Planuitwerking. Voor de Agrarische Enclave "Uddel-Elspeet" ex artikel 18 Reconstructiewet Concentratiegebieden
|
|
- Valentijn Veenstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Planuitwerking Voor de Agrarische Enclave "Uddel-Elspeet" ex artikel 18 Reconstructiewet Concentratiegebieden Vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op12 april 2006
2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.2 1 Inleiding Waarom deze planuitwerking? Hoe is deze planuitwerking tot stand gekomen? De planuitwerking voor de Agrarische Enclave Uddel- Elspeet in relatie tot de Natuurbeschermingswet Wat staat waar in dit rapport? Hoe nu verder? Het resultaat van de planuitwerking Keuze voor het model Actieve Stimulering Zonering Bedrijfsontwikkelingen en het nemen van mitigerende maatregelen Huidige ontwikkeling van de kalverhouderij in de enclave Bedrijfsontwikkeling door het salderen van emissierechten Huidige omvang van de emissie van ammoniak Reductie van ammoniakemissie Funktieverandering Nieuwe natuur en verkaveling Water en waterkwaliteit Uitwerking per zone of gebiedsdeel Extensiveringsgebied Verwevingsgebied Kernrandzone Kernen Samenvatting verwachte effecten van het uitwerkingsplan Samenvatting verwachte effecten van het uitwerkingsplan op de instandhoudingsdoelstellingen voor kwalificerende habitattypen en soorten van de Veluwe De uitvoering van de planuitwerking Actief stimuleringsbeleid centraal Organisatie en instrumenten Samenhang proces en instrumenten Procesorganisatie ontwikkelen Instrumenten ontwikkelen Maatregelen, kosten en financiering Monitoring en evaluatie...25 Kaart Bijlage 1 Samenstelling van het Bestuurlijk Overleg Agrarische Enclave Uddel-Elspeet, projectgroep Verkenning Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet en de diverse werkgroepen. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 1
3 SAMENVATTING Waarom deze planuitwerking? In het Reconstructieplan Veluwe is door Provinciale Staten opgenomen dat een uitwerkingsplan voor het deelgebied Agrarische Enclave wordt opgesteld. Dit uitwerkingsplan (ex artikel 18 Reconstructiewet) moet binnen een jaar na de vaststelling van het reconstructieplan door Provinciale Staten (30 maart 2005) zijn goedgekeurd, dus vóór 1 april Deze haast is vooral nodig om veehouderijbedrijven meer duidelijkheid te geven over de ontwikkelingsmogelijkheden, in samenhang met de verbetering van de situatie voor natuur, landschap, water en milieu. Deze planuitwerking bevat maatregelen om de reconstructiedoelen te kunnen halen. Deze reconstructiedoelen zijn: het bieden van mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling in de veehouderij, uitgaande van het behoud van de huidige kalverplaatsen en het niet vergroten van dit aantal; het verminderen van de emissie van ammoniak op gebiedsniveau van de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet met 50% gedurende de reconstructieplanperiode van twaalf jaar; ontstening (functieverandering) en verbeteren van het landschapsbeeld; verbeteren van water- en milieukwaliteit; natuurontwikkeling. Belangrijke basis voor deze doelen en dit uitwerkingsplan zijn het convenant dat op 23 juni 2004 is gesloten tussen de gebiedspartijen (de gemeenten Ermelo, Nunspeet, Apeldoorn en Barneveld, de LTO, GMF en het Geldersch Landschap) en de uitwerkingsnota "Het mes snijdt aan twee kanten" van oktober Hoe is deze planuitwerking tot stand gekomen? Bij deze planuitwerking is door de projectgroep (die een "Verkenning voor de planuitwerking voor de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet" met drie scenario s heeft gemaakt) nauw samengewerkt met een bestuurlijke overleggroep uit het gebied. Het advies van de bestuurlijke overleggroep over de voorgedragen scenario s is op 31 augustus 2005 aangeboden aan gedeputeerde Keereweer. Het advies kent een breed draagvlak, alle gebiedspartijen staan achter het advies. Gedeputeerde Staten hebben dit advies overgenomen in deze planuitwerking. Dat betekent dat Gedeputeerde Staten kiezen voor een planuitwerking op basis van het scenario Actief Stimuleringsbeleid uit de verkenning planuitwerking op basis van de op 30 maart 2005 door Provinciale Staten vastgestelde zonering in het Reconstructieplan Veluwe. Dat betekent dat niet gekozen is voor een planuitwerking met dwingende doorwerking. Waarom is gekozen voor het scenario Actieve Stimulering? In het scenario Actieve Stimulering worden de mogelijkheden van het reconstructieplan en het streekplan optimaal benut om zonder dwang de reconstructiedoelen te halen. De in het convenant voorgestane kalverrechtenbank blijkt juridisch niet mogelijk te zijn. Het opleggen van een emissieplafond door middel van de Provinciale Milieuverordening Gelderland is juridisch nog niet mogelijk. Om dat wel mogelijk te maken zou veel meer tijd nodig zijn dan de periode die het reconstructieplan aangeeft om de planuitwerking op te stellen (tot royaal na 1 april 2006). Bovendien is van belang dat er zowel bij de veehouderijbedrijven als bij de betrokken gemeentebestuurders in het gebied geen draagvlak is voor het inzetten van de Provinciale Milieuverordening Gelderland. De noodzaak van een wettelijke herverkaveling is niet ondubbelzinnig aangetoond. De gewenste natuur- en waterdoelen zijn ook te halen door vrijwillige kavelruil. Dit met ondersteuning van een procescoördinator of gebiedsmakelaar. Een versneld doelbereik mag verwacht worden door de combinatie van de zonering uit het reconstructieplan met de verplaatsingsregelingen en actieve stimuleringsmaatregelen. Door een actieve inzet van een gebiedsplatform, een procescoördinator en een gebiedsmakelaar kunnen de voorgestelde maatregelen (waterkwaliteitsverbetering, milieuverbetering, bedrijfsontwikkeling, natuurontwikkeling en functieverandering) spoedig van de grond komen. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 2
4 Wat houdt het scenario Actieve Stimulering in? De kaart achter dit rapport geeft een beeld van de ruimtelijke invulling van dit uitwerkingsplan. Het kaartbeeld en de uitwerking per deelgebied of onderwerpen per zone zijn hiernavolgend toegelicht: Zonering De zonering in deze uitwerking blijft precies hetzelfde als in het vastgestelde Reconstructieplan Veluwe. Uit de "Verkenning planuitwerking" blijkt dat een kleiner extensiveringsgebied zoals voorgestaan in het convenant niet leidt tot het gewenste doelbereik. Bedrijfsontwikkeling door het salderen van emissierechten Bij bedrijfsontwikkeling in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet is, behalve een milieuvergunning van de gemeente, ook een vergunning nodig op basis van de Natuurbeschermingswet. Dit vanwege de aanwezigheid van Habitatrichtlijngebied. De provincie is bevoegd gezag voor deze vergunningverlening Natuurbeschermingswet. Gedeputeerde Staten van Gelderland kunnen bij de vergunningverlening voor bedrijven uit de enclave op basis van de Natuurbeschermingswet een vorm van saldering toepassen in combinatie met emissiebeperkende maatregelen. Hierdoor kan ontwikkelingsruimte ontstaan voor de blijvende bedrijven, die emissierechten van stoppende bedrijven kunnen overnemen. Deze blijvende bedrijven kunnen dan ondanks hun ligging nabij Habitatgebieden, toch groeien door de milieugebruiksruimte van stoppende bedrijven te benutten. De Habitatrichtlijn vereist dat bedrijfsontwikkeling niet zal leiden tot een significant hogere depositie van ammoniak op het Habitatgebied. Daarom is een voorwaarde bij salderen dat emissie niet dichter naar natuurgebied wordt verplaatst. Om de doelstelling van 50% emissiereductie te bereiken, zal een korting op de te verplaatsen emissierechten plaatsvinden van 50%. Een bedrijf kan dan toch uitbreiden met het aantal dieren van het stoppende bedrijf door 50% emissiereductie per dierplaats te realiseren. Dit kan door het toepassen van emissie-arme stallen. Voor alle Vogel- en Habitatgebieden zal een beheersplan worden opgesteld door de provincie. In die beheersplannen zal op basis van de noodzakelijke bescherming van de betreffende Habitat een milieubelastingscriterium worden opgenomen. Het is te voorzien dat voor alle Habitats die zijn gelegen rond de Agrarische Enclave het criterium "zeer kwetsbaar" zal gelden. Reductie van ammoniakemissie Gedeputeerde Staten willen bevorderen dat er een grootschalige proef met (goedkope) emissiearme stalsystemen komt. In overleg met het Ministerie van VROM zal worden bevorderd dat er ten minste twee systemen op een flink aantal bedrijven zullen worden geïnstalleerd en bemeten. Wanneer van de experimentele stallen is vastgesteld tot welke emissiereductie zij leiden ten opzichte van de traditionele stallen, zal Gedeputeerde Staten bevorderen dat voor de kalverhouderij een emissiefactor wordt opgenomen in de AMvB-huisvesting. Bij opname van een emissiefactor in de AMvB-huisvesting is vervolgens sprake van een overgangstermijn van tien jaar, waarbinnen alle stallen moeten worden omgebouwd. Stimuleringsbeleid voor toepassing van emissie-arme techniek vindt op dit moment plaats via een tweetal fiscale regelingen, namelijk milieu-investeringsaftrek (MIA) en VAMIL (dat is een regeling voor de afschrijving van milieu-investeringen). Dit betekent dat 30% van de investering kan worden afgetrokken van de inkomstenbelasting (dat is bij MIA circa 12% van het investeringsbedrag). Voor een bovenwettelijke milieu-investering mag tot maximaal 30% overheidssteun verleend worden. Om een hoger subsidiebedrag te mogen geven zal dus in Brussel apart toestemming gevraagd moeten worden. Gedeputeerde Staten hebben zich ervoor uitgesproken om dat te gaan bevorderen. Gedeputeerde Staten zullen zich sterk maken om te trachten een vergoeding voor de extra exploitatielasten te realiseren met als motief dat deze bovenwettelijke maatregel zeer positieve milieueffecten met zich meebrengt. Naar verwachting is de doelstelling van 50% reductie van de emissie van ammoniak met de in dit uitwerkingsplan beschreven aanpak te halen, mits: in 2018 alle kalverplaatsen emissiearm zijn gemaakt met gemiddeld 50% emissiereductie ten opzichte van de huidige situatie; deze emissievermindering gerealiseerd kan worden door snel (binnen twee jaar) meerdere emissiearme stalsystemen voor de kalverhouderij te certificeren. Daarvoor zijn proefstallen nodig met een investeringsbijdrage en een onderzoeks- en ontwikkelingstraject; Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 3
