GEPATENTEERDE BRANDKLEP

Transcriptie

1 CLIMATE SOLUTIONS HANDLEIDING GEPATENTEERDE BRANDKLEP RECHTHOEKIGE SERIE Cert. Nr CPR-1046

2 Technische handleiding NEDERLANDSE GEPATENTEERDE BRANDKLEP RECHTHOEKIGE SERIE Pa Cert. Nr CPR-1046 Installatietypen met brandwerendheidsklasse

3 INHOUDSOPGAVE Inleiding p. 6 Beschrijving p. 6 Algemene specificaties p. 6 Toegepaste Europese normen p. 6 Keurmerken en certificaten p. 6 Onderdelen p. 6 Beschikbare afmetingen p. 7 Bevestigingslippen p. 8 Montage in batterij p. 9 Prestaties p. 10 Brandwerende classificatie volgens EN : p. 10 Bedieningstypes p. 11 Technische gegevens p. 14 Technische tekening p. 14 Gewicht p. 15 Installatie p. 16 Toepassingsgebieden p. 16 Onbedoeld gebruik p. 16 Plaatsing rotatie-as klepblad p. 16 Gebruik flexibele koppelingen p. 16 Minimale afstanden p. 17 Algemene eigenschappen van de constructiesteunen p. 18 Montage in massieve verticale wand EI 120 S p. 20 Montage in massieve verticale wand EI 120 S - Bijzondere situaties p. 21 Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S p. 22 Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S - Bijzondere situaties p. 24 Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 90 S p. 25 Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S p. 26 Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S - Bijzondere situaties p. 27 Elektrische aansluitingen p. 28 Elektrische verbindingen p. 28 Elektrische specificaties p. 30 Onderhoud en controles p. 31 Periodieke controle p. 31 Verwijdering p. 31 Keuze p. 32 Capaciteit afhankelijk van afmeting p. 32 Capaciteit afhankelijk van drukverlies p. 33 Capaciteit afhankelijk van geluidsniveau p. 36 Grafiek drukverlies en geluidsvermogen voor breedte van 400 mm p. 39 Correctie voor breedte anders dan 400 mm p. 40 Correctie voor de schatting van het spectrum in octaafband (Waarden die bij de geluidsdruk in db(a) moeten worden opgeteld)... p. 40 Toebehoren en reserveonderdelen p. 41 Bestellen p. 45 Brandkleppen met gemotoriseerde reset p. 45 Brandkleppen met handmatige reset p. 45 Elektrische servomotoren p. 46 Samenvatting p. 47 Compacte rechthoekige brandklep serie p. 47 Revisie-index p. 48 5

4 INLEIDING INLEIDING Beschrijving De brandkleppen zijn ontworpen voor montage in ventilatiekanalen die brandwerende wanden of vloeren passeren om te voorkomen dat deze in geval van brand bijdragen aan het verspreiden van rook en vuur. Getest en geclassificeerd volgens de normen EN en EN met drukverlies 500 Pa. Ontworpen en geoptimaliseerd voor kanalen met kleine afmetingen en beperkte montageruimte, met bijzondere aandacht voor lage weerstand en akoestiek. Voorzien van diverse soorten, volledig buiten de wand geplaatste mechanismen, met makkelijk uitwisselbare opbouwconstructies, ook na montage (uitgesloten compacte handmatig). Algemene specificaties Huis van verzinkte platen van koolstaal (of roestvrij staal, uitsluitend verkrijgbaar voor gemotoriseerde versie). Thermisch labyrint in huis. Opschuimende afdichtingen. Openings-/sluitingsmechanisme met IP42-beveiliging (IP54 voor versies met motor). Klepblad van vuurvast materiaal, dikte 25 mm. Afdichtingslip tegen lekkage van koude rook. Opschuimende afdichting om hete rook tegen te houden. Isolerende rand van vuurvast materiaal. Externe opschuimende afdichting. Toegepaste Europese normen CE-markering EN Test EN Classificatie EN Betrouwbaarheid van smeltlood ISO Luchtafdichting EN 1751 Corrosiebestendigheid EN Keurmerken en certificaten CE-betrouwbaarheidscertificaat nr CPR-1046 Efectis Keurmerk voor de Duitse markt nr. Z DIBt NF-keurmerk nr. 09/06.02 AFNOR Keurmerk voor de Zwitserse markt nr VKF-AEAI Keurmerk voor de Zweedse markt nr. SC SP Onderdelen 1. Huis van verzinkte platen van koolstaal of roestvrij staal 2. Thermisch labyrint 3. Silicaatstructuur 4. Vuurvast klepblad 5. As klepblad 6. Afdichting tegen koude lekkage 7. Opschuimende grafietafdichting aan binnenkant van huis voor afdichting van klepblad na sluiting 8. Thermische beveiliging (smeltlood) 9. Bediening klepblad 10. Systeem voor handmatige activering (testknop) 11. Hendel voor handmatige reset 12. Behuizing 13. Externe opschuimende afdichting 14. OPTIE Inspectie-opening zijde A voor breedte 200 mm 15. OPTIE Inspectie-opening zijde C voor breedte 200 mm 6

5 INLEIDING Beschikbare afmetingen Enkele brandkleppen Brandkleppen zijn in alle mogelijke combinaties van onderstaande breedte- en hoogtematen beschikbaar. Hoogte mm Breedte mm Verbinding in batterij voor kanalen met grote afmetingen 1. Verbinding in batterij met naast elkaar geplaatste brandkleppen 2. Verbinding in batterij met boven elkaar geplaatste brandkleppen Verbinding in batterij met naast elkaar geplaatste brandkleppen Gevraagde breedte mm B tot mm B1 mm B2 mm Verbinding in batterij met boven elkaar geplaatste brandkleppen Gevraagde hoogte mm H tot mm H1 mm H2 mm Op basis van de gevraagde afmeting kan de dichtstbijzijnde afmeting worden geselecteerd. 1. De montage van 2 brandkleppen naast elkaar in een batterij met verticale as is toegestaan. Maximumgrootte: 1645x600, 1245x800, 800x Het is niet toegestaan om meer dan twee brandkleppen met elkaar te verbinden 3. Het is niet toegestaan om twee brandkleppen met een verticale as boven elkaar te verbinden. 7

6 INLEIDING Bevestigingslippen 1. Vouw voor wanden dikker of gelijk aan 100 mm 2. Vouw voor wanden dikker of gelijk aan 70 mm 8

