Notulen Zitting van 31 januari 2019

Transcriptie

1 Gemeenteraad Notulen Zitting van 31 januari 2019 Samenstelling: Aanwezig: de heer Siebe Ruykens; de heer Luc Deconinck; de heer Bart Keymolen; de heer Jan Desmeth; de heer Gunther Coppens; mevrouw An Speeckaert; de heer Herwig Smeets; de heer Paul Defranc; mevrouw Marleen De Kegel; de heer Jean Cornand; mevrouw Annie Mathieu; mevrouw Kathleen D'Herde; de heer Wim Peeters; de heer Georgios Karamanis; mevrouw Lydie De Smet; de heer Eddy Longeval; de heer Michel Miedzinski; de heer Guy Jonville; mevrouw Nicole Billens; de heer Gust Crabbe; de heer Raimondo Palermo; de heer Godefroid Pirsoul; mevrouw Ann De Ridder; de heer Brahim Harfaoui; de heer Olivier Huygens; mevrouw Natacha Martel; mevrouw Veerle Seré; de heer Jeroen Tiebout; mevrouw Betty Willems; de heer Jeroen Steeman; mevrouw Aurore Vanden Meersche; de heer Walter Vastiau 31 januari :31 -De voorzitter opent de openbare zitting OPENBARE ZITTING Secretariaat _GR_00021 Notulen openbare vergadering gemeenteraad van 3 januari Beslissing GOEDGEKEURD Beschrijving Aanleiding en motivering De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 3 januari 2019 worden ter goedkeuring voorgelegd. Juridische gronden Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 32. Regelgeving: bevoegdheid Artikel van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden, vermeld in afdeling 1 en 2 van deel 2, titel 1, hoofdstuk 1 uit het decreet lokaal bestuur 1/73

2 Financiële informatie Financiële informatie Niet van toepassing. Stemming op het agendapunt De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed. Besluit Artikel 1 De gemeenteraad keurt de notulen van de openbare vergadering van 3 januari 2019 goed _GR_00026 Verzaking raadslid de heer Bart Anneessens - Kennisgeving KENNIS GENOMEN Beschrijving Aanleiding en motivering De heer Bart Anneessens heeft, via brief dd 6 januari 2019, meegedeeld dat hij zal verzaken aan het mandaat als raadslid. Juridische gronden Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 8. Regelgeving: bevoegdheid Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten Financiële informatie Financiële informatie Niet van toepassing. Stemming op het agendapunt De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed. Besluit Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de verzaking aan het mandaat van raadslid, ingediend door de heer Bart Anneessens. 2/73

3 3 2019_GR_00027 Aanstelling opvolgend gemeenteraadslid, eedaflegging en vastelling rangorde - Beslissing GOEDGEKEURD Beschrijving Aanleiding en motivering Ingevolge de verzaking aan het mandaat als raadslid van de heer Bart Anneessens, aangeboden via brief dd 6 januari 2019, wordt mevrouw Aurore Vanden Meersche als eerste opvolger op de lijst waartoe de heer Bart Anneessens behoorde, uitgenodigd om de eed af te leggen als gemeenteraadslid. Na onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat mevrouw Aurore Vanden Meersche aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevindt voor het uitoefenen van het ambt van raadslid, en kan zij worden aangesteld als raadslid in opvolging van de heer Bart Annessens. Mevrouw Aurore Vanden Meersche zal de eed afleggen als opvolgend raadslid. Mevrouw Aurora Vanden Meersche zal op de ranglijst worden ingeschreven na de heer Steeman Jeroen. Juridische gronden Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 14. Regelgeving: bevoegdheid Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten Financiële informatie Financiële informatie Niet van toepassing. Stemming op het agendapunt De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed. Besluit Artikel 1 De geloofsbrieven van mevrouw Aurore Vanden Meersche als raadslid worden goedgekeurd. Artikel 2 De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging van mevrouw Aurore Vanden Meersche in handen van de voorzitter. Artikel 3 Mevrouw Aurore Vanden Meersche zal op de ranglijst worden ingeschreven na de heer Jeroen Steeman. 3/73