5 er een investeringsbijdrage komt voor bovenwettelijke maatregelen voor toepassing van emissiearme technieken ten behoeve van natuur en milieu; het aantal kalverplaatsen niet groter wordt dan het huidige aantal. Functieverandering De functieveranderingsmogelijkheden uit het streekplan zullen optimaal toegepast worden. De gemeenten kunnen samen een intergemeentelijk beeldkwaliteitsplan en een positieve bedrijvenlijst opstellen die als basis dient voor een regionale beleidsinvulling voor de Agrarische Enclave Uddel- Elspeet van functieverandering op basis van het streekplan. Nieuwe natuur en verkaveling Onder de aanduiding "nieuwe natuur" op de kaart vallen de al begrensde natuurgebieden. Om de nieuwe natuur in deze gebieden te realiseren, is het doel de intensieve veehouderijbedrijven te verplaatsen of te laten stoppen, in combinatie met sloop van vrijkomende gebouwen en functieverandering elders. De nog te begrenzen 25 ha nieuwe natuur valt hier niet onder. De ligging van deze percelen wordt bepaald door de mogelijkheden die ontstaan door grondaankopen en door ruilen op basis van de op te stellen realisatiestrategie. Ruilen van grond zal plaatsvinden op vrijwillige basis via het instrument vrijwillige kavelruil. Een realisatiestrategie brengt de mogelijkheden voor natuur in beeld. Met behulp van een ruilplan dient te worden bepaald hoe de verkaveling kan worden verbeterd en waar de nieuwe natuur kan komen. Via een planmatige kavelruil met vrijwillig ruilen is dit vervolgens te realiseren. Water en waterkwaliteit Door de nieuwe natuur te leggen langs de zijbeken en door het vrijmaken van percelen voor retentie, is de waterkwaliteit van de Hierdense Beek aanzienlijk te verbeteren. Nieuwe natuur dient bij voorkeur te worden begrensd op kwel- en inzijgingslocaties, evenals op stroken langs de zijbeken. Voor de waterkwaliteit zijn stroken van 5 m aan beide zijden van de zijbeken voldoende, maar uit een oogpunt van duurzaamheid is het wenselijk de stroken breder te maken, bijvoorbeeld 15 m breed, en deze te beplanten. Extensiveringsgebied Om de kwaliteit van natuur en landschap in deze gebieden te versterken is het doel de totale emissie van de intensieve veehouderij vanuit het extensiveringsgebied aanzienlijk te verminderen, vooral door bedrijfsverplaatsingen. De ruimtelijke kwaliteit is te verbeteren door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. Bevorderd zal worden dat bedrijven die niet binnen tien jaar beëindigen een bijdrage krijgen voor het aanpassen van de stallen met emissiearme technieken. Verwevingsgebied Om de omgevingskwaliteit van deze gebieden te versterken is het doel om in de verwevingsgebieden de totale emissie te verminderen door het toepassen van emissiearme technieken en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. Voor bedrijven die willen uitbreiden moet het bouwplan vergezeld gaan van een plan voor landschappelijke inpassing, dat getoetst moet worden aan het intergemeentelijk beeldkwaliteitsplan. Uitbreidingen van bedrijven zullen ook getoetst worden aan de Natuurbeschermingswet. Bedrijven die stoppen komen in aanmerking voor functieverandering naar wonen en werken conform de ruimte die het streekplan daarvoor biedt. Bevorderd zal worden dat bedrijven die niet uitbreiden en niet binnen tien jaar beëindigen, een bijdrage krijgen voor het aanpassen van de stallen met emissiearme technieken. Kernrandzone De kernrandzones zijn zones van 250 m breed rondom de kernen in verwevingsgebied of extensiveringsgebied. De ontwikkeling van deze gebieden is door de nabijheid van de kern gericht op het verbeteren van de omgevingskwaliteit voor wonen en natuur. Dat betekent dat naast het terugdringen van de emissie ook extra ingezet wordt op het terugdringen van de geuremissie. Verder wordt de ruimtelijke kwaliteit verbeterd door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. In deze kernrandzone kunnen woningen worden gebouwd van bedrijven die in andere zones kiezen voor functieverandering en niet op de eigen kavel bouwen. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 4
6 Hoe wordt de planuitwerking uitgevoerd? Zoals gezegd kiezen Gedeputeerde Staten op advies van het Bestuurlijk Overleg Agrarische Enclave Uddel-Elspeet voor het scenario Actieve Stimulering. Daarbij worden de mogelijkheden van het Reconstructieplan Veluwe en aanvullende instrumenten actief benut en gestimuleerd om de reconstructiedoelen versneld te halen. De eerste stap is het op orde brengen van instrumenten en het opbouwen van een projectorganisatie. Daarna gaan de agrarische ondernemers aan de gang met hun toekomst binnen de mogelijkheden die de uitwerking biedt. Tegelijk komt er een proces op gang van het realiseren van natuur en het ruilen van kavels. In de figuur is de samenhang van de hoofdzaken van proces en instrumenten schematisch weergegeven. Figuur: Schematische weergave van het uitvoeringsproces Op orde brengen van instrumenten en organisatie door overheden Instrumenten Organisatie Emissiearme technieken (ontwikkeling proefstal, subsidieregeling, AMvB-huisvesting) bevorderen Functieverandering toepassen en Intergemeentelijk Beeldkwaliteitsplan opstellen Realisatiestrategie opstellen Regionale beleidsinvulling Functieverandering indien gewenst opstellen Uitvoeringsrol provincie en DLG Gebiedsplatform instellen Gebiedsmakelaar Toekomstplannen van agrariërs Doorgaan Uitbreiden Verplaatsen Functieverandering Bijdrage nieuwe natuur Begeleiding door gebiedsmakelaar en adviseurs Realisatiestrategie en ruilplan Particulier beheer Kopen van gronden en doorleveren Ruilen van gronden Inrichten voor nieuwe natuur en/of waterretentie Door de uitvoeringsorganisatie in overleg met grondeigenaren Een actieve aanpak vraagt om een actieve uitvoeringsrol vanuit de provincie Gelderland en DLG. Deze uitvoeringsorganisatie wordt geadviseerd door een gebiedsplatform met vertegenwoordigers van partijen uit het gebied. Daarnaast worden de agrariërs actief aangesproken en begeleid door een gebiedsmakelaar. Deze gebiedsmakelaar heeft gesprekken met agrariërs (en hun adviseurs) over de mogelijkheden. Deze gebiedsmakelaar heeft kennis over de in te zetten instrumenten zoals de functieveranderingregeling, verplaatsingsregeling, de mogelijkheden van subsidie voor emissiearme technieken, de SN en SAN-regeling en kan zaken met elkaar combineren. Als eerste stap in het proces is het van belang de nieuw te ontwikkelen instrumenten op orde te brengen, voordat agrarische ondernemers en andere partijen aan de slag kunnen. Hiervoor zijn de verschillende overheden verantwoordelijk. Het gaat om de volgende instrumenten: Bevorderen van beschikbaarheid van en subsidieregeling voor emissiearme technieken in de kalverhouderijsector (proefstalstatus, AMvB-huisvesting, subsidieregeling) door de Ministeries van LNV en VROM. Opstellen van een intergemeentelijk beeldkwaliteitplan en een positieve bedrijvenlijst (gezamenlijke gemeenten) gerelateerd aan functieverandering. Opzetten van een Realisatiestrategie voor natuur en waterkwaliteit (provincie). Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 5