7 INLEIDING Montage in batterij De gepatenteerde brandkleppen, rechthoekige serie kunnen naast of op elkaar in een batterij gekoppeld worden (niet meer dan twee brandkleppen) door middel van de bevestigingskit (zie paragraaf Toebehoren en reserveonderdelen p. 41) met een opschuimende afdichting die tussen de twee kleppen moet worden aangebracht. Het paar brandkleppen kan worden gemonteerd in dezelfde type wanden als de enkelvoudige brandklep. 1. Brandklep 2. Afmeting stalen profiel afhankelijk van de te overbruggen lengte 3. Stalen plaat 4. Bevestigingsschroeven Het is niet toegestaan om meer dan twee brandkleppen met elkaar te verbinden 1. Brandklep 2. Afmeting stalen profiel afhankelijk van de te overbruggen lengte 3. Stalen plaat 4. Bevestigingsschroeven Het is niet toegestaan om meer dan twee brandkleppen met elkaar te verbinden Het is niet toegestaan om twee brandkleppen met een verticale as boven elkaar te verbinden. 9

8 INLEIDING Prestaties Prestatie Referentienorm Klasse Reactietemperatuur en grootte van smeltlood ISO Behaald Operationele betrouwbaarheid, openings-/sluitingscycli EN Behaald Corrosie- en zoutbestendigheid EN graad 2 Afdichting huis EN 1751 Klasse C Afdichting van klepblad EN 1751 Minimaal klasse 2 Brandwerende classificatie volgens EN :2005 EI 120 S (500 Pa) EI 90 S (500 Pa) EI 60 S (500 Pa) Lichte wand Minimum dikte wand 100 mm Minimum dichtheid wand 550 kg/m³ Afdichting van gipsplaat ve (i o) Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S p. 22 Minimum dikte wand 100 mm Minimum dichtheid steenwol wand 100 kg/m³ Afdichting van gipsplaat ve (i o) Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 90 S p. 25 Minimum dikte wand 70 mm Minimum dichtheid wand 995 kg/m³ Afdichting van gipsplaat ve (i o) Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S p. 26 Minimum dikte wand 100 mm Minimum dichtheid wand 995 kg/m³ Afdichting van gipsplaat ve (i o) Massieve wandmontage in massieve verticale wand EI 120 S p. 20 D D B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 D - D B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H min 100 x 200 max 800 x 600 B x H zijn de minimale en maximale nominale afmetingen (breedte x hoogte) van de brandkleppen uitgedrukt in mm ve Verticale installatie ho Horizontale installatie (i o) Willekeurige brandrichting Pa Pascal drukverlies E Staat I Thermische isolatie S Rookwerendheid W Afdichting met bindmiddelen D Droge afdichting Cert. Nr CPR

9 INLEIDING Bedieningstypes Handmatig en compacte handmatig Handmatig Positiemicroschakelaars Desgevraagd kan de brandklep uitgerust worden met een positiemicroschakelaar (optie S2) die de positie van het klepblad weergeeft (open of dicht). Zie paragraaf Elektrische aansluitingen p. 28 voor meer informatie. Sluiting op afstand Niet beschikbaar IJktemperatuur voor smeltlood voor automatische sluiting 70 C±7 C (standaard) 95 C±9 C (op aanvraag). VOORZICHTIG: De compact mechanisme niet uitwisselbaar met andere soorten mechanisme Compacte handmatig 1. Handmatige openingshendel 2. Knop voor handmatige sluiting 3. Positie hendel bij geopend klepblad 4. Positie hendel bij gesloten klepblad Sluitsysteem voor klepblad Automatische sluiting met smeltlood. Het besturingssysteem is uitgerust met een smeltlood dat automatisch het klepblad sluit als de temperatuur in het kanaal 70 C (of 95 C voor de versie met een smeltlood 95 C) overschrijdt. De brandklep kan handmatig gesloten worden met de aangegeven knop. Opening van het klepblad De klep moet geopend worden als het ventilatiesysteem is gestopt. Als de brandklep handmatig gesloten is met de knop, kan deze handmatig geopend worden door de hendel tegen de klok in te draaien. Als de brandklep is gesloten wegens activering van het smeltlood, kan de brandklep handmatig geopend worden door de hendel tegen de klok in te draaien nadat het smeltlood vervangen is. 11

10 INLEIDING Handmatig met magneet 1. Handmatige openingshendel 2. Knop voor handmatige sluiting 3. Positie hendel bij geopend klepblad 4. Positie hendel bij gesloten klepblad Gemotoriseerde versie Belimo 1. Handmatige sluitknop 2. Handmatige openingshendel 3. Positie-indicator 4. Klepblad grendelhefboom Sluitsysteem voor klepblad Automatische sluiting met smeltlood. Het besturingssysteem is uitgerust met een smeltlood dat automatisch het klepblad sluit als de temperatuur in het kanaal 70 C (of 95 C voor de versie met een smeltlood 95 C) overschrijdt. De brandklep kan handmatig gesloten worden met de aangegeven knop. De brandklep kan op afstand worden gesloten. Het mechanisme van de versie met handmatig besturing is uitgerust met een elektromagneet die bij een onderbreking van de stroom (versie met magneet bij onderbreking) of bij de stroomlevering (versie met magneet bij toevoer) het klepblad sluit. Opening van het klepblad De klep moet geopend worden als het ventilatiesysteem is gestopt. Als de brandklep handmatig gesloten is met de knop of op afstand middels de elektromagneet, kan deze handmatig geopend worden door de hendel tegen de klok in te draaien. Als de brandklep is gesloten wegens activering van het smeltlood, kan de brandklep handmatig geopend worden door de hendel tegen de klok in te draaien nadat het smeltlood vervangen is. Positiemicroschakelaars Desgevraagd kan de brandklep worden uitgerust een positiemicroschakelaar (optie S2) die de positie van het klepblad weergeeft (open of dicht). Zie paragraaf Elektrische aansluitingen p. 28 voor meer informatie. Sluiting op afstand Middels een elektromagneet bij de toevoer of onderbreking van de stroomvoorziening. IJktemperatuur voor smeltlood voor automatische sluiting 70 C±7 C (standaard) 95 C±9 C (op aanvraag). Sluitsysteem voor klepblad Automatische sluiting met smeltlood. Het besturingssysteem is uitgerust met een smeltlood dat automatisch het klepblad sluit als de temperatuur in het kanaal of in de ruimte 72 C (of 95 C voor de versie met een smeltlood 95 C) overschrijdt Om de brandklep te sluiten als de motor van stroom is voorzien, gebruik de schakelaar op de temperatuursensor of sluit de stroomtoevoer af. Opening van het klepblad De klep moet geopend worden als het ventilatiesysteem is gestopt. Om de brandklep met elektrische servomotor te openen, voorzie de motor van stroom. Zie paragraaf Elektrische aansluitingen p. 28 voor meer informatie. Om de brandklep met de hand te openen, gebruik de meegeleverde openingshendel en draai deze voorzichtig met de klok mee tot de wijzer is geplaatst op 90. Stop het klepblad in de open stand met behulp van de hendel die in de afbeelding is aangegeven. Tijdens het handmatig openen van het klepblad mag de motor niet elektrisch worden gevoed. Positiemicroschakelaars De gemotoriseerde versies zijn standaard uitgerust met twee microschakelaars die de positie van de klep aangeven (open of dicht). Zie paragraaf Elektrische aansluitingen p. 28 voor meer informatie. Sluiting op afstand Het klepblad sluit als de stroomvoorziening van de motor wordt afgesloten. IJktemperatuur voor smeltlood voor automatische sluiting 72 C±7 C (standaard) 95 C±9 C (op aanvraag). 12