4 4 2019_GR_00017 Huishoudelijk reglement gemeenteraad - Beslissing GOEDGEKEURD Beschrijving Aanleiding en motivering Op 3 januari 2019 werd de gemeenteraad voor de bestuursperiode geïnstalleerd. De nieuwe samengestelde gemeenteraad moet een huishoudelijk reglement met minstens de hierna opgenomen bepalingen vaststellen: 1. De vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen. 2. De wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken. 3. De wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt. 4. De voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert. 5. De voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. 6. De wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld aan de gemeenteraadsleden. 7. De nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties. 8. De wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend. 9. De nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld. 10. De wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid. In het ontwerp dat ter goedkeuring voorligt werden bovendien bepalingen betreffende het ter beschikking stellen van tabletcomputers en het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen opgenomen. Juridische gronden Artikel 38 van het decreet lokaal bestuur van 22 december Regelgeving: bevoegdheid Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten Financiële informatie 4/73

5 Financiële informatie De financiële middelen voor de werking van de gemeenteraad in uitvoering van het huishoudelijk reglement werden in het budget 2019 ingeschreven. De financiële middelen worden ingeschreven in het meerjarenplan Stemming op het agendapunt Met 18 stemmen voor (Luc Deconinck, Jan Desmeth, Gunther Coppens, Herwig Smeets, Marleen De Kegel, Nicole Billens, Gust Crabbe, Olivier Huygens, Veerle Seré, Jeroen Tiebout, Betty Willems, Bart Keymolen, An Speeckaert, Paul Defranc, Siebe Ruykens, Wim Peeters, Ann De Ridder, Brahim Harfaoui), 13 stemmen tegen (Jean Cornand, Annie Mathieu, Georgios Karamanis, Lydie De Smet, Michel Miedzinski, Raimondo Palermo, Godefroid Pirsoul, Natacha Martel, Jeroen Steeman, Eddy Longeval, Kathleen D Herde, Aurore Vanden Meersche, Guy Jonville) Besluit Artikel 1 De tekst van het huishoudelijk reglement, als bijlage toegevoegd aan en derhalve integraal deel uitmakend van dit besluit, wordt goedgekeurd. Artikel 2 Deze beslissing vervangt de beslissing van de gemeenteraad van 24 januari 2013 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Bijlagen _Huishoudelijk_Reglement_GRRMW.docx 5/73

6 Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad raad voor maatschappelijk welzijn Goedgekeurd door de raad van 31 januari /73

7 HOOFDSTUK 1 - INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel Dit huishoudelijk reglement is van toepassing op zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn. Sommige artikelen zijn ook van toepassing op het bijzonder comité voor de sociale dienst. 2. In dit huishoudelijk reglement moet worden verstaan onder: - DLB: het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur - Lokaal bestuur: gemeente en OCMW; - raad: gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn; - college: college van burgemeester en schepenen en vast bureau; - voorzitter van de raad: voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. 3. Als een bepaling in dit huishoudelijk reglement alleen van toepassing is op hetzij de gemeente hetzij het OCMW, wordt in afwijking van 2 het bevoegde beleidsorgaan voluit vermeld. HOOFDSTUK 2 - BIJEENROEPING RAAD Artikel De raad vergadert ten minste tienmaal per jaar en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. (art. 18 DLB / art.18, volgens art. 74 DLB) 2. De voorzitter van de raad roept de raad bijeen en stelt de agenda op. (art. 19 en 20 DLB / art. 19 en 20, volgens art. 74 DLB) De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn vinden in beginsel aansluitend op elkaar plaats, en worden door de voorzitter bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping doch met aparte agenda s. 3. De voorzitter moet de raad bijeenroepen op verzoek van: 1 een derde van de zitting hebbende leden; 2 het college; 3 een vijfde van de zitting hebbende leden als zes weken na de datum van de vorige raad nog geen bijeenroeping is gebeurd; De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus; 4 de burgemeester voor zover het verzoek betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester, voor wat betreft de gemeenteraad. In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de voorzitter van de raad. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 3 van dit reglement kan nakomen. De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en uur en met de voorgestelde agenda. (art. 19 en 67 DLB/ art. 19 en 67 volgens art. 74 DLB) 7/85

