Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard"

Transcriptie

1 Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet Waterschap Rivierenland oktober 2014

2

3 Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet dossier : BC8255 registratienummer : RDC_BC8255_R _NL98237_d1.0 versie : Definitief classificatie : Klant vertrouwelijk Waterschap Rivierenland oktober 2014 HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

4

5 HaskoningDHV Nederland B.V. INHOUD BLAD 1 INLEIDING Aanleiding Leeswijzer 4 2 BESCHRIJVING WERKZAAMHEDEN Eindbeeld variant rietland en sloten Maatregelen Scheidingsdam Aanleg basisvorm rietlanden Afwerking en aanbrengen slotenpatroon Fasering van de werkzaamheden 10 3 LOCATIE PLANGEBIED ERROR! BOOKMARK NOT DEFINED. 4 VOORKOMEN VAN BESCHERMDE SOORTEN Vaatplanten Zoogdieren Vleermuizen Vogels Amfibieën en reptielen Vissen Ongewervelden Conclusie 17 5 TOETSING EFFECTEN Noordse woelmuis en waterspitsmuis Vleermuizen Vogels Amfibieën en reptielen 19 6 MAATREGELEN ALGEMENE ZORGPLICHT 20 7 SCHADEBEPERKENDE MAATREGELEN Noordse woelmuis en waterspitsmuis Vogels Amfibieën 22 8 CONCLUSIE 22 9 LITERATUURLIJST COLOFON 25 BIJLAGE 1 Biotoopgeschiktheidsonderzoek Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

6 HaskoningDHV Nederland B.V. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

7 HaskoningDHV Nederland B.V. 1 INLEIDING In de inleiding wordt ingegaan op de aanleiding van deze toetsing. In de leeswijzer wordt toegelicht welke zaken in de verschillende hoofdstukken uitgewerkt zijn. 1.1 Aanleiding en plangebied Het waterschap Rivierenland is voornemens om de Hoge Boezem van de Overwaard her in te richten tot een rietmoeras met grond die vrijkomt bij het vergraven van het Achterwaterschap (lage boezem). De Hoge Boezem van de Overwaard ligt ten noorden van Alblasserdam en maakt onderdeel uit van de Alblasserwaard. Het plangebied bestaat uit het open water in de zuidoostelijke hoek van de Hoge Boezem van de Overwaard. De Hoge Boezem van de Overwaard is in eigendom en beheer van het waterschap Rivierenland. Figuur 1-1: De Hoge Boezem van de Overwaard en het Achterwaterschap. De Hoge Boezem van de Overwaard is onderdeel van een uniek waterhuishoudkundig systeem (zie Figuur 1-1). Het gebied is van groot belang vanwege de functie in de waterbeheersing, de natuurwaarden, de cultuurhistorische en landschappelijke betekenis. De Hoge Boezem is onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebieden Natura 2000 vanwege het belang van de moerassen en het water voor diverse vogelsoorten zoals de purperreiger. Het moeras met rietgorzen is ontstaan door de inrichting als boezem, maar neemt in oppervlakte en kwaliteit af. In het concept beheerplan Natura 2000 Boezems Kinderdijk (Royal HaskoningDHV, 2013) zijn maatregelen opgenomen om het moeras te behouden en verbeteren. Het waterschap werkt de komende jaren aan het vergroten van de veiligheid en het verbeteren van de waterkwaliteit en de natuurwaarden in en rondom de Hoge Boezem van de Overwaard. Maatregelen om Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

8 HaskoningDHV Nederland B.V. de doelen te realiseren zijn: de versterking van de boezemkades rondom de Hoge Boezem van de Overwaard, het verdiepen van het Achterwaterschap, het beschermen van de bestaande rietlanden en uitbreiden van rietlanden van de Hoge Boezem van de Overwaard. Het waterschap wil door een integrale aanpak deze doelen efficiënt en in samenhang realiseren. Het project Inrichtingsplan voor de Hoge Boezem omvat de maatregelen voor het beschermen van de bestaande rietlanden en uitbreiden van rietlanden van de Hoge Boezem van de Overwaard. In de voorliggende rapportage worden de effecten tijdens de realisatie en na afronding van de herinrichting van de Hoge Boezem op Flora- en faunawet beschermde soorten getoetst. Daarnaast wordt een werkplan opgesteld om eventuele effecten op beschermde soorten zoveel mogelijk te verzachten of te voorkomen. De werkzaamheden voor het verdiepen van het Achterwaterschap zijn afzonderlijk getoetst (Hoorn, van den, M.W., 2014b). De kadeversterking ter hoogte van het Achterwaterschap volgt in een later stadium ( ) en is geen onderdeel van dit rapport. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het eindbeeld van de inrichting en de geplande werkzaamheden beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het plangebied beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een beschrijving gegeven van de aanwezige natuurwaarden waarna in hoofdstuk 5 de effecten worden beoordeeld. Hoofdstuk 6 en 7 bevatten het ecologisch werkplan, dit werkplan bestaat uit twee delen. In hoofdstuk 6 worden de maatregelen ten behoeve van de zorgplicht beschreven. In hoofdstuk 7 zijn de schadebeperkende maatregelen beschreven. In hoofdstuk 8 wordt de toetsing afgesloten met een conclusie. Hierin staat beschreven of er sprake is van resteffecten en of vervolgstappen noodzakelijk zijn. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

9 HaskoningDHV Nederland B.V. 2 BESCHRIJVING WERKZAAMHEDEN In dit hoofdstuk wordt het inrichtingsplan beschreven en de wijze waarop de werkzaamheden uitgevoerd worden. Hierbij wordt uitgegaan van een realistische, haalbare uitvoeringsmethode. 2.1 Eindbeeld variant rietland en sloten Het ontwerp gaat uit van een afwisseling van rietlanden doorsneden met sloten (zie bijlage 2). Vanuit het landschappelijk kader is het uitgangspunt dat de Hoge Boezem met de omliggende kaden herkenbaar blijven als onderdeel van het watersysteem. Een langgerekt rieteiland op de locatie van de voormalige kade markeert de grens tussen de westelijke boezem en de oostelijke boezem. Het verschil dat in de loop der jaren vanaf de inzet van beide boezems is ontstaan, blijft zichtbaar. De oostelijke boezem behoudt een deel van het open water. De richting van de middeleeuwse verkavelingstructuur en kaden is herkenbaar in de rietlanden, waardoor een relatie met de omliggende polders wordt gelegd. Het overjarig riet bestaat voor het grootste deel uit inundatieriet dat vanaf het najaar in het water staat en gedurende de zomer droogvalt. Hierdoor wordt broed- en foerageer- en rustgebied toegevoegd voor de moeras- en watervogels waarvoor de Boezems Kinderdijk belangrijk is. Langs de buitenranden en de kaden liggen zones die dieper zijn en altijd onder water liggen met waterriet (0,3 1 m waterdiepte). Deze zone met waterriet biedt als foerageergebied een goede aanvulling op het inundatieriet en beperkt tegelijk de toegankelijkheid van het gebied voor vossen vanaf de kade. Door de inundatie wordt verruiging en grootschalige opslag van wilg beperkt. Incidentele opslag van wilg past binnen het landschappelijk beeld en heeft een toegevoegde waarde voor de moerasvogels. Tot in de jaren tachtig heeft er ook wilgenstruweel gestaan op de nu weggespoelde delen in de boezem en langs de kaden. (mond med senior onderhoudsmedewerker Cees Zonneveld Piek).Voor een snellere ontwikkeling van de rietvegetatie kunnen gebiedseigen rietstokken of -matten gebruikt worden en de randzones afgezet worden met gaas tegen vraat door ganzen. De (randen van de) sloten hebben flauwe oevers, zodat er omstandigheden ontstaan voor de ontwikkeling van waterplanten. De huidige diepte van de plas is gemiddeld 1,3 m (tot de steekvaste sliblaag) en is door het beperkte doorzicht van 50 cm te diep voor de ontwikkeling van ondergedoken waterplanten. Daarnaast zijn de diepere zones binnen het rietland geschikt voor de ontwikkeling van waterplanten na het bezinken van de bodem uit het Achterwaterschap. De verondieping sluit aan bij de kade. Dit zorgt voor extra bescherming van de kaden en beperkt de noodzaak tot constructies om de grond vast te houden. Aan de noord- en zuidzijde is mogelijk in de toekomst ruimte nodig voor versterking van de kade. Deze zone stelt zwaardere eisen aan de ondergrond en hiervoor is naar verwachting aanvoer van grond van buiten het gebied noodzakelijk. Deze zone is als reservering op de kaart weergegeven. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

