Een opstootje bij het Pannenhuis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een opstootje bij het Pannenhuis"

Transcriptie

1 Een opstootje bij het Pannenhuis Kees Kops Stan Bol Op 18 juni 1720 was er bij het Pannenhuis grote opschudding ontstaan. Voerman de Heem en zijn knecht hadden hun karren, geladen met zakken haver, aangelegd bij het Pannenhuis om in de herberg wat te drinken. Na een pint bier ging de Heem lopend naar Oosterhout om wat dingen te regelen. De knecht zou achterblijven om op de paarden en karren te letten. Na enige tijd kwamen er twee commiezen van de Zwijgende Brabantse Landtol binnen. De Zwijgende Brabantse landtol was een tol op goederen die Brabant binnen kwamen d.m.v. handelsreizigers. In die tijd was de door- en uitvoer en verkoop van handelswaar aan allerlei heffingen onderworpen. Tollen vormden daarvan een belangrijk bestanddeel. Een andere heffing was het geleidegeld, dat betaald moest worden voor de bescherming door de overheid althans die de bescherming behoorde te verlenen. Kennelijk had de Heem niet de heffing betaald om zijn haver te mogen vervoeren want de commiesen kwamen binnen zeggen dat de twee karren met paarden in beslag genomen zouden worden. De knecht vroeg aan de commiezen om te wachten tot zijn baas uit Oosterhout terug was. Hij sprak af dat hij de Heem in Oosterhout zou gaan halen en dat Dingeman van Loon, eigenaar van het Pannenhuis, op de karren zou passen. De twee commiezen gingen hiermee akkoord. Nauwelijks was de knecht op pad of de commiesen, Roelant Ruyssenaars en Hendrik Pullens, wilden de paarden mee naar hun kantoor nemen. Interieur van een 17 de eeuwse herberg Dingeman van Loon rukte de paardentoom uit de hand van Ruyssenaars en zei "gij zult het om den donder niet naar het kantoor brengen of meenemen en durf je hand er nog eens naar uit te steken ". Kort hierop kwamen de Heem en zijn knecht terug bij het Pannenhuis. De Heem begon te vloeken en te tieren en zei "als ik jullie allebei op de heide zou tegenkomen dan zou ik u de nek breken ". De knecht had, nu zijn baas er was, moed verzameld en sloeg Ruyssenaars van zijn paard. Deze op zijn beurt trok zijn pistool. De Heem raapte de pruik en hoed op van Ruyssenaars en gaf hem die terug. Daarop zette Ruyssenaars het pistool op de borst van de Heem en zei "kiest gij partij voor uw knecht? " De knecht en Dingeman van Loon vluchtten het Pannenhuis in en Johanna, de oudste dochter van Dingeman van Loon, wilde Ruyssenaars met zijn pistool tegenhouden waarop Ruyssenaars zei "jij heks ga aan de kant of ik schiet u overhoop". In het Pannenhuis kon Dingeman van Loon het pistool uit de hand van Ruyssenaars wringen. De commiezen dropen af en Dingeman van Loon behield het pistool en schoot het leeg in de richting van de Bredaseweg. 1 Dingeman van Loon was gezworene van Ter Aalst. Dit hield in dat als het dorpsbestuur belangrijke beslissingen nam er eerst met de gezworenen van de diverse wijken in Oosterhout hierover werd overlegd. 2 Het vermoeden bestaat dat Dingeman van Loon zijn positie heeft gebruikt om de bovenstaande gebeurtenis in de doofpot te stoppen omdat er over het verdere verloop niets meer in de archieven te vinden is.

2 De Herberg het Pannenhuis In het Pannenhuis bevond zich dus een herberg. Op heel veel kaarten vanaf 1624 werd de herberg vernoemd en kennelijk was dit een soort baken voor veel reizigers. Herbergen bestaan al sinds mensenheugenis. Uit de bijbel kennen we het verhaal van Maria en Jozef die onderdak probeerden te vinden in een herberg. Herbergen in onze streken zullen door de Romeinen zijn geïntroduceerd. De vele troepen die door West-Europa reisden hadden onderdak nodig. Na de troepen kwamen de handelaren en de militaire boodschappers. Ook zij zochten onderdak, proviand en verse paarden. Het woord herberg is samengesteld uit de woorden heir en berg. Een heir is een leger en een berg is een bergplaats. De waard zal populair geweest zijn onder liefhebbers van bier en wijn. Voor anderen was de herbergier een verzekering voor een veilige slaapplaats, proviand en verse paarden. Voor velen was de waard een bron van informatie. In zijn herberg kwam het nieuws van alle reizigers bij elkaar. Tel daarbij dat in de herberg de tongen wat losser werden door de alcohol, dan heb je in de herbergier de huidige televisie, radio, internet en krant verenigd. Zo werd de herberg het Pannenhuis ook gebruikt als plaats waar openbare verkopingen gehouden werden. Adriaen de Bosson kocht van de armmeesters van Oosterhout op 6 november 1723 een vervallen huisje op Ter Aalst op de conditie dat het huisje na aankoop binnen 24 uur zou zijn afgebroken. 3 Natuurlijk werd er op het Pannenhuis ook kermis gevierd. Op 12 augustus 1805 vroeg de toenmalige eigenaar, Gijbert Beljaars, toestemming aan schout en schepenen om met de kermis een speelman te laten optreden in zijn herberg en hij wilde een soort kermis oprichten. Hiervoor kreeg hij toestemming. Kennelijk hadden de eigenaren van de herberg het Pannenhuis hun zaak goed onder controle. Waar er bij de andere herbergen in de archieven nogal wat te vinden is over ruzie en messentrekkerij is er bij het Pannenhuis hiervan slechts twee maal sprake in 130 jaar. Op 28 juni 1705 werd er een verklaring afgelegd door Anthonis Aartssen van Riethoven voor de schepenen van Oosterhout. Hij had bij de herberg het Pannenhuis een pintje gedronken in het bijzijn van Cornelis Grootens molenaar in Princenhage. Toen hij weg wilde gaan trapte Grootens Anthonis op zijn voeten. Deze viel op de grond en beet daarop Grootens in zijn been. Grootens pakte een pint bier en sloeg daarmee een gat in het hoofd van Anthonis. 4 In 1841 was het in ieder geval nog een tapperij er werd toen een lijstje opgesteld met huizen die onder een eigennaam gelegen waren in Oosterhout. Het Pannenhuis werd hierin genoemd als tapperij. 5 Tot nu toe is dit de laatste aanwijzing dat het Pannenhuis een tapperij was. Het brouwerijtje van het Pannenhuis Ieder dorp had in de middeleeuwen een of meer brouwerijen. Er werd dan ook meer bier dan water gedronken omdat er simpelweg nog geen kraanwater was. Het bier toen was heel anders dan nu het had minder alcohol en was dikker. Het middeleeuwse bier was wat wij nu bronwater zouden noemen en zelfs kinderen dronken het. Het gebruik van zuiver water gevolgd door het brouwproces zorgde er voor dat men er zeker van kon zijn dat men niet ziek van het bier zou worden. Het water was gekookt en door de gevormde alcohol was bier veel langer houdbaar. Daarbij komt dat het gezond was en een bron van vitamine B en aminozuren. Om de houdbaarheid van bier te verlengen gebruikte men voor 1400 een kruidenmengsel gruit genaamd. Het hoofdbestanddeel was de gagelplant. Na 1400 ging men hop gebruiken. Het toeval wil dat tijdens het archeologisch onderzoek een hopplant bij het Pannenhuis prachtig in bloei stond. Rond Breda lagen in de middeleeuwen uitgestrekte gagelvelden. De smaak van bier word bepaald door de gisting. Gistcellen zetten de suikers om in alcohol. Deze gisting gebeurde aanvankelijk spontaan zodat het onmogelijk was de smaak vooraf te bepalen. De brouwers konden alleen maar hopen dat het eindproduct in de smaak zou vallen.

3 Hopplant bij het Pannenhuis Louis Pasteur ondekte rond 1880 dat er verschillende soorten gistcellen voorkwamen en dat niet alle gisten even goed waren. Men ging dus op zoek naar de meest geschikte gistfamilies voor het brouwproces. Men kon na 1880 bier brouwen met steeds dezelfde kwaliteit. Voor 1800 kende men in Oosterhout twee soorten brouwers: de koopbrouwer en de huisbrouwer. De koopbrouwer mocht zijn bier buiten de deur verkopen en een huisbrouwer niet. In 1687 werd er een ordonnantie uitgevaardigd dat degenen die particulier- of huisbrouwer was en bier brouwde dat deze dan werden aangeslagen voor een volle brouwketel, ook al werd er maar een halve ketel gebrouwen, en binnen twee weken nadat het bier op vaten gelagerd was moest men de accijns hiervoor bij de pachter van de impost (accijns) van het bier gaan betalen. 6 In de middeleeuwen werd de inning van de verschillende soorten belastingen verpacht aan particulieren. Het was dus voor de huisbrouwer voordeliger om een volle brouwketel bier te brouwen. De eigenaren van het Pannenhuis waren huisbrouwer en mochten dat dus alleen in de herberg verkopen. In 1717 was de eigenaar van het Pannenhuis de enige huisbrouwer met herberg in Oosterhout. Regelmatig werden de brouwerijen gecontroleerd op de grootte van de brouwketel en de gistkuipen. Dit gebeurde door gezworen roeidragers uit Breda. De brouwketel en de kuipen werden gecontroleerd op hun grootte d.m.v. een peilstok om ontduiking van accijns te voorkomen. Bierbrouwers aan het werk Zo ook was er een controle bij het brouwerijtje van het Pannenhuis in Het bleek volgens opgave dat de brouwketel 600 liter en de gistkuipen 1200 liter groot waren. 7 In 1703 had er ook een controle plaats gevonden en het bleek dat de brouwketel toen 5 ton of 750 liter groot was. 8 Tussen 1703 en 1717 moet er een nieuwe brouwketel geplaatst zijn. In een opgave van brouwerijen in 1656 is een brouwketel van 600 liter een kleine brouwerij. De brouwerij van het Pannenhuis was dus niet groot.

