G r A A D M E T E R # 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "G r A A D M E T E R # 3"

Transcriptie

1 Periodiek van de Gezondheidsraad, Den Haag G r A A D M E T E R # 3 Nu met de Wmo en de Jeugdwet de gemeenten een belangrijker rol krijgen, komt het beroepsgeheim Lies Schilder, p. 9 onder druk te staan.

2 Redactioneel Verbouwing Bij de verbouwing van een station moet de treinreiziger af en toe omlopen en stof en rumoer voor lief nemen. Bij de verbouwing van onze maatschappij, onder de vlag van participatie en decentralisatie, gaat het net wat anders toe. Ook hier stof en rumoer volop, maar in plaats van heldere bouwtekeningen vooral dringende aansporingen aan het adres van de burger om zelf de handen uit de mouwen te steken. Het resultaat zal geen comfortabele, ruime hal zijn, maar het is te vroeg om te zeggen wat het wel wordt. De Gezondheidsraad riep deze maand sociaal werkers op om het moment aan te grijpen voor een investering in hun vakmanschap, en staatssecretaris Van Rijn en de Vereniging Nederlandse Gemeenten om hen daarbij te ondersteunen. p. 38 Lies Schilder, directeur van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers, ziet kansen, maar is niet onversneden optimistisch. p. 8 Hoogleraar gezondheidszorgbeleid Henk Garretsen weet uit eigen ervaring dat gelijkwaardige samenwerking van cliënten, professionals en onderzoekers een vak als het sociaal werk echt vooruit kan helpen. p. 4 Duidelijk is: er is veel te winnen, bijvoorbeeld voor kinderen en jongeren met psychische problemen. Zij krijgen nu volgens huisarts Hans Moolenburgh vaak te snel een diagnose zoals ADHD opgespeld. p. 17 Het zou prachtig zijn als zij en andere jongeren met problemen zich in de samenleving beter begrepen zouden voelen. Zeker, dat is een zaak voor ons allemaal. Maar tijdens de verbouwing is het, zo weet hoogleraar psychiatrische rehabilitatie Jaap van Weeghel, p. 13 vooral een uitdaging voor de gemeenten, die ervoor zullen moeten zorgen dat de nieuwe sociale wijkteams en GGZbehandelaars goed gaan samenwerken.

3 Inhoudsopgave 3 Redactioneel 2 Verbouwing Optimale gezondheidszorg 25 Meer medicatie ADHD baart zorgen Interviews 4 Sociaal werk moet alle bronnen van kennis benutten 8 Het dagelijks werk gaat altijd voor 13 Veel jongeren met psychische problemen verwachten dat ze uitgesloten worden 17 Huisartsen zoeken naar betere aanpak van ADHD Varia 21 Werkprogramma 2015: diverse bekende thema s opnieuw belicht Gr-galerie 23 Zomertentoonstelling: Keukengeheimen Gezonde leefomgeving 29 Geen dierexperimenteel bewijs voor schade door telecommunicatie 31 Staatssecretaris reageert op advies over prenatale blootstelling aan stoffen Gezonde arbeidsomstandigheden 34 Veilig werken met 5-nitroacenafteen 35 Briefadvies over acrylamide 36 Openbaar conceptadvies over chloor- promazine Innovatie en kennisinfrastructuur 38 Sociaal werk heeft stimulans nodig 40 Verschenen

4 4 Interview met prof. Henk Garretsen Mieke de Waal Sociaal werk moet alle bronnen van kennis benutten Henk Garretsen was een van de leden van de commissie die het advies over het sociaal werk opstelde. Hij pleit voor een grotere invloed van de wetenschap op het sociaal werk. Niet door die van bovenaf te sturen, maar door nauwe samenwerking tussen wetenschap en praktijk en door sociale professionals als onderzoekers in te zetten. Het sociaal werk moet volgens uw commissie meer wetenschappelijk onderbouwd te werk gaan. Waarom? In het welzijnswerk wordt nog veel gewerkt met impliciete ervaringskennis. Werkers hebben natuurlijk wel hun opleiding gedaan, maar daarna hebben ze hun kennis vooral door ervaring opgebouwd. Die kennis is niet breed gedeeld en er wordt ook lang niet altijd getoetst of gegroeide inzichten kloppen of niet. Het kan goed zijn dat men van een bepaalde aanpak denkt dat die werkt als een tierelier, terwijl die bij nader onderzoek toch niet zo uitmuntend blijkt te werken. Een voorbeeld: jarenlang is gedacht dat alcohol- en drugsfoldertjes prima preventiemiddelen waren. Inmiddels weten we dat dit behoorlijk tegenvalt. Bij Tranzo gaan we uit van drie soorten kennis, die je alle drie zou moeten benutten. In willekeurige volgorde: de kennis van de professional, wetenschappelijke kennis, en de kennis van de cliënt. In dit advies pleiten we ervoor om het sociaal werk te versterken. Door te leren van het beste voorhanden zijnde wetenschappelijke bewijs kun je de sector professionaliseren en is een nog hoogwaardiger beroepsbeoefening mogelijk. Dr. M.S. de Waal maakt als redacteur deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Prof. dr. Henk Garretsen is socioloog en epidemioloog. Sinds 2000 is Garretsen hoogleraar Gezondheidszorgbeleid aan de Tilburg University en voorzitter van Tranzo, een wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn.

5 5

6 6 Willen sociaal werkers dat wel? In Tilburg hebben we tien jaar geleden onderzoek gedaan onder sociaal werkers. Die bleken nog weinig evidence based te werken maar dat best te willen. Dat was toen zo, en ik heb geen reden om aan te nemen dat het nu anders is. Maar het is moeilijk om op eigen houtje je vakuitoefening te veranderen. Een landelijk systeem helpt de individuele werkers, en biedt bovendien meer kans op professionalisering. Het advies pleit voor een nauwe samenwerking tussen sociaal werkers en wetenschappelijk onderzoekers. Hoe ziet u die voor zich? Wij hebben daar vanuit Tranzo al jaren ervaring mee. Onze missie is om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk. We doen dat met academische werkplaatsen, onder andere voor sociaal werk. In die werkplaatsen werken wij langdurig samen met praktijkinstellingen. Het advies noemt dat: regionale kennisnetwerken. Met onze partners spreken we een onderzoeksprogramma af, vijf jaar vooruit. We doen ook veel aan kennisuitwisseling, waarbij ons motto is dat er volstrekte gelijkwaardigheid moet zijn tussen veld en wetenschap. Beide partijen investeren in de samenwerking en beide moeten er beter van worden. Wij moeten wetenschappelijk hoogwaardige artikelen kunnen produceren. En wat we vinden moet van nut zijn voor de praktijk. De kruisbestuiving tussen wetenschap en praktijk lijkt bij Tranzo ook op individueel vlak plaats te vinden. Onze onderzoekers zijn voor een deel professionals uit de praktijk: psychiaters, psychologen, epidemiologen van de GGD, sociaal werkers, ambtenaren van een gemeentelijke overheid. Wij noemen ze science practitioners. Het advies spreekt van professional-onderzoekers. De mensen zijn parttime bij ons gedetacheerd om onderzoek te doen. De praktijkinstelling betaalt het salaris door. Wij betalen de begeleiding, ondersteuning, overhead. Onze science practitioners staan zo met een been in de praktijk en met een been in de wetenschap.

7 Bij Tranzo doet u dus eigenlijk al wat in het advies gepropageerd wordt, alleen zijn de termen anders? 7 Dat klopt. We begonnen met de academische werkplaatsen in In de loop der tijd ontwikkel je dan een eigen terminologie. Je kunt vervolgens niet eisen dat elke commissie in het land die termen overneemt. Dat maakt ook niet uit, als het gedachtegoed maar gedeeld wordt.

8 8 Interview met dr. Lies Schilder Mieke de Waal Het dagelijks werk gaat altijd voor Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet in. Die stelt meer dan de Wmo landelijke eisen aan gemeenten en instellingen. Gemeenten moeten zorgen dat er voldoende voorzieningen zijn voor het organiseren en leveren van jeugdhulp die aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Lies Schilder, directeur van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW), verwacht dat de nieuwe eisen een welkome versterking opleveren van de beroepsidentiteit van haar beroepsgroep. Wat is er mis met het huidige maatschappelijk werk? De meeste maatschappelijk werkers hebben naar mijn idee een weinig sterke beroepsidentiteit. Het zou goed zijn voor hun vak en voor de missie die ze nastreven als ze die meer zouden ontwikkelen. Ze zouden hun theoretische kennis beter op peil moeten houden, zich bepaalde standaarden eigen moeten maken en zich ook krachtiger als beroepsgroep moeten organiseren. Dr. M.S. de Waal maakt als redacteur deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Dr. Lies Schilder is directeur van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Sinds een aantal jaren staat de NVMW ook open voor jeugdzorgwerkers en sociaal-agogisch werkers. Begin 2013 promoveerde ze op een proefschrift over professionalisering in haar vak: Leren dat maatschappelijk werkt. Komen ze niet aan bijscholen toe of vinden ze dat ze het vak wel onder de knie hebben? Mijn onderzoek was kwalitatief onderzoek van opzet, dus alleen op basis daarvan kan ik niet generaliseren naar de hele groep. Ik heb wel tijdens lezingen veel herkenning ontmoet. Wat ik gezien heb is dat maatschappelijk werkers zich zeker willen ontwikkelen. Ze zijn heel leergierig, dat blijkt ook uit ander onderzoek. Maar het dagelijks werk gaat altijd voor: de vragen vanuit cliënten en ook de eisen vanuit de instelling waarin ze werken. Daar zijn ze loyaal aan. Bij maatschappelijk werkers trekt de functie harder aan hen dan hun beroep.

