSPO in 2012, waarvan er 38 bedrijven Supply Chain-gecertificeerd zijn. Daarnaast waren 70 bedrijven lid van GreenPalm in Het resultaat mag er zijn en we kijken met positieve ver wachtingen naar de komende jaren. Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie Volume (ton) % 41% Aardappelverwerkende industrie Bakkerij en zoetwaren* Gemaksvoedingindustrie Sauzenfabrikanten Zuivel/ melkvervanger Overige voedingsmiddelen Margarine-industrie TASK FORCE DUURZAME PALMOLIE Jaarrapportage 2011 Certificaten Mass Balance Segregated Aandeel duurzame palmolie in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie Gebruik reguliere palmolie Gebruik duurzame palmolie Volume (ton) 10% 18% 7% 17% 60% 31% 38% 28% 49% 53% 28% 31% 37% 76% Duurzame palmolie wordt verhandeld volgens een van de door RSPO goedgekeurde handelsopties: 1. Book & Claim (B&C): Plantages die volgens de RSPOstandaard zijn gecertificeerd, kunnen GreenPalm-certificaten aanbieden en verkopen. Eindgebruikers van palmolieproducten zoals palmolie, palmpitolie of afgeleide producten kunnen certificaten kopen voor duurzaam geproduceerde palmolieproducten ( of 2. Mass Balance (MB): Duurzame palmolie van gecertificeerde bronnen wordt administratief gevolgd in de keten, maar kan worden vermengd met reguliere palmolie, of 3. Segregation (SG): Duurzame palmolie van verschillende gecertificeerde plantages wordt door de hele keten apart gehouden van reguliere palmolie, of 4. Identity Preserved (IP): Duurzame palmolie van één enkele gecertificeerde oliemolen wordt door de hele keten apart gehouden van reguliere palmolie. ( Duurzame Palmolie Palmolie wordt gewonnen uit oliepalmvruchten. De oliepalm wordt voornamelijk verbouwd in Indonesië en Maleisië. Naast de olie uit de vrucht wordt er ook olie uit de palmpit gewonnen, de zgn. palmpitolie. Palmolie en palmpitolie wordt als natuurlijke grondstof in ongeveer 60% van de producten in de supermarkt verwerkt, onder andere in margarines, koekjes, snacks, zeep en cosmetica maar ook in diervoeders, techniek en chemie. Palmolie draagt bij aan de smaak, textuur, stevigheid en het smeltgedrag van producten. Duurzame palmolie is gecertificeerd volgens de principes en criteria van de Ronde Tafel Duurzame Palmolie (RSPO) of een hieraan gelijkwaardige standaard. RSPO is het internationale platform waarbinnen maatschappelijke organisaties, industrie en detailhandel de wereldwijde palmolieproductie en -handel verduurzamen. 44% 79% 42% Aardappelverwerkende industrie Bakkerij en zoetwaren* Gemaksvoedingindustrie Sauzenfabrikanten Zuivel/ melkvervanger Overige voedingsmiddelen Margarine-industrie *inclusief hartige droge snacks en noten Task Force Duurzame Palmolie In 2010 is de Task Force Duurzame Palmolie opgericht op initiatief van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën. Het is een samenwerkingsverband van alle in Nederland gevestigde schakels in de palmolieketen. Het doel is om uiterlijk eind 2015 alle palmolie die in Nederland wordt verwerkt in voedingsmiddelen en voedertoepassingen duurzaam in te kopen. Sinds de oprichting hebben alle partners hard gewerkt aan het verduurzamen van de palmolieketen. Aan de Task Force doen mee: FNLI, Vernof, AKSV, BNMF, VAVI, VBZ, CBL, Nevedi en IDH. Aandeel duur Duurzame p Reguliere pa Aandeel duur Duurzame p Reguliere pa 0 20 Aandeel duur Duurzame p Reguliere pa

6 Belangrijke resultaten per Task Force-lid in 2012 De Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (Vernof) vertegenwoordigt de belangen van zeven bedrijven die plantaardige oliën, vetten en eiwitten produceren en die plantaardige en dierlijke oliën en vetten 2012 raffineren in Nederland. 44% Certificaten Mass Balance De Vernof heeft zich in 2012 met name gericht op de promotie Segregated en realisatie van de fysieke handelsstromen. Alle Vernof-bedrijven waren al lid van RSPO, zijn Supply Chain-gecertificeerd en zijn dit in 2012 gebleven. Het totale Nederlandse verbruik van palmolie door de voedingsmiddelenindustrie is nagenoeg gelijk gebleven met % ton in 2012 en ton in % industrie ruik reguliere palmolie De Federatie Nederlandse ruik duurzame palmolie Levens middelen Industrie (FNLI) is de 28% koepelorganisatie van levensmiddelenproducenten en brancheorganisaties in de Nederlandse levensmiddelen industrie (food en non-food). De FNLI heeft zich in 2012 actief gericht op informatievoorziening ederlandse voedingsmiddelenindustrie over duurzame palmolie aan haar leden. In 2012 waren 53 FNLI-leden lid van RSPO en 42 lid van GreenPalm. Verder zijn Gebruik reguliere palmolie bedrijven Supply Chain-gecertificeerd Gebruik duurzame palmolie en van één bedrijf is de aanvraag voor certificering in behandeling. Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie Onderverdeling duurzame palmolie 2012 Certificaten Segregated De Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF) is de vereniging die de (gezamenlijke) 4% belangen behartigt van vijf leden die producten als margarines, halvarines, bak- en braadproducten en spijsoliën en Aandeel -vetten duurzame maken. Meer palmolie dan % van de palmolie ingekocht door de Duurzame margarine-industrie palmolie in was duurzaam. In 2012 heeft de Reguliere BNMF zich palmolie o.a. beziggehouden met 500 het agenderen van duurzame 4.000palmolie bij de Europese 96% brancheorganisatie 0 IMACE en het stimuleren van gebruik van duurzame palmolie 2011 voor 2012 producten die niet onder de eigen merkproducten van de BNMF-bedrijven vallen. Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie Onderverdeling duurzame palmolie Certificaten Mass Balance 0 Segregated 13% 12% Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie 75% Onderv palmoli Cert Segr Onderv palmoli Cert Mas Segr 1 76% 79% 42% De Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging (AKSV) is de brancheorganisatie voor producenten van gemaksvoeding zoals kroketten, frikadellen, oriëntaalse snacks, salades, sandwiches, pizza s en kant-en-klaar 76% maaltijden. De leden van de 42% AKSV hebben op het totale volume dat verbruikt is door de leden, 49% 53% 79% 80% aan duurzame palmolie gebruikt. Binnen AKSV is afgesproken dat leden die nog geen duurzame palmolie verwerken ernaar 37% 31% zullen streven om hier zo spoedig mogelijk toe over te gaan. vervanger e voedingsmiddelen Margarine-industrie ef hartige 38% droge snacks en noten -industrie Onderverdeling duurzame palmolie 2012 Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie *inclusief hartige droge snacks en notencertificaten Segregated Bakkerij en zoetwaren* Aardappelverwerkende industrie Gemaksvoedingindustrie Sauzenfabrikanten 2011 Zuivel/ melkvervanger Overige voedingsmiddelen 2012 Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Margarine-industrie 4% 96% Onderverdeling duurzame palmolie 2012 Certificaten Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie De leden van de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie Reguliere palmolie (VAVI) zijn de fabrikanten van aardappelproducten. Palmolie wordt gebruikt 0 voor de productie van voorgebakken aardappelproducten. Individuele leden hebben duurzaamheids verslagen gepubliceerd waarin melding wordt gemaakt van Aandeel duurzame palmolie de realisatie en plannen voor Duurzame palmolie het komende jaar. De VAVI Reguliere palmolie telt zeven leden waarvan er zes voorgebakken 0 producten maken; 90% 2011van de productie (1,9 miljoen ton) is bestemd voor de export Vijf Aandeel leden hebben duurzame in totaal palmolie Onderverdeling duurzame Duurzame GreenPalm-certificaten gekocht. Daarmee is het Mass Balance palmolie palmolie 2012 Reguliere palmolie Certificaten aandeel duurzame palmolie Segregated gestegen van 10 naar bijna % % % Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie % % Onderv palmoli Cert Mas Segr