4 Stond er in het Pannenhuis altijd een brouwerij? In 1594 werd Anthonis Willem Anssems, eigenaar van het Pannenhuis, gedagvaard in een civiele zaak omdat hij een bedrag van 32 gulden voor geleverde bieren niet betaald had. 9 Het is mogelijk dat er toen geen brouwerij aanwezig was want je koopt geen bier bij een andere brouwer als je zelf over een brouwerij beschikt. Ook het feit dat Breda, die de controle over de brouwerijen in Oosterhout had, in 1658 niet goed op de hoogte was of er in het Pannenhuis altijd al een brouwerij aanwezig geweest was, zie de vernieling van het brouwerijtje op Ter Aalst, doet vermoeden dat het Pannenhuis in 1658 nog niet heel lang over een brouwerij beschikte. In 1594 was 32 gulden een groot bedrag het moet dan ook wel om een grote hoeveelheid bier zijn gegaan die Anthonis Willem Anssems had gekocht. In 1576 moest er voor de soldaten op het huis van Oosterhout (kasteel Strijen) een ton bier gebracht worden die toen 3 gulden en 5 stuivers kostte. 10 Om enigszins de hoeveelheid bier die de 32 gulden vertegenwoordigden aan te kunnen tonen moeten we even aannemen dat een ton bier in 1594 ongeveer 4 gulden kostte dan ging het dus om 8 vaten bier. In een Bredase bierton zaten 100 Bredase potten bier en totaal zou het dan om 800 potten bier gaan. In een pot ging 1,6 liter. Het was dus een behoorlijke hoeveelheid bier. Waarschijnlijk heeft Geerit Marten Goverts, eigenaar van het Pannenhuis in 1633, een brouwerij ingericht in het Pannenhuis. Geerit Marten Goverts kwam uit een gegoede familie en had de mogelijkheden daar voor. Op 30 augustus 1714 moesten de tappers en brouwers uit Oosterhout een eed afleggen dat men geen fraude zou plegen. Dingeman van Loon verklaarde in die akte dat hij stopt met het brouwen van bier maar legt wel de eed op het gedistilleerde water (jenever) af. 11 De brouwerij bleef intact en moest daarom regelmatig door roeidragers gecontroleerd worden. Het zelf brouwen was kennelijk niet meer rendabel. In 1749 bedeelt Dingeman van Loon Hendrina, zijn dochter, met de helft van al zijn goederen. Het Pannenhuis werd omschreven als een huis met schuur en brouwerij. 12 Na 1749 is er in het archief niets meer te vinden wat verband houd met de brouwerij. Vermoedelijk is deze in 1801 afgebrand en nooit meer herbouwd. De vernieling van het brouwerijtje op Ter Aalst Tussen 6 en 7 uur in de vroege morgen van 17 mei 1658 werd er hard op de deur van het Pannenhuis gebonsd. Cornelis Janssen Bus, eigenaar, opende de deur en zag een groep van 15 mannen staan onder leiding van Johan Rijens substituut drossaard van Breda. Onder hen waren roeidragers, smeden en timmerlieden. Sommigen gewapend met degens en stokken. Johan Rijens zei dat hij door de magistraat van Breda gemachtigd was om de brouwerij af te breken. De groep mannen ging het achterhuis in om de brouwerij te vernielen. Cornelis Bus wilde van Johan Rijens een borgstelling hebben voor de schade die hij hierdoor leed. Rijens antwoordde hierop dat hij die niet kreeg en dat de andere brouwerijen in Oosterhout ook nog wel aan de beurt zouden komen liever vandaag nog dan morgen. 13 Tussen Breda en Oosterhout was er nogal eens onenigheid over de brouwnering. In een beschouwing door F. Cerutti over de ontwikkeling van het brouwerijwezen in Breda word gesteld dat de opbrengst van de bier-accijns in 1492 ongeveer 52% van de totale inkomsten van de stad Breda bedroeg. Het was dus een belangrijke bron van inkomsten. In de 13 de eeuw al had Breda het voorrecht gekregen dat "in het land van Breda nergens dan in de stad bier mocht worden gebrouwen". In de 16 de eeuw ontstonden er echter ook op het platteland bierbrouwerijen. In 1621 had Breda tegenover de prins van Oranje geklaagd dat de brouwerijen in de dorpen van de Baronie van Breda zich zeer vermenigvuldigden en dat daardoor Breda beroofd werd van haar belangrijkste inkomsten en dat Breda uiteindelijk tot verderf en ondergang zou geraken. Het zou alleen een privilege van Breda zijn om bier te mogen brouwen. Op 6 februari 1640 vaardigde de Raad van Brabant een ordonnantie uit dat de koopbrouwers in de dorpen van de baronie van Breda, dus ook Oosterhout, hun bier niet mochten exporteren en dat er geen nieuwe brouwerijen mochten worden gebouwd of vergroot. Binnen 3 weken moesten de dorpen een lijst met brouwerijen overhandigen. 14 Kennelijk heeft Oosterhout die verplichting kunnen ophouden want in het geval van Cornelis Bus was er sprake van een lijst met brouwers uit Op 24 augustus 1658 verschenen er voor de Raad van Brabant enkele gedeputeerden van de stad Breda en Coenen de schout van Oosterhout om over de vernieling van de brouwerij te praten.

5 De ligging van de herberg aan het Ruiterspoor in 1637 Men was al enkele keren bij elkaar gekomen en er waren wat voorstellen gedaan om nader tot elkaar te komen i.v.m. de vernieling van de brouwerij van Cornelis Bus. Er werd nu afgesproken dat de brouwerij voorlopig in het Pannenhuis mocht blijven staan mits dat Oosterhout zou kunnen bewijzen dat deze brouwerij al in 1644 bestond en dat hij niet was vergroot maar alleen vernieuwd en gerepareerd of verplaatst. Binnen twee maanden moest men met de bewijzen komen. 15 Om deze redenen werden Dielis Hendricx van Pelt en Adam Hendricx van der Cauwen, beiden koperslagers, uitgenodigd om bij schout en schepenen van Oosterhout een verklaring af te komen leggen. Hun getuigenis was dat de brouwketel, kuipen, koelbakken en andere benodigdheden altijd tot de brouwerij hadden behoord. Cornelis Bus had een oude brouwketel gekocht van Cornelis Goris Buysen en daarmee hadden de koperslagers de bestaande ketel gerepareerd. 16 Kennelijk werden de problemen tussen Breda en Oosterhout opgelost want in 1717 stond het brouwerijtje nog in het Pannenhuis. De teloorgang van de herberg Op 1 juni 1800 werden de inwoners van Oosterhout opgeschrikt door het gelui van de brandklok van de st. Jan. Op het Pannenhuis was brand uitgebroken en de brandspuit uit Oosterhout zal niet op tijd op Ter Aalst geweest zijn om de brand te blussen en vermoedelijk brandde het Pannenhuis grotendeels uit. 17 Pieter van der Poel, gehuwd met Johanna van Alphen, kocht op 26 juni 1801 het Pannenhuis van zijn schoonvader Nicolaas van Alphen. 18 In de verkoopakte werd het omschreven als een afgebrande stede met hof en boomgaard. De koopprijs was 775 gulden en het geheel was 3 lopenzaad groot wat overeenkomt met ongeveer een halve hectare. Voor drie lopenzaad was dit een behoorlijk hoge prijs want vergelijkingen met elders verkochte percelen in die tijd van deze grootte kwamen uit op ongeveer 300 gulden. Het zou mogelijk kunnen zijn dat niet alles was afgebrand en er nog bruikbare delen overeind stonden. In een verpondingboek, dit is een boek waarin de huizen en percelen opgetekend staan om zo hierover belasting te kunnen innen, dat loopt over de periode werd de woning het Pannenhuis jaarlijks getaxeerd op 3 gulden als een soort onroerendgoed-belasting. 19 In het boek dat de periode bestrijkt, dus na de brand, werd het Pannenhuis getaxeerd op 1 gulden en tien stuivers. 20 Nadat het Pannenhuis opnieuw was opgebouwd werd het voor een veel lagere prijs getaxeerd. Mogelijke oorzaak dat het voor de brand hoger getaxeerd werd, zou kunnen zijn dat het huis voor de brand groter was en er zich nog een brouwerij in bevond. In het archief van Tilburg is een inventarisatielijst bewaard gebleven met de namen van de tappers in Oosterhout. In deze lijst zijn staten opgenomen van 1799 tot 1806 over het betaalde gruitgeld door de tappers. Het gruitgeld was een belasting over het aantal verkochte vaten bier. In 1799 en 1800 moest de toenmalige eigenaar van het Pannenhuis 30 gulden gruitgeld per jaar betalen. 21 In 1801 toen het afgebrande Pannenhuis verkocht werd was het gruitgeld per jaar nog maar 6 gulden..

6 Hierna werd het Pannenhuis weer herbouwd. Het gruitgeld wat in 1802 en 1803 moest worden betaald bedroeg 8 gulden per jaar. De andere tappers in Oosterhout blijven van 1799 tot 1806 steeds ongeveer hetzelfde aan gruitgeld betalen. De conclusie moet dan ook zijn dat het niet goed ging met de herberg. De terugval van de hoogte van het gruitgeld in 1802 van 30 naar 8 gulden was wel erg groot. Of de loop was eruit of de nieuwe eigenaar Pieter van der Poel was niet de geschikte figuur. Dat het financieel niet goed ging bleek wel uit de aanmaning die hij juni 1804 kreeg om 25 gulden achterstallige belasting te betalen. 22 Het voorgaande kan er op duiden dat de herberg een belangrijke bron van inkomsten was geweest die grotendeels weg viel door minder klandizie. Van de ongeveer 80 tappers in Oosterhout stond het Pannenhuis voor 1801 op de achtste plaats in de ranglijst van de bieromzet. Komt daar nog bij dat van der Poel het Pannenhuis opnieuw heeft moeten opbouwen en daarbij mogelijk in financiële problemen was gekomen. Een uitsnede van de kadasterkaart uit De woning met bijgebouwen zijn waarschijnlijk door Pieter van der Poel gebouwd. Pieter van der Poel, eigenaar van het Pannenhuis, en Gijsbert Beljaars besluiten in 1804 om elkaars huis te kopen. Beljaars had een herberg ten zuiden van de kruising van het Ruiterspoor en met de Houtse Heuvel. De koopprijs voor deze herberg was 500 gulden. 23 Dit was geen grote herberg want het gruitgeld dat Beljaars per jaar moest betalen bedroeg 7 gulden. Op 6 oktober 1804 werden de akten voor beide verkopen opgemaakt. Om aan voldoende geld te komen verkocht Beljaars op 3 september 1804 enkele percelen grond aan Anthony Janssen voor een bedrag van 800 gulden. 24 Beljaars kocht van van der Poel het Pannenhuis voor 2250 gulden. 25 Het totale bedrag heeft Beljaars niet aan van der Poel kunnen betalen want van der Poel verkoopt op 1 maart 1805 een schuldbrief, ten laste van Beljaars, aan Adriaan de Bruyn t.w.v. 625 gulden. 26 Van het bedrag dat Beljaars aan van der Poel voor het Pannenhuis moest betalen zou je kunnen afleiden dat de nieuwbouw van het Pannenhuis ongeveer 1500 gulden heeft gekost want van der Poel had het van zijn schoonvader gekocht voor 775 gulden en verkoopt het voor 2250 gulden. Pieter van der Poel verkoopt zijn herberg aan de Houtse Heuvel op 14 februari 1806 aan Gerit de Jong en vertrekt naar Geertruidenberg. 27 Het Pannenhuis aan de Bergsebaan Voor de aanleg van het Markkanaal heette de weg waar het Pannenhuis aan lag het Ruiterspoor, de verbinding tussen Geertruidenberg en Breda, rond 1980 werd dit veranderd in Bergsebaan. In vroeger tijden was het niet altijd even pluis op Ter Aalst vooral in de winter als het vroeg donker werd. Je moet je voorstellen dat het dan aardedonker was lantaarnpalen bestonden toen nog niet en alleen het geluid van de wind of een aanslaande hond was er te horen. De luiken van de huizen zullen zorgvuldig gesloten geweest zijn. Allerlei gespuis passeerde het Pannenhuis. In 1719 maakte een groep van 25 mannen en vrouwen, in groepjes van een wisselende samenstelling West Brabant onveilig door vernieling en inbraak. Ook

7 Oosterhout werd niet ontzien. Het geboefte had bijnamen als, Swart Kyntie, Klijn Fransie, den Calot en den Broodkul. 28 Het dorpsbestuur van Oosterhout besloot om in de winter voor de diverse gehuchten een burgerwacht in te stellen. De groep bestond uit 6 mannen ieder met een snaphaan en kruit. Mocht deze groep aangevallen worden door dieven, bedelaars, of ander gespuis dan mocht men schieten. De dienst begon om 22 uur en duurde tot 3 uur in de nacht. Het was verplicht om aan de burgerwacht deel te nemen. Mocht men niet op tijd verschijnen of dronken zijn dan kreeg men een boete van 3 gulden. 29 In 1780 werd er op het Pannenhuis een burgerwacht gestationeerd omdat er in de buurt van Ter Aalst onguur gespuis was gezien. De naam Pannenhuis is vermoedelijk afgeleid van een panvormige depressie ten noordwesten van de kern van Ter Aalst waar nu het golfterrein ligt. Rond 1500 werden enkele percelen in een chijnsboek aangeduid als liggende bij die Panne. Met de panne moet dan deze panvormige depressie bedoeld zijn. Het Pannenhuis zal aanvankelijk benoemd zijn als het huis bij de panne en dat zou later veranderd zijn in het Pannenhuis. De oudst bekende duidelijke foto van het Pannenhuis Foto: Bernard van Oerle Den Hout In het boek de belegering van Breda van J.P.M. Rooze en C.W.A.M. Eimermann word verhaald dat de naam Pannenhuis verband zou houden vanwege het feit dat men hier bier brouwde in een pan. De opmerking in dit boek is niet waarschijnlijk. Hoe oud de naam Ruiterspoor is, is niet bekend. In het verpondingboek van 1580 waarin de ligging van percelen en huizen op Ter Aalst werd omschreven komt de naam Ruiterspoor geen enkele keer voor. Op 22 augustus 1444 word er in een akte op Ter Aalst gesproken van den voetpat die men gaet tuschen Breda en Berghe (Geertruidenberg) 30 of hiermee het Ruiterspoor word bedoeld is onduidelijk. In combinatie met het Pannenhuis werd het Ruiterspoor voor de eerste keer in 1745 vernoemd. In die tijd was het Ruiterspoor een zandweg die over heide- en stijfzandgebieden liep. In 1812 was het Ruiterspoor aan weerszijde gedeeltelijk met bomen beplant en de breedte was in 1817 zes meter wat door het gemeentebestuur niet als een gewenste breedte werd beschouwd. Vooral in de herfst en winter zal het een onbegaanbare weg geweest zijn. In 1919 was dat nog steeds zo en daarom werden er plannen gemaakt om de weg te verharden. Het was de bedoeling om vanaf Den Hout tot aan Teteringen de verharding aan te brengen. De lengte aan de Oosterhoutse kant was 2800 m. De weg werd toen omschreven als een weg met hoogten en dalen en het was de bedoeling dat de dalen gevuld werden met de hoogten. De gemeenten Oosterhout en Teteringen waren van plan om bij de Provinciale staten subsidie aan te vragen. De motivatie om de weg te verharden was: De weg het Ruiterspoor was door het drukke verkeer i.v.m. een nieuwe loswal aan het Markkannaal (bij het Pannekoeckershuys) slecht berijdbaar. De weg zou 3 m. breed worden en de kosten voor Oosterhout zouden uitkomen op gulden van dit bedrag zou men 60% subsidie van de Provincie krijgen. Ondertussen was het 1923 en de gemeente Oosterhout besloot nog maar eens een brief naar de Provincie te schrijven. Hier volgt een gedeelte uit die brief. Het allesoverheersende punt is nu de belangen van de landbouw en waar nog zo vele gronden in cultuur konden worden gebracht mits die gemakkelijk te bereiken waren, maar in tijden van nood gebleken is dat de