8 Artikel De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. Dit gebeurt door bezorging via . (art. 19 / art. 19 volgens art. 74 DLB). De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 11, 5 van dit reglement. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken. 2. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt waarover een beslissing moet worden genomen. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. (art. 21 DLB) Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn spoedeisende punten zijn. (art. 20 / art. 20 volgens art. 74 DLB) Artikel Raadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing via aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad. Noch een lid van het college, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken. (art. 21 DLB / art. 21 volgens art. 74 DLB) 2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de raad, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen onmiddellijk mee aan de raadsleden. (art. 21 DLB / art. 21 volgens art. 74 DLB) HOOFDSTUK 3 - OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING Artikel De vergaderingen van de raad zijn in principe openbaar. 2. De vergadering is niet openbaar: 1 als het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering; 2 wanneer twee derde van de aanwezige leden van de raad in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. Deze beslissing moet gemotiveerd worden. (art DLB / art 28 volgens 74 DLB). De vergaderingen over de beleidsrapporten, zijnde het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening, zijn in elk geval openbaar. (art. 249 DLB) Artikel 6. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de raad voor maatschappelijk welzijn waarna de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van 8/73

9 de raad voor maatschappelijk welzijn, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende raad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. (art DLB / art volgens art. 74 DLB) Artikel 7. De raadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de raad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. (art DLB / art volgens art. 74 DLB) HOOFDSTUK 4 - INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK Artikel Plaats, dag en uur van de raadsvergadering en de agenda( s) worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de website van de gemeente uiterlijk acht dagen voor de vergadering. In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld op dezelfde wijze bekendgemaakt. (art. 22 DLB / art. 22 volgens art. 74 DLB) Artikel 9. De beslissingen van de raad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de website van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet lokaal bestuur. Artikel Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, via het webgebaseerd notulenbeheersysteem Parnassus 8.0 digitaal ter beschikking gesteld van de raadsleden. Stukken van op de agenda ingeschreven zaken die niet digitaal ter beschikking kunnen worden gesteld of digitaal moeilijk leesbaar zijn, worden vanaf de verzending van de oproeping, hetzij ter beschikking gesteld via het Extranet, hetzij op het secretariaat tijdens de kantooruren ter beschikking gehouden van de raadsleden Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening, wordt op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop ze worden besproken aan ieder lid van de raad bezorgd. Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie in het notulenbeheer Parnassus ter beschikking gesteld. (art. 249 DLB) 9/73

10 3. - Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of door de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de raad. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure. De raadsleden richten hun verzoek per aan de algemeen directeur. Op een schriftelijke vraag wordt schriftelijk geantwoord, tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren, tenzij anders wordt overeengekomen. (art. 20 DLB / art. 20 volgens 74 DLB) Artikel De raadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager die het bestuur van het lokaal bestuur betreffen. (art. 29, 1 DLB / art 75 DLB) De raadsleden richten hun aanvraag per tot de algemeen directeur die, met toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen, de desbetreffende stukken ter inzage stelt, na afspraak. Bij het uitoefenen van het inzagerecht kunnen de raadsleden uitleg vragen aan de algemeen directeur. De raadsleden kunnen echter geen studieopdrachten geven aan de gemeentelijke administratie. 2. De volgende documenten worden aan huis bezorgd op dezelfde dag als die waarop de agenda van de vergadering waarop vermelde stukken betrekking hebben, elektronisch worden bezorgd: 1 het meerjarenplan van het lokaal bestuur, de autonome gemeentebedrijven en de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen; 2 de jaarrekeningen van vorige dienstjaren van het lokaal bestuur, de autonome gemeentebedrijven, de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente lid is; 3. De volgende documenten worden via Extranet ( voor inzage ter beschikking gesteld: 1 de jaarverslagen van vorige dienstjaren van het lokaal bestuur en van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente lid is; 2 de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de raad; 3 audio opname van de vergaderingen van de raad; 4 de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het college, wat de delen betreft die aan het inzagerecht onderworpen zijn; 5 de adviezen uitgebracht door gemeentelijke adviesraden; 6 de gemeentelijke toelagereglementen, algemene politieverordeningen en belasting- en retributiereglementen; 7 het register van de inkomende en uitgaande stukken. 4. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de raad en die bestemd is voor de raad, wordt meegedeeld aan de raadsleden. (art. 29, 1 DLB) 5. De goedgekeurde notulen van het college worden, uiterlijk dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, via het Extranet aangeboden. (art. 50 DLB / art. 83 DLB) 10/73