9 9 Dr. Lies Schilder. Foto: Felix Ireland. Waaraan ziet u dat de functie soms andere dingen vraagt dan het beroep? Voor professionals in het sociaal werk is het beroepsgeheim belangrijk. Nu met de Wmo en de Jeugdwet de gemeenten een belangrijker rol krijgen, komt het beroepsgeheim onder druk te staan. Ik krijg regelmatig signalen dat gemeenten het beroepsgeheim ouderwets vinden. Gemeentelijke ambtenaren vinden dat professionals daar niet zo moeilijk over moeten doen. Een manager van een instelling voor maatschappelijk werk en dienstverlening vertelde me in vertrouwen dat wanneer hij bij ambtenaren het woord beroepscode laat vallen, de rook spontaan uit hun oren komt. Begrijpt u iets van die ambtelijke irritatie over het beroepsgeheim? Ik kan hem theoretisch wel begrijpen, maar ik ben het er niet mee eens. Gemeenten hebben er veel belang bij om informatie zo rechtstreeks mogelijk te krijgen en leefgebieden aan elkaar te kop-

10 10 pelen. Ze gaan daarbij over grenzen die in andere beroepsgroepen belangrijk zijn. Ik las bijvoorbeeld in een artikel van een jurist hoe een gezinsvoogd gevraagd was om haar cliënte duidelijk te maken dat ze maar beter een bepaald huis kon accepteren omdat anders haar uitkering gekort zou worden. Sociale professionals moeten echter altijd het belang van de cliënt voorop stellen. Anders zakt de bodem onder hun beroep weg. Dat vraagt bescherming van het beroepsgeheim. Ziet u ook positieve kanten aan de veranderingen door de Wmo en Jeugdwet? In de nieuwe Jeugdwet ingaand per 1 januari 2015 is een paragraaf over professionalisering opgenomen. Jeugdhulpverleners met een wetenschappelijke en hbo-opleiding moeten in principe vanaf januari geregistreerd zijn bij een landelijk erkend beroepsregister om in de jeugdhulp te mogen werken. Jeugdzorgwerkers, jeugdhulpverleners en schoolmaatschappelijk werkers gaan dan onder tuchtrecht vallen en worden gehouden aan hun eigen beroepscode. Ook moeten ze aan bepaalde vakbekwaamheidseisen voldoen. Ik ben daar enthousiast over omdat ik verwacht dat het een enorme impuls geeft aan de versterking van de beroepsidentiteit. Ik hoop van harte dat hulpverleners die omslag gaan maken: de nieuwe eisen niet opvatten als weer iets dat over hen heen komt, maar echt zelf aanpakken omdat ze zo hun professionele ruimte kunnen vergroten. Wanneer komen de grote veranderingen? Eigenlijk zijn we al een jaar of zeven bezig om met veel partijen naar de nieuwe Jeugdwet toe te werken. Voor jeugdzorgwerkers is de registratie al in werking gesteld. Volgens de laatste cijfers hebben jeugdzorgwerkers zich aangemeld, maar inmiddels kunnen dit er wel zo n zijn. Een uitbreiding van de registratie-eis richting hulpverleners in de Wmo ligt in de lijn der verwachtingen. Met de inhoudelijke eisen voor registratie kun je sturen wat voor profiel je van een werker verwacht. Hierin heeft de NVMW als beroepsvereniging een belangrijke adviserende rol. Zo hebben we als een van de criteria gesteld dat professionals een bijscholingscursus beroepsethiek moeten doen als ze die nog niet in hun beroepsopleiding hebben gehad.

11 Wat is de volgende uitdaging? 11 We moeten slimme manieren bedenken waarop sociale professionals gaan inzien dat ze mee eigenaar worden van hun beroep door toe te treden tot hun beroepsvereniging. Als lid van de NVMW kunnen ze invloed uitoefenen op de eisen die het register aan hen stelt. Veel sociale professionals werken in organisaties en hebben nooit het beeld van een zelfstandige professional geïnternaliseerd. Op dit moment bepalen vooral de gemeenten en instellingen wat ze moeten doen, maar ze zouden zelf een sterkere stem moeten krijgen. Kijk hoe de huisartsen van zich laten horen als ze het ergens niet mee eens zijn, of de GGZ-werkers. Dat zouden sociaal werkers en jeugdzorgwerkers ook vaker moeten doen maar bij hen is het besef er vaak nog niet zo. Het zijn in de eerste plaats doeners. Ze leven voor het contact met klanten, gaan de wijk in, willen mensen helpen. Maar professionalisering vraagt ook achter het bureau zitten, stukken lezen, je organiseren en van je laten horen. Daarin kunnen sociale professionals wel wat sturing gebruiken, anders sturen de dagelijkse eisen hen.

12 12

13 Interview met prof. Jaap van Weeghel Mieke de Waal 13 Veel jongeren met psychische problemen verwachten dat ze uitgesloten worden Jaap van Weeghel maakte deel uit van de Gezondheidsraadcommissie die onlangs twee adviezen opstelde: eentje over ADHD en eentje over maatschappelijke participatie van jongeren met psychische problemen. Hij raadt GGZ-behandelaars en sociale wijkteams aan om zich in nauwe samenwerking om deze kinderen en jongeren te bekommeren. Maatschappelijk meedoen en psychisch herstel kunnen elkaar dan versterken. Volgens het advies is er sprake van een gestage groei van het aantal jongeren met psychische klachten. Is dit ook uw ervaring? Bij Phrenos richten we ons op ernstige en langdurige psychische aandoeningen. In de meeste gevallen gaat het om mensen die last hebben van psychoses of een bipolaire stoornis. Dit zijn complexe aandoeningen die grote moeilijkheden kunnen veroorzaken in het dagelijks leven. De groep mensen is in aantal redelijk stabiel, bijna twee procent van de totale Nederlandse bevolking en ongeveer een kwart van alle mensen met psychische stoornissen. De spectaculaire stijging zie je vooral in de zogenoemde lichtere diagnoses: ADHD, autisme-achtige stoornissen, angst en depressie. Deze common mental disorders komen ontzettend veel voor. Ze zijn ook modegevoeliger. Dr. M.S. de Waal maakt als redacteur deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Prof. dr. Jaap van Weeghel is parttime hoogleraar psychiatrische rehabilitatie aan de universiteit van Tilburg en hoofd onderzoek en ontwikkeling bij GGZ Dijk en Duin. Ook is hij wetenschappelijk directeur van Phrenos, een kenniscentrum dat zich richt op de behandeling, het persoonlijk herstel en de maatschappelijke participatie van mensen met ernstige en langdurige psychische aandoeningen. Er zijn 33 grote GGZ-instellingen lid van Phrenos. Is het altijd gelijk duidelijk hoe ernstig iemands psychische klachten zijn? Een eerste psychose komt meestal in de adolescentie of jongvolwassenheid, bijvoorbeeld als mensen tegen het examen aan zitten of net beginnen te studeren. Meestal weet je dan nog niet of het langdurig en ernstig zal zijn. Een minderheid heeft het geluk dat

14 14 het bij een enkele psychose blijft. Allerlei factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van psychische klachten: genetische kwetsbaarheid voor psychosen bijvoorbeeld, maar het kan ook met de omgeving te maken hebben. Belastend is het gebruik van drugs. Hetzelfde geldt voor een allochtone afkomst; jonge Antillianen en Marokkanen hebben veel vaker last van psychosen dan mensen uit andere bevolkingsgroepen. In het algemeen is het belastend als mensen zich in de maatschappij minder welkom voelen of als ze tot een minderheid horen in de buurt. Verder is opgroeien op het platteland veelal gunstiger dan in de stad. Wat hebben jongeren met psychische problemen met elkaar gemeen? Het stigma-probleem is iets waar al deze jongeren mee kampen. Wij doen daar best veel mee bij Phrenos. We doen aan onderzoek op dat gebied, proberen de publieke opinie te beïnvloeden, bijvoorbeeld door mee te denken over het SIRE-spotje over dit onderwerp. Maar belangrijker is misschien wel dat het negatieve oordeel van de omgeving geïnternaliseerd kan worden, naar binnen slaat. Dat is een veelvoorkomend probleem. Bij zelfstigma moet je empowerment-achtige dingen gaan doen: Je bent veel meer dan een diagnose. Zowel jongeren met ernstige als met algemenere psychische problemen verwachten vaak niet anders dan dat ze uitgesloten worden en ondernemen daarom liever niets meer. We noemen dat het why try effect: je legt je er dan bij voorbaat bij neer dat je er niet meer bij hoort. Je gaat niet meer solliciteren, je gaat geen vriendschappen aan, je begint geen opleiding meer. Uit angst voor reacties van anderen en omdat je zelf ook denkt dat je het niet kunt. Vaak is het geanticipeerde probleem veel zwaarder dan de feitelijke achterstelling, al is dat uiteindelijk wel de bron van de ellende. Wat vindt u belangrijk bij het doorschuiven van taken van rijk naar gemeenten? Ik hoop en verwacht toch wel dat de specialistische zorg voor mensen met psychoses en andere langdurige en ernstige psychische aandoeningen overeind blijft. Die zorg kan het maatschappelijk werk niet voor zijn rekening nemen, dat is te ingewikkeld. Ik zie ook wel kansen als de gemeenten meer ondersteuning gaan bieden.