10 HaskoningDHV Nederland B.V. 2.2 Maatregelen In het ontwerp zijn de volgende werkzaamheden voorzien: 1. Verdiepen Achterwaterschap. 2. Aanleg (tijdelijke) scheidingsdam in Hoge Boezem. Deze dam heeft twee functies: het beschermen van de rietlanden in het westelijke deel tegen golfaanval en het creëren van een vast peil in het oostelijk deel zodat daar de rietlanden aangelegd kunnen worden. Na realisatie van de rietlanden in het oostelijk deel kan de dam geheel of gedeeltelijk verwijderd worden. 3. Aanleg rietlanden in het oostelijk deel van de Hoge Boezem door een verondieping van de plas met het ontgraven materiaal uit het Achterwaterschap. 4. Uitgraven en profileren van een slotenpatroon gegraven in de ophoging. Een overzichtskaart van de werkzaamheden is weergegeven in Figuur 2-1. Aan te leggen rietlanden Aan te leggen scheidingsdam Figuur 2-1: Overzicht werkzaamheden. 2.3 Afscheidingsdam Verdiepen Achterwaterschap Type constructie De afscheidingsdam dient om het oostelijk deel van de Hoge Boezem af te sluiten van het westelijk deel zodat de rietlanden bij een vast waterpeil gerealiseerd kunnen worden en tijdens de uitvoering ontwaterd kan worden. Vanuit cultuurhistorisch/landschappelijk en ecologisch oogpunt gaat de voorkeur uit naar een afsluiting in de vorm van een permanente kade of dam. Hiermee wordt de laatste uitbreiding van de Hoge Boezem tussen 1832 en 1849 weer zichtbaar. Hier heeft van oudsher een kade gelegen welke is 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

11 HaskoningDHV Nederland B.V. doorgestoken om de Hoge Boezem te vergroten. Met het terugbrengen van een dam of kade wordt het verhaal van het (historisch) functioneren van het watersysteem versterkt. Tevens biedt deze nieuwe structuur de mogelijkheid om een rietland te creëren aansluitend aan de dam, zoals voorgesteld in het ontwerp. Na realisatie van de rietlanden dient de dam dan wel op enkele plekken doorgestoken te worden om de beide delen van de Hoge Boezem met elkaar te verbinden. De dam heeft in de tijdelijke situatie een kerende hoogte die slechts 1-2 keer per jaar overschreden wordt. Dit is in het scenario waarbij het afsluitwerk geknepen wordt 0,8 m NAP. In de dam wordt een in- en/of overlaat gebracht om, indien nodig, water uit en in te laten. De lengte van de dam bedraagt ca. 550 m. Uit een geotechnische verkenning is gebleken dat een kleidam of geotubes technisch gezien de meest haalbare oplossingen zijn. In Tabel 2-1 en Tabel 2-2 zijn de globale afmetingen en kenmerken van de twee oplossingen weergegeven. Tabel 2-1: kenmerken kleidam Kruinbreedte 1 m Taludhellingen Minimaal 1:2, 1:4 aanbevolen Bodemhoogte Ca. NAP -1,2 m Benodigde kruinhoogte NAP +0,8 m Verwachte zetting Ca. 1,5 m Bijzonderheden Om wegpersen van de onderliggende veenlaag te voorkomen dient de klei in lagen van ca. 0,5 m te worden aangebracht op een verstevigde ondergrond met bijv. rietmatten of vergelijkbaar. Op de voorziene locatie voor de dam heeft vroeger echter al een kade gelegen, waardoor de grondslag waarschijnlijk beter is dan in de geotechnische verkenning is aangenomen. In de kosteninschatting is het verstevigen van de ondergrond daarom niet meegenomen. In najaar 2014 komen resultaten van het geotechnisch onderzoek beschikbaar en kan de noodzaak van versteviging vastgesteld worden. De ophoging wordt laagsgewijs uitgevoerd moet worden met rusttijd. Uitgaande van 9 ophoogslagen en een rusttijd van 2-3 weken zal de uitvoeringstijd voor de tijdelijke dam ongeveer een half jaar bedragen. Waarschijnlijk heeft de dam al eerder genoeg hoogte om in de dagelijkse situatie de oostelijke en westelijke Hoge Boezem van elkaar te scheiden. Er dient rekening gehouden te worden met herstelwerkzaamheden gedurende de levensduur i.v.m. de verwachte zettingen, met name als de waterstand verlaagd wordt. Tabel 2-2: kenmerken geotubes Minimale diameter Ca. 4,0 m Bodemhoogte Ca. NAP -1,2 m Verwachte zetting Ca. 2 m Vulling Zandachtig materiaal is het meest praktisch, maar vereist een waterremmend afdektalud. Vulling met een fijner, waterremmend materiaal is ook mogelijk. Mogelijk is ook vulling met vrijkomend materiaal uit het Achterwaterschap mogelijk. Onzeker is of de geotubes bij een vulling met specie uit het Achterwaterschap voldoende hoogte krijgen of dat het platte koeken worden. Bijzonderheden Door toepassing van een enkele geotube worden de stabiliteitsproblemen Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