8 productie van eigen bodem niet te hoog kan worden opgevoerd waar de economische toestand (recessie interbellum) den werkman weer terugroept van de industrie der steden naar de welvaart van het land daar menen adressanten dat geen vergeefs beroep zal zijn gedaan op het Provinciaal bestuur om subsidie voor de aanleg van de weg te verlenen. Uiteindelijk werden de wegwerkzaamheden aanbesteed in De weg zou ter breedte van 3 m. tussen twee rijen kantkeien bestraat worden met eerste soort bazaltlavakeien. Detail uit de werktekening voor de aanleg van de weg met in het midden, aan de bovenzijde, het Pannenhuis Het onderhoud van de weg zou vanaf de eerste opleverdag voor een jaar op kosten van de aannemer zijn. 31 Uiteindelijk 6 jaar na de plannen voor de verharding van de weg Teteringen-Den Hout werd de weg in 1925 aangelegd. Middelen van bestaan van de Pannenhuisbewoners De herberg Zoals we al gezien hebben was de herberg een bron van inkomsten voor de bewoners. Zeker tijdens de 80- jarige oorlog zal de opbrengst wisselend geweest zijn en vaak ook zal de herberg gesloten zijn geweest omdat het te onveilig was door de rondzwervende en plunderende soldaten. Huisjesmelkers op het Pannenhuis? Vooral in de 18 de eeuw moeten er op het Pannenhuis mensen met handelsgeest hebben gewoond. Men bezat buiten het Pannenhuis twee huizen op Ter Aalst. Dingeman van Loon, eigenaar van het Pannenhuis, kocht 22 februari 1741 van de erfgenamen van Catharina Jan Speelmans een huis met een oppervlakte van 2 lopenzaat bedeelt met Peter Jacobs van Trier. 32 Dit hield in dat ieder voor de helft eigenaar van het huis was. Acht lopenzaat was 1,29 ha. Dus een lopenzaat was 0,16 ha. Het Ruiterspoor lag ten oosten van dit huis en was vermoedelijk aan de overkant van het Pannenhuis gelegen. Links het Pannenhuis en aan de westzijde het daar tegenover gelegen huis Foto: Bernard van Oerle Den Hout

9 Hendrina van Loon, dochter van Dingeman, kocht 19 juni 1781 een huis van Jan Coolen. De oppervlakte van dit perceel was 28,5 roede. Het huis kostte 122 gulden. In vergelijking met de prijs van andere huizen in die periode moet het een klein huisje geweest zijn. 33. Deze huizen werden verhuurd en leverden zo geld op. Landbouw Of er op het Pannenhuis aan landbouw is gedaan kunnen we misschien achterhalen door na te gaan hoeveel en wat voor percelen door de jaren in het bezit waren van de Pannenhuisbewoners. De verpondingboeken, zover deze volledig zijn, kunnen ons hierbij helpen want hierin staan de huizen en percelen, soms met hun grootte, in opgetekend. Ook de vestboeken waarin de verkopen van onroerende goederen in opgetekend werden, kunnen behulpzaam zijn. Anthonis Willem Anssems, eigenaar van het Pannenhuis, had volgens het buyndertaelboek (grondbelastingboek) in 1580 buiten zijn erf waar het Pannenhuis op stond 35 lopenzaat land. 34. Dit komt overeen met ongeveer 5 ha. Mogelijk werden er nog percelen gehuurd. Je kunt stellen dat er in die tijd aan landbouw werd gedaan. In het verpondingboek aangelegd in 1600 heeft Anthonis nog maar 2 percelen van de zes over. 35 Twee percelen had hij aan zijn zoon, Michiel Anthonis Willem Anssems, geschonken bij zijn huwelijk. Anthonis had dus flink ingeteerd op zijn grondbezit. In het schepengelofteboek, hierin werden verklaringen opgetekend dat men beloofde om bijv. geleend geld terug te betalen, komt de naam van Anthonis nogal eens voor i.v.m. geleend geld dat niet tijdig terugbetaald werd of het niet betalen van zijn personeel. In 1606 zat Anthonis gegijzeld in s'hertogenbosch omdat hij een schuld niet betaald had. Zijn vrouw, Elisabeth Michiel van Eynts, moest een bunder of 1,29 ha. zaailand, geheten het Spuytveld en gelegen op Ter Aalst, verkopen aan Jan Adriaen Gooswijns. Met dit geld werd Anthonis vrij gekocht. 36 Mogelijk leefde Anthonis op een te grote voet maar het is ook mogelijk dat de ellende van de 80-jarige oorlog de oorzaak van de terugval was. De belastingen die aan de beide strijdende partijen betaald moesten worden waren torenhoog en regelmatig moesten er grote bedragen betaald worden aan soldaten die Oosterhout in brand dreigden te steken. De meest gegoede burgers vertrokken naar elders en steeds hogere bedragen moesten door minder draag- krachtigen worden opgebracht. In 1610 bezat het Pannenhuis 16 lopenzaat of 2,5 ha. land en er was dus nog maar de helft over in vergelijking met In 1626 woonden op het Pannenhuis de weeskinderen Huybrecht en Cornelis, zonen van Cornelis Michielssen Anssems. Deze kinderen en Geerit Marten Goverts, halfbroer, bezaten door vererving ieder de helft van het Pannenhuis. Geerit koopt in 1633 de helft van de weeskinderen en bezat nu dus het hele Pannenhuis. 38 In februari 1627 koopt Geerit Marten Goverts een perceel gelegen achter het Pannenhuis groot 1 bunder of 1,29 ha. In het verpondingboek opgemaakt in 1629 staan verder nog op naam van Geerit Marten Goverts: 39 Twee percelen van 6 een van 5 en een van 3 lopenzaad, inclusief de aangekochte bunder had hij dus 28 lopenzaad of 3,5 bunder in bezit. Tussen 1633 en 1648 koopt Geerit in totaal nog eens 24 lopenzaad zaailand en 12 lopenzaad hooiland. 40 Als Geerit geen land verkocht heeft had hij in 1648 een totaal van ongeveer 10 ha. land. Kort na 1648 moet Geerit overleden zijn en zijn vrouw Neeltje huwde met Cornelis Janssen Bus. Cornelis kocht tussen 1654 en 1670 in totaal 12 lopenzaad zaailand. 41 Nadat Judick van der Panne gehuwd met Boudewijn Adriaen van der Biestraeten in 1683 het Pannenhuis in bezit kreeg werden de percelen land verdeeld onder de kinderen van der Panne en Bus. Boudewijn kocht in 1697 zeven lopenzaad zaailand op ter Aalst. 42 Zijn schoonzoon,dingeman Janssen van Loon, eigenaar van het Pannenhuis in 1703 koopt in dat jaar 30 lopenzaad zaai- en weiland. 43 Voor het eerst komt er in de akten de koop van een weiland voor. Dingeman van Loon was dan ook veehouder. Hendrina van Loon erfde van haar vader, Dingeman van Loon, op 27 februari 1749 de helft van al zijn bezittingen mits zij hem tot aan zijn dood zou verzorgen. De andere helft van de bezittingen heeft Hendrina door aankoop van haar broers en zussen kunnen verwerven. Hendrina, weduwe van Anthony Olieslagers, bezat percelen land op Ter Aalst, Houtse akkers, de Heijkant en Steelhoven. 44. De totale oppervlakte van de percelen was ongeveer 8,5 ha. Van deze oppervlakte werd 5 ha. omschreven als zaailand. Catharina Olieslagers, gehuwd met Nicolaas van Alphen, erft al deze percelen van haar moeder Hendrina. In 1800 is de totale oppervlakte nog steeds ongeveer 8,5 ha.

10 Pieter van der Poel, gehuwd met Johanna van Alphen, koopt in 1801 de afgebrande stede, het Pannenhuis, met 3 lopenzaat van zijn schoonvader Nicolaas van Alphen. Pieter had verder geen landerijen meer in zijn bezit. Nicolaas van Alphen verkocht regelmatig landerijen om in zijn onderhoud te kunnen voorzien en zo ging het Pannenhuis-bezit verloren. In 1817 werd er een lijst opgesteld van het aantal paarden en trekossen in de gemeente Oosterhout. Het bleek dat Gijsbert Beljaars, dan eigenaar van het Pannenhuis, geen paard of trekos had. In 1804 had hij maar 3 lopenzaad land dus hij zal niet aan landbouw hebben gedaan. In een opgaaf van afzonderlijke gebouwen met een eigennaam in 1841 word het Pannenhuis omschreven als een tapperij. In diezelfde lijst werd de Heyhoef, aan de Vijf Eikenweg, vernoemd als een tapperij en een bouwhoef. 45 Hieruit zou je kunnen concluderen dat het Pannenhuis in die tijd geen boerderij was. De kleinzoon van Beljaars Gijsbert van Spaandonk boerde in 1918 op het Pannenhuis en het bleek dat hij 25 ha. grond in zijn bezit had. Van de 455 geregistreerde boeren stond hij op de 11 de plaats in de ranglijst van het aantal ha. er waren enkele boeren met uitschieters van 40 of 50 ha.. 46 Op het Pannenhuis werd dus op grote schaal aan landbouw en veeteelt gedaan. Gijsbert van Spaandonk herbouwde voor 1886 in ieder geval de stal. Tussen 1886 en 1927 werden de gesloopte, nieuwe en herbouwde huizen, schuren en stallen in een soort schrift zeg maar de voorloper van de bouwvergunningen bijgehouden. In deze schriften komt Gijsbert van Spaandonk niet voor i.v.m. de nieuw- verbouw van zijn stal/woonhuis. Op een kaart uit 1850 ziet het Pannenhuis er anders uit dan op de werktekening die gemaakt werd i.v.m. de verharding van het Ruiterspoor in Het Pannenhuis moet dus tussen 1850 en 1886 zijn verbouwd tot een volwaardige boerderij mogelijk dat de herberg na deze verbouwing verdween. Samengevat: Op het Pannenhuis werd er altijd al landbouw bedreven en rond 1700 lag de nadruk meer op het houden van vee. Tussen 1750 en 1800 verdween de veehouderij grotendeels en men ging mogelijk in plaats hiervan schapen houden en nam de landbouw weer een prominente plaats in. Vanaf 1800 tot ongeveer 1860 werd er noch landbouw noch veeteelt bedreven tot Gijsbert van Spaandonk er een volwaardige boerderij van maakte en dit zou zo blijven tot aan het einde van de 20e eeuw Rundveehouderij Anthonis Willem Anssems, eigenaar van het Pannenhuis, stond te boek als een wanbetaler. Zo werd hij er in 1592 op aangesproken dat hij nog 19 gulden en 10 stuivers moest betalen voor 6,5 voeder hooi. Een voeder was een volle kar, het is echter niet duidelijk wat de inhoud van zo'n kar was. 47 Er bestond in die tijd een hoogkar, die meer kon vervoeren, en een aardkar Het moet wel een aanzienlijke hoeveelheid hooi geweest zijn. Het hooi zou hebben kunnen dienen voor de paarden van de reizigers of voor zijn eigen vee. Zoals we hierna kunnen lezen stonden er op het Pannenhuis in 1610 maar drie koeien. Het zou kunnen zijn dat er in 1592 meer koeien aanwezig waren gezien de hoeveelheid hooi. In 1610 werd er een lijst opgesteld van het horen- en gemetgeld. Dit hield in dat het aantal koeien en de oppervlakte van ingezaaide percelen werd vermeld met de naam van de eigenaar. Michiel Anthonis Willem Anssems, inwonende gehuwde zoon op het Pannenhuis, had 3 koeien zijn vader werd niet vernoemd. 48 Tussen 1610 en 1716 ontbreken gegevens betreffende het houden van rundvee. Boudewijn van der Biestraten die gehuwd was met Judick van der Panne en sinds 1683 eigenaar van het Pannenhuis, was een zoon van Adriaan van der Biestraten. Adriaan was veehandelaar want hij vroeg regelmatig toestemming aan de schepenen van Oosterhout om koeien te mogen vervoeren naar Rotterdam en Lier. Waarschijnlijk was Boudewijn van der Biestraten ook veehouder. Rond 1716 heerste er in Oosterhout een besmettelijke veeziekte. In 1719 waren hieraan 2000 koeien gestorven bij ongeveer 350 gezinnen. Op Ter Aalst waren dat 69 koeien afkomstig van 16 van de 21 gezinnen die er woonden. 49 De eigenaar van het Pannenhuis werd niet vernoemd in de lijst met dode koeien en dat is op zijn minst opmerkelijk. In de herberg van het Pannenhuis kwamen mensen bijeen en het was een plaats waar de besmetting doorgegeven zou kunnen worden o.a. aan de runderen van het Pannenhuis. En dat Dingeman van Loon, eigenaar van het Pannenhuis, nogal wat koeien had zal uit het volgende blijken.