7 Maatregelen en kosten Uitvoering van deze planuitwerking leidt naar verwachting in de periode tot 2012 tot prioritaire inzet van uitvoeringsmiddelen Reconstructieplan Veluwe voor de Agrarische Enclave. Naar verwachting is er niet meer geld voor deze planuitwerking nodig dan nu in de meerjarenplanning is voorzien. Indien er meer middelen nodig zijn, zullen voorstellen daartoe separaat via de reguliere projectenprogrammering beoordeeld worden. De tabel geeft een overzicht van maatregelen en een indicatie van de kosten. Tabel: Overzicht van maatregelen en kosten Maatregel/instrument Omvang/duur Tijd/kosten Opmerking Uitvoeringsorganisatie omschrijven 10 jaar 700 uur per jaar Procesbegeleiding door DLG en provincie Gebiedsplatform instellen 10 jaar ,-- Vertegenwoordigers uit gebied; kosten per jaar voor vacatiegeld en communicatie Benoemen gebiedsmakelaars, door 6 jaar 1 arbeidsplaats/jr Meerdere makelaars, aangestuurd door uitvoeringsorganisatie Stroken langs zijbeken met breedte van 15 m in aanmerking laten komen voor SAN en SN Retentiegebieden in aanmerking laten komen voor SAN, locatie nader bepalen Opstellen beeldkwaliteitsplan en positieve bedrijvenlijst, door gemeenten t.b.v. functieverandering Ontwikkeling emissiearme stallen: Onderzoeks- en ontwikkelingstraject - Regulier SAN, inrichting en beheer - Regulier SAN, inrichting en 4 gemeenten samen gebiedsplatform en provincie Provincie: Opnemen in Gebiedsplan Natuur en Landschap Provincie: Opnemen in gebiedsplan Natuur en Landschap beheer ,-- Stimuleren pilots, indiening door gemeenten als uitwerking functieverandering streekplan binnen 2 jaar 1-4 jaar pm Initiatief bij provincie; ontwikkeling met toeleverend bedrijfsleven, ministeries en kennisinstellingen Aanwijzen stallen met proefstalstatus, - - Initiatief bij provincie, binnen 2 jaar formele aanwijzing door VROM Erkenning emissiearme technieken, - - Initiatief bij provincie, binnen 2-4 jaar formele erkenning door VROM Opname emissiefactor in AMvB- 5 jaar pm (ambtelijke Initiatief provincie huisvesting capaciteit) Ontwerpen van een regeling vergoeding 1 jaar - Ten behoeve van natuur en milieu toepassing emissiearme tech- niek en het begeleiden van een goedkeuringstraject, initiatief regeling bij provincie, goedkeuring door LNV/VROM/EU Bovenwettelijke maatregelen mestgift pm pm Binnen 2 jaar, onderzoek door waterschap, overleg met Rijk en provincie Opstellen Realisatiestrategie door DLG 1 jaar 350 uur Prestatiecontract provincie-dlg Bedrijfsbegeleiding en opstellen bedrijfsplannen door ondernemers met gebiedsmakelaars Realiseren functieverandering door ondernemers met gemeente Planmatige kavelruil, met kavelaanvaardingswerken Toepassen emissiearme technieken bij blijvende bedrijven, behalve in nieuwe natuur 6 jaar Zie hiervoor Kosten gebiedsmakelaar bedrijven - Sloop gebouwen en nieuwbouw woningen op eigen kavel of elders 300 ha ruilen à Ruilplan Vrijwillig, eventueel wettelijk, op basis 500,--per ha ,--, ruilplan van DLG/Kadaster kavelwerken kalverplaatsen ,-- p.m ,-- afhankelijk van LNV/VROM/EU 190,-- per kalverplaats (investering 40,--, jaarkosten 15,-- over 10 jaar) provincie na EU en rijksgoedkeuring Erfbeplantingssubsidie 50 bedrijven ,-- 700,-- per bedrijf Bedrijfsuitplaatsing 12 bedrijven ,-- Per bedrijf circa ,--, via Regeling bedrijfsverplaatsing (rekenbasis bedrijf met 850 kalveren of meer) Functieverandering; EU-maatregel woonkwaliteit 16 bedrijven Pm afhankelijk van EU Toeslag per bedrijf, nader onderzoek door DLG en provincie Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 6
8 Monitoring en evaluatie De provincie Gelderland zal met een intensieve monitoring bijhouden of de doelen met dit uitwerkingsplan gehaald zullen worden. Dit is onderschreven in het Convenant Agrarische Enclave Uddel-Elspeet. Voor een goede monitoring is na een eenmalige inventarisatie van de vergunningen een structureel vervolg nodig zodat jaarlijkse tussenrapportage s mogelijk zijn. Indien na evaluatie van het reconstructieplan en het uitwerkingsplan na vier tot acht jaar blijkt dat de doelen niet gehaald worden, kan alsnog besloten worden tot aanvullende maatregelen. Bijvoorbeeld alsnog gerichte inzet van wettelijke herverkaveling ten behoeve van natuurontwikkeling. Dit overeenkomstig het advies van het bestuurlijk overleg Agrarische Enclave Uddel-Elspeet aan Gedeputeerde Staten. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 7
9 1 INLEIDING 1.1 Waarom deze planuitwerking? De Agrarische Enclave Uddel-Elspeet vormt een uniek gebied. Zij is gelegen midden in het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) met een grote concentratie van intensieve veehouderijen en met name kalverhouderijen. Het gebied wordt omringd door als zeer kwetsbaar aan te merken Vogel- en Habitatrichtlijngebied. Het gebied is van groot belang als stroom- en brongebied van de Hierdense Beek. De situatie in de Agrarische Enclave rechtvaardigt een bijzondere benadering. Het gebied vormt de bakermat voor de kalverhouderij in Nederland en de sociaal-economische betekenis daarvan is nog steeds erg groot. Tegelijkertijd is er sprake van een kwetsbare omgeving in de vorm van een groot Habitatgebied. Alle bedrijven hebben thans hiermede in beperkende zin te maken, waardoor zij allemaal vrijwel geen ontwikkelingsruimte hebben. In het Reconstructieplan Veluwe is door Provinciale Staten opgenomen dat een uitwerkingsplan voor het deelgebied Agrarische Enclave wordt opgesteld. Dit uitwerkingsplan (ex artikel 18 Reconstructiewet) moet binnen een jaar na de vaststelling van het reconstructieplan door Provinciale Staten (30 maart 2005) zijn goedgekeurd, dus vóór 1 april Deze haast is vooral nodig om veehouderijbedrijven meer duidelijkheid te geven over de ontwikkelingsmogelijkheden, in samenhang met de verbetering van de situatie voor natuur, landschap, water en milieu. Deze planuitwerking bevat maatregelen om de reconstructiedoelen te kunnen halen. Deze reconstructiedoelen zijn: het bieden van mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling in de veehouderij, uitgaande van het behoud van de huidige kalverplaatsen en het niet vergroten van dit aantal; het verminderen van de emissie van ammoniak op gebiedsniveau van de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet met 50% gedurende de reconstructieplanperiode van twaalf jaar; ontstening (functieverandering) en verbeteren van het landschapsbeeld; verbeteren van water- en milieukwaliteit; natuurontwikkeling. Een belangrijke basis voor deze doelen en dit uitwerkingsplan zijn het convenant dat op 23 juni 2004 is gesloten tussen de gebiedspartijen (de gemeenten Ermelo, Nunspeet, Apeldoorn en Barneveld, de LTO, GMF en het Geldersch Landschap) en de uitwerkingsnota "Het mes snijdt aan twee kanten" van oktober Hoe is deze planuitwerking tot stand gekomen? Bij deze planuitwerking is door de projectgroep (die een "Verkenning voor de planuitwerking" met drie scenario s heeft gemaakt) nauw samengewerkt met een bestuurlijke overleggroep uit het gebied. Het advies van de bestuurlijke overleggroep over de voorgedragen scenario s is op 31 augustus 2005 aangeboden aan gedeputeerde Keereweer. Het advies kent een breed draagvlak, alle gebiedspartijen staan achter het advies. Gedeputeerde Staten hebben dit advies overgenomen in deze planuitwerking. Dat betekent dat ook Gedeputeerde Staten kiezen voor een planuitwerking op basis van het scenario Actief Stimuleringsbeleid en op basis van de op 30 maart 2005 door Provinciale Staten vastgestelde zonering in het Reconstructieplan Veluwe. Dat betekent dat niet gekozen is voor een planuitwerking met dwingende doorwerking. De motivering van deze keuzen is nader toegelicht in paragraaf 2.1. De samenstelling de bestuurlijke begeleidingsgroep, de projectgroep en van de werkgroepen is opgenomen in bijlage 1. De achtergronddocumenten die een rol hebben gespeeld tijdens de planuitwerking zijn beschikbaar bij de terinzagelegging van deze Ontwerp Planuitwerking. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 8
10 1.3 De planuitwerking voor de Agrarische Enclave Uddel- Elspeet in relatie tot de Natuurbeschermingswet 1998 Sinds 1 oktober 2005 is de Provincie bevoegd gezag voor de toetsing van de Natuurbeschermingswet Deze wet regelt de bescherming van speciale beschermingszones, de Natura 2000 gebieden, naast de Beschermde Natuurmonumenten die in het kader van de oude Natuurbeschermingswet al aangewezen waren. De agrarische enclave ligt in het Natura 2000 gebied de Veluwe en herbergt het Beschermd Natuurmonument de Leemputten. Het Natura 2000 gebied de Veluwe is in maart 2002 door de Minister van LNV aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Het gebied is bij de EU aangemeld als Habitatrichtlijngebied. De Leemputten (gem. Ermelo) is in 1974 aangewezen als Beschermd Natuurmonument. Voor alle 162 Natura 2000 gebieden zijn in gebiedsdocumenten de begrenzingen vastgesteld, kwalificerende habitattypen en soorten aangewezen en instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd op grond waarvan de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van de betreffende habitattypen en soorten behouden of verder ontwikkeld dienen te worden. In de loop van 2006/2007 worden alle Natura 2000 gebieden definitief aangewezen. In dit kader worden er voor de Natura 2000 gebieden beheersplannen vastgesteld. Conform de Natuurbeschermingswet 1998 dienen plannen van provincies door het Ministerie van LNV goedgekeurd te worden. Voor projecten en andere handelingen die mogelijk effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen is een vergunning nodig. Indien er sprake is van mogelijk significante negatieve effecten dient er een passende beoordeling plaats te vinden. De planuitwerking Agrarische Enclave is een uitwerking van het Reconstructieplan Veluwe. Dit plan dient derhalve dus ook door het Ministerie van LNV in het kader van de Natuurbeschermingswet goedgekeurd te worden. De effecten van de in het plan genoemde ontwikkelingen op de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied de Veluwe dienen beoordeeld te zijn. Kwalificerende habitattypen en kwetsbare soorten rond de Agrarische Enclave vormen randvoorwaarden voor nieuwe ontwikkelingen in en rond de Agrarische Enclave. Voor de Agrarische Enclave en omgeving is op basis van beschikbare veldgegevens een kaart gemaakt van de voor de Veluwe kwalificerende habitattypen en soorten voorzover sprake is van actueel en potentieel leefgebied. Op basis van deze kaart is de planuitwerking voor de Agrarische Enclave beoordeeld op de mogelijke effecten op de instandhoudingsdoelen die voor de Veluwe zijn geformuleerd. De beoordeling betreft projecten en andere handelingen met betrekking tot agrarische bedrijfsontwikkeling en nieuwe natuur. Zie kaart (als PDF in aparte bijlage) 1.4 Wat staat waar in dit rapport? Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op de keuze en de inhoud van het gekozen alternatief Actief Stimuleringsbeleid. In hoofdstuk 3 is te lezen hoe Actief Stimuleringsbeleid is uit te voeren. Met welke organisatie en instrumenten, met welke maatregelen en kosten. 1.5 Hoe nu verder? In januari 2006 wordt deze planuitwerking ter visie gelegd gekoppeld aan een inspraakperiode. Rond 1 april 2006 zullen Provinciale Staten een besluit nemen over het vaststellen van deze planuitwerking. De planuitwerking is van kracht zodra het Rijk daarna de planuitwerking heeft goedgekeurd. 1.6 Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 9
