Prins. Milieu Consultancy b.v. Asbestinventarisatie. Woning aan de Groenedijk 96 in Utrecht

Transcriptie

1 Uitgevoerd conform het Werkveldspecifieke certificatieschema voor de procescertificaten asbestinventarisatie en asbestverwijdering Asbestinventarisatie Woning aan de Groenedijk 96 in Utrecht Asbest- en bodemonderzoek Saneringsbegeleiding Schimmelpennincklaan 2a 3571 BH Utrecht Tel. nr.: Mobiel: Website: KvK nr.: BTW. nr.: nl b01 IBAN-nr.: NL87 TRIO Projectnummer: Opdrachtgever: Naam bestand: r01 Gemeente Utrecht Versienummer: 1 Postbus 8406 SCA-procescertificaat: 07-D RK Utrecht Datum: 12 juli 2017 Auteur/inspecteur: Ing. M.J. SCA-code: 51E Technisch verantwoordelijke: Ing. M.J. (SCA-code 51E ) Vrijgegeven: Onderzoek geschikt voor Omvang onderzoek 0 geschikt voor volledige renovatie of (totaal-)sloop X gehele gebouw(en) of object(en) X geschikt voor renovatie zonder bouwkundige 0 gedeelte van gebouw(en) of object(en) integriteit aan te tasten 0 gebied rondom gebouw(en) of object(en) 0 niet geschikt voor sanering, risicobeoordeling volgens NEN 2991 noodzakelijk X geschikt voor uitsluitend de verwijdering van de in dit rapport omschreven asbesthoudende materialen

2 0 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding Wijzigingshistorie en oorzaaksanalyse Doel van het onderzoek Vooronderzoek Informatiebronnen Algemene gegevens Bouwkundige omschrijving Resultaten/conclusies deskresearch Monsterneming en bepaling risico s Monsternemingsplan Risicobeoordeling Risicoklasse-indeling bij asbestverwijdering Visuele inspectie en resultaten Beperkingen Bijlagen... 9 (inclusief bijlagen 18 pagina s) A. Overzicht gegevens deskresearch B. Overzichtstekeningen C. Asbestidentificaties materiaalmonsters D. Risicoklasse-indelingen Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 2 van 9

3 1 Samenvatting Voor de woning aan de Groenedijk 96 in Utrecht is een asbestinventarisatie conform het werkveldspecifieke certificatieschema uitgevoerd. De geplande eigendomsoverdracht vormde de aanleiding van het onderzoek. De asbestinventarisatie omvat de gehele woning met garage en is geschikt voor verbouwingen en/of renovaties waarbij: de aangeduide uitsluitingen niet zijn betrokken; de aangetroffen asbesthoudende materialen worden gesaneerd. Bouwkundige omschrijving De woning met naastgelegen garage zijn tegelijk omstreeks 1960 gebouwd. De binnen- en buitengevels zijn uit metselwerk opgebouwd. De balken van de houten verdiepingsvloeren rusten op de gemetselde wanden. Het dak bestaat uit houten dakbeschot, ondersteund door houten balken, waarop de dakpannen rusten. De boeiboarden zijn van houten beplating. In de gevels zijn houten kozijnen geplaatst, welke visueel geen asbestverdachte kit bevat. De vloeren van de ruimten op de begane grond zijn vooral met keramische tegels afgewerkt. Daarnaast zijn in de ruimten vaste (gestuukte) gipsplafonds aanwezig. De gang en he toilet hebben houten schroten als verlaagd plafond. In de garage is de kale betonvloer zichtbaar en in de ruimten achter de garage liggen trottoirtegels of (asbestvrij) zeil op de vloeren. Op de 1 e verdieping ligt geen vloerafwerking (grote slaapkamer), keramische tegels (badkamer en toilet) en asbestverdacht zeil (twee kleine(re) slaapkamers). Alle ruimten bevatten een verlaagd plafond van zachtboard. Op de zolder is geen vloerafwerking aanwezig. Op de zolder hangt een cv-ketel van het merk Remeha, type Avanta, van een recent bouwjaar. In deze cvketel zijn geen asbesthoudende onderdelen toegepast. De cv-leidingen zijn niet geïsoleerd. Het rookgasafvoer van de open haard is van roestvrijstaal en is zichtbaar op de zolderverdieping. Het overige leidingwerk bestaat uit metaal (cv-, elektra - en waterleiding) of pvc (elektra). Uitkomsten inventarisatie Op basis van het bouwjaar is het casco van het gebouw verdacht voor de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Door latere, inpandige aanpassingen of verbouwingen kunnen daarnaast nog asbesthoudende materialen zijn toegepast. Op voorhand waren er geen asbestverdachte materialen aangegeven. Tijdens de inspectie is één materiaalmonster genomen. De onderstaande, mogelijk asbesthoudende materialen zijn aangetroffen: onderlaag van vloerzeil in slaapkamers 1 en 2 op de 1 e verdieping circa 21 m 2, risicoklasse 2. Beperkingen Destructief onderzoek was (in beperkte mate) toegestaan. Nagenoeg de gehele bebouwing kon tijdens de inventarisatie worden geïnspecteerd. De onderstaande gebouwdelen zijn echter door een beperkte bereikbaarheid niet onderzocht: plafondplenums in alle ruimten (geen vermoeden van asbestverdachte materialen); kruipruimte/fundering geen toegang aangetroffen (mogelijk cementen rioleringsbuizen). In het geval van een (totaal-)sloop zullen de bovenvermelde inspectiebeperkingen door een aanvullend, destructief onderzoek moeten worden opgeheven. Wel zijn enkele basis-uitsluitingen van toepassing, zoals de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen in (leiding-)koven, spouw- en/of dubbele muren, dubbele plafonds en/of wanden van de bebouwing. Er is evenwel geen redelijk of concreet vermoeden voor de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in deze gebouwdelen. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 3 van 9