12 HaskoningDHV Nederland B.V. ondervangen en zijn geen aanvullende maatregelen nodig. De geotubes zijn enigszins flexibel waardoor zettingsverschillen tot op zekere hoogte opneembaar zijn. 2.4 Aanleg basisvorm rietlanden Werkwijze Het baggeren van het Achterwaterschap ter hoogte van de Hoge Boezem kan pas plaatsvinden na het versterken van de kades (i.v.m. instabiliteit kades). De baggerwerkzaamheden oostelijk van de Hoge Boezem kunnen wel direct bij de start van het project beginnen. Dit betekent dat de baggerspecie voor het aanbrengen van de rietlanden in twee fases beschikbaar komt: 1. Fase 1: baggeren Achterwaterschap oostelijk van Hoge Boezem, ca m3. 2. Fase 2: baggeren Achterwaterschap ter hoogte van Hoge Boezem, ca m3. Om de specie gecontroleerd in de Hoge Boezem te kunnen inbrengen en om uitvoeringservaring op te kunnen doen wordt het baggeren in fase 1 uitgesmeerd over 2 seizoenen. De specie die vrijkomt in het eerste seizoen wordt tegen de bestaande kades aangebracht op een hoogte van NAP +0,25 m en met een flauw talud naar de bestaande bodem (ca. 1:10). In het tweede seizoen kan geanticipeerd worden op de opgetreden zetting door meer/minder materiaal aan te brengen. Bij het inbrengen mag het waterpeil stijgen tot maximaal NAP +0,8 m. Vervolgens wordt het waterpeil verlaagd tot zover als mogelijk is vanuit de stabiliteit van de omringende kade. Zodra de grond stevig is, wordt het peil opgezet tot een plas-dras situatie. Dit zal in het begin boven NAP +0 m zijn. Na consolidatie dient minstens 80% van het oppervlak rietlanden een hoogteligging te hebben tussen de NAP -0,2 m en NAP +0,0 m. Het water wordt weggepompt naar het Achterwaterschap. De waterkwaliteit van het Achterwaterschap mag niet negatief beïnvloed worden. Mogelijke maatregel hiervoor is een compartiment voor de pomp aan te brengen en zwevende stof hier buiten laten bezinken. Deze maatregel wordt uitgewerkt bij de beoordeling van de waterkwaliteit. Benodigde pomp De specie zal hydraulisch worden verspreid waarbij het slotenpatroon nog niet wordt aangelegd. Er zal veel lozingswater met de specie meekomen die uit het gebied zal moeten worden gepompt door middel van een pomp of een gemaal. Dit gemaal kan tevens worden gebruikt voor het reguleren van het waterpeil in de oostelijke Hoge Boezem. Het gemaal dient een capaciteit van ca. 1 m 3 /s te hebben, uitgaande van de volgende uitgangspunten: Verhouding specie/water = 15%/85%, totale hoeveelheid specie = m 3, totale hoeveelheid water = m 3 Uitvoeringstijd baggerwerk = ca. 77 weken (RHDHV, 2014) Vijf werkdagen per week, 8 werkuren per dag Bovenstaande uitgangspunten leveren een benodigde capaciteit van ca. 0,2 m 3 /s. Om enige buffercapaciteit te hebben voor regenval en het realiseren van peilverlagingen wordt een pompcapaciteit van 1 m 3 /s geadviseerd. Ruimtereservering 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

13 HaskoningDHV Nederland B.V. Een onzekerheid in het ontwerp is de mate van zetting/oxidatie. Vanwege de relatieve onbekendheid met de werkwijze en het gedrag van het materiaal (hydraulisch verpompen en verspreiden van veen in open water) is de mate van zetting en oxidatie moeilijk te voorspellen. In het ontwerp zijn daarom ruimtereserveringen opgenomen om deze onzekerheden te kunnen opvangen zoals weergegeven in Tabel 2-3. Tabel 2-3: ruimtereserveringen zettingsonzekerheden Minder zetting/oxidatie Meer zetting/oxidatie Verbreding rietlandperceel Vergroten diep gedeelte plas voor de nieuwe rietlanden Verbreding rietland voor de nieuwe kade Bestaande sloten verdiepen (westen) Verspreiden grond bij het vergraven van de sloten over de percelen Deze maatregelen kunnen worden ingezet als tijdens de realisatie blijkt dat de zettingen anders zijn dan verwacht. 2.5 Afwerking en aanbrengen slotenpatroon Aanleg sloten Nadat de basisvorm is aangelegd kunnen de sloten worden gegraven. Het materiaal dat vrijkomt, kan over de basisvorm worden verspreid. Het is onzeker in hoeverre het opgehoogde veenlichaam toegankelijk is voor bouwmaterieel, maar waarschijnlijk is conventioneel materieel te zwaar. Er dan kan bijvoorbeeld een amfibiekraan (zie figuur 2-2, links voor een voorbeeld) worden ingezet, in combinatie met een baggerpomp (zie Figuur 2-2, rechts voor een voorbeeld). Hierbij wordt het materiaal uit de sloten direct verspreid. Figuur 2-2: amfibiekraan (links) en een baggerpomp (rechts). De sloten krijgen een bodemhoogte van NAP -1,2 m en een oevertalud 1: 10, zodat er een gradiënt van geïnundeerd naar waterriet naar waterplanten ontstaat. Afwerking Om de rietontwikkeling op gang te brengen worden rietwortels aangebracht voor de aanvang voor het groeiseizoen, bij voorkeur voor begin april. Riet groeit gewoonlijk vanaf eind april boven het wateroppervlak uit, en heeft zijn sterkste groei in de maanden mei en juni. Rietaanplant kan gestart worden zodra de bodem stevig is. Rietaanplant heeft een gunstige invloed op de bodemontwikkeling. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

14 HaskoningDHV Nederland B.V. Ervaringen met rietaanplant op slib in de pilot Natuurlijk Markermeer IJmeer laten een bedekking zien van 30% van het areaal (met riet) binnen 1 jaar na aanplant. In een situatie van autonome ontwikkeling is de ontwikkeling traag en zijn kiemplanten van vaak ruderale/pioniersoorten gevonden. Om die reden wordt gebruik gemaakt van rietzoden of wortels uit de nabijgelegen rietlanden van de Hoge Boezem. De ontwikkeling van helofyten is sterk afhankelijk van het waterpeil en een plas-dras situatie is gewenst. Afhankelijk van de hoogte van het materiaal is dat 0-0,30 m +NAP. Tijdelijke droogval is goed voor de kieming van het riet, maar brengt het risico van wilgengroei en daarmee een grotere beheerinspanning met zich mee. 2.6 Fasering van de werkzaamheden De werkzaamheden in het plangebied vinden gefaseerd plaats om het aangebrachte materiaal te kunnen laten zetten. In onderstaande figuren is een mogelijke en realistische fasering van de verschillende werkzaamheden in het plangebied weergegeven. De startdatum staat nog niet vast in is afhankelijk van besluitvorming binnen het waterschap en doorlopen van procedures. Nogmaals wordt aangegeven dat in het proces ruimte is voor anticipatie als de zettingen en het gedrag van materialen anders zijn dan verwacht. Huidige situatie 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

15 HaskoningDHV Nederland B.V. Fase 1 (augustus 2015-januari 2016) Aanleg van de (tijdelijke) scheidingsdam met doorlaatwerken. Fase 2 (januari 2016-half maart 2016) Baggeren Achterwaterschap oostelijk van Hoge Boezem, ca m 3. Tegen de bestaande kades van de Hoge Boezem wordt de grond uit het Achterwaterschap laagsgewijs aangebracht binnen de buitengrenzen van het eindbeeld. Het waterpeil ten oosten van de kade wordt zo ver als mogelijk is vanuit de stabiliteit van de kade verlaagd door onderbemaling om de zetting van de grond te versnellen. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

16 HaskoningDHV Nederland B.V. Fase 3 (augustus 2016-half maart 2017) Baggeren Achterwaterschap oostelijk van Hoge Boezem, overige m 3. Verder aanbrengen basisvorm rietlanden. Fase 4 (half maart 2017-oktober 2019) Grond stabiliseert zich. O.b.v. ervaring heeft het waterschap aangenomen dat de verwachte zetting/oxidatie 0,25 m is. De initiële aanleghoogte na ontwatering is 0,25 m NAP om uiteindelijk een maaiveldhoogte van 0 m NAP te realiseren. Aanbrengen riet voor een snellere ontwikkeling. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

17 HaskoningDHV Nederland B.V. Fase 5 (augustus 2017-half maart 2018) Versterking kade Achterwaterschap ter hoogte van Hoge boezem. Fase 6 (september maart 2019) Baggeren Achterwaterschap ter hoogte van de Hoge Boezem, m3) Verder aanbrengen basisvorm rietlanden. Afhankelijk van de opgetreden mate van zetting worden de rietlanden op hoogte gebracht (in geval van veel zetting) of worden nieuwe rietlanden op de reserveringsruimten aangelegd (bij weinig zetting). Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

