ER IS EEN VERLOSSER. Dank U, o mijn Vader. U gaf uw eigen Zoon, uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan.

Transcriptie

1 Ruth 27 maart 2019

2 ER IS EEN VERLOSSER D Er is een Verlosser, Jezus, Zoon van God. Kostbaar Lam van God, Messias, heilig God is Hij. Jezus, mijn Verlosser, niemand is aan U gelijk. Kostbaar Lam van God, Messias, maakt van zonden vrij. Dank U, o mijn Vader. U gaf uw eigen Zoon, uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan. Ja, de dag zal komen dat ik Jezus zie. Dan zal ik mijn Koning dienen voor eeuwig en eeuwig

3 Ruth Schrijver?? Samuel??

4 TeNaCH Thora (Wet) e Neviïm (Profeten) a CHetuvim (Geschriften) Psalmen, Spreuken en Job. Hooglied, Ruth, Klaagliederen, Prediker, Esther, Daniël, Ezra-Nehemia en Kronieken. In onze Bijbel het achtste boek!

5 Ruth De vijf rollen De megiloth (enkv. megilah) Gelezen op Joodse feest- en gedenkdagen in de synagoge. Hooglied Ruth Esther Klaagliederen Prediker Pesach Sjavoeot Poerim Tisja be Aav Soekot

6 Ruth 1 De honger Ps. 42:2 Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God; wanneer zal ik komen en voor Gods aangezicht verschijnen? Joh. 6:35 Jezus zei tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.

7 Ruth 1: Richt. 21:25 In die dagen was er geen koning in Israël: een ieder deed wat juist was in zijn ogen. 1 In de dagen dat de richters leiding gaven aan het volk, gebeurde het dat er hongersnood was in het land. Daarom ging een man uit Bethlehem in Juda op weg om als vreemdeling in de vlakten van Moab te verblijven, hij, zijn vrouw en zijn twee zonen.

8 Ruth 1: Elimelech, zijn vrouw Naomi zonen Machlon Chiljon, uit Bethlehem in Juda mijn God is Koning mijn genot/lieflijkheid ziek smachtend huis van brood - geprezen Efrathieten kwamen in de vlakten van Moab Gen.35:19 Zo stierf Rachel en werd begraven aan de weg naar Efrat, dat is Betlehem. Gen. 19:37 En de eerstgeborene baarde een zoon, en noemde hem Moab; hij is de vader van de tegenwoordige Moabieten. van zijn vader

9 Ruth 1: Van Bethlehem naar Moab = km, 3-5 dagreizen.

10 Ruth 1: 3 Elimelech, de man van Naomi, stierf, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4 Die namen Moabitische vrouwen. Orpa Ruth gazel vriendschap Deut. 23:3 Een Ammoniet of Moabiet zal niet in de gemeente des HEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal nimmer in de gemeente des HEREN komen,

11 Ruth 1: 5 En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook. Zo bleef de vrouw achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. Berooid Alles verloren Geen toekomst Teleurgesteld Geen hoop Enz.

12 Ruth 1: 6 Toen maakte zij zich met haar schoondochters gereed en keerde terug uit de vlakten van Moab, want zij had in het land Moab gehoord dat de HEERE naar Zijn volk omgezien had door hun brood te geven. Ps. 132:15 Haar voedsel zal Ik rijkelijk zegenen, haar armen zal Ik met brood verzadigen. Oud-Testamentische uitdrukking voor de weldaden van God die Israël door de Messias zou ontvangen Genade is zichtbaar geworden.

13 Ruth 1: Genade is zichtbaar geworden. Micha 5:2 En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israel en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Joh. 6: 32 Jezus zei dan tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel; 33 want dat is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft.

14 Ruth Lezen 1: 7 15

15 Ruth 1: 13 de hand van de HEERE is tegen mij uitgestrekt. heeft mij verlaten 14.. En Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth klampte zich aan haar vast. aanhangen, kleven, dichtbij blijven, zich houden aan, zich aansluiten bij, 15.je schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en naar haar goden. 16 Maar Ruth zei:..

16 Ruth 1: Lukas 14:26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 16 Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want.. waar u heen gaat, zal ik ook gaan, waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Land Toekomst Huis Volk Opvoeding

17 Ruth 1: 17 Waar u sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEERE mag zó en nog veel erger doen: voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u. Ze geeft zichzelf zelfs over tot in de dood 1 Tess. 1:9 hoe gij u van de afgoden tot God bekeerd hebt, om de levende en waarachtige God te dienen, 10 en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten,

18 Ruth 1: 18 Toen zij zag dat zij zich vast voorgenomen had met haar mee te gaan, hield zij op tot haar te spreken. 19 Zo gingen zij samen verder, tot zij in Bethlehem kwamen. En het gebeurde, toen zij Bethlehem binnenkwamen, dat de hele stad over hen in rep en roer raakte, en de vrouwen zeiden: Is dit Naomi?