15 Het kan normaliserend werken wanneer niet alles vanuit de psychiatrische hoek georganiseerd wordt. Het zou mooi zijn wanneer het gewone burgerschap meer terug zou komen voor deze groep mensen. Ik weet dat dit niet vanzelf zal gaan. In Vlaanderen bleek bijvoorbeeld dat GGZ-werkers die dicht bij de jongeren staan meer in hun arbeidskansen geloven dan trajectbegeleiders vanuit gemeenten. Die zien hen vaker als kanslozen waar ze geen energie in gaan steken. Als je alles aan de gemeenten overlaat, dreigt het gevaar dat je als jongere met psychische problemen achter in de rij komt. Je vormt geen laaghangend fruit voor ze, om het maar zo te zeggen. 15 Welke begeleiding wenst u jongeren met psychische problemen toe? Je bent jong en hebt een psychiatrisch probleem maar wilt wel graag een gewoon leven leiden. Het belangrijkste is dan: kom ik een hulpverlener of een trajectbegeleider tegen die in mijn mogelijkheden gelooft? Ik denk dat we moeten streven naar een mengvorm: sociaal werk vanuit de Wmo gedacht, gecombineerd met specialistisch psychiatrisch werk. Je kunt deze jongeren het beste naar werk begeleiden met een geïntegreerde benadering vanuit een multidisciplinair team. Zoals we in het advies stellen: je zou experimenten moeten starten en onderzoek moeten doen naar die geïntegreerde benadering. Gemeenten zouden die benadering moeten versterken door mee te gaan doen, niet door een volledig eigen benadering te kiezen. Het zou terug naar af zijn wanneer gemeenten zeggen: laat ons die participatie maar doen en doen jullie de behandeling. GGZ-behandelaars moeten juist nauwe samenwerking zoeken met de sociale wijkteams die nu overal ontstaan. En ga niet wachten met iemand naar werk of studie te begeleiden tot diegene volledig symptoomvrij is. Dan kun je wachten tot je een ons weegt. Je moet juist denken: als die man of vrouw een studie gaat doen of werkt kan dat gunstig zijn voor het herstel van zijn psychische gezondheid. Je moet dus parallel werken, niet sequentieel. Dat zal bij ADHD net zo zijn. Ook voor hen geldt: als ze goed in de samenleving functioneren, gaan hun psychische problemen daar ook van opknappen. En omgekeerd: succesvolle behandeling van die psychische problemen kan ontzettend helpen om maatschappelijk weer mee te doen. Vandaar mijn pleidooi om de psychische problemen en het maatschappelijk functioneren in nauwe samenhang aan te pakken.

16 16

17 Interview met Hans Moolenburgh, arts Mieke de Waal 17 Huisartsen zoeken naar betere aanpak van ADHD Hans Moolenburgh is huisarts bij Zorggroep Katwijk, een samenwerkingsverband van onder meer huisartsen en apothekers. Met elkaar kijken de huisartsen en huisartsondersteuners wat er mogelijk is om de begeleiding van kinderen met psychische problemen te verbeteren. Dr. M.S. de Waal maakt als redacteur deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Ziet u als huisarts veel kinderen? Als huisarts zien wij alle leeftijdsgroepen. Veel mensen beseffen niet dat bij de gemiddelde huisarts één op de zes afspraken een kindconsult is. Het aantal wisselt een beetje per praktijk, mede afhankelijk van de wijk. In onze praktijk ligt het aantal nog iets hoger. Op het ogenblik speelt de discussie of wij als huisartsen de ontwikkeling van een kind in de gaten kunnen houden, of dat wij ze daarvoor moeten gaan doorverwijzen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wij gaan ervan uit dat wij er wat mee kunnen en ook mee moeten. Hoe ziet de begeleiding door huisartsen er idealiter uit? Met het project Alle Hens aan Dek hebben wij de afgelopen vijf jaar een pilot gedaan om uit te zoeken hoe we kinderen met psychosociale problemen het beste kunnen helpen. Gemiddeld onderzoeken we tweehonderdvijftig kinderen per jaar. Als volgende stap in dit project willen we dat de keten zich organiseert en daarvoor is ADHD een goede ingang. Daar heeft iedereen mee te maken: de huisarts, de scholen, ouders. Ook worden voor deze groep kinderen heel veel zorgkosten gemaakt omdat ze al snel worden doorverwezen naar de tweede lijn. Het is een categorie waar volgens ons veel winst te halen is, zowel letterlijk als figuurlijk, door juist

18 18 rond dat beeld een gedragslijn te ontwikkelen. Voor de ADHDpilot hebben we tot nu toe ruim honderd kinderen onderzocht. In januari sluiten we de pilot af; dan komen de cijfers beschikbaar. Ik vind het belangrijk dat de aanpak van kinderen met problemen niet van bovenaf door beleid wordt gedicteerd, maar wordt bijgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het advies van de Gezondheidsraad stelt dat huisartsen snel doorverwijzen, waardoor kinderen en jongeren te zware zorg krijgen. Wat vindt u hiervan? Landelijk gezien kan dat misschien kloppen maar in een aantal plaatsen, waaronder Katwijk, zijn we het al anders aan het doen. We maakten ons destijds zorgen omdat we voor veel kinderen met psychosociale problemen geen adequate hulp konden regelen. Kinderen die naar Bureau Jeugdzorg werden verwezen waren na eindeloze wachttijden niets opgeschoten. We hebben toen een poosje een eerstelijnspsycholoog als praktijkondersteuner voor een paar huisartsen laten werken. Dat liep goed, niet alleen bij ADHD maar ook bijvoorbeeld bij scheidingsproblematiek bij kinderen. We dachten toen: je moet als huisarts een zorgpad hebben voor de jeugd, waardoor je tijdens je spreekuur niet wordt overvallen door een vraag. Stel: ouders komen in maart bij je met hun kind. Ze willen medicatie want het gaat niet goed op school en het kind moet wel overgaan. Je kunt je dan voor het blok gezet voelen. Maar als je als huisarts stappen hebt die je altijd eerst moet zetten, dan heb je houvast. En je kunt dat ook uitleggen aan ouders. Er wordt nu inderdaad vaak te snel medicatie gegeven. Soms moet dat wel, maar je moet zeker niet als eerste naar de pillen grijpen. Het advies pleit voor een zorgmodel waarin de huisarts met een multidisciplinair team de begeleiding van deze kinderen verzorgt. Uw praktijk heeft al ervaring opgedaan met zo n ketenzorgmodel. In onze pilot komt een kind met een probleem eerst bij de praktijkondersteuner. Die voert een gesprek van een uur met de ouders en onderzoekt in een volgend consult het kind. Met drie a vier bezoeken is het kind vaak al geholpen of hebben we voldoende informatie om verder te kunnen. Er is dan ook navraag gedaan bij de school. Rond ADHD volgt een multidisciplinair overleg met

