7 e uitbreiding Gebiedsplan overzomerende ganzen Rivierenland Midden met gebied Gelderse Poort

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7 e uitbreiding Gebiedsplan overzomerende ganzen Rivierenland Midden met gebied Gelderse Poort"

Transcriptie

1 7 e uitbreiding Gebiedsplan overzomerende ganzen Rivierenland Midden met gebied Gelderse Poort Opgesteld door FBE Gelderland, augustus 2013

2 Inhoudsopgave pag. Voorwoord.2 I. ALGEMEEN Het gebied Gelderse Poort Betrokken WBE s, samenstelling initiatiefgroep en GAK 4 3. Doelstelling van het plan Streefniveau schade en populatie Maatregelen en oplossingen...6 II. DE DEELPLANNEN.8 6. WBE Circul van de Ooij en Millingen.8 7. WBE Rijnwaarden WBE Bevermeer WBE Gendringen-Bergh III. GEZAMENLIJKE CONCLUSIES Naar populatiebeheer Mogelijke maatregelen om de doelstellingen te verwezenlijken Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer Iets over afzet Uitwerking gebiedsgerichte benadering Werkplan en monitoring....24

3 Voorwoord De faunabeheereenheid Rivierenland heeft op 2 juli 2008 het Gebiedsplan beheer overzomerende ganzen Rivierenland midden (verder: Gebiedsplan) vastgesteld. Dit meerjarig plan werd opgesteld in samenwerking met alle betrokkenen in het gebied, inclusief de natuurbeherende organisaties. Op 13 maart 2009 werd het plan geactualiseerd en op 30 maart 2009 werd dit plan door Gedeputeerde Staten goedgekeurd onder zaaknummer Aan de 4 betrokken wildbeheereenheden (te weten Nederbetuwe, Middenbetuwe, Maas en Waal West en Wijchen en Waal met een gezamenlijk oppervlak van meer dan hectare) werd een aanvullende ontheffing verleend om in het kader van schadebestrijding door overzomerende grauwe ganzen populatiebeheer toe te passen. Het plan werd bij de indiening van het Faunabeheerplan Rivierenland toegevoegd en in de besluitvorming betrokken. Gedeputeerde Staten (verder G.S.) merkte bij de overwegingen op: populatiereductie buiten percelen met schade aan landbouwgewassen is mogelijk door gebiedsplannen op te stellen welke onze goedkeuring behoeven. Het huidige vigerend faunabeheerplan voorziet dan ook in de mogelijkheid om dit soort projecten uit te werken. Inmiddels werd het Gebiedsplan uitgebreid met de WBE Overbetuwe Oost, de Stichting Samenwerkende WBE s Nijmegen, de WBE Bommelerwaard, de WBE Tielerwaard West, de WBE Groot Buren en de WBE Tielerwaard Oost. Vervolgens hebben 4 WBE s, te weten Circul van de Ooij en Millingen, Rijnwaarden, Bevermeer en Gendringen-Bergh, samenwerkende onder de naam Gelderse Poort, besloten bij het bestaande Gebiedsplan aan te sluiten. Na goedkeuring zal dat derhalve de zevende (en voorlopig laatste) uitbreiding van het Gebiedsplan zijn. In december 2012 is het landelijke G7 akkoord tot stand gekomen, waarbij de 12 provincies zich hebben aangesloten. Sindsdien spreekt men over het G19 akkoord. Dit ganzenakkoord gaat uit van het beheer van overzomerende ganzen teneinde de schade terug te brengen tot het niveau van De 4 WBE s in de Gelderse Poort willen hieraan een bijdrage leveren. Werd in het verleden bij het opstellen van de beheerplannen van overzomerende grauwe ganzen een direct verband gelegd tussen de hoeveelheid ganzen en de schade in een bepaald gebied, waarbij gezocht werd naar een schadeniveau dat de agrariërs ter plaatse acceptabel vonden, door het G19 akkoord is dit niet meer noodzakelijk, immers de schade van 2005 en de bijbehorende stand zijn in grote lijnen als richtsnoer bepaald. Op basis van dit akkoord is een Ganzenafstemmingskader Gelderland (verder: GAK) opgericht, hetgeen heeft geleid tot een aangepaste procedure in het tot stand brengen van dit plan: de WBE s bereiden het voor en leggen het via de FBE in concept voor aan het GAK, waarin immers alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd. De noodzakelijk geachte maatregelen worden voorgedragen aan het FBE-bestuur, dat het plan op zijn beurt na goedkeuring ter besluitvorming aan Gedeputeerde Staten aanbiedt. Voor de onderbouwing in algemene zin verwijzen wij gaarne naar het eerder genoemde Gebiedsplan. De voor deze uitbreiding van het gebiedsplan noodzakelijke specifieke gegevens zijn door de WBE s aangeleverd. Een bijzonder woord van dank aan de initiatiefnemende WBE s is op haar plaats. Mede dankzij deze waardevolle inbreng vanuit de praktijk is de aanzet gegeven tot een onderbouwd advies m.b.t. zomerganzen in het gebied Gelderse Poort. Mr Th.W.M. Salet, augustus

4 I. ALGEMEEN 1.Het gebied Gelderse Poort De huidige Gebiedsplannen omvatten momenteel de regio s Rivierenland Midden (bruto ha, netto ha) en IJsselwaarden ( bruto , netto ) en hebben een gezamenlijke oppervlakte van ruim ha. Voor deze regio s is specifiek gekozen omdat ze zich bevinden binnen het gebied waar zich veel overzomerende ganzen bevinden en die daar veel schade veroorzaken. Aan deze regio s wordt met dit stuk de regio Gelderse Poort toegevoegd, hetgeen een uitbreiding met bruto bijna ha (en netto ha betekent. Na de uitbreiding omvat het gebied bruto meer dan ha. Na aftrek van de bebouwing ha. In het gebied zijn langs de rivieren een aantal grote natuurgebieden gesitueerd die door de verruiging een paradijs vormen voor overzomerende ganzen om er te broeden en in de ruitijd bescherming te genieten door de nabijheid van deze grote rivieren. In 2013 werd op 20 juli een zomertelling gehouden. Daarbij is gebleken dat na de ruitijd, hoewel de ganzen, ook de jonge, goed kunnen vliegen, zij zich in grote groepen vaak van meerdere honderden bij elkaar op korte afstand van elkaar blijven ophouden bij de grote rivieren. Hierdoor zijn ze nauwelijks aan de veren te komen en te beheren. Zodra het geschikte voedsel elders begint te rijpen, worden deze voedselbronnen in zeer grote getale bezocht. Zo kan het gebeuren dat in de WBE Bevermeer bij de voorjaars- en zomertelling weinig ganzen aanwezig blijken te zijn, maar dat ze vanuit de grote natuurgebieden, die binnen een straal van 15 km liggen, komen fourageren en ter plaatse grote schade veroorzaken. De initiatiefnemers zien het landelijke G19 akkoord dan ook als een noodzakelijke aanvulling op de in de provincie Gelderland bestaande gebiedsplannen en willen daar ook aan meewerken