11 2 HET RESULTAAT VAN DE PLANUITWERKING 2.1 Keuze voor het model Actieve Stimulering In de "Verkenning planuitwerking voor de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet" zijn drie scenario s uitgewerkt en beoordeeld op de mate waarin daarmee de doelen zijn te behalen. Er zijn twee scenario s (Planuitwerking A en B) uitgewerkt die uitgaan van het afdwingen van emissiereductie van ammoniak door middel van de Provinciale Milieuverordening Gelderland en doorwerking in het bestemmingsplan. Planuitwerking A is gebaseerd op de zonering van het reconstructieplan, met extensiveringsgebied rond alle bos- en natuurgebieden en natuurgebieden. Planuitwerking B gaat uit van extensiveringsgebied rond alleen de meest kwetsbare bos- en natuurgebieden (het convenantsmodel). In het derde scenario, "Actieve Stimulering met Functieverandering", is geen sprake van verdere doorwerking op juridisch of planologisch gebied dan reeds is geschied in het Reconstructieplan Veluwe zelf. In dat scenario worden de mogelijkheden van het reconstructieplan en het streekplan optimaal benut om zonder dwang de reconstructiedoelen te halen. Het is bovendien inmiddels gebleken dat de Europese Habitatrichtlijn (met eigen regels los van het reconstructieplan) in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet zodanige beperkingen met zich meebrengt dat uitbreiding van veehouderijbedrijven in bijna alle gevallen slechts mogelijk is wanneer de huidige emissie op de uitbreidingslocatie niet of nauwelijks wordt vergroot. Bij uitbreiding door samenvoeging van bedrijven zal dan forse emissiereductie moeten plaatsvinden. Het scenario Actieve Stimulering gaat ervan uit dat geen emissierechten van buiten naar binnen de enclave gebracht mogen worden. Anders is de doelstelling van 50% emissiereductie van ammoniak niet te halen. De in het convenant voorgestane kalverrechtenbank blijkt juridisch niet mogelijk te zijn. Het opleggen van een emissieplafond door middel van de Provinciale Milieuverordening Gelderland is juridisch nog niet mogelijk en dat wel mogelijk maken zou te veel doorlooptijd kosten (tot royaal na 1 april 2006). Ten slotte is van belang dat er zowel bij de veehouderijbedrijven als bij de betrokken gemeentebestuurders in het gebied geen draagvlak is voor het inzetten van de Provinciale Milieuverordening Gelderland. De noodzaak van een wettelijke herverkaveling is niet ondubbelzinnig aangetoond. De gewenste natuur- en waterdoelen zijn ook te halen door vrijwillige kavelruil. Dit met ondersteuning van een procescoördinator of gebiedsmakelaar. Gedeputeerde Staten hebben op grond van het vorenstaande besloten om het scenario Actieve Stimulering over te nemen als basis voor dit uitwerkingsplan. Dit overeenkomstig het advies van het Bestuurlijk Overleg Agrarische Eclave Uddel-Elspeet. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat de meerwaarde van een gebiedsproces gebaseerd op actieve stimulering van maatregelen in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet in dit advies is aangetoond. Een versneld doelbereik mag verwacht worden door de combinatie van de zonering uit het reconstructieplan met de verplaatsingsregelingen en actieve stimuleringsmaatregelen. Door een actieve inzet van een gebiedsplatform, een procescoördinator en een gebiedsmakelaar kunnen de voorgestelde maatregelen (waterkwaliteitsverbetering, milieuverbetering, bedrijfsontwikkeling, natuurontwikkeling en functieverandering) spoedig van de grond komen. De mogelijkheden voor het voeren van een stimuleringsbeleid moeten daarbij optimaal benut worden. Uit zichzelf zullen de ondernemers immers geen bovenwettelijke maatregelen nemen die hen geen geld opleveren. Een grootschalig experiment met meerdere emissiearme staltypen biedt het meeste perspectief op spoedige opname van emissiefactoren voor de kalverhouderij in de AMvB. De overheidsbijdrage zou daar mogelijk hoger kunnen zijn dan bij het reguliere stimuleringsbeleid. Daar is immers de overheidsbijdrage in milieu-investeringen gelimiteerd vanwege het anti-concurrentiebeding op basis van de staatssteuntoets. De volgende paragrafen geven een nadere beschrijving van de planuitwerking op basis van het scenario "Actieve Stimulering met Functieverandering". De kaart achter in dit rapport geeft een beeld van de ruimtelijke invulling van de uitwerking in dit scenario. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 10
12 2.2 Zonering De zonering in deze uitwerking blijft precies hetzelfde als in het vastgestelde Reconstructieplan Veluwe. Het extensiveringsgebied in de enclave is aangegeven als een zone van 250 m rondom alle kwetsbare bos- en natuurgebieden in en rond de enclave. In het uitwerkingsplan zou, in de lijn van het convenant en de nota Het mes snijdt aan twee kanten, worden bezien of een kleiner extensiveringsgebied in combinatie met onder meer een kalverrechtenbank, respectievelijk inzetten van de provinciale milieuverordening, ook zou kunnen leiden tot het gewenste doelbereik van 50% emissiereductie in de planperiode. Als gevolg daarvan zou een onderscheid in extensiveringsgebied rond kwetsbare en minder kwetsbare natuur gemaakt kunnen worden. Doel daarvan was om in de gebieden rond de minder kwetsbare natuur de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehouderij te vergroten. Uit de Verkenning planuitwerking blijkt dat een dergelijk onderscheid niet leidt tot het gewenste doelbereik. Bovendien is op grond van het advies van de convenantspartners door Gedeputeerde Staten besloten geen planuitwerking op te stellen die uitgaat van gedwongen doorwerking van de provinciale milieuverordening om daarmee dwangmatig de gewenste doelen te bereiken. In de besluitvorming door Gedeputeerde Staten over deze planuitwerking is daarom, overeenkomstig het advies van de bestuurlijke begeleidingsgroep, uitgegaan van de reguliere zonering die is opgenomen in het Reconstructieplan Veluwe. Deze zonering van 250 m extensiveringsgebied rond alle kwetsbare natuur in en rond de enclave blijft ook met deze planuitwerking van kracht. 2.3 Bedrijfsontwikkelingen en het nemen van mitigerende maatregelen In het Convenant Agrarische Enclave Uddel-Elspeet zijn in dit verband de volgende essentiële uitgangspunten onderschreven: het bieden van mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling in de veehouderij, uitgaande van het behoud van de huidige kalverplaatsen en het niet vergroten van dit aantal; het verminderen van de emissie van ammoniak met 50% gedurende de reconstructieplanperiode van twaalf jaar. De ontwikkelingsmogelijkheden voor de veehouderijbedrijven zijn vooral afhankelijk van de mogelijkheden voor het overnemen van emissierechten van stoppende bedrijven in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet. Dat is nader uitgewerkt in paragraaf De mogelijkheden voor emissiereductie zijn vooral afhankelijk van de beschikbaarheid en het toepassen van emissiearme stalsytemen. Dat is nader uitgewerkt in paragraaf Huidige ontwikkeling van de kalverhouderij in de enclave De markt voor de kalverhouderij wordt bepaald door de vraag naar kalfsvlees, het aanbod aan kalveren, de ligging van de bedrijven ten opzichte van de kalvermelkproducenten en de omgeving. De afzetmarkt voor kalfsvlees ligt vooral buiten Nederland en is stabiel. Er zijn regelmatig prijsschommelingen, maar deze hebben de laatste jaren nauwelijks geleid tot uitbreiding of vermindering van het aantal dierplaatsen. Het aanbod van kalveren, en daarmee de prijs van kalveren, is vrij constant. Kalveren moeten, bij het vullen van stallen in één keer, van ver weg komen. Dit leidt tot hoge kosten van vervoer, mede gelet op Europese regels. Door het afnemen van het aantal melkkoeien in Nederland en omgeving neemt ook het aantal Nederlandse kalveren af. Gelet op de werkwijze om stallen in één keer te vullen, is de verwachting dat er geen grote bedrijven zullen ontstaan (of dit moeten bedrijven zijn met meerdere afdelingen). Verder is de aard van de familiebedrijven in de enclave ook niet zodanig dat er de wens is om te komen tot bedrijven groter dan 1500 kalveren. Bij de leveranciers/contractaanbieders is er wel een wens tot minder bedrijven en daarmee grotere bedrijven. Naast de markt voor gangbare producten is en blijven er ook markten voor speciale soorten kalfsvlees (minder mager bijvoorbeeld). Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 11