11 Een begraven kalf op het terrein van het Pannenhuis. Ten tijde van de besmettelijke ziekte moesten de veehouders aan de schepenen van Oosterhout toestemming vragen om hun koeien te mogen verplaatsen vanuit de stal naar een weiland buiten de gemeente. Die vergunning werd alleen afgegeven als de eigenaar van de koeien verklaarde dat deze niet ziek waren en uit een gezonde stal kwamen. De besmette runderen die nog in de wei stonden moesten of wel gescheiden worden van het gezonde vee of tussen 11 en 12 uur in de avond naar de stal gebracht worden. Op overtreding van deze regel stond een boete van 100 gulden een voor die tijd heel groot bedrag en het laat zien dat het dorpsbestuur er veel aan gelegen lag om de besmettelijke ziekte de kop in te drukken. In 1716 vroeg Dingeman toestemming om zijn 25 koeien te mogen verplaatsen naar een weiland onder Terheyden. 50 In 1717 vraagt hij toestemming om 16 kalveren te mogen verplaatsen vanuit zijn stal naar een weiland onder de grote schans van Terheyden (de Spinolaschans). 51 Er stond dus aardig wat vee in de stal van het Pannenhuis. Na 1768 werden er in de gemaallijsten ook de paarden en koeien vermeld. Het blijkt dat het Pannenhuis na dit jaar steeds 2 paarden en ongeveer 6 koeien had. Als men het aantal koeien uit 1716 vergelijkt met het aantal na 1768 lijkt het erop dat de rundveehouderij gedeeltelijk plaats heeft moeten maken voor andere bedrijfsactiviteiten. Schapenhouderij In een gemaallijst van 1734 werd er voor het eerst een vermelding gedaan van een scheper (schaapherder) op het Pannenhuis. 52 Dit houd overigens niet automatisch in dat er voor 1734 geen schapen gehouden werden. Een gemaallijst was een opsomming van alle inwonende personen in een huis soms met leeftijd, naam en eventueel beroep. Het gemaal was een accijns op alle voor menselijke consumptie bestemde granen, erwten en bonen. Sedert 1688 werd deze accijns geheven in Staats-Brabant als een hoofdgeld. Personen boven de 16 jaar betaalden 1 gulden en onder de 16 jaar vijftig cent. Soms werden inwonende mensen verzwegen om aan deze belasting te ontkomen. De schaapherder(s) die bij het Pannenhuis in dienst waren tussen 1734 en 1800 waren altijd beneden de 16 jaar. De kudde schapen werden veelal een halve dag geweid op de heide waarna ze weer terug naar de stal moesten om hun mest op te kunnen vangen in de potstal en om zo hiermee het land te kunnen bemesten. De scheper

12 Paardenhandelaar Michiel Anthonis Willem Anssems, inwonende zoon van Anthonis Willem Anssems op het Pannenhuis, koopt in 1599 en 1600 vijf paarden. Het waren allemaal merries. Het zou kunnen dat Michiel paarden fokte of in paarden handelde. 53 Timmerman Gijsbert Beljaers eigenaar van het Pannenhuis in 1804 leverde in het jaar 1800 zes banken voor de school in den Hout. Kennelijk was Gijsbert naast herbergier ook timmerman. 54 Rekening uitgeschreven door Gijsbert Beljaers Dit beroep zal hij ook uitgeoefend hebben toen hij eigenaar van het Pannenhuis was. Hij had toen immers alleen een herberg en verder geen percelen grond om landbouw en of veeteelt te bedrijven. De herberg alleen zou mogelijk voor onvoldoende inkomsten zorgen. Personeel Op een gegeven moment had het Pannenhuis 6 inwonende mensen in dienst. De toename van inwonend personeel op het Pannenhuis is goed te volgen in de gemaallijsten. 1726: Een dienstmeid en een knecht : 2 dienstmeiden een knecht en een schaapherder : 2 knechten een volwassen dienstmeid en een dienstmeid beneden de 16 jaar en een schaapherder : 2 knechten, 2 dienstmeiden en 2 schaapherders. 58 Het bovenstaande toont aan dat in de loop van de 18 de eeuw de werkgelegenheid op het Pannenhuis was toegenomen. Dit kwam waarschijnlijk door het toenemen van de verschillende bedrijfsactiviteiten. We zouden hierbij kunnen denk aan: De herberg, sinds 1714 werd de brouwerij niet meer gebruikt, rundveehouderij, schapenteelt, landbouw en bijenteelt. Misschien werd er ook wel boter gekarnd en wol gesponnen. Ambtenaar en pachter Buiten de bovengenoemde bedrijfsactiviteiten hielden enkele eigenaren van het Pannenhuis zich ook bezig met het bestuur van Oosterhout en wel als gezworene. Iedere wijk in Oosterhout, Ter Aalst was zo'n wijk, had een gezworene en deze werden door het gemeentebestuur geraadpleegd bij belangrijke beslissingen of gaven bijv. leiding aan de burgerwacht. Cornelis Bus, hij kon niet schrijven want hij tekende met een kruisje, Boudewijn Biestraten en Dingeman van Loon waren gezworenen.

13 Michiel Anthonis Willem Anssems, inwonende zoon op het Pannenhuis, pachtte in 1601 een achten deel van de tienden in het hooghe op de Houtse akkers van Jan de Riddere rentmeester der domeinen. 59 Boeren die land huurden van de domeinen moesten van de opbrengst 10% afstaan. De weg die liep naast het pand Hondstraat 2 in westelijke richting parallel aan het Markkanaal werd vanaf 1450 de Hoge tiendweg genoemd. Deze weg scheidde de Houtse akkers in twee delen n.l. de hoge- en de lage thienden. Met hoog en laag werd dan bedoeld de hoogte in N.A.P. van de Houtse Akkers. 60 Michiel had dus een deel gepacht van de tienden die lagen aan de zuidzijde van de Hoge tiendweg deze percelen liggen merendeels hoger dan aan de noordzijde. Voor deze pacht moest hij 75 gulden betalen. Deze pacht bracht weer geld op. Zijn vader Anthonis Willem Anssems stelde zich borg voor zijn zoon Michiel. Uit het voorgaande blijkt dat er op het Pannenhuis altijd landbouw en veeteelt is bedreven. Dan weer lag de nadruk op veeteelt dan weer op landbouw. Waarschijnlijk is het Pannenhuis van meet af aan een boerderij geweest en was de herberg en brouwerij een aanvulling op het inkomen. Cijns, los- en erfrogge De heerlijke cijnzen ( de cijnzen van de heer van Breda) in het land van Breda ontstonden deels in 1246 bij de afschaffing van de horigheid maar merendeels ontstonden ze daarna door de ontginning van de woeste gronden waarvan de heer van Breda zichzelf als eigenaar zag. In Brabant was het merendeel van de ontgonnen gronden in cijns uitgegeven. Men moest dus een koopsom ineens en een bepaald bedrag in geld of natura per jaar betalen aan de heer van Breda om een stuk onontgonnen grond te mogen gebruiken. Het Pannenhuis moest jaarlijks heeren cijns betalen aanvankelijk in natura en later werd dit omgezet in een geldbedrag. De heeren cijns werd betaald in rogge maar ook in geld of bijv. een capoen (een gecastreerde haan). De cijnsbetaling aan de heer had voorrang op andere betalingen dus eerst moest de herencijns worden betaald en daarna pas andere betalingen. Aan de Tafel van de Heilige Geest ( armenzorg) van Ginneken moest het Pannenhuis jaarlijks een rente betalen. De tafel stond aanvankelijk in de kerk waarop de giften werden neergezet. De vernoeming naar de H.Geest danken deze instellingen aan het feit dat de H.Geest al bij de vroegste Christenen de vader der armen werd genoemd. Het bestuur van de Tafel van de H.Geest werd gevormd door en uit parochianen. Deze kozen jaarlijks uit hun midden twee H.Geestmeesters die zorg droegen voor het beheer van de Tafelgoederen en voor de uitdeling aan de armen. Hun inkomsten waren o.a. cijnzen, renten en giften. Zo had een eigenaar van het Pannenhuis een jaarlijkse cijns gevestigd op zijn goed als aalmoes of schenking t.b.v. het ziele heil van hemzelf of zijn verwanten. De cijns, die was gevestigd op het Pannenhuis, was een erfrogge dit hield in dat de jaarlijkse betaling eeuwigdurend en niet af te kopen was. In een akte uit 1633 werd nog eens bevestigd dat de 2 veertelen erfrogge voor de armen van Ginneken overging van de weeskinderen Anssems op Geerit Marten Goverts die de helft van het Pannenhuis van deze kinderen had gekocht. 61 Pieter van der Poel werd in 1804 eigenaar van de afgebrande stede met een hof en boomgaard groot 3 lopenzaat. 62 Het Pannenhuis was nu belast met een veertel rogge uit een meerdere rent van 2 veertelen rogge die tot dan toe betaald werd met 3 gulden voor iedere veertel aan de armen van Ginneken. Ook de erfrogge van de H.Geest was omgezet in een geldbedrag. Kennelijk verviel er een veertel rogge nu het Pannenhuis was afgebrand. De herencijns was mogelijk afbetaald. Bij de verkoop in 1804 aan Beljaars werd het Pannenhuis omschreven als een huis met erf en verder getimmerte groot 3 lopenzaat en belast met een veertel erfrogge per jaar voor de armen van Ginneken. 63 Een Spaanse patrouillebasis in het Pannenhuis Na de list met het turfschip door de Staatsen, aanhangers van de Prins van Oranje, in 1590 werden er door de Spanjaarden plannen gesmeed om Breda in te nemen. Men wilde hierdoor de Prins van Oranje gezichtsverlies laten lijden, zodat zijn aanhang zou afnemen, en het stak de Spanjaarden ten zeerste dat er 34 jaar na de list nog jaarlijks herdenkingen hiervoor werden gevierd. In augustus 1624 werd Breda omsingeld door het leger van Spinola. Het antwoord van Prins Maurits hierop was het sturen van man voetvolk en 2500 ruiters naar Made. Hier werd een legerkamp ingericht.