18 HaskoningDHV Nederland B.V. Fase 7 (maart 2019-maart 2020) Na stabilisatie wordt de slotenstructuur ontgraven. Afhankelijk van de mate van klink wordt het materiaal uit de sloten gebruikt voor het ophogen van de aangrenzende rietlanden in combinatie met het aanbrengen van vooroevers ter plaatse van de kade langs de Hoge Boezem. Indien het rietland niet tot het niveau van NAP 0 m is verminderd moet een afweging gemaakt worden voor afgraven (moeilijk uitvoerbaar en leidt mogelijk tot verdichting/ verstoring van de bodem) of het verlengen van de tijd voor oxidatie van de bodem en/of acceptatie van een plaatselijk hoger maaiveld. Indien er onvoldoende specie is om de vooroevers langs de kaden aan te leggen, is er een mogelijkheid om extra specie te halen door het te verdiepen deel van de waterbodem voor de rietlanden groter te maken en/of watergangen in het westelijk deelgebied te verdiepen indien hierdoor de ecologische waarden verbeterd worden. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

19 HaskoningDHV Nederland B.V. Fase 8 (maart 2021) Doorbreken van de dam. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

20 HaskoningDHV Nederland B.V. 3 VOORKOMEN VAN BESCHERMDE SOORTEN Het voorkomen van de verschillende soorten is bepaald op basis van waarnemingen van het NDFF, waarneming.nl en Van den Hoorn (2014a en 2014b). In bijlage 1 is het biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard opgenomen. 3.1 Vaatplanten Uit Van den Hoorn (2014a) blijkt dat er geen beschermde vaatplanten zijn waargenomen tijdens het veldbezoek, NDFF databse en waarneming.nl De aanwezigheid van beschermde vaatplanten kan worden uitgesloten. 3.2 Zoogdieren Uit Van den Hoorn (2014a) blijkt dat de randen van de plas en de nabijgelegen rietmoerassen potentieel leefgebied vormen voor de waterspitsmuis en noordse woelmuis. In de NDFF zijn enkel meldingen van deze soorten uit de nabije rietmoerassen bekend. Er zijn geen waarnemingen van deze soorten langs de oevers van de plas bekend. Tijdens het veldbezoek zijn er wel meerdere holen en uitwerpselen van woelmuizen aangetroffen langs de randen van de plas. Op basis van de NDFF gegevens en de aangetroffen uitwerpselen kan de aanwezigheid van de noordse woelmuis en waterspitsmuis binnen het plangebied niet op voorhand worden uitgesloten. 3.3 Vleermuizen 3.4 Vogels Binnen het plangebied zijn geen gebouwen of bomen met holtes aanwezig. Hierdoor is het uitgesloten dat er vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn binnen het plangebied. Uit Van den Hoorn (2014a) blijkt dat de plas wel kan dienen als foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, watervleermuis en meervleermuis. De aanwezigheid van vleermuizen binnen het plangebied kan niet uitgesloten worden. Van den Hoorn (2014a) heeft geen potenties voor vogelsoorten met een vaste rust- of verblijfplaats aangetroffen binnen het plangebied. Wel is het mogelijk dat op het water of in de oeverzone verschillende vogelsoorten tot broeden komen. Daarnaast kan de plas dienen als slaapplaats voor verschillende soorten watervogels. 3.5 Amfibieën en reptielen In de omgeving van het plangebied zijn waarnemingen bekend van de streng beschermde rugstreeppad en heikikker (Van den Hoorn 2014a en 2014b). Op basis van de aanwezigheid van vis in de plas Hoge Boezem Overwaard en het Achterwaterschap kan het voorkomen van de heikikker in het plangebied worden uitgesloten. Er zijn recente waarnemingen bekend van rugstreeppadden op de kade (Van den Hoorn 2014a). Het is niet uit te sluiten dat de rugstreeppad regelmatig op de kade foerageert en boven de hoogwaterlijn onder de aanwezige basaltblokken overwintert. Het voorkomen van de strikt beschermde rugstreeppad is daarmee niet uit te sluiten. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

21 HaskoningDHV Nederland B.V. 3.6 Vissen Van den Hoorn (2014a) geeft aan dat de aanwezige biotopen binnen de plas Hoge Boezem Overwaard ongeschikt zijn voor beschermde vissoorten. In 2014 is door Regelink Ecologie de oeverzone van de plas elektrisch bemonsterd. Hierbij zijn geen beschermde vissoorten aangetroffen. Wel zijn er waarnemingen bekend van beschermde vissoorten in het Achterwaterschap (Van den Hoorn, 2014b). Het betreft hier de kleine modderkruiper en bittervoorn. Uit Van den Hoorn (2014b) blijkt dat het baggeren niet leidt tot effecten op de streng beschermde vissoorten indien er rekening wordt gehouden met het voortplantingsseizoen. De vissen bevinden zich met name in de oeverzones en het meer natuurlijke deel van het Achterwaterschap in de Donkse Laagten. Het baggeren gebeurt echter op het midden van het Achterwaterschap. De kans op slachtoffers tijdens de werkzaamheden is daarmee redelijkerwijs uitgesloten. Met de werkzaamheden is geen sprake van effecten op strikt beschermde vissoorten. Wel kan er sprake zijn van verstoring van algemeen voorkomende vissen. 3.7 Ongewervelden Er zijn geen waarnemingen bekend van strikt beschermde ongewervelden binnen het plangebied. De aanwezige biotopen binnen het plangebied lijken ook niet geschikt voor strikt beschermde ongewervelden (Van den Hoorn 2014a en 2014b). De aanwezigheid van strikt beschermde ongewervelden is uitgesloten. 3.8 Conclusie In onderstaande tabel wordt weergegeven welke beschermde soorten er mogelijk voorkomen op en direct nabij het plangebied. Tabel 4.1: Samenvatting aanwezigheid van beschermde soorten op en nabij de planlocatie. Soortgroep (mogelijk) in of nabij het Mogelijk voorkomende Ffwet tabel Belangrijke elementen plangebied soorten Vaatplanten Grondgebonden in/nabij noordse woelmuis 3 hoge vegetatie in natte zoogdieren waterspitsmuis terreinen Vleermuizen in/nabij gewone dwergvleermuis ruige dwergvleermuis laatvlieger watervleermuis meervleermuis Vogels in/nabij rietvogels watervogels 3 open water, rietzones, oeverzones nietjaarrondbe schermd open water en oeverzones Reptielen & amfibieën in/nabij rugstreeppad 3 verharde kade Vissen Ongewervelden Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