11 INLEIDING Gemotoriseerde versie Siemens 1. Handmatige sluitknop 2. Handmatige openingshendel 3. Schroevendraaier 4. Positie-indicator Sluitsysteem voor klepblad Automatische sluiting met smeltlood. Het besturingssysteem is uitgerust met een smeltlood dat automatisch het klepblad sluit als de temperatuur in het kanaal of in de ruimte 72 C (of 95 C voor de versie met een smeltlood 95 C) overschrijdt Om de brandklep te sluiten als de motor van stroom is voorzien, gebruik de schakelaar op de temperatuursensor of sluit de stroomtoevoer af. Opening van het klepblad De klep moet geopend worden als het ventilatiesysteem is gestopt. Om de brandklep met elektrische servomotor te openen, voorzie de motor van stroom. Zie paragraaf Elektrische aansluitingen p. 28 voor meer informatie. Om de brandklep met de hand te sluiten, gebruik de meegeleverde openingshendel en draai deze voorzichtig tegen de klok in tot de wijzer is geplaatst op 90. Stop het klepblad in de open stand door de schroef aangegeven in de afbeelding met de schroevendraaier tegen de klok in te draaien. Tijdens het handmatig openen van het klepblad mag de motor niet elektrisch worden gevoed. Positiemicroschakelaars De gemotoriseerde versies zijn standaard uitgerust met twee microschakelaars die de positie van de klep aangeven (open of dicht). Zie paragraaf Elektrische aansluitingen voor meer informatie. Sluiting op afstand Het klepblad sluit als de stroomvoorziening van de motor wordt afgesloten. IJktemperatuur voor smeltlood voor automatische sluiting 72 C±7 C (standaard) 95 C±9 C (op aanvraag). 13

12 TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS De waarden in de afbeeldingen zijn uitgedrukt in millimeters. Technische tekening H nominale hoogte mm S1 klepblad blootstelling mm ,5 32,5 57,5 S2 klepblad blootstelling mm 21,5 46,5 71,5 96,5 121,5 146,5 171,5 196,5 221,5 Handmatig Gemotoriseerde versie Siemens Handmatig met magneet Gemotoriseerde versie Belimo 14

13 TECHNISCHE GEGEVENS Gewicht Hoogte Breedte Gewicht in kg Handmatige basisversie. Gemotoriseerde versie: +1 kg 15

14 INSTALLATIE INSTALLATIE De waarden in de afbeeldingen zijn uitgedrukt in millimeters. Toepassingsgebieden De brandkleppen van MP3 zijn Brandkleppen voor ventilatiesystemen die ontworpen zijn om, na montage volgens de montage-instructies en de werking omschreven door MP3, samen met brandwerende afschermingselementen zoals wanden of vloeren, te zorgen voor de instandhouding van de brandwerende compartimenten, zoals omschreven in paragraaf 3 5 van de norm EN 15650:10. Het is verplicht om de montage uit te voeren volgens de instructies van het technische blad en de handleiding om de aangegeven prestaties, met name de brandwerendheidsklasse, te behouden. Gebruik is toegestaan in alle civiele en industriële gebouwen. Gebruik is ook toegestaan in een zilte omgeving, zoals: maritieme ruimtes en havens; vismarkten; vleesrokerijen; kaasfabrieken. Onbedoeld gebruik Gebruik in montages anders dan beschreven in de technische specificaties en de handleiding; gebruik als rookklep; gebruik als anti-lekkageklep; gebruik buiten zonder adequate bescherming tegen weersinvloeden; gebruik in explosieve omgevingen; gebruik op schepen; gebruik in afzuigkappen in de keuken; gebruik in pneumatische transportsystemen voor poeders of graan; gebruik in ventilatiesystemen van ruimtes die blootgesteld zijn aan chemische contaminatie; gebruik met montage in niet-inspecteerbare ruimtes. 1. Brandklep 2. Flexibele koppeling 1. Brandklep 2. Flexibele koppeling 3. Verlengaansluiting Zie paragraaf Technische gegevens p. 14 voor de blootstellingswaarden klepblad. Plaatsing rotatie-as klepblad De brandklep kan met de rotatieas van het klepblad horizontaal of verticaal worden aangebracht. Gebruik flexibele koppelingen Men adviseert de flexibele koppelingen te installeren ter compensatie van eventuele thermische uitzetting van het kanaal en buiging van de wand in geval van brand. 16

15 INSTALLATIE Minimale afstanden Het is raadzaam om voldoende ruimte over te laten voor het gebruik van het besturingsmechanisme of voor de verrichting van onderhoud. Lichte wand Overeenkomstig de artikelen 7 en 13 van EN respecteer de minimale afstanden hieronder aangegeven. brandkleppen geïnstalleerd in verticale wand brandkleppen geïnstalleerd in de vloer Installatie a [mm] b [mm] c [mm] d [mm] Montage in batterij Montage in massieve verticale wand EI 120 S p. 20 Afdichting van gipsplaat Ja. E én luchtkanaal Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S p Ja. E én luchtkanaal Afdichting van gipsplaat Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S p Ja. E én luchtkanaal Afdichting van gipsplaat Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 90 S p Nee Afdichting van gipsplaat 1. Verticale zijwand 2. Vloer a. Afstand tussen de brandkleppen geïnstalleerd in verticale wand b. Afstand tussen de brandklep en verticale laterale wand / vloer c. Afstand tussen de brandkleppen geïnstalleerd in de vloer d. Afstand tussen de brandklep en verticale laterale wand 17