5 2 Betrokken WBE s, samenstelling initiatiefgroep en GAK Initiatiefnemers. WBE Circul van de Ooij en Millingen Roelof de Vreeze Jeroen ten Westenend Jan Derksen ondersteund door: Han Ermers, jachthouder en agrariër WBE Rijnwaarden Sander Goris Gerwen Pelgrum WBE Bevermeer Jan Peters Gerard Stoltenborg ondersteund door de agrariërs: M.Hakvoort, W.Peters en J.Reinders WBE Gendringen-Bergh Gerard Evers ondersteund door de agrariërs: J. van Niersen en M. Giessen Ganzenafstemmingskader Gelderland: FBE-Gelderland Theo Salet voorzitter GAK FBE-Gelderland Teun Achterkamp secretaris Provincie Gelderland Frank van Belle deelnemer Provincie Gelderland Petra Augustijn deelnemer/agendalid Gelders Landschap Wim Geraedts agendalid Federatie Particulier Grondbezit Werner de Wilde deelnemer LTO Dirk Dekker deelnemer Natuurmonumenten Willem Hellevoort deelnemer Agr. part. Natuur- landschapsbeheer (NPO) Jos Roemaat deelnemer Staatsbosbeheer Jaap Rouwenhorst deelnemer Vogelbescherming Joachim van der Valk deelnemer NMV Marion Logtenberg deelnemer NOJG-Gelderland Hans Noach deelnemer NOJG-Gelderland Piet v. Bentum deelnemer KNJV-gewest Veluwe (WBE's) Daan Jacobs deelnemer Wim Westhoff deelnemer KNJV-gewest Rivierenland (WBE's) Henk Emmerzaal deelnemer Hans van Aanholt deelnemer KNJV- gewest Oost Gelderland (WBE's) Rien van der Vlies deelnemer - 4 -

6 3. Doelstelling van het plan. De doelstelling van het plan is om belangrijke schade aan landbouwgewassen en aan de overige flora en fauna te voorkomen door populatiebeheer van overzomerende ganzen in het gebied Gelderse Poort te gaan uitvoeren. Aangezien in de achterliggende jaren is gebleken dat met de huidige ontheffingen de geformuleerde beleidsdoelstellingen m.b.t. schade aan de landbouw niet (voldoende) werden bereikt, doen de betrokken WBE s conform het vigerende Faunabeheerplan - aan de FBE aanvullende voorstellen voor een ruimere ontheffing. Deze voorstellen zijn ook in lijn met het G 19 akkoord. De initiatiefnemers stellen voor om de aantallen overzomerende grauwe ganzen significant te verlagen tot een aanvaardbaar schadeniveau, rekening houdend met een aanwas van 20% per jaar. Het plan is beperkt tot de soort Grauwe Gans, omdat deze van oorsprong een Nederlandse broedvogel is, die weliswaar in de loop van de vorige eeuw was uitgestorven, maar in de zeventiger jaren is geherintroduceerd. De andere soorten overzomerende ganzen zijn geen oorspronkelijke broedsoorten, maar doen de soort Grauwe Gans wel voedselconcurrentie aan en veroorzaken ook schade en overlast. In het kader van het G19 akkoord komen deze soorten in een later stadium ook aan de beurt, waarbij voor de brandgans door de G 19 een aparte aanpak is voorgesteld. 4. Streefniveau schade en populatie Zoals eerder opgemerkt hebben de provincies in december 2012 met de G 7 een akkoord gesloten over de uitvoering van een nieuwe aanpak voor de ganzen. Het akkoord gaat in hoofdlijn uit van rust voor winterganzen en het terugdringen van schade door zomerganzen tot het niveau van de uitgekeerde schade in Dit betekent in grote lijnen dat ook de stand van de overzomerende ganzen naar dat bij die schade horende niveau dient te worden teruggebracht. Voor het gebied van de 4 WBE s in de Gelderse Poort was de getaxeerde schade (is in dat jaar ook nagenoeg uitgekeerd) door de grauwe gans ,- bij een stand van 2875 grauwe ganzen. Voslamber geeft in het rapport Aantal broedende ganzen in de provincie Gelderland in 2005 aan dat er in de Gelderse Poort 1317 broedparen van de grauwe gans aanwezig zijn. Conform een rapport van Van der Jeugd uit 2006 betekent dit circa 5268 individuen, hiervan verbleven er 1445 in de WBE Overbetuwe Oost en een deel van de Liemers. Bij het opstellen van dit plan zal het aantal van 3823 als uitgangspunt dienen, hoewel de voorjaarstelling van de 4 betrokken WBE s in 2006 lager uitkwam, namelijk 3353 grauwe ganzen

7 5.Maatregelen en oplossingen In de Gelderse Poort was de stand van de grauwe gans in 2012 bij de voorjaarstelling 5615,waarbij de grote natuurgebieden niet (konden) geteld worden. Bij de zomertelling 2013 werden in deze natuurgebieden 5198 grauwe ganzen geteld. Dit getal houden wij bij het opstellen van de plannen aan. De getaxeerde schade in 2012 was met ,- aan de lage kant mede vanwege het gunstige weer. Daarentegen was de schade in het jaar 2011 met ,- hoog, ook mede veroorzaakt door het weer: in 2011 is er veel graan door storm en regen gelegerd, waar de ganzen massaal op trokken. De normale jaarlijkse schade zal ergens hier tussen in liggen. Het doet echter aan de doelstelling om terug te gaan naar het niveau van 2005 niets af. De doelstelling zal zijn om in 5 jaren de hoeveelheid grauwe ganzen terug te brengen naar een acceptabel niveau, rekening houdend met 20% reproductie. Daartoe is een verhoging van het gemiddelde afschot in de jaren 2010 t/m/ 2012, zijnde 2290, noodzakelijk. In de eerste jaren zal de reductie hoger dienen te zijn om de populatie te stabiliseren en terug te dringen. Als Gedeputeerde Staten dit gebiedsplan goedkeuren zou het verloop conform onderstaande populatie regulatietabel kunnen verlopen, waarbij het restant van het zomerseizoen 2013 als aanloop voor 2014 kan worden gezien. Populatie regulatietabel. Kalenderjaar vj 2013zo Getelde populatie ) ) ) ) ) in Natuurgebieden ) ) ) Aanwas 4) Reductie 5) Noodzakelijke reductie 6) Berekende populatie volgend jaar Doelstand ) Berekende populatie uit rapport Äantal broedende ganzen in Gelderland in ) Getelde populatie door de Wildbeheereenheden 3) Teruggerekende aantallen op basis van de door SOVON aangegeven gemiddelde groei van 20% 4) Uitgerekend op basis groei van 20% 5) Reductie op basis van de huidige ontheffing verleend aan de Faunabeheereenheid. 6) Benodigde regulatie voor het bereiken van de doelstand in

8 In de volgende deelplannen zal een en ander verder worden uitgewerkt en het aantal van de reductie in 2014 worden verdeeld over de 4 betrokken WBE s conform onderstaand overzicht. WBE gemiddeld 2014 Circul v.d.ooij en Millingen Rijnwaarden Bevermeer Gendringen-Bergh Totaal Mede omdat enerzijds door weersomstandigheden en wisselende teeltculturen en anderzijds door verplaatsingen van grote groepen ganzen, de reductiemogelijkheden per gebied van jaar tot jaar sterk kunnen verschillen is het noodzakelijk om per jaar d.m.v. het werkplan (en soms zelfs binnen een zomerseizoen) de aantallen te kunnen bijstellen