13 Omdat rond de enclave veel kennis en veel toeleverende en verwerkende industrie aanwezig is, is te verwachten dat deze bedrijfstak zich hier zal kunnen handhaven. Dit kan door bijvoorbeeld de overname van bedrijven, gevolgd door uitbreiding. Nieuwvestiging is uiteraard niet aan de orde Bedrijfsontwikkeling door het salderen van emissierechten Bij bedrijfsontwikkeling in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet is, behalve een milieuvergunning van de gemeente, ook een vergunning nodig op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 indien de effecten van bedrijfsontwikkeling een mogelijk effect hebben op de speciale beschermingszone Veluwe. De provincie is bevoegd gezag voor deze vergunningverlening. Om mogelijk negatieve effecten van bedrijfsontwikkeling te niet te doen kunnen positieve ontwikkelingen voor de natuur in zowel het beschermd gebied als in het plangebied als mitigerende (verzachtende) maatregelen beschouwd worden. Mogelijkheden om te mitigeren liggen in het salderen van emissierechten in combinatie met emissiebeperkende maatregelen. Hierdoor kan ontwikkelingsruimte ontstaan voor de blijvende bedrijven, die emissierechten van stoppende bedrijven kunnen overnemen. Deze blijvende bedrijven kunnen dan ondanks hun ligging nabij Natura 2000 gebied, toch groeien door de milieugebruiksruimte van stoppende bedrijven te benutten. De Natuurbeschermingswet vereist dat bedrijfsontwikkeling geen negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000 gebied. Daarom is een voorwaarde bij salderen dat emissie niet dichter naar natuurgebied wordt verplaatst. Om de doelstelling van 50 % emissiereductie bij saldering te bereiken kan als vuistregel bij de Milieuvergunningverlening door het gemeentebestuur rekening gehouden worden met een korting van 50 % op de door middel van de verplaatsing verkregen emissierechten. De ondernemer bepaalt zelf of hij in de nieuwe situatie kiest voor het emissiearm huisvesten van de dieren of huisvesten in een traditionele stal zonder emissiebeperkende maatregelen. Indien hij kiest voor: * emissiebeperkende maatregelen met 50% dan kan hij alle dieren uit de overgenomen vergunning huisvesten. * geen emissiebeperkende maatregelen dan kan hij slechts de helft van het aantal te verplaatsen dieren huisvesten op de nieuwe lokatie. Op dit moment wordt in het licht van de Natuurbeschermingswet 1998 samen met LNV, VROM, VNG en IPO gewerkt aan een toetsingskader voor ammoniak. In gezamenlijk overleg zal op basis van aanbevelingen van onderzoeksinstituut Alterra, een kritische drempelwaarde voor de NH 3 -depositie op het dichtstbij gelegen kwalificerende habitattype worden vastgesteld. Basis voor het bepalen van de drempelwaarde vormen de kritische depositiewaarden van de kwalificerende habitattypen. De instandhoudingsdoelstellingen laten een verlies aan kwaliteit niet toe. Overschrijding van de drempelwaarde resulteert in een significant negatief effect. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat de depositie op het te beschermen gebied niet toeneemt. Hij heeft daarbij onder meer de mogelijkheid van het treffen van technische maatregelen of salderen. Eind maart 2006 wordt dit toetsingskader verwacht. Voor alle Natura 2000 gebieden zal een beheersplan worden opgesteld door de provincie. In die beheersplannen zal op basis van de noodzakelijke bescherming van de betreffende Habitat een milieubelastingscriterium worden opgenomen. Op de kaart Kwalificerende habitattypen en soorten rond de Agrarische Enclave is af te lezen waar deze zijn gelegen. Met salderen wordt bedoeld dat de emissie van ammo niak van een stoppende agrariër (dan wel een stoppende bedrijfslocatie) wordt overgenomen door het bedrijf dat wil uitbreiden. De beide ondernemers (dan wel de betreffende ondernemer die wil samenvoegen) maken hiertoe de afspraak met het betreffende gemeentebestuur dat de milieuvergunning van het ene bedrijf/de ene locatie wordt ingetrokken op het moment dat aan het andere bedrijf/de andere locatie vergunning is verleend. Salderen kan alleen worden toegestaan indien de toename en afname van depositie plaatsvindt op het zelfde deelgebied (de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet) binnen het Natura 2000 gebied De Veluwe. Voorkomen moet worden dat bijvoorbeeld het ene terrein binnen het beschermd gebied (bijvoorbeeld Elspeterheide) zwaarder wordt belast terwijl de afname plaatsvindt elders binnen het beschermd gebied (bijvoorbeeld op de Ginkelse heide). Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 12
14 Salderen van geëmitteerde ammoniak vindt plaats onder de voorwaarde dat de depositie op de grens van het deelgebied binnen het Natura 2000 niet significant toeneemt. De provincie rekent in kilogrammen geëmitteerde ammoniak. Deze emissie mag niet dichter naar het natuurgebied worden verplaatst. Bij verplaatsing van emissie van een traditionele stal naar een emissiearme stal vindt een correctie plaats van de hoeveelheid ammoniak ter grootte van het verschil in emissie tussen beide stalsystemen. Traditionele stallen zullen op termijn moeten worden aangepast of vervangen om te kunnen voldoen aan de AMvB-huisvesting. Dit betekent een reductie in ammoniakemissie. Indien nu een emissiearme stal wordt gebouwd hoeft op termijn geen aanpassing meer plaats te vinden. Voorkomen moet worden dat, door nu ammoniakemissie te verplaatsen van een traditionele naar een emissiearme stal, extra dieren kunnen worden gehouden die op termijn leiden tot een hogere emissie dan in de uitgangssituatie. Als vuistregel daarbij zullen Gedeputeerde Staten een kortingspercentage hanteren van 50% van de verplaatste emissierechten Huidige omvang van de emissie van ammoniak De huidige emissie van de intensieve veehouderijen is bepaald op basis van de verleende milieuvergunningen door de vier betrokken gemeenten, naar de situatie van 1 januari Hieruit blijkt dat in de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet milieuvergunningen zijn verleend voor kalverplaatsen. Een deel hiervan is gelegen in stallen die niet in gebruik zijn. Voor de berekeningen is daarom uitgegaan van kalverplaatsen. Daarnaast komen in het gebied varkensbedrijven, kippenbedrijven, een kalkoenbedrijf en een nertsfarm voor. Omgerekend naar emissie komt de omvang van deze bedrijven overeen met kalverplaatsen. Dat betekent dat de emissie van de intensieve veehouderij voor 70% voor rekening komt van de kalverhouderij en voor 30% voor rekening van de overige intensieve veehouderijbedrijven. Voor de varkenshouderij en de kippenhouderij worden binnenkort een AMvB-huisvesting van kracht. De betrokken bedrijven zijn momenteel bezig hun gebouwen aan te passen. Hierdoor daalt de emissie van de niet-kalverbedrijven de komende tien jaar met circa 50% Reductie van ammoniakemissie Aanpak Voor kalverstallen zijn nog geen emissiearme stalsystemen beschikbaar, anders dan de relatief dure chemische luchtwasser. Naar verwachting komen er op termijn ook andere technieken beschikbaar. Dan is ook te verwachten dat er op termijn een AMvB-huisvesting kalverhouderij van kracht wordt. Gedeputeerde Staten willen bevorderen dat er een grootschalige proef met (goedkope) emissiearme stalsystemen komt. In overleg met het Ministerie van VROM zal worden bevorderd dat er ten minste twee systemen op een flink aantal bedrijven zullen worden geïnstalleerd en bemeten. Naar schatting kunnen er per systeem een tiental bedrijven deelnemen. Voor het Ministerie van VROM is het niet noodzakelijk dat al deze proefbedrijven in de enclave liggen, maar de provincie zal daar wel op aandringen. De gebiedsmakelaar Veluwe zal bevorderen dat er zo veel mogelijk deelnemers uit de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet zich aanmelden. De gedachte hierachter is dat wanneer twintig grote bedrijven meedoen, het experiment op zichzelf al een zekere emissiereductie oplevert. Een voordeel van deelname in een experiment is bovendien, dat het dan mogelijk is om alle extra kosten te laten vergoeden. Wanneer van de experimentele stallen is vastgesteld tot welke emissiereductie zij leiden ten opzichte van de traditionele stallen, zullen Gedeputeerde Staten bevorderen dat voor de kalverhouderij een emissiefactor wordt opgenomen in de AMvB-huisvesting. Bij opname van een emissiefactor in de AMvB-huisvesting is vervolgens sprake van een overgangstermijn van tien jaar, waarbinnen alle stallen moeten worden omgebouwd. Bij nieuwbouw moeten al wel emissiereducerende voorzieningen worden aangebracht die voldoen aan de eisen uit de AMvB. Dit alles leidt er dan toe dat ongeveer tien jaar na het succesvol afsluiten van de proef alle stallen emissiearm zijn, zowel binnen als buiten de Agrarische Enclave Uddel-Elspeet. Wanneer de kalverhouderij binnen en buiten de enclave te maken heeft met dezelfde verplichting tot het produceren in emissiearme stallen, valt het concurrentienadeel van de enclave ten opzichte van producenten elders in Nederland weg. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 13