4 Te allen tijde moet in het geval van onderhoud- of verbouwingen met de beperkingen van de inventarisatie (hoofdstuk 6) rekening worden gehouden. Bovenal moet bij het verwijderen van asbesthoudende materialen het Asbestverwijderingsbesluit worden gevolgd. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 4 van 9

5 2 Inleiding De gemeente Utrecht heeft aan opdracht gegeven voor het uitvoeren van een asbestinventarisatie conform het werkveldspecifieke certificatieschema voor de woning aan de Groenedijk 96 in Utrecht. De geplande eigendomsoverdracht vormde de aanleiding van het onderzoek. Aan de uitvoering van een asbestinventarisatie zijn kwaliteitseisen verbonden. Deze zijn uitgewerkt in het Werkveldspecifieke certificatieschema voor de procescertificaten asbestinventarisatie en asbestverwijdering (voorheen SC 540). is gecertificeerd ((SCAprocescertificaat 07-D afgegeven op 28 november 2014) voor het uitvoeren van asbestinventarisaties. Overeenkomstig het werkveldspecifieke certificatieschema heeft dit onderzoek een geldigheidstermijn van drie jaar. Indien daarna het voornemen tot saneren wordt gemeld bij de gemeente, zal deze asbestinventarisatie moeten worden geactualiseerd. 3 Wijzigingshistorie en oorzaaksanalyse In deze paragraaf is een overzicht gegeven van de wijzigingen in het rapport en de revisiestatus. Daarnaast wordt (indien van toepassing) een verklaring voor de oorzaak of reden van de aanvullingen of wijzigingen geboden. Versie Datum Aanduiding Toelichting 1 Zie voorzijde Gehele rapport Eerste versie 4 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is het verkrijgen van informatie over de aanwezigheid van asbesthoudende materialen die in- of uitpandig in de bebouwing zijn gebruikt. 5 Vooronderzoek 5.1 Informatiebronnen Voorafgaand aan (en tijdens) de inspectie(s) is op basis van schriftelijke - en mondelinge informatie nagegaan wat er (eventueel) al bekend is over de aanwezigheid van asbesthoudende (bouw)materialen. In bijlage A is een overzicht van de geraadpleegde bronnen weergegeven. Eveneens zijn de datum, methode en verzamelde informatie omschreven. 5.2 Algemene gegevens De onderstaande algemene gegevens zijn op de onderzochte bebouwing van toepassing. Adres : Groenedijk 96 in Utrecht; Bouwjaar : omstreeks 1960 o.b.v. Basisregistratie Adressen en Gemeentes (bag); Gebruiker(s) : tijdelijke bewoning. Op de in bijlage B opgenomen overzichtstekeningen staat de onderzochte bebouwing weergegeven. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 5 van 9