9 II. DE DEELPLANNEN 6. WBE Circul van de Ooij en Millingen 6.1 Ligging gebied Het gebied is begrensd in het noorden door de rivieren Waal en Rijn, in het zuid-oosten door de grens met Duitsland en in het zuid-westen door de bebouwde kom van de stad Nijmegen. 6.2 Geregistreerd grondgebruik Het WBE-gebied is vanwege het feit dat op ruim 40 % van de oppervlakte maïs, grassen en granen worden geteeld, zéér aantrekkelijk voor overzomerende ganzen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling in het grondgebruik. Totaal werkgebied Oppervlak ha Oppervlak % Oppervlakte weiland Oppervlakte akkerland Oppervlakte bos/natuur Oppervlakte nieuwe natuur Oppervlakte water (exclusief rivieren) Oppervlakte bebouwing Oppervlakte totaal 4730 ha 100 % - 8

10 Van de oppervlakte akkerland is circa 60 ha intensieve groenteteelt, die bijzonder gevoelig is voor schade. Bovendien zijn in het gebied veel uiterwaarden aanwezig. De overzomerende ganzen hebben hierdoor naast een ruim voedselaanbod ook voldoende ruigelegenheid binnen bereik. Het gebied leent zich dan ook zeer goed voor een sterke ontwikkeling van de ganzenpopulatie. 6.3 Specifieke gegevens Als aanvulling op de hiervoor verstrekte gegevens worden hieronder de specifieke gegevens van de WBE Circul van de Ooij en Millingen in beeld gebracht. Achtereenvolgens zijn dat: 6.3a. De ontwikkeling van de populatie overzomerende grauwe ganzen en het schadeverloop zoals dat bekend is uit cijfers van het faunafonds over de jaren 2005, 2007 en 2010 t/m 2012 (2013 is nog niet bekend). 6.3b. Uitbreiding van de mogelijkheden noodzakelijk. 6.3b. De te verwachten ontwikkeling in de nabije toekomst indien Gedeputeerde Staten de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren. 6.3a Omvang populatie en schade Voorjaarstelling 1) zo in natuurgebieden 2) Aanwas 3) 326 p.m p.m. Afschot ) Berekende populatie Schade door gr.ganzen, in de zomerperiode ) In 2005 inclusief natuurgebieden, daarna zijn de natuurgebieden tot 2013 niet geteld 2) In 2013 in de zomer geteld en vervolgens teruggerekend 3) Uitgerekend op basis groei van 20% 4) Benodigde regulatie in 2014 voor het bereiken van de doelstand in (zie pag 7.Maatregelen en oplossingen) Uit de voorgaande tabel blijkt dat ondanks alle geleverde inspanningen door grondgebruikers en jagers er in het gebied toch nog belangrijke schade aan gewassen door grauwe ganzen is aangericht in de jaren In deze jaren is totaal voor schade getaxeerd die door overzomerende grauwe ganzen werd aangericht. Ook blijkt het rendement van de ontheffing voor alleen schadebestrijding onvoldoende om de stand te reguleren. Uitbreiding van de mogelijkheden zal derhalve noodzakelijk zijn. (Zie ook paragraaf 10.) - 9 -

11 6.3b Uitbreiding van de mogelijkheden noodzakelijk De doelstelling van het provinciale faunabeleid, te weten het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen met behulp van de huidige vigerende ontheffing (schadebestrijding op of in de onmiddellijke omgeving van het schadeperceel) heeft in het gebied van de WBE Circul van de Ooij en Millingen onvoldoende resultaat opgeleverd, ondanks de vele geleverde inspanningen daartoe. De huidige vigerende ontheffing biedt derhalve onvoldoende mogelijkheden om de populatie te kunnen reduceren tot het schadeniveau van 2005 en de daarbij horende gewenste stand, zoals in het G19 akkoord is afgesproken. De benodigde reductie dient derhalve groter te zijn dan het gemiddelde van de laatste jaren, zijnde 600. De tabel op bladzijde 7 geeft aan dat de reductie met 20% dient te worden verhoogd tot 750 om in 5 jaar de gestelde doelen te kunnen bereiken. 6.3c Ontwikkeling bij toegestaan populatiebeheer Indien Gedeputeerde Staten de mogelijkheden van de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren zouden de jagers gedurende een aantal jaren extra veel ganzen kunnen schieten, voor zover mogelijk ondersteund door jachttechnische hulpmiddelen, hetgeen ook weidelijk schieten bevordert. De doelstelling daarbij zal voor het gebied van de WBE Circul van de Ooij en Millingen zijn om in het zomerseizoen 2014 circa 750 stuks overzomerende grauwe ganzen af te schieten. Het juiste aantal zal via een jaarlijks op te stellen werkplan tussen de 4 betrokken WBE s worden verdeeld. 6.4 Knelpunten Ondanks het feit dat er in het gebied belangrijke natuurgebieden (o.a. Millingse Waard, Kekerdomse Waard en Groenlanden) zijn gelegen, zijn er vooralsnog voor de uitvoering van bovenomschreven maatwerk door de WBE Circul van de Ooij en Millingen geen knelpunten voorzien

12 7. WBE Rijnwaarden 7.1 Ligging gebied Het gebied is aan de zuid-westzijde begrensd door de rivier de Rijn, in het noorden door de WBE De Liemers en in het oosten door de WBE Gendringen-Bergh. 7.2 Geregistreerd grondgebruik Het WBE-gebied is vanwege het feit dat op bijna 80 % van de oppervlakte maïs, grassen en granen worden geteeld, zéér aantrekkelijk voor overzomerende ganzen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling in het grondgebruik. Totaal werkgebied Oppervlak ha Oppervlak % Oppervlakte weiland ,9 Oppervlakte akkerland ,3 Oppervlakte bos/natuur 570 9,2 Oppervlakte nieuwe natuur 275 4,5 Oppervlakte water (exclusief rivieren) 130 2,1 Oppervlakte bebouwing Oppervlakte totaal ha 100 % Ruim 75 % van het werkgebied voorziet in de voedselbehoefte van de aanwezige ganzen. Daarnaast zijn veel uiterwaarden in het gebied aanwezig. De overzomerende ganzen hebben hierdoor naast een ruim voedselaanbod ook voldoende ruigelegenheid binnen bereik