14 Deze troepenmacht was te gering om de Spanjaarden te kunnen verdrijven. Het was echter zeer goed mogelijk dat de Spanjaarden Breda stormenderhand zouden veroveren. Het staatse leger moest louter door hun aanwezigheid dicht bij Breda, zoveel Spaanse troepen aan zich binden dat Spinola onvoldoende mankracht overhield om Breda te bestormen. Zodra het winterweer een bestorming onmogelijk zou maken moest het Staatse leger de Spaanse voedselaanvoer afsnijden en Spinola dwingen het beleg op te geven. Op de Vrachelse heide was de omsingeling van Breda nog niet optimaal. Spinola liet dan ook direct, toen hij hoorde dat Prins Maurits zich in Geertruidenberg met zijn troepen ontscheept had, dit gat in de omsingeling dichten. Hij liet 300 meter ten zuiden van het Joodse kerkhof een versterking aanleggen. Ook werden er uitkijkposten geplaatst. Om het Pannenhuis werden wallen aangelegd en het werd ingericht als patrouillebasis voor de Spaanse ruiters die de uitkijkposten bemanden. Boven het Pannenhuis wapperde de zogenaamde knotsenvlag. Dit was een vlag met een witte ondergrond met daarop een kruis samengesteld van rode knotsen. De Spaanse legers streden in de Nederlanden onder deze vlag. De Staatsen en de Spanjaarden lagen hier op slechts 2 kilometer afstand van elkaar. De Staatsen hadden vanuit Stuivezant, richting het Pannenhuis, een aanvalsloopgraaf aangelegd. Het Pannenhuis was onderdeel van een lijn die liep van de boerderij Munnikenhof, die ook versterkt was, tot aan de Veekestraat bij de Vlinderbuurt langs de rand van de heide (nu Pannenhuisstraat) en deze lijn werd bewaakt door Spaanse ruiterpatrouilles die op de duinen stonden die in dit gebied voorkwamen. Het Pannenhuis met wallen omringd en ingericht als patrouillebasis in Linksboven wappert de knotsenvlag. Rechts een ruiter op wacht. In 1624 stonden hier nog geen bomen en men had zo een onbelemmerd zicht op eventuele vijandige troepenbewegingen vanuit Made. De toenmalige eigenaren, de weeskinderen van Cornelis Michielsen Anssems en Geerit Marten Goverts, van het Pannenhuis zullen hier in deze periode niet gewoond hebben en hun heil elders hebben moeten zoeken evenals veel inwoners van Oosterhout. De vrijheid werd leeggeplunderd huizen en boerderijen werden afgebroken om van het aldus verkregen hout barakken te bouwen voor de soldaten van Spinola. In de leegstaande huizen werden de vrouwen en kinderen van de Spaanse soldaten gehuisvest. De Staatsen maakten de windmolens onklaar door de bewegende delen mee te nemen om zo te voorkomen dat er graan gemalen zou worden voor de Spanjaarden. De inwoners van de vrijheid van Oosterhout moesten zich toen waarschijnlijk behelpen met handmolens, die eigenlijk verboden waren, om hun graan te malen. De rosmolen, een molen die in beweging werd gebracht door paarden, die bij de lage molen stond werd geheel afgebroken door de Staatsen. In de buurt van het Pannenhuis vond tijdens de 80-jarige oorlog in 1624 een dramatische gebeurtenis plaats. Voor een goed begrip moeten we even terug naar het jaar Bij Diest ontmoette een Spaanse en een Staatse afdeling elkaar tijdens een strooptocht. De Staatsen, onder leiding van de heer van Bréauté, werden op de vlucht gejaagd en hun hopman Jacob werd gevangen genomen. Tijdens de onderhandelingen over de hoogte van het losgeld voor deze Jacob liet van

15 Bréauté zich smalend en beledigend uit over de Nederlanders die in Spaanse dienst van het Bossche garnizoen waren. Gerard Abraham, hopman van de Spaanse ruiters, trok zich de beledigingen sterk aan en met toestemming van de Bossche gouverneur, van Grobbendonck, daagde hij de heer van Bréauté uit tot een tweegevecht. Uiteindelijk werd van Bréauté gevangen genomen en op weg naar den Bosch vermoord. De zoon van de heer van Bréauté gaf de gouverneur van Grobbendonck de schuld van de dood van zijn vader. In 1624 was van Bréauté junior gelegerd in het Staatse kamp in Made en had gehoord dat de zoon van de gouverneur van Grobbendonck diende onder Spinola tijdens het beleg van Breda. Hoewel de Bossche gouverneur van Grobbendonck niet daadwerkelijk betrokken was geweest bij de moord op van Bréauté hield zijn zoon hem voor de moordenaar van zijn vader en wilde hij 25 jaar na dato alsnog een duel met van Grobbendonck junior uitvechten. Ondanks het verbod van Spinola om aan dit duel deel te nemen reed op 6 oktober 1624 van Grobbendonck junior vergezeld door kapitein Steenhuys en luitenant Botbergh naar een afgesproken plaats op de Houtse akkers in de buurt van het Pannenhuis. In het daaropvolgend gevecht tussen 2 Spaanse en 2 Staatse ruiters (dus geen duel tussen uitdager en uitgedaagde) werden kapitein Steenhuys en een staatse officier gewond. Van Grobbendonck junior schoot van Bréauté junior van zijn paard. Een Spaanse trompetter die getuige was van het gevecht wilde van de heer van Bréauté zijn wapenuitrusting afnemen maar dit werd hem belet door toesnellende Staatsen. Toen de trompetter zag dat van Bréauté nog ademde gaf hij hem, voor de Staatse ruiters dit konden verhinderen, met zijn degen een klap op zijn hoofd. Zo kwam van Bréauté junior, evenals zijn vader, gewelddadig op de Houtse Akkers om het leven. 64 Dit is een detail van een kaart gemaakt door Herman Hugo hoofdaalmoezenier van Spinola. Rechts boven de omwalling met vlag is het Pannenhuis onder een versterking met vlag is het Eind van den Hout. In het midden boven zijn vier ruiters met elkaar aan het duelleren. Linksonder Staatse ruiters en rechtsboven Spaanse ruiters. In maart 1672 verklaarde Engeland de oorlog aan de Republiek der Verenigde Nederlanden in april gevolgd door Frankrijk en de bisdommen Munster en Keulen. Het leger van de Republiek trok zich terug achter de Hollandse waterlinie. Het land was reddeloos. De regenten kregen de schuld en Willem van Oranje werd uitgeroepen tot stadhouder van Zeeland en Holland. In dit jaar werden Johan en Cornelis de Wit terechtgesteld. In die tijd moesten de inwoners van de Vrijheid en Heerlijkheid van Oosterhout een bijdrage in geld leveren aan de beide strijdende partijen. Zo is te lezen in een brief gericht aan schout en schepenen van Oosterhout, verstuurd door de koning van Nederland, dat indien Oosterhout geen bijdrage levert er harde maatregelen genomen worden. Een passage uit die brief toont aan wat voor een onzekere tijd het voor de inwoners van Oosterhout was. Het dorp zal geëxecuteerd worden door militairen en alle hardigheyt van bloedighen oorlogh der legers van de koning sullen verschrickelick en vreselick sijn. Sij en sullen niet sparen de dorpen die niet en hebben voldaan de contributie. 65 Na het lezen van die brief zal er wel terstond betaald zijn.

16 De soldaten van Engeland en Frankrijk werden in Oosterhout ingekwartierd bij de herbergen en inwoners. Ook het Pannenhuis kreeg inkwartiering. Cornelis Bus, eigenaar, declareerde 62 gulden en 8 stuivers voor de verteerkosten van de ingekwartierde soldaten. 66 De bewoners van de dorpen moesten, op bevel van gouverneur Rijngraeff, ieder een bepaald aantal palissaden leveren voor de fortificatie van Breda. De palissaden werden aangescherpt met een ijzeren punt en om de vesting heen ingegraven. Het doel was om te voorkomen dat de vesting stormenderhand door de vijand veroverd zou worden en om te voorkomen dat soldaten vanuit de vesting zouden deserteren. Bus leverde in 1672 zes palissaden. In april 1747 trokken Franse troepen de Republiek binnen, ditmaal in het kader van de Oostenrijkse successieoorlog ( ), die op vele fronten in Europa was losgebarsten, na de dood van de Habsburgse keizer. Het volk riep, evenals in 1672, om een Prins van Oranje de Friese stadhouder Willem Friso. Hij werd stadhouder van Zeeland en Holland. In 1748 werd de vrede van Aken gesloten, waarbij de zuidelijke Nederlanden weer onder Oostenrijks bestuur kwam. Ook Oosterhout ontkwam niet aan de oorlogsellende. Een van de schepen van Oosterhout, Zijlmans, had in het begin van de oorlog zijn huisraad in veiligheid laten brengen. De negen kisten met inventaris en een spiegel met notenhouten lijst werden opgeslagen in de stad Dordrecht. 67 Alleen de rijken konden dit doen. De niet gegoeden moesten het oorlogsgeweld over zich heen laten komen. Het blijkt uit een akte dat er hier in Oosterhout in 1746, 1747 en 1748 geallieerde troepen waren ingekwartierd die bestonden uit Duitsers, Engelsen, Schotten en Hessische soldaten. Deze troepen hadden nogal wat schade aangericht aan bomen, bossen, velden, oogst, huizen en schuren. Vooral de Engelse soldaten hadden zich misdragen en daarom vaardigde het dorpsbestuur een resolutie uit dat er na zes uur in de namiddag door de herbergiers geen bier meer mocht worden getapt voor de Engelsen op een boete van 3 gulden per overtreding. Inkwartieringsbiljet uit de 18 de eeuw Het Pannenhuis ontkwam ook niet aan een schadepost. Dingeman van Loon, eigenaar, declareerde 208 gulden bij het dorpsbestuur. 68 In mei 1746 waren er op de heide bij het Pannenhuis Hollandse soldaten gelegerd en vermoedelijk heeft Dingeman bier moeten leveren. Niet alleen inkwartiering moesten de bewoners toestaan er moesten ook kardiensten verricht worden in opdracht van de Prins van Maldeck, generaal van het leger der verenigde Nederlanden. Dit hield in het vervoer voor het leger van bagage, hout, stro etc. Ook Dingeman van Loon moest in 1748 kardiensten voor zijn rekening nemen en 12 dagen met paard en kar voor vervoer zorgen. Voor deze dienst kreeg hij 30 gulden uitbetaald. 69 Eind oktober 1944, tijdens de tweede wereldoorlog, lag het Pannenhuis in de frontlinie. De bevrijding van het grootste deel van West-Brabant gebeurde d.m.v. de operatie Pheasant. Hoofddoel van deze operatie was het vrijmaken van de Scheldemonding om zodoende de haven van Antwerpen weer te kunnen gebruiken. Het tweede doel was om de pas af te snijden van het sterke Duitse vijftiende leger, dat langs de Franse- en Belgische kust door Zeeland naar West-Brabant terug trok om aan een omsingeling te ontkomen. Operatie Pheasant werd uitgevoerd door Canadese, Engelse, Amerikaanse, Poolse en Nederlandse troepen. De Duitsers hadden zich teruggetrokken achter de moeilijk te nemen waterlinie die bestond uit het Wilhelminakanaal, Markkanaal, de Mark en de rivier de Dintel. Achter deze waterlinie was een tot de tanden gewapende vijandige troepenmacht samen getrokken.