7 % De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) is de brancheorganisatie voor fabrikanten van koek, Aandeel duurzame palmolie snoep, chocolade en hartige versnaperingen. Reguliere Palmolie palmolie wordt voornamelijk gebruikt bij de vervaar- Duurzame palmolie diging van koek, banket en chocoladeproducten. De inkoop van duurzame palmolie maakt nadrukkelijk deel uit van de VBZ-aanpak in het kader van duurzaamheid. Dit komt o.a. tot uiting in de Barometer Duurzame Bakkerij- en Zoetwaren waarin duurzame palmolie een belangrijk verplicht criterium is. Het percentage duurzame palmolie is flink gestegen in deze sector, van in 2011 naar 53 in Er is meer gebruik gemaakt van fysieke duurzame palmolie dan certificaten in vergelijking met vorig jaar. Met name het aandeel Mass Balance is gestegen. Van 0 de ruim 100 VBZ-leden zijn in totaal 27 leden lid van de RSPO, leden lid van GreenPalm en 11 leden Supply Chain-gecertificeerd. Aandeel duurzame palmolie Duurzame palmolie Reguliere palmolie Onderverdeling duurzame palmolie 2012 Certificaten Mass Balance Segregated 63% 8% 29% centraal bureau levensmiddelenhandel Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) behartigt de collectieve belangen van de supermarktbranche en foodservice-bedrijven. Bij het CBL zijn 27 bedrijven aangesloten. Alle Nederlandse supermarkten, aangesloten bij CBL, hebben zich gecommitteerd om uiterlijk eind 2015 de palmolie in alle huismerkproducten RSPO-gecertificeerd te laten zijn. CBL is namens alle leden sinds 2011 lid van RSPO. Naast CBL zijn ook Ahold, Lidl en Superunie individueel lid. Bij de CBL-leden is duurzame palmolie (RSPO) onderdeel van de inkoopvoorwaarden voor alle huismerken. De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) is de brancheorganisatie voor de diervoederproducenten en vertegenwoordigt de belangen van fabrikanten van mengvoeders en pre-mixen, van kalvermelkproducenten en van leveranciers van vochtrijke diervoeders. Palmolie wordt gebruikt bij de productie van diervoeder; daarnaast worden in mengvoeders substantiële volumes palmpitschilfers (een bijproduct van de palmolieproductie) verwerkt. Nevedi bereidt zich voor om alle palmolie die gebruikt wordt voor de Nederlandse diervoeders te certificeren volgens de criteria die zijn bepaald binnen de RSPO. Ze beraadt zich op aansluiting bij de foodsector in het palmoliedossier voor wat betreft het gebruik van dit product in diervoeders. Stimuleren van de productie van duurzame palmolie Bedrijf Lid worden GreenPalm Lid worden RSPO Supply Chain-certificering Certificaten kopen Fysieke palmolie inkopen Certificaten redeemen Vergunningen aanvragen handelsmerkgebruik Duurzaamheidsclaim op verpakking Voor meer informatie, de volledige jaarrapportage 2012 en de plannen voor de komende jaren: en Secretariaat Task Force Duurzame Palmolie: Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) Eddy Esselink, , esselink@mvo.nl Inke van der Sluijs, , sluijs@mvo.nl

8 > Retouradres Postbus EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage Directie Europa Bezoekadres Bezuidenhoutseweg AC Den Haag Postadres Postbus EK Den Haag Factuuradres Postbus BD Den Haag Overheidsidentificatienr Datum 17 mei 2013 Betreft Geannoteerde agenda Energieraad 7 juni 2013 Geachte Voorzitter, Bijgaand doe ik u de geannoteerde agenda toekomen van de Energieraad die op 7 juni plaatsvindt in Luxemburg. T (algemeen) Ons kenmerk DE / Bijlage(n) 1 Aan de Raad zal een voortgangsrapport voorliggen over de richtlijn tot wijziging van de richtlijn brandstofkwaliteit en de richtlijn hernieuwbare energie die op 17 oktober 2012 is uitgebracht. Aan de Milieuraad van 18 juni zal hetzelfde voortgangsrapport voorliggen. De onderhandelingen zullen tijdens het Litouwse voorzitterschap worden voortgezet. De Raad zal naar verwachting raadsconclusies aannemen over de Commissiemededeling over de interne energiemarkt die op 15 november 2012 is uitgebracht. Op het moment van schrijven zijn de definitieve raadsconclusies nog niet beschikbaar. Ten slotte zal de Commissie haar mededeling over energietechnologie en innovatie presenteren, die op 2 mei 2013 is uitgebracht. Op basis van deze presentatie zal een eerste gedachtewisseling plaatsvinden. Op het moment van schrijven is nog niet bekend of het Litouwse voorzitterschap tijdens de tweede helft van 2013 raadsconclusies wil aannemen. Onder het punt diversen zullen de Commissie en het voorzitterschap informatie geven over de internationale energiebetrekkingen en zal het aankomende Litouwse voorzitterschap haar programma voor de tweede helft van 2013 presenteren. Bijgaand informeer ik uw Kamer tevens over de voortgang bij het behalen van de Europese 20% hernieuwbare energiedoelstelling voor 2020 waarover de Commissie op 27 maart 2013 een mededeling uitbracht. Dit onderwerp staat niet op de agenda van de energieraad van 7 juni. (w.g.) H.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken Pagina 1 van 7

9 Directie Europa DE / BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA ENERGIERAAD 7 JUNI 2013 Indirecte veranderingen in landgebruik door de productie van biobrandstoffen Voortgangsrapport Aan de Raad zal een voortgangsrapport voorliggen over de richtlijn tot wijziging van de richtlijn brandstofkwaliteit en de richtlijn hernieuwbare energie die op 17 oktober 2012 is uitgebracht (Kamerstuk , Nr. 1515). Aan de Milieuraad van 18 juni zal hetzelfde voortgangsrapport voorliggen. De onderhandelingen zullen tijdens het Litouwse voorzitterschap worden voortgezet. Het doel van het voorstel van de Commissie is het terugdringen van de broeikasgasuitstoot van biobrandstoffen die samenhangen met de zogenaamde indirecte veranderingen in landgebruik (ILUC). Deze broeikasgasuitstoot ontstaat als bestaande landbouwgronden worden ingezet voor de productie van biobrandstoffen en vervolgens nieuwe of andere gebieden in gebruik worden genomen voor landbouwdoelen als voedsel- of veevoederproductie. Met het voorliggende voorstel probeert de Commissie de duurzaamheid van biobrandstoffen te vergroten. De richtlijnen brandstofkwaliteit en hernieuwbare energie zijn nauw met elkaar verwant: voor het behalen van de in de richtlijnen opgenomen doelstellingen zullen naar verwachting veelal biobrandstoffen worden ingezet. Deze biobrandstoffen dienen te voldoen aan duurzaamheidscriteria. De richtlijn brandstofkwaliteit kent een doelstelling van 6% minder broeikasgasemissies per energiehoeveelheid over de fossiele keten in 2020 ten opzichte van De richtlijn hernieuwbare energie kent onder andere een doelstelling van 10% aandeel hernieuwbare energie in de vervoersector in Hoofdpunten uit het Commissievoorstel: - Het aandeel van conventionele biobrandstoffen (veelal geproduceerd uit voedselgewassen ) in het halen van de vervoersdoelstelling uit de richtlijn hernieuwbare energie wordt beperkt tot 5%, waarbij de resterende opgave (tot 10% totaal) moet worden ingevuld met geavanceerde biobrandstoffen. - Om de inzet van geavanceerde biobrandstoffen (uit afval en residuen, of in de toekomst uit algen) verder te stimuleren wordt in het voorstel bepaald dat deze meervoudig meetellen voor de doelstelling van 10% hernieuwbare energie in de vervoersector in Lidstaten en brandstofleveranciers dienen in de toekomst te rapporteren over broeikasgasemissies ten gevolge van indirecte veranderingen in landgebruik als gevolg van de productie van biobrandstoffen. Deze cijfers worden niet meegenomen bij het bepalen van de broeikasgasuitstoot van de ingezette biobrandstof. Zowel tijdens de Energieraad van 22 februari 2013 als tijdens de Milieuraad van 21 maart 2013 vond een oriënterend debat plaats. Uit de aan uw Kamer toegezonden verslagen van de Energieraad (Kamerstuk nr. 44) en Milieuraad (Kamerstuk nr. 456) blijkt dat de standpunten van de lidstaten ver uit elkaar liggen. Het Ierse voorzitterschap heeft ondertussen in de ambtelijke werkgroep een aantal compromissen voorgesteld, die echter nog Pagina 2 van 7

10 Directie Europa DE / niet op instemming van de lidstaten hebben kunnen rekenen. De discussie focust zich op de hoogte van het aandeel conventionele biobrandstoffen. Een groot aantal lidstaten is niet positief over de grens van 5%, omdat zij vrezen voor een negatief effect op reeds gedane investeringen en omdat het voorstel onvoldoende rekening houdt met het feit dat de productiecapaciteit voor geavanceerde biobrandstoffen in veel lidstaten nog onvoldoende is om het transportdoel te behalen. Daarnaast vindt een aantal lidstaten dat de voorgestelde grens van 5% de productie van geavanceerde biobrandstoffen onvoldoende stimuleert. Het Ierse voorzitterschap presenteert tijdens de Energieraad van 7 juni als ook tijdens de Milieuraad van 18 juni 2013 de voortgang van de onderhandelingen. Nederland verwelkomt het wijzigingsvoorstel van de Commissie en is voorstander van het vergroten van de duurzaamheid van biobrandstoffen. Zoals in de recente brief van de Staatssecretaris van I&M aan uw Kamer is gemeld blijft Nederland zich in het onderhandelingstraject onverminderd inzetten op een plafond van maximaal 5% conventionele biobrandstoffen en op snelle besluitvorming hieromtrent. Nog steeds hecht Nederland er zeer aan dat op termijn zowel directe als indirecte (ILUC) emissies worden meegenomen in de beoordeling van de broeikasgasprestatie van biobrandstoffen met behulp van gewasspecifieke ILUC-factoren. Indirecte emissies kunnen namelijk van gewas tot gewas in hoogte verschillen. Tijdens de oriënterende debatten in de vorige Energie- en Milieuraad bleek echter dat de kans op acceptatie hiervan op korte termijn minimaal is. Nederland zal zich derhalve hard blijven maken voor afspraken over de introductie van gewasspecifieke ILUC-factoren op langere termijn. Nederland onderschrijft de intenties van de Commissie ten aanzien van geavanceerde biobrandstoffen. In het voorstel ontbreekt echter nog een aantal zaken dat van belang is voor de stimulering van geavanceerde biobrandstoffen, zoals heldere randvoorwaarden voor het meervoudig mee laten tellen van geavanceerde biobrandstoffen. Dit is van belang ter voorkoming van een gefragmenteerde implementatie. Nederland zal hierover tijdens de onderhandelingen om opheldering vragen. Nederland heeft in relatie tot het realiseren van de nationale doelstelling voor hernieuwbare energie nog een budgettair voorbehoud bij het wijzigingsvoorstel gemaakt. Aan uw Kamer is gemeld dat het voorliggende voorstel negatieve consequenties voor het halen van de doelstelling voor hernieuwbare energie van 16% in 2020 heeft. Door de combinatie van een maximum van 5% op de bijdrage van conventionele biobrandstoffen en meervoudige telling van geavanceerde biobrandstoffen komt een lager (fysiek) volume biobrandstoffen op de markt. Voor het behalen van de nationale doelstelling voor hernieuwbare energie van 16% tellen alleen de fysieke biobrandstoffen mee. Deze verminderde bijdrage vanuit de vervoerssector aan het overall doel moet worden ingevuld met andere vormen van hernieuwbare energie en zal extra kosten met zich meebrengen. Volgens eerste berekeningen in een concept rapport van ECN zijn deze extra kosten significant en bedragen tientallen miljoenen per jaar. Nederland zal zich er tijdens de onderhandelingen voor inzetten om deze verminderde bijdrage aan de doelstelling te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door meervoudig tellende biobrandstoffen ook meervoudig mee te laten tellen voor de doelstelling hernieuwbare energie. Nederland wordt hierin gesteund door een aantal andere lidstaten. Pagina 3 van 7