13 In de uiterwaarden is ook veel rust en broedgelegenheid. Het gebied leent zich dan ook zeer goed voor een sterke ontwikkeling van de ganzenpopulatie. Duidelijk is dat het voedselaanbod en de broedgelegenheid binnen het betreffende gebied de ontwikkeling van de ganzenpopulatie sterk bevorderen. 7.3 Specifieke gegevens Als aanvulling op de hiervoor verstrekte gegevens worden hieronder de specifieke gegevens van het gebied Rijnwaarden in beeld gebracht. Achtereenvolgens zijn dat: 7.3a. De huidige omvang van de populatie overzomerende grauwe ganzen met die in het verleden en het schadeverloop zoals dat bekend is uit cijfers van het faunafonds over de jaren 2005 en 2009 t/m 2012 (2013 is nog niet bekend). 7.3b. Uitbreiding van de mogelijkheden noodzakelijk 7.3c. De te verwachten ontwikkeling in de nabije toekomst indien Gedeputeerde Staten de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren. 7.3a Omvang populatie en schade Voorjaarstelling 1) zo natuurgebieden 2) Aanwas 3) p.m. Afschot ) Berekende populatie Schade door gr.ganzen ) In 2005 inclusief natuurgebieden, daarna zijn de natuurgebieden door de WBE tot 2013 niet geteld 2) In 2013 in de zomer geteld en vervolgens teruggerekend 3) Uitgerekend op basis groei van 20% 4) Benodigde regulatie in 2014 voor het bereiken van de doelstand in 2018 (zie pag.7.maatregelen en oplossingen) Uit de voorgaande tabel blijkt dat ondanks alle geleverde inspanningen door grondgebruikers en jagers er in het gebied toch nog belangrijke schade aan gewassen door grauwe ganzen is aangericht in de jaren In deze jaren is totaal voor schade getaxeerd die door overzomerende grauwe ganzen werd aangericht. Ook blijkt het rendement van de ontheffing voor alleen schadebestrijding onvoldoende om de stand te reguleren. Uitbreiding van de mogelijkheden zal derhalve noodzakelijk zijn. (Zie ook paragraaf 10.)

14 7.3b Aanvullend beleid noodzakelijk De doelstelling van het provinciale faunabeleid, te weten het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen met behulp van de huidige vigerende ontheffing (schadebestrijding op of in de onmiddellijke omgeving van het schadeperceel) heeft in het gebied van de WBE Rijnwaarden onvoldoende resultaat opgeleverd, ondanks de vele geleverde inspanningen daartoe. Het afschot van de laatste 3 jaren van tussen de 980 en 1415 dieren is ontoereikend gebleken om de voorjaarsstanden te verlagen. De huidige vigerende ontheffing biedt derhalve zeker onvoldoende mogelijkheden om de populatie te kunnen reduceren tot het schadeniveau van 2005 en de daarbij horende gewenste stand, zoals in het G19 akkoord is afgesproken. De benodigde reductie dient derhalve groter te zijn dan het gemiddelde van de laatste jaren, zijnde De tabel op bladzijde 7 geeft aan dat de reductie met circa 20% dient te worden verhoogd tot 1400 om in 5 jaar de gestelde doelen te kunnen bereiken. 7.3c Ontwikkeling bij toegestaan populatiebeheer Indien Gedeputeerde Staten de mogelijkheden van de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren zouden de jagers gedurende een aantal jaren extra veel ganzen kunnen schieten, voor zover mogelijk ondersteund door jachttechnische hulpmiddelen, hetgeen ook weidelijk schieten bevordert. De doelstelling daarbij zal voor het gebied van de WBE Rijnwaarden zijn om per zomerseizoen het gemiddelde geschoten aantal van 1150 grauwe ganzen ruimschoots te overtreffen en in te zetten op circa 1400 stuks. Het juiste aantal zal via een jaarlijks op te stellen werkplan tussen de 4 betrokken WBE s worden verdeeld. 7.4 Knelpunten Een belangrijk natuurgebied zijn de Rijnwaarden. Groot circa 300 ha. Eigendom van Staatsbosbeheer. Voorheen was hier de jacht verhuurd, echter recent is slechts het beheer van de ree toegestaan. Aangezien in dit gebied veel ganzen broeden dienen over het beheer met Staatsbosbeheer afspraken te worden gemaakt. Een ander gebied met veel ganzen is Velperbroek. Vooralsnog is dit gebied voor de uitvoering van bovenomschreven maatwerk door de WBE Rijnwaarden op korte termijn geen knelpunt

15 8. WBE Bevermeer 8.1 Ligging gebied Dit gebied ligt ingeklemd tussen de WBE s de Liemers en Hummelo Keppel, die al over een beheersontheffing voor overzomerende grauwe ganzen beschikken en de WBE s Rijnwaarden en Gendringen-Bergh waarvoor deze ontheffing wordt aangevraagd. 8.2 Geregistreerd grondgebruik Ondanks het feit dat binnen het WBE-gebied maar weinig grauwe ganzen broeden daarvoor zijn in de aangrenzende WBE s Rijnwaarden en Gendringen-Bergh (samen met de WBE Bevermeer verder: de regio ) binnen een straal van 10 km ruimschoots gebieden aanwezig worden de akkers en weilanden in het gebied in de late zomer en het begin van de herfst in groten getale bezocht door standganzen, die dan ook belangrijke schade veroorzaken. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling in het grondgebruik. Totaal werkgebied Oppervlak ha Oppervlak % Oppervlakte weiland ,9 Oppervlakte akkerland ,3 Oppervlakte bos/natuur 491 4,1 Oppervlakte nieuwe natuur Oppervlakte water (exclusief rivieren) 29 0,2 Oppervlakte bebouwing ,5 Oppervlakte totaal ha 100 %

16 Bijna 60% van het werkgebied voorziet in de voedselbehoefte van de in de regio aanwezige standganzen. In de aangrenzende WBE s zijn veel uiterwaarden aanwezig. De overzomerende ganzen hebben hierdoor naast een ruim voedselaanbod ook voldoende ruigelegenheid binnen bereik. In de uiterwaarden is ook veel rust en broedgelegenheid. De regio leent zich dan ook zeer goed voor een sterke ontwikkeling van de ganzenpopulatie. 8.3 Specifieke gegevens Als aanvulling op de hiervoor verstrekte gegevens worden hieronder de specifieke gegevens van het gebied Bevermeer in beeld gebracht. Achtereenvolgens zijn dat: 8.3a. De huidige omvang van de populatie overzomerende grauwe ganzen met die in het verleden en het schadeverloop zoals dat bekend is uit cijfers van het faunafonds over de jaren 2005 en 2009 t/m 2012 (2013 is nog niet bekend). 8.3b. Uitbreiding van de mogelijkheden noodzakelijk 8.3c. De te verwachten ontwikkeling in de nabije toekomst indien Gedeputeerde Staten de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren. 8.3a Omvang populatie en schade , zo Voorjaarstelling Aanwas p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Afschot ) Berekende populatie n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Schade door gr.ganzen, waarvan zomerperiode 1) ) Schades die gemeld zijn in de eerste week van oktober zijn toegerekend aan de zomerperiode 2) Benodigde regulatie in 2014 voor het bereiken van de doelstand in 2018 (zie pag.maatregelen en oplossingen) Uit de voorgaande tabel blijkt dat ondanks alle geleverde inspanningen door grondgebruikers en jagers er in het gebied toch nog belangrijke schade aan gewassen door grauwe ganzen is aangericht in de jaren In deze jaren is totaal voor ,- schade getaxeerd die door grauwe ganzen werd aangericht, waarvan 268,- door overzomeraars. Bij het beoordelen van de schade in de winter door grauwe ganzen dient te worden bedacht dat 2/3 deel van de overwinterende grauwe ganzen standganzen zijn! Zoals eerder in het algemene deel is geconcludeerd zijn volgens de partijen binnen de G19 de schade en de voorjaarstand van 2005 de geaccepteerde streefwaarden voor het beleid in de toekomst. Wanneer de aantallen naar een hogere "gewenste stand" zouden worden teruggebracht dan zal de schade weer oplopen tot een ongewenst niveau. Hierbij dient opgemerkt te worden dat e.e.a. sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden

17 8.3b Aanvullende beleid noodzakelijk De doelstelling van het provinciale faunabeleid, te weten het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen met behulp van de huidige vigerende ontheffing (schadebestrijding op of in de onmiddellijke omgeving van het schadeperceel) heeft in het gebied van de WBE Bevermeer onvoldoende resultaat opgeleverd, ondanks de vele geleverde inspanningen daartoe. Het afschot van de laatste 3 jaren van tussen de 106 en 329 dieren is ontoereikend gebleken om de voorjaarsstanden te verlagen. Verspreid in het gebied van de WBE Bevermeer begint zich dit jaar al een eigen populatie te ontwikkelen. De huidige vigerende ontheffing biedt voor de WBE Bevermeer derhalve onvoldoende mogelijkheden om de populatie in de regio te kunnen reduceren tot het schadeniveau van 2005 en de daarbij horende gewenste stand, zoals in het G19 akkoord is afgesproken. Mede gezien de samenhang met de stand van de grauwe ganzen in de aangrenzende WBE s is het noodzakelijk om ook aan de WBE Bevermeer een beheersontheffing voor de grauwe gans te verlenen, want alleen dan is het mogelijk het door de G 19 voorgestane beleid via maatwerk in de regio tot uitvoering te brengen. Het gebied is blijkbaar zo aantrekkelijk om te foerageren dat aanvliegen van elders plaats vindt. De benodigde reductie dient groter te zijn dan het oplopende afschot van de laatste jaren, zijnde resp. 106, 287 en 329 (gemiddeld 240). De tabel op bladzijde 7 geeft aan dat de gemiddelde reductie dient te worden verhoogd om in 5 jaar de gestelde doelen te kunnen bereiken. Het lijkt redelijk dat aantal voor de WBE Bevermeer in 2014 vooralsnog op 300 te stellen. 8.3c Ontwikkeling bij toegestaan populatiebeheer Indien Gedeputeerde Staten de mogelijkheden van de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren zouden de jagers gedurende een aantal jaren extra veel ganzen kunnen schieten, eventueel ondersteund door jachttechnische hulpmiddelen, hetgeen ook weidelijk schieten bevordert. De doelstelling daarbij zal voor het gebied van de WBE Bevermeer zijn om per zomerseizoen het gemiddelde afschot van de laatste jaren te overtreffen en in te zetten op circa 300 stuks. Het juiste aantal zal via een jaarlijks op te stellen werkplan tussen de 4 betrokken WBE s worden verdeeld. 8.4 Knelpunten Vooralsnog zijn voor de uitvoering van bovenomschreven maatwerk door de WBE Bevermeer geen knelpunten voorzien

18 9. WBE Gendringen-Bergh Voor het invullen van onderstaande gegevens is naast aangeleverde gegevens door de WBE ook gebruik gemaakt van gegevens uit het rapport Pilotproject beheer overzomerende ganzen Azewijnse Broek, uitgebracht door Staring Advies d.d Ligging gebied 9.2 Geregistreerd grondgebruik Het WBE-gebied is vanwege het feit dat op ruim 80 % van de netto-oppervlakte ( dit is de oppervlakte van de WBE zonder de bebouwing) maïs, grassen en granen worden geteeld, zéér aantrekkelijk voor overzomerende ganzen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling in het grondgebruik. Totaal werkgebied Oppervlak ha Oppervlak % Oppervlakte weiland ,5 Oppervlakte akkerland ,9 Oppervlakte bos/natuur ,1 Oppervlakte nieuwe natuur 88 0,6 Oppervlakte water (exclusief rivieren) 175 1,2 Oppervlakte bebouwing ,7 Oppervlakte totaal ha 100 %

19 Het werkgebied voorziet ruim in de voedselbehoefte van de aanwezige ganzen. Daarnaast bieden de zandwinplassen van het Azewijnse Broek voldoende ruigelegenheid met veel rust en broedgelegenheid. Het gebied leent zich dan ook zeer goed voor een sterke ontwikkeling van de ganzenpopulatie. Duidelijk is dat het voedselaanbod en de broedgelegenheid binnen het betreffende gebied de ontwikkeling van de ganzenpopulatie sterk bevorderen. 9.3 Specifieke gegevens Als aanvulling op de hiervoor verstrekte gegevens worden hieronder de specifieke gegevens van de WBE Gendringen-Bergh in beeld gebracht. Achtereenvolgens zijn dat: 9.3a. De huidige omvang van de populatie overzomerende grauwe ganzen met die in het verleden en het schadeverloop zoals dat bekend is uit cijfers van het faunafonds over de jaren 2005 en 2009 t/m 2012 (2013 is nog niet bekend). 9.3b. Uitbreiding van de mogelijkheden noodzakelijk 9.3c. De te verwachten ontwikkeling in de nabije toekomst indien Gedeputeerde Staten de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren. 9.3a Omvang populatie en schade , zo Voorjaarstelling ) ) ) 880 Aanwas p.m. p.m. p.m. p.m. Afschot ) Berekende populatie Schade door gr.ganzen, in de zomerperiode 2) ) telgegevens van de zomertelling in augustus 2) Benodigde regulatiein 2014 voor het bereiken van de doelstand in 2018 (zie pag.7.maatregelen en oplossingen) 3) dit betreft uitgekeerde schades Uit de voorgaande tabel blijkt dat ondanks alle geleverde inspanningen door grondgebruikers en jagers er in het gebied toch nog belangrijke schade aan gewassen door grauwe ganzen is aangericht in de jaren In deze jaren is totaal voor ,- schade uitbetaald die door overzomerende grauwe ganzen werd aangericht. Zoals eerder in het algemene deel is geconcludeerd zijn volgens de partijen binnen de G19 de schade en de voorjaarstand van 2005 de geaccepteerde streefwaarden voor het beleid in de toekomst. Wanneer de aantallen naar een hogere "gewenste stand" zouden worden teruggebracht dan zal de schade weer oplopen tot een ongewenst niveau. Hierbij dient opgemerkt te worden dat e.e.a. sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden

20 9.3b Uitbreiding beheersontheffing Azewijnse Broek noodzakelijk Het huidige vigerende beleid zoals verwoord in de faunabeheerplannen biedt de mogelijkheid om aanvullende gebiedsgerichte faunabeheerplannen op te stellen die verder gaan dan het bestrijden van schade op de schadepercelen zelf. De WBE Gendringen-Bergh beschikt al over een dergelijke beheersontheffing, echter alleen voor het gebied Azewijnse Broek. Deze beheersontheffing lijkt succesvol te zijn m.b.t. de voorjaarsstand binnen de WBE, echter is inmiddels in de laatste jaren vanuit Duitsland, met name vanuit het natuurgebied De Hetter in Netterden-Mechelen, een fourageertrek naar deze WBE op gang gekomen, zodat de schade nog verder dreigt op te lopen in plaats van te verminderen. Gezien de samenhang met de stand van de grauwe ganzen in de aangrenzende WBE s is het noodzakelijk om tot een gezamenlijk maatwerk te komen om de grauwe gans ook in de Gelderse Poort te gaan beheren met het doel de schade te beperken tot het niveau van 2005, zoals voorgestaan door de G19. Hiervoor is nodig dat de bestaande beheersontheffing voor het Azewijnse broek wordt uitgebreid tot het gehele gebied van de WBE Gendringen-Bergh. De benodigde reductie dient groter te zijn dan het gemiddelde afschot van de laatste jaren, zijnde bijna 300. Het streefgetal dient hoger te zijn dan de top van het gerealiseerde afschot in 2011 omdat de grauwe ganzen nieuwe gebieden koloniseren, zoals in de aangelegde nieuwe natuur o.a. bij landgoed Engbergen en de stapstenen langs de Oude IJssel bij Ulft en Elten. Aangezien de WBE al gedeeltelijk over een beheersontheffing beschikt mag de verhoging van de reductie vooralsnog iets lager gesteld worden dan de ruim 20% voor de 3 andere betrokken WBE s in de Gelderse Poort. Het lijkt redelijk dat aantal voor de WBE Gendringen-Bergh op 350 te stellen. 9.3c Ontwikkeling bij toegestaan populatiebeheer Indien Gedeputeerde Staten de mogelijkheden van de voorgestelde uitbreiding van het Gebiedsplan goedkeuren zouden de jagers gedurende een aantal jaren extra veel ganzen kunnen schieten, eventueel ondersteund door jachttechnische hulpmiddelen, hetgeen ook weidelijk schieten bevordert. De doelstelling daarbij zal voor het gebied van de WBE Gendringen-Bergh zijn om per zomerseizoen het gemiddelde afschot van de laatste jaren te overtreffen. Het plan is om in 2014 in te zetten op circa 350 stuks. Het juiste aantal zal via een jaarlijks op te stellen werkplan tussen de 4 betrokken WBE s worden verdeeld. 9.4 Knelpunten Vooralsnog zijn voor de uitvoering van bovenomschreven maatwerk door de WBE Gendringen-Bergh geen knelpunten voorzien

21 III. GEZAMENLIJKE CONCLUSIES 10. Naar populatiebeheer. Het huidige vigerende beleid zoals verwoord in de faunabeheerplannen biedt de mogelijkheid om aanvullende gebiedsgerichte faunabeheerplannen op te stellen die verder gaan dan het bestrijden van schade op de schadepercelen zelf. Ook de Flora- en faunawet - met name artikel 68 van de wet - biedt wettelijke mogelijkheden tot het verlagen van de populaties grauwe ganzen mits dit doel maar gerelateerd wordt aan de hoofddoelstelling "het voorkomen van schade aan landbouwgewassen". Het is daarbij niet per sé noodzakelijk dat er ter plekke afschot plaatsvindt, ook daar waar daadwerkelijk belangrijke schade is ontstaan in het verleden is afschot mogelijk. Zoals eerder in het algemene deel is geconcludeerd zijn volgens de partijen binnen de G19 de schade en de voorjaarstand van 2005 de geaccepteerde streefwaarden voor het beleid in de toekomst. Wanneer de aantallen naar een hogere "gewenste stand" zouden worden teruggebracht dan zal de schade weer oplopen tot een ongewenst niveau. Hierbij dient opgemerkt te worden dat e.e.a. sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden. Populatiebeheer is de juiste weg om de gestelde doelen te bereiken. 11. Mogelijke maatregelen om de doelstellingen te verwezenlijken Onderstaand worden een aantal mogelijke maatregelen beoordeeld op de te verwachten effectiviteit. Deze beoordeling is tot nu toe nodig geweest om de conclusie dat beheer met het geweer noodzakelijk is te onderbouwen Stoppen afschot vossen opdat vossen meer eieren en jonge ganzen opeten. Vast staat dat de vos niet in staat is om zijn prooidier uit te roeien. Ook is bekend dat de vos er de oorzaak van is geweest dat broedende brandganzen bij de stuw in Driel zijn vertrokken omdat de vossen een manier hadden gevonden om op het eiland te komen. Dat lijkt positief. Recent is in twee proefgebieden in de Gelderse Poort een onderzoek afgesloten naar de mate waarin vossen een regulerende werking hebben op de omvang van de ganzenpopulatie. Uit het onderzoek volgt dat vossen invloed hebben op broedende grauwe ganzen. Van een grootschalige invloed op de omvang van de ganzenpopulatie is binnen beide broedgebieden echter geen sprake. Uitspraken of aanbevelingen voor beheer of beleid zijn op basis van het onderzoek niet mogelijk. In de grotere natuurgebieden wordt de vos niet bestreden, maar neemt de populatie van de ganzen desondanks toe. Hieruit kan men voorzichtig concluderen dat de invloed van de vos op de ganzenpopulatie maar zeer beperkt is. Het gevolg van een groot voedselaanbod tijdens en kort na de broedperiode van de ganzen is echter ook dat de sterfte onder zogende jongen en opgroeiende jongen gering is en de populatie sterker zal groeien. Immers, voedselschaarste zal geen populatiebeperkende factor meer zijn bij de natuurlijke sterfte van de jonge vossen

22 Wanneer in de zomer de jonge ganzen dan op de wieken gaan zijn de WBE s bevolkt met een vossenpopulatie die niet overeenkomt met het voedselaanbod van dat moment. En deze hongerige vossen gaan dan voor de voedselvoorziening op zoek naar voedsel (afval - huisdieren - erfdieren - lammeren) bij de bewoners van het buitengebied en de kleinere dorpen. Ook valt een negatieve invloed op de te beschermen populaties weidevogels in het gebied te verwachten omdat de vos een opportunist is bij zijn voedselkeuze Nestbeheer. In relatief kleine groepen broedende ganzen kan zeker met succes worden ingegrepen door de nesten op te zoeken en de eieren te behandelen (schudden, prikken of oliën) in de periode vanaf half februari tot eind juni. Dit blijkt ook uit het onderzoek van SOVON en de aanbevelingen die het beleidskader doet in de handreiking voor het faunabeheerplan overzomerende ganzen. In de grotere (natuur)gebieden zijn de nadelen van het opsporen en verwijderen van deze nesten soms groter dan de voordelen. Bij het zoeken van de nesten moet men in de broedperiode van andere kwetsbare soorten diep de natuurgebieden indringen hetgeen veel verstoring geeft van deze kwetsbare soorten. Bovendien lukt het in dergelijke gebieden ook niet een voldoende percentage van de aanwezige nesten op te sporen c.q. te vinden. Bij een te laag percentage is de methode niet of onvoldoende effectief. Bovendien lijkt in de grotere natuurgebieden de beschikbare broedbiotoop de beperkende factor te worden omdat deze gebieden helemaal vol liggen met ganzennesten. Door de aard van de natuurgebieden in de Gelderse Poort (beperkt toegankelijk - veel andere beschermde broedende soorten) zal deze methode naar verwachting slechts sporadisch in de natuurgebieden ingezet kunnen worden. In de landbouwgebieden zal nestbeheer zeker tot de mogelijkheden behoren. In de grote natuurgebieden is nestbeheer vooralsnog niet de eerste prioriteit, maar in het afgesproken jaarlijkse voortgangsgesprek van de G19 zal worden geëvalueerd of aan de afspraak dat gebieden waar populatiebeheer nodig is uitvoering gegeven wordt Verhoogde waterstand in rivieren tijdens de broedperiode. Indien gedurende de broedperiode het water van de grote rivieren flink stijgt worden veel nesten weggespoeld. Dat is direct te merken aan de aanwascijfers van dat seizoen. Het is echter geen betrouwbare en te plannen methodiek om de populaties ganzen planmatig te beheren. Daarvoor is de natuur te onvoorspelbaar Ganzen vangen in de ruiperiode als ze niet kunnen vliegen. Uit proeven in Utrecht (2007) is gebleken dat het op bepaalde plaatsen mogelijk is om met vangkooien grote groepen grauwe ganzen te vangen gedurende de 2 weken dat zij door rui niet kunnen vliegen. In de Gelderse Poort lijken geschikte gebieden aanwezig waar deze methode succesvol toegepast kan worden, o.a. de Overlaat bij Pannerden. Als de aangevraagde verruiming van de ontheffingen onvoldoende resultaat scoren zou dit middel ingezet kunnen worden, als de benodigde financiën daarvoor gevonden kunnen worden en de betreffende T.B.O. toestemming verleent. Gezien de publiek-maatschappelijke gevoeligheden en haar verantwoordelijkheid voor eigen organisatie en personeel wenst Staatsbosbeheer daarin per geval en locatie een eigen afweging te maken