17 Opgegraven kogelhulzen op het terrein van het Pannenhuis. Op persoonlijk bevel van Hitler moest deze linie tot het uiterste verdedigd worden. Nadat er twee mislukte pogingen ondernomen waren door de geallieerden om de rivier de Mark bij Prinsenbeek en Standaardbuiten over te steken besloot de eerste Poolse divisie onder leiding van Stanislaw Maczek het Markkanaal ter hoogte van de brug bij van Verwijmeren en de Vlinderbuurt over te steken. Een ooggetuige uit die dagen verhaalde: Op 1 november 1944 rond het middaguur ontstond er een schitterend schouwspel bij het Markkanaal. Er werd vanaf het zuiden door de geallieerden met granaten geschoten en die veroorzaakten bij het ontploffen hoge zandfonteinen. Vooral bij het cafe van Verweymeren ( nu Pannekoeckershuys) in de buurt van het Pannenhuis was het keer op keer prijs. De geallieerden probeerden door deze beschieting de Duitsers achter het Markkanaal te verdrijven. 70 Het woonhuis dat in 1947 werd herbouwd Het woongedeelte van het Pannenhuis werd echter ook geraakt door een granaat en volledig vernield. Gelukkig waren de bewoners van Spaandonk tevoren door de Polen gewaarschuwd om te vertrekken. De familie verhuisde tijdelijk naar Teteringen. Het woonhuis werd in 1947 weer opgebouwd. De eigenaren van het Pannenhuis Van de eerste drie eigenaren van het perceel waar later het Pannenhuis op gebouwd werd is niet bekend in welk jaar het bewuste perceel werd gekocht en verkocht. Nader onderzoek in het Oosterhouts archief zal nodig zijn om dit te achterhalen. Jan Ydenz. verkocht Staes Staesz. 8 loopenzaat. In de akte uit het chijnsboek van prins Frederik staat dat het perceel een heining is dus een nieuw ontgonnen stuk grond. De meeste heiningen dateren uit de 14 de en 15 de eeuw. Jan Ydensz. stond dus aan de basis van het Pannenhuis en zal vermoedelijk rond 1450 begonnen zijn met de nieuwe ontginning. Staes Staesz. verkocht aan Heyn Adriaen Ghyben een perceel groot 6 loopenzaat uit de 8 loopenzaat die het perceel groot was. 71

18 1524 Jan Anssem Servaes kocht van Heyn Adriaen Ghyben dit perceel en een huis werd niet vermeld dus het was onbebouwd. In 1554 werd het perceel omschreven met een huis en hof dus het Pannenhuis moet tussen 1524 en 1554 gebouwd zijn Jan Buiks heeft in 1987 in het blad de Heemkundekring de Heerlijkheid Oosterhout een artikel gepubliceerd over de geschiedenis van den Hout. Hier volgt een korte samenvatting van dat deel wat relevant is voor het Pannenhuis. Na het overlijden van Raso 2 van Gaveren, heer van Liederkerke en van Breda, zijn er een aantal goederen in het bezit gekomen van Hadewych van Strijen. Zij was een dochter van Willem van Strijen, de bouwheer van het huis ten Strijen onder Oosterhout. Onder deze goederen bevond zich een erfenis van 4 sester of 16 veertel rogge: hierbij staat een veertel voor 86 liter. Uit de goederenlijst van Willem van Duivenvoorde van 1353 bleek dat hij van de vrouwe van Roosendael, een nakomelinge van Hadewych, haar inkomsten onder Oosterhout in pacht had. De rente werd als volgt omschreven: item van Aert Haecx hoeve 4 sester rogge. In het overzicht van de Bredase lenen komen we de rente van 4 sester weer tegen en wel als volgt: de kinderen en erffgenamen wijlen Jans van Brecht des ridders houden te leene, behoudelijck vrouwe Elisabeth van Hunneberch der voors. kinderen ende erffgenamen vrouwe moeder haar tochte ende bijleven- vyer sester roggen ts'jaers erffleenpacht staende veronderpandt op "te hoeve ter Aelst" genaempt Geldolff Haecx hoeve gelegen onder Oosterhout. In 1571 was de erfpacht dus in het bezit van de kinderen van ridder Jan van Brecht en Elisabeth van Hunneberch, Deze Jan van Brecht behoorde tot een geslacht dat in s'hertogenbosch langdurig in het stadsbestuur vertegenwoordigd was. Jan van Brecht overleed in Het bleek dat "de hoeve ter Aelst" op dat moment bewoond werd door ene Kieboom. 73 Dit perceel werd later genoemd de Kieboomstede. Na de dood van Jan van Brecht werd het perceel waar de hoeve ter Aelst op had gestaan verkocht aan Anthonis Willem Anssems, eigenaar van het Pannenhuis. In deze akte werd vermeld dat er een huis op had gestaan. Dus de hoeve ter Aelst was mogelijk afgebrand of erg vervallen geweest. 74 Ongeveer een 150 jaar later in 1729 werd Oosterhout bezocht door Adam van Broeckhuysen een kapitein- kolonel en een fervent amateurhistoricus. Hij maakte een wandeling door Oosterhout noteerde wat hij zag en lardeerde dat met historische feiten en weetjes. Aangekomen bij slotje Aalst zegt hij hierover: In vroeger tijden was het in het bezit van ridders o.a. van slotje Aalst en dat deze ridders vele goederen in Oosterhout hadden liggen. Een van die goederen was ''de hoeve ter Aelst'' volgens Broeckhuysen nu het Pannenhuis. 75 Dit kan niet op waarheid berusten want de hoeve ter Aelst kon niet op dezelfde plaats staan als het Pannenhuis. In 1561, bij de verkoop aan Anthonis Willem Anssems, was de hoeve verdwenen en in het verpondingenboek van 1580 en 1621 stond er op die plaats nog steeds geen woning terwijl het Pannenhuis wel vermeld werd op diverse plattegronden. Het is mogelijk dat Broeckhuysen niet goed geïnformeerd was of dat de eigenaar, Anthonis Willem Anssems van het Pannenhuis, bij aankoop van de Kieboomstede waar de hoeve ter Aelst op had gestaan deze benaming gedeeltelijk overging op het Pannenhuis. Volgens Broeckhuysen werd de naam "de hoeve ter Aelst'' in 1729 nog steeds gebezigd voor het Pannenhuis hoewel er verder in de archieven daarover niets te vinden is. Anthonis Willem Anssems was gehuwd met Elisabeth Michiel van Eynts en ze hadden twee zonen Michiel en Adriaen. In maart 1611 maakte Anthonis zijn testament op. Het Pannenhuis vermaakte hij aan Michiel Anthonis Willem Anssems. Zijn motivatie om Adriaen niet te bedelen was als volgt: Van Michiel en zijn vrouw had hij tot nu toe veel vriendschap ondervonden en men verzorgde hem goed en toen de nood het hoogst was leende Michiel hem geld om uit de problemen te komen, Adriaen daarentegen had hem altijd veel geld gekost aan borgstellingen.

19 Michiel zou dus eigenaar van het Pannenhuis worden als zijn vader zou komen te overlijden wel moest hij dan zijn broer Adriaen 12 rijnsgulden betalen. 76 Michiel Anthonis Willem Anssems had een zoon Cornelis Michielssen Anssems. Michiel Anthonis kwam echter te overlijden en zijn vrouw hertrouwde met Merten Geerit Goverts die een zoon had Geerit Merten Goverts. Cornelis Michielssen Anssems was gehuwd met Lijnken Adams en had twee zonen Cornelis en Huybrecht en stierf toen zijn kinderen nog jong waren. Zijn vrouw, Lijnken Adams, stierf enkele jaren later. 77 Anthonis Willem Anssems had dus zijn zoon en zijn kleinzoon overleefd en moet op een hoge leeftijd gestorven zijn. Het Pannenhuis zou nu dus verdeeld moeten worden tussen de weeskinderen van Cornelis Michielssen Anssems en de zoon, uit het tweede huwelijk van de vrouw van Michiel Anthonis Willem Anssems, Geerit Merten Goverts. In 1633 kocht Geerit Merten Goverts het deel van de weeskinderen en was volle eigenaar van het Pannenhuis Geerit Merten Goverts was getrouwd met Cornelia Cornelis Rombouts Grootens. Hun kinderen waren Marten Geerit van der Panne, Cornelia Geerit Martens, Geerit Adriaen van der Panne en Judick van der Panne. Geerit Marten Goverts moet voor 1658 overleden zijn want zijn vrouw was in dat jaar gehuwd met Cornelis Janssen Bus. Cornelis Bus had een dochter Cathalijn Cornelis Bus. Cathalijn zou na het overlijden van haar vader en stiefmoeder een perceel ter grootte van14 lopenzaat, dat naast het Pannenhuis lag, krijgen benevens een som van 300 gulden. 79 Kennelijk waren Cornelis Bus en zijn vrouw bang dat Cathalijn overlopen zou worden door haar stiefbroers en zussen. Na het overlijden van haar ouders kocht Judick in 1683 het erfdeel van haar broers en zussen en het Pannenhuis was nu in haar bezit. 80 Het valt op dat de achternaam veranderd is in van der Panne. Nu kwam de naam met de woorden Geerit, Martens, Goverde, Goverts, Mertens etc. In die tijd in veel combinaties voor. Mogelijk heeft men voor de duidelijkheid gekozen voor van der Panne of was de bijnaam die hen gegeven was verworden tot achternaam Judick van der Panne de nieuwe eigenaresse was getrouwd met Cornelis Adriaen Goverde afkomstig van Teteringen. Ze hadden 4 kinderen Adriaen, Govert, Geerit en Cornelia. Nadat Cornelis Adriaen Goverde was overleden huwde Judick met Boudewijn Adriaensen van der Biestraeten. Ui t dit huwelijk kwam nog een kind voort Johanna. Cornelia hun dochter huwt met Dingeman Janssen van Loon en werd rond 1700 eigenaar van het Pannenhuis Dingeman Janssen van Loon was een zoon van Jan Janssen van Loon pottenbakker in de Vaartstraat en hij was behoorlijk welvarend. 81 Dingeman werd in een paspoort uit 1710 omschreven als een man met bruin krulhaar en middelmatig van postuur. Dingeman en Cornelia kregen 8 kinderen. Een van de kinderen Hendrina huwde in 1733 met Joannes Leppes. Joannes overleed voor Hendrina kocht in februari 1738 een huis aan de noordkant van de Heuvel in Oosterhout en dit moet een behoorlijk huis zijn geweest want schepen de Rooy zou het later van Hendrina kopen en er gaan wonen. 82 In maart 1738 huwt Hendrina met Anthoni Gerards Olislager en zullen zijn gaan wonen in het huis op de Heuvel. In 1752 verkoopt Hendrina het huis op de Heuvel voor 1600 gulden en verhuisd waarschijnlijk naar het Pannenhuis om voor haar vader te gaan zorgen. 83 Op 27 februari 1749, Dingeman Janssen van Loon moet dan rond de tachtig zijn, werd er een akte opgesteld waarbij Dingeman de helft van al zijn bezittingen vermaakt aan zijn dochter Hendrina mits zij hem tot aan zijn dood verzorgt. 84 De handtekening onder deze akte van Dingeman Janssen van Loon was zeer beverig geschreven De andere helft van de bezittingen wist Hendrina door aankoop te verwerven en werd na de dood van haar vader eigenaar van het Pannenhuis.

20 Hendrina en Anthoni Gerards Olislagers kregen 6 kinderen. Hun dochter Catharina huwde in 1764 met Nicolaes van Alphen. In 1770 ging er op Ter Aalst een gerucht dat Nicolaes een buitenechtelijk kind verwekt zou hebben bij Goverdina Bomaerts. Op verzoek van Nicolaes en de schout werd de vroedvrouw Madalena Holly, die de bevalling zou doen, ingeschakeld om die geruchten te ontzenuwen. Tijdens de bevalling, in haar hoogste barensnood, vroeg de vroedvrouw aan Goverdina wie de vader van haar kind was en onder ede verklaarde deze dat het Josephus Mattheeuwisse uit Poppel was. 85 In die tijd was het normaal dat de vroedvrouw, indien de vader onbekend was, tijdens het hoogtepunt van de baring vroeg naar de naam van de vader van het kind. Deze naam werd doorgegeven aan de schout want de opvoeding van een kind had zo zijn financiële gevolgen voor de armenkas als de moeder niet draagkrachtig genoeg was. Nicolaes was in ieder geval verschoond van alle roddels Door vererving en aankoop rond 1764 werden Catharina en Nicolaes eigenaar van het Pannenhuis en kregen 10 kinderen. Dochter Johanna huwde met Petrus van der Poel en kochten in 1804 het afgebrande Pannenhuis van Nicolaes van Alphen Het gezin van der Poel heeft niet lang kunnen profiteren van hun nieuw gebouwde Pannenhuis want door financiële problemen verkocht Pieter in 1804 de herberg aan Gijsbert Beljaars Gijsbert Beljaars was in 1795 gehuwd met Elizabeth Fenix en kregen twee kinderen Adriana en Joannes. Na de dood van Elizabeth huwde Gijsbert met Maria Riemslag. Antoinette, dochter uit het tweede huwelijk, huwde 17 november 1853 met Josephus van Spaandonk. Josephus zou 55 jaar lang hoofdonderwijzer van Den Hout zijn. Op de dag dat hij huwde huurde hij het Pannenhuis van zijn schoonvader Zijn zoon Gijsbert die huwde met Anna Catharina Maes zou van zijn vader het Pannenhuis overnemen en er een volwaardige boerderij van maken met 25 ha. grond waar landbouw en veeteelt werd bedreven. Uit dit huwelijk zouden 9 kinderen geboren worden en hiervan zouden er twee huwen. Na de dood van hun vader zou het Pannenhuis in het bezit van de kinderen Spaandonk blijven. Gijsbert Ignatius van Spaandonk Foto: Bernard van Oerle Den Hout De laatste bewoonster van het Pannenhuis zou onbedoeld eerder uit het Pannenhuis vertrekken. In 1994 stak er een flinke storm op en het dak van de schuur van het Pannenhuis stortte in. Op dat moment zat daar de hond van mevr. Van Spaandonk. De hevig geschrokken hond rende de schuur uit. Na enige tijd toen de bewoonster wat bekomen was van de schrik wilde ze de hond weer terug in de schuur brengen. De hond had

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Info plus Het leenstelsel

Info plus Het leenstelsel Project Middeleeuwen F- verrijking week 1 Info plus Het leenstelsel Inleiding De Middeleeuwen betekent letterlijk de tussentijd. Deze naam is pas later aan deze periode in de geschiedenis gegeven. De naam

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni 2012. 2012-1 boerderij Moerbeek 48. Inleiding. eerste steen. Luchtfoto vanuit het noorden.

BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni 2012. 2012-1 boerderij Moerbeek 48. Inleiding. eerste steen. Luchtfoto vanuit het noorden. BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni 2012 1 Inleiding Bewoning en veranderingen De boerderij is vrij zeker gebouwd begin 1800. In 1872 heeft er een grondige verbouwing plaats gevonden met o.a. een nieuwe

Nadere informatie

II-d. GOYART GHRAERT SCHAMPERS was eigenaar van een huis in de Regtestraat te Stratum, dat stond naast het huis 'de Schampert', groot ^lopenzaad

II-d. GOYART GHRAERT SCHAMPERS was eigenaar van een huis in de Regtestraat te Stratum, dat stond naast het huis 'de Schampert', groot ^lopenzaad van de kinderen van wijlen Gerart Scamperts, ook als aanpalend eigendom.77 Er is geen enkele indicatie voor de leeftijd van Claes en Geraert, daar hun eigendom lang onverdeeld gebleven kan zijn. In het

Nadere informatie

Gebeurtenis Regeerperiode 1403-1442

Gebeurtenis Regeerperiode 1403-1442 Johanna van Polanen is pas 11 jaar als ze trouwt. Dit komt doordat haar familie een verstandshuwelijk sluit. Ontvang 100 florijnen. 1403 Engelbrecht de Eerste van Nassau trouwt met Johanna van Polanen.

Nadere informatie

Beknopte historische geografie van Oosterhout en Den Hout

Beknopte historische geografie van Oosterhout en Den Hout Titel: Beknopte historische geografie van Oosterhout en Den Hout Inleiding Oosterhout, strategisch gelegen tussen de A27, de A59 en de A16 heeft al een lange geschiedenis. Thans een bruisende stad met

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

6 Stefanus gevangengenomen

6 Stefanus gevangengenomen 6 Stefanus gevangengenomen 8. En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. 9. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de

Nadere informatie

Het verhaal van de 80 jarige oorlog!

Het verhaal van de 80 jarige oorlog! Het verhaal van de 80 jarige oorlog! Filips II erft het grote "Europese Rijk" van zijn vader Karel V. Om te beginnen gaat hij strenge belastingen heffen. 1 Na een aantal jaar vertrekt hij naar Spanje,

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Kastelen De eerste kastelen De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen

Nadere informatie

Kastelen in Nederland

Kastelen in Nederland Kastelen in Nederland J In ons land staan veel kastelen. Meer dan honderd. De meeste van die kastelen staan in het water. Bijvoorbeeld midden in een meer of een heel grote vijver. Als er geen water was,

Nadere informatie

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen Een vervolg van het verhaal over de boerderijen van de familie Schoen uit juni. J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen Simon boerde met zijn vrouw Elisabeth de

Nadere informatie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

De Romeinen. Wie waren de Romeinen? De Romeinen Wie waren de Romeinen? Lang voor de Romeinen naar ons land kwamen, woonden ze in een kleine staat rond de stad Rome. Vanaf 500 voor Christus begonnen de Romeinen met gebiedsuitbreiding. Als

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

D74, thans Kruisstraat 12

D74, thans Kruisstraat 12 D74, thans Kruisstraat 12 Geplaatst in de Heise Krant van september 2011, gewijzigd 15-05-2015 De boerderij van Has van den Tillaar. Zo kennen de meesten onder ons de oude boerderij achter de kerk met

Nadere informatie

Boerderij Groot Koestapel, Gerven (Putten)

Boerderij Groot Koestapel, Gerven (Putten) Boerderij Groot Koestapel, Gerven (Putten) Ontstaan van de boerderij De naam Koestapel komt voor het eerst voor in een tijnsboek, een belastingboek van een Duits zogenaamd jufferen stift in Elten in ca.

Nadere informatie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie Geschiedenis van Suriname 1667-1683: Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie 581-1795: De Republiek In de 17e en 18e eeuw spraken we nog niet van één Nederland maar, van de Republiek der

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

PINKSTEREN DRIE: Bokkie kopen!

PINKSTEREN DRIE: Bokkie kopen! PINKSTEREN DRIE: Bokkie kopen! Met PINKSTEREN hebben we in Nederland altijd vrij! Er is een 1 e Pinksterdag, een 2 e Pinksterdag. En in Purmerend (en omgeving) hebben we zelfs een 3 e Pinksterdag. Op deze

Nadere informatie

Daags nadat Momgomery's troepen over de Rijn waren, stak Church.1i de rivier over in een Amerikaanse stormboot,

Daags nadat Momgomery's troepen over de Rijn waren, stak Church.1i de rivier over in een Amerikaanse stormboot, 23g2.. passeerden vanmiddag veel bommenwerpers en jagers in oostelijke richting. Vanavond naar Simonse geweest. Toen ik terug naar huis ging en nog maar juist de poort uit was, hoorde ik opeens iets, alsof

Nadere informatie

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag? De overige plagen in Egypte. Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag? Genesis 9:2-5 2 Want als u hun weigert te laten gaan

Nadere informatie

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN PRINS WORDT EEN HERDER Bijbel voor Kinderen presenteert EEN PRINS WORDT EEN HERDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

D67, Hintelstraat 12

D67, Hintelstraat 12 D67, Hintelstraat 12 Geplaatst Heise Krant maart 2014, gewijzigd 04-06-2016 De boerderij D67 aan de Hintel wordt op dit moment bewoond door de familie Rikken, maar is beter bekend als de boerderij van

Nadere informatie

Canonvensters Michiel de Ruyter

Canonvensters Michiel de Ruyter ARGUS CLOU GESCHIEDENIS LESSUGGESTIE GROEP 8 Canonvensters Michiel de Ruyter Michiel Adriaanszoon de Ruyter werd op 23 maart 1607 geboren in Vlissingen. Zijn ouders waren niet rijk. Michiel was een stout

Nadere informatie

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven Inleiding Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven In de jaren dertig groeide onze moeder op in Zuid-Limburg. Mama is de oudste van tien kinderen. Toen ze vier jaar oud was, kwam haar oma bij

Nadere informatie

Werkstuk Dordtologie november 2014

Werkstuk Dordtologie november 2014 Werkstuk Dordtologie november 2014 Hilde van Kruiningen VAN BIERBROUWEN. NAAR BLAUWBILGORGEL Omdat ik in dit gebied woon en me dagelijks over de Groenmarkt en het Buddingh plein begeef hebben de geschiedenis

Nadere informatie

Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet

Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet 1607-1965 2 Inleiding Het ontstaan van het armbestuur van Poortvliet zal vermoedelijk in de Middeleeuwen gezocht moeten worden. Er zal toen sprake zijn

Nadere informatie

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011 Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Datum 2 mei 2011 Colofon Projectnaam Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Auteur Willem de Bruin Datum 2 mei 2011 1. Inleiding 1.1

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Paspoort Ik houd mijn spreekbeurt over paspoorten. Sommige van jullie zijn vast wel eens naar het gemeentehuis geweest om met jullie vader of moeder een paspoort te halen. Ik moest ook een keer mee en

Nadere informatie

en nog andere straten moest nog worden aangelegd.

en nog andere straten moest nog worden aangelegd. In de Belle Epoque had de Brabantstraat en de Brabantdam. De Brabantstraat liep van de Vogelmarkt tot aan het François Laurentplein. Deze straat is een van de oudste van Gent want werd reeds vermeld in

Nadere informatie

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen Warder in Gevelstenen De oude huizen van Warder met hun gevelstenen Warder in Gevelstenen Een aantal oude huizen en boerderijen van Warder zijn voorzien van een gevelsteen. Hierop staat aangegeven wanneer

Nadere informatie

Mieke Lansbergen. Op een dag leek het me een goed idee om een offer te maken voor God. Uit dankbaarheid voor alles wat groeit, en omdat

Mieke Lansbergen. Op een dag leek het me een goed idee om een offer te maken voor God. Uit dankbaarheid voor alles wat groeit, en omdat Mieke Lansbergen Hallo? Ha! Zie je mij? Kijk! Kijk even naar mij. Ik ben Kaïn. Fijn dat ik even iemand tegenkom! Ik loop hier al een tijd te dwalen, en het is zo saai in je eentje. Ik kom daar vandaan.

Nadere informatie

DE GEBOORTE VAN JEZUS

DE GEBOORTE VAN JEZUS Bijbel voor Kinderen presenteert DE GEBOORTE VAN JEZUS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door:

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787 Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787 Zegel wapenschild uit één van de protocolboeken van Notaris van Eijndhoven Nicolaes Adriaenszn van Eijndhoven is de verste rechtstreekse stamvader

Nadere informatie

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal Verloren grond Murat Isik in makkelijke taal Moeilijke woorden zijn onderstreept en worden uitgelegd in de woordenlijst op pagina 84. Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen Mijn geboorte Mijn verhaal

Nadere informatie

Bron: De Oosterhoutse tijdmachine

Bron: De Oosterhoutse tijdmachine 1813 Aanleg Napoleonsbaan De grote weg Parijs-Amsterdam liep door Oosterhout. Hij werd aangelegd in de jaren 1813-1816. Napoleon begon met de aanleg, koning Willem I maakte hem af. Het traject maakte in

Nadere informatie

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 ) Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 ) (Tussen haakjes de RIN nummers in de stamboom www.breedijk.net. ) Klaas Breedijk: ik heb opgezocht wat ik op internet allemaal gevonden heb over zijn

Nadere informatie

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld. Huize Louise. Inleiding. Vanuit het zuiden, even voorbij de Markt en de Protestante kerk in de Grotestraat, staat op de nummers 92 tot 94 een pand dat de naam draagt 'Huize Louise'. In dit pand waren eerder

Nadere informatie

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Hierbij treft u een toelichting aan bij de beelden die in de tijdbalk van Argus Clou Geschiedenis groep 7 zijn opgenomen. Inhoud Thema 1 Boze

Nadere informatie

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14

Nadere informatie

BROUWERIJ De Zwaan aan de Dungense kant (of Maaskantje) van Sint-Michielsgestel kad. nr. B930 later B928b.

BROUWERIJ De Zwaan aan de Dungense kant (of Maaskantje) van Sint-Michielsgestel kad. nr. B930 later B928b. BROUWERIJ De Zwaan aan de Dungense kant (of Maaskantje) van Sint-Michielsgestel kad. nr. B930 later B928b. Voor 1810 Lees : De huizen van Gestel aan den Dungensen kant in het Griensvenneke 15 e jaargang

Nadere informatie

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN Bijbel voor Kinderen presenteert DE RIJKE MAN, DE ARME MAN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

De eerste generatie, Isbrant Cornelis (pm 1588 tot pm 1653) en Clasijntien Richarts

De eerste generatie, Isbrant Cornelis (pm 1588 tot pm 1653) en Clasijntien Richarts Genealogie Van de(r) Tonnekreek De eerste generatie, Isbrant Cornelis (pm 1588 tot pm 1653) en Clasijntien Richarts Een genealoog probeert de familielijn zo ver mogelijk terug in de geschiedenis te traceren.

