UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/804 VAN DE COMMISSIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/804 VAN DE COMMISSIE"

Transcriptie

1 L 121/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/804 VAN DE COMMISSIE van 11 mei 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal (ander dan roestvrij staal), met een rond profiel, met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van oorsprong uit de Volksrepubliek China DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie ( de basisverordening ) ( 1 ), en met name artikel 9, lid 4, In overleg met de lidstaten, Overwegende hetgeen volgt: 1. Voorlopige maatregelen A. PROCEDURE (1) Op 13 februari 2016 heeft de Europese Commissie ( de Commissie ) een onderzoek geopend naar aanleiding van een klacht die op 4 januari 2016 was ingediend door het Defence Committee of the Seamless Steel Tubes Industry of the European Union ( de klager ) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van het soortgelijke product vertegenwoordigen. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal over dumping van het betrokken product en de aanmerkelijke schade als gevolg daarvan werd voldoende geacht om een onderzoek te openen. (2) Op 12 november 2016 heeft de Commissie bij Verordening (EU) 2016/1977 van de Commissie ( 2 ) ( de voorlopige verordening ) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal (ander dan roestvrij staal), met een rond profiel, met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van oorsprong uit de Volksrepubliek China ( VRC, China of het betrokken land ). 2. Vervolg van de procedure (3) Na de mededeling van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan was besloten een voorlopig antidumpingrecht in te stellen ( mededeling van de voorlopige bevindingen ), hebben producenten in de Unie, Chinese producenten-exporteurs en een vereniging van Chinese producenten-exporteurs schriftelijke opmerkingen ingediend. De belanghebbenden die daartoe een verzoek hadden ingediend, zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. (4) De Commissie heeft de opmerkingen van de belanghebbenden in overweging genomen en heeft in voorkomend geval de voorlopige bevindingen dienovereenkomstig gewijzigd. (5) De Commissie heeft alle partijen in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan zij voornemens was een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen in te stellen ( de mededeling van de definitieve bevindingen ). Alle partijen hebben binnen een bepaalde termijn opmerkingen kunnen maken ten aanzien van deze mededeling van de definitieve bevindingen. De opmerkingen van de belanghebbenden zijn onderzocht en indien passend in aanmerking genomen. 3. Steekproeven (6) In de overwegingen 7 tot en met 9 van de voorlopige verordening verzocht de Commissie om opmerkingen over de representativiteit van een van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie. ( 1 ) PB L 176 van , blz. 21. ( 2 ) Verordening (EU) 2016/1977 van de Commissie van 11 november 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal (ander dan roestvrij staal), met een rond profiel, met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 305 van , blz. 1).

2 L 121/ (7) Een Chinese producent-exporteur voerde aan dat de desbetreffende producent in de Unie uit de steekproef moest worden verwijderd, omdat de gegevens ervan de bevindingen voor de gehele bedrijfstak zouden verstoren. Een tweede Chinese producent-exporteur wees erop dat Vallourec de grootste onderneming in de steekproef was, waardoor onduidelijk bleef of de steekproef representatief was voor de bedrijfstak van de Unie. De klager voerde aan dat de Chinese producenten ook steeds meer concurreren op het gebied van op maat gemaakte en hoogwaardige producten. De klager wees er ook op dat de olie- en gasproducten voornamelijk worden uitgevoerd naar landen buiten de Unie, zodat dit verschil in assortiment op de markt van de Unie slechts een kleine rol speelt. (8) De Commissie heeft om aanvullende gegevens verzocht en een aanvullend controlebezoek uitgevoerd bij de producent in de Unie. Uit de bevindingen bleek dat de producent in de Unie een breder productassortiment produceert dan de andere in de steekproef opgenomen producenten in de Unie, maar dat dit brede gamma, waaronder buizen voor energieopwekking, olie en gas en de bouwnijverheid, binnen de productomschrijving valt. Zowel de producenten in de Unie als de Chinese producenten houden zich bezig met zowel standaardproducten als hoogwaardige producten. De specifieke producent in de Unie vertegenwoordigt een groot deel van de productie in de Unie. De Commissie concludeerde daarom dat de producent in de Unie deel uitmaakt van de bedrijfstak van de Unie en dat er geen reden is om hem van de steekproef uit te sluiten. Eventuele ongewenste invloeden die de specifieke situatie van deze onderneming op het beeld van de schade zou kunnen hebben, zijn met prijscorrecties en wegingen gecorrigeerd, zoals uiteengezet in de overwegingen 81, 84 en 146. (9) De vereniging van Chinese producenten-exporteurs herhaalde haar eerdere kritische opmerkingen met betrekking tot de opening van het onderzoek, waaronder haar bezwaar tegen de methode waarmee voorafgaand aan de opening van het onderzoek een voorlopige steekproef wordt samengesteld. Daarnaast stelde de vereniging dat de klacht niet onderbouwd was, dat deze van slechte kwaliteit was en gebaseerd op veronderstellingen, dat de productomschrijving te ruim was en producten combineerde die te veel van elkaar verschillen, en dat er te veel vertrouwelijke elementen waren. (10) De Commissie herinnerde eraan dat belanghebbenden opmerkingen konden indienen over de voorlopige selectie van in de steekproef opgenomen ondernemingen. De opmerkingen van de Chinese vereniging werden pas na het verstrijken van de uiterste termijn ontvangen, toen de steekproef al bevestigd was. Dit argument werd derhalve afgewezen. Met betrekking tot de overige argumenten merkte de Commissie op dat in het stadium van indiening van een klacht niet evenveel bewijsmateriaal voor dumping en schade vereist was als nodig zou zijn voor de instelling van maatregelen. De argumenten met betrekking tot de vertrouwelijke bijlagen bij de klacht werden onderzocht en de vertrouwelijkheid ervan werd gerechtvaardigd geacht. De Chinese vereniging heeft in elk geval een gedetailleerd antwoord op haar argumenten tegen de opening van het onderzoek ontvangen. (11) Aangezien er geen andere opmerkingen over de methode voor het nemen van de steekproeven waren ontvangen, werden de in de overwegingen 10 tot en met 13 van de voorlopige verordening vastgestelde voorlopige bevindingen bevestigd. 4. Individueel onderzoek (12) Zoals vermeld in overweging 14 van de voorlopige verordening, verzochten drie producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen om de vaststelling van een individuele dumpingmarge overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de basisverordening. Na de bekendmaking van de voorlopige maatregelen besloten twee van hen echter hun verzoek om een individueel onderzoek in te trekken. De enige producent-exporteur die zijn oorspronkelijke verzoek om een individueel onderzoek handhaafde, was Zhejiang Gross Seamless Steel Tube Co., Ltd. 5. Formulieren voor de aanvraag van behandeling als marktgerichte onderneming (13) Tijdens het onderzoek werd door geen van de producenten-exporteurs een aanvraagformulier voor behandeling als marktgerichte onderneming ingediend. De bevindingen van overweging 15 van de voorlopige verordening werden derhalve bevestigd. 6. Antwoorden op de vragenlijsten en controlebezoeken (14) Naast de vragenlijsten en bezoeken die in de overwegingen 16 en 17 van de voorlopige verordening zijn beschreven, heeft de Commissie de klager en een producent in de Unie aanvullende vragen gesteld om de bevindingen in de voorlopige verordening betreffende schade en oorzakelijk verband te controleren. Bovendien heeft een Chinese producent-exporteur een vragenlijst voor een individueel onderzoek ontvangen.