11 Directie Europa DE / Interne energiemarkt Aanname raadsconclusies De Raad zal naar verwachting raadsconclusies aannemen over de Commissiemededeling over de interne energiemarkt die op 15 november 2012 is uitgebracht (Kamerstuk , Nr. 1530). Op het moment van schrijven zijn de definitieve raadsconclusies nog niet beschikbaar. In de mededeling beschrijft de Commissie de stand van zaken op de interne energiemarkt en benoemt zij de voornaamste uitdagingen voor de verdere ontwikkeling daarvan. De mededeling besteedt speciale aandacht aan: - De positie van (kwetsbare) consumenten; - De uitdagingen van de transitie naar een meer duurzame energiehuishouding, zoals het beter op elkaar afstemmen van nationale stimuleringsregimes voor hernieuwbare energie; - Marktgebaseerde oplossingen voor leveringszekerheidvraagstukken en het belang van Europese coördinatie daarbij. Daarnaast wordt nadruk gelegd op het belang van handhaving van bestaande Europese regels zoals die van het derde energiepakket, algemene mededingingsregels en regels op het terrein van markttoegang. In de onderhandelingen over de raadsconclusies zijn de belangrijke discussiepunten: - De paragraaf over prijsregulering: enkele lidstaten, waaronder Frankrijk, wil ruimte behouden om consumentenprijzen door de overheid vast te laten stellen. Een groot aantal andere lidstaten, waaronder Nederland, pleit voor een heldere boodschap door aan te geven dat marktgebaseerde prijzen essentieel zijn voor een goed functionerende interne markt. - De paragrafen over capaciteitsmechanismen en leveringszekerheid: met name Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk willen meer ruimte houden voor het doorvoeren van, in hun ogen, noodzakelijke nationale maatregelen op korte termijn zonder verplichting om andere marktgebaseerde oplossingen te zoeken en zonder verplichte voorafgaande afstemming binnen de regio. Een aantal andere lidstaten, waaronder Nederland, pleit voor grote terughoudendheid bij het instellen van capaciteitsmechanismen en wil voorafgaande regionale en Europese afstemming en verbetering van het functioneren van de markt. Daarnaast zouden criteria opgesteld moeten worden m.b.t. noodzakelijkheid, proportionaliteit, effectiviteit en tijdelijkheid van eventuele capaciteitsmechanismen. Voor Nederland is een goed werkende interne energiemarkt een cruciale voorwaarde voor een succesvolle energietransitie. Volledige implementatie van het derde energiepakket in alle EU lidstaten is daarbij van groot belang. Daarnaast zijn de volgende elementen van belang. Consumenten - Ondanks de geboekte vooruitgang op de interne energiemarkt (meer keuzevrijheid, meer concurrentie en lagere prijzen) moet er nog veel gebeuren om transparantie voor consumenten te vergroten en energie efficiëntie te verbeteren. Voor veel lidstaten liggen de uitdagingen op het terrein van het afschaffen van prijsregulatie en volledige implementatie van het tweede en derde energiepakket. Pagina 4 van 7

12 Directie Europa DE / Nederland wil de mogelijkheid openhouden om kwetsbare consumenten te beschermen via algemeen sociaal beleid (bijvoorbeeld via het sociaal zekerheidsstelsel of algemene schuldhulpverlening). Nederland is tegen een eventuele toekomstige Europese verplichting voor een specifiek energie armoede beleid. Hernieuwbare energie - Met het toenemende aandeel hernieuwbare energie vindt Nederland het cruciaal dat hernieuwbare energie deel gaat uitmaken van een goed functionerende interne markt, reageert op prijsprikkels en zo snel mogelijk gaat concurreren met fossiele energie. Een belangrijke voorwaarde daarbij is een goed functionerend emissiehandelssysteem (met een hogere CO2-prijs) met oog voor de concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven. Tijdens een workshop van het DG Mededinging van de Europese Commissie op 12 april 2013 hebben meerdere partijen aangegeven een zogenaamd feed-in tarief onwenselijk te achten, omdat een dergelijk systeem niet tot nauwelijks reageert op prijssignalen. - Daarnaast vindt Nederland het van belang dat nationale stimuleringsregimes beter op elkaar worden afgestemd om concurrentie tussen de verschillende nationale regimes tegen te gaan. De prioriteit na 2020 ligt voor Nederland bij het verminderen van de kosten van hernieuwbare energie. Innovatie kan hierbij een rol spelen. Capaciteitsmechanismen - Nederland deelt de zorgen van de Commissie rondom de ontwikkeling van capaciteitsmechanismen in verschillende EU lidstaten. Capaciteitsmechanismen zijn beleidsinstrumenten (vergoedingssystemen) die ervoor moeten zorgen dat er voldoende beschikbare productiecapaciteit in de markt aanwezig is om de leveringszekerheid te borgen. - Nationale maatregelen ter bescherming van de leveringszekerheid hebben, gelet op de sterk geïntegreerde energiemarkt, onvermijdelijk grensoverschrijdende effecten en kunnen de interne markt ondermijnen. Nederland is daarom sterk voorstander van Europese coördinatie van leveringszekerheidvraagstukken. Energietechnologie en innovatie Presentatie en eerste gedachtewisseling De Commissie zal haar mededeling over energietechnologie en innovatie presenteren, die op 2 mei 2013 is uitgebracht. Op basis van deze presentatie zal een eerste gedachtewisseling plaatsvinden. Op het moment van schrijven is nog niet bekend of het Litouwse voorzitterschap tijdens de tweede helft van 2013 raadsconclusies wil aannemen. In de mededeling geeft de Commissie aan te streven naar een EU-strategie voor energietechnologie tot 2050 door mogelijke technologiepaden en hun kosteneffectiviteit in 2020, 2030 en 2050 te onderzoeken. De Commissie streeft naar een strategie waarin het integrale energiesysteem wordt beschouwd alsook de gehele keten van fundamenteel onderzoek tot marktintroductie en wil meer loskomen van sectoraal technologiebeleid. Daarnaast wil de Commissie de koppeling tussen de ontwikkeling, demonstratie en marktintroductie van energietechnologieën en -oplossingen versterken. Daarbij moet volgens Pagina 5 van 7

13 Directie Europa DE / de Commissie worden gekeken naar het verhogen van de kosteneffectiviteit van EUinvesteringen in de ontwikkeling van energietechnologieën en het uitlokken van private investeringen voor energie-innovatie door het gebruik van andere instrumenten dan subsidies, zoals leningen, aandelen en garanties. Ten slotte, streeft de Commissie naar verbeterde samenwerking tussen de lidstaten en de Europese Commissie bij de ontwikkeling en uitrol in de markt van energietechnologieën, onder meer door het gebruik van regionaal EU beleid. Nederland kan de mededeling in algemene zin verwelkomen. De doelstellingen van de mededeling sluiten aan bij het energie-innovatiebeleid dat Nederland in de afgelopen anderhalf jaar heeft ingezet met de topsector energie, en waarvoor het een nieuwe structuur en organisatie (topteam, topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s)) van het nationale energieonderzoek heeft neergezet dat vraagsturing voorop stelt. Uw Kamer zal over de nieuwe mededeling worden geïnformeerd door middel van een BNCfiche. Diversen Informatie van de Commissie en het Voorzitterschap De Commissie en het voorzitterschap zullen informatie geven over de internationale energiebetrekkingen. Het aankomende Ierse voorzitterschap zal haar programma voor de eerste helft van 2013 presenteren. Pagina 6 van 7