16 INSTALLATIE Algemene eigenschappen van de constructiesteunen Europese normen voor brandkleppen schrijven specifieke relaties voor tussen de eigenschappen van de wand/ vloer en de brandwerendheidsklasse die wordt verkregen, alsook de relaties tussen de testwand/-vloer en de daadwerkelijk toegepaste wand/vloer. De testresultaten verkregen bij een type wand/vloer zijn ook van toepassing op alle wanden/vloeren van hetzelfde type met hogere dikte en/of soortgelijke massa. Voor wanden van gipskartonplaten geldt dat de testuitslagen ook van toepassing zijn op wanden met meer lagen per wanddeel. Derhalve moeten de specificaties met betrekking tot dikte en soortelijke massa als minimumeisen beschouwd worden. De wanden/vloeren waar de brandkleppen in worden gemonteerd, moeten volgens toepasselijke brandwerendheidsnormen worden gecertificeerd. Als de brandwerendheidsklasse van de wand/vloer anders is dan die van de brandklep, zal de brandwerendheidsklasse van de volledige installatie de laagste van deze twee klassen zijn. Massieve wanden Wanden mogen opgebouwd zijn uit gasbetonblokken, gestort gasbeton, gasbetonplaten, geperforeerde gasbetonelementen of bakstenen, met de volgende eigenschappen: minimale dikte 100 mm; minimale soortelijke massa 550 kg/m³. Voor wanden uit gasbetonblokken, bakstenen of geperforeerde elementen wordt aangeraden om een verstevigingsbalk te plaatsen boven de opening. afstand tussen verticale profielen niet meer dan 625 mm; bevestiging van de verticale profielen met zelftappende schroeven of vastgeklonken aan het onderste horizontale profiel met simpele insteek in het bovenste horizontale profiel; bevestiging van de profielen op iedere kruising met zelftappende schroeven of vastklinken; realisatie van een profielframe rondom de plaats van de brandklep, met afmetingen zoals weergegeven in de montage-instructies; spouw gevuld met steenwol met een soortelijke massa van minimaal 100 kg/m³; beide zijden opgebouwd uit minstens twee gipsplaten van minimaal 12,5 mm, overlappend om ervoor te zorgen dat de voegen in de bovenste laag niet overeenkomen met de voegen van de onderste laag; gipsplaten van de bovenliggende laag bevestigen met schroeven die lang genoeg zijn om een goede grip in het metalen profiel, en niet enkel in de onderliggende laag te garanderen. 1. Gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 2. Steenwol, 100 kg/m³ 3. Horizontaal U -profiel 4. Verticaal C -profiel 1. Verstevigingsbalk Lichte wanden van gipskartonplaten In de testomgeving zijn lichte wanden van gipskartonplaten met de volgende eigenschappen gebruikt: metalen afdichting middels horizontale U-profielen van 50 mm en verticale C-profielen van 49 mm gemaakt van 0,6 mm dik plaatstaal; afstand tussen verticale profielen maximaal 625 mm; spouw gevuld met steenwol met een soortelijke massa van 100 kg/m³; beide zijden opgebouwd uit twee gipsplaten van 12,5 mm, overlappend om ervoor te zorgen dat de voegen in de bovenste laag niet overeenkomen met de voegen van de onderste laag De volgende voorschriften gelden voor de wanden: breedte van de profielen niet kleiner dan 49 mm; dikte van het plaatstaal van de profielen niet dunner dan 0,6 mm; 18

17 INSTALLATIE Lichte wanden van gipsplaten Lichte wanden van gipskartonplaten kunnen gebouwd worden met speciale, massieve gipsplaten met voegrand, volgens de instructies van de leverancier, met de volgende eigenschappen: minimale dikte 70 of 100 mm, afhankelijk van het type en de beoogde brandwerendheidsklasse; minimale soortelijke massa 995 kg/m³. Over het algemeen is het aan te raden om de muur blind te bouwen en nadien het gat voor de brandklep te maken. 19

18 INSTALLATIE Montage in massieve verticale wand EI 120 S De brandkleppen serie met EI 120 S-classificatie, gemonteerd in massieve wanden, garanderen slechts 120 minuten lang de isolatie van vuur en hitte als deze wanden een minimale brandwerendheidsklasse van REI 120, een minimale dikte van 100 mm en een soortelijke massa van minimaal 550 kg/m³ hebben. Op basis van de norm EN (artikel 13 7) zijn de resultaten van de tests zijn ook van toepassing op wanden van grotere dikte en/of soortelijke massa. De brandkleppen serie kunnen derhalve ook worden gemonteerd in wanden van baksteen of beton met een minimale dikte van 100 mm. Respecteer de minimale afstanden beschreven in paragraaf Minimale afstanden p. 17 Opening in wand voor enkele brandklep In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden die 50 mm breder en hoger is dan de nominale afmetingen van de brandklep. Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. Voor wanden uit gasbetonblokken, bakstenen of geperforeerde elementen wordt aangeraden om een verstevigingsbalk te plaatsen boven de opening. Voor wanden gemaakt van geperforeerde elementen wordt aangeraden om ook ervoor te zorgen, dat het onderdeel waar de opening in komt uit massieve elementen wordt opgebouwd (bijvoorbeeld van gasbetonblokken) om te zorgen voor betere aanhechting van de afdichtingsmortel. Opening in wand voor brandkleppen in een batterij In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden die 50 mm breder en hoger is dan de nominale afmetingen van de twee brandkleppen samen in een batterij: brandkleppen op elkaar breedte = breedte brandklep + 50 mm hoogte = hoogte1 + hoogte mm + 50 mm brandkleppen naast elkaar breedte = breedte1 + breedte mm + 50 mm hoogte = hoogte brandklep + 50 mm Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. Voor wanden uit gasbetonblokken, bakstenen of geperforeerde elementen wordt aangeraden om een verstevigingsbalk te plaatsen boven de opening. Positionering brandklep Til de bevestigingslippen op het huis omhoog. Zie paragraaf Bevestigingslippen p. 8 voor meer informatie. Positioneer de brandklep dusdanig in de uitsparing dat het sluitingsmechanisme 185 mm uit de wand steekt. Zorg ervoor dat de opschuimende afdichting aan de buitenkant van het huis niet beschadigd raakt. Zet de brandklep in deze stand aan de wand vast door de vier schroeven aan te brengen in de gaten van de bevestigingslippen. Uit de dubbele test (met mechanisme in de brand en mechanisme buiten de brand) is gebleken, dat er geen voorkeursoriëntatie bestaat voor de positie van de brandklep, noch met betrekking tot luchtstroom, noch met betrekking tot de kant waarbij de kans op blootstelling aan brand het hoogste is, zoals aangegeven door norm EN (artikel 6 2). Afdichting Geen enkel materiaal moet worden aangebracht. Dek de spleet tussen de wand en de brandklep af door uitsluitend aan de zijde van het mechanisme op de wand een laag gipskartonplatten aan te brengen met een minimale dikte van 12,5 mm en een rand van 100 mm breed te maken. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 20

19 INSTALLATIE Montage in massieve verticale wand EI 120 S - Bijzondere situaties Montage met contact met plafond of vloer of laterale wand De afmetingen van de openingen zijn gelijk aan degene beschreven in de vorige paragraaf. Breng uitsluitend drie U -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de drie vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. Montage in hoek van een ruimte De afmetingen van de openingen zijn gelijk aan degene beschreven in de vorige paragraaf. Breng uitsluitend twee L -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de twee vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. In het geval van naast elkaar geplaatste brandkleppen moeten de brandkleppen wegens de afmeting van het besturingsmechanisme met verticale as worden geplaatst. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Montage aan plafond 2. Montage in hoek van een ruimte 3. Installatiewand 4. Plafond of vloer 5. Zijwand 6. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 21