19 huisarts, schoolarts, psycholoog, jeugdzorg, kinderpsychiater. Elk kind wordt besproken en er wordt gekeken of verder onderzoek nodig is of niet. Vervolgens brengen we advies uit aan de ouders. Als het goed is, heb je met twee maanden tijd duidelijkheid. We zijn liever wat langer bezig en grondig dan te kort door de bocht. Vergis je niet: als ik een kind medicatie geef maak ik eigenlijk de keus voor dat kind om de komende jaren pillen te gebruiken. Daar moet je niet te snel toe besluiten. In onze pilot bouwen we filters in om niet te snel tot een diagnose te komen. Door goed te onderzoeken hopen we overdiagnostiek te vermijden en zinvolle therapieën toe te passen. Medicatie hoort daar wel bij: achteraan in het rijtje, niet vooraan. 19 Lukt het om de partijen op elkaar aan te laten sluiten tegen de achtergrond van de nieuwe Jeugdwet? We zijn nog volop met elkaar in overleg over de beste aanpak. Vanuit de samenwerkende huisartsenpraktijken kijken we bijvoorbeeld wat er mogelijk is om samen met de gemeente verder te ontwikkelen. Wij vinden het heel belangrijk om ouders en kinderen eerst te trainen in de omgang met gedragsproblemen. Daar heb je goede programma s voor. Wij vinden niet dat je medicatie moet geven voordat je geprobeerd hebt om ouders en kinderen en school anders te laten omgaan met dat gedrag. De gemeente zou trainingprogramma s voor bijvoorbeeld executieve functies voor kinderen moeten faciliteren. Gelukkig is er bij de gemeente de expliciete wens om medicalisering tegen te gaan. Maar daar denkt men soms te optimistisch dat alles wel op eigen kracht veranderd kan worden of door een ingreep in de omgeving. We zullen ergens tussenin moeten uitkomen en dat is gemeenschappelijk werk. Hoe bekijkt u als huisarts de veranderingen onder de nieuwe Jeugdwet? Met de Jeugdwet is het kind met psychische problematiek losgeslagen van de veilige verankering in de zorg. De wet is veel te snel ingevoerd, en veel gemeenten zijn niet klaar voor de taken die er liggen. Positief van de Jeugdwet is dat onderkend wordt dat niet alle kinderen met problemen in de tweede lijn (artsenhanden) moeten belanden. Maar die kinderen moeten wel een goede behandeling krijgen, en daar zetten we ons voor in. Er kan meer

20 20 met kinderen dan we nu doen, en ook meer met hulp van huisartsen. Het is verbazingwekkend dat door de jaren heen steeds is gezegd dat huisartsen zich niet met deze problematiek moesten bemoeien. Bureau Jeugdzorg gold als dé ingang voor de jeugd. Nu wordt het Centrum voor Jeugd en Gezin dé nieuwe ingang. Door een amendement van CDA-politica Mona Keizer heeft de huisarts een rol in de Jeugdwet behouden, anders was dat gewoon niet meer aan de orde. Zo eenzijdig is er gedacht. De huisarts vormt een soort vluchtheuvel waar ouders nog terecht kunnen. Maar er moeten wel zebrapaden naar de andere kant gaan. Geen eenzijdig pad naar de tweede lijn maar een breed palet van mogelijkheden. De huisarts kan deze hulp bieden dankzij de praktijkondersteuner GGZ-jeugd. Daarom is het dringend nodig dat de zorgverzekeraar de praktijkondersteuner-jeugd vanaf 2015 blijft bekostigen. Als kinderen alleen maar onder een Wmo-regeling vallen, niets anders, vind ik dat bedreigend voor de kinderen die echt ziek zijn. Daarbij komt dat ik de 1-loket-gedachte heel raar vind. Als ouder wil je keuzes kunnen maken in waar je heen gaat met je kind. Die plekken moeten wel op elkaar afgestemd zijn. Ik word zelf opstandig als ik maar één keuze krijg; ik vind het niet passen in deze tijd. Een belangrijk doel van de Jeugdwet is bezuiniging door vermindering van zorg. Internationaal geldt: je mag een kind niet belemmeren in zijn zorg. Het is de vraag of dat gaat gebeuren. Het is wachten op de eerste ouder die naar de rechter stapt en zegt: mijn kind heeft deze zorg nodig en die krijgt hij niet.

21 Varia 21 Werkprogramma 2015: diverse bekende thema s opnieuw belicht Krachtens de Kaderwet adviescolleges moet de Gezondheidsraad elk jaar een werkprogramma opstellen waarin lopende en nieuwe activiteiten worden beschreven. Omdat complexere adviestrajecten doorgaans langer dan een jaar duren, liggen de jaarlijkse werkprogramma s om zo te zeggen dakpansgewijs over elkaar. Vergelijkt men de werkprogramma s over een langere periode, dan valt op dat diverse vraagstukken met een zekere regelmaat terugkeren. Dat is niet verwonderlijk, want beleidsmatig blijven tal van thema s op de agenda staan. Het is aan de Gezondheidsraad om daarover periodiek te adviseren op basis van de laatste stand van wetenschap. Grotere thema s Er zijn enkele grotere onderwerpen waaraan de Gezondheidsraad in de komende programmaperiode werkt. Zo zal de raad het ruim twintig jaar geleden uitgebrachte advies Medisch handelen op een tweesprong actualiseren. Met de Richtlijnen goede voeding 2015 zal de wetenschappelijke basis voor het voedingsbeleid en de voedingsvoorlichting up-to-date worden gebracht. Ook zal de raad opnieuw aandacht geven aan de focus van het gezondheidsonderzoek dat aan onze universitaire medische centra verricht wordt. Specifiekere onderwerpen Het werkprogramma bevat nog andere oude bekenden. Daartoe behoort het luchtkwaliteitsbeleid: zijn er mogelijkheden om verdere gezondheidswinst te boeken? Een tweede onderwerp dat maatschappelijk en wetenschappelijk in de belangstelling blijft staan, zijn de mogelijke gezondheidseffecten van wonen in de buurt van hoogspanningslijnen.

22 22 Ook daarover bereidt de raad een advies voor. Verder komt er een nieuw advies over ontwikkelingen op het gebied van prenatale screening. Vaste activiteiten De continuïteit van advisering komt het sterkst tot uiting in het brede spectrum aan vaste activiteiten van de Gezondheidsraad. Het gaat onder meer om signalerende adviezen op het terrein van zorg, preventie, leefomgeving en arbeidsomstandigheden. Signalering van medisch-ethische ontwikkelingen maakt er eveneens deel van uit. Daarnaast vormen adviezen over vaccinatie- en screeningsvraagstukken een substantieel deel van de productie van de raad.

23 Gr-galerie 23 Keukengeheimen, die onthulden medewerkers van het secretariaat van de Gezondheidsraad elkaar bij de zomertentoonstelling van dit jaar. Ieder maakte een geliefd recept, fotografeerde het en gaf de bereidingswijze prijs. Alle foto s zijn voorlopig nog te zien in de werkkamers bij de raad. Op deze foto van Marijke Jaspers ziet u de populaire Chocolami, een salami gemaakt van chocolade, noten, boter en biskwie. Haar advies: eet er niet teveel van, ook een dun plakje is al goed voor je humeur.

24 24 Optimale gezondheidszorg

25 Optimale gezondheidszorg / Nieuwe adviezen Eert Schoten 25 Meer medicatie ADHD baart zorgen De afgelopen jaren is het gebruik van het geneesmiddel Ritalin bij kinderen en jongeren verviervoudigd. Ook blijkt een groeiend aantal jeugdigen met ADHD-achtige problemen in het hulpcircuit terecht te komen. Toegenomen prestatiedruk en afgenomen tolerantie van afwijkend gedrag lijken belangrijke oorzaken van de sterk gegroeide hulpvraag. Hiermee is niet vastgesteld of er sprake is van overbehandeling. Daarvoor is onvoldoende bekend over gepaste zorg. Hoe dan ook moet veel meer gekeken worden naar wat zorgverleners, scholen en werkgevers kunnen doen om de problemen van jongeren het hoofd te bieden. Dit schrijft de Gezondheidsraad in twee op 3 juli 2014 uitgebrachte adviezen aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, getiteld ADHD: medicatie en maatschappij en Participatie van jongeren met psychische problemen. Drs. E.J. Schoten maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. De publicaties ADHD: medicatie en maatschappij (2014/19) en Participatie van jongeren met psychische problemen (2014/18) zijn te downloaden van Zie rubriek Verschenen. Groeiende hulpvraag Er is veel discussie over de gestage groei van het aantal jongeren met psychische klachten, waaronder ADHD-achtige problemen. Die groei gaat gepaard met een toenemende vraag naar zorg of hulp en een toenemend medicijngebruik. Hoogstwaarschijnlijk zijn maatschappelijke ontwikkelingen verantwoordelijk voor toename van de hulpvraag. Zo lijken kinderen en jongeren die minder dan gemiddeld presteren eerder problemen op school te ervaren. Bovendien worden scholen, ouders en de GGZ financieel geprikkeld om aan te sturen op een diagnose. Ook lijken afwijkingen van het gemiddelde steeds minder te worden getolereerd.