14 Directie Europa DE / BIJLAGE: VOORTGANG 20% HERNIEUWBARE ENERGIEDOELSTELLING VOOR 2020 De Commissie heeft op 27 maart 2013 een mededeling uitbracht over de voortgang bij het behalen van de Europese 20% hernieuwbare energiedoelstelling voor Onderstaande berichtgeving vervangt het BNC-fiche, mede aangezien in de mededeling geen sprake is van nieuw beleid. De Commissie geeft aan dat de lidstaten bij het inwerkingtreden van de richtlijn hernieuwbare energie voortvarend van start zijn gegaan met de ontwikkeling van hernieuwbare energie. De data uit de voortgangsrapportages laten zien dat de Europese Unie als geheel nog steeds op koers ligt om de Europese doelstelling van 20% hernieuwbare energie in 2020 te halen. De Commissie waarschuwt echter dat de economische crisis en recente hervormingen in subsidiesystemen in een aantal lidstaten de toekomstige ontwikkeling van hernieuwbare energie kan afremmen. De Commissie pleit in de mededeling voor stabiele, marktgerichte en kosteneffectieve subsidiesystemen. De niet-bindende richtsnoeren voor hernieuwbare energie die de Commissie voor de zomer zal presenteren zijn noodzakelijk om te verzekeren dat stimuleringsystemen de markt niet verstoren, maar het marktfalen juist corrigeren. Zo moeten subsidiesystemen de productie van hernieuwbare energie zo bevorderen dat het blijft reageren op prijsprikkels van de energiemarkt. Nederland is verheugd dat de prognoses nog steeds uitwijzen dat de Europese hernieuwbare energie doelstelling van 20% in 2020 gehaald kan worden. Daarnaast is het juist in tijden van economische crisis en forse overheidsbezuinigingen belangrijk dat lidstaten kritisch kijken naar de kosteneffectiviteit van subsidiesystemen, zodat kosten voor bedrijven en burgers zo laag mogelijk worden gehouden. Dit wordt ook nadrukkelijk beoogd met de SDE+. Nederland onderschrijft de noodzaak van niet-bindende richtsnoeren voor hernieuwbare energie om te verzekeren dat stimuleringsregimes de markt niet verstoren. Met deze richtsnoeren kunnen lidstaten beleid beter op elkaar afstemmen en wordt subsidieconcurrentie tussen lidstaten voorkomen. Pagina 7 van 7

15 COU CIL OF THE EUROPEA U IO Brussels, 23 May /13 Interinstitutional File: 2012/0288 (COD) E ER 143 E V 333 E T 112 TRA S 186 AGRI 259 POLGE 53 CODEC 924 OTE from: General Secretariat of the Council to: Coreper/Council No. Cion prop.: 15189/12 ENV 789 ENER 417 ENT 257 TRANS 346 AGRI 686 POLGEN 170 CODEC 2432 Subject: Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council amending Directive 98/70/EC relating to the quality of petrol and diesel fuels and amending Directive 2009/28/EC on the promotion of the use of energy from renewable sources (First reading) - Progress report I. I TRODUCTIO 1. The Commission submitted the above proposal on 18 October 2012, based on Article 192(1) of the Treaty on the Functioning of the European Union, and Article 114 thereof in relation to a number of proposed provisions. The proposal aims at amending the Directives on Fuel Quality (98/70/EC as amended through 2009/30/EC, hereinafter Fuel Quality Directive) and on Renewable Energy Sources (2009/28/EC, hereinafter RES Directive) on the basis of the requirement included in those two Directives for the Commission to provide a report reviewing the impact of indirect land-use change 1 on greenhouse gas emissions and addressing ways to minimise the impact, if appropriate accompanied by a proposal "ILUC" Article 7d(6) of Directive 2009/30/EC and Article 19(6) of Directive 2009/28/EC. 8920/13 IH/sb 1 DG E E

16 2. After a first round of examination by the Ad hoc Working Party on ILUC, which looked at both the impact assessment and the proposed Directive including its annexes, orientation debates were held in Council (TTE and Environment, 22 February and 21 March 2013 respectively) The European Economic and Social Committee adopted its opinion on 17 April The European Parliament's Committee on Environment, Public Health and Food Safety is expected to vote on a draft report in July. 4. The Permanent Representatives Committee/Council (TTE - Energy) are invited to take note of this progress report drawn up under the responsibility of the Presidency. This report outlines the main issues discussed and how they have or could be addressed with a view to facilitating the development of a Council position. II. STATE OF PLAY Following the orientation debates in Council and the guidance resulting from them, the Ad hoc Working Party on ILUC continued to examine the proposed draft Directive at its meetings on 26 February, 26 March, 16 April, 14 and 21 May 2013, on the basis of revised texts and proposed options presented by the Presidency, which built on oral and written comments from delegations. 2 At the end of April, the Presidency held informal bilateral consultations with delegations in order to gain a better insight into their positions and possible ways forward. Delegations hold general reservations/scrutiny reservations. A. General views: There is general support among delegations for the aims of tackling the global occurrence of indirect land-use change resulting from the production of biofuels that compete with food and feed, and of further improving the greenhouse gas emissions balance of biofuels production compared to fossil fuels. At the same time, many delegations are concerned with a policy shift that could create uncertainty among investors, jeopardise existing investments and ultimately render the achievement of the existing EU renewables objectives more costly and challenging /13 and 6854/13. The latest Presidency text can be found in 7480/1/13 REV /13 IH/sb 2 DG E E

17 B. Main issues: It is the Presidency's understanding that the following main issues have emerged from the discussions and consultations. Progress on these issues can be recorded, but they require further in-depth consideration. Furthermore, this report is without prejudice to particular points of interest of individual delegations or other provisions included in the proposal which have not yet been addressed further under the working method proposed by the Presidency to date. 5% threshold for conventional biofuels under Directive 2009/28/EC: Setting a threshold of 5 % for conventional biofuels (those produced from cereal and other starch rich crops, sugars and oil crops) to count towards the targets of the RES Directive represents the core of the Commission's proposed approach to initiate a transition to biofuels with low ILUC risks. As the orientation debates at Council showed, some delegations could support this approach, while some other delegations instead called for an introduction of ILUC factors in the calculation of greenhouse gas emissions under the Fuel Quality and RES Directives. A number of delegations oppose the proposed threshold of 5 %, expressing doubts about the sufficient availability of cost-efficient advanced biofuels with low ILUC risks, and concerns as to the protection of existing investments made on the basis of EU policy, including with the support of EU funds and through national support measures, future investment certainty, and the achievability of existing EU renewables targets. Some other delegations have on the contrary called for a similar provision to the 5 % threshold to be applied under the Fuel Quality Directive. While some delegations support the idea of double and quadruple counting of certain feedstocks as an incentive for, and mirroring the higher costs of, advanced biofuels, a number of other delegations have serious doubts about the scientific basis of the classification, as well as about possible risks of fraud and market distortions. Other issues raised in the context of the 5 % threshold relate to the possible impact on markets for by-products for animal feed, possibly leading to additional imports of protein feed with higher ILUC risks, and competing uses for raw materials and by-products. 8920/13 IH/sb 3 DG E E

18 Delegations also call for a more in-depth analysis of the specific list of individual feedstocks subject to double and quadruple counting (proposed new Annex IX to the RES Directive). It was proposed by delegations that the list could be supplemented with definitions for "conventional" and "advanced" biofuels, and/or could be shortened. Some delegations are of the view that cross-compliance under the Common Agricultural Policy provides sufficient assurances for non-iluc risk biofuels production within the EU. The treatment of bioliquids and energy crops also requires further consideration. In the course of the examination of the draft Directive, the Presidency therefore made several proposals for other options and approaches to address the ILUC impact of conventional biofuels and encourage a transition towards more advanced biofuels, based on various requests and suggestions made by delegations. One option would have consisted of applying the 5 % threshold to oil crops only, a second of raising the 5 % threshold, but to a level below the expected business-as-usual scenario, and a third option of giving Member States the choice of using their 2011 consumption figure for conventional biofuels and bioliquids as threshold instead of an EU-wide 5 % threshold. As none of these options gained sufficient support among delegations either, the Presidency proposed to approach the issue through an incentive for advanced biofuels in the form of a mandatory 2 % minimum sub-target for advanced biofuels (those listed in proposed Annex IX) instead of a direct limitation on the counting of conventional biofuels. This new approach would include the choice for Member States to double count the contribution of these feedstocks towards the 10 % transport target of the RES Directive. Used cooking oil and animal fats could also be double-counted, but not towards the achievement of the 2 % minimum sub-target. Stronger incentives for the use of electricity from renewable sources in transport such as through higher multiplication factors for its energy content were also considered as part of an overall solution towards reducing the ILUC impact from the use of biofuels. The consideration of ILUC mitigation measures at project level as part of an early review by the Commission could also form part of this approach. 8920/13 IH/sb 4 DG E E

19 Some delegations are not supportive of such an approach, believing that a 2% target is too ambitious in the context of the availability of advanced biofuels, and others raised concerns in relation to the treatment of used cooking oil and animal fats, underlined the key role of new Annex IX of the RES Directive in setting out the feedstocks that would be considered as "advanced", or could only see a mandatory sub-target for advanced biofuels as one element of a broader package of measures. A number of delegations found the proposal to go in the right direction, and several others expressed the wish to further scrutinise it. The Commission raised questions as to the ILUC mitigation effect of such an approach and finds a 2 % level to be an ambitious target, but has signalled openness to finding a way forward. It is the impression of the Presidency that, from all the options on the table to date, including the Commission's proposal, this approach, or at least some of its elements, have so far overall received the most open reception by delegations. ILUC factors: The current Presidency text maintains the Commission proposal to strengthen reporting obligations of fuel suppliers and Member States by using estimated indirect land-use change emissions from biofuels and bioliquid crop groups set out in the proposed new Annexes V and VIII of the Fuel Quality and RES Directives, respectively. Some delegations plead for inclusion of ILUC factors in the greenhouse gas calculations which they see as the most effective way to address ILUC risks, while others oppose using ILUC estimates even for reporting purposes due to what they consider a lack of firm scientific evidence of the crop group values. The Presidency is inclined to believe that the reporting provisions as put forward by the Commission, together with a strengthened review clause in Article 3 proposed by the Presidency, seem to be half way between these conflicting views. New installations: Some delegations are not supportive of the Commission s proposals under the sustainability criteria for biofuels of the RES and Fuel Quality Directives that installations starting operation after 1 July 2014 would need to reach 60 % of greenhouse gas emissions savings from the use of biofuels, based on concerns for investment decisions already made. A number of delegations can however support accelerating the timeline for increasing emissions savings by new installations. It is the Presidency s impression that a solution to the 5 % threshold discussed above could effectively address concerns around protecting existing investments and would thus facilitate agreement on the treatment of new installations. 8920/13 IH/sb 5 DG E E