15 Bij de andere vormen van intensieve veehouderij waarvoor de AMvB binnenkort van kracht wordt, neemt tot 2010 de emissie met circa 50% af. De verwachting is dat in de kalverhouderij een vergelijkbare emissiereductie gerealiseerd kan worden. Dat leidt dan tot een situatie waarin omstreeks 2018 de totale emissie in de enclave met 50% zal zijn teruggebracht. Het is dan wel nodig dat er binnen twee jaar (goedkope) emissiearme stallen beschikbaar komen. Financiële steun Stimuleringsbeleid voor toepassing van emissiearme techniek vindt op dit moment plaats via een tweetal fiscale regelingen, namelijk milieu-investeringsaftrek (MIA) en VAMIL (dat is een regeling voor de afschrijving van milieu-investeringen). Dit betekent dat 30% van de investering kan worden afgetrokken van de inkomstenbelasting (dat is bij MIA circa 12% van het investeringsbedrag). Voor een bovenwettelijke milieu-investering mag tot maximaal 30% overheidssteun verleend worden. Dat is ook direct het maximumpercentage aan staatssteun dat Brussel in dit geval toestaat. Er is nog een andere regeling, de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid (SGB), waaruit ook milieu-investeringen gefinancierd mogen worden. In de SGB is de voorwaarde opgenomen dat stapeling met andere vormen van staatssteun niet mag en dat andere vormen van overheidssteun voorgaan. In de praktijk betekent dit dus dat de MIA en VAMIL gebruikt moeten worden bij milieu-investeringen. Om toch een hoger subsidiebedrag te mogen geven, zal dus in Brussel apart toestemming gevraagd moeten worden. Gedeputeerde Staten hebben zich ervoor uitgesproken om dat te gaan bevorderen. Naast de investeringen draagt het veehouderijbedrijf de jaarlijkse exploitatielasten. Deze liggen op jaarbasis in dezelfde orde van grootte als de investeringskosten. Het is daarom niet zo waarschijnlijk, dat er op korte termijn op grote schaal gebruikgemaakt zal worden van de investeringssteun in de bestaande emissiearme techniek wanneer de jaarlijkse extra exploitatielasten niet door de overheid worden vergoed. Alleen wanneer de hogere kostprijs uit een hogere afzetprijs of besparingen kan worden terugverdiend (reductie veterinaire kosten, betere groei) zullen de extra investeringen worden gedaan. Daarbij komt dat de huidige steunmaatregelen al een aantal jaren bestaan en ondanks een intensieve rol van de gebiedsmakelaar niet tot investeringen in emissiearme techniek hebben geleid. Ook hiervoor geldt dat Gedeputeerde Staten zich sterk zullen maken om te trachten een vergoeding voor de extra exploitatielasten te realiseren met als motief dat deze bovenwettelijke maatregel zeer positieve milieueffecten met zich meebrengt. Mogelijk dat ook vanwege de aanpak van de fijnstofproblematiek subsidiëring van luchtwassers mogelijk wordt. Wellicht ook met een hogere procentuele bijdrage. Onder welke voorwaarden is op dit moment echter nog niet duidelijk. Het is te verwachten dat er meer gebruikgemaakt zal worden van de huidige steunmaatregelen zodra er ook emissiearme kalverstallen zijn opgenomen in de AMvB. Ook wanneer die steunmaatregelen niet worden verruimd. Een gecertificeerd stalsysteem kan dan worden voorgedragen voor opname in de MIA. Tot twee jaar voorafgaand aan de verplichting tot het gebruik van emissiearme techniek is financiële ondersteuning van de investering mogelijk. Kosten van het aanpassen van de stallen komen na het van kracht worden van de AMvB geheel voor rekening van de ondernemer. 2.4 Funktieverandering De planuitwerking gaat uit van de mogelijkheden die het vigerende streekplan biedt. De gemeenten kunnen samen een intergemeentelijk beeldkwaliteitsplan en een positieve bedrijvenlijst opstellen die als basis dient voor een specifieke invulling van functieverandering in de enclave. Daarbij kunnen zij gebruik maken van de voorstellen van de werkgroep functieverandering. Deze specifeke invulling voor functieverandering voor de agrarische enclave dient onderdeel te zijn van de regionale beleidsinvullingen voor functieverandering van de drie regio's waarin de agrarische enclave ligt. De specifieke invulling voor functieverandering voor de agrarische enclave zal unaniem door de betreffende gemeenten in de enclave moeten worden vastgesteld en door de drie regio's moeten worden geaccordeerd en opgenomen in hun regionale beleidsinvullingen voor functieverandering. Na accordering door ons college van deze regionale beleidsinvullingen voor functieveranderingen door middel van een streekplanafwijkingsprocedure treden deze in de plaats van het geldende regime voor functieverandering in het streekplan. Ten overvloede merken wij nog op dat de regionale beleidsinvulling voor functieverandering naar wonen moet passen in ons Kwalitatief Woningbouw Programma. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 14
16 2.5 Nieuwe natuur en verkaveling Onder de aanduiding "nieuwe natuur" op de kaart vallen de al begrensde natuurgebieden. Om de nieuwe natuur in deze gebieden te realiseren is het doel de intensieve veehouderijbedrijven te verplaatsen of te laten stoppen, in combinatie met sloop van vrijkomende gebouwen en functieverandering elders. Voor bedrijven die liggen in begrensde natuur en in het extensiveringsgebied gelden dezelfde regels en mogelijkheden als in het extensiveringsgebied. Functieverandering naar werken of wonen op de kavel is hier niet mogelijk. Bouw van woningen dient dan elders plaats te vinden met voorkeur in de kern of kernrandzone. De nog te begrenzen 25 ha nieuwe natuur valt hier niet onder. De ligging van deze percelen wordt bepaald door de mogelijkheden die ontstaan door grondaankopen en door ruilen op basis van de op te stellen Realisatiestrategie. Voor deze gronden en bedrijven gelden de vorenstaande regels niet. De 25 ha nog te begrenzen nieuwe natuur is nodig ter compensatie vanwege een eerdere herbegrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) om minder extensiveringsgebied en dus minder bedrijven op slot te krijgen. De mogelijkheden voor het daadwerkelijk realiseren van nieuwe natuur hangen sterkt af van de locale situatie en de ruimte die door grondverwerving ontstaat. Het is daarom wenselijk zo spoedig mogelijk ruilgronden te verwerven. Bij de gronden die beschikbaar komen hoort ook de grond van stoppende bedrijven die niet ter plaatse functieverandering naar wonen kunnen maken, zoals de bedrijven in nieuwe natuurgebieden. De nieuwe natuur moet niet per perceel worden begrensd maar het hele gebied dient als zoeklocatie nieuwe natuur te worden aangewezen. Een gedeelte van de nieuwe natuur is al begrensd. Voor de nog te begrenzen nieuwe natuur komen vooral in aanmerking de kwelen inzijgingsgebieden van de zijtakken van de beek. Deze vallen voor een deel samen met de stroken langs de zijtakken waarop de uitspoeling moet worden beperkt. Ruilen van grond zal plaatsvinden op vrijwillige basis via het instrument vrijwillige kavelruil. Een Realisatiestrategie brengt de mogelijkheden voor natuur in beeld. Met behulp van een ruilplan dient te worden bepaald hoe de verkaveling kan worden verbeterd en waar de nieuwe natuur kan komen. Via een planmatige kavelruil met vrijwillig ruilen is dit vervolgens te realiseren. 2.6 Water en waterkwaliteit Door de nieuwe natuur te leggen langs de zijbeken en door het vrijmaken van percelen voor retentie is de waterkwaliteit van de Hierdense Beek aanzienlijk te verbeteren. Bij het kiezen voor een combinatie van brongerichte maatregelen en effectgerichte maatregelen zal de waterkwaliteit aanzienlijk verbeteren. Bronmaatregelen (minder bemesting) zijn erg effectief, maar sorteren pas op langere termijn effecten. Effectgerichte maatregelen (zuivering en slibvang) verminderen op korte termijn al de belasting van de beek. De maatregel "Bovenwettelijke regeling mestgift" moet nader worden verkend. Gekeken moet worden naar financiële haalbaarheid, concurrentieaspecten, draagvlak/belangstelling bij de agrariërs en technische aspecten (normen/effectiviteit). Nieuwe natuur dient bij voorkeur te worden begrensd op kwel- en inzijgingslocaties, evenals op stroken langs de zijbeken. Voor de waterkwaliteit zijn stroken van 5 m aan beide zijden van de zijbeken voldoende, maar uit een oogpunt van duurzaamheid is het wenselijk de stroken breder te maken, bijvoorbeeld 15 m breed, en deze te beplanten. Indien langs alle zijbeken stroken van 5 m aan weerszijden worden vrijgemaakt is hiervoor 15 ha nodig. Indien de stroken aan beide zijden 15 m breed zijn, is de benodigde oppervlakte 45 ha. Een deel van de gronden langs de zijbeken is al begrensd als natuurgebied. Hier is het dus niet nodig extra oppervlakte voor te reserveren. Waar veel sloten op de zijbeken uitkomen, is het effect voor de verbetering van de waterkwaliteit gering. In die situaties kan beter worden volstaan met retentiegebieden. Gelet op de bedrijfssituatie van de bedrijven in de enclave is het niet te verwachten dat een 100% deelname wordt bereikt voor de stroken langs de zijbeken. Op basis van het ruilplan en het overleg met de betrokken eigenaren kan de oppervlakte worden bepaald. Daarbij kan ook aan de orde komen of het nodig is om al begrensde natuur op een andere locatie te leggen, naast de nog te begrenzen 25 ha (als zoekgebied). Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 15