6 5.3 Bouwkundige omschrijving De woning met naastgelegen garage zijn tegelijk gebouwd. De binnen- en buitengevels zijn uit metselwerk opgebouwd. De balken van de houten verdiepingsvloeren rusten op de gemetselde wanden. Het dak bestaat uit houten dakbeschot, ondersteund door houten balken, waarop de dakpannen rusten. De boeiboarden zijn van houten beplating. In de gevels zijn houten kozijnen geplaatst, welke visueel geen asbestverdachte kit bevat. De vloeren van de ruimten op de begane grond zijn vooral met keramische tegels afgewerkt. Daarnaast zijn in de ruimten vaste (gestuukte) gipsplafonds aanwezig. De gang en he toilet hebben houten schroten als verlaagd plafond. In de garage is de kale betonvloer zichtbaar en in de ruimten achter de garage liggen trottoirtegels of (asbestvrij) zeil op de vloeren. Op de 1 e verdieping ligt geen vloerafwerking (grote slaapkamer), keramische tegels (badkamer en toilet) en asbestverdacht zeil (twee kleine(re) slaapkamers). Alle ruimten bevatten een verlaagd plafond van zachtboard. Op de zolder is geen vloerafwerking aanwezig. Op de zolder hangt een cv-ketel van het merk Remeha, type Avanta, van een recent bouwjaar. In deze cvketel zijn geen asbesthoudende onderdelen toegepast. De cv-leidingen zijn niet geïsoleerd. Het rookgasafvoer van de open haard is van roestvrijstaal en is zichtbaar op de zolderverdieping. Het overige leidingwerk bestaat uit metaal (cv-, elektra - en waterleiding) of pvc (elektra). 5.4 Resultaten/conclusies deskresearch De resultaten en (eventuele) conclusies op basis van de verzamelde gegevens zijn hieronder in zijn geheel overgenomen uit bijlage A. Op basis van het bouwjaar is het casco van het gebouw verdacht voor de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Door latere, inpandige aanpassingen of verbouwingen kunnen daarnaast nog asbesthoudende materialen zijn toegepast. Op voorhand waren er geen asbestverdachte materialen aangegeven. Ten behoeve van het deskreseach is voldoende informatie verzameld. Aan de hand hiervan kan de inspectie gedegen worden uitgevoerd. 6 Monsterneming en bepaling risico s 6.1 Monsternemingsplan Bij het nemen van materiaalmonsters moet bij voorkeur geen - en anders een zo minimaal mogelijke - asbestvezelemissie optreden. Het nemen van materiaalmonsters is uitgevoerd conform de richtlijnen uit de SC 540 (vroegere richtlijn voor inventariseren) en NEN Alvorens een monster werd genomen, is een inschatting van de verwachte vezelconcentratie gedaan. Op basis hiervan is bepaald welke persoonlijke beschermingsmiddelen, hulpmiddelen en/of handelingen benodigd waren. Indien het mogelijk was, werd van elk type asbestverdacht materiaal minimaal één materiaalmonster genomen. Van materialen waarvan bekend is dat het asbest niet homogeen is verdeeld in de toepassing, werden minimaal twee materiaalmonsters genomen. De materiaalmonsters zijn geanalyseerd/geïdentificeerd op de aanwezigheid van asbest. 6.2 Risicobeoordeling Voor het beoordelen van de gezondheidsrisico s tijdens een sanering is gebruik gemaakt van de risicobeoordelingen van de (online) webapplicatie SMART versie 2.2. Dit resulteert in risicoklasseindelingen, waarvan het gebruik ervan is vastgelegd in het werkveldspecifieke certificatieschema. Per 1 juli 2014 is een strengere grenswaarde voor materialen met chrysotiel middels artikel 4.46 van het Arbeidsomstandighedenbesluit van kracht geworden. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 6 van 9