20 Bonus for degraded land: There is general agreement among delegations to maintain the bonus for degraded and contaminated land under the rules for calculating life cycle greenhouse gas emissions from land use change of the Fuel Quality Directive and those for calculating the greenhouse gas impact of biofuels and bioliquids under the RES Directive. The Presidency has thus proposed not to delete these provisions from the existing Directives, contrary to what was suggested by the Commission. The Presidency sees this also as an invitation to the Commission to come forward with respective definitions, as required by the existing Directives. Fraud prevention: The risk of fraud is a concern for delegations already under the current Directives, and, in the view of a number of them, it would be exacerbated by double and quadruple counting of certain feedstocks as proposed by the Commission. The Presidency has amended the text to clarify Member States obligations on acting against fraud. In addition, there is a certain degree of support to strengthen the provisions at EU level through a single register and a traceability scheme in analogy to EU requirements on waste, given that the greatest risk of fraud is considered to exist with wastes and residues, and fraudulent practices for their accounting. However, there are also concerns around increased administrative burden. Mutual recognition: Early in the process, a number of delegations pointed to what they consider a discriminatory treatment of national schemes for verification of compliance with the sustainability criteria for biofuels vis-à-vis Commission-recognised voluntary schemes, pursuant to Article 18 of the RES Directive. However, it became clear that a number of other Member States and the Commission have strong misgivings about establishing a system of automatic mutual recognition between these two types of schemes, pointing also to ongoing comitology work. The Commission argued that automatic mutual recognition among national schemes would be an option, but that voluntary schemes should not be forced to recognise national schemes or other voluntary schemes. 8920/13 IH/sb 6 DG E E

21 The Presidency proposed the inclusion of a comitology examination procedure to facilitate mutual recognition and thus trade in the internal market, and which would give both the Commission and all Member States a role in the verification of different schemes. Delegations critical of automatic mutual recognition saw merit in this Presidency proposal, and even though some other delegations would have preferred automatic mutual recognition, the Presidency is of the view that the approach proposed could form the basis of a compromise. Furthermore, the Presidency looks forward to the Commission actively contributing to finding a way forward both for temporary solutions through comitology and longer-term legislative tools, in the interest of a functioning internal market for biofuels. Review: The current Presidency text responds to calls by delegations to have an early Commission review of work in relation to the scientific evidence for determining ILUC factors and on an assessment of the availability of cost-efficient advanced biofuels with low ILUC risks. Two delegations request that an early introduction of ILUC factors into the sustainability criteria be included in possible legislative proposals as part of the review, together with ILUC mitigation measures, while some other delegations call for extending the early review to an assessment of the economic, social and environmental impact of the proposed policy orientation towards biofuels with lower ILUC risks. Delegation of power: There is general concern among delegations about the wide use of delegated acts proposed by the Commission. The Presidency has made suggestions both to consider implementing acts or the ordinary legislative procedure for some of the provisions instead, together with a time limitation of five years for the Commission s delegated power, which were received positively by delegations. However, there was also a general feeling that the issue of delegation of power would need to be revisited at a later stage, when the content and scope of the actual provisions would be clearer. 8920/13 IH/sb 7 DG E E

22 Rapportage WATERBENCHMARK MVO-SECTOR Referentienummer: P en P Dossiercode: en Uitgevoerd in opdracht van Productschap MVO met ondersteuning van AgentschapNL. Projectlooptijd: mei 2012-april 2013 Ir. R.C.J. Ongenae Dipl.-Ing JEW Geurts MSc MBE Datum: Rapportnr.: R EEANL1201 Epro Consult B.V. Emmasingel 58 B 6001 BD Weert. tel fax gsm info@eproconsult.nl website: bankrek. nr KvKnr.:

23 INHOUD 1 INLEIDING MVO-SECTOR IN NEDERLAND Verwerking oliezaden Raffinage, omestering en harding Margarine, spijsvet en sauzen ROUTEKAART MVO EN WATERBENCHMARK Waterbeheer Mogelijkheden waterbeheer Impact waterbeheer RESULTATEN VAN DE WATERBENCHMARK Gebruik van verschillende waterbronnen binnen de sector Oppervlaktewater Grondwater Industriewater Drinkwater Andere waterstromen Directe koeling Suppletiewater voor koeltorens Proceswater Ketelvoedingswater Productwater Afvalwaterbehandeling Economische grondslagen DISCUSSIE CONCLUSIES AANBEVELINGEN Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 1 van 16

24 1 INLEIDING Binnen de MVO-sector is eind 2011 een routekaart opgesteld waarin de mogelijkheden om de energie-efficiency te verbeteren tot ongeveer 2030 zijn onderzocht. Daaruit zijn diverse opties naar voren gekomen, waaronder opties die gerelateerd zijn aan het gebruik en de behandeling van diverse kwaliteiten water. Een van de door de sector als kansrijk aangeduide opties is het opstellen van een benchmark. In de rapportage van de routekaart voor de MVO-sector is dit als volgt omschreven. Onderzoek naar de kosten, besparingspotentieel en energieverbruik van waterbehandeling in sectorverband (benchmark), met daarbij de volgende toelichting: Er is onvoldoende inzicht in het energieverbruik en de kosten van waterbehandeling op sectorniveau. Om dit in kaart te brengen is onderzoek nodig naar het energie- en kostenbesparingspotentieel van waterbehandeling Op verzoek van de MVO-sector heeft Epro Consult samen met de Kleijn Energy Consulting data opgevraagd bij de MJA-deelnemers binnen de MVO-sector om te komen tot een waterbenchmark voor de MVO-bedrijven. Op basis van de door de bedrijven aangeleverde data heeft Epro Consult de resultaten van de analyse van die data opgenomen in dit rapport. Naast de rapportage op sectorniveau ontvangen ook de MJA-bedrijven binnen de sector een terugkoppeling van de door hen aangeleverde informatie in relatie tot de andere bedrijven in de sector. Het aantal deelnemers aan de MJA bedroeg 18. Één bedrijf beschikte niet over data van de waterverbruiken omdat de productie nog niet volledig was opgestart. De overige 17 bedrijven hebben allen data en informatie aangeleverd over hun waterverbruiken. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 2 van 16

25 2 MVO-SECTOR IN NEDERLAND De MVO-sector bestaat uit verschillende branches die qua processen sterk van elkaar verschillen. De belangrijkste productieroutes zijn hierna opgesomd. Sommige bedrijven hebben productieactiviteiten in meerdere segmenten van de MVO-sector. In onderstaande paragrafen is kort ingegaan op de verdeling van de bedrijven over de verschillende segmenten. In totaal gaat het om de activiteiten van 18 MJA-bedrijven. 2.1 Verwerking oliezaden Nederland telt op dit moment binnen de MJA 3 crushers die oliezaden zoals sojabonen, zonnebloempitten, raapzaad en lijnzaad verwerken tot ruwe plantaardige olie en oliezadenschroot. Het grootste deel van de ruw plantaardige olie wordt geleverd aan de raffinage-industrie. Een klein deel gaat naar de diervoederindustrie. Een belangrijk bijproduct van de crush is meel (schroot), dat door de hoogwaardige voedingswaarde een belangrijke grondstof is voor de diervoederindustrie. 2.2 Raffinage, omestering en harding In Nederland wordt door 12 MJA-bedrijven plantaardige olie en dierlijk vet voorbehandeld en gehard. Bovendien worden visolie en in beperkte mate dierlijke vetten geraffineerd. De eindproducten zijn ongeharde en geharde geraffineerde oliën en vetten, en halffabrikaten, zoals lecithine voor de levensmiddelen-, diervoerder- en non-foodindustrie. Bijproducten van de raffinage zijn vetzuren en destillatieresiduen. Deze producten worden geleverd aan de oleochemische en diervoederindustrie. 2.3 Margarine, spijsvet en sauzen In Nederland worden door 7 MJA-bedrijven margarineproducten en oliën, spijsvetten en sauzen geproduceerd. De grondstoffen voor deze producten zijn geraffineerde oliën en vetten en dierlijke vetten. De bedrijven produceren zowel eindproducten voor consumenten en grootverbruikers in horeca en instellingen, als ingrediënten voor de levensmiddelenindustrie, waaronder de bakkerijsector. 2.4 Overige activiteiten Onder de MJA-deelnemers bevinden zich twee bedrijven die actief zijn op andere terreinen. Één bedrijf produceert hernieuwbare diesel op basis van MVO-grondstoffen en een ander bedrijf slaat MVO-producten op in een tankopslag. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 3 van 16