20 INSTALLATIE Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S De brandkleppen serie met EI 120 S-classificatie, gemonteerd in lichte wanden (van gipskartonplaten), garanderen enkel 120 minuten lang isolatie van vuur en hitte als deze wanden een minimale brandwerendheidsklasse van EI 120 en een minimale dikte van 100 mm hebben. Laboratoriumtests werden verricht met een 100 mm dikke wand met twee lagen 12,5 mm dik gipskartonplaten per zijde en geïsoleerd met steenwol met een soortgelijke massa van 100 kg/m³. Op basis van de norm EN (artikel 13 7) zijn de resultaten van de tests zijn ook van toepassing op wanden van grotere dikte en/of soortelijke massa. Respecteer de minimale afstanden beschreven in paragraaf Minimale afstanden p. 17 Opening in wand voor enkele brandklep In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden met een rand opgebouwd uit metalen profielen voor gipskartonplaten (minimale dikte 0,6 mm), die 75 mm breder en hoger zijn dan de nominale afmetingen van de brandklep. Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. De opening moet rondom bedekt zijn met een laag gipskartonplaten die net zo breed is als de dikte van de wand. Opening in wand voor brandkleppen in een batterij In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden met een rand opgebouwd uit metalen profielen voor gipskartonplaten (minimale dikte 0,6 mm), die 75 mm breder en hoger zijn dan de nominale afmetingen van de twee brandkleppen samen in een batterij: brandkleppen op elkaar breedte = breedte brandklep + 75 mm hoogte = hoogte1 + hoogte mm + 75 mm brandkleppen naast elkaar breedte = breedte1 + breedte mm + 75 mm hoogte = hoogte brandklep + 75 mm De opening moet rondom bedekt zijn met een laag gipskartonplaten die net zo breed is als de dikte van de wand. Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Steenwol, 100 kg/m³ 2. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 3. Gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 22

21 INSTALLATIE Positionering brandklep Til de bevestigingslippen op het huis omhoog. Zie paragraaf Bevestigingslippen p. 8 voor meer informatie. Positioneer de brandklep dusdanig in de uitsparing dat het sluitingsmechanisme 185 mm uit de wand steekt. Zorg ervoor dat de opschuimende afdichting aan de buitenkant van het huis niet beschadigd raakt. Zet de brandklep in deze stand aan de wand vast door de vier schroeven aan te brengen in de gaten van de bevestigingslippen. Uit de dubbele test (met mechanisme in de brand en mechanisme buiten de brand) is gebleken, dat er geen voorkeursoriëntatie bestaat voor de positie van de brandklep, noch met betrekking tot luchtstroom, noch met betrekking tot de kant waarbij de kans op blootstelling aan brand het hoogste is, zoals aangegeven door norm EN (artikel 6 2). Afdichting Geen enkel materiaal moet worden aangebracht. Dek de spleet tussen de wand en de brandklep af door uitsluitend aan de zijde van het mechanisme op de wand een laag gipskartonplatten aan te brengen met een minimale dikte van 12,5 mm en een rand van 100 mm breed te maken. 1. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 2. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 23

22 INSTALLATIE Montage in lichte verticale wand (gipskartonplaten) EI 120 S - Bijzondere situaties Montage met contact met plafond of vloer of laterale wand In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden met drie zijden opgebouwd uit metalen profielen voor gipskartonplaten, met de zijde parallel aan het plafond of de wand die 75 mm breder en hoger is en de zijden haaks op het plafond of de wand die 63 breder en hoger zijn dan de nominale afmetingen van de brandklep. De drie profielen moeten bedekt zijn met een 12,5 mm dikke laag gipskartonplaten die net zo breed is als de dikte van de wand. Aan de wand of het plafond moet niets worden aangebracht. Breng uitsluitend drie U -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de drie vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. Montage in hoek van een ruimte In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden met twee zijden opgebouwd uit metalen profielen voor gipskartonplaten die 63 mm breder en hoger zijn dan de nominale afmetingen van de brandklep. De twee profielen moeten bedekt zijn met een12,5 mm dikke laag gipskartonplaten die net zo breed is als de dikte van de wand. Aan de wand of het plafond moet niets worden aangebracht. Breng uitsluitend twee L -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de twee vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. In het geval van naast elkaar geplaatste brandkleppen moeten de brandkleppen wegens de afmeting van het besturingsmechanisme met verticale as worden geplaatst. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Montage aan plafond 2. Montage in hoek van een ruimte 3. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 4. Installatiewand 5. Plafond of vloer 6. Zijwand 24

23 INSTALLATIE Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 90 S Positionering brandklep De brandkleppen serie met EI 90 S-classificatie, gemonteerd in lichte verticale wanden gemaakt van carreaux de plâtre gipsplaten, garanderen slechts 90 minuten lang de isolatie van vuur en hitte als deze wanden een minimale brandwerendheidsklasse van EI 90, een minimale dikte van 70 mm en een soortelijke massa van minimaal 995 kg/m³ hebben. Op basis van de norm EN (artikel 13 7) zijn de resultaten van de tests zijn ook van toepassing op wanden van grotere dikte en/of soortelijke massa. Respecteer de minimale afstanden beschreven in paragraaf Minimale afstanden p. 17 Opening in de wand In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden die 50 mm breder en hoger is dan de nominale afmetingen van de brandklep. Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. Til de bevestigingslippen op het huis omhoog. Zie paragraaf Bevestigingslippen p. 8 voor meer informatie. Positioneer de brandklep dusdanig in de uitsparing dat het sluitingsmechanisme 202 mm uit de wand steekt. Zorg ervoor dat de opschuimende afdichting aan de buitenkant van het huis niet beschadigd raakt. Zet de brandklep in deze stand aan de wand vast door de vier schroeven aan te brengen in de gaten van de bevestigingslippen. Uit de dubbele test (met mechanisme in de brand en mechanisme buiten de brand) is gebleken, dat er geen voorkeursoriëntatie bestaat voor de positie van de brandklep, noch met betrekking tot luchtstroom, noch met betrekking tot de kant waarbij de kans op blootstelling aan brand het hoogste is, zoals aangegeven door norm EN (artikel 6 2). Afdichting Geen enkel materiaal moet worden aangebracht. Dek de spleet tussen de wand en de brandklep af door uitsluitend aan de zijde van het mechanisme op de wand een laag gipskartonplatten aan te brengen met een minimale dikte van 12,5 mm en een rand van 100 mm breed te maken. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 25