17 Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 16
18 2.7 Uitwerking per zone of gebiedsdeel Extensiveringsgebied Overeenkomstig het vastgestelde Reconstructieplan Veluwe blijven voor het extensiveringsgebied de volgende regels gelden: nieuwvestiging, hervestiging en omschakeling naar intensieve veehouderij is niet toegestaan; uitbreiding van bebouwing voor intensieve veehouderij niet toegestaan, tenzij de uitbreiding noodzakelijk is om te voldoen aan wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid, zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt; vervangende nieuwbouw is toegestaan mits de staloppervlakte niet toeneemt. Het extensiveringsgebied ligt rondom kwetsbare, voor verzuring gevoelige, natuur. Daarnaast zijn het gebieden met landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken. Om de kwaliteit van natuur en landschap in deze gebieden te versterken is het doel de totale emissie van de intensieve veehouderij vanuit het extensiveringsgebied aanzienlijk te verminderen, vooral door bedrijfsverplaatsingen. De ruimtelijke kwaliteit is te verbeteren door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. Het reconstructieplan en het uitwerkingsplan zijn erop gericht de bestaande bedrijven in het extensiveringsgebied ter plekke te laten beëindigen door verplaatsing naar elders (landbouwontwikkelingsgebied buiten de enclave) of door functieverandering naar wonen of werken. Beëindiging van het bedrijf dient te worden gevolgd door sloop van de bedrijfsgebouwen. Bedrijven kunnen in aanmerking komen voor een verplaatsingsregeling of een functieveranderingsregeling. Beide regelingen kunnen niet tegelijkertijd benut worden. De voorwaarden voor functieverandering liggen vast in het streekplan. Bevorderd zal worden dat bedrijven die niet binnen tien jaar beëindigen, een bijdrage krijgen voor het aanpassen van de stallen met emissiearme technieken. Het streven is deze bijdrage als een bovenwettelijke bijdrage te zien en daarvoor instemming van de EU en van de Ministeries van LNV en VROM te verkrijgen. Streven is voorts, gelet op de belangrijke bijdrage aan de vermindering van de milieubelasting, te komen tot een zo hoog mogelijke bijdrage van de investeringskosten en de jaarlasten voor tien jaar en de verstrekking tot en met 2010 te laten plaatsvinden. De bijdrage zal worden verleend ten behoeve van natuur en milieukwaliteit en is daarom naar de mening van de provincie Gelderland niet te beschouwen als individuele bedrijfssteun Verwevingsgebied Overeenkomstig het vastgestelde Reconstructieplan Veluwe blijven voor het verwevingsgebied de volgende regels gelden: nieuwvestiging van intensieve veehouderij is niet toegestaan; hervestiging van intensieve veehouderij (of tak) is mogelijk op bestaande bouwblokken; uitbreiding van intensieve veehouderij (of tak) is mogelijk tot maximaal 1 ha, tenzij noodzakelijk om te voldoen aan wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid, zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt; bij concentratie van intensieve veehouderijtakken binnen één bedrijf is een groter bouwblok mogelijk. Voorwaarde hierbij is dat de andere locaties van het bedrijf worden beëindigd. Deze zone ligt tussen het extensiveringsgebied en de kernen. In deze gebieden gaat het om verweving van landbouw, wonen en natuur. Om de omgevingskwaliteit van deze gebieden te versterken is het doel om in de verwevingsgebieden de totale emissie van het verwevingsgebied te verminderen door het toepassen van emissiearme technieken en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. Voor bedrijven die willen uitbreiden moet het bouwplan vergezeld gaan van een plan voor landschappelijke inpassing en, zodra dat gereed is, getoetst worden aan het intergemeentelijk beeldkwaliteitplan. Om de kwaliteit van het landschap te verbeteren krijgt men een bijdrage voor de aanleg van erfbeplanting. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 17
19 Bedrijven die stoppen komen in aanmerking voor functieverandering naar wonen en werken conform de ruimte die het streekplan daarvoor biedt. Voor bedrijven die niet uitbreiden of beëindigen binnen tien jaar wordt gestreefd naar het verstrekken van een bijdrage voor het aanpassen van de stallen met emissiearme technieken overeenkomstig datgene wat is vermeld onder "extensiveringsgebied" in de vorige paragraaf Kernrandzone De kernrandzones zijn zones van 250 m breed rondom de kernen in verwevingsgebied of extensiveringsgebied. De ontwikkeling van deze gebieden is door de nabijheid van de kern gericht op het verbeteren van de omgevingskwaliteit voor wonen en natuur. Dat betekent dat naast het terugdringen van de emissie ook extra ingezet wordt op het terugdringen van de geuremissie. Verder wordt de ruimtelijke kwaliteit verbeterd door sloop van vrijkomende gebouwen in combinatie met functieverandering. In deze kernrandzone kunnen woningen worden gebouwd van bedrijven die in andere zones kiezen voor functieverandering en niet op de eigen kavel bouwen. Bevorderd wordt dat bedrijfsbeëindigers in aanmerking komen voor een Europese subsidie "Verbetering woonkwaliteit". Indien de kernrandzone samenvalt met het extensiveringsgebied gelden de regels die zijn beschreven voor bedrijfsbeëindiging en functieverandering in het extensiveringsgebied. In de kernrandzone, voorzover daar geen sprake is van nieuwe natuur of extensiveringsgebied, gelden dezelfde regels voor bedrijfsbeëindiging en functieverandering als in het verwevingsgebied Kernen In de kernen zijn slechts enkele intensieve veehouderijbedrijven aanwezig. Het uitwerkingsplan is erop gericht te stimuleren dat deze bedrijven beëindigen. Op de gronden van bedrijven die stoppen kan locatieontwikkeling plaatsvinden naar stedelijk wonen. Daarbij kan mogelijk gebruikgemaakt worden van de Europese subsidie "Verbetering woonkwaliteit". Uitbreiding van de veehouderijbedrijven is niet mogelijk. Deze bedrijven komen niet in aanmerking voor een bijdrage in het emissiearm maken van bestaande stallen. 2.8 Samenvatting verwachte effecten van het uitwerkingsplan Tabel 2.1 geeft een inschatting van de te verwachten effecten na uitvoering van het uitwerkingsplan. Tabel 2.1: Inschatting van de te verwachten effecten na uitvoering van het uitwerkingsplan. Huidige situatie <=2018 na uitvoeren planuitwerking Aantal bedrijven met kalveren Aantal stoppers 47 Aantal bedrijven dat ongewijzigd doorgaat 57 Aantal uitbreiders 25 Aantal verplaatsers kalverbedrijven 9 Aantal kalverplaatsen Reductie-emissie kalverhouderij t.o.v. de huidige situatie in % 54 Reductie-emissie intensieve veehouderij t.o.v. de huidige 51% situatie in % Reductie-emissie alle bedrijven (inclusief melkveebedijven) 45 t.o.v. de huidige situatie in % Kosten in miljoen euro 13,9 Extra woningen door functieverandering 50 Duurzame ontwikkeling kalverhouderij + Verbeteren ruimtelijke kwaliteit + Verbetering waterkwaliteit Hierdense Beek + Effect op natuurontwikkeling inclusief begrenzing 25 ha + compensatie en het daarmee samenhangende effect op verkaveling door vrijwillige kavelruil Geurreductie + Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 18
20 Naar verwachting is de doelstelling van 50% reductie van de emissie van ammoniak met de in dit uitwerkingsplan beschreven aanpak te halen, mits: in 2015/2018 alle kalverplaatsen emissiearm zijn gemaakt met gemiddeld 50% emissiereductie ten opzichte van de huidige situatie; deze emissievermindering gerealiseerd kan worden door snel (binnen twee jaar) meerdere emissiearme stalsystemen voor de kalverhouderij te certificeren. Daarvoor zijn proefstallen nodig met een investeringsbijdrage en een onderzoeks- en ontwikkelingstraject; er een investeringsbijdrage komt voor bovenwettelijke maatregelen voor toepassing van emissiearme technieken ten behoeve van natuur en milieu; het aantal kalverplaatsen niet groter wordt dan het huidige aantal. 2.9 Samenvatting verwachte effecten van het uitwerkingsplan op de instandhoudingsdoelstellingen voor kwalificerende habitattypen en soorten van de Veluwe Conclusie Op grond van de voorwaarden die aan bedrijfsuitbreidingen worden gesteld worden geen negatieve effecten op de natuurlijke kenmerken van de Veluwe verwacht die niet door mitigerende maatregelen te niet kunnen worden gedaan. Op basis van de plannen voor nieuwe natuur kunnen veeleer positieve effecten worden verwacht. De planuitwerking voor het gebied kan op grond van toetsing aan de Natuurbeschermingswet als positief beoordeeld worden. Bij bedrijfsontwikkelingen of functieveranderingen dient de vergunningenprocedure in het kader van de Natuurbeschermingswet gevolgd te worden. Ontwerp Planuitwerking Agrarische Enclave Uddel-Elspeet 19
Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden
Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden 4luikFolder/NW.indd 1 09-07-2007 11:35:47 Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden Afspraken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nadere informatieOpdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:
Memo Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: 208.00.00.00.00 Aan: Fons d'haens Van: Henk Veldhuis Onderwerp: Ammoniakregels in het bestemmingsplan Datum: 25-11-2013 W a t i s h e t probleem?