7 Vervolgens is de inwerkingtreding van artikel 4.53c van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) per 1 januari 2017 bekrachtigd door de verlaging van de grenswaarde voor amfibool asbest. 6.3 Risicoklasse-indeling bij asbestverwijdering De indeling in risicoklassen is vooral gebaseerd op het door TNO opgestelde rapport Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest uit november In dit rapport is voor de meeste, aangetroffen, asbesthoudende materialen de risicoklasse aangeduid. Voor elk aangetroffen asbesthoudend materiaal is aangegeven welke risicoklasse van toepassing is bij verwijdering. Er worden drie risicoklassen onderscheiden: Risicoklasse 1 Van toepassing bij in goede staat verkerend hechtgebonden materiaal, dat eenvoudig (routinematig) en zonder breuk kan worden verwijderd. Bij de verwijdering mag de concentratie asbestvezels in de inademingslucht (acht uur tijdgewogen gemiddelde) niet hoger zijn dan de grenswaarde van vezels/m 3. De verwijdering hoeft niet door een SC 530 gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd, maar moet wel van de best bestaande technieken gebruik te maken. Daarnaast moeten bronmaatregelen genomen te worden om (mogelijke) vezelemissie te voorkomen. De te nemen bronmaatregelen en te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen moeten in een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) worden omschreven. Na afloop mogen de werkzaamheden door het bedrijf, dat de sanering uitvoert, visueel worden geïnspecteerd en vrijgegeven. Risicoklasse 2 Risicoklasse 2 is van toepassing bij uiteenlopende en/of complexe(re) verwijderings-werkzaamheden, waarbij de materialen niet in zijn geheel kunnen worden verwijderd. De concentratie chrysotiel (witte asbest) in de lucht (berekent over het acht uur tijdgewogen gemiddelde) tijdens de vrijgave mag niet hoger zijn dan vezels/m 3. De vrijgave bestaat uit een visuele inspectie en luchtmetingen met behulp van lichtmicroscopie. De werkzaamheden moeten overeenkomstig de regelgeving in containment worden uitgevoerd door een SC 530 gecertificeerd bedrijf. Risicoklasse 2A Deze klasse heeft betrekking op de verwijdering van asbesthoudend materiaal, waarin amfibool asbest, zoals actinoliet, amosiet, anthofylliet, crocidoliet en tremoliet is verwerkt. De concentratie amfibool asbest in de lucht (berekent over het acht uur tijdgewogen gemiddelde) tijdens de vrijgave mag niet hoger zijn dan vezels/m 3. Een uitzondering is van toepassing op de aanwezigheid van maximaal 2 % aan amfibool asbestsoorten. Op dat moment is feitelijk sprake van risicoklasse 2. De vrijgave bij risicoklasse 2A bestaat uit de volgende onderdelen: visuele inspectie; luchtmetingen gedurende 4 uur, welke met elektronenmicroscopie worden geïdentificeerd; het nemen van (minimaal) 4 kleefmonsters, welke met elektronenmicroscopie worden geïdentificeerd. De werkzaamheden moeten overeenkomstig de regelgeving in containment worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf. De van toepassing zijnde maatregelen en voorzieningen zijn grotendeels gelijk aan die van risicoklasse 2. De werkelijke vezelemissie bij asbestverwijdering hangt sterk af van de wijze waarop en de zorgvuldigheid waarmee de werkzaamheden worden uitgevoerd. In verband hiermee wijst Milieu Consultancy b.v. elke verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid af indien bij verwijdering een ander arbeidsomstandigheden- en/of meetregime nodig blijkt of had moeten worden toegepast dan op basis van de aangeduide risicoklasse mocht worden verwacht. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 7 van 9