26 3 ROUTEKAART MVO EN WATERBENCHMARK 3.1 Waterbeheer De MVO-sector zet zich in om zo efficiënt en duurzaam mogelijk met water om te gaan. Waterbeheer is belangrijk in termen van duurzaamheid en continuïteit van de MVO-sector. De sector werkt weliswaar veelal met droge producten maar heeft water nodig voor de productie en in enkele gevallen als bestanddeel in eindproducten. Water is nodig in productieprocessen zelf, maar ook voor koeling en reiniging. Zorgvuldig waterbeheer in de MVO-sector is een van de speerpunten van de Routekaart. Binnen de MVO-sector wordt door de bedrijven gelet op het watergebruik, maar worden er relatief weinig investeringen gedaan om meer water te besparen of water te hergebruiken. De meeste investeringen in waterbesparing zijn momenteel nog niet rendabel. Dat komt omdat water nog relatief goedkoop is en in goede kwaliteit en grote volumes te verkrijgen is in Nederland. De bedrijven voldoen vanzelfsprekend aan de wettelijke eisen vanuit de vergunning en monitoren de relevante parameters. (gegevens afkomstig uit de MVO routekaart 3.2.1). 3.2 Mogelijkheden waterbeheer. De MVO-sector heeft 12 mogelijkheden binnen het onderwerp water gedefinieerd, die kunnen leiden tot transparantie in de keten, betere kwaliteit en beter watergebruik in 2030, met daarbij een inschatting van energiebesparing per jaar op sectorniveau. Een aantal mogelijkheden zijn specifiek voor de MVO-sector, maar een aantal mogelijkheden lenen zich ook goed voor toepassing in andere sectoren, zoals de voedingsmiddelensector en/of andere procesindustrieën. De mogelijkheden richten zich op het verbeteren van de kwaliteit van water (koeltorenwater, ketelvoedingswater en condensaat), op het verminderen van watergebruik (in de vorm van spui) en het testen van technologieën om water te onttrekken uit bijvoorbeeld afvalwaterstromen. Het testen van technologieën kan plaatsvinden op bedrijfslocaties, om de claims van leveranciers te testen en om te testen of de technologie geschikt is voor de MVO-sector. (uit de MVO routekaart 3.2.2) 3.3 Impact waterbeheer Voor een deel van de 12 mogelijkheden kan een concrete indicatie van de haalbare energiebesparing worden gegeven. Bij het huidige productievolume telt dit op tot 175 TJ. Voor de andere mogelijkheden is nog nader onderzoek nodig. Ook voor de technologisch volwassen mogelijkheden moet nader worden uitgewerkt of de investering rendeert op het niveau van individuele bedrijven. Ontwikkeling van een aanpak hiervoor, inclusief een rekentool en een benchmark is daarom een noodzakelijke tussenstap die op sectorniveau kan worden uitgevoerd. De energiebesparing in 2030 ten gevolge van waterbeheer bij het huidige productievolume is in onderstaande tabel weegegeven (gegevens uit de MVO routekaart 3.2.3). Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 4 van 16

27 Opgemerkt dient te worden dat in de routekaart een deel van de waterverbruiken en het potentieel aan besparingen valt buiten de bedrijven die deelnemen aan de MJA van de MVO sector. Grofweg 80% van het verbruik en van het potentieel kan worden gerelateerd aan de MJA-bedrijven binnen de MVO-sector. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 5 van 16

28 4 RESULTATEN VAN DE WATERBENCHMARK In dit hoofdstuk worden de resultaten van de waterbenchmark beschreven. Alle 17 aan de MJA deelnemende bedrijven die gegevens beschikbaar hebben gesteld zijn door de adviseurs bezocht en hebben de vragenlijst ingevuld. Op basis van die vragenlijst heeft Epro Consult onderstaande analyse uitgevoerd. 4.1 Gebruik van verschillende waterbronnen binnen de sector Binnen de waterbenchmark zijn 4 verschillende waterbronnen in kaart gebracht eveneens is de mogelijkheid geboden om een afwijkende waterstroom te beschrijven. In onderstaande tabel wordt hier een overzicht van gegeven. bedrijf verbruikt: Aantal bedrijven Ja Nee Totaal Oppervlakte water (rivier, kanaal, boezem, plas) Grondwater (zoet, brak) Industriewater Drinkwater Hergebruik van afvalwater Ander water Oppervlaktewater In totaal wordt door 9 bedrijven circa 65 miljoen m³ oppervlaktewater per jaar gebruikt. Dit oppervlaktewater is onder te verdelen in verschillende waterbronnen: 5 bedrijven gebruiken rivierwater, 1 bedrijf gebruikt zout water en 2 bedrijven gebruiken brak water. De belangrijkste aandachtspunten voor de ingenomen waterkwaliteit zijn temperatuur, vervuiling in de vorm van grof zwevend vuil en/of biofouling (o.a. aangroei van schelpdieren) en bij een aantal bedrijven het zoutgehalte. Primair gezuiverd oppervlaktewater wordt hoofdzakelijk (98%) toegepast als koelwater (direct of indirect). 1 bedrijf gebruikt primair gezuiverd oppervlaktewater in de afvalwaterzuivering, een ander bedrijf gebruikt oppervlaktewater als koelwater en na verdere behandeling ook als ketelvoedingswater. Bij oppervlaktewater is een grote spreiding te zien in kosten: de meeste bedrijven die kosten hebben aangegeven vermelden minder dan 0,01/m3 maar bij enkele bedrijven loopt dit op tot 0,12/m3. De bedrijven die meer dan 0,01 per m³ aan kosten hebben gebruiken het oppervlaktewater niet als koeling, maar passen waterbehandeling toe, waardoor het behandelde water geschikt is voor andere doeleinden. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 6 van 16

29 4.1.2 Grondwater Van de 17 MJA bedrijven maken 3 bedrijven gebruik van grondwater. In totaal wordt er circa 1 miljoen m³ grondwater opgepompt. Dit grondwater is in alle gevallen zogenaamd diep brak grondwater. Deze waterstroom wordt hoofdzakelijk gebruikt als directe koeling. 1 bedrijf gebruikt deze waterstroom na verdere behandeling als ketelvoedingswater. Bij grondwater hebben zijn maar 3 kostencijfers opgegeven: 0,05/m3, 0,15/m3 en 0,27/m3. Op basis hiervan is het niet mogelijk om een algemene uitspraak te doen over de kosten van grondwater. In totaal hebben 3 bedrijven de door hen gebruikte hoeveelheden grondwater vermeld, in totaal gaat het om iets minder dan 1 miljoen m3/j. In totaal gaat het om een jaarlijkse kostenpost van ca , Industriewater Geen van de 17 MJA bedrijven maakt gebruik van industriewater. Wel wordt gebruik gemaakt van gedemineraliseerd water (zie par ) Drinkwater Alle bedrijven maken gebruik van drinkwater. Het totale drinkwaterverbruik van de MVO-sector bedraagt op jaarbasis circa 2,3 miljoen m³. De toepassing en het verbruik van drinkwater is divers. Om zicht te geven in het verschillende verbruiken van de deelnemers is onderstaande verdelingstabel samengesteld. Wat opvalt is dat er twee bedrijven zijn die slechts kleine hoeveelheden drinkwater innemen voor hoofdzakelijk sanitaire doeleinden en dat er 1 bedrijf is dat een zeer grote hoeveelheid drinkwater inneemt voor diverse toepassingen. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 7 van 16

30 In de onderstaande grafiek wordt een procentuele verdeling van de verschillende toepassingen van drinkwater gegeven. Op het moment dat de deelnemer met het hoogste drinkwaterverbruik buiten beschouwing wordt gelaten, dan ziet de verdeling van het drinkwaterverbruik binnen de sector er anders uit. Dit wordt in onderstaande grafiek weergegeven. Duidelijk zichtbaar is nu dat het procentuele drinkwatergebruik voor productwater en overige toepassing waaronder sanitair toeneemt terwijl het procentuele gebruik van ketelvoedingswater juist afneemt. In de onderstaande grafiek worden de kosten per m³ voor drinkwater inclusief primaire waterbehandeling weergegeven. Rapport R.13.05\ Waterbenchmark MVO \ \ Pagina 8 van 16

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 421 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

RESULTATEN 2013 61% 53% 30%

RESULTATEN 2013 61% 53% 30% RESULTATEN 53% 3% 61% 1% : de norm in 215 DUURZAME PALMOLIE IN Het aandeel duurzame verwerkt door de Nederlandse voedingsmiddelen in is 61%. Hiermee laat dit rapport opnieuw een groei in het aandeel duurzame

Nadere informatie

Manifest Task Force Duurzame Palmolie

Manifest Task Force Duurzame Palmolie Manifest Task Force Duurzame Palmolie Initiatief ter stimulering van het gebruik van RSPO-gecertificeerde palmolie in Nederland November 2010 Rijswijk www.taskforceduurzamepalmolie.nl 1. Ambitie De Nederlandse

Nadere informatie

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012

Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012 Actieprogramma Task Force Duurzame Palmolie 2012 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Olieleveranciers (Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (Vernof))... 4 3. Voedingsmiddelenindustrie

Nadere informatie

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015 Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 5 Palmolie wordt verwerkt in meer dan de helft van de producten die te koop zijn in de supermarkt. Daarmee is het de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld.