24 INSTALLATIE Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S De brandkleppen serie met EI 120 S-classificatie, gemonteerd in lichte verticale wanden gemaakt van carreaux de plâtre gipsplaten, garanderen slechts 120 minuten lang de isolatie van vuur en hitte als deze wanden een minimale brandwerendheidsklasse van EI 120, een minimale dikte van 100 mm en een soortelijke massa van minimaal 995 kg/m³ hebben. Op basis van de norm EN (artikel 13 7) zijn de resultaten van de tests zijn ook van toepassing op wanden van grotere dikte en/of soortelijke massa. Respecteer de minimale afstanden beschreven in paragraaf Minimale afstanden p. 17 Opening in wand voor enkele brandklep In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden die 50 mm breder en hoger is dan de nominale afmetingen van de brandklep. Het wordt aangeraden om niet meer dan 10 mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. Opening in wand voor brandkleppen in een batterij In de wand moet een rechthoekige opening gemaakt worden die 50 mm breder en hoger is dan de nominale afmetingen van de twee brandkleppen samen in een batterij: brandkleppen op elkaar breedte = breedte brandklep + 50 mm hoogte = hoogte1 + hoogte mm + 50 mm brandkleppen naast elkaar breedte = breedte1 + breedte mm + 50 mm hoogte = hoogte brandklep + 50 mm Het wordt aangeraden om niet meer dan 10mm van de aangegeven afmetingen af te wijken om te zorgen voor goede thermische isolatie. Positionering brandklep Til de bevestigingslippen op het huis omhoog. Zie paragraaf Bevestigingslippen p. 8 voor meer informatie. Positioneer de brandklep dusdanig in de uitsparing dat het sluitingsmechanisme 185 mm uit de wand steekt. Zorg ervoor dat de opschuimende afdichting aan de buitenkant van het huis niet beschadigd raakt. Zet de brandklep in deze stand aan de wand vast door de vier schroeven aan te brengen in de gaten van de bevestigingslippen. Uit de dubbele test (met mechanisme in de brand en mechanisme buiten de brand) is gebleken, dat er geen voorkeursoriëntatie bestaat voor de positie van de brandklep, noch met betrekking tot luchtstroom, noch met betrekking tot de kant waarbij de kans op blootstelling aan brand het hoogste is, zoals aangegeven door norm EN (artikel 6 2). Afdichting Geen enkel materiaal moet worden aangebracht. Dek de spleet tussen de wand en de brandklep af door uitsluitend aan de zijde van het mechanisme op de wand een laag gipskartonplatten aan te brengen met een minimale dikte van 12,5 mm en een rand van 100 mm breed te maken. B. Nominale breedte afmeting (mm) H. Nominale hoogte afmeting (mm) 1. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 26

25 INSTALLATIE Montage in lichte verticale wand (gipsplaten) EI 120 S - Bijzondere situaties Montage met contact met plafond of vloer of laterale wand De afmetingen van de openingen zijn gelijk aan degene beschreven in de vorige paragraaf. Breng uitsluitend drie U -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de drie vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. Montage in hoek van een ruimte De afmetingen van de openingen zijn gelijk aan degene beschreven in de vorige paragraaf. Breng uitsluitend twee L -vormige lijsten van gipskartonplaten aan langs de twee vrije zijden van de brandklep. Deze montage is ook toegestaan in het geval van twee brandkleppen in een batterij boven of naast elkaar. In het geval van naast elkaar geplaatste brandkleppen moeten de brandkleppen wegens de afmeting van het besturingsmechanisme met verticale as worden geplaatst. 1. Montage aan plafond 2. Montage in hoek van een ruimte 3. Afdichting van gipskartonplaten, dikte 12,5 mm 4. Installatiewand 5. Plafond of vloer 6. Zijwand 27

26 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Elektrische verbindingen Laat de elektrische aansluitingen door gekwalificeerd en getraind personeel verrichten. Haal de stroomvoorziening los alvorens werkzaamheden uit te voeren aan de elektrische onderdelen en controleer of de stroom niet per toeval of per ongeluk kan inschakelen. Handmatig en compacte handmatig Elektronische kaart S1-25 (optie S2) voor positiemicroschakelaars klepblad (handmatig) Handmatig met magneet - Versie LR/LI (directe voeding op magneet 24 V DC) Elektronische kaart S1-25 (optie S2) voor positiemicroschakelaars klepblad Elektronische kaart S1-25-B (optie S2) voor positiemicroschakelaars klepblad (compacte handmatig) 1 Contacten positiemicroschakelaars klepblad 2 Voedingskabels magneet 24 V DC. Neem de polariteit van de magneet bij toevoer in acht (Rood = +, Zwart = -) FCB Contact brandklep gesloten DCB Contact brandklep open NO Normaal open C Gedeeld NF Normaal gesloten Handmatig met magneet - Versie MR/MI (voeding magneet 24 V DC/48 V DC middels kaart S0-25) Elektronische kaart S0-25 voor voeding magneet 24VDC 48V DC. Inclusief positiemicroschakelaars klepblad 1 Contacten positiemicroschakelaars klepblad FCU Contact brandklep gesloten DCU Contact brandklep open NO Normaal open C Gedeeld NF Normaal gesloten 1 Contacten positiemicroschakelaars klepblad 2 Contacten voor voeding magneet. Voeding 24 V DC of 48 V DC. Neem de polariteit van de magneet bij toevoer in acht MAG Voeding magneet FCU Contact brandklep gesloten DCU Contact brandklep open NO Normaal open C Gedeeld NF Normaal gesloten 28

27 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Positie van de positiemicroschakelaars voor handmatige bediening en bediening met magneet Gemotoriseerde versie Belimo-motoren: BFL24T, BFN24T, BF24T, BFL230T, BFN230T, BF230T. 1. Het klepblad van de brandklep is geopend (de lucht kan stromen) 2. Het klepblad van de brandklep is geopend (de lucht kan niet stromen) FCU Contact brandklep gesloten DCU Contact brandklep open Siemens-motoren: GNA126, GGA126. Siemens-motoren: GNA326, GGA326. Elektrische aansluiting gemotoriseerde brandkleppen Om de brandkleppen aan te sluiten op de installatie, ga als volgt te werk: Verifieer of de voedingsspanning en de frequentie corresponderen met de vereisten van de servomotor (zie technisch platje); Verricht de aansluitingen volgens het onderstaande schema. 29