19 Ruth 1: bitterheid 20 Maar zij zei tegen hen: Noem mij niet Naomi, noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.

20 Ruth 1: ledig, met lege handen, vruchteloos, onverrichter zake, zonder meer 21 Ík ging vol weg, maar de HEERE heeft mij leeg laten terugkeren. Waarom zou u mij Naomi noemen, nu de HEERE tegen mij getuigd heeft en de Almachtige mij kwaad gedaan heeft?

21 Ruth 1: 22 Zo keerde Naomi terug, en met haar Ruth, de Moabitische, haar schoondochter. Zij keerde uit de vlakten van Moab terug. En zij kwamen in Bethlehem, aan het begin van de gersteoogst. Opstanding

22 Ruth 1: Lev. 23: 1 De HERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: De feesttijden des HEREN, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn mijn feesttijden. Pascha De ongezuurde broden Feest van de eerstelingen Feest der weken Feest van de bazuinen Grote verzoendag Loofhuttenfeest 1 Cor. 15:20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Lev. 23: 9 En de HERE sprak tot Mozes: 10 Spreek tot de Israelieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, 11 en hij zal de garve voor het aangezicht des HEREN bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na de sabbat zal de priester die bewegen.

23 Ruth 2 De Losser Gen. 22:14 En Abraham noemde die plaats: De HERE zal erin voorzien; waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des HEREN zal erin voorzien worden. י ר א ה י הו ה

24 Ruth De Here zal voorzien wet op het oogsten Lev. 19: 9 Wanneer gij de oogst van uw land binnenhaalt, zult gij de rand van uw veld niet geheel afmaaien, en wat nog is blijven liggen van uw oogst, zult gij niet oplezen (...) dit zult gij voor de armen en de vreemdelingen laten liggen.

25 Ruth De Here zal voorzien wet op het lossen Lev. 25:25 Wanneer uw broeder verarmd is en iets van zijn bezitting heeft moeten verkopen, dan zal zijn naaste bloedverwant als losser optreden, en hij zal loskopen wat zijn broeder heeft moeten verkopen. 23 want het land is van Mij,

26 Ruth De Here zal voorzien wet op het zwagerhuwelijk Deut. 25: 5 Wanneer broeders tezamen wonen, en een van hen sterft zonder een zoon na te laten, dan zal de vrouw van de gestorvene niet buiten de familie de vrouw van een vreemde man mogen worden; haar zwager zal gemeenschap met haar hebben, haar tot vrouw nemen en zo het zwagerhuwelijk met haar sluiten. 6 En de eerstgeborene, die zij baren zal, zal op naam van de gestorven broeder staan, opdat diens naam uit Israel niet uitgewist worde.

27 Ruth 2: Vader en moeder? Mat. 1. Salmon verwekte Boaz bij Rachab, 1 Nu had Naomi een bloedverwant van de kant van haar man, een zeer vermogend man, uit het geslacht van Elimelech, en zijn naam was Boaz. Snelheid. In Grieks: in hem is sterkte

28 Ruth Lezen 2: 2-9

29 Ruth 2: De Losser spreekt: De HEERE zij met u Wie behoort deze jonge vrouw toe Ga niet op een andere akker aren rapen Uw ogen moeten op de akker gericht zijn Als u dorst hebt, mag u naar de watervaten gaan

30 Ruth 2: De reactie van Ruth 10 Toen wierp zij zich met het gezicht ter aarde, boog zich naar de grond en zei tegen hem: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat u naar mij omziet, terwijl ik een buitenlandse ben?

31 Ruth 2: 11 Boaz antwoordde en zei tegen haar: Het is mij allemaal verteld, alles wat u na de dood van uw man voor uw schoonmoeder gedaan hebt, en hoe u uw vader en uw moeder en uw geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat u voorheen niet kende.

32 Ruth 2: Oerpake en oerbeppe 12 Moge de HEERE uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van de HEERE, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen. Ps. 36:7 Hoe kostelijk is uw goedertierenheid, o God; daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw uwer vleugelen Ps. 5:11 Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie uw naam liefhebben.

33 Ruth 2: De reactie van Ruth 13 En zij zei: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, want u hebt mij getroost en u hebt naar het hart van uw dienares gesproken, hoewel ik niet ben als een van uw dienaressen.