3 L 121/5 (15) Bij de volgende partijen werd een controlebezoek uitgevoerd: a) Producenten-exporteurs in de VRC: Zhejiang Gross Seamless Steel Tube Co., Ltd (individueel onderzoek) b) Producenten in de Unie: Vallourec Deutschland GmbH, Duitsland c) Niet-verbonden importeurs: Edgen Murray GmbH, Oostenrijk/Verenigd Koninkrijk Meever & Meever BV, Nederland Cuñado SA, Spanje. 7. Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode (16) De vereniging van Chinese producenten-exporteurs uitte kritiek op het beginpunt van de beoordelingsperiode (2012) en stelde dat het jaar 2011 een geschikter beginpunt zou zijn geweest. Zij voerde aan dat de invoer van het betrokken product uit China naar de EU tussen 2011 en 2012 was gedaald van ton tot ton. Dit betekent dat met 2012 als basisjaar de invoer uit China tijdens de beoordelingsperiode een stijging (tot ton) te zien geeft, en met 2011 als basisjaar juist een daling. Zij vroeg om een aanvullende toelichting op de keuze voor (17) De Commissie merkte op dat de beoordelingsperiode in overeenstemming met de gangbare praktijk was vastgesteld. Zoals uiteengezet in overweging 18 van de voorlopige verordening bestrijkt de beoordelingsperiode drie volledige kalenderjaren voorafgaand aan het onderzoektijdvak. Er is geen grond om een ander tijdvak te kiezen. De opmerking werd derhalve afgewezen. De van de belanghebbenden verkregen gegevens hadden hoe dan ook uitsluitend betrekking op de beoordelingsperiode. Het vaststellen van de schade-indicatoren was dus alleen mogelijk voor de periode 2012 tot en met De Commissie kon de gegevens over de omvang van de invoer uit China sinds 2011 dus niet gebruiken om conclusies te trekken over de algehele ontwikkeling van de situatie van de bedrijfstak van de Unie. Aangezien de winstgevendheid sinds 2012 een dalende trend vertoonde, zoals beschreven in de overwegingen 91 tot en met 92, zou de situatie van de bedrijfstak van de Unie een nog negatievere ontwikkeling hebben vertoond als het jaar 2011 in de beoordelingsperiode was meegeteld. (18) Na de mededeling van de definitieve bevindingen werd door een Chinese producent-exporteur en de vereniging van Chinese producenten-exporteurs aangevoerd dat de verklaring die de Commissie in overweging 59 (overeenkomend met overweging 47 van het algemene informatiedocument) aanvoerde voor de verschillen in de omvang van de uitvoer, niet op enig bewijs gebaseerd was. (19) De Commissie maakte duidelijk dat overweging 59 geen betrekking had op het argument dat het jaar 2011 in het onderzoektijdvak had moeten worden opgenomen, maar op een opmerking van een andere belanghebbende, die had gewezen op een vermeende inconsistentie in vergelijking met een eerder onderzoek met betrekking tot hetzelfde product. De argumenten van de Chinese vereniging van producenten-exporteurs met betrekking tot het onderzoektijdvak zijn in overweging 17 behandeld. (20) Aangezien er geen andere opmerkingen over het onderzoektijdvak waren ontvangen, werd overweging 18 van de voorlopige verordening bevestigd. B. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT (21) Een van de Chinese producenten-exporteurs voerde aan dat de productomschrijving te ruim was, aangezien deze ook productsoorten van gelegeerd staal omvatte waarvan de respectieve kosten en prijzen aanzienlijk afwijken van het standaard betrokken product. De producent-exporteur vroeg om productsoorten van gelegeerd en hooggelegeerd staal ( 1 ) van de productomschrijving uit te sluiten. ( 1 ) Chroomgehalte minimaal 0,5 % en lager dan 7 %; chroomgehalte minimaal 7 % en lager dan 10,5 %. Deze soorten zijn in de PCN-tabel herkenbaar als categorie 4 en 5 aan de hand van het eerste cijfer van het PCN.

4 L 121/ (22) De vereniging van Chinese producenten-exporteurs stelde dat de productomschrijving drie verschillende marktsegmenten verenigt, namelijk a) olie/gas, b) energiecentrales en c) bouwnijverheid, en dat de schade voor elk van die segmenten afzonderlijk had moeten worden beoordeeld. Zij verklaarde dat het product, als het bestemd is voor een van de marktsegmenten, moet voldoen aan specifieke industriële normen en daarom niet in een ander segment kan worden gebruikt. Daarbij verwees zij als bewijs naar de praktijk in Canada en de Verenigde Staten, waar bij antidumpingonderzoeken onderscheid was gemaakt tussen buizen en pijpen voor de olie- en gassector en buizen en pijpen voor andere sectoren. (23) Met betrekking tot dit laatste argument voerde één belanghebbende aan dat zijn uitvoer naar de Unie uitsluitend betrekking had op de bouwsector. (24) Met betrekking tot het eerste argument, aangaande gelegeerd en hooggelegeerd staal, merkte de Commissie op dat de omschrijving van het betrokken product een grote verscheidenheid aan productsoorten bestrijkt die allemaal dezelfde of vergelijkbare technische en fysieke basiskenmerken hebben. De Commissie heeft rekening gehouden met de verschillen tussen de productsoorten en een eerlijke vergelijking gewaarborgd. Elke productsoort die door de Chinese producenten-exporteurs werd geproduceerd en verkocht en elke productsoort die door de bedrijfstak van de Unie werd geproduceerd en verkocht, kreeg een uniek productcontrolenummer (PCN). Het PCN was gebaseerd op de belangrijkste kenmerken van het product, in dit geval productsoort, uitwendige diameter, wanddikte, afschrikken & ontlaten, lengte, buisuiteinde en tests. De uit China ingevoerde productsoorten werden dus op PCN-basis vergeleken met de door de bedrijfstak van de Unie geproduceerde en verkochte producten die dezelfde of vergelijkbare kenmerken hadden. Met name via het eerste kenmerk (productsoort) werden nietgelegeerde, gelegeerde en hooggelegeerde staalsoorten van elkaar gescheiden. Bij de vergelijkingen werd dus rekening gehouden met de verschillen in kosten en prijzen tussen gelegeerd en hooggelegeerd staal. Om te kunnen bepalen of producten voldoende gelijk zijn om hen als hetzelfde product te kunnen beschouwen, moet volgens de jurisprudentie ( 1 ) worden vastgesteld of zij dezelfde technische en fysieke kenmerken, basisgebruiksdoeleinden en prijs-kwaliteitverhouding hebben. In dat verband moet ook worden gekeken naar de onderlinge uitwisselbaarheid en de concurrentie tussen die producten. Uit het onderzoek is gebleken dat alle productsoorten gemaakt zijn van staal en worden vervaardigd met behulp van productieprocessen die vereist zijn voor naadloze buizen, dus met gebruikmaking van vergelijkbare machines, zodat producenten al naargelang de vraag kunnen omschakelen op andere varianten van het product. Hoewel alle verschillende productsoorten onderling niet rechtstreeks uitwisselbaar zijn, concurreren producenten dus met elkaar voor bestellingen die een breed scala aan productsoorten bestrijken. Bovendien worden deze productsoorten zowel door de bedrijfstak van de Unie als door de Chinese producenten-exporteurs geproduceerd en verkocht, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vergelijkbare productiemethode. (25) Met betrekking tot het tweede argument (over de marktsegmenten) wordt niet onderbouwd op welke basis productsoorten uit het ene of het andere marktsegment van de productomschrijving moet worden uitgesloten. Evenmin wordt aangegeven waarom per segment een afzonderlijke schadebeoordeling moet worden uitgevoerd. De definitie van het betrokken product, naadloze buizen en pijpen met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, is noch na het bericht van inleiding, noch in de antwoorden op de vragenlijsten of tijdens de controlebezoeken betwist. Zoals uiteengezet in overweging 24 is het PCN gebaseerd op fysieke en technische basiskenmerken, niet op potentieel eindgebruik of marktsegment. In elk geval is uit het onderzoek gebleken dat zowel de Chinese producenten-exporteurs als de producenten in de Unie in elk van de drie segmenten actief zijn. Bovendien worden de rechten voor iedere individuele Chinese producent-exporteur berekend op basis van een gewogen gemiddelde per productsoort. Dit betekent dat voor een gegeven productmix de totale te betalen rechten gelijk zouden blijven. Hoewel sommige productsoorten lagere marges zouden krijgen en andere hogere, zou de som van alle marges gelijk zijn aan het gewogen gemiddelde van alle productsoorten. (26) Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden een Chinese producent-exporteur en de vereniging van Chinese producenten-exporteurs verdere bezwaren aan met betrekking tot de productomschrijving. Zij voerden aan dat de producten voor het olie- en gassegment, vanwege uiteenlopende eisen inzake normen, soort legering en gebruiksdoeleinden, verschilden van de producten voor de twee andere segmenten en daarmee niet uitwisselbaar waren. Volgens hen was een behoorlijke vergelijking tussen de productsoorten op basis van het PCN niet mogelijk, aangezien de productomschrijving zelf niet naar behoren was vastgelegd. Wat het feit betreft dat producenten hun aandacht naar andere segmenten verschoven, voerden zij aan dat de moeilijkheden in de twee andere segmenten daarom het resultaat moesten zijn van marktwerking en geen verband hadden met de invoer uit China. Daarnaast voerden zij aan dat de verschuiving van de aandacht van producenten in de Unie naar andere segmenten een commerciële strategie was, die vanwege de lagere verkoopprijzen in de andere segmenten in vergelijking met die van olie- en gasproducten noodzakelijkerwijs tot teruglopende inkomsten leidde. (27) De Commissie verwees naar overweging 24, waarin zij tot de conclusie was gekomen dat sommige van de verschillende productsoorten, ook al waren ze met name vanwege uiteenlopende eisen inzake normen en ( 1 ) Zaak C-595/11; PB C 164 van , blz. 6.