22 HaskoningDHV Nederland B.V. 4 TOETSING EFFECTEN In deze paragraaf worden de effecten beschreven van het project inrichtingsplan Hoge Boezem van de Overwaard op de mogelijk aanwezige beschermde soorten op en rondom de planlocatie (zoals vermeld in tabel 4.1). 4.1 Noordse woelmuis en waterspitsmuis Direct nabij het plangebied komt mogelijk de noordse woelmuis voor. De noordse woelmuis leeft in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten. In gebieden waar andere woelmuizen voorkomen, leeft de soort veel in natte terreinen, zoals rietland, moeras, zeer extensief gebruikte weilanden, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien en periodiek overstroomde terreinen. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft, kan hij goed eilandjes bereiken, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt. De noordse woelmuis is gevoelig voor concurrentie met andere woelmuizen. Hij wordt daardoor naar natte terreinen verdreven waar hij zich prima heeft aangepast ( Naast de noordse woelmuis komt mogelijk ook de waterspitsmuis voor in de directe omgeving van het plangebied. De waterspitsmuis wordt gevonden in en langs schoon, niet voedselrijk water met een behoorlijk ontwikkelde onderwatervegetatie en ruig begroeide oevers. De soort komt voor langs beken, rivieren, sloten, plassen en op plekken waar sprake is van opwellend grondwater. De oevers moeten voldoende schuilmogelijkheden bieden voor de waterspitsmuis ( Met de aanleg van rietlanden wordt zeer geschikt leefgebied voor de noordse woelmuis en waterspitsmuis gecreëerd. De permanente effecten zijn daarom positief. Het is mogelijk dat de noordse woelmuis en waterspitsmuis tijdens de werkzaamheden plotseling in het plangebied verschijnen en daar enkele verblijfplaatsen blijken te hebben. Het graven van een slotenstructuur kan leiden tot vernietiging van vaste rust- en verblijfplaatsen van de noordse woelmuis. Ook is het mogelijk dat er individuen van de noordse woelmuis en/of waterspitsmuis worden gedood en/of verwond bij de werkzaamheden. Negatieve effecten op de noordse woelmuis en waterspitsmuis zijn niet uit te sluiten. 4.2 Vleermuizen Binnen het plangebied zijn geen bomen of gebouwen aanwezig, waardoor er geen potentiële verblijfplaatsen verloren gaan als gevolg van de werkzaamheden. Lijnvormige elementen zijn afwezig in het plangebied. Er worden geen vaste vliegroutes vernietigd als gevolg van de werkzaamheden. Mogelijk vervult het plangebied een rol voor foeragerende vleermuizen. Door de werkzaamheden overdag uit te voeren (van tot uur) wordt verstoring van foeragerende vleermuizen voorkomen, daar vleermuizen met name in de schemering en avonduren actief zijn. Van de mogelijke soorten foerageert met name de meervleermuis boven open water. De andere soorten foerageren met name boven de rietzones en langs de randen van de plas. Uit van den Hoorn (2014a) blijkt dat het plangebied geen essentieel foerageergebied vormt voor de meervleermuis. De afname van oppervlakte aan open water leidt daarmee niet tot aantasting van een essentieel foerageergebied. Met de nieuwe inrichting van het plangebied is er voor de overige soorten sprake van een toename aan geschikt foerageergebied. De voorgenomen werkzaamheden leiden daarmee niet tot effecten op vleermuizen. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

23 HaskoningDHV Nederland B.V. 4.3 Vogels Binnen het plangebied zijn geen jaarrond beschermde nesten aanwezig. Mogelijk broeden er in de oeveren rietzone verschillende vogelsoorten. Dit betreft met name de rietlanden ten westen van het plangebied. Door de dam buiten het broedseizoen aan te leggen worden effecten op broedende vogels voorkomen. Het opspuiten van baggerspecie in de plas Hoge Boezem Overwaard vindt plaats op circa 300 meter afstand van deze rietzones. De verstoring die deze werkzaamheden met zich meebrengen zijn dermate beperkt dat effecten op broedende vogels zijn uit te sluiten. Daarnaast vindt het opspuiten van de baggerspecie voornamelijk plaats buiten het broedseizoen. Het graven van de slotenstructuur staat gepland van maart 2020 tot maart Indien de aangeplante stukken riet tegen die tijd al goed zijn aangeslagen, is het mogelijk dat er in het nieuw ontwikkelde rietland vogels tot broeden komen. De werkzaamheden kunnen in dat geval leiden tot verstoring van broedende vogels en daarmee tot een overtreding van de Flora- en faunawet. De situatie na realisatie van de rietlanden heeft een positief effect op de duurzame instandhouding van moerasvogels. 4.4 Amfibieën en reptielen Direct nabij het plangebied komt mogelijk de rugstreeppad voor. De rugstreeppad is een bewoner van zandige terreinen met een betrekkelijk hoge dynamiek, zoals de uiterwaarden van rivieren, opgespoten terreinen en akkers. Voor de voortplanting is de rugstreeppad afhankelijk van (tijdelijke) ondiepe wateren als poeltjes en plassen die vrij snel opwarmen. Met het opspuiten van baggerspecie wordt zeer geschikt leefgebied voor de rugstreeppad gecreëerd. Het is daarmee mogelijk dat de rugstreeppad tijdens de werkzaamheden plotseling in het plangebied verschijnt. Mogelijk ontstaan er bij het opspuiten van de baggerspecie tijdelijke ondiepe poelen en plassen die kunnen fungeren als voortplantingswateren voor de rugstreeppad. Het graven van een slotenstructuur kan daarmee leiden tot vernietiging van voortplantingslocaties. Ook is het mogelijk dat er individuen van de rugstreeppad worden gedood en/of verwond bij de werkzaamheden. Negatieve effecten op de rugstreeppad zijn niet uit te sluiten. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

24 HaskoningDHV Nederland B.V. 5 MAATREGELEN ALGEMENE ZORGPLICHT Algemene maatregelen: De werkzaamheden worden alleen overdag, tussen zonsopgang en zonsondergang uitgevoerd. Veel algemene en beschermde diersoorten (vleermuizen) zijn vooral actief gedurende de vroege ochtend, late avond en nacht; Bij voorkeur worden de werkzaamheden zoveel mogelijk geclusterd in de tijd, zodat er steeds delen van het plangebied niet verstoord worden; Er wordt één richting opgewerkt, zodat kleine (zoog)dieren en vissen van de werkzaamheden vandaan kunnen vluchten. Houd hierbij rekening met vluchtwegen (werk dus niet richting een doodlopende hoek) en zorg dat de dieren voldoende vrije ruimte hebben; De aannemer maakt enkel gebruik van de ruimte die noodzakelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Zo wordt onnodige verstoring van dieren en planten voorkomen. Het opspuiten van de baggerspecie gebeurt niet bij hoge watertemperaturen (>20 C). Het opspuiten gaat gepaard met vertroebeling van het water als gevolg van opwerveling van (organisch) materiaal. Het is bekend dat vertroebelende werkzaamheden bij hoge watertemperaturen kunnen leiden tot sterfte van aquatisch leven (met name vissen) als gevolg van zuurstoftekort. Een stijging in watertemperatuur gaat gepaard met een daling van de zuurstofspanning. Daarbij komt dat opwervelend materiaal wordt afgebroken, wat kan leiden tot een verdere afname van het zuurstofgehalte van het water. De werkzaamheden moeten door een erkend ecoloog worden begeleid. Dit houdt in dat een ecoloog betrokken moet zijn bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden. De ecoloog stelt vast of en wanneer er sprake is van kwetsbare periodes van soorten en vegetaties. Voor aanvang van de werkzaamheden controleert een erkend ecoloog het gebied op eventueel aanwezige beschermde soorten; 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