11 Hierbij worden de raadsleden er in het bijzonder op gewezen dat zij die informatie bekomen in hun hoedanigheid van raadslid, zodat deze informatie niet overdraagbaar is aan derden op straffe van strafrechtelijke sancties overeenkomstig de Europese wetgeving op de privacy (General Data Protection Regulation, in het Nederlands de Algemene Verordening Gegevensbescherming) evenals het bestuursdecreet. 6. Buiten de documenten en dossiers bedoeld in art. 10 en art tot 4 hebben de raadsleden het recht alle andere documenten die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, ter plaatse te raadplegen. Bovendien kunnen zij alle mogelijke toelichting daaromtrent krijgen via de algemeen directeur. Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen. Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van het lokaal bestuur, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen. Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien. Het raadslid, dat de in deze paragraaf bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage. 7. De raadsleden kunnen een afschrift krijgen van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente. Dezelfde regeling geldt voor het OCMW, behalve voor de dossiers die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten van het OCMW of hun onderhoudsplichtigen. De gemotiveerde beslissing van het college tot weigering van het verstrekken van een afschrift moet uiterlijk acht werkdagen na ontvangst van de aanvraag aan het betrokken raadslid worden meegedeeld. (art DLB / art. 75 DLB) Artikel 12. De raadsleden hebben het recht de instellingen en diensten van het lokaal bestuur die het opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven. Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur. Tijdens het bezoek van een inrichting van het lokaal bestuur, mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker. (art. 29 2, 3 en 5 DLB / art en 3 volgens art. 74 DLB) Artikel De raadsleden hebben het recht vragen te stellen aan het college. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig. 2. Schriftelijke vragen Het raadslid dat een schriftelijke vraag aan het college wenst te stellen, richt deze vraag aan de algemeen directeur of bij diens afwezigheid aan het secretariaat: - hetzij bij gewone brief; - hetzij door afgifte van een gewone brief; 11/73

12 - hetzij via een . Het antwoord moet binnen de maand aan de vraagsteller worden bezorgd. Deze antwoordtermijn gaat in de eerste werkdag na ontvangst van de schriftelijke vraag. De schriftelijke vragen en antwoorden worden op het Extranet opgenomen. 3. Mondelinge vragen. Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen aan het college over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Het raadslid stelt het college minstens vijf dagen voor de vergadering schriftelijk op de hoogte van de mondelinge vraag of vragen die hij of zij tijdens de vergadering wenst te stellen. Op deze mondelinge vragen wordt uiterlijk tijdens de volgende zitting geantwoord. De vragen worden behandeld op het einde van de openbare vergadering en worden opgenomen in de notulen. (art. 31 DLB / art. 31 volgens art. 74 DLB) HOOFDSTUK 5 - QUORUM Artikel 14. Vooraleer aan de vergadering van de raad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld. Artikel De raad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zitting hebbende raadsleden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter van de raad vast dat de vergadering niet kan doorgaan. (art. 26 DLB / art. 26 volgens art. 74 DLB) 2. - De raad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet lokaal bestuur overgenomen. (art. 26 DLB / art. 26 volgens art. 74 DLB) HOOFDSTUK 6 - WIJZE VAN VERGADEREN Artikel De voorzitter van de raad zit de vergaderingen van de raad voor, en opent en sluit de vergaderingen. Op de voor de vergadering vastgestelde dag en het daartoe aangewezen uur, en van zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend. (art. 24 DLB / art. 24 volgens artikel 74 DLB) 2. - Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts worden toegelaten met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming. 12/73