5 L 121/7 grondstoffen niet rechtstreeks uitwisselbaar, toch dezelfde of vergelijkbare technische en fysieke basiskenmerken vertoonden. Wat de verschuiving van de aandacht naar andere segmenten betreft, werd de mogelijkheid van de producenten om hun aandacht van het ene segment naar het andere te verleggen door de opmerkingen van de belanghebbenden niet in twijfel getrokken. Zo bevestigden de opmerkingen de in overweging 24 vermelde bevindingen dat de producten voor verschillende segmenten door dezelfde producenten en met gebruikmaking van vergelijkbare machines werden vervaardigd en dat de producenten afhankelijk van de vraag op andere varianten kunnen omschakelen. Daarom concludeerde de Commissie dat de productomschrijving correct was, en dus dat het mogelijk was productsoorten op basis van het PCN met elkaar te vergelijken. De Commissie is derhalve tot de conclusie gekomen dat deze argumenten niet in tegenspraak waren met de bevindingen van het onderzoek. (28) De Commissie concludeerde dan ook dat alle soorten van het betrokken product dezelfde fysieke en technische basiskenmerken hebben. Daarom werden de bovenstaande argumenten afgewezen en de bevindingen in de overwegingen 19 tot en met 22 van de voorlopige verordening bevestigd. 1. Referentieland C. DUMPING (29) Zoals vermeld in de overwegingen 24 tot en met 28 van de voorlopige verordening werd Mexico gekozen als geschikt referentieland voor de vaststelling van de normale waarde voor de VRC overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening. (30) Na de instelling van de voorlopige maatregelen voerde een van de belanghebbenden aan dat Zuid-Korea als een geschikter referentieland moet worden beschouwd, aangezien de productiekosten en het productieproces van de Koreaanse fabrieken veel dichter bij die van de Chinese liggen. Er werd ook aangevoerd dat er tussen een aantal Chinese producenten-exporteurs en de producent in het referentieland of producenten in de Unie sprake is van aanzienlijke verschillen op het vlak van kosten en productietechnologie. Het productieproces van de Chinese fabrieken is naar verluidt geavanceerder en bepaalde aanpassingen zijn nodig om een eerlijke vergelijking te waarborgen. (31) Hierbij moet worden opgemerkt dat het betrokken product een nichemarkt vormt, zodat slechts een relatief klein aantal producenten het kan produceren. Bovendien werken de producenten in het referentieland mee op vrijwillige basis. CISA suggereerde weliswaar dat Zuid-Korea een geschikter referentieland zou zijn, maar vermeldde daarbij geen specifieke Koreaanse producent die tot medewerking bereid zou zijn. Hierbij wordt eraan herinnerd dat de Commissie in de voorlopige fase 13 ondernemingen in 8 landen om medewerking heeft gevraagd. Hoewel een van die onderneming een Zuid-Koreaanse was, heeft die specifieke onderneming nooit op het verzoek gereageerd. Op basis van informatie op internet en na raadpleging van de websites van 41 producenten van staalproducten in Zuid-Korea werd vastgesteld dat slechts drie van hen naadloze buizen en pijpen produceerden. Twee van die producenten produceerden buizen en pijpen met een kleine diameter die niet tot het betrokken product behoorden, terwijl de enige producent van het betrokken product in Zuid-Korea een productietechnologie gebruikte die niet vergelijkbaar is met de technologieën die voornamelijk werden gebruikt door de Chinese producenten. Uit het onderzoek is gebleken dat Zuid-Korea voornamelijk naadloze buizen en pijpen met een kleine diameter produceerde die niet tot het onderzochte product behoren, of gebruikmaakte van een productietechnologie die niet vergelijkbaar is met de technologie die door de Chinese producenten van het betrokken product wordt gebruikt. Daarom concludeerde de Commissie dat Zuid-Korea niet als geschikt referentieland kon worden beschouwd. (32) Bovendien komt het productieproces van de Mexicaanse producent ook al maken de Chinese producenten gebruik van een verscheidenheid aan productieprocessen overeen met een van die door de Chinese producenten gebruikte processen. De overeenkomsten tussen de productieprocessen in Mexico en de VRC bood verdere ondersteuning voor de conclusie dat Mexico in het kader van dit onderzoek een geschikt referentieland was. (33) De belanghebbende leverde onvoldoende bewijs om de verschillen tussen zijn vermeende geavanceerde productietechnologie en de in Mexico gebruikte technologie toe te lichten en te kwantificeren in termen van kosten. De belanghebbende verstrekte geen enkele informatie over de kosten voor specifieke Chinese producenten of voor de bedrijfstak in China en verwees evenmin naar andere producenten die soortgelijke productieprocessen gebruikten, op basis waarvan de Commissie tot een beoordeling had kunnen komen van de vermeende verschillen tussen de in China gebruikte technologie en de technologie van de medewerkende Mexicaanse producent en van de eventuele invloed op de geschiktheid van Mexico als referentieland. Bovendien werd geen medewerking verkregen van Zuid-Korea. Het argument werd daarom afgewezen. De Commissie bevestigde derhalve dat Mexico het enige beschikbare geschikte referentieland was. (34) Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerde een van de Chinese producenten-exporteurs aan dat de Commissie Mexico kritiekloos als referentieland had geaccepteerd, enkel en alleen omdat die keuze paste bij haar behoefte om hoge dumpingmarges vast te stellen.

6 L 121/ (35) Dit specifieke argument is niet meer dan een bewering en werd door de belanghebbende niet verder onderbouwd, net zomin als de belanghebbende bewijs leverde voor zijn stelling dat Mexico geen geschikt referentieland zou zijn. Hoe het ook zij, de Commissie wijst erop dat zij, op grond van het GLS-arrest van het Hof van Justitie (C-338/10), verplicht is om in gevallen waarin slechts één producent-exporteur in een land met een markteconomie medewerking verleent, dat land te gebruiken. Het argument werd daarom afgewezen. 2. Normale waarde (36) De details van de berekening van de normale waarde zijn uiteengezet in de overwegingen 29 tot en met 37 van de voorlopige verordening. (37) Een van de Chinese producenten-exporteurs voerde aan dat de meeste gegevens voor de vaststelling van de dumpingmarge zonder redelijke onderbouwing vertrouwelijk zijn gehouden. De partij plaatste in het bijzonder kanttekeningen bij het feit dat de normale waarde van de medewerkende producent niet was meegedeeld. (38) Volgens artikel 19, lid 1, van de basisverordening zijn inlichtingen die wegens hun aard vertrouwelijk zijn inlichtingen waarvan de bekendmaking: 1) een concurrent aanmerkelijke mededingingsvoordelen zou geven, of 2) degene die de inlichtingen heeft verstrekt of degene van wie degene die de inlichtingen heeft verstrekt deze inlichtingen heeft verkregen, ernstig zou benadelen. Aangezien gegevens over verkoopcijfers en kosten wegens hun aard vertrouwelijk zijn, zijn de gegevens met betrekking tot de winst, verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten van de producent in het referentieland in de voorlopige verordening op procentuele basis en als orde van grootte verstrekt, waarmee maximale transparantie wordt geboden zonder het vertrouwelijke karakter van die gegevens te schenden. De producent in het referentieland had een onderbouwd verzoek ingediend tot vertrouwelijke behandeling van zijn verkoopcijfers en kosten, aangezien de bekendmaking van die gegevens nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de concurrentiepositie van de onderneming. Daarnaast zou de bekendmaking van de normale waarde concurrenten in staat kunnen stellen de prijzen en kosten van de producent in het referentieland te reconstrueren. Het argument werd daarom afgewezen. (39) Aangezien er geen andere opmerkingen over de normale waarde waren ontvangen, werden de overwegingen 29 tot en met 37 van de voorlopige verordening bevestigd. (40) Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerde een Chinese producent-exporteur, Zhejiang Gross Seamless Steel Tube Co., Ltd ( Gross ), aan dat de Commissie slechts één door berekening vastgestelde normale waarde gebruikte voor alle 27 productsoorten die Gross in het onderzoektijdvak uitvoerde, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende soorten staal en rekening te houden met de kosten voor afschrikken en ontlaten in het productieproces. Dit specifieke argument was gebaseerd op een lezing en interpretatie van losse delen van het algemene informatiedocument, waarbij geen rekening werd gehouden met de context van het document als geheel. (41) De Commissie wees er in dit verband op dat de details van de berekening van de dumpingmarge in de overwegingen 44 tot en met 47 van de voorlopige verordening en in overweging 41 van het algemene informatiedocument waren uiteengezet. In overweging 44 van de voorlopige verordening wordt juist vermeld dat de Commissie de normale waarde en de uitvoerprijs voor elk product afzonderlijk vergeleek en nooit één enkele normale waarde voor alle productsoorten gebruikte. In de vragenlijsten die werden verzonden aan de producent in het referentieland, de Chinese producenten-exporteurs en de producenten in de Unie waren de voor de vergelijking gebruikte productsoorten omschreven. De staalsoort, de noodzaak tot afschrikken en ontlaten en andere kenmerken werden aangegeven en bij de berekening van de productiekosten en die van de normale waarde voor elke productsoort afzonderlijk in aanmerking genomen, waarbij voor elk kenmerk naar behoren werd gecorrigeerd. Omdat het argument gebaseerd was op een onjuiste interpretatie van het algemene informatiedocument, werd het afgewezen. (42) Gross voerde ook aan dat de Commissie bij het vaststellen van zijn uitvoer alle productsoorten die TAMSA (de Mexicaanse producent in het referentieland) niet produceert, moet uitsluiten. (43) Naar aanleiding van de WTO-uitspraken in de zaak Europese Gemeenschappen Definitieve antidumpingmaatregelen inzake bepaalde ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China ( 1 ) volgt de Commissie de regel dat voor alle door de producent-exporteur uitgevoerde productsoorten een normale waarde moet worden gevonden of berekend. Het argument werd daarom door de Commissie afgewezen. 3. Uitvoerprijs (44) Aangezien er geen opmerkingen over de uitvoerprijs waren ontvangen, werden de overwegingen 38 en 39 van de voorlopige verordening bevestigd. ( 1 ) WTO, rapport van de beroepsinstantie, AB , WT/DS397/AB/RW van 18 januari 2016.