28 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Positie van de microschakelaars voor de gemotoriseerde versie 1 Negatief (gelijkstroom) of neutraal (wisselstroom) 2 Positief (gelijkstroom) of fase (wisselstroom) 3 Fase 4 Neutraal S1 Gedeeld, microschakelaar brandklep dicht S2 Normaal gesloten, microschakelaar brandklep dicht S3 Normaal open, microschakelaar brandklep open S4 Gedeeld, microschakelaar brandklep open S5 Normaal gesloten, microschakelaar brandklep open S6 Normaal open, microschakelaar brandklep open Elektrische specificaties Voedingsspanning en opgenomen vermogen Positiecontacten Handmatig en compacte handmatig Versie met handmatige reset: 12VDC / 2A 125VAC / 0,1A - Handmatig met magneet Gemotoriseerde versie Belimo Gemotoriseerde versie Siemens Magneet (MR/MI): 24/48 V DC (automatische omschakeling spanning op elektronische kaart S0-25 voor magneet 24V). Magneet bij stroomonderbreking (MR/LR): P = 1,6 W Motor 24V AC/DC (VSB): Belimo BFL24T Bij openen: 2,5 W In stand-by: 0,8 W Motor 24V AC/DC (VPS): Siemens GNA126 Bij openen: 3,5 W In stand-by: 2 W Versie met gemotoriseerde reset: Siemens: AC 24V 230V / 6 (2)A Belimo: DC 5V AC 250V / 1mA 3A (0,5A) Sluittijd klepblad Veer: 1 s Motor: < 30 s Beschermingsgraad IP42 IP42 MAGNETISCHE VERSIE IP54 GEMOTORISEERDE VERSIE Magneet (LR/LI): 24 V DC Magneet bij stroomtoevoer (MI/LI): P = 3,4 W Motor 230 V AC (DSB): Belimo BFL230T Bij openen: 3,5 W In stand-by: 1,1 W Motor 230V AC (DPS): Siemens GNA326 Bij openen: 4,5 W In stand-by: 3,5 W 30

29 ONDERHOUD EN CONTROLES ONDERHOUD EN CONTROLES De brandkleppen van MP3 vereisen geen onderhoud. Periodieke controle Het wordt aanbevolen om periodieke controles te verrichten met de regelmaat die door de nationale wetgeving wordt voorgeschreven. Verricht de periodieke controles conform de norm EN bijlage C en de norm EN bijlage D. Verwijdering Neem voor de verwijdering de nationale wetgeving in acht. Raadpleeg tevens de richtlijn 2011/65/EU voor de elektrische en elektronische onderdelen. 31

30 KEUZE KEUZE Capaciteit afhankelijk van afmeting Maximale frontale luchtsnelheid = 12 m/s Breedte (mm) Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Hoogte (mm) m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h 200 0,020 0, ,030 0, ,040 0, ,050 0, ,025 0, ,038 0, ,050 0, ,063 0, ,030 0, ,045 0, ,060 0, ,075 0, ,035 0, ,053 0, ,070 0, ,088 0, ,040 0, ,060 0, ,080 0, ,100 0, ,045 0, ,068 0, ,090 0, ,113 0, ,050 0, ,075 0, ,100 0, ,125 0, ,055 0, ,083 0, ,110 0, ,138 0, ,060 0, ,090 0, ,120 0, ,150 0, Breedte (mm) Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Hoogte (mm) m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h 200 0,060 0, ,070 0, ,080 0, ,090 0, ,075 0, ,088 0, ,100 0, ,113 0, ,090 0, ,105 0, ,120 0, ,135 0, ,105 0, ,123 0, ,140 0, ,158 0, ,120 0, ,140 0, ,160 0, ,180 0, ,135 0, ,158 0, ,180 0, ,203 0, ,150 0, ,175 0, ,200 0, ,225 0, ,165 0, ,193 0, ,220 0, ,248 0, ,180 0, ,210 0, ,240 0, ,270 0, Breedte (mm) Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Hoogte (mm) m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h 200 0,100 0, ,110 0, ,120 0, ,130 0, ,125 0, ,138 0, ,150 0, ,163 0, ,150 0, ,165 0, ,180 0, ,195 0, ,175 0, ,193 0, ,210 0, ,228 0, ,200 0, ,220 0, ,240 0, ,260 0, ,225 0, ,248 0, ,270 0, ,293 0, ,250 0, ,275 0, ,300 0, ,325 0, ,275 0, ,303 0, ,330 0, ,358 0, ,300 0, ,330 0, ,360 0, ,390 0, Breedte (mm) Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Frontale afmeting Netto afmeting Maximale capaciteit Hoogte (mm) m² m² m³/h m² m² m³/h m² m² m³/h 200 0,140 0, ,150 0, ,160 0, ,175 0, ,188 0, ,200 0, ,210 0, ,225 0, ,240 0, ,245 0, ,263 0, ,280 0, ,280 0, ,300 0, ,320 0, ,315 0, ,338 0, ,360 0, ,350 0, ,375 0, ,400 0, ,385 0, ,413 0, ,440 0, ,420 0, ,450 0, ,480 0,

31 KEUZE Capaciteit afhankelijk van drukverlies ΔP = 5 Pa Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 33

32 KEUZE ΔP = 10 Pa Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2 Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9 Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 >Qmax ,5 >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax

33 KEUZE ΔP = 15 Pa Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4 >Qmax - - Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 >Qmax - - >Qmax ,5 >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - Breedte (mm) Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Q Lw Hoogte (mm) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) m³/h db(a) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3 >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax - - >Qmax

34 KEUZE Capaciteit afhankelijk van geluidsniveau Lw = 30 db(a) Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 36

35 KEUZE Lw = 40 db(a) Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,1 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 37

36 KEUZE Lw = 45 db(a) Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,1 Breedte (mm) Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Q ΔP Hoogte (mm) m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa m³/h Pa , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6 38

37 KEUZE Grafiek drukverlies en geluidsvermogen voor breedte van 400 mm Voorbeeld B = Breedte [mm] B = 350 H = Hoogte [mm] H = 250 Q = Luchtdebiet [m³/h] Q = 2520 m³/h V1 = Frontale luchtsnelheid [m/s] V1 = 8 m/s ΔP = Totaal drukverlies [Pa] Uit de figuur: ΔP = 15x1,05=15,8 Pa Lw = Geluidsvermogen [db(a)] Uit de figuur: Lw = 45,5-0,3=45,2 db(a) F = Centrale frequentie octaafband [Hz] 39

38 KEUZE Correctie voor breedte anders dan 400 mm Correctie voor breedte anders dan 400 mm B in mm ΔP x 2 1,64 1,52 1,3 1,16 1,05 1 0,93 0,89 0,87 0,84 0,82 0,8 0,78 0,77 Lw + -1,9-1,6-1,2-0,9-0,5-0,3 0 0,3 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,5 Correctie voor de schatting van het spectrum in octaafband (Waarden die bij de geluidsdruk in db(a) moeten worden opgeteld) V1 (m/s) F (Hz)