35 Ruth 2: Naomi: 20. Die man is nauw aan ons verwant, hij is een van onze lossers.

36 Ruth 2: Ruth Sjavoeot 21. Bovendien heeft hij tot mij gezegd: Sluit u aan bij mijn knechten, totdat zij gereed zijn met mijn gehele oogst. Pascha De ongezuurde broden Feest van de eerstelingen Feest der weken Feest van de bazuinen Grote verzoendag Loofhuttenfeest

37 Ruth 3: Rust / rustplaats נ וח מ Gen. 5:29 en gaf hem de naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over de moeitevolle arbeid onzer handen Mat. 11:28 Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven;

39 Ruth 3 In de oogsttijd sliep men s nachts ook in het open veld. Dorsen en wannen deed men ook vaak s nachts.

40 Ruth 3: 2 Cor. 11:2 Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. 3 Was je dan en zalf je en doe je beste kleren Baden: dat wat verontreinigt, wordt verwijderd. Zalven: dat wat schoon is wordt minder vuil. Laat een geur achter.

42 Ruth 3: 4.. Ga er dan heen, sla de deken aan zijn voeteneind op en ga liggen. 9 En hij zei: Wie bent u? En zij zei: Ik ben Ruth, uw dienares. Spreid uw vleugel over uw dienares uit, want u bent de losser. Ez.16:8 Toen kwam Ik voorbij u en zag u, en zie, de tijd der liefde was voor u gekomen; Ik spreidde de slip van mijn kleed over u en bedekte uw naaktheid, Ik ging onder ede een verbond met u aan, luidt het woord van de Here HERE; zo werd gij de mijne.

43 Ruth 3: Toewijding van Ruth.. Nu dan, mijn dochter, wees niet bevreesd; alles wat gij zegt, zal ik voor u doen; Joh. 14:13 en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Joh. 14:14 Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.

45 Ruth 3: 18 Toen zei Naomi: Ga rustig zitten, mijn dochter, tot je weet hoe de zaak uit zal vallen, want die man zal niet rusten, voordat hij vandaag nog deze zaak tot een einde heeft gebracht. Laatste woorden van Naomi en Ruth Ps. 138:8 De HERE zal het voor mij voleindigen. O HERE, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat niet varen de werken uwer handen. Fil. 1:6 Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.

46 Ruth 4: Moeder in Israel Lukas 1:28 En toen hij bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, gij begenadigde, de Here is met u.

47 Ruth 4: 1 Intussen ging Boaz naar de poort en ging daar zitten. En zie, de losser over wie Boaz gesproken had, kwam voorbij. Toen zei hij: Kom eens hier en ga hier zitten, u daar, hoe u ook heet. En hij kwam daarheen en ging zitten. Hé,. Dinges

48 Ruth 4: 2 En hij haalde tien mannen uit de oudsten van de stad, en zei: Gaat u hier zitten. En zij gingen zitten.

50 Ruth 4: Letterlijk; koop 10 Daarbij neem ik voor mijzelf Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, tot vrouw om de naam van de gestorvene over zijn erfelijk bezit in stand te houden, opdat de naam van de gestorvene niet zal worden uitgewist onder zijn broeders en in de poort van zijn woonplaats. U bent vandaag getuigen.

51 Ruth 4: Drievoudige zegenbede: De eerste zegen betreft de bruid De tweede zegen betreft Boaz 11 En heel het volk dat in de poort was en de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen. Moge de HEERE deze vrouw, die in uw huis komt, maken als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben. Doe krachtige daden in Efratha en maak uw naam beroemd in Bethlehem. ben = zoon בן banah = bouwen בנה

52 Ruth 4: De derde zegenbede wenst voor Ruth de vruchtbaarheid van Tamar 12 En moge uw huis worden als het huis van Perez, die Tamar aan Juda baarde, door het nageslacht dat de HEERE u uit deze jonge vrouw geven zal. yeled = kind ילד yalad = baren ילד

54 Ruth 4: Berooid Alles verloren Geen toekomst Teleurgesteld Geen hoop Enz. 16 En Naomi nam het kind en zette het op haar schoot. En zij werd zijn verzorgster. Leven Volheid Vernieuwing Herstel

55 Ruth 4: 17 En de buurvrouwen gaven hem een naam. Zij zeiden: Bij Naomi is een zoon geboren. En zij gaven hem de naam Obed. Hij is de vader van Isaï, de vader van David.

56 Ruth 4: 18 Dit nu zijn de afstammelingen van Perez: Perez verwekte Hezron, 19 Hezron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, 20 Amminadab verwekte Nahesson, Nahesson verwekte Salma, 21 Salma verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, 22 Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David.

57 Ruth 4: Mat. 1: 1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. 2 Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders, 3 Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, 4 Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 5 Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isai, 6 Isai verwekte David, de koning.

58 Ruth uw God is mijn God