26 26 Benadering vanuit de zorg Tot nog toe worden oplossingen voor problemen die jongeren met ADHD en andere psychische klachten ervaren vooral binnen het zorgdomein gezocht. Voor symptomen van ADHD helpt medicamenteuze behandeling volgens de Gezondheidsraad op korte termijn goed. Er kunnen zich echter ook bijwerkingen voordoen, zoals slaapproblemen, nervositeit en hoofdpijn. Evenmin is een gunstig effect op lange termijn aangetoond. Mediatietherapie (ouder- of leerkrachttraining) heeft een gunstig effect op het sociaal gedrag, evenals op de opvoedvaardigheden van de ouders. In hoeverre de feitelijke zorgverlening gepast is, dat wil zeggen in de benodigde hulp voorziet zonder inzet van te zware middelen, is niet vastgesteld. Gelet daarop baart de snelle groei van het aantal medicatievoorschriften zorgen. Belang van een bredere aanpak De Gezondheidsraad vindt het belangrijk om ook andere maatschappelijke sectoren nauwer bij de problematiek te betrekken. Methoden die zijn ontwikkeld binnen de zogeheten rehabilitatiebenadering lijken goede kansen te bieden om de participatie van jongeren met psychische klachten te bevorderen. De effectiviteit hiervan dient echter nog wel beter te worden onderzocht. Parallel daaraan kunnen ook scholen en werkgevers, via gerichte coaching en een passende arbeidsorganisatie, eraan bijdragen dat deze jongeren hun draai in de samenleving weten te vinden, aldus de raad. Samenstelling commissie: prof. dr. I.D. de Beaufort, hoogleraar medische ethiek, Erasmus MC, Rotterdam, voorzitter prof. dr. F. Boer, emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, De Bascule en Academisch Medisch Centrum, Amsterdam dr. E.A. Fliers, kinderarts, Virenze, Gorinchem dr. H.M.Y.Koomen, universitair hoofddocent pedagogiek, onderwijskunde en lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam dr. L. Korevaar, lector rehabilitatie, Hanzehogeschool Groningen dr. H. Kroneman, verzekeringsarts, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, Amsterdam prof. dr. J. Oosterlaan, hoogleraar pediatrische neuropsychologie, VUmc en Academisch Medisch Centrum, Amsterdam A.C. Paternotte, vertegenwoordiger ouders van kinderen/ jongeren met leer- en gedragsstoornissen, Groenekan prof. dr. P.J.M. Prins, hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychologie, Universiteit van Amsterdam prof. dr. F.C. Verhulst, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, Erasmus MC, Rotterdam prof. dr. R.R.J.M. Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Curium-LUMC, Leids Universitair Medisch Centrum / hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie, VUmc, Amsterdam drs. D. Walstock, huisarts, Medisch Centrum Eudokia, Enschede prof. dr. J. van Weeghel, hoogleraar rehabilitatie, Tilburg University, kenniscentrum Phrenos

27 dr. T. van Wel, psycholoog en onderzoeker, ABC Altrecht, Utrecht prof. dr. M. de Winter, hoogleraar maatschappelijke opvoedingsvraagstukken, Universiteit Utrecht drs. K.H.G. van den Bos-van der Ham, directie Jeugd, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarnemer drs. M.G.K. Einerhand, directie inkomensverzekeringen en -voorzieningen, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarnemer drs. A.M. Krug, directie Jeugd, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarnemer drs. J. Kuipers, themadirectie Jeugd, onderwijs en zorg, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarnemer (tot december 2013) drs. C.A.M. Vlooswijk, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarnemer (vanaf januari 2014) dr. G.A.J. Soete, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris L.M. Cornips, MPhil, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris 27

28 28 Gezonde leefomgeving

29 Gezonde leefomgeving / Nieuw advies Eric van Rongen 29 Geen dierexperimenteel bewijs voor schade door telecommunicatie Het gebruik van het radiofrequente deel van het elektromagnetisch spectrum voor mobiele telecommunicatie biedt veel voordelen voor het dagelijks leven. De daarmee gepaard gaande blootstelling aan elektromagnetische velden leidt echter ook tot zorgen, bijvoorbeeld dat er een verhoogde kans is op het krijgen van kanker. De Commissie Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad heeft systematische analyses uitgevoerd van de epidemiologische en dierexperimentele gegevens over de relatie tussen blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden en kanker. In een advies uit 2013 zijn de epidemiologische gegevens besproken. Het nu uitgebrachte Engelstalige advies Mobile phones and cancer. Part 2. Animal studies on carcinogenesis bevat een analyse van de dierexperimentele gegevens. De commissie concludeert dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden bij proefdieren kanker kan veroorzaken of de ontwikkeling van kanker kan stimuleren. Dr. E. van Rongen maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. De publicatie Mobile phones and cancer. Part 2. Animal studies on carcinogenesis (2014/22) is uitgebracht in het Engels en heeft een Nederlandse samenvatting. Het advies is te downloaden van Zie rubriek 'Verschenen'. In een derde advies zal de commissie de gegevens uit de eerste twee adviezen integreren en beoordelen in het licht van de classificatie van radiofrequente elektromagnetische velden door het International Agency for Research on Cancer (IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie als mogelijk kankerverwekkend bij mensen. Dat advies wordt begin 2015 verwacht. Samenstelling commissie: prof. dr. G.C. van Rhoon, hoogleraar fysische aspecten van elektromagnetische velden en gezondheid, Erasmus MC Rotterdam, voorzitter prof. dr. A. Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie, Rijksuniversiteit Groningen prof. dr. ir. H. Kromhout, hoogleraar arbeidshygiëne en blootstellingskarakterisering, Institute for Risk Assessment Sciences, Universiteit Utrecht prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen, hoogleraar epidemiologie van kanker, Vrije Universiteit Amsterdam; Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam

30 30 prof. dr. H.F.J. Savelkoul, hoogleraar celbiologie en immunologie, Wageningen University prof. dr. W.J. Wadman, hoogleraar neurobiologie, Universiteit van Amsterdam D.H.J. van de Weerdt, arts, toxicoloog en medisch milieukundige, Hulpverlening Gelderland Midden, GGD, Arnhem prof. dr. R.A. Woutersen, hoogleraar translationele toxicologie, Wageningen University and Research centre / TNO Innovation for Life, Zeist prof. dr. ir. A.P.M. Zwamborn, hoogleraar elektromagnetische velden en gezondheid, Technische Universiteit Eindhoven; TNO, Den Haag dr. G. Kelfkens, fysicus, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven prof. dr. I.A. Kreis, Gezondheidsraad, Den Haag, adviseur prof. dr. ir. E. Lebret, hoogleraar environmental health impact assessment, Institute for Risk Assessment Sciences, Universiteit Utrecht / voorzitter Wetenschapsforum, Kennisplatform, waarnemer J. Robijns, adviseur Markttoegang, ministerie van Economische Zaken, Den Haag, waarnemer R.P.R. Schutte, ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, waarnemer dr. E. van Rongen, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris

31 Gezonde leefomgeving / Lopende zaken Sies Dogger 31 Staatssecretaris reageert op advies over prenatale blootstelling aan stoffen Tijdens de prenatale ontwikkeling vinden veel processen plaats die bepalend zijn voor de rest van het leven. Blootstelling via de moeder aan stoffen in het milieu kan die processen verstoren en vroeg of laat tot gezondheidsschade leiden. Op verzoek van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu bracht de Gezondheidsraad in het voorjaar een advies uit over deze problematiek. In een brief van 28 mei 2014 reageert staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu op het advies. Drs. J.W. Dogger maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Probleemstoffen In het advies beschrijft de Gezondheidsraad in hoeverre prenatale blootstelling aan bepaalde stoffen in de leefomgeving tot gezondheidsschade in Nederland heeft geleid. De sterkte voor die aanwijzingen verschilt per stof. Van de in het advies genoemde probleemstoffen zijn sommige inmiddels verboden (zoals PCB s en DDT), voor andere geldt dat toepassing (vergaand) is teruggedrongen. In aanvulling daarop lopen op dit moment voor enkele genoemde stoffen specifieke trajecten die kunnen uitmonden in verdere beperking. De staatssecretaris meldt dat bijvoorbeeld in de nota Drinkwater ingegaan zal worden op de mogelijkheden om voor lood de nog resterende blootstelling verder terug te dringen. Wetenschappelijke beoordeling Volgens de raad is het huidige wetenschappelijke beoordelingskader REACH een stap in de goede richting maar valt het nog verder te verbeteren. Een nieuwe test met proefdieren zou nog betere informatie geven over mogelijke effecten van prenatale blootstelling aan stoffen op het endocrien systeem, het immuunsysteem en

32 32 het zenuwstelsel. Voor toekomstige implementatie in het beoordelingskader beveelt het advies een bepaald type in vitro testen aan. De staatssecretaris vat de aanbevelingen voor de invoering van de nieuwe proefdiertest op als een ondersteuning van haar beleid om deze test volledig in het Europese beoordelingskader te implementeren ter vervanging van de nu gebruikte test. Wat betreft de in vitro testen wijst ze erop dat dergelijke testen mondiaal ontwikkeld en vastgesteld worden voordat ze in de EU kunnen worden toegepast. Zij zal het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vragen om uit te zoeken welke aanvullingen voor test- en informatievereisten het meest gewenst zijn en om te onderzoeken in hoeverre testen hiertoe al beschikbaar of in ontwikkeling zijn en binnen enkele jaren ingevoerd kunnen worden. Surveillance Tot besluit van het advies pleit de raad voor het invoeren van een vorm van post marketing surveillance om het gebruik van een stof nauwlettend te volgen. Deze surveillance kan aanleiding geven tot nader onderzoek of aanvullende beleidsmaatregelen. De staatssecretaris is het hier mee eens. Het RIVM verkent daarom op haar verzoek de mogelijkheid om een systeem op te zetten waarin signalen van mogelijke nadelige effecten van stoffen uit de hoek van werknemers, consumenten en milieu worden gecombineerd met gegevens uit de literatuur.