39 TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN 4 afdichtingslijsten voor wandmontage B X H B = nominale breedte (bijv. 100) H = nominale hoogte (bijv. 200) KIT[B][H] Kit kaart S1-25-B met microschakelaars klepblad open-dicht + 2 schroeven, serie 25/23 (compacte handmatig) WHKS125B Kit kaart S1-25 met microschakelaars klepblad open-dicht + 2 schroeven, serie 25/23 WHKS125 Kit moederbord S0-25 en microschakelaars klepblad open-dicht + 2 schroeven voor handbediend magnetisch WHKS025 mechanisme serie 25/23 voor voeding magneet met 24 V DC en 48 V DC Kit enkel magneet bij toevoer 24 V DC + 2 schroeven voor handbediend magnetisch mechanisme serie 25/23 WHKMAGI25 Kit magneet bij onderbreking 24 V DC + 2 schroeven voor handbediend magnetisch mechanisme serie 25/23 WHKMAGR25 Groep lijnschakelaar serie 25 met zekering WK70 WHKDISR 41

40 TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN Handbediend mechanisme serie 25 met doos basic + afscherming + nok en hendel + 2 bevestigingsschroeven, groep lijnschakelaar uitgesloten WHK25MANB Handbediend mechanisme serie 25 + afscherming + nok en hendel + kaart S1-25 met positiemicroschakelaars voor klepblad + 2 bevestigingsschroeven, groep lijnschakelaar uitgesloten WHK25MANBS2 Handbediend mechanisch mechanisme serie 25 groep lijnschakelaar uitgesloten + magneet bij onderbreking met voeding 24 V DC + afscherming en schroeven (zonder positiemicroschakelaar voor klepblad) (1) Handbediend mechanisch mechanisme serie 25 groep lijnschakelaar uitgesloten + magneet bij toevoer met voeding 24 V DC + afscherming en schroeven (zonder positiemicroschakelaars+ voor klepblad) (1) WHK25MANMLR WHK25MANMLI Handbediend magnetisch mechanisme serie 25 groep lijnschakelaar uitgesloten + kaart S0-25 met positiemicroschakelaars voor klepblad + magneet bij onderbreking met voeding 24 V DC of 48 V DC + afscherming en schroeven Handbediend magnetisch mechanisme serie 25 groep lijnschakelaar uitgesloten + kaart S0-25 met positiemicroschakelaars voor klepblad + magneet bij toevoer met voeding 24 V DC of 48 V DC + afscherming en schroeven WHK25MANMMR WHK25MANMMI Hendel voor reset voor WH/WK25 (reserveonderdeel voor handbediend mechanisme) WHK25PLSLEVA Gemotoriseerde plaat WK25/23 voor Siemens GNA + bevestigingsschroeven (motor niet inbegrepen) Gemotoriseerde plaat WK25/23 voor Belimo BFL + bevestigingsschroeven (motor niet inbegrepen) WK25MTS WK25SMB Motor - serie Belimo - voor brandkleppen voor de motor BFL24T voeding 24 V AC/DC, smeltlood 72 C Motor - serie Belimo - voor brandkleppen voorbereid voor BFL24T-ST motor, voeding 24 V AC/DC, thermische beveiliging 72 C met stekkers voor controle- en toezichtsystemen Motor - serie Belimo Top Line - voor brandkleppen voorbereid voor BF24TLT-ST motor, voeding 24 V AC/DC, thermische beveiliging 72 C met stekkers voor controle- en toezichtsystemen Motor - serie Belimo - voor brandkleppen voor de motor BFL230T voeding 230 V AC, smeltlood 72 C BFL24T BFL24T-ST BF24TLT-ST BFL230T 42

41 TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN Motor - serie Siemens - voor brandkleppen voor de motor GNA126 voeding 24 V AC/DC, smeltlood 72 C Motor - serie Siemens - voor brandkleppen voor de motor GNA326 voeding 230 V AC, smeltlood 72 C GNA126 GNA326 Montagekit in batterij L = te verbinden lengte (bijv. 200 ) bestaande uit twee paar metalen profielen en 14 schroeven WKSBA25[L] Inspectie-opening zijde A WKSPA Inspectie-opening zijde C WKSPC Inspectie-opening zijde A+C WKSPAC (Uitsluitend verkrijgbaar tijdens de bestelling van de brandklep met een nominale breedte groter of gelijk aan 200 mm) Vervangend smeltlood van koper geijkt op 70 C voor handbediend mechanisme Vervangend smeltlood van koper geijkt op 95 C voor handbediend mechanisme Smeltlood 72 C voor motor Belimo BFL en BFN (reserveonderdeel) Smeltlood 95 C voor motor Belimo BFL en BFN (accessoire) Smeltlood 72 C voor motor Siemens GNA en GGA (reserveonderdeel) Smeltlood 95 C voor motor Siemens GNA en GGA (accessoire) WK70 WK95 WWEZBAT72 WWEZBAT95 MT-FUSASK79.4 MT-FUSASK79.5 Huis van brandklep gelakt met matzwart epoxypoeder WK25PAINT[B][H] Corrosiebestendigheid: Uitstekend Hittebestendigheid: Zeer goed Directe stootvastheid (gelakte zijde): 2Kg 5cm ISO 6272 Omgekeerde stootvastheid (ongelakte zijde): 2Kg 5cm ISO 6272 Bestendigheid tegen vochtkamer: geen enkele vorming van bubbels na 500 uur overeenkomstig ISO 6270 Corrosiebestendigheid bij zoutnevel: vorming van barsten overdwars <1mm na 500 uur overeenkomstig IS 9227 Communicatie- en regeleenheid BKS24-1B voor regeling en controle van 1 brandklep met Belimo motor WHBKS241B Communicatie- en regeleenheid BKS24-9A voor regeling en controle van maximaal 9 brandkleppen met Belimo motor WHBKS249A 43

42 TOEBEHOREN EN RESERVEONDERDELEN Communicatie- en voedingseenheid: BKN voor Belimo BFL24T-ST, BFN24T-ST en BF24T-ST motoren Communicatie- en voedingseenheid LON: BKN230-24LON voor Belimo BF24TL-T-ST motoren Communicatie- en voedingseenheid Modbus: BKN230-24MOD voor Belimo BFL24T-ST, BFN24T-ST en BF24T- ST motoren Communicatie- en voedingseenheid MPBUS voor BKS24-9A of Belimo UK24MOD en UK24BAC gateways: BKN C-MP voor Belimo BFL24T-ST, BFN24T-ST en BF24T-ST motoren Communicatie- en voedingseenheid Modbus: BKN230MOD voor Belimo BFL230T, BFN230T en BF230T motoren WHBKN23024 WHKBKN230-24LON WHKBKN230-24MOD WHKBKN C-MP WHKBKN230MOD Belimo UK24BAC gateway voor BACnet communicatie WHKUK24BAC (1) Het wordt aanbevolen om de handbediende brandklep met magneet uit te rusten met positiemicroschakelaars. 44