23 11.5 Uitrasteren broed en opgroeigebieden. In een aantal gebieden worden momenteel proeven gedaan met het uitrasteren van de aanwezige broed- en opgroeigebieden opdat de oudervogels met hun jongen de aangrenzende graslanden niet kunnen bereiken. Door toepassing van deze methode wordt de overleving van de jonge ganzen ongeveer gehalveerd doordat de jonge ganzen bij gebrek aan beschikbare en bereikbare voedselgebieden een zekere hongerdood sterven. Deze methode heeft bij de 4 betrokken WBE s geen positieve respons opgeleverd, maar T.B.O. s sluiten deze methode als optie niet uit, mits de locatie en de omstandigheden goed in ogenschouw worden genomen Extra afschot van ganzen. De jagers in de Gelderse Poort hebben in het verleden laten zien dat zij met een gezamenlijke inspanning in staat zijn om grote aantallen zomerganzen te schieten. Tot op heden heeft dit afschot echter nog niet geleid tot een significante afname van de aantallen ganzen. De jagers in de Gelderse Poort hebben te kennen gegeven bereid te zijn tot extra inspanningen om extra ganzen af te schieten. In het verleden vond het afschot voor 70% plaats in de periode juli/augustus. Met de voorgestelde oplossing zal het afschot waarschijnlijk meer gespreid plaats vinden. De optie om het mogelijk te maken paarvormende grauwe ganzen te schieten vanaf 1 februari is een noodzakelijke en welkome aanvulling van de mogelijkheden om standganzen te beheren. Afschot van deze ganzen vòòr het broedseizoen is effectief en als dit kan gebeuren bij zonsopgang is het ook weinig aanstootgevend voor het publiek Instellen gedooggebieden voor zomerganzen. Tijdens de looptijd van het vorige faunabeheerplan zomerganzen is het advies van het Beleidskader Faunabeheer verschoven van "het aanwijzen van foerageergebieden voor ganzen" naar gebiedsgericht 'maatwerk' op FBE-niveau. Het onderhavige voorstel is met name een uitwerking van dit advies. 12. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer Tijdens de verschillende fases van uitbreidingen van het Gebiedsplan Rivierenland Midden werd overlegd met vertegenwoordigers van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Gebleken is dat beide TBO s in sommige typen landschap ook problemen zien met betrekking tot overzomerende ganzen, zij het grotendeels om ecologische redenen. Kort samengevat wordt hierbij onderscheid gemaakt in diversiteit van landschappen: - in de grote natuurlijke landschappen wordt ruimte gegeven aan de natuurlijke ontwikkeling. Hierbij hoort een terughoudende opstelling t.a.v. beheer van alle populaties, zo ook voor ganzen. Als one-liner: nee, tenzij - landschappen met een cultuurhistorische oorsprong. Ook hier geldt nee, tenzij.., maar op basis van veiligheid (bijv.schiphol!) of ernstige landbouwschade of schade aan de natuur kan worden ingegrepen. Men wil hierin goed nabuurschap nastreven, hetgeen dan voor beide partijen dient te gelden

24 - voedselarme wateren op hoge zandgronden met een waardevolle biodiversiteit. Om de aanwezige natuur te behouden kan het nodig zijn om in te grijpen in het aantal aanwezige ganzen. Dit geldt zeker voor de kleinere gebieden. Vooralsnog is conform de Flora- en Faunawet ecologische schade (watervervuiling/zeldzame planten) niet eenvoudig te bewijzen en zal men graag gebruik maken van de mogelijkheid om overzomerende ganzen te beheren op basis van landbouwschade, teneinde de natuurdoelen veilig te stellen. Het nee, tenzij.. in het bovenstaande is binnen het G19 akkoord als volgt genuanceerd: Personele inzet op populatiebeheer wordt ook door TBO s binnen hun vermogen geleverd, inclusief medewerking bij het onderbouwen van vergunningen, ontheffingen en aanwijzingen en het openstellen van natuurgebieden voor uitvoerders van de afgesproken maatregelen. Met respect voor het bovenstaande lijkt een samenwerking in het beheer van overzomerende ganzen via GAK en Faunabeheereenheid Gelderland binnen een gebiedsplan mogelijk, zodra dit wenselijk c.q. noodzakelijk blijkt te zijn. In het nieuwe op te stellen faunabeheerplan zal hierop nader worden ingegaan. 13. Iets over afzet Hoewel elders in het land grote aantallen geschoten ganzen probleemloos hun weg hebben gevonden naar de consument, zijnde familieleden, vrienden en kennissen, is er voor dit heerlijk stukje wildbraat ook belangstelling aan het komen vanuit de restaurants. In het gebied Gelderse Poort koopt Poeliersbedrijf Wolters, Rector Hulshofstraat 3a in Harreveld eveneens de geschoten ganzen op. Mocht dit alles niet lukken dan is er een vleesverwerker in Amsterdam die mits per 200 aangeboden de ganzen wil komen afhalen. 14. Uitwerking gebiedsgerichte benadering De basis van het Gebiedsplan is de gebiedsgerichte benadering zoals verwoord in het vigerende Faunabeheerplan Rivierenland Het G19 akkoord bewerkstelligt een maatschappelijk gedragen bredere uitvoering. De 4 WBE s sluiten hierbij aan met een "maatwerkbenadering" tussen enerzijds agrarische belangen en anderzijds de natuur. Om dit maatwerk te realiseren kunnen grondgebruikers en terreinbeheerders - afhankelijk van het soort terrein - een vrijstelling/ontheffing tot het schudden of rapen van eieren en het vernietigen van nesten uitvoeren. Jagers kunnen extra veel ganzen schieten, eventueel ondersteund door lokganzen of nabootsingen daarvan en lokfluiten en ganzen schieten op schadepercelen. Vooralsnog zullen zij terughoudend zijn in het schieten van broedende ganzen op de nesten. De doelstelling zal voor de 4 WBE s in de Gelderse Poort zijn dat tot het jaar 2019 per jaar 3480 grauwe ganzen geschoten moeten gaan worden. Bijstelling d.m.v. het in te dienen werkplan moet echter mogelijk blijven. Ook het nieuwe FB-plan overzomerende ganzen dat waarschijnlijk in 2014 in werking zal treden kan aanleiding zijn tot bijstelling