33 33 Gezonde arbeidsomstandigheden

34 34 Gezonde arbeidsomstandigheden / Nieuw advies Bert van der Voet Veilig werken met 5-nitroacenafteen Inademing van 5-nitroacenafteen op de werkplek kan leiden tot kanker. Dit is vooral van belang voor werknemers in de productie van kleurstoffen, plastics en pesticiden. Dit schrijft de Gezondheidsraad in een op 1 juli 2014 verschenen advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Gezondheidsraad adviseert om 5-nitroacenafteen te classificeren in categorie 1B. In deze categorie vallen stoffen die beschouwd moeten worden als kankerverwekkend voor de mens. Bovendien wordt in dit advies een schatting gemaakt van het kankerrisico. Wanneer werknemers 40 jaar lang worden blootgesteld aan 1,5 mg 5-nitroacenafteen per kubieke meter lucht, leidt dat tot 4 extra sterfgevallen door kanker per werknemers. Voor een concentratie van 0,015 mg 5-nitroacenafteen per kubieke meter lucht zal dit leiden tot 4 extra sterfgevallen door kanker per werknemers. Dr. G.B. van der Voet maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. De publicatie 5-Nitroacenaphthene (2014/17) is uitgebracht in het Engels en heeft een Nederlandse samenvatting. Het advies is te downloaden van Zie rubriek Verschenen. Samenstelling commissie: prof. dr. R.A. Woutersen, hoogleraar translationele toxicologie, Wageningen University and Research centre / TNO Innovation for Life, Zeist, voorzitter dr. P.J. Boogaard, toxicoloog, Shell International BV, Den Haag prof. dr. ir. D.J.J. Heederik, hoogleraar gezondheidsrisicoanalyse, Institute for Risk Assessment Sciences, Universiteit Utrecht dr. ir. R. Houba, arbeidshygiënist, Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen, Utrecht prof. dr. H. van Loveren, hoogleraar immunotoxicologie, Universiteit Maastricht / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven dr. T.M. Pal, bedrijfsarts, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Amsterdam prof. dr. A.H. Piersma, hoogleraar reproductie- en ontwikkelingstoxicologie, Universiteit Utrecht / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven prof. dr. H.P.J. te Riele, hoogleraar moleculaire biologie, Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis / VU medisch centrum, Amsterdam prof. dr. ir. I.M.C.M. Rietjens, hoogleraar toxicologie, Wageningen University & Research centre prof. dr. F.G.M. Russel, hoogleraar moleculaire farmacologie en toxicologie, Radboud Universiteit, Nijmegen dr. G.M.H. Swaen, epidemioloog, Universiteit Maastricht dr. ir. R.C.H. Vermeulen, epidemioloog, Institute for Risk Assessment Sciences, Utrecht P.B. Wulp, bedrijfsarts en medisch adviseur, Inspectie SZW, Utrecht mr. B.P.F.D. Hendrikx, Sociaal-Economische Raad, Den Haag, adviseur dr. G.B. van der Voet, toxicoloog, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris

35 Gezonde arbeidsomstandigheden / Nieuw advies Stefan Vink 35 Briefadvies over acrylamide Mensen die op hun werk acrylamide inademen, kunnen daar kanker door krijgen. In 2006 heeft de Gezondheidsraad berekend bij welke concentraties zich naar schatting 4 extra sterfgevallen door kanker kunnen voordoen per en per werknemers na 40 jaar beroepsmatige blootstelling. De raad heeft de gegevens die op dit moment beschikbaar zijn over blootstelling aan acrylamide en het ontstaan van kanker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reden is om zijn eerdere advies te herzien. Dit staat in een briefadvies dat op 29 juli 2014 is aangeboden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dr. S.R. Vink maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Het briefadvies Acrylamide (2014/20) is te downloaden van Zie rubriek Verschenen. Samenstelling commissie: prof. dr. R.A. Woutersen, hoogleraar translationele toxicologie, Wageningen University and Research centre / TNO Innovation for Life, Zeist, voorzitter dr. P.J. Boogaard, toxicoloog, Shell International BV, Den Haag prof. dr. ir. D.J.J. Heederik, hoogleraar gezondheidsrisicoanalyse, Institute for Risk Assessment Sciences, Universiteit Utrecht dr. ir. R. Houba, arbeidshygiënist, Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen, Utrecht prof. dr. H. van Loveren, hoogleraar immunotoxicologie, Universiteit Maastricht / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven dr. T.M. Pal, bedrijfsarts, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Amsterdam prof. dr. A.H. Piersma, hoogleraar reproductie- en ontwikkelingstoxicologie, Universiteit Utrecht / Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven prof. dr. H.P.J. te Riele, hoogleraar moleculaire biologie, Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis / Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam prof. dr. ir. I.M.C.M. Rietjens, hoogleraar toxicologie, Wageningen University & Research centre dr. G.M.H. Swaen, epidemioloog, Universiteit Maastricht dr. ir. R.C.H. Vermeulen, epidemioloog, Institute for Risk Assessment Sciences, Utrecht P.B. Wulp, bedrijfsarts en medisch adviseur, Inspectie SZW, Utrecht mr. B.P.F.D. Hendrikx, Sociaal-Economische Raad, Den Haag, adviseur dr. S.R. Vink, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris

36 36 Gezonde arbeidsomstandigheden / Lopende zaken Stefan Vink Openbaar conceptadvies over chloorpromazine De Gezondheidsraad heeft een conceptadvies openbaar gemaakt waarin de Subcommissie Classificatie van reproductietoxische stoffen van de Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (GBBS) van de raad de reproductietoxische eigenschappen beoordeelt van chloorpromazine. Commentaar op het Engelstalige advies Chlorpromazine kunt u tot 31 oktober 2014 richten aan: mw. dr.ir. P.W. van Vliet (pw.van.vliet@gr.nl). Dr. S.R. Vink maakt deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. Procedure Het conceptrapport is onder meer voorgelegd aan de Subcommissie Grenswaarden stoffen op de werkplek van de Sociaal Economische Raad en aan deskundigen uit kringen van werkgevers- en werknemersorganisaties. Ook andere belangstellenden kunnen reageren. Binnengekomen commentaar wordt meegewogen bij het vaststellen van het definitieve advies. Het uiteindelijke advies zal worden aangeboden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De ontvangen commentaren en de reacties van de commissie hierop worden bij het uitbrengen van het definitieve advies openbaar gemaakt via de website van de Gezondheidsraad (

37 37 Innovatie en kennisinfrastructuur

38 38 Innovatie en kennisinfrastructuur / Nieuw advies Mieke de Waal Sociaal werk heeft stimulans nodig In 2015 worden overheidstaken in de maatschappelijke ondersteuning, de jeugdzorg en de arbeidsparticipatie overgeheveld van het rijk naar de gemeenten. Sociaal werkers zoals maatschappelijk werkers, opbouwwerkers en sociaal pedagogische hulpverleners kunnen in de uitvoering van die taken een belangrijke rol vervullen, maar zullen moeten investeren in hun vakmanschap. Hiervoor is een stimuleringsprogramma nodig. Dat schrijft de Gezondheidsraad in het advies Sociaal werk op solide basis, dat de voorzitter van de raad op 15 september 2014 aanbood aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dr. M.S. de Waal maakt als redacteur deel uit van de wetenschappelijke staf van de Gezondheidsraad. De publicatie Sociaal werk op solide basis (2014/21) is te downloaden van Zie rubriek Verschenen. Professionalisering De Gezondheidsraad beveelt sociaal werkers aan hun beroepsorganisatie uit te bouwen en goede na- en bijscholing op te zetten. Beroepsopleidingen moeten hiervoor een sociaal-wetenschappelijke basis bieden. Alle sociaal werkers zouden zich moeten inschrijven in een beroepsregister. Gemeenten kunnen de professionalise-ring bevorderen door alleen geregistreerde sociaal werkers in te schakelen.

Op plaatsen waar het mogelijk is om binnen genoemde afstand van een antenne te komen, dienen maatregelen genomen te worden om dit te voorkomen.