8 7 Visuele inspectie en resultaten Op 29 juni 2017 heeft de visuele inspectie plaatsgevonden. De werkzaamheden bestonden uit het: onderzoeken van alle ruimten, de gevels en het dak; nemen van één materiaalmonster van asbestverdacht materiaal. De monstername heeft plaatsgevonden volgens de richtlijnen zoals deze in het werkveldspecifieke certificatieschema en in paragraaf 6.1 zijn verwoord. Het materiaalmonster is door middel van microscopie bij het door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde Nomacon Asbestlaboratorium b.v., gevestigd in Vianen, onderzocht op de aanwezigheid van asbest. De asbestidentificatie van het materiaalmonster en de risicoklasse-indeling zijn in bijlage C en D opgenomen. Van de onderzochte bebouwing is in bijlage B een overzicht geboden. Monstercodering M01 Omschrijving materiaal Onderlaag van vloerzeil Locatie materiaalmonster/ In kleine slaapkamers op plaats van aantreffen de 1 e verdieping Functie Vloerafwerking Bevestiging Geplakt op houten platen Analyserapport Soort(en) asbest Chrysotiel Percentage % Vezelhechting Niet-hechtgebonden Beschadigingen Geen Hoeveelheid Slaapkamer 1: circa 10 m 2 ; Slaapkamer 2: circa 11 m 2. Emissierisico s Geen directe Gezondheidsrisico s Geen directe Saneringsurgentie Geen Risicoklasse bij sanering 2 Blik op zeil in kleine slaapkamers op de 1 e verdieping. Saneringswerkwijze Opmerkingen Detail van monstername locatie. Binnensanering containment Het vloerzeil is op houten platen gelijmd. 8 Beperkingen Destructief onderzoek was (in beperkte mate) toegestaan. Nagenoeg de gehele bebouwing kon tijdens de inventarisatie worden geïnspecteerd. De onderstaande gebouwdelen zijn echter door een beperkte bereikbaarheid niet onderzocht: plafondplenums in alle ruimten (geen vermoeden van asbestverdachte materialen); kruipruimte/fundering geen toegang aangetroffen (mogelijk cementen rioleringsbuizen). In het geval van een (totaal-)sloop zullen de bovenvermelde inspectiebeperkingen door een aanvullend, destructief onderzoek moeten worden opgeheven. Wel zijn enkele basis-uitsluitingen van toepassing, zoals de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen in (leiding-)koven, spouw- en/of dubbele muren, dubbele plafonds en/of wanden van de bebouwing. Er is evenwel geen redelijk of concreet vermoeden voor de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in deze gebouwdelen. Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 8 van 9

9 9 Bijlagen Projectnummer 17035, versie 1 Asbestinventarisatie Groenedijk 96 in Utrecht Pagina 9 van 9

10 Bijlage A: Overzicht gegevens deskresearch

11 Bijlage A: Overzicht gegevens deskresearch Bron Methode Datum Informatie Namens de opdrachtgever de heer R. den Hartog 31 mei 2017 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (bag) Mondelinge- (tijdens telefonisch onderhoud) en schriftelijke (per ) informatie. Bag-viewer via de website van het kadaster 31 mei 2017 De aanleiding van het onderzoek is toegelicht. Op voorhand bestond er geen vermoeden voor de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Er waren zowel bij de gemeente als bij het Stadsarchief geen (oude) bouw- of plattegrondtekeningen beschikbaar. Via deze website is een indicatie van het bouwjaar verkregen. De gegevens zijn, vooral voor oudere of grootschalig gerenoveerde gebouwen niet altijd accuraat. Het aangegeven bouwjaar van de bebouwing is Het bouwjaar komt overeen met de bouwstijl. Uitkomsten en (eventueel) conclusies op basis van de gegevens van het deskresearch Op basis van het bouwjaar is het casco van het gebouw verdacht voor de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Door latere, inpandige aanpassingen of verbouwingen kunnen daarnaast nog asbesthoudende materialen zijn toegepast. Op voorhand waren er geen asbestverdachte materialen aangegeven. Ten behoeve van het deskreseach is voldoende informatie verzameld. Aan de hand hiervan kan de inspectie gedegen worden uitgevoerd.