25 HaskoningDHV Nederland B.V. 6 SCHADEBEPERKENDE MAATREGELEN 6.1 Noordse woelmuis en waterspitsmuis Mogelijk komen er in het gebied, na het opspuiten van de baggerspecie, noordse woelmuizen en waterspitsmuizen voor. Met het opspuiten van de bagger en het aanplanten van riet ontstaat er potentieel leefgebied voor beide soorten. Het betreft hier nieuw ontstaan leefgebied, waarvoor een ontheffing tijdelijke natuur aangevraagd kan worden. Aan deze ontheffing zijn mogelijk ook mitigerende maatregelen gekoppeld. Deze maatregelen zullen na verlening van de vergunning worden toegevoegd aan dit werkprotocol. Om verstoring van noordse woelmuizen en waterspitsmuizen zoveel mogelijk te voorkomen worden de volgende mitigerende maatregelen voorgeschreven: 6.2 Vogels Het uitvoeren van de ontgraving van de sloten buiten de voortplantingsperiode (buiten de periode van april tot en met september) om verstoring te voorkomen. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de noordse woelmuis en waterspitsmuis. Er komen geen vaste, jaarrond beschermde broedplaatsen van vogels (uilen, roofvogels e.d.) in het plangebied voor. Wel is er kans op verstoring van broedende water- en rietvogels. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren, wordt verstoring voorkomen. Indien er toch voor de werkzaamheden in de directe omgeving (binnen verstoringsafstand van 100 m) van de bestaande rietlanden aan de randen van het broedseizoen gewerkt moet worden, dient de afwezigheid van broedvogels vastgesteld te worden door een erkend ecoloog. Wanneer er in de broedperiode grond wordt aangebracht in de plas, dienen er maatregelen getroffen te worden om te voorkomen dat broedende vogels zoals wilde eend, rietzanger, rietgors en meerkoet en hun nesten worden verstoord. Voorafgaand aan de werkzaamheden (bij voorkeur vlak voor het broedseizoen) wordt het plangebied (oeverzones, rietlanden, etc.) gecontroleerd op de aanwezigheid van broedvogels. Bij afwezigheid van broedvogels wordt de locatie indien mogelijk ongeschikt gemaakt voor broedvogels. Dit ongeschikt maken kan gebeuren door het frezen/maaien van geschikte broedplaatsen vóór de aanvang van het nieuwe broedseizoen. Wilde eenden beginnen rond al half februari met de eileg, dus dan moeten deze freeswerkzaamheden al hebben plaatsgevonden; Na het evt. ongeschikt maken van de locatie wordt er zoveel mogelijk continu gewerkt om te voorkomen dat vogels zich alsnog vestigen op de locatie. Regelmatige controle door een ervaren ecoloog die checkt of er onverhoopt door minder verstoringsgevoelige broedvogelsoorten toch met nestbouw is begonnen. Indien dit het geval is, zal het nest moeten worden gemarkeerd en (afhankelijk van de soort en de plaats) zullen er binnen een bepaalde afstand van het nest geen werkzaamheden mogen worden Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

26 HaskoningDHV Nederland B.V. 6.3 Amfibieën uitgevoerd totdat het nest is uitgekomen en haar functie voor de broedvogels en diens jongen heeft verloren. Er kan niet tijdens het broedseizoen gestart worden met de werkzaamheden, tenzij er geen broedende vogels zijn aangetroffen. Mogelijk komen er in het gebied, na het opspuiten van de baggerspecie, rugstreeppadden voor. Het is niet denkbeeldig dat er plassen en poelen ontstaan welke door de rugstreeppad gebruikt worden als voortplantingswater. Het betreft hier nieuw ontstaan leefgebied, waarvoor een ontheffing tijdelijke natuur aangevraagd kan worden. Aan deze ontheffing zijn mogelijk ook mitigerende maatregelen gekoppeld. Deze maatregelen zullen na verlening van de vergunning worden toegevoegd aan dit werkprotocol. Om verstoring van rugstreeppadden te voorkomen worden de volgende mitigerende maatregelen voorgeschreven: Het uitvoeren van de graafwerkzaamheden in de nieuwe rietlanden buiten de voortplantingsperiode (buiten de periode van april tot en met juli 1 ) om verstoring te voorkomen. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de rugstreeppad. 7 CONCLUSIE De aanleg van rietlanden in de Hoge Boezem van de Overwaard heeft op lange termijn een positief effect op verschillende beschermde soorten. 1 De voortplantingsperiode kan zowel eerder beginnen als later eindigen, afhankelijk van de lokale klimatologische en meteorologische omstandigheden voorafgaand en tijdens de werkzaamheden. Een deskundige op het gebied van rugstreeppadden dient daarom de exacte periode van voortplanting te bepalen. 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

27 HaskoningDHV Nederland B.V. Indien er geen mitigerende maatregelen worden getroffen, dan zijn tijdens de uitvoering de volgende effecten niet uit te sluiten: Verstoring of vernietiging van vaste rust- en verblijfplaatsen van de noordse woelmuis en waterspitsmuis; Verstoring of vernietiging van nesten van vogels; Verstoring of vernietiging van voortplantingslocaties van de rugstreeppad. Daarnaast is er mogelijk sprake van verstoring van algemeen voorkomende soorten. Bij verstoring van deze algemene, niet of licht beschermde soorten is er geen sprake van overtreding van de Flora- en faunawet, mits wordt voldaan aan de zorgplicht. Dit houdt in alle maatregelen die redelijkerwijs mogelijk zijn, genomen moeten worden om zodoende schade aan soorten te voorkomen. Voor de noordse woelmuis geldt dat deze mogelijk tijdens de uitvoeringsperiode het werkgebied kan koloniseren. Om vertraging van de werkzaamheden na het vaststellen van de aanwezigheid van deze soort te voorkomen, wordt geadviseerd een Ontheffing Tijdelijke Natuur aan te vragen. Hiermee wordt voorkomen dat er men tijdens de uitvoeringsperiode mogelijk geconfronteerd wordt met de noodzaak tot het aanvragen van een ontheffing Flora- en faunawet voor het vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van de noordse woelmuis en de daarmee gepaard gaande vertraging en compensatie inspanning. Voor broedvogels moet bovengenoemde overtreding worden voorkomen. Dit kan door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of door voorafgaand aan het broedseizoen het plangebied ongeschikt te maken voor broedende vogels door het terrein voldoende vaak te maaien. Daarnaast moet de zorgplicht in acht worden genomen Voor de rugstreeppad geldt dat deze mogelijk tijdens de uitvoeringsperiode het werkgebied kan koloniseren. Om vertraging van de werkzaamheden na het vaststellen van de aanwezigheid van deze soort te voorkomen, wordt geadviseerd een ontheffing Tijdelijke natuur aan te vragen. Hiermee wordt voorkomen dat er men tijdens de uitvoeringsperiode mogelijk geconfronteerd wordt met de noodzaak tot het aanvragen van een ontheffing Flora- en faunawet voor het vernietigen van voortplantingslocaties van de rugstreeppad en de daarmee gepaard gaande vertraging en compensatie inspanning. Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

28 HaskoningDHV Nederland B.V. 8 LITERATUURLIJST Clevering, O.A. & Lissner D., Taxonomy, chromosome numbers, clonal diversity and population dynamics of Phragmites australis. Aquatic Botany 1999: 64: Dienst Regelingen, Soortenstandaard Noordse woelmuis Microtus oeconomus arenicola. Dienst Regelingen, Soortenstandaard Rugstreeppad Buffo calamita. Hansen, D.L., Lambertini, C., Jampeetong, A. & Brix, H., Clone-specific differences in Phragmites australis: effects of ploidy level and geographic origin. Aquatic Botany 2007: 86 : Hoorn, van den, M.W., 2014a. Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard. In het kader van de Flora- en faunawet. Rapport RA , Regelink Ecologie & Landschap, Mheer. Hoorn, van den, M.W., 2014b. Natuurrapportage Verdiepen Achterwaterschap. In het kader van de natuurwetgeving. Rapport RA , Regelink Ecologie & Landschap, Mheer. Prudon, B. en Gorter, D., Richtlijn implementatie Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Uitwerking voor Waterschap Rivierenland. Royal HaskoningDHV, Uitvoeringsplan realisatie. Inrichtingsplan Hoge Boezems van de Overwaard. Registratienummer LW-AF Websites: Website Stichting RAVON ( Website Telmee ( Website Waarnemingen ( Website Zoogdiervereniging ( 16 oktober 2014, versie DefinitiefWaterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en fauna RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Klant vertrouwelijk