Op plaatsen waar het mogelijk is om binnen genoemde afstand van een antenne te komen, dienen maatregelen genomen te worden om dit te voorkomen. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Uw kenmerk : - Bijlagen : 1 Geachte staatssecretaris, Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende advies, dat is opgesteld door de Commissie Elektromagnetische

Nadere informatie

ADHD, MEDICATIE EN MAATSCHAPPIJ. het rapport van de Gezondheidsraad Pieter-Jan Carpentier, psychiater Reinier van Arkel groep

ADHD, MEDICATIE EN MAATSCHAPPIJ. het rapport van de Gezondheidsraad Pieter-Jan Carpentier, psychiater Reinier van Arkel groep ADHD, MEDICATIE EN MAATSCHAPPIJ het rapport van de Gezondheidsraad 2014 Pieter-Jan Carpentier, psychiater Reinier van Arkel groep 1 2 3 De samenstelling van de Commissie Voorzitter: prof. dr. I.D. de Beaufort,

Nadere informatie

Samenvatting. Maatschappelijke controverse

Samenvatting. Maatschappelijke controverse Samenvatting In samenleving en politiek en onder beroepsbeoefenaren is er veel discussie over de gestage groei van het aantal jongeren met psychische problemen, waaronder ADHD (Attention Deficit Hyperactivity

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Gezondheidsraad H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n d s Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Briefadvies Amendement bij het onderzoek naar NIPT voor prenatale

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gezondheidsraad. Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Onderwerp : Briefadvies Vergelijking advieswaarde voor zwavelwaterstof Uw kenmerk : G&VW/GW/2009/1078

Nadere informatie

Ik onderschrijf het advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek.

Ik onderschrijf het advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek. Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Briefadvies Amendement DENSE-studie Uw kenmerk : 701406-129805-PG Ons kenmerk : I-1611/JB/pm/894-O1

Nadere informatie

G e z o n d h e i d s r a a d. Aan de minister van Infrastructuur en Milieu

G e z o n d h e i d s r a a d. Aan de minister van Infrastructuur en Milieu G e z o n d h e i d s r a a d H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n d s Aan de minister van Infrastructuur en Milieu Onderwerp : Addendum bij het briefadvies Rijgeschiktheid bij stemmingsstoornissen,

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag Samenvatting Aanleiding en adviesvraag In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met de overheveling van overheidstaken in het sociale domein van het rijk naar de gemeenten. Met ingang van 2015 zullen

Nadere informatie

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud Opleiden voor Public Health Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud Public Health = alles wat we doen om de volksgezondheid te verbeteren Cellen > individuen -> maatschappij Preventie Effectiviteit

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

IPS en Begeleid Leren

IPS en Begeleid Leren IPS en Begeleid Leren Symposium IPS Arbeidsreïntegratie met de beste papieren? Amersfoort, 30 maart 2006 Lies Korevaar Programma Workshop Welkom Doelstelling workshop Inleiding Doelgroep Begeleid Leren-programma

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 december 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie Inleiding Rutger Hageraats Symposium De Bascule 26-06-2015 De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie De aanleiding Wat was er ook alweer aan de hand? Niet

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP Richtlijn / info voor ouders Uithuisplaatsing Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding Een kind opvoeden is niet makkelijk. Zo kan het zijn dat uw kind meer of andere zorg nodig

Nadere informatie

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk? Wat doet NIM Maatschappelijk Werk? Hulp, informatie en advies voor iedereen die het nodig heeft Bij NIM Maatschappelijk Werk kan iedereen die het nodig heeft (in Nijmegen en de regio) aankloppen voor gratis

Nadere informatie

Jeugdzorg in de huisartsenpraktijk

Jeugdzorg in de huisartsenpraktijk Jeugdzorg in de huisartsenpraktijk Tekst Corien Lambregtse Fotografie Hollandse Hoogte/Isabel Nabuurs 10 D e jeugdzorg gaat in 2015 volledig op de schop en komt dan helemaal onder de hoede van de gemeenten.

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting Gezondheidswinst door schonere lucht Nr. 2018/01 Gezondheidswinst door schonere lucht pagina 2 van 5 De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden en voldoet nu vrijwel overal

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u informatie gekregen over het maken van een afspraak met een medisch psycholoog van de afdeling

Nadere informatie

Positieve psychologie & Zingeving

Positieve psychologie & Zingeving Positieve psychologie & Zingeving Studiebijeenkomst KSGV Vrijdag 29 maart 2019, 13.00-17.00 uur Auditorium Catharijneconvent (Lange Nieuwstraat 38 te Utrecht) Informatie en aanmelding: www.ksgv.nl ksgv@ksgv.nl

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20SEP, 2016 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG SAMENVATTING ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG INLEIDING ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG In samenwerking met de deelnemers van het De Bouwstenen zijn opgebouwd uit thema s die Bestuurlijk Akkoord GGZ zijn

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen Tekst: Aziza Sbiti & Cha-Hsuan Liu Colofon: Deze brochure is totstandgekomen met hulp van het Inspraak Orgaan Chinezen. De inhoud

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 25 424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 258 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijn straat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

symposium Onderzoek de Jeugdhulp! Hoe wetenschap kinderen mee laat doen De uitdaging

symposium Onderzoek de Jeugdhulp! Hoe wetenschap kinderen mee laat doen De uitdaging Onderzoek de Jeugdhulp! symposium dinsdag 5 april 2016 van 13.00-17.00 uur in Theater De Nieuwe Kolk, Weierstraat 1 in Assen Hoe wetenschap kinderen mee laat doen Goede jeugdhulp is van onschatbaar belang

Nadere informatie

Niet alles verandert in de zorg

Niet alles verandert in de zorg Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie en angstklachten tijdens de zwangerschap komen regelmatig voor. Toch wordt dit onderwerp nog vaak als taboe ervaren en is niet duidelijk welke

Nadere informatie

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012 Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012 Programma Inleiding Inleefoefening zelfmanagement met nabespreking Rol patiëntenverenigingen

Nadere informatie

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1

Nadere informatie

ME/CVS Nr. 2018/07. Samenvatting

ME/CVS Nr. 2018/07. Samenvatting ME/CVS Nr. 2018/07 Samenvatting ME/CVS pagina 2 van 5 ME/CVS is een ernstige chronische ziekte, die het functioneren en de kwaliteit van leven van mensen die eraan lijden substantieel beperkt. Patiënten

Nadere informatie

Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen. Nr. 2018/08. Samenvatting

Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen. Nr. 2018/08. Samenvatting Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen Nr. 2018/08 Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen pagina 2 van 5 In Nederland ontstaan jaarlijks ongeveer 135 nieuwe

Nadere informatie

De kinder- en jeugdpsycholoog

De kinder- en jeugdpsycholoog De kinder- en jeugdpsycholoog Uw kind is doorverwezen naar de kinder- en jeugdpsycholoog bij Rijnstate. In deze folder leest u hoe de kinder- en jeugdpsycholoog werkt, voor welke klachten uw kind doorverwezen

Nadere informatie

Samenvatting. Omschrijving OGGz

Samenvatting. Omschrijving OGGz Samenvatting Naar schatting 150 000 mensen in Nederland hebben de greep op het eigen bestaan verloren, door een combinatie van psychische en andere problemen. Ze verkommeren, verloederen en veroorzaken

Nadere informatie

Verwijzen naar de GGZ. Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ?

Verwijzen naar de GGZ. Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ? Verwijzen naar de GGZ Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ? Nieuwe structuur in de geestelijke gezondheidszorg Om de kwaliteit en de kostenbeheersing in de geestelijke

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun kans op een goede terugkeer

Nadere informatie

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA Den Haag Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 008 Hierbij

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders ADHD. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Richtlijn / info voor ouders ADHD. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP Richtlijn / info voor ouders ADHD Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding Het is niet altijd makkelijk kinderen 1 op te voeden. Soms zijn ze druk, luisteren ze niet of doen

Nadere informatie

Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ

Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ Achtergronddocument Kennisinfrastructuur GGZ Kennisinfrastructuur GGZ 1 2 Achtergronddocument bij advies Hoogspecialistische GGZ 1 Ontstaan van een kennisinfrastructuur in de GGZ In 1954 verzuchtte hoogleraar

Nadere informatie

Afdeling Medische Psychologie

Afdeling Medische Psychologie Afdeling Medische Psychologie In de meeste ziekenhuizen is een afdeling medische psychologie; ook in het St. Annaziekenhuis. U bent door uw medisch specialist naar deze afdeling doorverwezen. In deze folder

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, Gezamenlijk volgen Gezondheidsraad en RIVM/CIb de internationale en nationale ontwikkelingen met betrekking

Nadere informatie

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl)

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl) Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl) Home > Over hulpverleners Verschillende soorten hulpverleners hebben verschillende opleidingen. Door dit verschil zijn ze goed in verschillende

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Scheiding en problemen van jeugdigen. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, NVMW en NIP

Richtlijn / info voor ouders. Scheiding en problemen van jeugdigen. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, NVMW en NIP Richtlijn / info voor ouders Scheiding en problemen van jeugdigen Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, NVMW en NIP Inleiding Kinderen 1 van gescheiden 2 ouders 3 hebben het vaak niet makkelijk.

Nadere informatie

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd Vastgesteld: 17 september 2018 Voorgeschiedenis In de aanloop naar de nieuwe Jeugdwet maakten VNG en LHV gezamenlijk de werkmap Samenwerking tussen

Nadere informatie

Denkt u. vast te lopen. in uw werk?

