De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk.

Transcriptie

1 WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 16 maart 2016 een aanvraag ontvangen van xxxx, Rijksweg West 18, 9608 PC te WESTERBROEK om een watervergunning op grond van de Keur voor het aanbrengen van werken op perceel 109 in het kader van de Hoogwatermaatregelen Zuidbroek-Westerbroek, gelegen langs het Winschoterdiep te Westerbroek. De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk. 2. Beoordeling aanvraag Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene- en bijzondere voorschriften wordt voldaan. Uitgangspunten voor het gebruik van waterstaatswerken in beheer bij het waterschap zijn verwoord in de volgende verordening of beleidsregel(s): De Keur 2010 Bij de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende overwegingen gemaakt: de aan deze vergunning verbonden voorschriften zijn voldoende om de doelstellingen genoemd in artikel 2.1. van de Waterwet te waarborgen. overwegende dat de werken worden uitgevoerd in het kader van de Hoogwatermaatregelen Zuidbroek Westerbroek. overwegende dat met de aan te brengen werken een aanvaardbaar veiligheidsrisico wordt gewaarborgd voor een periode van ten minste 25 jaar met een overstromingskans van 1 keer per 100 jaar. 3. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, de Keur van het waterschap Hunze en Aa s 2010 en de Algemene wet bestuursrecht besluit het dagelijks bestuur als volgt: I. Aan xxxx, Rijksweg West 18 te WESTERBROEK vergunning te verlenen voor het aanbrengen van werken op perceel 109 in het kader van de Hoogwatermaatregelen Zuidbroek-Westerbroek, gelegen langs het Winschoterdiep te Westerbroek. II. Aan de vergunning bijzondere voorschriften te verbinden als opgenomen bij punt 5. III Aan de vergunning algemene voorschriften te verbinden als opgenomen in Bijlage Ondertekening Veendam, 29 maart 2016 namens het dagelijks bestuur, Jan van der Laan Hoofd Veiligheid en Voldoende Water Watervergunning HAS2016_Z /4

2 5. Bijzondere voorschriften 5.1. Plaats a. De werken worden uitgevoerd in de waterkering van het Winschoterdiep te Westerbroek. b. Een en ander als aangegeven op onderstaande luchtfoto Goedkeuring De volgende bij de vergunningaanvraag van T. Sants, als bijlage gevoegde stukken en tekening worden bij deze goedgekeurd. Omschrijving Nummer Datum Verslag Hoogwatermaatregelen perceel 109, Sants Berekening hoogwater kerende constructie perceel 109 en P118A BER Berekening fundering t.b.v. mobiele kering BER Tekening perceel 109 tijdelijke aansluiting Sants P DO a. Deze goedkeuring betreft slechts die werken, welke binnen de reikwijdte van de Keur vallen. b. De werkzaamheden dienen conform de tekeningen en stukken te worden uitgevoerd en te voldoen aan de algemene- en bijzondere voorschriften welke zijn opgenomen in deze vergunning. c. Afwijkingen mogen slechts plaatsvinden ter beoordeling en ter goedkeuring van het dagelijks bestuur van het waterschap. Watervergunning HAS2016_Z /4