7 L 121/9 4. Vergelijking (45) De details van de methode waarmee de normale waarde en de uitvoerprijs van de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs met elkaar werden vergeleken, zijn uiteengezet in de overwegingen 40 tot en met 43 van de voorlopige verordening. (46) Er wordt aan herinnerd dat China een beleid hanteert waarbij de btw bij uitvoer slechts gedeeltelijk wordt vergoed. Om te garanderen dat de normale waarde op hetzelfde belastingniveau als de uitvoerprijs werd uitgedrukt, werd de normale waarde in de voorlopige verordening vermeerderd met dat deel van de btw op de uitvoer van naadloze buizen en pijpen met een grote diameter dat niet aan de Chinese producenten-exporteurs werd vergoed. De specifieke niet-terugvorderbare btw bedroeg 8 % voor alle productsoorten. (47) In dit verband voerden de klagers aan dat de terugvorderbare btw in China niet voor alle productsoorten gelijk was. Specifiek was de terugvorderbare btw 13 % voor buizen en pijpen die in de olie- en gaswinning worden gebruikt, en 9 % voor de andere productsoorten. De klager betoogde dat de dumpingmarges op die basis zouden moeten worden herberekend, en vroeg een bevestiging dat de specifieke btw daadwerkelijk was betaald voordat zij werd vergoed. (48) Omdat de btw in China voor alle productsoorten gelijk was, namelijk 17 %, bedroeg de niet-terugvorderbare btw voor buizen en pijpen voor de olie- en gaswinning dus 4 % en voor de andere productsoorten 8 %. (49) In reactie hierop heeft de Commissie de correcties herzien voor ondernemingen die de werkelijk vergoede btw voor elke transactie afzonderlijk in hun antwoorden op de vragenlijst hadden vermeld. Dit betrof specifiek de producenten-exporteurs Yangzhou Lontrin Steel Tube Co., Ltd en Hengyang Valin MPM Co., Ltd De dumpingmarges voor deze ondernemingen werden dienovereenkomstig herberekend. De herberekening waarbij rekening werd gehouden met de specifieke niet-terugvorderbare btw-tarieven heeft geleid tot iets lagere dumpingmarges. De dumpingmarges van de andere in de steekproef opgenomen ondernemingen bleven op het voorlopige niveau. (50) Tijdens de controlebezoeken werd bevestigd dat de btw daadwerkelijk was betaald voordat zij werd vergoed. 5. Dumpingmarges (51) De details van de berekening van de dumping zijn uiteengezet in de overwegingen 44 tot en met 47 van de voorlopige verordening. (52) Voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs hebben de preciezere btw-correcties op de normale waarden geleid tot de volgende definitieve dumpingmarges, uitgedrukt als percentage van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring: Onderneming Definitieve dumpingmarge (%) Yangzhou Chengde Steel Pipe Co., Ltd. 45,4 Hubei Xinyegang Special Tube Co., Ltd. 103,8 Yangzhou Lontrin Steel Tube Co., Ltd. 39,9 Hengyang Valin MPM Co., Ltd. 92,9 Andere medewerkende producenten 73,6 Alle andere producenten 103,8 Voor de enige producent-exporteur die om een individueel onderzoek heeft verzocht, Zhejiang Gross Seamless Steel Tube Co., Ltd, werd de definitieve dumpingmarge in het algemene informatiedocument vastgesteld op 66,0 %. (53) Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerde een Chinese producent-exporteur, Zhejiang Gross Seamless Steel Tube Co., Ltd ( Gross ), aan dat zijn dumpingmarge (66,0 %) niet hoger kan zijn dan de dumpingmarges van Yangzhou Chengde Steel Pipe Co., Ltd, ( Chengde ) en Yangzhou Lontrin Steel Tube Co., Ltd ( Lontrin ), die respectievelijk 45,4 % en 39,9 % bedroegen. Dat argument was gebaseerd op een combinatie van twee overwegingen: i) de aanname dat bij de berekening van de dumpingmarge voor de drie Chinese exporteurs dezelfde normale waarde werd gebruikt, en ii) het feit dat de gemiddelde uitvoerprijs per eenheid van Gross volgens de Chinese handelsstatistieken op het niveau van de douanecodes hoger was dan de respectieve prijzen van Chengde en Lontrin.

8 L 121/ (54) Met betrekking tot de door Gross gemaakte aanname herinnerde de Commissie eraan dat de berekening van de dumpingmarge niet was gebaseerd op een gemiddelde normale waarde voor iedere producent-exporteur, maar op de normale waarde van elke productsoort die door deze producent-exporteur naar de markt van de Unie werd uitgevoerd. De productmix die werd uitgevoerd was dus de bepalende factor voor de berekening van de gewogen gemiddelde dumpingmarge. Aangezien de drie producenten-exporteurs in het onderzoektijdvak niet dezelfde productmix uitvoerden, is de specifieke aanname van Gross onjuist. Bovendien waren de uitvoerprijzen per eenheid die voor de berekening van de dumpingmarge werden gebruikt, gebaseerd op de werkelijke uitvoertransacties en niet op statistische gegevens. Tegelijkertijd werden de uitvoerprijzen per eenheid vastgesteld op het niveau van de productsoorten, wat niet overeenkomt met het niveau van de douanecodes waar Gross in zijn argument van uitgaat. Omdat het argument was gebaseerd op onjuiste aannamen en onvoldoende met feiten was gestaafd, werd het afgewezen. Wel werden tijdens het heronderzoek van de dumpingmargeberekeningen een aantal administratieve fouten ontdekt, die na correctie leidden tot een daling van de definitieve dumpingmarge van 66,0 % tot 52,3 %. D. BEDRIJFSTAK VAN DE UNIE (55) Aangezien er geen opmerkingen over de bedrijfstak van de Unie waren ontvangen, werden de overwegingen 49 tot en met 51 van de voorlopige verordening bevestigd. (56) De opmerkingen bij overweging 52 van de voorlopige verordening betreffende de steekproef van de bedrijfstak van de Unie zijn hierboven aan de orde gekomen in samenhang met de opmerkingen bij de overwegingen 7 tot en met 9 van de voorlopige verordening. E. SCHADE 1. Verbruik in de Unie (57) Aangezien er geen opmerkingen over het verbruik in de Unie waren ontvangen, werden de conclusies in overweging 53 van de voorlopige verordening bevestigd. 2. Invoer in de Unie uit het betrokken land Omvang en marktaandeel van de betrokken invoer (58) Na de mededeling van de voorlopige bevindingen betwistte een van de Chinese producenten-exporteurs de in overweging 54 van de voorlopige verordening vermelde omvang van de invoer in 2012, met als argument dat die omvang verschilde van de gegevens die waren gebruikt in een reeds beëindigd onderzoek dat betrekking had op hetzelfde product. (59) De Commissie verduidelijkte dat de klacht in dat vorige onderzoek was ingediend in december Daarom had die klacht geen betrekking op de omvang van de invoer in het gehele jaar 2012, maar op de omvang van de invoer in de tweede helft van 2011 en de eerste helft van De in overweging 54 van de voorlopige verordening gebruikte gegevens waren gebaseerd op de gegevens van Eurostat voor de jaren 2012 tot en met Het argument werd daarom afgewezen. (60) Na de mededeling van de definitieve bevindingen voerden een Chinese producent-exporteur en de vereniging van Chinese producenten-exporteurs aan dat de Commissie in haar uitleg in overweging 59 niet is ingegaan op hun argument dat 2011 een beter beginjaar voor het onderzoektijdvak zou zijn geweest. (61) De Commissie verduidelijkte dat overweging 59 betrekking had op een ander argument, dat door een andere belanghebbende was aangedragen. Het argument met betrekking tot het onderzoektijdvak werd behandeld in overweging 17. (62) Aangezien er geen andere opmerkingen over de omvang van de invoer waren ontvangen, werden de overwegingen 54 en 55 van de voorlopige verordening bevestigd. Invoerprijzen en prijsonderbieding (63) Na de mededeling van de definitieve bevindingen werd een administratieve fout met betrekking tot de invoerstatistieken vastgesteld in de overwegingen 56 tot en met 58 en in overweging 105 van de voorlopige verordening.

9 L 121/11 (64) Als gevolg hiervan werden de bevindingen in overweging 56 van de voorlopige verordening als volgt herzien: Onderstaande tabel bevat de gemiddelde prijs van de invoer uit China: OT (2015) Gemiddelde prijs in EUR/ton Index (2012 = 100) Bron: Europese Commissie (Eurostat) (65) De bevindingen in overweging 57 van de voorlopige verordening werden als volgt herzien: De gemiddelde invoerprijzen zijn vastgesteld aan de hand van de Eurostat-invoerstatistieken. De gemiddelde invoerprijzen vanuit de VRC zijn redelijk stabiel gebleven tijdens de beoordelingsperiode. De invoerprijzen waren enigszins lager gedurende het jaar 2014 dan in de voorgaande jaren, maar in 2015 stegen de prijzen weer naar hun oorspronkelijke niveau. (66) Verder werden de bevindingen in overweging 58 van de voorlopige verordening als volgt herzien: De gemiddelde invoerprijzen zijn echter afhankelijk van de productmix, met name van de staalkwaliteit, die niet getoond wordt in de handelsstatistieken. Terwijl de gemiddelde verkoopprijs bij uitvoer van alle Chinese producenten-exporteurs EUR/ton bedroeg gedurende het OT, was de gemiddelde verkoopprijs bij uitvoer van de in de steekproef opgenomen Chinese producenten-exporteurs EUR/ton, variërend van 946 EUR/ton tot EUR/ton. (67) Aangezien er geen andere opmerkingen over de invoerprijzen waren ontvangen, werden de overwegingen 56 tot en met 59 van de voorlopige verordening, zoals herzien in de overwegingen 64 tot en met 66, bevestigd. (68) Na de mededeling van de voorlopige bevindingen werd door een van de Chinese producenten-exporteurs en de vereniging van Chinese producenten-exporteurs verzocht om een nadere motivering voor het weglaten van twee kenmerken uit de productcontrolenummers (PCN) bij de berekening van de prijsonderbieding en de schademarge. Volgens hen zou het weglaten van deze twee kenmerken tot onredelijk hoge schademarges kunnen hebben geleid. Zij vroegen de Commissie tevens om nader toe te lichten waarom de uit China uitgevoerde productcontrolenummers 214NN en 215NN niet overeenkwamen met de verkoop in de Unie door producenten in de Unie. (69) In overeenstemming met de informatie die in het kader van de voorlopige bevindingen aan de producentenexporteurs was verstrekt, legde de Commissie uit dat er onvoldoende onderlinge afstemming kon worden gevonden op basis van het volledige, uit zeven kenmerken bestaande PCN. Het PCN werd vereenvoudigd door de productkenmerken afschrikken & ontlaten en tests weg te laten. Als gevolg van de vereenvoudiging kwam in de voorlopige fase 62 % tot 99 % van de uitvoer van de in de steekproef opgenomen Chinese producentenexporteurs overeen met productsoorten die in de Unie door de bedrijfstak van de Unie werden verkocht. In tegenstelling tot hetgeen werd beweerd, konden de bevindingen inzake schade dankzij het hogere niveau van overeenstemming op een representatieve basis worden gestoeld en niet slechts op een klein aantal transacties. Naar aanleiding van de argumenten van de Chinese producenten-exporteurs heeft de Commissie de vergelijkingsmethode aangepast. De invoerprijzen van de overgebleven productsoorten die niet door de bedrijfstak van de Unie werden verkocht, werden vergeleken met een berekende verkoopprijs in de Unie die gebaseerd was op de gemiddelde verkoopprijs van de meest overeenkomende groep productsoorten, namelijk die met hetzelfde eerste PCN-kenmerk. Zo werd 100 % van de uitvoer van de in de steekproef opgenomen Chinese producentenexporteurs gekoppeld aan een soortgelijk aandeel van de verkoop door producenten in de Unie. De prijsonderbiedingsmarges liepen uiteen van 15,2 % tot 29,1 %. (70) Wat de specifieke productcontrolenummers betreft, lichtte de Commissie toe dat de reden waarom deze uitvoer in de voorlopige fase niet aan een overeenkomstige verkoop door producenten in de Unie was gekoppeld, het feit was dat de desbetreffende productsoort met een wanddikte van meer dan 30 mm niet door producenten in de Unie werd verkocht. In de definitieve fase werden ook deze productsoorten volgens de hierboven uiteengezette aangepaste methode in de prijsvergelijking opgenomen. (71) Na de mededeling van de definitieve bevindingen vroeg een Chinese producent-exporteur om zijn individuele schademarge in vergelijking met die van de andere Chinese producenten-exporteurs nader toe te lichten aan de hand van een prijsvergelijking van de douanestatistieken. Daarnaast maakte deze producent-exporteur bezwaar tegen het feit dat de PCN-code met het weglaten van de twee kenmerken was vereenvoudigd, omdat deze vereenvoudiging volgens hem niet te verdedigen was en kan hebben geleid tot een vergelijking op verschillende niveaus. In plaats daarvan verzocht hij de Commissie om voor een aantal van zijn productsoorten een correctie voor fysieke kenmerken toe te passen voor het proces van afschrikken en ontlaten, door de gemiddelde kosten van dat

10 L 121/ proces bij de berekening van het prijsbederf buiten beschouwing te laten. Ten derde wees dezelfde producent erop dat de verkoopprijzen in de Unie geen logische patronen volgden in relatie tot lengte en wanddikte. Ten vierde vroeg hij tevens om nadere informatie over de herkomst van de berekende verkoopprijs in de Unie voor de productsoorten waarvoor geen uitvoer naar de Unie was vastgesteld. (72) Met betrekking tot het eerste argument verklaarde de Commissie dat de prijsvergelijkingen worden gemaakt op basis van productsoort. Om die reden volgt het resultaat niet noodzakelijkerwijs de patronen van de gemiddelde prijs op het niveau van de douanecodes, aangezien de productmixen binnen eenzelfde douanecode van producent-exporteur tot producent-exporteur verschillen. Wat betreft het tweede argument aanvaardde de Commissie het verzoek om een correctie. Als gevolg hiervan werd de schademarge voor deze producentexporteur opnieuw berekend voor de productsoorten waarop het verzoek betrekking had. Afschrikken en ontlaten bleek op minder dan 5 % van de verkoop in de Unie van de betrokken producten te worden toegepast. Uit de beschikbare gegevens bleek dat de kosten van de afschrik- en ontlaatbehandeling tussen [30-60] EUR/ton bedroegen. De invloed van de aanpassing op de schademarge van de Chinese producent-exporteur bedroeg minder dan 0,2 %. Met betrekking tot het derde argument (over patronen in de prijsstelling) verduidelijkte de Commissie dat de gemiddelde verkoopprijzen in de Unie waren vastgesteld aan de hand van gecontroleerde transacties van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie. De prijzen waren afhankelijk van de specifieke marktomstandigheden op het tijdstip van elke transactie. Ten vierde verduidelijkte de Commissie, met betrekking tot de herkomst van de berekende verkoopprijs, dat de verkoopprijs per eenheid overeenkomstig de informatiedocumenten was berekend door het gemiddelde te nemen van de verkoopprijs in de Unie van alle productsoorten met hetzelfde eerste PCN-kenmerk. (73) Na de mededeling van de definitieve bevindingen werd de berekende verkoopprijs in de Unie door een tweede Chinese producent-exporteur betwist. Die producent-exporteur betoogde dat de verkoopprijzen in de Unie niet zouden moeten worden gebaseerd op de gemiddelde verkoopprijs in de Unie van alle producten in dezelfde categorie, zoals uitgelegd in overweging 69, maar op de gemiddelde verkoopprijs in de Unie van alleen die productsoorten die door de individuele Chinese producent-exporteur waren uitgevoerd. (74) De Commissie wees erop dat een dergelijke methode voor hetzelfde PCN tot verschillende verkoopprijzen in de Unie zou hebben geleid, afhankelijk van de productmix van iedere individuele producent-exporteur. Zo zou een gelijke behandeling van alle Chinese producenten-exporteurs derhalve niet gewaarborgd zijn. Resultaten die op minder productsoorten worden gebaseerd, zouden ook minder representatief zijn dan de resultaten die gebaseerd zijn op alle productsoorten die in de Unie worden verkocht. Het argument werd daarom afgewezen. (75) De Chinese producent-exporteur betwistte het gebruik van verkoopprijzen in de Unie voor de berekening van de prijsonderbieding in overweging 60 en voor de berekening van de schademarge in de overwegingen 138 tot en met 140 van de voorlopige verordening. Volgens de producent-exporteur was die methode niet correct, omdat de gemiddelde resultaten van de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk niet gelijk zijn aan het specifieke resultaat van elk productcontrolenummer. Hij betoogde dat de vergelijking in plaats daarvan op basis van de kosten had moeten worden gemaakt. (76) De Commissie wees erop dat het gebruik van de kosten in plaats van de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, zoals voorgesteld door de Chinese producent-exporteur, tot een minder nauwkeurige vergelijking zou hebben geleid. Dat komt omdat een vergelijking op basis van kosten niet voor het handelsstadium kan worden gecorrigeerd, aangezien het handelsstadium alleen in aanmerking kan worden genomen door specifieke verkooptransacties, namelijk de rechtstreekse verkoop aan eindgebruikers, buiten beschouwing te laten. Een op kosten gebaseerde berekening zou daarentegen gebaseerd zijn op de productiekosten, waarbij alle producten dus samen worden genomen. De invoer uit China verloopt via handelaars. Bij de directe verkoop aan eindgebruikers is doorgaans sprake van bijkomende specifieke vereisten, zoals uiteengezet in overweging 61 van de voorlopige verordening. Een berekening op basis van kosten zou er dus toe hebben geleid dat verschillende soorten transacties en producten met elkaar zouden zijn vergeleken. In tegenstelling tot wat wordt beweerd, leidde het feit dat rekening werd gehouden met het handelsstadium juist tot lagere schademarges, aangezien de dure rechtstreekse verkoop aan eindgebruikers niet in de berekening werd meegenomen. (77) De klager maakte bezwaar tegen het feit dat in overweging 61 van de voorlopige verordening de rechtstreekse verkoop aan eindgebruikers buiten beschouwing werd gelaten. Hij voerde aan dat de verkoop van de Chinese producten ook specifieke en hoogwaardige producten omvat, ondanks het feit dat deze verkoop via distributeurs verloopt. Volgens de klager is er dus geen reden om de rechtstreekse verkoop aan eindgebruikers bij de vergelijking buiten beschouwing te laten. (78) De Commissie merkte op dat zowel de bedrijfstak van de Unie als de Chinese exporteurs voornamelijk via handelaars verkopen. Daarom was zij van oordeel dat een vergelijking van prijzen in hetzelfde handelsstadium, zoals beschreven in de overwegingen 60 en 61 van de voorlopige verordening, de meest betrouwbare beschikbare methode is om de prijzen bij invoer uit China te vergelijken met de meest gelijksoortige transacties bij verkoop in de Unie.

11 L 121/13 (79) Daarom werden de conclusies in de overwegingen 60 tot en met 62 van de voorlopige verordening bevestigd. 3. Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie (80) In de overwegingen 8 en 107 van de voorlopige verordening werd de aandacht gevestigd op de hoge kosten van een van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie. Dit is na de instelling van de voorlopige maatregelen verder onderzocht. (81) Ten eerste is het effect van buitengewone afschrijvingen van een producent in de Unie buiten beschouwing gelaten bij het bepalen van de winstgevendheid van de verkoop door producenten in de Unie. De buitengewone afschrijvingen in de jaarrekening hadden betrekking op het waardeverlies van bepaalde activa na de terugval in de verkoop in het olie- en gassegment buiten de Unie. De afschrijvingen bedroegen in totaal zo'n miljoen EUR voor de groep in de periode Een deel van de afschrijvingen had gevolgen voor de waarde van de productiefaciliteiten voor het betrokken product in Europa en was geregistreerd als productiekosten. Dit deel van de afschrijving zorgde er dus voor dat de verkoop door producenten in de Unie verliesgevender leek dan wanneer die verkoop een normale kostenstructuur zou hebben gehad. Daarom werd deze waardevermindering niet opgenomen in de kosten van de verkoop door producenten in de Unie. Als gevolg hiervan kwamen de gemiddelde kosten van de verkoop door producenten in de Unie in 2014 en EUR/ton lager uit. (82) Na de mededeling van de definitieve bevindingen verzocht een Chinese producent-exporteur de Commissie om toe te lichten of zij de afschrijvingen van alle vier in de steekproef opgenomen producenten in de Unie had onderzocht en hoe zij die afschrijvingen aan het betrokken product had toegewezen. (83) De Commissie verduidelijkte dat de normale afschrijvingen van alle vier in de steekproef opgenomen producenten in de Unie in aanmerking waren genomen. In gevallen waarin de activa ook voor de productie van andere dan het betrokken product werden gebruikt, werd slechts een deel van de totale afschrijvingen, proportioneel aan het aandeel van de hoeveelheden van het betrokken product, in de kosten van het betrokken product meegeteld. De in overweging 81 uiteengezette correctie heeft de effecten van de normale afschrijvingen niet beïnvloed. Die correctie betrof uitsluitend de buitengewone afschrijvingen van één producent in de Unie in 2014 en (84) Ten tweede zijn de vaste kosten in verband met de niet-gebruikte reservecapaciteit van deze in de steekproef opgenomen producent in de Unie buiten beschouwing gelaten bij het bepalen van de winstgevendheid van de verkoop door producenten in de Unie. Tussen 2012 en 2015 verloor deze producent een aanzienlijk marktaandeel [20 %-40 %] (voornamelijk bestemd voor de uitvoer). De capaciteit werd niet ingekrompen naar aanleiding van deze verliezen, maar bleef aanwezig klaar om te worden ingezet wanneer de vraag weer toenam. Daarom werden de kosten voor deze reservecapaciteit niet opgenomen in de kosten van de verkoop door producenten in de Unie. (85) De Commissie heeft onderzocht of het gerechtvaardigd zou zijn om dezelfde correctie ook toe te passen op de andere in de steekproef opgenomen producenten in de Unie. Zij stelde vast dat de andere producenten in de Unie ook uitvoer hadden verloren, zij het in mindere mate, en daarbij hun capaciteit stabiel hadden gehouden. Omwille van de coherentie heeft de Commissie dezelfde correctie toegepast op de kosten van alle in de steekproef opgenomen producenten in de Unie, wat echter slechts een klein effect had (niet meer dan 0,5 procentpunt van de schademarge). (86) Als gevolg hiervan kwamen de gemiddelde kosten van de verkoop door producenten in de Unie in 2014 en EUR/ton lager uit. (87) Na de mededeling van de definitieve bevindingen vroeg een van de Chinese producenten-exporteurs meer informatie over de kostencorrectie, de uitsplitsing van de kosten en de gevolgen van de correctie. Daarnaast stelde dezelfde producent-exporteur dat de resultaten die in de financiële verslagen van een in de steekproef opgenomen producent in de Unie waren gepubliceerd, afweken van de kosten en de winstgevendheid zoals vermeld in de mededeling van de definitieve bevindingen. (88) Wat betreft de bekendmaking van de kostencorrectie wees de Commissie erop dat het totale effect van de correctie voor de kosten van 2014 en 2015 in overweging 86 was vermeld. De Commissie verduidelijkte dat voor de correctie rekening was gehouden met alle vaste kosten, inclusief overheadkosten, indirecte loonkosten, afschrijvingen en verkoopkosten, algemene kosten en administratieve kosten. Vanwege de commercieel gevoelige aard van informatie over de kosten van individuele producenten in de Unie kon de Commissie geen gedetailleerde uitsplitsing van de kosten geven. In plaats daarvan heeft de Commissie het effect in de vorm van een orde van grootte bekendgemaakt. Wat het tweede argument betreft, merkte de Commissie op dat de gepubliceerde financiële verslagen betrekking hadden op de resultaten van de hele groep en op alle producten. Daarentegen hadden de bevindingen van het onderzoek specifiek betrekking op de verkoop in de Unie van het betrokken product. De kosten en de winstgevendheid van de twee bronnen verschilden dus van elkaar omdat zij niet betrekking hadden op activiteiten met dezelfde reikwijdte. (89) De correcties leiden tot een daling van de overheadkosten in verband met de verkoop door producenten in de Unie, en dus ook tot kleinere verliezen bij die verkoop in 2014 en 2015.

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/679 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/679 VAN DE COMMISSIE L 98/10 11.4.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/679 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2017 tot beëindiging van het nieuwe onderzoek naar absorptie van rechten in verband met de invoer van koudgewalste platte

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 12.11.2016 L 305/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2016/1977 VAN DE COMMISSIE van 11 november 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde naadloze

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1 VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1 VERORDENINGEN 21.6.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 691/2007 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE L 30/12 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/163 VAN DE COMMISSIE van 1 februari 2018 tot onderwerping van de invoer van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 21 september 2004 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot beëindiging

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.01.1998 COM(1998) 27 def. 98/ 0019 (ACQ Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 3359/93 voor zover

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van zadels uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad van de Europese Unie. Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van zadels uit de Volksrepubliek China C 84/4 Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van zadels uit de Volksrepubliek China (2006/C 84/03) De Commissie heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 6.3.2018 L 63/15 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/330 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 2018 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 12.2.2004 L 40/11 VERORDENING (EG) Nr. 235/2004 VAN DE RAAD van 10 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2320/97 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde naadloze buizen

Nadere informatie

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND NL NL I. RECHTSGRONDSLAG 1. In artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

A. DE PROCEDURE. 3. Opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen

A. DE PROCEDURE. 3. Opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen 8.12.2015 L 322/21 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2272 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van

Nadere informatie

1. GELDENDE MAATREGELEN

1. GELDENDE MAATREGELEN L 273/4 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1932 VAN DE COMMISSIE van 23 oktober 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/671 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/671 VAN DE COMMISSIE L 113/4 3.5.2018 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/671 VAN DE COMMISSIE van 2 mei 2018 tot onderwerping van de invoer van elektrische fietsen van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie DE

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 10.4.2019 L 99/9 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/566 VAN DE COMMISSIE van 9 april 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde hulpstukken voor buisleidingen van oorsprong uit de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 80/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 80/7 17.3.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 80/7 VERORDENING (EG) Nr. 439/2006 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 2006 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op zeemleder uit de Volksrepubliek

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.4.2013 COM(2013) 201 final 2013/0108 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD imposing a definitive anti-dumping duty and collecting definitively the provisional

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (21.12) (OR. en) 15899/05 COMER 200

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (21.12) (OR. en) 15899/05 COMER 200 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2005 (21.12) (OR. en) 15899/05 COMER 200 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 12 december 2005 Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot uitbreiding

Nadere informatie

1. PROCEDUREREGELS Vorige onderzoeken en geldende maatregelen

1. PROCEDUREREGELS Vorige onderzoeken en geldende maatregelen L 314/12 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2206 VAN DE COMMISSIE van 29 november 2017 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong

Nadere informatie

16718/10 CS/mg DG DDTE

16718/10 CS/mg DG DDTE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 december 2010 (OR. en) 16718/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0332 (E) ANTIDUMPING 85 COMER 216 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.11.2016 COM(2016) 721 final 2016/0351 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende

Nadere informatie

L 109/12 Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/12 Publicatieblad van de Europese Unie L 109/12 Publicatieblad van de Europese Unie 26.4.2007 VERORDENING (EG) Nr. 452/2007 VAN DE RAAD van 23 april 2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1246 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1246 VAN DE COMMISSIE L 204/70 29.7.2016 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1246 VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn

Nadere informatie

12656/11 JVS/sv DG K

12656/11 JVS/sv DG K RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2011 (OR. en) 12656/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0182 (E) A TIDUMPI G 67 COMER 143 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE C 264/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 11.8.2017 V (Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE Bericht van inleiding van

Nadere informatie

VERORDENING (EU) 2016/113 VAN DE COMMISSIE

VERORDENING (EU) 2016/113 VAN DE COMMISSIE L 23/16 29.1.2016 VERORDENING (EU) 2016/113 VAN DE COMMISSIE van 28 januari 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op staven betonstaal die zeer goed tegen metaalmoeheid zijn bestand, van

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.2.2014 COM(2014) 108 final 2014/0055 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 van de Raad tot

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juli 2008 (OR. en) 11999/08 A TIDUMPI G 83 COMER 144 IS 115

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juli 2008 (OR. en) 11999/08 A TIDUMPI G 83 COMER 144 IS 115 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 juli 2008 (OR. en) 11999/08 A TIDUMPI G 83 COMER 144 IS 115 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG)

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1559 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1559 VAN DE COMMISSIE 19.9.2015 L 244/25 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1559 VAN DE COMMISSIE van 18 september 2015 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op buizen en pijpen van nodulair gietijzer (eveneens bekend

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 16.11.2017 L 299/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2093 VAN DE COMMISSIE van 15 november 2017 tot beëindiging van het onderzoek naar de mogelijke ontwijking

Nadere informatie

12042/12 VP/mg DG C1

12042/12 VP/mg DG C1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 17 juli 2012 (OR. en) 12042/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0170 (E) A TIDUMPI G 60 COMER 165 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.8.2016 L 210/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1328 VAN DE COMMISSIE van 29 juli 2016 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 oktober 2013 (OR. en) 14595/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0328 (NLE) ANTIDUMPING 89 COMER 230

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 oktober 2013 (OR. en) 14595/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0328 (NLE) ANTIDUMPING 89 COMER 230 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 oktober 2013 (OR. en) 14595/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0328 (E) ANTIDUMPING 89 COMER 230 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.8.2010 COM(2010) 435 definitief 2010/0234 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het opnieuw instellen van een definitief antidumpingrecht op

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 13 juni 2012 (OR. en) 10395/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0114 ( LE) A TIDUMPI G 31 COMER 114

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 13 juni 2012 (OR. en) 10395/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0114 ( LE) A TIDUMPI G 31 COMER 114 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 juni 2012 (OR. en) 10395/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0114 (E) A TIDUMPI G 31 COMER 114 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2230 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2230 VAN DE COMMISSIE L 319/10 5.12.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2230 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN «ftp» COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.06.1998 COM(1998) 382 def. Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13464/05 COMER 134

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13464/05 COMER 134 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13464/05 COMER 134 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 18 oktober 2005 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1329 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1329 VAN DE COMMISSIE 4.8.2016 L 210/27 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1329 VAN DE COMMISSIE van 29 juli 2016 houdende de heffing van een definitief antidumpingrecht op bepaalde koudgewalste platte staalproducten van oorsprong

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 januari 2013 (OR. en) 17973/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0357 ( LE) A TIDUMPI G 104 COMER 273

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 januari 2013 (OR. en) 17973/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0357 ( LE) A TIDUMPI G 104 COMER 273 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 11 januari 2013 (OR. en) 17973/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0357 (E) A TIDUMPI G 104 COMER 273 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 261/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 261/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 7.10.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 261/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1631/2005 VAN DE RAAD van 3 oktober 2005 tot instelling van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 augustus 2004 (OR. en) 11747/04 COMER 143

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 augustus 2004 (OR. en) 11747/04 COMER 143 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 augustus 2004 (OR. en) 11747/04 COMER 143 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) A TIDUMPI G 52 COMER 143 WTO 220 CODEC 1636 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.:

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.5.2010 COM(2010)222 definitief 2010/0120 (NLE) VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht op natriumcyclamaat van

Nadere informatie

1. PROCEDURE Opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen

1. PROCEDURE Opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen 15.1.2019 L 12/13 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/59 VAN DE COMMISSIE van 14 januari 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op aluminium radiatoren van oorsprong uit de Volksrepubliek

Nadere informatie

Publicatieblad L 131. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 56e jaargang 15 mei Uitgave in de Nederlandse taal.

Publicatieblad L 131. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 56e jaargang 15 mei Uitgave in de Nederlandse taal. Publicatieblad van de Europese Unie ISSN 1977-0758 L 131 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 56e jaargang 15 mei 2013 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening (EU)

Nadere informatie

5729/08 CS/lg DG E II/2

5729/08 CS/lg DG E II/2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2008 (OR. en) 5729/08 COMER 7 CHINE 5 ANTIDUMPING 4 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING tot wijziging van het toepassingsgebied

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1480 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1480 VAN DE COMMISSIE L 211/14 17.8.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1480 VAN DE COMMISSIE van 16 augustus 2017 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde gietijzeren producten van oorsprong uit de Volksrepubliek

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.12.2000 COM(2000) 885 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van definitieve antidumpingrechten en tot definitieve inning

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/2303 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/2303 VAN DE COMMISSIE L 345/4 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/2303 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde staven voor betonwapening van oorsprong uit de Republiek

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 10.8.2017 L 207/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1444 VAN DE COMMISSIE van 9 augustus 2017 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaald corrosiebestendig

Nadere informatie

62e jaargang 21 februari 2019

62e jaargang 21 februari 2019 Publicatieblad van de Europese Unie L 50 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 21 februari 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening (EU) 2019/295 van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2011 (OR. en) 17055/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0342 (NLE) ANTIDUMPING 95 COMER 230

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2011 (OR. en) 17055/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0342 (NLE) ANTIDUMPING 95 COMER 230 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 november 2011 (OR. en) 17055/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0342 (E) ANTIDUMPING 95 COMER 230 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 50/4 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/262 VAN DE COMMISSIE van 25 februari 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China DE EUROPESE COMMISSIE,

Nadere informatie

CORRIGENDUM Annule et remplace le document COM(2014) 50 final du 05/02/2014. Concerne la langue néerlandaise: page 2, titre du point 1.

CORRIGENDUM Annule et remplace le document COM(2014) 50 final du 05/02/2014. Concerne la langue néerlandaise: page 2, titre du point 1. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.2.2014 COM(2014) 50 final/2 2014/0025 (NLE) CORRIGENDUM Annule et remplace le document COM(2014) 50 final du 05/02/2014. Concerne la langue néerlandaise: page 2, titre du

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 243/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 243/7 18.9.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 243/7 VERORDENING (EG) Nr. 1066/2007 VAN DE COMMISSIE van 17 september 2007 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op mangaandioxide van oorsprong

Nadere informatie

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE 20.2.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 64/7 V (Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE Bericht van opening van een

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 244/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 244/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 7.9.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 244/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1322/2006 VAN DE RAAD van 1 september 2006 tot wijziging van

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 juli 2008 (23.07) 12051/08 A TIDUMPI G 86 COMER 147 CHI E 51

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 juli 2008 (23.07) 12051/08 A TIDUMPI G 86 COMER 147 CHI E 51 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (23.07) 12051/08 A TIDUMPI G 86 COMER 147 CHI E 51 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 juli 2008 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad

Nadere informatie

(Adviezen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE

(Adviezen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE 29.5.2014 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 164/9 V (Adviezen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie over

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 oktober 2008 (OR. en) 13103/08 A TIDUMPI G 107 COMER 177 ASIE 99

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 oktober 2008 (OR. en) 13103/08 A TIDUMPI G 107 COMER 177 ASIE 99 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 7 oktober 2008 (OR. en) 13103/08 A TIDUMPI G 107 COMER 177 ASIE 99 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van een definitief

Nadere informatie

VERORDENINGEN Publicatieblad van de Europese Unie L 246/1

VERORDENINGEN Publicatieblad van de Europese Unie L 246/1 18.9.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 246/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 847/2009 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

Publicatieblad L 338. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 56e jaargang 17 december Uitgave in de Nederlandse taal

Publicatieblad L 338. van de Europese Unie. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 56e jaargang 17 december Uitgave in de Nederlandse taal Publicatieblad van de Europese Unie ISSN 1977-0758 L 338 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 56e jaargang 17 december 2013 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1012 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1012 VAN DE COMMISSIE 18.7.2018 L 181/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1012 VAN DE COMMISSIE van 17 juli 2018 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op elektrische fietsen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Nadere informatie

A. VERZOEK B. PRODUCT

A. VERZOEK B. PRODUCT L 40/64 17.2.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/272 VAN DE COMMISSIE van 16 februari 2017 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1331/2011

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 9.8.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 204/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 791/2011 VAN DE RAAD van 3 augustus 2011 tot instelling van een definitief

Nadere informatie

17526/12 CS/sv DG C1

17526/12 CS/sv DG C1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 december 2012 (OR. en) 17526/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0345 (E) A TIDUMPI G 100 COMER 263 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 275/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 275/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 6.10.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 275/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1472/2006 VAN DE RAAD van 5 oktober 2006 tot instelling van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1469 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1469 VAN DE COMMISSIE L 246/20 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1469 VAN DE COMMISSIE van 1 oktober 2018 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 februari 2013 (OR. en) 5778/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0017 (NLE) ANTIDUMPING 6 COMER 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 februari 2013 (OR. en) 5778/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0017 (NLE) ANTIDUMPING 6 COMER 11 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 februari 2013 (OR. en) 5778/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0017 (E) ANTIDUMPING 6 COMER 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

A. PROCEDURE. (4) Er hebben hoorzittingen plaatsgevonden met de Belarussische producent-exporteur en met producenten in de Unie.

A. PROCEDURE. (4) Er hebben hoorzittingen plaatsgevonden met de Belarussische producent-exporteur en met producenten in de Unie. L 155/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1019 VAN DE COMMISSIE van 16 juni 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op bepaalde

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.1.2014 COM(2014) 3 final 2014/0001 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD van xx 2014 tot intrekking van het antidumpingrecht op dicyaandiamide van oorsprong

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/01/2014

Datum van inontvangstneming : 24/01/2014 Datum van inontvangstneming : 24/01/2014 Vertaling C-659/13-1 Zaak C-659/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 december 2013 Verwijzende rechter: First-tier Tribunal (Tax Chamber)

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/73 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/73 VAN DE COMMISSIE L 16/108 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/73 VAN DE COMMISSIE van 17 januari 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op elektrische

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 september 2008 (17.09) (OR. en) 13101/08 A TIDUMPI G 105 COMER 175 ASIE 97

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 september 2008 (17.09) (OR. en) 13101/08 A TIDUMPI G 105 COMER 175 ASIE 97 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 september 2008 (17.09) (OR. en) 13101/08 A TIDUMPI G 105 COMER 175 ASIE 97 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 15 september 2008 Betreft: Voorstel voor een verordening

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1778 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1778 VAN DE COMMISSIE 7.10.2016 L 272/33 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1778 VAN DE COMMISSIE van 6 oktober 2016 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 18. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 60e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 24 januari 2017.

Publicatieblad van de Europese Unie L 18. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 60e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 24 januari 2017. Publicatieblad van de Europese Unie L 18 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 60e jaargang 24 januari 2017 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening (EU) 2017/109 van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.2.2004 COM(2004) 110 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van katoenhoudend

Nadere informatie

Publicatieblad L 27. van de Europese Unie. Wetgeving. 48e jaargang 29 januari Uitgave in de Nederlandse taal

Publicatieblad L 27. van de Europese Unie. Wetgeving. 48e jaargang 29 januari Uitgave in de Nederlandse taal Publicatieblad van de Europese Unie ISSN 1725-2598 L 27 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 48e jaargang 29 januari 2005 Inhoud I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing Verordening

Nadere informatie

02016R1036 NL

02016R1036 NL 02016R1036 NL 08.06.2018 002.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 5.12.2013 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 325/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1238/2013 VAN DE RAAD van 2 december 2013 tot instelling van definitieve

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE GIDS VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN KLACHT INZAKE DUMPING

EUROPESE COMMISSIE GIDS VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN KLACHT INZAKE DUMPING EUROPESE COMMISSIE GIDS VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN KLACHT INZAKE DUMPING NL INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING Blz. 3 II. ALGEMENE OPMERKINGEN Blz. 4 III. ONDERDELEN VAN EEN KLACHT INZAKE DUMPING Blz. 5 1. ALGEMENE

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.8.2009 COM(2009) 430 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 682/2007 tot instelling van

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 12.02.1998 COM(1998)59def. 98/ 0032 (ACC) Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer

Nadere informatie

Voorstel voor een verordening (COM(2016)0721 C8-0456/ /0351(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Voorstel voor een verordening (COM(2016)0721 C8-0456/ /0351(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst 8.11.2017 A8-0236/ 001-021 AMENDEMENTEN 001-021 ingediend door de Commissie internationale handel Verslag Salvatore Cicu A8-0236/2017 Beschermende maatregelen tegen invoer met dumping en invoer met subsidiëring

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2003 (03.06) (OR. fr) 9454/03 COMER 86

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2003 (03.06) (OR. fr) 9454/03 COMER 86 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2003 (03.06) (OR. fr) 9454/03 COMER 86 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 26 mei 2003 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1795 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1795 VAN DE COMMISSIE L 258/24 6.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1795 VAN DE COMMISSIE van 5 oktober 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van

Nadere informatie

Date de réception : 06/01/2012

Date de réception : 06/01/2012 Date de réception : 06/01/2012 Vertaling C-595/11-1 Zaak C-595/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 november 2011 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf Datum van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 mei 2011 (OR. en) 9116/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0085 (NLE) ANTIDUMPING 33 COMER 81

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 mei 2011 (OR. en) 9116/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0085 (NLE) ANTIDUMPING 33 COMER 81 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 mei 2011 (OR. en) 9116/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0085 (E) ANTIDUMPING 33 COMER 81 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 4 juli 2019

62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 4 juli 2019 Publicatieblad C 224 van de Europese Unie 62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 4 juli 2019 Inhoud IV Informatie INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.09.2016 C(2016) 5506 final Betreft: Staatssteun / Nederland SA.45811 (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL) Excellentie, De Europese Commissie (hierna

Nadere informatie

Brussel, 7 juli 2011 (08.07) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 12651/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0181 ( LE) A TIDUMPI G 62 COMER 138

Brussel, 7 juli 2011 (08.07) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 12651/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0181 ( LE) A TIDUMPI G 62 COMER 138 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 7 juli 2011 (08.07) (OR. en) 12651/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0181 ( LE) A TIDUMPI G 62 COMER 138 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 7 juli 2011 Nr. Comdoc.: COM(2011)

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 23.6.2005 Publicatieblad van de Europese Unie L 160/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 945/2005 VAN DE RAAD van 21 juni 2005 tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een. Rectificatie van de

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een. Rectificatie van de COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 27.5.2008 COM(2008) 173 definitief/2 Voorstel voor een Rectificatie van de Verordening van de Raad van 28 april 2008 tot instelling van een definitief

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

1. GELDENDE MAATREGELEN

1. GELDENDE MAATREGELEN 19.9.2017 NL L 239/9 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1578 VAN DE COMMISSIE van 18 september 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad tot instelling van een definitief

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.10.2012 COM(2012) 580 final 2012/0281 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning

Nadere informatie

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE

(Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE C 167/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie 15.5.2018 V (Bekendmakingen) PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK EUROPESE COMMISSIE Bericht van opening van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 303/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 303/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 30.9.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 303/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1683/2004 VAN DE RAAD van 24 september 2004 tot instelling

Nadere informatie

61e jaargang 9 november 2018

61e jaargang 9 november 2018 Publicatieblad van de Europese Unie L 279 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 9 november 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN Besluit (EU) 2018/1676

Nadere informatie