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet
Nadere informatieCriteria. voor het. aanwijzen van. sterlocaties
BIJLAGE 10 Criteria voor het aanwijzen van sterlocaties Sterlocaties intensieve veehouderij Hieronder wordt ingegaan op de motieven die aan sterlocaties ten grondslag liggen, het beleid voor sterlocaties,
Nadere informatie2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e
2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikelen 19d en 19e Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018427 - gemeente Dronten Activiteit
Nadere informatieNatuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER
Nadere informatieQ,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 23 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-017309 - gemeente Ermelo Activiteit
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe
Notitie Contactpersoon Floris Eenink Datum 20 februari 2013 Kenmerk N001-1215052FEE-evp-V01-NL 1.1 Aanleiding vormvrije m.e.r.-beoordeling De gemeente Epe is voornemens een agrarisch bouwperceel gelegen
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 17 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013911 - gemeente Ede
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, e, f en g Natuurbeschermingswet 1998, Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland en Beleidsregels Stikstof en
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 21 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004219 - gemeente Ede Activiteit
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatie2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b
2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -
Nadere informatieLOG Montfort - Maria Hoop
LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-014115 - gemeente Putten Activiteit : het
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-016928 - gemeente Hof van Twente Activiteit
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 27 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-003821 - gemeente Putten Activiteit : het
Nadere informatieH o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e
H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e u i t s p r a a k v a n d e R a a d v a n S t a t e o v e r h e t b e s t e m m i n g s p
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-005393 - gemeente Barneveld Activiteit :
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 18 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-005202 - gemeente Ede Activiteit
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003086 - gemeente Hof van Twente
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-002524 - gemeente Ede Activiteit : het
Nadere informatieBijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert
Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 328 Besluit van 3 september 2007, houdende aanpassing van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 11 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 november 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009212 - gemeente Amersfoort Activiteit
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 12 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-003206 - gemeente Aalburg
Nadere informatieNatuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer H.A. Luchtenberg Zuidelijke Kanaaldijk 5 7447
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010547 - gemeente Haaksbergen
Nadere informatieAanpak fijn stof bij veehouderijen
Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 7 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005866 - gemeente Montferland Activiteit
Nadere informatieGedeputeerde Staten van Gelderland; Gelet op de artikelen 16 en 19d-h Nbw 1998, de Verordening en Beleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland;
Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Steenbeek Kalverhouderij Bovenweg 45 8085 SE DOORNSPIJK telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359
Nadere informatie2 BELEIDSKADER EN WETGEVING
2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat
Nadere informatieSPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies
SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd, lid 1, onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010311 - gemeente
Nadere informatiewebsite - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1
website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT
Nadere informatieBESCHIKKING D.D. 13 AUGUSTUS ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN
BESCHIKKING D.D. 13 AUGUSTUS 2012 - ZAAKNUMMER 2011-019213 - VAN GEDEPUTEERDE STATEN Natuurbeschermingswet 1998 Artikel 19 D/E Rundvee-, pluimvee-, en varkenshouderij aan de Veenstraat 7 te Lunteren Beslissing
Nadere informatieVestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen
Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 18 november 2013 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-011300 - gemeente Aalten Activiteit : het
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 30 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011635 - gemeente Ermelo
Nadere informatieOntwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998
Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Pascal Haumann B.V., Halve Maan 3 te Well Zaaknummer: 2015-0351 Kenmerk: 2016/98662 d.d. 15 december
Nadere informatieVleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl
Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie
Nadere informatieNatura 2000 en Ammoniak. Afsprakenkader Brabant en Limburg
Natura 2000 en Ammoniak Afsprakenkader Brabant en Limburg Waar lopen we tegen aan? Europese Vogel en Habitatrichtlijn Natura 2000; 162 gebieden in Nederland o O.a De Kampina, Leenderbos, Kempenland-West
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek
Nadere informatieKiplekker Topklimaat
Kiplekker Topklimaat Symposium 3 februari 2015 Arvalis Jan Rutten Adviseur Intensieve veehouderij, Milieu en Vergunningen 06-20995446 jrutten@arvalis.nl Kiplekker Topklimaat Wet- en regelgeving: Wat moeten
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 5 april 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-002289 - gemeente Leusden Activiteit
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen
Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 11 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek
Nadere informatieVMR Themamiddag PAS. Toepassing van de PAS in de ondernemingspraktijk met name veehouderijen
VMR Themamiddag PAS Toepassing van de PAS in de ondernemingspraktijk met name veehouderijen Paul Bodden advocaat Hekkelman Advocaten N.V. Utrecht 14 mei 2014 Casus Nieuwvestiging varkenshouderij in Gelderland
Nadere informatieBIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING
BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).
Nadere informatieProgrammatische Aanpak Stikstof: PAS
Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Toelichting voorlopig programma Presentatie technische briefing Vaste commissie voor LNV van de Tweede Kamer 30 september 2010 Waarom een Programmatische Aanpak Stikstof
Nadere informatieBijlage: beoordeling duurzame locatie
Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen
Nadere informatieToetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen
Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Diederik Metz Tom Kierkels (Nederweert) Toetsingskader: onderscheid naar type woning In Monitoring 2013 is gemeenten gevraagd om per TBO aan te geven
Nadere informatieOntwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998
Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Van der Cruijsen, Stevensbeekseweg 12 te Overloon Zaaknummer: 2013-0382 Kenmerk: 2016/91355 d.d.
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2128697/3694869 op de op 2 september 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001222 - gemeente Woudenberg
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-006217 - gemeente Ede Activiteit
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren
Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 januari 2015 / rapportnummer 2972 55 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieOnderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking NBwet vergunning
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Stal De Borgelink De heerg.j. Bronsvoort Borgelinksweg 2 7434 RH Lettele KvK
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 836 Regels inzake ammoniakemissie uit tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet ammoniak en veehouderij) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieBestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard
Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente
Nadere informatieNatuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning
Luttenbergstraat Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 45 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 11 Opfokbedrijf Morsink T.a.v. de heer G.H. Morsink Larenseweg
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 5 juni 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-003923 - gemeente Maasdriel Activiteit
Nadere informatie30 sept OU
VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006 Aanvrager : Het college van
Nadere informatieProgramma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Noord-Brabant
Programma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Noord-Brabant Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft twee doelen: 1 Bijdragen aan de realisatie van de Natura 2000-doelen 2 Ruimte maken voor nieuwe economische
Nadere informatieProgramma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Limburg
Programma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Limburg Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft twee doelen: 1 Bijdragen aan de realisatie van de Natura 2000-doelen 2 Ruimte maken voor nieuwe economische activiteiten.
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 20 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-001015 - gemeente Berkelland Activiteit
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 16 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieInformatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant
Informatiebijeenkomst Fijnstof Jos van Lent, provincie Noord Brabant Overzicht presentatie Omvang problematiek Brabantse aanpak Saneringsopgave Voorkomen nieuwe overschrijdingen Voorlichting & stimulering
Nadere informatieFAQ Verordening stikstof en Natura2000
FAQ Verordening stikstof en Natura2000 v 28mei2013 De gewijzigde Verordening stikstof is op 22 maart 2013 vastgesteld door PS en op 29 maart 2013 inwerking getreden. De nadruk ligt op het toepassen van
Nadere informatieBijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT
Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Uden, juni 2009 Inhoudsopgave blz 1. Inleiding 3 2. Stimuleren ontwikkelingen in het landelijk gebied
Nadere informatieArtikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: 2015-0862 Kenmerk: 2016/93247 d.d. 24 november
Nadere informatieCompensatieverordening gemeente Midden-Drenthe
Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 mei 2014 / rapportnummer 2882 15 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Someren stelt het
Nadere informatiePAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet Wim Hage Provincie Zeeland
PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet 1998. Wim Hage Provincie Zeeland 10 juni 2016 Aanleiding PAS Antwoord op de vastgelopen vergunningverlening. De Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 31 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013646 - gemeente Barneveld Activiteit
Nadere informatieVarkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd
Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland
Nadere informatie10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte
10 april 2017 Nota van zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte Nota van zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 1 Aanleiding Het ontwerpbestemmingsplan
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2096538/3661125 op de op 9 oktober 2012 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieNatura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland
Natura 2000 & PAS Natura 2000 implementatie in Nederland Natura 2000 in Nederland 13-6-2016 Dia 2 Natura 2000 in Zeeland 13-6-2016 Dia 3 Natura 2000 in Zeeland Beschermd natuurmonument 13-6-2016 Dia 4
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 24 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-012442 - gemeente Doetinchem
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19f/g Datum besluit : 31 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002238 - gemeente Bunschoten-
Nadere informatiememo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst
memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 4 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008837 - gemeente
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 8 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008633 - gemeente Voorst Activiteit
Nadere informatieVerklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord
Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding
Nadere informatieBedrijfsontwikkeling-uitbreiding
Hoe kan ik mijn bedrijf slim uitbreiden? Ondernemersdag intensief 18 november 2014 Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding Door : Jos Commissaris Adviseur Omgeving ZLTO Kern van het komende uur: Wat heb je als
Nadere informatieAanvraagformulier Natuurbeschermingswet provincie Utrecht voor: veehouderijen met krimp in ammoniakemissie ten opzichte van referentiesituatie
Aanvraagformulier Natuurbeschermingswet provincie Utrecht voor: veehouderijen met krimp in ammoniakemissie ten opzichte van referentiesituatie Let op! Dit formulier mag alleen gebruikt worden bij het aanvragen
Nadere informatieWij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door:
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap A.G.B. Aarnink Enschedesestraat 187 7481
Nadere informatieOntwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998
Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Vissers-Gommans, Vosberg 11 a te Panningen Zaaknummer: 2014-1047 Kenmerk: 2016/63042 d.d.
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2113523/3673671 op de op 15 maart 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieOprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 januari 2010 / rapportnummer 2138-54 1. OORDEEL OVER HET MER Maatschap Huisman is voornemens
Nadere informatieOnderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Landbouwbedrijf Rotman de heer J.A.H. Rotman Deventerdijk 14 7478 RR DIEPENHEIM
Nadere informatieBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 7 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-001235 - gemeente Oost
Nadere informatie