3 5.3. Uitvoering. a. De werken dienen tussen 1 april en 1 oktober te worden uitgevoerd. b. De werken worden uitgevoerd in de waterkering van het boezemgebied van het Eemskanaal- Winschoterdiep. De te realiseren werken dienen zodanig te worden aangebracht dat de waterkerende hoogte van ten minste NAP +2,00 meter in geval van zachte grondophogingen of NAP +1,80 meter in geval van harde ophogingen blijvend is gegarandeerd. c. De te verrichten graafwerkzaamheden zijn minimaal. Van de te graven sleuf(ven) en/of werkput(ten), dient de profilering zo klein mogelijk te worden gehouden. d. Het is niet toegestaan zich op de grasmat van het talud van de waterkering te begeven met mechanisch aangedreven voertuigen. Eventuele mechanisch uit te voeren graafwerkzaamheden dienen vanaf de verharde weg te geschieden. e. Eventuele aanvullingen moeten laagsgewijs mechanisch worden verdicht met de uitkomende grond, in lagen van ten hoogste 30 cm dikte. f. Bij aanvullingen in de waterkeringen, ter breedte van de bestaande waterkeringen, dienen de hier vrijgekomen grondsoorten, andere dan klei, te worden verwijderd. De aanvullingen dienen in dit geval te geschieden met nieuw aan te voeren klei. g. Ter bescherming van het dijklichaam dienen rijschotten te worden gebruikt met een lengte van minimaal 5 m en een dikte van minimaal 10 cm. De rijschotten worden aaneengesloten geplaatst. h. Eventueel aan te brengen rioolstelsels, welke afwateren op het boezemgebied en waarbij de bovenkant van de achterliggende straatkolken en rioolputten lager liggen dan + 1,60 meter NAP, dienen aan de uitstroomzijde te worden voorzien van terugslagkleppen en afsluiters. De eventueel aanwezige terugslagkleppen en afsluiters dienen altijd goed bereikbaar te zijn en doelmatig te functioneren. i. Ter bescherming tegen wateroverlast van het laag gelegen terrein achter de waterkering is het verboden om veranderingen aan te brengen aan de rioolstelsels, welke afwateren op het boezemgebied, zonder de goedkeuring van het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s. j. Het is verboden met de uitvoering van de werkzaamheden nabij de waterkering van het boezemgebied van het Eemskanaal-Winschoterdiep te beginnen, bij een hogere waterstand of een te verwachten hogere waterstand van + 0,80 meter NAP. Met de aanvang van de werkzaamheden mag in dat geval uitsluitend worden begonnen na overleg en ter goedkeuring van het waterschap. Hiervoor dient u zich vroegtijdig in verbinding te stellen met de groep Boezembeheer van het waterschap Hunze en Aa s, tel: k. Voor de uitvoering van de werken wordt verwezen naar de laatste uitgave van de Standaard RAW Bepalingen Onderhoud a. Onderhoud en vernieuwing van de huidig te realiseren hoogwaterkering berust bij vergunninghouder. b. Bij vernieuwing of aanpassing van de oorspronkelijke oeverconstructie en/of de huidig te realiseren hoogwaterkering zorgt vergunninghouder dat de nieuwe oeverconstructie (kade) minimaal dezelfde kerende hoogte krijgt van NAP +2,00 meter in geval van zachte grondophogingen of NAP +1,80 meter in geval van harde ophogingen. Hiervoor zal in dat geval opnieuw een watervergunning verleend moeten worden door het waterschap. Watervergunning HAS2016_Z /4