Denkt u. vast te lopen. in uw werk? Denkt u vast te lopen in uw werk? Het leven kan veel van u vragen. Soms misschien teveel. Zeker als u langdurig onder druk staat of een tegenslag te verwerken krijgt. U heeft bijvoorbeeld al lange tijd

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ Mirro:

Nadere informatie

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor

Nadere informatie

Academische toerusting voor werken binnen de Openbare Gezondheid

Academische toerusting voor werken binnen de Openbare Gezondheid Academische toerusting voor werken binnen de Openbare Gezondheid ZonMw Programma Academische Werkplaatsen Dr. Marijke Janssens Utrecht, 15 juni 2006 Doel: het structureel versterken en verankeren van vraaggestuurde

Nadere informatie

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Informatie voor huisartsen Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg GGZ Rivierduinen biedt vele vormen van geestelijke gezondheidszorg voor alle leeftijden;

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Psychiatrie- Obstetrie- Paediatrie (POP)-poli. Informatie voor patiënten over de POP-poli van Tergooi.

Patiënteninformatie. Psychiatrie- Obstetrie- Paediatrie (POP)-poli. Informatie voor patiënten over de POP-poli van Tergooi. Patiënteninformatie Psychiatrie- Obstetrie- Paediatrie (POP)-poli Informatie voor patiënten over de POP-poli van Tergooi. Inhoudsopgave Pagina Inleiding 4 Psychiatrische aandoeningen en kinderwens of

Nadere informatie

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen 3 Parnassia Groep is specialist in geestelijke gezondheid Psychische klachten, een psychische stoornis of ziekte: ze kunnen iedereen treffen en ernstig

Nadere informatie

Investeren in opvoeden en opgroeien loont!

Investeren in opvoeden en opgroeien loont! Investeren in opvoeden en opgroeien loont! Kosteneffectiviteit van de preventie van pedagogische, psychosociale en psychosomatische problematiek door de jeugdgezondheidszorg Investeren in opvoeden en opgroeien

Nadere informatie

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders?

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders? Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders? Inleiding Deze folder gaat over het verbeteren van de kwaliteit in de jeugdhulp en jeugdbescherming. De folder is speciaal voor jeugdigen en ouders. In

Nadere informatie

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Verslag bijeenkomst 21 januari 2011 Erasmus MC RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Partners Mijnpijn.nl vinden dat chronische pijn prioriteit

Nadere informatie

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Het psychosociaal kinderteam (PST) Het psychosociaal kinderteam (PST) Het bezoek van u en uw kind aan de kinderarts is aanleiding voor de kinderarts om de zorgen en vragen rondom uw kind te bespreken in het psychosociaal kinderteam. Deze

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming.

Richtlijn / info voor ouders. Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. Richtlijn / info voor ouders Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding In elk gezin is wel eens wat. Het is heel normaal

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

Gezondheidsrisico s door nachtwerk. Nr. 2017/17. Samenvatting

Gezondheidsrisico s door nachtwerk. Nr. 2017/17. Samenvatting Gezondheidsrisico s door nachtwerk Nr. 2017/17 Samenvatting Gezondheidsrisico s door nachtwerk pagina 2 van 5 Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt de hiertoe ingestelde

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ

INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ Inhoudsopgave Indigo Brabant 2 Wat is de Basis GGZ? 2 Wat kan Indigo mij bieden? 4 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ Specialistische GGZ 7 Heeft u vragen? 7 Contact

Nadere informatie

Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg

Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg Geachte huisarts, Zorggroep RCH Midden-Brabant heef het initiatief genomen om valpreventie te implementeren

Nadere informatie

Verklaring van belangen

Verklaring van belangen Verklaring van belangen Algemeen Titel(s) Voornaam Prof. dr. Frans G.M. Tussenvoegsels Achternaam Afdeling (Voor externe experts, wilt u aangeven voor welke afdeling van het CBG u werkt) Functienaam Omschrijving

Nadere informatie

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Contactgegevens Dr. Daan Westra Duboisdomein 30, 6229 GT, Maastricht Tel.nr: 043-388 17 31 Email: d.westra@maastrichtuniversity.nl https://hsr.mumc.maastrichtuniversity.nl/ Onderzoeksteam

Nadere informatie

Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland

Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Februari 2017 Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Ongezonde eet-, beweeg- en slaapgewoonten vormen een grote bedreiging

Nadere informatie

Wie behandelt in de basis ggz?

Wie behandelt in de basis ggz? BASIS GGZ 2 De meeste mensen hebben wel eens een periode dat het psychisch niet zo goed gaat. Dat is heel normaal en gaat vaak vanzelf weer over. Als dit niet het geval is en u blijft ergens mee zitten,

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie Wier Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen Patiënten & familie 2 Voor wie is Wier? Wier is er voor mensen vanaf achttien jaar (en soms jonger)

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg Wageningen 2013

Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg Wageningen 2013 Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg Wageningen 2013 Jongerenraad Wageningen Adviesnr. : 1 Datum : 29-05-2013 Colofon De Jongerenraad, een adviesorgaan van de gemeente Wageningen, is geïnstalleerd in

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

> Een chronische ziekte; uw zorg is onze zorg

> Een chronische ziekte; uw zorg is onze zorg > Een chronische ziekte; uw zorg is onze zorg Mijn huisarts is aangesloten bij een zorggroep, en nu? Inhoudsopgave Inleiding: Chronische zorg, hoe nu verder? 1. Wat kenmerkt een chronische ziekte? 2. Wat

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Ellen Otto & Daniëlle van Duin Kenniscentrum Phrenos Ontwikkeling Richtlijn Achtergrond

Nadere informatie

Jeugdhulp is geen kinderspel

Jeugdhulp is geen kinderspel Jeugdhulp is geen kinderspel Informatie voor gemeenten over de wettelijk verplichte registratie van jeugdhulpverleners Registratie jeugdhulpverleners, een sprong vooruit U heeft als gemeente de rol van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015; Het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein; gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015; besluit vast te stellen Besluit Jeugd

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel

De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel Beschikbaar, bereikbaar, betrouwbaar en in beweging Peter Dijkshoorn Bestuurder Accare bestuurslid GGZNederland Amersfoort 23 april 2015 2 transformatiedoelen

Nadere informatie

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen Nr. 2018, Den Haag 12 juni 2018 WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen pagina

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij 2 Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ 3. mirro:

Nadere informatie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ het antwoord op de Basis GGZ mentale ondersteuning direct en dichtbij Inhoudsopgave Indigo Wat is de Basis GGZ? Verwijscriteria Wat kan Indigo mij bieden? 1. POH-GGZ 2. Generalistische Basis GGZ 3. mirro:

Nadere informatie

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008 GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden Augustus 2008 Toelichting: De vragen zijn ingedeeld in drie onderdelen: -1- vergoedingen voor geneesmiddelen, -2- preferentiebeleid van zorgverzekeraars,

Nadere informatie

Resource Group Project

Resource Group Project Resource Group Project F-ACT Congres Amsterdam 17 september 2015 Wat is een resource group? Een resouce group is een groep mensen die nauw betrokken zijn bij de informele zorg Cliënten krijgen meer regie

Nadere informatie

Integratie van jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd GGZ in de wijkteams: een meerwaarde voor kind en gezin?

Integratie van jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd GGZ in de wijkteams: een meerwaarde voor kind en gezin? Integratie van jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd GGZ in de wijkteams: een meerwaarde voor kind en gezin? Paul van der Velpen, directeur Public Health & GGD Amsterdam Calixte Veerman, arts M&G, jeugdarts

Nadere informatie

KINDERGENEESKUNDE. Pedagogische begeleiding van uw kind in het ziekenhuis

KINDERGENEESKUNDE. Pedagogische begeleiding van uw kind in het ziekenhuis KINDERGENEESKUNDE Pedagogisch team Pedagogische begeleiding van uw kind in het ziekenhuis Inleiding De kinderafdeling en de kinderpoli in het Laurentius ziekenhuis beschikken over een pedagogisch team.

Nadere informatie

Kinderen uit familiehuwelijken

Kinderen uit familiehuwelijken Een gezonde baby Kinderen uit familiehuwelijken De geboorte van je baby is een van de mooiste momenten in je leven. Negen maanden lang kijk je er naar uit. Natuurlijk hoop je dat je kind gezond is. Gelukkig

Nadere informatie

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al: Niet meer overgeven Vaak is de eerste zin die de klant uitspreekt een aanwijzing voor de hulpvraag. Paula zat nog maar net toen ze zei: ik ben bang om over te geven. Voor deze angst is een mooie naam:

Nadere informatie

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Crisiskaart Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Consulent Crisiskaart Nel van kempen Diane Hek Crisiskaart Wat is een crisiskaart: Een uitvouwbaar kaartje van bankpasformaat. Samenvatting

Nadere informatie

De dingen simpel houden is vrij moeilijk. De dingen moeilijk maken is daarentegen is vrij simpel.

De dingen simpel houden is vrij moeilijk. De dingen moeilijk maken is daarentegen is vrij simpel. Cees Weeda helpt bij versterking van professionaliteit bij mensen binnen organisaties en bedrijven. Nu in de jeugdzorg, waar 20.000 mensen op HBO-functies werken bij 75 jeugdzorgorganisaties. Steviger,

Nadere informatie