29 HaskoningDHV Nederland B.V. 9 COLOFON Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet RDC_BC8255_R _NL98237_f2.0 Opdrachtgever : Waterschap Rivierenland Project : Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard Dossier : BC8255 Omvang rapport : 25 pagina's Auteur : Jobert Rijsdijk Bijdrage : Interne controle : Janet Olthof Projectleider : Janet Olthof Projectmanager : Datum : 16 oktober 2014 Naam/Paraaf : Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet16 oktober 2014, versie Defin RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

30 HaskoningDHV Nederland B.V. Rivers, Deltas & Coasts Laan 1914 nr EX Amersfoort Postbus BC Amersfoort T (088) F (088) W

31 HaskoningDHV Nederland B.V. BIJLAGE 1 Biotoopgeschiktheidsonderzoek Waterschap Rivierenland/Inrichting Hoge Boezem van de Overwaard/Toetsing en werkplan in het kader van de Flora- en faunawet bijlage 1 RDC_BC8255_R _NL98237_f Klant vertrouwelijk

32 Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard In het kader van de Flora- en faunawet 2e CONCEPT In opdracht van: Waterschap Rivierenland

33 Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

34 Colofon Tekst en samenstelling M.W. van den Hoorn Foto's A. Clements In opdracht van Waterschap Rivierenland Naam opdrachtgever A. de Gelder Rapportnummer RA Status rapport 2e Concept Datum oplevering rapport 25 mei 2014 Aantal pagina's 31 Collegiale toets M. van der Hout Wijze van citeren Hoorn, M.W. van den, Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard. In het kader van de Flora- en faunawet. Rapport RA , Regelink Ecologie & Landschap, Mheer. Regelink Ecologie & Landschap Papenweg NE Mheer info@regelink.net Lid Netwerk Groene Bureaus Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

35 Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

36 Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel Leeswijzer 7 2 Werkwijze Algemene werkwijze Verwerking gegevens NDFF voor toetsing aan Flora- en Faunawet Omgaan met waarnemingen van de paling (Anguilla anguilla) 3 Omschrijving plangebied Algemeen Korte gebiedsomschrijving met relevante aanwezige ecotopen 11 4 Resultaten Vaatplanten Zoogdieren Vogels Amfibieën en vissen Reptielen Libellen en dagvlinders Overige ongewervelden 16 5 Conclusies en aanbevelingen 19 6 Literatuur 21 Bijlage 1 Foto-impressie plangebied 23 Bijlage 2 Verspreidingskaarten 25 Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

37 Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

38 1 Inleiding Waterschap Rivierenland is voornemens om boezemkanaal het Achterwaterschap te verdiepen. Deze verdieping vindt plaats binnen het programma voor het op orde brengen van de waterveiligheid van het gebied achter de kades in de Alblasserwaard. Het vrijgekomen materiaal wordt toegepast in de plas van de Hoge Boezem van de Overwaard, met als doel het creëren van een rietmoeras. De aanleg van een rietmoeras is als maatregel opgenomen in het Natura-2000 beheerplan Boezems Kinderdijk. Volgens nationale en internationale regelgeving is het verplicht om voordat een ingreep plaatsvindt onderzoek te doen naar het eventuele voorkomen van beschermde flora en fauna. Toetsing van de ingreep aan de natuurwet- en natuurregelgeving wordt uitgevoerd door HaskoningDHV. Regelink Ecologie & Landschap heeft hiertoe een bioptoopgeschiktheidsonderzoek van de plas uitgevoerd en advies gegeven over eventueel uit te voeren vervolgonderzoek. Over dit geschikheidsonderzoek en het advies wordt in dit rapport verslag gedaan. 1.1 Doel Door middel van het biotoopgeschiktheidsonderzoek zijn de volgende vragen beantwoord: Welke, middels de Flora- en faunawet beschermde flora en fauna kunnen op grond van de aanwezige biotopen in en rond de plas worden verwacht? Van welke van deze soorten zijn voldoende gegevens voorhanden om het voorkomen ervan aan te tonen dan wel uit te sluiten? Naar welke soorten dient nog een aanvullend onderzoek te worden verricht? 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden werkwijze en inspanning beschreven, terwijl in hoofdstuk 3 een beschrijving van het plangebied volgt. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van de flora- en faunainventarisatie gepresenteerd. In hoofdstuk 5 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen. Tevens is een korte bronnenlijst opgenomen (hoofdstuk 6). Biotoopgeschiktheidsonderzoek plas Hoge Boezem, Overwaard RA

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Ecologisch Werkprotocol

Ecologisch Werkprotocol Ecologisch Werkprotocol Aanleg depots Oude Reeuwijkerweg, Reeuwijk Projectnummer: 5999 Datum: 24-1-2013 Opgesteld: D. Welink Begeleidend ecoloog: Tel. Aanleiding Op een aantal graslandpercelen langs de

Nadere informatie

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Aan: S. Baardwijk (Sjaak Baardwijk Hoveniersbedrijf ) Van: Kopie: L. Boon (Ecoresult) B. Verhoeven (Ecoresult) Datum: 15 oktober 2014 Versie:

Nadere informatie

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189. NatuurBeleven bv Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen HB Adviesbureau bv T.a.v.: Peter Aalders Postbus 9230 1800 GE ALKMAAR Datum: 30 oktober 2009 uw brief van 23 oktober 2009 en 27 oktober 2009 uw kenmerk

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Ecologisch werkprotocol Lommerrijk 23 Lelystad Locatie en werkzaamheden Lommerrijk 23 ligt aan de noordwestzijde van Lelystad, in de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. Het plangebied is aangegeven

Nadere informatie

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van: De Woningstichting Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen RA13343-01 2 Colofon Tekst, foto's en samenstelling

Nadere informatie

Busbaan langs de Kruisvaart

Busbaan langs de Kruisvaart Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

: KRW-geul Bentickswelle : Aanvulling op activiteitenplan Flora- en faunawet Zomerbedverlaging Beneden- IJssel

: KRW-geul Bentickswelle : Aanvulling op activiteitenplan Flora- en faunawet Zomerbedverlaging Beneden- IJssel HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft Ons kenmerk Datum : 6 februari 2013 Classificatie : Openbaar : Waterschap Veluwe Vallei : Haskoning DHV B.V, Edith Dorsman,

Nadere informatie

Oriënterend!onderzoek!naar!beschermde!flora!en! fauna!aan!de!dorpsstraat!94!te!aarlanderveen!!