4 c. Vergunninghouder zal na realisatie van de hoogwaterkering in het huidige oplossingsgebied geen obstakels plaatsen, ingravingen doen enzovoort en is er van op de hoogte dat alle handelingen binnen een strook van circa 10 meter vanaf de damwand/waterlijn van het Winschoterdiep vergunningsplichtig zijn vanuit de Keur van het waterschap. d. Wanneer de veiligheidstaak van het waterschap het in de toekomst verlangd om een extra hoogte boven de genoemde maten van NAP +2,00 meter respectievelijk NAP +1,80 meter te verlangen, zal vergunninghouder dit gedogen en dat dit wordt uitgevoerd door het waterschap. e. Er is een onderhoudstermijn van toepassing van twee jaar na uitvoering van de aangevraagde werken, waarbinnen de vergunninghouder schade aan waterschapsobjecten herstelt, die als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden zijn ontstaan. f. Indien na uitvoering van de werken verzakkingen van taluds/maaipaden optreden, dienen deze door de vergunninghouder te worden hersteld; dit ter beoordeling van het waterschap. g. De staat van onderhoud van het samenstel van de in de waterkering aangebrachte constructies (zowel de bestaande constructies als de nieuw aangebrachte constructies) mag geen gevaar opleveren voor de constructie en veiligheid van de waterkering. h. Het is niet toegestaan om op waterkeringen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen te gebruiken Toekomstige aanpassing waterpeilen Het waterschap stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade, als gevolg van toekomstige en /of tijdelijke peilveranderingen in de boezem Toekomstige aanpassing waterkering Indien er in de toekomst een extra verhoging van de hoogwaterkering, hoger dan de genoemde maten van NAP +2,00 meter respectievelijk NAP +1,80 meter, noodzakelijk is dan worden de kosten van deze verhoging gedragen door het waterschap. Uitgangspunt hierbij is een standaard hoogwatermaatregel, zijnde een zachte groene kade, om te kunnen voldoen aan de veiligheidstaak en daaruit voorvloeiende beheers- en onderhoudstaken van het waterschap. Indien een verhoging conform dit uitgangspunt niet mogelijk is, vanwege in de keurzone aanwezige constructies, worden de meerkosten t.o.v. de kosten van de standaard maatregel gedragen door de vergunninghouder, of diens rechtsopvolger Revisietekeningen Binnen 1 maand na voltooiing van de werken dienen aan het dagelijks bestuur digitaal revisietekeningen in RD-coördinaten in DXF formaat te worden toegezonden, waarop de werken ten genoegen van dit bestuur voldoende gedetailleerd zijn aangegeven. Hiervoor dient contact te worden opgenomen met de heer Piet Mulder, afdeling Personeelszaken, Financiën en Bedrijfsvoering van het waterschap Hunze en Aa s, tel: Watervergunning HAS2016_Z /4

5 Bijlage 1 Algemene voorschriften bij Watervergunning Keur 1. Melden aanvang en beëindiging werkzaamheden a. Tenminste 8 dagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de vergunninghouder dit melden aan het waterschap door het verzenden van formulier A. b. Zodra het werk gereed is, meldt vergunninghouder dit aan het waterschap door het verzenden van formulier B. Vergunninghouder moet volledige medewerking verlenen bij het beoordelen van de vergunningvoorschriften door het waterschap (de oplevering). 2. Werkzaamheden a. De werkzaamheden moeten voortvarend en zonder onderbreking worden uitgevoerd. b. De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. c. De aanvraag en de watervergunning moeten tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op het werk aanwezig zijn. d. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 3. Meldplicht bij ongewone voorvallen a. Indien, als gevolg van een ongewoon voorval, nadelige gevolgen voor het waterstaatswerk zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de vergunninghouder onmiddellijk maatregelen te treffen, om een nadelige beïnvloeding van de functie van het waterstaatswerk zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken en/of ongedaan te maken. b. Van een dergelijk ongewoon voorval moet de vergunninghouder onmiddellijk het waterschap in kennis stellen (telefoon ). 4. Waterbeheer De vergunninghouder moet maatregelen treffen om te voorkomen dat door de uit te voeren werken wateroverlast of tekort aan water kan ontstaan. 5. Onderhoud a. De vergunninghouder moet de aangebrachte werken in goede staat onderhouden, tenzij dit in de bijzondere voorschriften anders is aangegeven. b. Eventuele aanwijzingen door of namens het waterschap moeten direct worden opgevolgd. 6. Vernieuwen van het werk a. Bij vernieuwing van de in deze watervergunning genoemde werken moet de vergunninghouder dit tenminste één maand van tevoren melden bij het waterschap. b. Indien het belang van de waterbeheersing het nodig maakt dat de in deze watervergunning genoemde werken worden gewijzigd, dan doet de vergunninghouder dat voor eigen rekening, tenzij omstandigheden aanleiding geven tot het overeenkomen van een andere regeling. 7. Overdracht De vergunning geldt tevens voor de rechtsopvolgers van de vergunninghouder. Rechtsopvolging moet binnen 4 weken na overdracht bij het waterschap worden gemeld.