Nadere informatie

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015

Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 2015 Duurzaam geproduceerde palmolie: de norm in 5 Palmolie wordt verwerkt in meer dan de helft van de producten die te koop zijn in de supermarkt. Daarmee is het de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting: VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, 9.1.2 en 9.1.3 te wijzigen als volgt: Huidige tekst: 7.7.1. Het Bestuur, zomede twee (2) gezamenlijk handelende

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

Directie Europese en Internationale Zaken Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n)

Directie Europese en Internationale Zaken Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n) > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

jaarrapportage 2011 olie e palm uurzam 100% Duurzame Palmolie: de norm in 2015

jaarrapportage 2011 olie e palm uurzam 100% Duurzame Palmolie: de norm in 2015 jaarrapportage 2011 Duurzame palmolie 100% Duurzame Palmolie: de norm in 2015 2 TASK FORCE DUURZAME PALMOLIE Jaarrapportage 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord 2 2. Highlights 3 3. Doelstelling en Activiteiten

Nadere informatie

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid

Internationaal Palmolie-inkoopbeleid Internationaal Palmolie-inkoopbeleid Stand: september 2015 Onze visie Eenvoud, verantwoord, betrouwbaar: al meer dan 100 jaar ligt koopmanschap ten grondslag aan het succes van ALDI NORD (hierna: ALDI).

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/123. Amendement. Amalia Sartori namens de Commissie industrie, onderzoek en energie

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/123. Amendement. Amalia Sartori namens de Commissie industrie, onderzoek en energie 4.9.2013 A7-0279/123 123 Overweging 1 (1) Krachtens artikel 3, lid 4, van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van

Nadere informatie

Alcohol policy in Belgium: recent developments

Alcohol policy in Belgium: recent developments 1 Alcohol policy in Belgium: recent developments Kurt Doms, Head Drug Unit DG Health Care FPS Health, Food Chain Safety and Environment www.health.belgium.be/drugs Meeting Alcohol Policy Network 26th November

Nadere informatie

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units. Digit work Here's a useful system of finger reckoning from the Middle Ages. To multiply $6 \times 9$, hold up one finger to represent the difference between the five fingers on that hand and the first

Nadere informatie

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036 Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036 NCP contactdag, 19 april 2016 Thamar Zijlstra, Dick Hortensius NEN Milieu en Maatschappij Agenda Achtergrond NPR 9036

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 449 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE % 72% 61% 53% 30%

EINDRAPPORTAGE % 72% 61% 53% 30% EINDRAPPORTAGE 215 84% 53% Duurzame Palmolie 3% 61% Verwerkt in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie 72% DUURZAME PALMOLIE: DE NORM IN 215 DUURZAME PALMOLIE, DE NORM IN 215 1% duurzame palmolie voor

Nadere informatie

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Jan Haers 2 juli 2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht Energiebeleid op Europese Raad Tijdens het Griekse voorzitterschap Prioriteiten van het Italiaanse

Nadere informatie

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Staten-Generaal Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Subject: Sustainable Flemish SDI Nature: Mobilising, Steering Organisers:

Nadere informatie

BE Nanoregistry Annual Public Report

BE Nanoregistry Annual Public Report 1 BE Nanoregistry Annual Public Report Carine Gorrebeeck FPS Health, Food Chain Safety & Environment 2 WHY? The objectives of the registry (a.o.): - Traceability: allow competent authorities to intervene

Nadere informatie

Datum 30 augustus 2012 Betreft Geannoteerde agenda Informele Energieraad, 16-17 september 2012, Nicosia (Cyprus)

Datum 30 augustus 2012 Betreft Geannoteerde agenda Informele Energieraad, 16-17 september 2012, Nicosia (Cyprus) > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium 3e Mirror meeting pren 689 13 April 2017 14:00 Session T, NVvA Symposium steps since April 2016 The enquiry (June to August 2016) performed by the national bodies. Resulting in 550 comments. Three/Four

Nadere informatie

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST National Treasury/ Nasionale Tesourie 838 Local Government: Municipal Finance Management Act (56/2003): Draft Amendments to Municipal Regulations on Minimum Competency Levels, 2017 41047 GOVERNMENT NOTICE

Nadere informatie

Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6. Jaarverslag / Auditor s report 2011

Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6. Jaarverslag / Auditor s report 2011 Монгол page 1 and 2, Nederlands blz 3 en 4 English page 5 and 6 Jaarverslag / Auditor s report 2011 1 2 Het bestuur van de NGO All for Children heeft op 26 mei 2012 het volgende jaarverslag vastgesteld

Nadere informatie

EU-evaluatie van w.s. als basis voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen

EU-evaluatie van w.s. als basis voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen 1 EU-evaluatie van w.s. als basis voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen Herman Fontier Event 1000 e vergadering Erkenningscomité, 17 juni 2017 2 Inhoud Hoe gebeurt de evaluatie van de werkzame

Nadere informatie

ENERGY FOR DEPARTMENT OF DEFENSE INSTALLATIONS. JOSEPH CORRIGAN, PE Kelley Drye & Warren

ENERGY FOR DEPARTMENT OF DEFENSE INSTALLATIONS. JOSEPH CORRIGAN, PE Kelley Drye & Warren ENERGY FOR DEPARTMENT OF DEFENSE INSTALLATIONS JOSEPH CORRIGAN, PE Kelley Drye & Warren jcorrigan@kelleydrye.com Agenda Market drivers Changing installation energy policies Appropriated funds expenditures

Nadere informatie

LONDEN MET 21 GEVARIEERDE STADSWANDELINGEN 480 PAGINAS WAARDEVOLE INFORMATIE RUIM 300 FOTOS KAARTEN EN PLATTEGRONDEN

LONDEN MET 21 GEVARIEERDE STADSWANDELINGEN 480 PAGINAS WAARDEVOLE INFORMATIE RUIM 300 FOTOS KAARTEN EN PLATTEGRONDEN LONDEN MET 21 GEVARIEERDE STADSWANDELINGEN 480 PAGINAS WAARDEVOLE INFORMATIE RUIM 300 FOTOS KAARTEN EN PLATTEGRONDEN LM2GS4PWIR3FKEP-58-WWET11-PDF File Size 6,444 KB 117 Pages 27 Aug, 2016 TABLE OF CONTENT

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Jan Haers 07.02.2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht ILUC 2030 klimaat-energiekader Mededeling over energieprijzen en kosten Mededeling over overheidsinterventie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie Europa Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010 Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen 2010 Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010 Juli 2010 2/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Aard van de biobrandstoffen 3 3. Herkomst van de grondstoffen 4 4. Duurzaamheid

Nadere informatie

2010 Integrated reporting

2010 Integrated reporting 2010 Integrated reporting Source: Discussion Paper, IIRC, September 2011 1 20/80 2 Source: The International framework, IIRC, December 2013 3 Integrated reporting in eight questions Organizational

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 490 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

DECLARATION FOR GAD approval

DECLARATION FOR GAD approval Version 1.2 DECLARATION FOR GAD approval Declare that for the following central heating boilers Intergas Calderas de Calefacción S. L. Kombi Kompakt R 24, 28/24, 36/30 and Prestige The installation and

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 16 (1969) Nr. 8 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 131 A. TITEL Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek der Filipijnen

Nadere informatie

2019 SUNEXCHANGE USER GUIDE LAST UPDATED

2019 SUNEXCHANGE USER GUIDE LAST UPDATED 2019 SUNEXCHANGE USER GUIDE LAST UPDATED 0 - -19 1 WELCOME TO SUNEX DISTRIBUTOR PORTAL This user manual will cover all the screens and functions of our site. MAIN SCREEN: Welcome message. 2 LOGIN SCREEN:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 542 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Opleiding PECB IT Governance.

Opleiding PECB IT Governance. Opleiding PECB IT Governance www.bpmo-academy.nl Wat is IT Governance? Information Technology (IT) governance, ook wel ICT-besturing genoemd, is een onderdeel van het integrale Corporate governance (ondernemingsbestuur)

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

ALGORITMIEK: answers exercise class 7

ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 1. See slides 2 4 of lecture 8. Problem 2. See slides 4 6 of lecture 8. ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 5. a. Als we twee negatieve (< 0) getallen bij elkaar optellen is het antwoord

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 25/2/2016. Biocide CLOSED CIRCUIT

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 25/2/2016. Biocide CLOSED CIRCUIT 1 25/2/2016 Biocide CLOSED CIRCUIT 2 Regulatory background and scope Biocidal products regulation (EU) nr. 528/2012 (BPR), art. 19 (4): A biocidal product shall not be authorised for making available on

Nadere informatie

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager. Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager www.bpmo-academy.nl Wat is kwaliteitsmanagement? Kwaliteitsmanagement beoogt aan te sturen op het verbeteren van kwaliteit. Tevens houdt het zich bezig met het verbinden

Nadere informatie

WS 8 End of waste - Einde afval Einde verhaal. Glas, afval of grondstof?

WS 8 End of waste - Einde afval Einde verhaal. Glas, afval of grondstof? WS 8 End of waste - Einde afval Einde verhaal Glas, afval of grondstof? 06/04/2011 Nature is beautiful > Inhoud 1. Overzicht van de markt a. Marktevolutie b. Levenscyclus van glas c. Stake holders 2. EOW

Nadere informatie

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages 22/03/2013 Housing market in crisis House prices down Number of transactions

Nadere informatie

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn Chapter 4 Understanding Families In this chapter, you will learn Topic 4-1 What Is a Family? In this topic, you will learn about the factors that make the family such an important unit, as well as Roles

Nadere informatie

Blik van de IGJ op implementatie veiligheidskenmerken

Blik van de IGJ op implementatie veiligheidskenmerken Blik van de IGJ op implementatie veiligheidskenmerken Mieke van der Meulen BOGIN symposium - veiligheidskenmerken 2 Inhoud Fabrikanten Groothandels - risk based verificatie Aggregatie van codes Inrichting

Nadere informatie

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14 QUICK GUIDE C Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14 Version 0.9 (June 2014) Per May 2014 OB10 has changed its name to Tungsten Network

Nadere informatie

Group work to study a new subject.