13 Artikel De voorzitter van de raad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen. De raad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist. 2. Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen, indien het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. (art. 23 DLB / art. 23 volgens art. 74 DLB) Artikel Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel. De voorzitter van de raad verleent het woord naar gelang de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar gelang de rangorde van de raadsleden. 2. Indien de raad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer deze aan het woord komen. De voorzitter van de raad kan ook aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven, of aan de financieel directeur als het onderwerpen betreft die tot haar verantwoordelijkheid behoren. Artikel 19. Het woord kan door de voorzitter niet worden geweigerd voor een rechtzetting van beweerde feiten. In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst : 1 om te vragen dat men niet zal besluiten; 2 om de verdaging te vragen; 3 om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie, in de gemeenteraad; 4 om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou worden behandeld; 5 om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou worden omschreven; 6 om naar het reglement te verwijzen. Artikel 20. De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd. Artikel 21. Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde. Als een lid van de raad, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter van de raad hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter van de raad ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, van de raad tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren. 13/73

14 Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter van de raad. Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren. Artikel 22. De voorzitter van de raad is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen. Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde geroepen. Elk lid dat tot de orde werd geroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter van de raad beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. (art. 25 DLB / art. 25 volgens artikel 74 DLB) Artikel 23. De voorzitter van de raad kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen. De voorzitter van de raad kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en hem verwijzen naar de politierechtbank, die hem kan veroordelen tot een geldboete van één tot vijftien euro of tot een gevangenisstraf van één dag tot drie dagen, onverminderd andere vervolgingen, als het feit daartoe grond oplevert. (art. 25 DLB / art. 25 volgens art. 74 DLB) Artikel 24. Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter van de raad er anders over beslist. Artikel 25. Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter van de raad aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten. Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten. Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen. Artikel 26. Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien de voorzitter van de raad oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking, onverminderd de bepalingen opgenomen in de art. 21 en 24. HOOFDSTUK 7 - WIJZE VAN STEMMEN Artikel Voor elke stemming omschrijft de voorzitter van de raad het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. De stemming geschiedt voor elk agendapunt afzonderlijk, tenzij punten worden samengevoegd. 2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige niet meegerekend. 14/73

15 Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen behalve in de gevallen van artikel 33 van dit reglement. De stem van de voorzitter van de raad is niet doorslaggeven bij staking van stemmen. (art. 33 DLB / art. 33 volgens art. 74 DLB) Artikel De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over het eigen deel van elk beleidsrapport. Nadat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad. (art. 249, 3 DLB) 2. - De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid/ocmw-raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke/ocmw deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn. Als de raad voor maatschappelijk welzijn/gemeenteraad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de raad voor maatschappelijk welzijn/gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering. (art. 249, 4 DLB). Artikel De leden van de raad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in 4. (art. 34 DLB / art. 34 volgens artikel 74 DLB) 2. - Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen : 1 de stemming bij handopsteking, die kan worden vervangen door een stemming per fractie waarbij de fractieleider het stemgedrag van zijn of haar fractie meedeelt; 2 de mondelinge stemming of naamstemming; 3 de geheime (elektronische) stemming De raadsleden stemmen op de manier zoals vermeld in 2, 1, behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt. (art. 34 DLB / art. 34 volgens art. 74 DLB) De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter van de raad het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 28 vraagt hij achtereenvolgens welke raadsleden ja stemmen, welke neen stemmen en welke zich onthouden. Elk raadslid kan slechts éénmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken. 15/73

16 De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ja, neen of onthouding te laten uitspreken, in de volgorde van de rangorde. De voorzitter van de raad stemt als laatste, behalve bij geheime stemming. Wanneer er na de stem van de voorzitter van de raad evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 32 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen. (art. 33 en 34 DLB / art. 33 en art. 34 volgens art. 74 DLB) 4. - Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd: 1 de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen; 2 het aanwijzen van de leden van de bestuursorganen van het lokaal bestuur en van de vertegenwoordigers van het lokaal bestuur in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen; 3 individuele personeelszaken. (art. 34 DLB / art. 34 volgens art. 74 DBL) Artikel 30. In afwijking van artikel 29van dit reglement kan gebruik worden gemaakt van de elektronisch uitgebrachte naamstemming. Deze wordt gelijkwaardig geacht aan de mondelinge stemming. Ieder lid van de raad stemt door op het scherm de vermelding ja, neen of onthouding aan te vinken. Bij mechanisch defect of bij eenvoudige beslissing van de voorzitter van de raad kan worden teruggegrepen naar de mondelinge stemming. Artikel 31. Ook voor geheime stemmingen in openbare zitting wordt het systeem van de elektronisch uitgebrachte stem gehanteerd met de absolute garantie dat het geheim van de stemming wordt bewaard. Bij mechanisch defect of bij eenvoudige beslissing van de voorzitter van de raad kan teruggegrepen worden naar het systeem met stembriefjes. Artikel 32. Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben behaald, dan wordt de jongste onder hen tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. (art. 35 DLB / art. 35 volgens art. 74 DLB) HOOFDSTUK 8 - NOTULEN Artikel De notulen van de raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad geen beslissing heeft genomen. 16/73

17 Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield (art. 278, 1 DLB). 2. Het zittingsverslag waarvan sprake in artikel 278 van het decreet lokaal bestuur wordt vervangen door een audio opname van de openbare zitting van de raad. 3. Als de raad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 5, 2 en artikel 6 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en is er geen audio opname. (art. 278, 1 DLB). Artikel De notulen en de audio opname vermeld in artikel 33, 2. van dit besluit van de vergadering van de raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur. 2. Behalve in spoedeisende gevallen, zijn de notulen en de audio opname van de vorige vergadering, ten minste acht dagen voor de vergadering via Extranet ter beschikking van de raadsleden die er kennis willen van nemen. 3. Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur. In het geval de raad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de raad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering. (art. 32 DLB / art. 32 volgens art. 74 DLB). 4. Zo dikwijls als de raad het wenst, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de raadsleden en de algemeen directeur ondertekend. (art. 32 DLB / art. 32 volgens art. 74 DLB). Artikel 35. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, 1 tot 3 en 5 van het decreet lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur. (art. 279, 6 DLB). HOOFDSTUK 9 - RAADSCOMMISSIES Artikel De gemeenteraad richt de volgende commissies op die zijn samengesteld uit 16 gemeenteraadsleden - de commissies mens, samenleving en ruimte; - de commissies bestuurlijke en administratieve organisatie; De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen. 17/73

18 2. De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald: - de commissie mens, samenleving en ruimte; vrije tijd; welzijn inclusief OCMW, buurtwerking en integratie; Vlaams beleid; onderwijs lokale economie en land- en tuinbouw; toerisme; omgeving (ruimtelijke ordening en leefmilieu); openbare werken en mobiliteit. - de commissie bestuurlijke en administratieve organisatie; financiën en meerjarenplanning; personeel; veiligheid en integrale veiligheid; administratieve en bestuurlijke organisatie; ICT; gebouwen en patrimonium; intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; alle overige aangelegenheden die niet tot de bevoegdheden van de commissie Mens, Samenleving en Ruimte behoren Artikel Het aantal leden van een commissie dat wordt toegewezen aan de verschillende fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld, wordt bepaald naar verhouding van het aantal zetels waarover elke fractie binnen de raad beschikt. Twee of meer fracties kunnen zich verbinden om samen één of meer zetels te bekomen. Deze vereniging heeft geen enkel verder gevolg voor de werking van de gemeenteraad en de fracties dan bedoeld in dit artikel. De zetels worden verdeeld door het aantal zetels van een commissie te delen door het aantal leden van de raad, vermenigvuldigd met het aantal zetels waarover elke fractie of verbinding van fracties binnen de raad beschikt. Het aantal eenheden van het resultaat van die bewerking geeft het aantal rechtstreeks verworven zetels aan. De niet-rechtstreeks verworven zetels worden toegewezen in afnemende volgorde van de decimalen van het resultaat van de bewerking, vermeld in het tweede lid. Bij een gelijk resultaat, wordt de zetel toegewezen aan de fractie die bij de gemeenteraadsverkiezingen het hoogste stemcijfer behaalde. Bij verbinding van fracties, wordt de som van de stemcijfers van elk van de betrokken fracties in rekening genomen. De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht. (art DLB) 18/73

19 2. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties of vereniging van fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. (art DLB) 3. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaatcommissieleden ten minste zijn ondertekend door een meerderheid van de leden van de fractie of vereniging van fracties waar het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie of vereniging van fracties van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie of vereniging van fracties. (art DLB) 4. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet is vertegenwoordigd in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt. (art DLB) 5. De ontwerpagenda wordt voorbereid door de gemeentelijke administratie in samenspraak met de bevoegde schepen en de commissievoorzitter. De ontwerpagenda wordt vooraf geagendeerd aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 38. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de commissies aan op voordracht van de fracties. (art DLB) Artikel 39. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Daarbij wordt een oproepingstermijn van 8 dagen in acht genomen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Datum, tijdstip en plaats van de commissievergaderingen worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website. De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 5 tot 7 van dit reglement) zijn de vergaderingen van de commissies niet openbaar. De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, in het openbaar. Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art van dit reglement) is de stemming geheim. De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen. Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd. De raadscommissie bespreekt de agendapunten. 19/73

20 Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. (art en 5 DLB) HOOFDSTUK 10 - FRACTIES Artikel 40. Het raadslid of de raadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in artikel 36 van het decreet lokaal bestuur. Artikel 41. Om de werking van de fracties van de raad te ondersteunen wordt een vergaderlokaal gratis ter beschikking gesteld in het gemeentehuis dat kan worden gebruikt door de fracties van de raad. Reservaties worden gericht aan de gemeentelijke onthaaldienst (tel. 02/ ) met vermelding van datum, tijdstip, aantal personen. Iedere fractievoorzitter ontvangt een badge van het systeem van toegangscontrole (Prime time) evenals een code van het alarmsysteem met de nodige toelichting daaromtrent. Individuele raadsleden kunnen eveneens gebruik maken van een lokaal. Zij spreken af met hun fractievoorzitter of met de gemeentelijke onthaaldienst (tel. 02/ ). Bij het beëindigen van het mandaat moet de badge worden terugbezorgd aan het secretariaat. HOOFDSTUK 11 - PRESENTIEGELD 1 Artikel 42. Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, en de leden van het bijzonder comité wordt een presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn: 1 de vergaderingen van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn; de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn geeft alleen recht op een presentiegeld als die vergadering niet aansluit op de vergadering van de gemeenteraad; 2 de gemeenteraadscommissies (de leden van de commissie en de met toepassing van artikel 37, 3 DLB aangewezen leden met raadgevende stem); 3 de vergadering waarvoor men recht op presentiegeld heeft maar waarvoor het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt; 4 de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond; 5 de vergaderingen die werden hervat op een andere dag. Artikel 43. Het volledige presentiegeld komt overeen met het hoogst mogelijke presentiegeld zoals vastgesteld door de hogere overheid en wordt als volgt toegekend: - het volledige presentiegeld voor de raadszitting; - de helft van het volledige presentiegeld voor raadscommissies; 1 Art DLB en art. 15, lid 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. 20/73

21 - het volledige presentiegeld voor de zittingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst; - het volledige presentiegeld voor de voorzitter van een raadscommissie. De voorzitter van de raad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de raad die hij voorzit. Voor de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn geldt alleen recht op een dubbel presentiegeld alleen als die vergadering niet aansluit op de vergadering van de gemeenteraad. HOOFDSTUK 12 - KOSTENVERGOEDINGEN 2 Artikel De raadsleden en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst ontvangen een communicatievergoeding ten bedrage van maximum 100 euro per jaar. Indien een raadslid een onvolledig jaar heeft gezeteld, hetzij doordat zijn mandaat voortijdig werd beëindigd, hetzij doordat het raadslid als opvolger het mandaat heeft opgenomen in de loop van het jaar, wordt de communicatievergoeding toegekend pro rata de reële duur van het mandaat tijdens het desbetreffende jaar. De communicatievergoeding wordt jaarlijks in de loop van de maand december uitbetaald. Er moeten geen stavingsstukken worden voorgelegd, maar het verdient aanbeveling facturen ter staving van de communicatievergoeding ter beschikking te houden. 2. Raadsleden en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, terugvorderen van het lokaal bestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken. Het college bepaalt, in overleg met de algemeen directeur, welke vormingsinitiatieven worden aangeboden. De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor personeel van het lokaal bestuur. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma s. De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur. 3. Verplaatsingskosten van raadsleden en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het lokaal bestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven, en enkel en alleen als deze kosten worden gemaakt bij de uitvoering van uitdrukkelijk toevertrouwde bijzondere opdrachten. Verplaatsingen binnen de gemeentegrenzen zijn hiervan uitgesloten. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar. 2 Art DLB en art. 35 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris 21/73

22 4. De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de raadsleden en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de raadsleden en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt. HOOFDSTUK 13 - TER BESCHIKINGSTELLEN IPAD EN GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE COMMUNICATIEMIDDELEN Artikel Aan de niet-uitvoerende mandatarissen wordt gedurende de duur van hun mandaat, een ipad ter beschikking gesteld. Deze ipad wordt in bruikleen gegeven en blijft eigendom van het bestuur De mandataris verbindt er zich toe de tabletcomputer te gebruiken als een goede huisvader en te beschermen tegen beschadiging, diefstal en ongeoorloofd gebruik Het gebruik van een persoonlijke toegangscode op de ipad is verplicht In geval van diefstal of verlies van de ipad, moet de mandataris hiervan aangifte doen bij de politie en tevens onmiddellijk de algemeen directeur op de hoogte te brengen. De mandataris overhandigt het proces verbaal van de politie aan de algemeen directeur die de nodige acties onderneemt 5. - Bij het beëindigen van het mandaat kan het raadslid en het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst de ipad ofwel inleveren ofwel overkopen, waarbij jaarlijks 25 % van de aankoopprijs wordt afgetrokken en na vier jaar een restwaarde van 5 % van de oorspronkelijke aankoopprijs verschiuldigd is. Als gekozen wordt om het toestel in te leveren, moet samen met het toestel ook de oorspronkelijke lader, de kabel en de hoes ingeleverd worden. Artikel Het recht van de mandataris om gebruik te maken van de elektronische communicatiemiddelen van het lokaal bestuur Sint-Pieters-Leeuw en van de gegevens waarmee de mandataris in contact komt gedurende de uitoefening van het mandaat, is beperkt tot de duur van het mandaat. 2. Persoonsgevoelige gegevens waartoe de mandataris, binnen de uitoefening van het mandaat, inzagerecht op krijgt mogen niet worden opgeslagen. 3. Om de mandatarissen in staat te stellen de zittingen voor te bereiden wordt hen toegang verleend tot het webgebaseerd notulenbeheersysteem Parnassus 8.0. Via Parnassus kunnen de agenda, de ontwerpbeslissingen, de bijhorende documenten en de notulen geraadpleegd worden. HOOFDSTUK 14 - VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE ORGANEN VAN DE GEMEENTE 3 Artikel Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van het lokaal bestuur in te dienen. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. 3 Artikel 304, 2 van het decreet lokaal bestuur 22/73