12 Bijlage B: Overzichtstekeningen

13

14

15 Bijlage C: Asbestidentificatie materiaalmonster

16 Analysecertificaat nummer Datum rapportage Nomacon Asbestlaboratorium b.v. Datum analyse Ursulinenhof DA Vianen Opdrachtgever Milieu Consultancy T : +31 (0) F : +31 (0) Opdrachtnummer W : Monstername uitgevoerd door M. E : laboratorium@nomacon.nl KvK : BTW : NL B01 Adres monstername Groenedijk 96 Utrecht Datum monstername Datum monsterontvangst Aantal monsters 1 Materiaal geanalyseerd conform NEN 5896 (m.b.v. stereo- en polarisa emicroscopie) Monster Nr Omschrijving Materiaal Soort asbest + gewichtsprocenten % (m/m) M01 Vloerzeil in slaapkamer op 1e verdieping * Scha ng hechtgebondenheid (op oneel) conform NEN 5896:2003 Hechtgebondenheid* Zeil Chryso el (30-60 %) Niet hechtgebonden Opmerkingen Toelich ng De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de onderzochte monsters. Nomacon Asbestlaboratorium B.V. is niet aansprakelijk voor interpreta es of conclusies die gedaan zijn naar aanleiding van de verkregen resultaten. Alleen gehele reproduc es van dit rapport zijn geldig. Bij monsterneming door klant kan geen uitspraak worden gedaan over de herkomst, representa viteit en overige onderdelen van de monsterneming. Bij materiaaltype en hechtgebondenheid is de bevinding opgenomen die op het laboratorium van Nomacon Asbestlaboratorium B.V. is geconstateerd. Deze kan afwijken van de waarneming die in het veld is gedaan. Wanneer in organisch gebonden materialen (bijvoorbeeld colovinyltegels, ki en, teerlagen) of in kleefmonsters met de standaard analyse, stereo- en polarisa emicroscopie (PLM) geen asbestvezels worden gedetecteerd, bevelen wij aan de monsters met scanning elektronen microscopie (SEM) te laten analyseren. Organisch gebonden materialen kunnen asbestvezels beva en met een dusdanig kleine doorsnede en lengte dat ze met PLM niet gedetecteerd kunnen worden, waardoor de analyseresultaten vals nega ef kunnen zijn. Alle documenten behorende bij deze rapportage zijn gecontroleerd en geautoriseerd door de directeur of diens vervanger. Indien twijfel bestaat over de echtheid van dit document kunt u dit veri ëren via veri ca e@nomacon.nl o.v.v. het projectnummer. Nomacon Asbestlaboratorium B.V. is een door de Raad voor Accredita e geaccrediteerd laboratorium onder nummer L582. Technisch Manager Joram Buissant FL-109 Formulier Analysecertificaat van de identificatie van asbest in materialen conform NEN 5896 versie Pagina 1/1

17 Bijlage D: Risicoklasse-indeling

18 SMART Risicoclassificatie Aangemaakt op 09 juli 2017 om 10h44 (908045) SCA-code: 07-D Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [07-D ]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Adres Groenedijk 96, Utrecht Projectcode Projectnaam Woning aan de Groenedijk 96 in Utrecht Broncode M01 Bronnaam Onderlaag van vinylzeil in slaapkamers op 1e verdieping Feiten Productspecificatie Vinylzeil Hechtgebondenheid Niet-hechtgebonden Hoeveelheid asbest 21 m² Percentage Chrysotiel % Percentage Amfibool asbest < 0.1 % (niet aantoonbaar) Analysecertificaatnummer Situatie Bevestiging Binnen / buiten Beschadiging Verweerdheid Verwijdering Handeling Gelijmd Binnen Niet Niet Snijden / knippen / steken Risicoclassificatie Risicoklasse 2 Gebruikte versie classificatiemodel SMART (ingangsdatum ) Werkplanelementen Containment RK2 Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een containment te worden ingericht conform het certificatieschema. Het gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijf dat de asbestverwijderingswerkzaamheden uitvoert, dient de best bestaande technieken toe te passen. Er dienen bronmaatregelen genomen te worden om vezelemissie te voorkomen. Deze maatregelen dienen in een werkplan, opgesteld conform het certificatieschema, te worden opgenomen. Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Er dient een eindcontrole door een RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie en onderdeel luchtmetingen, te worden uitgevoerd. (908045)