Oriënterend!onderzoek!naar!beschermde!flora!en! fauna!aan!de!dorpsstraat!94!te!aarlanderveen!! FREYRARCHITECTEN t.a.v.deheerm.vanderneut AntonievanLeeuwenhoekweg38b10 2408ANAlphenaandenRijn Datum Kenmerk Uwkenmerk Auteur(s) 10maart2015 BE/2015/29/r Emaild.d.23februari2015 C.J.Blom Oriënterendonderzoeknaarbeschermdefloraen

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo Contra expertise Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo Contra expertise Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo NO11017-01 2 Colofon

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 Contactpersonen IRIS BAIJENS Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 INHOUDSOPGAVE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

B i j l a g e 4 g. B r i e f A a n v u l l i n g A a n s l u i t i n g A 9 H e i l o o, A r c a d i s, 1 1 j a n u a r i

B i j l a g e 4 g. B r i e f A a n v u l l i n g A a n s l u i t i n g A 9 H e i l o o, A r c a d i s, 1 1 j a n u a r i N a t u u r w e t g e v i n g B i j l a g e 4 g. B r i e f A a n v u l l i n g A a n s l u i t i n g A 9 H e i l o o, A r c a d i s, 1 1 j a n u a r i 2 0 1 7 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v.

Nadere informatie

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Werkprotocollen Definitief Waterschap Zuiderzeeland Grontmij Nederland bv Lelystad, 28 november 2007 Verantwoording Titel : Gedragscode Flora- en faunawet

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 15 april 2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: PROJECTLEIDER: VELDBEZOEK: STATUS: 15-096/15.02410/PauBo

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht - notitie - Januari 2016 P16-016/W1105 Auteur: S. Westbroek Natuur-Wetenschappelijk

Nadere informatie

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld Notitie Contactpersoon Jeroen Nagtegaal Datum 4 september 2015 Kenmerk N001-1229182JNA-kmi-V01 Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld Voor u ligt een ecologisch werkprotocol om

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Datum : 27 maart 2014 Projectnummer : 13-0255 Opdrachtgever : Bureau Verkuylen Inleiding Aanleiding In verband met de voorgenomen

Nadere informatie

Quickscan DWL-De esch

Quickscan DWL-De esch Quickscan DWL-De esch Implementatie Flora- en faunawet, Verkenning ecologische waarden Datum 17 augustus 2006 Versie definitief Opdrachtgever ing. Hugo de Groot Paraaf Opdrachtgever: Opsteller M. Kaptein

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143

Nadere informatie

Memo: Datum: 13 april Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek

Memo: Datum: 13 april Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek Memo: Datum: 13 april 2015 Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek Opdrachtgever: Vandewall Planologisch Advies BV Sint Maartenslaan 26 6221 AX Maastricht Opgesteld

Nadere informatie

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen

Nadere informatie

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS BV / CAREOS GROEP 15 oktober 2012 076649227:0.3 B01043.200918.0200 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3

Nadere informatie

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477 Notitie Quickscan natuuronderzoek Parallelweg 9 in Neede In het kader van de Flora- en faunawet Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier oktober rapportnr: 13477 In opdracht van: Gemeente Berkelland Postbus

Nadere informatie

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Verkennend Ecologisch Onderzoek Verkennend Ecologisch Onderzoek Dorpsstraat 75 te Nieuwkoop Watersnip-rapport 14A013 Colofon Titel Verkennend Ecologisch Onderzoek Dorpsstraat 75 te Nieuwkoop Projectnummer 14A0013 Datum uitgave 31 maart

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot

Nadere informatie

Bureau Waardenburg bv. 0.42a, " Notitie aanvullend onderzoek Valleipark te Leusden

Bureau Waardenburg bv. 0.42a,  Notitie aanvullend onderzoek Valleipark te Leusden St Bureau Waardenburg bv I r Adviseurs voor ecologie & milieu I 1-11.142-.17, ing!ko;r1, n 14 SEP. 2009 cormd.aki. elp 0.42a, " Postbus 365 4100 Al Culemborg tel: 0345-512710 fax: 0345-519849 vivvw.buwasil

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein Memo Ter attentie van Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer 160712 Auteur Ir. T.F. Kroon Onderwerp Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein SAMENVATTING ONDERZOEKEN FLORA

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Datum : 30 oktober 2014 Opdrachtgever : Pouderoyen BV Opgesteld door : ir. N. Arts Projectnummer : P14-0202 Inleiding Initiatiefnemer is voornemens

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-08-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.08

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Briefrapport Flora en fauna

Briefrapport Flora en fauna Briefrapport Flora en fauna aan: van: ons kenmerk: Verkerk Vastgoed B.V. SAB (contactpersoon dhr. E. de Bos / dhr. S. van der Zon) DBOS/ZON/130474 datum: 19 februari 2014 betreft: Quick scan flora en fauna

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel Zwolle, 25 oktober Henk Hunneman Natuuronderzoek pompstation Wageningen Aanleiding Vitens is voornemens om op de locatie van productiebedrijf Wageningen het huidige drinkwaterreservoir te vervangen door

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: De heer J. Arends SAB RIJS/110571 datum: 20 april 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Opheusden (gemeente Neder-Betuwe, provincie Gelderland)

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Memo nummer rev 00 datum 2 11 2011 aan RvR Limburg C.V. van L.E.Dinger kopie project projectnummer 200163 betreft Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Inleiding RvR Limburg C.V. heeft het voornemen

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013

Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013 Aanvullend onderzoek ecologie Angstel Quickscan ecologie t.b.v. uitvoering kadeversterking Angstel najaar 2013 Waternet/Waterschap Amstel, Gooi en Vecht 16 april 2014 Definitief rapport BC2777-101-101

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol dempen watergangen Sport- en Werklandschap Meerpaal

Ecologisch werkprotocol dempen watergangen Sport- en Werklandschap Meerpaal Notitie Contactpersoon Carolien Wegstapel Datum 6 mei 2011 Kenmerk N001-4789562CAW-kmi-V01-NL Ecologisch werkprotocol dempen watergangen Sport- en Werklandschap Meerpaal 1 Inleiding In het kader van de

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren SAB RIJS/110164.01 datum: 22 juni 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Ootmarsum (gemeente Dinkelland,

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 05-05-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Nadere informatie

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten. Toelichting Betreft Ons kenmerk Herinrichting Kanjel en Gelei Actualiserend veldbezoek flora en fauna WRO125 Datum 18 april 2018 Opsteller R. Janssen Verificatie C. Teheux Validatie G. van Hulzen Waterschap

Nadere informatie

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk.: De heer E.J. Overbeek SAB RIJS/110253 datum: 16 september 2011 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Diepenheim (gemeente Hof van Twente, provincie

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: Wouter Stempher. Ons kenmerk: :D. Kopieën aan: Eric van Dijk

Projectnummer: D Opgesteld door: Wouter Stempher. Ons kenmerk: :D. Kopieën aan: Eric van Dijk MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Lichtenauerlaan 100 Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Tel 010 2532 222 Fax 010 4553 026 www.arcadis.nl Onderwerp: Mitigerende maatregelen flora en fauna Hoofddorp, 7 maart 2014 Van:

Nadere informatie

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Colofon Titel Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren) Projectnummer 11283 Opdrachtgever Architectenbureau Eduard C. Gerds Hoofdweg 81 9617 AC Harkstede Datum 22

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0 QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN 27-09-2016 VERSIE 1.0 2 BARNEVELD. 27-09-2016 QUICKSCAN FLORA & FAUNA BARNEVELD Adviseur: Henk Jansen 06-45 11 98 54 info@groenadviseurs.nl

Nadere informatie

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht NOTITIE R. Stout Middelweg 12 2841 LA Moordrecht DATUM: 16 april 2012 ONS KENMERK: 12-200/12.01680/DirSt UW KENMERK: Gunning 22-03-2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: ing. K.D. van Straalen drs. I. Hille

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie