I N H O U D S O P G A V E

Transcriptie

1 I N H O U D O P G A V E Lied Nr. bladzijde 1. 4/4 G Openingslied Vlister Zangers # /4 D Vlister Volkslied # /4 G Krimpenerwaardlied # /4 G Je glimlach # Zeemansmedley # /4 GX De vis wordt duur betaald # /4 G Aan de oever van de IJssel # /8 Bes Het kleine café aan de haven /4 C Daar bij die molen# /4 F Ik zie je wel bij de waterval # /4 C Zwerverslied # /4 F Kleine Greetje uit de polder /4 C Ik ben aan de Maas geboren # /4 F Daar was laatst een meisje loos # /4 X Zeeroverslied # /4 G Droomland # /4 F Kokslied # /4 F Daar bij de waterkant # /8 G Wie wil er mee naar Wieringen varen # /4 Bes Janmaat houdt van zingen # /4 G De klok van Arnemuiden # /4 G De Zuiderzee # /8 G Zuiderzeebalade # /4 G De verzonken stad # /4 F Zie ik de lichtjes van de chelde # x/x X Westenwind # /4 F Ketelbinkie # /4 D Het vissersmeisje # /4 D Waar het lied der branding # x/x X Er drijven rozen op de golven # /4 D Zeemanshart # /4 C Meisje ik ben een zeeman # /4 D Zeeman o zeeman # /4 C Zeeman # /4 D Op de woelige baren # /4 G Lied van de zee # /8 F Als de Zuidwester loeit # /4 F Hoor je het ruisen der golven # /4 F Op de sluizen van IJmuiden # /4 F Matrozenlied van Curaçao # /4 F Windjammer song # /4 F Neeltje Jacoba # /4 G West Zuidwest van Ameland /4 G Tabé, ouwe reus # /4 C Tabé, ik kies weer zee # /4 F Bobbejaan klim die berg # /4 C My Bonny is over the ocean # /4 G The wild Rover # /4 G Vlisterzangers Zeelied # /4 G Mingulay Boat ong # / 86 Vlister Zangers 2015 #22

2 51. 3/4 F Bora Bora # /4 G Heimatlos # /4 G Aloa oe # /4 F amoa ong # /8 G Molly Malone # /4 G Roll Alabama, roll # /4 F Bolle Dries # /4 C Anchors aweigh, my boys # /4 F The drunken sailor # /4 D Bloody Mary # /4 G Goodbye my lover # /4 Fis I am sailing # /4 F Ter kaapvaart # /4 F Op een zeemansgraf # /4 F De woonboot # /4 F Molenlied # /4 G torm in een glas (Klipperellende) # /4 F Visserskoor # /4 G De vissers van Capri # /4 C Rum uit Jamaica # /8 G ierra Madre del ur # /4 G Aan t strand van Honolulu # /4 C Junge komm bald wieder # /4 F loop John B. # /4 C Mooi Volendam # /4 C Als ik op zee was # /4 D In de kroeg van O Connell # /4 C Rolling Home # x/x X ailor s Farewell Hymn # x/x X Little hip # x/x X Caramba # x/x X Mandolinen in Nicosia # /4 C Rood zijn de rozen # / 86 Vlister Zangers 2015 #22

3 1. 4/4 G Openingslied Vlister Zangers #18 ( Tekst: Riet Bulle ) Hier staan nu de Vlister Zangers, met muziek en komen voor vertier. Wonen in de mooie dorpjes, van Vlist, aan de rivier. Wij komen voor u zingen over water, land en zee. Wij komen voor u zingen en u zingt maar met ons mee. Wij komen voor u zingen over water, land en zee. Dus zing maar met ons mee. Wij zingen over molens en ons mooie kikkerland. Ook aan zee en golven hebben wij ons hart verpand. En als er even tijd is, drinken wij een potje bier. Dus maak met ons plezier. Dus maak me t o n s p l e z i e r. 3 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

4 2. 4/4 D Vlister Volkslied #22 Wie gaat er mee op de fiets of te paard? Naar t Groene Hart van de Krimpenerwaard. Langs een riviertje bekend en beroemd, daar ligt n dorpje dat Vlist wordt genoemd. Bermen vol bloemen, een kaasboerderij, kronkelend water een dorpshuis erbij Daar wil ik leven daar voel ik me fijn: Plaats om te wonen een plaats om te zijn! Wie gaat er mee op de fiets of te paard? Naar t Groene Hart van de Krimpenerwaard. Breng op je fietstocht aan tolk een bezoek, proef er de kaas dan of sla er een koek. tolwijk verenigd in sport en in spel, rijk aan gemeenschapszin zijn ze daar wel Wie gaat er mee op de fiets of te paard? Naar t groene hart van de Krimpenerwaard. Haastrecht is trots op z n Bisdom van Vliet, Het Poldermuseum ach wie kent ze niet? Monumentaal maar ook toekomst gericht, dat geeft aan Haastrecht z n eigen gezicht. Vlist als gemeente hield op met bestaan, Krimpenerwaard is de naam nu voortaan. Een sterke gemeente met ruimte en groen, karakteristiek blijven plaatsen van toen. Verbonden, verweven mijn hart ligt ook daar, gemeenten die groeien vanzelf naar elkaar. 4 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

5 3. 3/4 G Krimpenerwaardlied #22 Ik was veel op reis, in Berlijn en Parijs, en in Londen ben ik vaak geweest. De stranden in panje, de kust van Bretagne, bekoorden mij echter het meest. Maar dichtbij mijn huis voel ik mij beter thuis, in mijn polder de Krimpenerwaard. Want zie ik de Vlist dan zeg ik heel beslist: Jouw schoonheid is ongeëvenaard. Ja, de Krimpenerwaard is voor mij hier op aard. toch het plekje waar ik het liefste ben. Tussen IJssel en Lek, op de kaart maar een vlek, ligt voor mij daar het mooiste wat ik ken. Want het is een stukje Holland wonderschoon! Ook al vinden wij het zelf vaak heel gewoon. Ja, de Krimpenerwaard, heel erg klein op de kaart, moet zo blijven voor altijd bewaard. Veel sloten en weiden, het Klein chaapjeszijde, die maken jouw polder zo mooi. De grazende koeien, de bloemen die bloeien, en zomers de geur van het hooi. Wat dorpjes die dromen, veel groen en veel bomen, en knotwilgen staan bij de sloot. Hier voel ik me fijn en al ben je maar klein, Jouw schoonheid is toch heel erg groot! ( 2x ) LET OP: de tweede keer de eerste vier regels van het refrein neuriën / zoemen; de laatste vier regels uit volle borst zingen en afronden met 2x zingen van de laatste regel 5 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

6 4. 4/4 G Je glimlach #22 Als ik voor een nieuwe reis naar de haven ga En je ziet vanaf de wal mij nog even na Roept de ouwe op de brug: halve kracht vooruit Dan bruist weer mijn zeemansbloed, is het sprookje uit Kon ik maar even je glimlach weer zien Die glimlach waar ik zo van hou Na ieder afscheid dan mis ik je zo Ik kan geen uur zonder jou k zie ons nog staan langs de kant van het meer t wuivende riet er omheen Waar ik ook ben, dat vergeet ik nooit meer Al laat ik je nu dan alleen Waar ik zwerf door Oost of West, steeds trekt weer de zee Brengen wind en golven mij naar een andere ree Als ik moe van t zwerven ben, kom bij Hollands kust Dan verlang ik weer naar jou, krijg ik eind lijk rust. Een keer komt de laatste reis, dan zeg ik tabé En de ouwe schuit die gaat zonder mij naar zee En jij monstert dan, mijn kind, mij als stuurman aan Als wij samen hand in hand naar t stadhuis toe gaan Kon ik maar even je glimlach weer zien Die glimlach waar ik zo van hou Na ieder afscheid dan mis ik je zo Ik kan geen uur zonder jou k zie ons nog staan langs de kant van het meer t wuivend riet er omheen Waar ik ook ben, dat vergeet ik nooit meer Dan laat ik je niet meer alleen Dan laat ik je niet meer alleen Dan laat ik je niet meer alleen 6 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

7 5. Zeemansmedley #21 Hoor je het ruisen der golven, hoor je het lied van de zee. Vaar met me mee om de wereld m n kind, Kom kus me en vaar met me mee. }2x Op de sluizen van IJmuiden heb ik jou vaarwel gekust. Op dat plekje bij de haven stelde jij me weer gerust. k Kon m n tranen niet bedwingen, afscheid nemen deed ons zeer. Op de sluizen van IJmuiden, daar zien wij elkander weer. Daar in dat kleine café aan de haven, Daar zijn de mensen gelijk en tevree. Daar in dat kleine café aan de haven, Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee. Zwerven op zee, dat is mijn lust en mijn leven. Jongens tabé, ik groet je tot over een jaar. Vreugd en verdriet, wat kan ons de wereld meer geven. Liefde heelt alles en scheiden valt zwaar. Op een zeemansgraf staan nooit eens rode rozen. Op een zeemansgraf staat zelfs geen houten kruis. Niemand weet dus wie een rustplaats heeft gekozen. Op die stille plek, zo mijlenver van huis. Janmaat houdt van zingen in een klein café. De herinneringen neemt hij mee naar zee. Van een meisje en een lied droomt hij in z n kooi, aan het roer of op de bak, oh wat was zij mooi. Ahoi, Ahoi, wat was dat meisje mooi. } 2x AHOI }2x 7 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

8 6. 4/4 GX De vis wordt duur betaald #22 Ik was mijn leven lang een stoere vissersman Voor dag en dauw stond ik aan dek te sjorren aan het net Laat voor ons de klok maar luiden In de haven van Arnemuiden cheepjes varen af en aan En op de kade pinkt een vrouw een traan Want de vis wordt duur betaald Als hij uit de zee wordt opgehaald Laatst toen stond ik alleen aan dek Als het stormde werd Dolfie gek Hij lag mooi doodziek in zijn kooi Ach ons leven aan de wal gaat door Want we zingen in een shantykoor Over die heerlijke haringzooi Laat voor ons de klok eens luiden In de haven van Arnemuiden cheepjes varen af en aan En op de kade pinkt een vrouw een traan Want de vis wordt duur betaald Als hij uit de zee wordt opgehaald tussenspel Want de vis wordt duur betaald Als hij uit de zee wordt opgehaald 8 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

9 7. 3/4 G Aan de oever van de IJssel #2 Aan d oever van de IJssel staat een veerhuis, daar woont een meisje, Greetje is haar naam. U zult haar daar helaas niet meer ontmoeten, want Amor heeft ook hier zijn werk gedaan. }2x De hele dag voer zij de mensen over, ze deed haar werk met opgewekt gezicht. Haar held re lach klonk vrolijk over t water, en iedereen hield van het lieve wicht. }2x Een schipper die geregeld daar voorbij voer, heeft met zijn lied het blonde kind bekoord. Op zek re dag liet hij het anker vallen, en nam zijn Greet voor altijd mee aan boord. }2x Algemeen Nu vaart ze blij met hem langs verre kusten, ze nam voor altijd afscheid van de pont. In t veerhuis woont sindsdien een ander meisje, dat wacht tot ook voor haar een schipper komt. }2x Haastrecht Zo voer zij met hem de hele wereld over, maar heimwee naar de IJssel deed zo n pijn. Helaas, haar pont en veerhuis zijn verdwenen, en Greetje treurt nu in het Hof van tein }2x! diversen! Maar nooit kon zij de IJsselstroom vergeten, waar zij ook voer ter wereld, wijd en zijd. Helaas, haar pont en veerhuis zijn verdwenen, + 1 regel tekst hierna! Oudewater nu droomt z in De Wulverhorst van die tijd. } 2x!!!! tolwijk nu droomt z in tolwaard van die mooie tijd. } 2x!!!! Bergambacht nu droomt z in Westerweeren van die tijd. } 2x!!!! Gouda 1 nu droomt z in Gouwestein weer van die tijd. } 2x!!!! Gouda 2 nu droomt z in De Ronssehof van die tijd. } 2x!!!! Gouda 3 en in de Riethoek droomt zij van die tijd. } 2x!!!! 9 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

10 8. 6/8 Bes Het kleine café aan de haven De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt in de stad. De mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de dag weer gehad. De neonreclame die knipoogt langs ramen, het motregent zachtjes op straat. De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog wijd open staat. Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevree. Daar in dat kleine café aan de haven, daar telt je geld of, wie je bent, niet meer mee. De toog is van koper toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt aan de muur. De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox, een pilsje dat is-t-er niet duur, n Mens is daar mens, rijk of arm, t is daar warm, geen messieur of madam maar w.c. Maar t glas is gespoeld in t helderste water, ja t is daar een heel goed café. De wereld problemen, die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor altijd. Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening of, je staat in t krijt. Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar n hard gekookt ei. De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, ja, de mensen die zijn daar nog blij. ( 2x ) LET OP: in de 2 e regel tevree door enkelen nog een keer hard uitroepen 10 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

11 9. 3/4 C Daar bij die molen#22 Ik weet een heerlijk plekje grond, daar waar die molen staat, waar ik mijn allerliefste vond, waarvoor mijn harte slaat. Ik sprak haar voor de eerste keer, aan de oever van de vliet. En sinds die tijd kom ik daar weer, die plek vergeet ik niet. Daar bij die molen, die mooie molen, daar woont het meisje waar ik zo veel van hou. Daar bij die molen, die mooie molen, daar wil ik wonen als zij eens wordt mijn vrouw. Als in de stille avondstond de zon ten onder ging, en ik haar bij die molen vond, in zoete mijmering, fluisterde zij mij in het oor: O heerlijk saam te zijn. De molen draaide lustig door en ik zei: Liefste mijn. Ik zie de molen al versierd ter eer van t jonge paar. Het hele dorp dat juicht en tiert: zij leven menig jaar. En zie ik trots de molen staan dan zweer ik in die stond: nooit ga ik van die plek vandaan, waar ik mijn vrouwtje vond. 11 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

12 10. 3/4 F Ik zie je wel bij de waterval #18 tweestemmig intro Er was een hij, er was een zij, een mooie dag in mei. En hij en zij, dus allebei, ze waren vrij en blij. Zij ging voorbij, hij keek opzij, ze lachten allebei. Hij vroeg: ben je vanavond vrij en weet u wat ze zei? Ik zie je wel bij de waterval, de waterval, de waterval. Ik zie je wel bij de waterval, vanavond in het dal. Want heus mijn schat, bij maneschijn, kan het er zo gezellig zijn. Ik zie je wel bij de waterval, vanavond in het dal. En s avonds bij de waterval kwam het verliefde paar, en kleine Amor wist het al, hij hield zijn pijltjes klaar. Want daar beneden in het dal, houdt Amor van geschiet, daar bij die oude waterval, herhaalt zich vaak dit lied. 12 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

13 11. 4/4 C Zwerverslied #22 tweestemmig Jij ging de wijde wereld in, de zon tegemoet, en bent in de vreemde gebleven. Maar nu je weer naar huis verlangt, ontbreekt je de moed, je hebt ook zo lang niet geschreven. Al denkt ze dat je haar vergat in t verre vreemde land, Zij heeft alleen aan jou haar hart verpand. Het zwerven maakt een mens zo moe, dus neem een besluit: bij haar rust je werk lijk pas uit. Tenoren Vaak kijkt zij stil naar jouw foto, Tenoren jouw lege stoel bij de haard. Tenoren Jij zocht geluk in de vreemde, Tenoren was dat de eenzaamheid waard? LET OP: muzikanten spelen 1 e helft; tweede helft vallen de zangers in 13 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

14 12. 3/4 F Kleine Greetje uit de polder Ik weet in de polder een huisje te staan, verborgen door bloemen en struiken. Een slootje ervoor en een stoepje eraan, en vensters met rood witte luiken. Daar ga k ieder jaar met vakantie naar toe. Ik voer daar de kippen en melk er de koe. Ik maai en ik zaai er zo n beetje, en zoen in het klompenhok Greetje. Kleine Greetje uit de polder, kind van t lage land, blond van haar en blauw van ogen, geef mij toch je hand. Kleine Greetje uit de polder, zeg me nu eens gauw: als het koren rijp is, word je dan mijn vrouw? Want Greetje had mij al haar hartje beloofd, maar eerst moest de tarwe gemaaid zijn. Toen vroeg ik haar weer, maar ze schudde haar hoofd, nu moest eerst de rogge gezaaid zijn. Toen had ze geen tijd, want toen werd er gehooid, toen moesten de piepers zo nodig gerooid. Een koe werd mama, dus had Greetje, geen tijd om te trouwen, dat weet je. k Werd boos, kwaad en nijdig en ging naar haar toe, en zou haar eens duidelijk bevelen, dat t hooien noch t rooien noch t lot van de koe, nog langer een ziertje kon schelen. Ik kwam bij de sloot met stoepje er aan, en bleef op de brug vol verbijstering staan. Ik mocht niet naar binnen want weet je: er was mond- en klauwzeer bij Greetje. 14 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

15 13. 3/4 C Ik ben aan de Maas geboren #22 tweestemmig (Intro) 'k ben aan de Maas geboren, daar heeft mijn wieg gestaan. Later ben ik gaan zwerven, goed is het mij gegaan. tenoren Nu ik terug ben in Holland, met z n rivieren en vrolijk vertieren Nu blijf ik mijn verder leven, wonen aan de Maas Jarenlang heb ik gezworven, allen ver van hier. Oosten en Westen bekeken, allen met veel plezier. Had veel geluk in dat leven, allen werd een baas. Maar ik was blij dat ik terug was, in dat dorpje aan de Maas. nel zijn de jaren vervlogen, allen oh die tijd. Toch kan ik trots daarop terugzien, allen zonder spijt. Ik kwam terug in mijn landje allen van boter en kaas. Daar vond ik toen mijn vrouwtje, nu wonen wij aan de Maas. ( 2x ) olist 1. Joop van Dommelen 15 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

16 14. 3/4 F Daar was laatst een meisje loos #9 Daar was laatst een meisje loos. Die wou gaan varen, die wou gaan varen. Daar was laatst een meisje loos. Die wou gaan varen als licht- matroos. Zij moest klimmen in de mast. Maken de zeilen, maken de zeilen. Zij moest klimmen in de mast. Maken de zeilen met touwtjes vast. Maar door storm en tegenweer, loegen de zeilen, sloegen de zeilen. Maar door storm en tegenweer. loegen de zeilen van boven neer. Zij werd gebonden aan de mast. Met hare handen, met hare handen. Zij werd gebonden aan de mast. Met hare handen en voeten vast. Och kapi- teintje, sla me niet. Ik ben uw liefje, ik ben uw liefje. Och kapiteintje, sla me niet. Ik ben uw liefje zoals ge ziet. Zij moest komen in de kajuit. Kreeg een pak ransel, kreeg een pak ransel. Zij moest komen in de kajuit. Kreeg een pak ransel en werd zijn bruid. 16 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

17 15. 4/4 X Zeeroverslied #22 driestemmig Wij zijn zeerovers en de schrik der zee Hele schepen vol met goud voeren wij mee Geen politie, geen douane Die bij ons aan boord ooit kwamen Als we wilden lagen ze weer gauw in zee Zing ik ay ay yippie yippie yee Zing ik ay ay yippie yippie yee Zing ik ay ay yippie ay ay yippie Ay ay yippie yippie yee! De bemanning van ons scheepje is niet groot Toch verslaan wij met gemak een hele vloot Want een kaper telt voor honderd En als ons kanon dan dondert Zit de vijand ook figuurlijk in de boot De kaptein heeft een eikenhouten been Met een ingelegde wit ivoren teen En op zondag loopt de ouwe Met zijn gouden been te sjouwen Dat ie s morgens netjes oppoetst met een zeem En zo varen wij maar in het zilte nat Tot een schip komt en dan enteren wij dat En dan na zo n heerlijk bloedbad Eerst een slokje uit het rumvat Want een droge keel die wil ook wel eens wat (2x) 17 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

18 16. 3/4 G Droomland #20 tweestemmig Heerlijk land van mijn dromen, ergens hier ver vandaan, waar elk zo graag wil komen, daar waar geen leed kan bestaan 6. Droomland, droomland, o, ik verlang zo naar droomland. Daar is steeds vree, dus ga met me mee, samen naar t heerlijke droomland. intro k Ben daar zo vaak aan t dwalen, k hoor naar der vog len lied. t Is of ze mij verhalen, van al het schoons dat men ziet 6. intro Zwerver, gij vindt daar vrede, zieke, gij kent geen pijn. Daar wordt geen strijd gestreden, daar allen broeders toch zijn 6. intro Daar vindt men jeugd en vreugd weer, kent men geen arm en rijk. Daar is geen zorg en smart meer, allen zijn wij daar gelijk / 86 Vlister Zangers 2015 #22

19 17. 2/4 F Kokslied #19 olist 1. Jan van Arkel 2. Casper de Rijck Ik ben de allerbeste kok. allen > Joep hai die, joep hai da. En lust nogal een flinke slok. allen > Joep hai die hai da. Al smaakt de maaltijd soms verkeerd, ben ik het koken nog niet verleerd. < Joep hai die, joep hai da. Drank is goed voor de cholera. < Joep hai die, joep hai da. Joep hai die hai da. Des s morgens ben ik vroeg uit bed. allen > Joep hai die, joep hai da. Maar slaap nog half als ik koffie zet. allen > Joep hai die hai da. Zo sterk, dat is niet meer gezond, is dat whisky, waar eens de melk stond. < Het eten voor de kapitein. allen > Joep hai die, joep hai da. Dat moet het allerbeste zijn. allen > Joep hai die hai da. En is de smaak niet naar z n zin, dan flambeer ik met een beetje gin. De keuken is vaak ver van schoon. allen > Joep hai die, joep hai da. Ben o zo blij dat ik daar niet woon. allen > Joep hai die hai da. De schoonmaakpret is altijd uit, als ik op zo n fles jenever stuit. < Al wat ik doe brengt niet veel geld. allen > Joep hai die, joep hai da. Met financiën is het slecht gesteld. allen > Joep hai die hai da. Maar veilig thuis bij vrouw en kroost, is dit zuinig handje niet uitgetoost. < 19 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

20 18. 4/4 F Daar bij de waterkant #20 Tweestemmig Ik heb je voor het eerst ontmoet, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant. Ik heb je voor het eerst ontmoet, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant. Ik vroeg of jij me kussen wou, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, Ik vroeg of jij me kussen wou, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant. Je kreeg een kleurtje en zei: Nee, hoe komt u op 't idee, U bent beslist abuis. Maar na verloop van nog geen jaar, werden wij een paar, stonden we samen op de stoep van het stadhuis.!! LET OP: dit refrein bestaat uit twee verzen!!! LET OP: de muzikanten spelen hier een couplet zachtjes Ik heb je voor het eerst ontmoet, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant. Ik heb je voor het eerst ontmoet, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de waterkant, daar bij de w a t e r k a n t. 20 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

21 19. 6/8 G Wie wil er mee naar Wieringen varen #16 refrein tweestemmig intro Wie wil er mee naar Wieringen varen, s morgens vroeg al in de dauw, met een mooi meisje van achttien jaren, dat zo graag naar Wieringen wou. chipper, ik hoor de hanen kraaien. chipper, ik zie de vlaggetjes waaien. tuurman laat je roer maar gaan, dan zullen we spoedig op Wieringen staan. intro Toen we daar op Wieringen kwamen, zagen we zoveel boeren staan, die hun spek met lepels aten, daar zou je voor naar Wieringen gaan. intro En op de markt, dan zullen wij maken, veel plezier met brood en bier. En ook het vlees zal mij wel smaken, schipper laat mij toch maar hier. intro En in de herberg zul je dan slapen, naast een mooie, jonge meid. Je zult vergeten dat je moet gapen, en je krijgt hiervan geen spijt LET OP: de laatste 2 regels van het refrein 2x zingen 21 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

22 20. 3/4 Bes Janmaat houdt van zingen #6 tweestemmig We varen naar Oost en we varen naar West, we trekken naar zonnige stranden. En waar we ook komen bevalt het ons best, daar wil dan een zeeman belanden. Na weken van water en lucht om je heen, verlang je naar vrolijke dingen. De lach van een meisje en d accordeon, waarbij je een liedje kunt zingen. Janmaat houdt van zingen in een klein café. De herinneringen neemt hij mee naar zee. Van een meisje en een lied, droomt hij in z n kooi, aan het roer of op de bak, óh, wat was zij mooi. Ahoy ahoy, wat was dat meisje mooi. } 2x En wordt voor de thuisreis het anker gelicht, dan zijn alle meisjes verdwenen. Maar zij moeten wachten alleen op bericht, al gaan we met lijzige benen. Na zoveel van dit en nog zoveel van dat, dan zijn we met moeders weer samen. En zingen we een liedje bij d accordeon, dan staan we weer thuis voor de ramen. 22 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

23 21. 3/4 G De klok van Arnemuiden #18 Tweestemmig Als de klok van Arnemuiden: welkom thuis voor ons zal luiden, wordt de vreugde soms vermengd met droefenis, als een schip op zee gebleven is. Wendt het roer, we komen thuis gevaren. Rijk was de buit maar bang en zwaar de nacht. Land in zicht! en onze ogen staren, naar de kust, die lokkend op ons wacht. Rijke zee, waarvan de vissers dromen, want jij geeft brood aan man en vrouw en kind. Wrede zee, jij hebt zoveel genomen, in jouw schoot rust menig trouwe vrind. ( 2x ) 23 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

24 22. 3/4 G De Zuiderzee #22 Wanneer je eens komt aan de haven, dan staan daar de vissers bijeen. De mannen nog overgebleven, uit jaren zo heel lang geleen. Ze praten nog steeds over vroeger, de jaren van hun Zuiderzee. Die zee maakt hen soms wel eens droevig, om wat hij met hun vrienden dee. (Tenoren) De Zuiderzee (echo Bassen) De Zuiderzee (Allen) nam vele levens, (Tenoren) De Zuiderzee (echo Bassen) De Zuiderzee (Allen) gaf veel terug. (Tenoren) De vissers ken (echo Bassen) De vissers ken (Allen) den alle tekens, (Allen) Wanneer er storm op stak, zag men dat aan de lucht. Wanneer je eens komt aan de haven, stap dan bij een visser aan boord. Naar je naam zal hij meestal niet vragen, maar hij neemt dan meestal het woord. Zijn verhaal gaat nog steeds over vroeger, de jaren van zijn Zuiderzee. Die zee maakt hem soms wel eens droevig, om wat hij met zijn vrienden dee. > Door armoe gedreven, bleef men veel te lang op zee. Veel zijn er gebleven, hun schip ging naar benee. } 2x LET OP: de laatste regel van het refrein 2x zingen 24 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

25 23. 4/8 G Zuiderzeebalade #20 olisten -1. Joop van Dommelen -2. Henny van Zuilen -1 Opa, kijk ik vond op zolder, n foto van een ouwe boot. -1 Is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot? -2 Jochie, dat is een gelukkie, k was dat prentje jaren kwijt, -2 k heb nou weer een heel klein stukkie van die goeie ouwe tijd. Daar is het water, daar is de haven, waar j'altijd horen kon: we gaan aan boord. De voerman laat er nou paarden draven, en aan de horizon leit Emmeloord. Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer: Zuiderzee heet nou IJsselmeer. Een tractor gaat er nou greppels graven, k zie tot de horizon geen schepen meer. -2 Kijk die jongeman ben ikke, ikke was de kapitein. -2 Hiero, en die grote dikke, dat mot malle Japie zijn. -1 Opa, en die blonde jongen vooraan bij de fokkeschoot? -1 Opa, zég nou wat. -2 Die jongen is je ome, die is dood. LET OP: bij de solo van het volgende couplet neuriet het koor mee 1+2 In t diepe water, ver van de haven, in die novembernacht voor twintig jaar. 1+2 Door t brakke water is hij begraven, maar als k nog even wacht, zien wij elkaar. 1+2 Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer, -1+2 ongestraft slaat niemand haar neer. 1+2 Nu jaren later hier paarden draven, 1+2 zie ik de hand en macht, van onze Heer. Waar is het water, waar is de haven, waar j altijd horen kon: we gaan aan boord. De voerman laat er zijn paard nou draven, en aan de horizon leit Emmeloord. Eens ging de zee hier te keer, maar die tijd komt niet weer: t water leit nou achter de dijk. Waar eens de golven, het land bedolven, golft nou een halmenzee: de oogst is rijk. 25 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

26 24. 4/4 G De verzonken stad #18 tweestemmig Vissers vertellen verhalen van toen, honderden jaren gelee. Woeste orkanen verzwolgen hun stad, trokken haar mee onder zee. Vissers die zitten tot laat op t strand, knopen hun netten met zekere hand. Toch denken zij aan die tijd van weleer, toen deze stad nog bestond. chepen en schippers, zij keerden steeds weer, totdat de zee hen verslond. Bassen Geesten en spoken, die leven nog voort, Tenoren in de verhalen die je dan hoort. Bassen tormklokken luiden en angstige kreten. Tenoren Is er nog leven, wie zal het ooit weten? Maar de zeelui, oud en wijs, geven hun geheim niet prijs, omdat t water, koud en kil, ook hen zal nemen als zij wil. Niemand van ons heeft die tad ooit gezien, toch heeft zij eens echt bestaan. Zovele jaren, die gingen voorbij, sinds d oude stad is vergaan. chuimende golven die teist ren de kust, vissers die kennen de zee. Zij weten wat op de zeebodem rust, dragen t geheim met zich mee. LET OP: het koor neuriet twee regels van het laatste couplet en zingt de vierde regel vertraagd ( LET OP: de derde regel wordt niet gezongen ) 26 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

27 25. 3/4 F Zie ik de lichtjes van de chelde #20 refrein tweestemmig De tijd zit er op en we varen weer thuis, het duurt nog maar enkele weken. Een paar keer op wacht en dan kom ik naar huis, dan zullen w elkander weer spreken. Dus dit is de laatste brief die ik je schrijf, kijk s avonds maar goed in de krant, dan weet je precies waar ik ben en ik blijf, voordat ik terug ben in t land. Zie ik de lichtjes van de chelde, dan gaat m n hart wat sneller slaan. Ik weet dat jij op mij zult wachten en dat je aan de kaai zult staan. Zie ik de lichtjes van de chelde, is t of ik in je ogen kijk, die zo heel veel liefs vertellen, dan ben ik als een prins zo rijk. Je weet wel m n schat dat ik veel van je hou, dat hoef k je niet te verklaren. Een zeeman is dol op z n kroost en z n vrouw, en toch wil hij altijd weer varen. Maar heeft soms de zee iets verkeerds met me voor, en krijg ik voorgoed averij, denk dan aan de kind ren en sla je erdoor, maar spreek hun dan dikwijls van mij. intro die zo heel veel liefs vertellen, dan ben ik als een prins zo rijk. 27 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

28 26. x/x X Westenwind #20 Aan de zee zijn de gedachten, Niet zo klein en niet zo beperkt. Aan de zee wordt het smachten, Nog ver-innigd en versterkt. Nu ik alleen hier langs het strand loop, Waar de zee de kustlijn mint, Ben ik vervuld van jou, mijn liefste, En nu smeek in de waaiende wind: Westenwind, Westenwind, Waai me weer naar mijn liefste toe. Westenwind, Westenwind, Ben het zo lang alleen zijn moe. Neem mijn tederste liefdeswoord, Waai het voort waar mijn liefste t hoort Kan je ogen niet vergeten, Zie ze voor me in de nacht. Zou zo heel graag willen weten, Of je iets van mij verwacht. Wil je een ster die valt, een teken, Een wonder dat weerom begint. Oh ik reik en verlang naar een weerzien, En nu smeek ik de waaiende wind: Westenwind, Westenwind, Waai me weer naar mijn liefste toe. Westenwind, Westenwind, Ben het zo lang alleen zijn moe. Westenwind, Westenwind, Waai me weer naar mijn liefste toe. 28 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

29 27. 3/4 F Ketelbinkie #19 olist 1. Jan Haveman Toen wij van Rotterdam vertrokken, met de Edam, een ouwe schuit, met kakkerlakken in de midscheeps, en rattennesten in t vooruit. Toen hadden we een kleine jongen, als ketelbink bij ons aan boord, die voor de eerste keer naar zee ging, allen en nooit van haaien had gehoord. Die van zijn moeder aan de ka-de, wat schuchter lachend afscheid nam. omdat ie haar niet durfde zoe-nen, die straatjongen uit Rotterdam. Hij werd gescholden door de stokers, omdat ie van de eerste dag, toen wij maar net de pier uit waren, al zeeziek in de foksel lag. En met jenever en citroenen, werd hij weer op de been gebracht, want zieke zeelui zijn nadelig, allen en brengen schade aan de vracht. Als ie dan sjouwend met zijn ke-tels, van de kombuis naar voren kwam. dan was het net een brokkie wan-hoop, die straatjongen uit Rotterdam. Wanneer hij s avonds in z n kooi lag, en na zijn sjouwen eind lijk sliep, dan schold de man die wacht-te-kooi had, omdat ie om zijn moeder riep. Toen is ie, op een mooie morgen, t was in de tille Oceaan, terwijl ze brulden om hun koffie, allen niet van zijn kooigoed opgestaan. En toen de stuurman met kini-ne, en wonderolie bij hem kwam, vroeg hij een voorschot op zíjn ga-ge, voor t ouwe mens in Rotterdam. In zeildoek en met rooster baren, werd hij die dag op t luik gezet. De kapitein lichtte zijn petje en sprak met groc-stem een gebed. En met een EEN TWEE DRIE IN GODNAAM, ging t ketelbinkie overboord, die t ouwetje niet durfde zoenen, allen omdat dat niet bij zeelui hoort. De man een extra mokkie schoot-an, en t ouwe mens een telegram. dat was het einde van een zee-man, die straatjongen uit Rotterdam. LET OP: de onderstreepte woorden langer aanhouden 29 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

30 28. 3/4 D Het vissersmeisje #18 Mijn vissersmeisje, toe maak een wijsje. Zing bij dit wijsje, een blij refrein. Het vissersleven, zal vreugde geven. 6 Kom wendt de steven, t zal heerlijk zijn. Bassen Kom aan, niet langer dralen, want wij steken van wal, Bassen in t licht der manestralen, wat de vangst brengen zal. Tenoren Trek stevig aan de touwtjes, haal nu de netten neer. Tenoren k denk aan mijn vissersmeisje, morgen zie ik haar weer. Bassen O, hoor de golfjes kabb len, tegen slagzijde aan. Bassen Zo gaat ook door jouw babb len, vol gloed mijn harte slaan. Tenoren tuur naar de oever henen, zit naast mij in het zand, Tenoren zing ik als een sirene, voor jou alleen aan t strand. Bassen Aan boord zijn nu de netten, de vissen vol van glans, Bassen die spart lend zich verzetten, zo met hun zilveren dans. Tenoren Kijk eens daar in de hoge, sterren in lichte nacht, Tenoren blauw als jouw mooie ogen, waar steeds mijn hart naar smacht. k wil met je trouwen, een huisje bouwen. Daar wil ik jou geven, al wat ik kan. Je alle dagen, op handen dragen. Toe vissersmeisje, schenk mij je hart. 30 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

31 29. 3/4 D Waar het lied der branding #18 Coupletten zachtjes zingen Ik heb op zee mijn leven lang gevaren. M n vissersdorp ligt aan het Noordzeestrand. Ik win mijn brood met zwalken op de baren. Toch denk ik vaak: mijn rijkdom ligt aan land! Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht. echo tenoren: dag en nacht Waar t vertrouwde huisje altijd op mij wacht. echo tenoren: op mij wacht Waar de meeuwen schreeuwen boven t golfgebruis. Daar ben ik geboren, daar voel ik me thuis. Waar de klokken luiden: visser, vaar naar huis! Daar ben ik geboren, daar voel ik me thuis. Ik voel me klein, wanneer de stormen huilen, door t zwiepend want, belust op zwakke buit. Maar voor geen geld ter wereld wil ik ruilen, m n vrij bestaan, als koning op mijn schuit. 31 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

32 30. x/x X Er drijven rozen op de golven #20 Er drijven rozen op de golven, n laatste groet aan haar matroos, Die overboord sloeg en werd bedolven, En ver van huis zijn laatste rustplaats vond. Zij had haar hart voorgoed aan hem verloren, En ze bleef haar blonde zeeman trouw. Maar op n morgen kreeg zij te horen, Dat hij nooit meer komen zou. Eenzaam staat ze nu aan de kade, Hij gaat nooit meer met haar mee. Zij gooit rozen op de golven, Voor haar schat, die rust vond in de zee. (2x) 32 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

33 31. 3/4 D Zeemanshart #22 Tenoren k Ging met je mee in Rotterdam, Bassen toen ik van zee in Holland kwam. Allen Ik dacht alleen: Echo (zacht) bassen Ik dacht alleen: Allen het is maar spel, Echo (zacht) bassen het is maar spel, Allen n zeemanshart vergeet zo snel. } 2X Tenoren Nog zie 'k je staan in Rotterdam, Bassen voel nog je traan toen je afscheid nam. Allen Ik dacht nog steeds: Allen Allen Echo (zacht) bassen Ik dacht nog steeds: het is maar spel, Echo (zacht) bassen het is maar spel, n zeemanshart vergeet zo snel. } } Tenoren M n schip zwierf rond langs vreemde kust, Bassen maar nergens vond mijn hart nog rust. Allen Ik dacht niet meer: Allen Allen Echo (zacht) bassen Ik dacht niet meer: het is maar spel, Echo (zacht) bassen het is maar spel, n zeemanshart vergeet zo snel. 2X 2X Tenoren Ik kom terug, terug bij jou, Bassen dan wordt je vlug m n lieve vrouw. Allen Ik weet nu wel: Echo (zacht) bassen Ik weet nu wel: Allen het is geen spel, Echo (zacht) bassen het is geen spel, Allen n zeemanshart vergeet niet snel. } 2X 33 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

34 32. 3/4 C Meisje ik ben een zeeman #17 tweestemmig Meisje, ik ben een zeeman. Een zeeman is heel vaak van huis. Meisje, ik ben een zeeman. Het water, het schip is mijn thuis. Meisje, ik ben een zeeman, en kun je wel wachten zo n lange tijd? Ik ga je voor heel lang verlaten, veel geluk, het ga je goed m n lieve meid. Een zeeman dwaalt over de kade, verdrietig kijkt hij om zich heen. Want morgen dan gaat hij weer varen, zijn meisje is dan weer alleen. Hij droomt alle dagen en nachten, houdt zij het zonder mij uit? Maar maanden moet zij op me wachten, verdrietig staart hij voor zich uit. Na maanden van werken en wachten, keert hij met zijn schip weer terug. Vergeten de dagen en nachten, dat hij aan haar dacht op de brug. Zij staat op de kade te wachten, en wuift als zij hem ziet staan. Nooit w a s zij uit zijn gedachten, > hij fluistert heel zachtjes haar naam. LET OP: muzikanten spelen hier een couplet 34 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

35 33. 3/4 D Zeeman o zeeman #6 tweestemmig Op de pieren bij de haven, staan de vrouwen saam gedromd, en ze turen in de verte, maar hun stemmen zijn verstomd. Want de zee vroeg weer haar losgeld, wie zij nam dat wist men niet. Ze dompelt al die vrouwen, in ellende en verdriet. Zeeman, o zeeman, ga toch niet weer heen. Zeeman, o zeeman, laat ons niet alleen. Zeeman, o zeeman toch ga je steeds weer mee. Niets kan jou weerhouden, o jij held der zee. } 2x Op de schepen in de verte, werken mannen eensgezind. namen afscheid van hun huisje, en verlieten vrouw en kind. Maar geen tijd is daar tot denken, want hun werk gaat al maar door, Zij dromen van hun vrouwen, en ze luist ren naar hun koor. LET OP: muzikanten spelen hier één couplet 35 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

36 34. 4/4 C Zeeman #8 tweestemmig Zeeman, laat dat dromen, denk niet aan je thuis. Zeeman, wind en golven, roepen je van huis. Jouw verlangen is de zee en je vrienden zijn de sterren, boven Rio en janghai, boven Bali en Hawaï, en ze stralen op je schip en ze lokken je van verre. Die alleen blijf je steeds trouw, een leven lang. Zeeman, laat dat dromen, denk niet meer aan mij, Zeeman, want de vreemde, lokt je naderbij. LET OP: muzikanten spelen hier één couplet 36 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

37 olist 1. Jan Molenaar 35. 3/4 D Op de woelige baren #22 intro Op de woelige baren, bij storm en bij wind, denkt hij steeds aan zijn blondje, dat vrolijke kind. Zij leeft in zijn harte, zij zingt in zijn bloed. Hij hoort nog haar stemme, in de eb en de vloed. Een jonge zeeman kwam van boord, een forse blonde Noor. Waar hij ook doolde op de zee, zijn stad was Baltimore. Daar ergens in de havenbuurt was er zo n klein café. Daar zong ze bij d harmonica allen de zeemansliedjes mee. Toen zei hij op een keer: mijn schat, op d hele wereld rond, is er geen kind zo lief als jij en kuste op haar mond. Ze zag hem lang en rustig aan, tot ze haar hart verloor, toen zei ze zacht: ik hou van jou, allen mijn forse, blonde Noor. De Noorman koos weer krachtig zee want nu had hij zijn schat. Toen kwam het noodlot op zijn weg, dat hij vergeten had, zijn schip dat stootte op een rif, toen was het gauw gedaan. Het is in woeste storm, des s nachts allen met man en muis vergaan. 37 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

38 36. 3/4 G Lied van de zee #20 refrein tweestemmig Een jochie stond aan t stille strand, hij tuurde naar de zee. Zijn hartje zong het mooiste lied der zilte golven mee. De ernst en de bewondering lag op zijn aangezicht. Zijn ogenpaar weerspiegelde een glimp van t hemellicht. De golven die zingen: kom mee met mij. Dan heb je de ruimte, dan ben je zo vrij. De golven die zongen het lied van de zee. Zij riepen hem aan en ze lokten hem mee. intro Hij sprak wanneer ik groter ben wil ik een zeeman zijn. Dan word ik op een sprookjesschip een echte kapitein. Het jochie dat ging langzaam heen, bezonken en tevree. Nog eenmaal omziend sprak hij zacht: bassen tot weerziens lieve zee. intro Na vele jaren koos een schip de meer dan slechte zee. Het nam een jonge, frisse borst als lichtmatroosje mee. Hij wendde eenmaal nog het hoofd en keek naar t stille strand. Toen koos zijn blik de open zee, hij deed zijn woord gestand. LET OP laatste regel 2x zingen 38 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

39 37. 6/8 F Als de Zuidwester loeit #8 tweestemmig Als de Zuidwester loeit kan ik des s nachts niet slapen. Dan lig ik te denken aan de vissers ginds op zee. Die voor hun dagelijks bestaan hun leven wagen, in donk re nachten, ver verwijderd van de ree. Ik zie in mijn gedachten hoe ze strijden menig uur, aan boord van kleine schepen, als een speelbal der natuur. Als de Zuidwester loeit, kan ik des nachts niet slapen. Dan bid ik in stilte voor die vissers ginds op zee. Een visser moet varen, dat is zijn beroep, in duizend gevaren, hoort hij steeds die roep. De ziedende golven, verschaffen hem brood, waarvoor hij moet werken, op leven en dood. De tijd is gekomen, hij vaart weer naar huis, nog eventjes stomen en hij is weer thuis. De zee heeft gegeven, de vangst was niet slecht. Ja, zo is het leven voor vissers en knecht. LET OP: de laatste regel van het refrein steeds zachtjes!!! 39 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

40 38. 3/4 F Hoor je het ruisen der golven #16 tweestemmig intro Hoor je het ruisen der golven, hoor je het lied van de zee. Vaar met me mee om de wereld m n kind, kom, kus me en vaar met me mee. LET OP: in de herhaling de laatste twee regels hard!!! zingen }2x Huilende sirenes, een schip gaat naar zee, en wuivend op de kade huilt een meisje mee. Haar jongen gaat varen, hij staat op de brug, over zes jaren keer ik weer bij jou terug. Zes jaren verstreken, het schip kwam nooit weer, het ging ten onder, de matroos kwam nimmer meer. Het meisje zij wacht nog, haar hart vol verdriet, en in de verte hoort zij af en toe dit lied. LET OP: muzikanten spelen hier een couplet 40 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

41 39. 3/4 F Op de sluizen van IJmuiden #20 Het leven is mooi maar het noodlot is wreed, als je van elkander moet scheiden. Je ziet in de ogen dan droefheid en leed, je hart voelt de smart van het lijden. Dan kijk je elkander nog eventjes aan, en fluistert bewogen: ja, nu moet ik gaan, t was alles zo mooi maar voorbij weer zo gauw, en ik, ik hou van jou. Op de sluizen van IJmuiden, heb ik jou vaarwel gekust. Op dat plekje bij de haven stelde jij me weer gerust. k Kon mijn tranen niet bedwingen, afscheid nemen deed ons zeer. Op de sluizen van IJmuiden, daar zien wij elkander weer. Vaak zie ik je staan als een droom in de nacht, om je heen de ruisende bomen. Dan hoor ik je stem, weer heel ver en heel zacht, tot ziens, ik zal spoedig weer komen! Dan weet ik, je draagt het wel dapper, oprecht, maar wat je wou zeggen, dat werd niet gezegd, want ach, je verdween weer zo haastig, zo gauw, en ik, ik hou van jou. LET OP: laatste regel 2x zingen 41 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

42 olist 1. Jan Haveman 40. 4/4 F Matrozenlied van Curaçao #22 refrein tweestemmig Curaç a o, 'k-heb j o u, zo menigmaal belopen, zo n leven in de tropen, dat staat me echt wel aan. Zo n leven in de tro-open, dat staat me echt wel aan. Helaas moet ik vertrekken waar ik kom vandaan. Oh-ho oh, oh-ho-ho ho ho wij gaan u verlaten, mooi Curaçao ao ao ao ao ao, wij gaan u verlaten, a--jo Curaçao. 'k Kwam l a a t s t, met h a a s t, al door het heerenstraatje, ze sprak: m'n lieve maatje, kom zet u hier wat neer. En drink met ons een glaasje, en rook een pijp tabak, maar met die loze streken, raakt het geld snel uit je zak. Een z o e n, kan d o e n, de hele nacht te blijven, dan hoort men niet het kijven van onze officier. Zo raken wij aan 't dwalen, zo dronken als een zwijn. Het schip ligt voor de palen, aan boord moeten wij zijn. Allen Allen Allen Allen Maak l o s, de t r o s, de voor- en achtertouwen, wij zijn niet meer te houwen, wij gaan naar Holland toe. Waar is het beter leven, dan bij je eigen vrouw, Vervloekt zijn alle hoeren van t eiland Curaçao ( 2x ) LET OP: het refrein de 1 e keer zachtjes zingen en de 2 e keer hard zingen LET OP: de onderstreepte woorden langer aanhouden en harder zingen 42 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

43 41. 3/4 F Windjammer song #20 tweestemmig olist 1. Theo Klarenbeek 2. Johan de Wit Als de Blue Pieter wordt gehesen, de loods en sleepboot zijn besteld, de trossen worden los gesmeten, matrozen op hun plaats gebeld, de ruimen worden dichtgeslagen, de ra s weer op hun plaats gebracht, de boeg van de kade losgetrokken, gaan we naar zee, op volle kracht. Wij varen vrij over de zeeën zo wijd 2, de wereld ligt open voor ons 6. Chili, Japan, Madagaskar, hanghai 3, zon en de zee die ons bronst 5. Ruimen vol met vracht 3, zeilen we dag en nacht 3, naar waar men al op ons wacht 6. Wij varen vrij over de zeeën zo wijd 2, de wereld ligt op e n voor ons 3. Elk half uur wordt een glas geslagen, om twaalf uur schiet met ook de zon, de fokken trekken aan de stagen, bij schoot aan, schenkt de kap tein rom. De stuurman moet zijn koers verleggen, hij stuurt het wiel tien graden bak. Met de passaatwind in de zeilen, vaart ons schip op zijn gemak. Na maanden weer bij land gekomen, een loods brengt ons weer veilig in, de zeilen worden vlug geborgen, bemanning krijgt weer goede zin. traks gaan ze lekker passagieren, geld hebben ze in overvloed, om drank en vrouwen te versieren: een zeeman weet hoe of dat moet. LET OP: gedeelte laatste regel de wereld ligt open voor ons 1x herhalen 43 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

44 42. 3/4 F Neeltje Jacoba #22 tweestemmig olist 1. Gert Versteeg O Neeltje Jacoba, met je prachtige kont, je stevige flanken en je sierlijke front, je hart is van ijzer en je haren van touw, maar voor mij ben je mooier dan de mooiste vrouw 3. Toen ik je zag, zoals je daar lag, bijna geschikt voor de sloop. Je was mooi gebouwd, men vond je te oud, je lag daar voor weinig te koop. Ik heb toen wat geld bij elkander gespaard. Nu vaar je weer trots op de binnenvaart. Ik heb je geschuurd, het heeft lang geduurd, en alles geschilderd piekfijn. Je hout gevernist, nu ben je beslist, een schoonheid zo prachtig van lijn. Al varen veel schepen ons sneller voorbij, het kan me niet schelen, de mooiste ben jij LET OP: de laatste regel 2x zingen 44 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

45 43. 3/4 G West Zuidwest van Ameland West Zuidwest van Ameland, daar ligt een kolkje diep. Daar vangt men schol en schellevis, maar mooie meisjes niet. Hoog is de zolder, laag is de vloer. mooi is het meisje, maar lelijk is de moer. Toen k laatst van uriname kwam, zag ik van ver een schip. Ik dacht dat t aan de wolken hing, maar het zat op een klip. En op die klip, daar zat een koe, een wonderbare koe, die alle dagen kalv ren moest, ze was er naar aan toe. Hoog, Zuidhoog van Ameland, de ballast die is droog. Maar onder op de grond, ja grond, is hij zo nat als stront. Het was een vruchtbaar jaar, dat jaar, het was een vruchtbaar jaar, want alle vrouwen kraamden, en hij de vader waar. Dit is het einde van dit lied, een lied zonder moraal. En als we straks naar huis toe gaan, dan zingen we allemaal ( 2x ) LET OP: de 2 e keer het laatste deel van meisje lang aanhouden! let goed op de dirigent 45 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

46 44. 3/4 G Tabé, ouwe reus #8-2 tweestemmig Tabé, ouwe reus, helaas is je einde gekomen. Je zou nu voor de laatste keer, de haven binnenstomen. Tabé, ouwe reus, je mag het heus wel weten, dat ieder die jou heeft bemand, je nimmer zal vergeten. Je hoeft ook niet, jij held der zee, geen schot van je opa te eren. Ooit kwam je later uit de vaart, weer aan de kade meren. Nu raak je echter uit de tijd, de reder gaat je nu verkopen. Er zit voor hem niets anders op, dan jou te laten slopen. Je was wel een gelukkig schip, want zelfs in de moeilijkste jaren, ontkwam je toch weer iedere keer, aan ernstige gevaren. Je bracht toch rare vrachten heen, dat mag je nu wel rustig stellen. Maar later bracht je minder weg, de jaren gingen tellen. LET OP: muzikanten hier spelen één couplet Tabé 46 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

47 45. 3/4 C Tabé, ik kies weer zee #22 tweestemmig M'n lief, ik moet scheiden, ik moet weer naar zee. M'n schip ligt te wachten, daarginds op de ree. Ik moet weer gaan varen, dat zit in m'n bloed. Adieu dan m'n liefste. Tabé, 't ga je goed. Tabé, tabé! Zo is het zeemansleven. Tabé, tabé, Tabé, ik kies weer zee. Ik hou van de golven, de zon en de wind. Ik hou van de ruimte en 'n vrouw die me mint. Maar ik hou niet van tranen, dus droog ze maar vlug. Je weet toch m'n liefste, ik kom weer terug. M'n lief 'k zal je schrijven. chrijf jij ook naar mij? Dan lijkt er de scheiding, veel vlugger voorbij. Zelfs simpele woorden, die geven vaak moed. Adieu dan m'n liefste. Tabé, 't ga je goed. 47 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

48 46. 4/4 F Bobbejaan klim die berg #15 Bobbejaan, klim die berg, zo rustig en zo lustig, Bobbejaan, klim die berg, zo rustig en zo lustig. Bobbejaan, klim die berg om die Rooinek te vererg, hoera, voor die Bobbejaan! En je moe nie huil nie, en je moe nie treur nie, die tellenboschse kerels kom weer! }2x Bobbejaan,sluip die dal, zo rustig en zo lustig. Bobbejaan,sluip die dal, zo rustig en zo lustig. Bobbejaan, sluip die dal om die Rooinek te verval, hoera, voor die Bobbejaan! Bobbejaan, kruip die haag, zo rustig en zo lustig. Bobbejaan, kruip die haag, zo rustig en zo lustig. Bobbejaan, kruip die haag om die Rooinek te verjaag, hoera, voor die Bobbejaan! ( 2x ) 48 / 86 Vlister Zangers 2015 #22

49 47. 3/4 C My Bonny is over the ocean #19 1 e s t e m!! Tenoren intro Bring back, bring back, bring back my Bonny to me, to me. Bring back, bring back, oh bring back my Bonny to me. My Bonny is over the ocean, my Bonny is over the sea, my Bonny is over the ocean. Oh bring back my Bonny to me. Last night as I lay on my pillow, last night as I lay on my bed, last night as I lay on my pillow, I dreamed that my Bonny was dead. The winds have blown over the ocean, the winds have blown over the sea, the winds have blown over the ocean, and brought back my Bonny to me. ( 2x )!!! LET OP 1 e keer a capella Brought back, brought back, brought back my Bonny to me, to me. Brought back, brought back, brought back my Bonny to me zie 2 e B L A D 49 / 86 Vlister Zangers 2015 #22