Group work to study a new subject. CONTEXT SUBJECT AGE LEVEL AND COUNTRY FEATURE OF GROUP STUDENTS NUMBER MATERIALS AND TOOLS KIND OF GAME DURATION Order of operations 12 13 years 1 ste year of secundary school (technical class) Belgium

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Woordkennis 1 Bestuderen Hoe leer je 2000 woorden? Als je een nieuwe taal wilt spreken en schrijven, heb je vooral veel nieuwe woorden nodig. Je

Nadere informatie

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014 Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education DUTCH 055/02 Paper 2 Reading MARK SCHEME Maximum Mark: 45 Published This mark scheme is published

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst inzake overheidsopdrachten; Marrakesh, 15 april 1994

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst inzake overheidsopdrachten; Marrakesh, 15 april 1994 76 (1994) Nr. 3 1) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 202 A. TITEL Overeenkomst inzake overheidsopdrachten; Marrakesh, 15 april 1994 B. TEKST De Engelse tekst van de Overeenkomst

Nadere informatie

Duurzaamheid in Agrologistiek; CO2 labeling

Duurzaamheid in Agrologistiek; CO2 labeling Duurzaamheid in Agrologistiek; CO2 labeling Chris E. Dutilh Stichting DuVo/Unilever Benelux Conferentie Winst uit Agrologistiek Monster, 16 februari 2009 Doelstelling DuVo-studie In beeld brengen of, en

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

EU Data Protection Wetgeving

EU Data Protection Wetgeving Fundamentals of data protection EU Data Protection Wetgeving Prof. Paul de Hert Vrije Universiteit Brussel (LSTS) 1 Outline -overzicht -drie fundamenten -recente uitspraak Hof van Justitie Recht op data

Nadere informatie

Preschool Kindergarten

Preschool Kindergarten Preschool Kindergarten Objectives Students will recognize the values of numerals 1 to 10. Students will use objects to solve addition problems with sums from 1 to 10. Materials Needed Large number cards

Nadere informatie

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010 Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010 Topics ANDA process for FDG User fees Contract manufacturing PETNET's perspective Colleagues Michael Nazerias Ken Breslow Ed

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100 56 (1974) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1983 Nr. 100 A. TITEL Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences, met bijlage; Genève, 6 april 1974 B. TEKST De Engelse

Nadere informatie

Daylight saving time. Assignment

Daylight saving time. Assignment Daylight saving time Daylight saving time (DST or summertime) is the arrangement by which clocks are advanced by one hour in spring and moved back in autumn to make the most of seasonal daylight Spring:

Nadere informatie

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie Europa Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

INFORMATIEBIJEENKOMST ESFRI ROADMAP 2016 HANS CHANG (KNAW) EN LEO LE DUC (OCW)

INFORMATIEBIJEENKOMST ESFRI ROADMAP 2016 HANS CHANG (KNAW) EN LEO LE DUC (OCW) INFORMATIEBIJEENKOMST ESFRI ROADMAP 2016 HANS CHANG (KNAW) EN LEO LE DUC (OCW) 14 november 2014 2 PROGRAMMA ESFRI Roadmap, wat is het en waar doen we het voor? Roadmap 2016 Verschillen met vorige Schets

Nadere informatie

THE DEVELOPMENT OF PLANT PROTEINS IN THE EUROPEAN UNION

THE DEVELOPMENT OF PLANT PROTEINS IN THE EUROPEAN UNION THE DEVELOPMENT OF PLANT PROTEINS IN THE EUROPEAN UNION 22 Mei 2019 Karel van Bommel DG Agriculture and Rural Development Politieke context Meerdere verzoeken van stakeholders (o.a. FEFAC conferentie,

Nadere informatie

Topic 10-5 Meeting Children s Intellectual Needs

Topic 10-5 Meeting Children s Intellectual Needs Topic 10-5 Meeting Children s Intellectual Needs In this topic, you will learn how to help children develop the ability to reason and use complex thought, as well as The role of play in intellectual development

Nadere informatie

liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled Castjoint

liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled Castjoint liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled is een hoogwaardige, flexibele LED strip. Deze flexibiliteit zorgt voor een zeer brede toepasbaarheid. liniled kan zowel binnen als buiten in functionele en decoratieve

Nadere informatie

Met uitzondering van de Griekse delegatie, die zich tegen dit besluit heeft uitgesproken.

Met uitzondering van de Griekse delegatie, die zich tegen dit besluit heeft uitgesproken. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 juni 2005 (21.06) (OR. en) 10199/05 MAR 98 NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers nr. vorig doc.: 8182/05 MAR

Nadere informatie

Toegang tot overheidsinformatie: de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor Nederland

Toegang tot overheidsinformatie: de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor Nederland Toegang tot overheidsinformatie: de gevolgen van Europese ontwikkelingen voor Nederland KvAG/NCG/Ravi studiedag Europese GI-projecten waaronder INSPIRE Bastiaan van Loenen B.vanloenen@geo.tudelft.nl 23

Nadere informatie

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans NWA CIRCULAIRE ECONOMIE EN GRONDSTOFFENEFFICIËNTIE Een duurzame circulaire economie gaat uit van volledige herbruikbaarheid

Nadere informatie

1 Heeft u kennisgenomen van het bericht Eten voedselbank vaak onvoldoende? 1

1 Heeft u kennisgenomen van het bericht Eten voedselbank vaak onvoldoende? 1 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Digital municipal services for entrepreneurs

Digital municipal services for entrepreneurs Digital municipal services for entrepreneurs Smart Cities Meeting Amsterdam October 20th 2009 Business Contact Centres Project frame Mystery Shopper Research 2006: Assessment services and information for

Nadere informatie

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+ PRESTATIEVERKLARING Nr. 0055 NL 1. Unieke identificatiecode van het producttype: fischer termoz CN 8 2. Beoogd(e) gebruik(en): Product Kunststof verbindingen voor gebruik in beton en metselwerk Beoogd

Nadere informatie

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 1 Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 2 Structure of the presentation - What is intercultural mediation through the internet? - Why

Nadere informatie

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw Inschatting van de potentie van efficiëntere productie van warmte en CO2 met het HOTCO2 systeem in de tuinbouwsector Erin Kimball (TNO), Ronald-Jan

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Uitgangspunten Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV

Uitgangspunten Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV Uitgangspunten 1 Doelen Klimaatakkoord Parijs Houd ruimte in beschikbare carbon budget voor BV Nederland 1 (versnel waar mogelijk) Organiseer zo optionaliteit / ruimte om tegenvallers op te vangen 2 Impact

Nadere informatie

Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS

Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS Master Thesis by Anouke de Jong VU supervisor B.J. Regeer Introductie Biobrandstoffen; brandstoffen gemaakt van biomassa 1 ste generatie

Nadere informatie

NMOZTMKUDLVDKECVLKBVESBKHWIDKPDF-WWUS Page File Size 9,952 KB 29 May, 2016

NMOZTMKUDLVDKECVLKBVESBKHWIDKPDF-WWUS Page File Size 9,952 KB 29 May, 2016 NAVIJVEN MINILAMPJES OM ZELF TE MAKEN KERSTFIGUREN UIT DE LAPPENMAND VOOR DE KINDERSSALOON EN COWBOYS VAN LOLLYSTOKJES KAMERBREED BOEKENREK VOOR EEN SMAL BUDGETGEBAKKEN KOEKFIGUURTJES HANGEN WE IN DE KERSTBOOM

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1999 Nr. 27

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1999 Nr. 27 57 (1998) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1999 Nr. 27 A. TITEL Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

APPROACHING THE FAMILY

APPROACHING THE FAMILY 1 Journalists Workshop Organ Donation and Transplantation APPROACHING THE FAMILY COLENBIE LUC TRANSPLANTATION COORDINATION 9 October 2012 2 Everybody arriving hospital Start the fight for saving life Family

Nadere informatie

BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry april 2015 Jeroen Koot -CEO

BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry april 2015 Jeroen Koot -CEO BioMCN: Advanced Sustainable Biofuels BIObased Industry 2015 9 april 2015 Jeroen Koot -CEO Content Bio-methanol belangrijke grondstof voor o.a. transport en chemie BioMCN ontwikkelt duurzame en bio-based

Nadere informatie

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+ PRESTATIEVERKLARING Nr. 0057 NL 1. Unieke identificatiecode van het producttype: fischer termoz PN 8 2. Beoogd(e) gebruik(en): Product Kunststof verbindingen voor gebruik in beton en metselwerk Beoogd

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland 1. Londen In Londen kunnen gebruikers van een scootmobiel contact opnemen met een dienst

Nadere informatie

LET S SHARE SOME VALUES OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS ONZE NORMEN EN WAARDEN

LET S SHARE SOME VALUES OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS ONZE NORMEN EN WAARDEN LET S SHARE SOME VALUES OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS ONZE NORMEN EN WAARDEN ABOUT ENERGYRA OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS OVER ENERGYRA ONZE NORMEN EN WAARDEN ETHICS & INTEGRITY We

Nadere informatie