Nadere informatie

CAFÉ JAGER. annex logement, winkel en melkfabriek

CAFÉ JAGER. annex logement, winkel en melkfabriek CAFÉ JAGER annex logement, winkel en melkfabriek Op de locatie Dorpsstraat 35 in Vledder is in 2014 het aldaar staande café afgebrand en (nog) niet herbouwd. Rond 1900 was daar het café Jager gevestigd.

Nadere informatie

E70, Goordonksedijk 4

E70, Goordonksedijk 4 E70, Goordonksedijk 4 Geplaatst in de Heise Krant januari 2014, gewijzigd 13-04-2016 Wanneer we op de kadasterkaart van 1832 kijken, waar nu de Goordonksedijk loopt, zien we aan weerszijden een grote vlakte

Nadere informatie

Wat een vreemde bromfiets!

Wat een vreemde bromfiets! Wat een vreemde bromfiets! Waarom rijden er nu geen paarden meer met karren? Reed er vroeger een tram in ons dorp?! Met die bus zou ik ook wel eens willen rijden! 1. Voetgangers baas! Opdracht Lees het

Nadere informatie

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog In welk jaar publiceerde Luther zijn 95 stellingen? Welke Frans-Zwitserse hervormer kreeg veel aanhang in de Nederlanden? Welke vrede bepaalde, dat de vorst de religie van zijn volk bepaalt? 1517 Calvijn

Nadere informatie

Overal in ons land is water. Het water

Overal in ons land is water. Het water Het verdwenen eiland Schokland Overal in ons land is water. Het water van de zee klotst tegen de kust. Rivierwater stroomt over de grenzen het land binnen. Soms is er een stukje land dat aan alle kanten

Nadere informatie

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten prehistorie 42 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Steden en Staten De kruistochten In de woonkamer van familie Vos hangt een klok met Romeinse cijfers. Jos en Mirthe willen graag

Nadere informatie

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Filips II In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan.

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 1. Boeren gebruiken een tang om de nagels van hanen bij te knippen.

Nadere informatie

Er zijn drie manieren waarop men de toekomst probeert te voorspellen.

Er zijn drie manieren waarop men de toekomst probeert te voorspellen. Een waarmerk De meeste mensen zijn benieuwd naar wat de toekomst zal brengen.vooral in spannende en angstige tijden, zoals onze tijd, is er veel vraag naar wat er staat te gebeuren. Er zijn drie manieren

Nadere informatie

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz Gent 24b Onderbergen. Het pand van de Dominicanen Predikherenlei Rue de la Valléé nr 40 /Onderbergen Onderbergen nr 57 in 1940 Tweede gedeelte

Nadere informatie

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Soms weten bezoekers ons tijdens rondleidingen te vermelden dat Vincent van Gogh ooit een kamertje bewoonde in hotel Schafrath aan het Park in Nuenen.

Nadere informatie

Kaart van 1755 van de Keizersen. Lievenspoort. St lievenspoort. Brusselsepoort. Oud Scheldeken. Heuvelpoort. St Pietersdorp.

Kaart van 1755 van de Keizersen. Lievenspoort. St lievenspoort. Brusselsepoort. Oud Scheldeken. Heuvelpoort. St Pietersdorp. Brusselsepoortstraat johan@sint-pietersdorp.be D7 Brusselsepoort St lievenspoort Kaart van 1755 van de Keizersen Sint- Lievenspoort Oud Scheldeken Heuvelpoort St Pietersdorp Spaans kasteel Kaart van 1799

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

Beste lezers van De Geldfabriek,

Beste lezers van De Geldfabriek, Beste lezers van De Geldfabriek, Ik hoop dat jullie veel plezier hebben gehad met het lezen van dit verhaal. Vonden jullie ook dat Pippa wel erg veel aan mooie spullen dacht? En dat sommige mensen onaardig

Nadere informatie

De legende van bij Zwammerdam.

De legende van bij Zwammerdam. De legende van bij Zwammerdam. Reeds in de eerste eeuwen onzer jaartelling hebben de Romeinen het initiatief genomen, door met de, hun ten staande, bescheiden middelen een heirbaan aan te leggen, die de

Nadere informatie

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat de stad in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt erover gepraat, de mensen staan allemaal op straat. De volgende

Nadere informatie

In het oude Rome De stad Rome

In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome is héél oud. De stad bestaat al meer dan tweeduizend jaar. Rome was de hoofdstad van het grote Romeinse rijk. De mensen die naar Rome kwamen,

Nadere informatie

Heerlijkheid ter Hoyen in Markegem

Heerlijkheid ter Hoyen in Markegem Heerlijkheid ter Hoyen in Markegem Een heerlijkheid is een bestuursvorm voortkomend uit een feodale onderverdeling van het overheidsgezag in de middeleeuwen. De centrale persoon van de heerlijkheid was

Nadere informatie

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff Spreekbeurt en werkstuk over Ridders Door: Oscar Zuethoff Mei 2007 Inleiding Waarom houd ik een spreekbeurt over de ridders en de riddertijd? Toen ik klein was wilde ik altijd al een ridder zijn. Ik vind

Nadere informatie

Het Snijdersplein. Voorwoord

Het Snijdersplein. Voorwoord Het Snijdersplein Voorwoord Ruim 4 jaar ben ik nu bezig om alle gegevens van de kadastrale percelen van de vestingstad s-hertogenbosch, in 1832 aangeduid als de secties G en H, vanaf het begin van het

Nadere informatie

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. 100 jaar geleden t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. t Is oorlog! Binderveld, Kozen, Nieuwerkerken en Wijer 100 jaar geleden is een

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Onderzoeksvraag: Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. De bijzondere plaats in staatskundig opzicht

Nadere informatie

Les 13: Geboorte van Jezus.

Les 13: Geboorte van Jezus. Les 13: Geboorte van Jezus. kun je lezen in lukas 1 en 2 Wees gegroet, Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je. Maria kijkt op van waar ze mee bezig is. Er staat iemand in de deuropening van het huis

Nadere informatie

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier Holland 1000 jaar geleden Meer weten? Klik hier de plaat Holland 1000 jaar geleden INHOUD Waar kijken we naar? Abdij van Egmond Huldtoneel Kerkje van Velsen Ridders over de Heerenweg Haarlem Rijnsburg

Nadere informatie

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Mededelingen door de ouderling van dienst Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe

Nadere informatie

Genieten van het echte leven

Genieten van het echte leven Genesis 3: 19 Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven. 1 De Hamvraag Mag ik genieten en wat is dan eigenlijk genieten? Het leven is toch vooral lol maken! X Het moet

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein. Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein. Uit: C. Baardman, Leo J. Leeuwis, M.A. Timmermans, Langs Merwede en Giessen (Den Haag 1961) Op de zuidelijke oever van de

Nadere informatie

DE MIDDELEEUWEN. Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6

DE MIDDELEEUWEN. Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6 DE MIDDELEEUWEN Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6 INHOUDSOPGAVE Middeleeuwen. Karel de Grote. Middeleeuwse straffen. De pest. Dokters in de Middeleeuwen. Beroepen in de Middeleeuwen.

Nadere informatie

DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone),

DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone), Met de cache Meer Polder beleef je het heden en verleden van de Meerpolder. Het is een prachtige tocht van ca. 9 km die je lopend of met de fiets kunt doen. Bij Zoetermeer ligt een polder die is heel bijzonder

Nadere informatie

Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648)

Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648) 1 Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648) H!to"sche context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 meneervanempel.nl 2 Hoofdvraag Waardoor ontstond in de Republiek de Gouden Eeuw, 1588-1648?

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER Bijbel voor Kinderen presenteert JACOB DE BEDRIEGER Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

D Artagnan gaat naar Parijs

D Artagnan gaat naar Parijs D Artagnan gaat naar Parijs Artagnan reed op zijn oude paard, een uitgeputte knol met een trieste blik. Ook al was zijn paard op zijn minst vreemd te noemen en ook al waren de kleren die hij droeg verbleekt,

Nadere informatie

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

Welke opdracht gaf God aan Jozua? De ondergang van Ai. Welke opdracht gaf God aan Jozua? Jozua 8:1-2 1 Daarna zei de HEERE tegen Jozua: Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Neem al het krijgsvolk met u mee en sta op, trek op naar

Nadere informatie

Waar wil je heengaan?

Waar wil je heengaan? Waar wil je heengaan? Viering Oecumenische Basisgroep 3 maart 2013 Aansteken van de kaars Kaars, jij mag branden, Jij geeft ons je licht Jij bent een teken: God houdt ons in het zicht. Openingslied: Verborgen

Nadere informatie

Ruth 1. Ruth en Noömi

Ruth 1. Ruth en Noömi Ruth 1 Ruth en Noömi Elimelech en zijn familie 1 Toen de rechters het land bestuurden, was er eens hongersnood in Juda. Daarom besloot een man uit Betlehem naar het land Moab te gaan. Zijn vrouw en zijn

Nadere informatie

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis Het wonder van het kruis De omwisseling aan het kruis Het wonder van het kruis / De Omwisseling Vergeving Verlossing / Reiniging Genezing Bevrijding Verzoening Nieuw leven Getsemane Diezelfde avond ging

Nadere informatie

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

Lesbrief Iedereen betaalt belasting Lesbrief Iedereen betaalt belasting inleiding Iedereen betaalt belasting» waar komt het geld vandaan?» waar gaat het geld naar toe?» nederland, europa en de wereld» Iedereen betaalt belasting 1 Iedereen

Nadere informatie

KINNEKENS KAMP. Gegevens per perceel. Laatste verandering: 15-1-2013. Rekonstruktie van Veghel Martien van Asseldonk

KINNEKENS KAMP. Gegevens per perceel. Laatste verandering: 15-1-2013. Rekonstruktie van Veghel Martien van Asseldonk KINNEKENS KAMP Gegevens per perceel Laatste verandering: 15-1-2013 Rekonstruktie van Veghel Martien van Asseldonk Perceel nr. 1 Nieuw erf van 23-4-1793, groot 5 lopens - oost: de scheidingsloot tussen

Nadere informatie

D37, Scheiweg 2. Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd

D37, Scheiweg 2. Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd D37, Scheiweg 2 Geplaatst in de Heise Krant februari 2015, gewijzigd 12-10-2016 De boerderij aan de Scheiweg met huisnummer 2, voorheen D37 is vanuit Maria-Heide gezien een vrij onbekende boerderij. Op

Nadere informatie

PLATTEGROND. Je neemt de trap tot halverwege, gaat linksaf en volgt de pijl

PLATTEGROND. Je neemt de trap tot halverwege, gaat linksaf en volgt de pijl Lieve kinderen? In heel veel schilderijen en beelden van het Bonnefantenmuseum staan kinderen afgebeeld: kleine, grote, mooie, witte, eenzame en gezellige kinderen. Sterker nog, de naam van het museum

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

2

2 2 Het kerstverhaal Kijk ook op: www.ploegsma.nl www.viviandenhollander.nl www.miesvanhout.nl ISBN 978 90 216 7085 0 / NUR 227 Tekst: Vivian den Hollander 2012 Illustraties: Mies van Hout 2012 Vormgeving:

Nadere informatie

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen Vuurstenen werktuigen steentijd [Stadsmuseum] L ang geleden zag de Achterhoek er heel anders uit dan tegenwoordig. Er waren uitgestrekte heidevelden, moerassen en veel bossen. Kortom, een ruig en onherbergzaam

Nadere informatie

LANG LEVE RO DE LINIE? ME Opdrachtbladen VERBODEN KRINGEN

LANG LEVE RO DE LINIE? ME Opdrachtbladen VERBODEN KRINGEN LNG LEVE RO DE LINIE? ME Opdrachtbladen W Naam Groep Datum LNG LEVE Opdrachtblad Land onder water Opdracht 1 Lees het artikel Toen zou het hier onder water komen op bladzijde 2 van de krant en beantwoord

Nadere informatie

Mijn mond zat vol aarde

Mijn mond zat vol aarde Mijn mond zat vol aarde Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 2 vers 1-12. Bruiloftsfeest

Bijbellezing: Johannes 2 vers 1-12. Bruiloftsfeest Bijbellezing: Johannes 2 vers 1-12 Bruiloftsfeest Sara en Johannes hebben een kaart gekregen In een hele mooie enveloppe Met de post kregen ze die kaart Weet je wat op die kaart stond? Nou? Wij gaan trouwen!

Nadere informatie