25 Uitgaande van een verruimde ontheffing ex art 68 van de Flora- en faunawet voor het gehele werkgebied van de 4 WBE s in de Gelderse Poort vraagt de FBE gebruik van de verruimde ontheffing aan zoals die ook door de andere WBE s van het Gebiedsplan is gevraagd. Dit betekent: de bestaande ontheffing met hagelgeweer en kogelgeweer vanaf kal. 5,6x43/.222 Remington voor de periode 1 april tot 1 oktober, zónder verplichte toepassing van preventieve middelen en zónder de beperking tot alleen afschotmogelijkheden op de schadepercelen vanaf een half uur voor zonsopgang. Hierbij worden jachttechnische hulpmiddelen, zoals imitaties van levende lokvogels, toegestaan. een ontheffing tot het verstoren van nesten, zoeken, rapen oliën en/of schudden van eieren vanaf 1 februari (nesten zijn per definitie van overzomerende ganzen) tot 15 september. Uit waarnemingen van het leg- en broedgedrag van de in het gebied verblijvende ganzen is gebleken dat - afhankelijk van de weersituatie - het leg - en broedseizoen regelmatig reeds begin februari aanvangt. - een ontheffing tot afschot van koppelvormende grauwe ganzen jaarlijks voor de periode 1 februari tot 1 april. 15. Werkplan en monitoring Wanneer Gedeputeerde Staten de verruimde ontheffing heeft verstrekt, zal door de betrokken WBE s in samenhang met de overige WBE s van het bestaande Gebiedsplan een werkplan worden opgesteld. Hierbij hoort een zorgvuldige monitoring. Het is dan nodig om de administratie van de verjagingsacties met ondersteunend afschot en standbeperking bij te houden. Door alle afschot en eventuele vangacties in een centraal systeem te registreren dat gekoppeld is met het systeem dat de faunaschade registreert, ontstaat de mogelijkheid om regelmatig het directe effect inzichtelijk te maken. Hiervoor is het Fauna Registratie Systeem geschikt en het afschot volgens de verruimde ontheffing wordt reeds sinds oktober 2012 via het FRS systeem bijgehouden. De provincie Zuid-Holland heeft in 2008 CLM Onderzoek en Advies te Culemborg gevraagd een onderzoek te doen naar een uniform telprotocol voor overzomerende ganzen. Dit onderzoeksbureau heeft een telprotocol ontwikkeld waarbij een dag in de tweede helft van juli wordt aangehouden om te tellen. Dit lijkt een geschikt moment. Nadat recent op 20 juli een eerste zomertelling werd georganiseerd doet het GAK Gelderland de aanbeveling om ook in de komende jaren de zomertelling uit te voeren en daarbij het telprotocol dat door CLM Onderzoek en Advies is opgesteld te hanteren. Wanneer dit systeem meerdere jaren toegepast wordt is het mogelijk een duidelijke trend binnen de populatieontwikkeling te visualiseren

ZOMERGANZEN De navolgende voorschriften zijn specifiek bedoeld voor overzomerende ganzen.

ZOMERGANZEN De navolgende voorschriften zijn specifiek bedoeld voor overzomerende ganzen. VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND Vastgesteld 28 oktober 2014 zaaknummer 2014-006997 en expirerend 1 november 2019 Laatst gewijzigd 13 oktober 2016 en bij veegbesluit december

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Wilde eend (Anas platyrhynchos) Specificatie: (gelegerde) granen Periode: 1-7-2015 tot 15-8-2015 Zaaknummers: 2010-011997 en 2010-012002

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Roek (Corvus frugilegus) Specificatie: in combinatie met suikerbieten Periode: 1-5-2015 tot 30-6-2015 Zaaknummer: 2014-010833 Foto: R.

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 3157 17 juni 2015 Ganzenbeleidskader Zuid-Holland 1. Aanleiding De populatie ganzen in Zuid-Holland is de laatste decennia sterk toegenomen.

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014 Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014 Aanleiding De provincie Groningen kent gebieden waar trekganzen rusten en foerageren. Ganzen zijn beschermde vogels op grond van de Flora- en faunawet. Voor

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer 3197 Onderwerp Roeken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De provincie heeft een ontheffing

Nadere informatie

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Beste WBE-secretarissen / faunacommissarissen, Nieuwe Faunabeheerplan algemene soorten 2014-2019 door GS goedgekeurd Op 15 april jongstleden hebben

Nadere informatie

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid. Bekijk deze nieuwsbrief online #1-28 februari 2018 Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid. In deze nieuwsbrief:

Nadere informatie

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen Stichting Faunabeheereenheid Groningen Jaarverslag 2016 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)... 2 3 VERORDENING NATUURBESCHERMING (VNB)... 2 4 GEVOLGEN VOORGENOMEN INVOERING WNB

Nadere informatie

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 1. Status De fazant is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 december (hennen), resp. van 15 oktober

Nadere informatie

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2 Bijlage 6: Overzicht reeds gestelde schriftelijke en technische vragen met betrekking tot het ganzenbeleid 04-11-2013 Schriftelijke vragen over de jacht op de vos en het instellen van vosvriendelijke gebieden

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid Statenfractie Partij voor de Dieren M.C. van der Wel Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 Onderwerp Ontheffing doden knobbelzwanen Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN Vastgesteld bij besluit d.d. 28 oktober 2014 inzake nr. 2014-006997 Gewijzigd bij besluit d.d. 31 maart 2015 toevoeging werkgebieden wildbeheereenheden Vijfheerenlanden,

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Ganzen Specificatie: Winterganzen (grauwe ganzen- Anser anser, kolganzen -Anser albifrons- en brandganzen -Branta leucopsis) Periode:

Nadere informatie

Fauna en wet Natuurbescherming

Fauna en wet Natuurbescherming Fauna en wet Natuurbescherming Technische briefing Statenleden 16 maart 2016 Doel presentatie Fauna in de nieuwe Wet Natuurbescherming bevoegdheden provincie Verdieping op basis vragen Provincie Gelderland

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183 Onderwerp Verleende ontheffing d.d. 3 april 2008 door de provincie Zuid-Holland op grond

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948 Onderwerp Toestemming Gedeputeerde Staten voor dierenmishandeling in Zuid-Holland: gruwelijke dood ganzen

Nadere informatie

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst): Utrecht, 26 oktober 2010 Pythagoraslaan 101 Tel. 030-2589111 Afdeling Nummer : AVV : 2010INT264410 Onderwerp: Hierbij de beantwoording van de schriftelijke vragen d.d. 1 oktober 2010, van het statenlid

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Roeken (Corvus frugilegus) Specificatie: in combinatie met granen, maïs en suikerbieten Periode: 17-6-2015 tot 1-7-2016 Zaaknummer: 2014-010833

Nadere informatie

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding De landelijke trend is over de gehele periode stabiel, over de laatste tien jaar treedt een matige toename op. De stand van het

Nadere informatie

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE; Goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan 2014-2019 Flora- en faunawet Flora- en faunawet: goedkeuring faunabeheerplan Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/025032 Gedeputeerde Staten van Overijssel;

Nadere informatie

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade 15 december 2015 Alfred Melissen - FBE Limburg Faunabeheereenheid Limburg Faunabeheer & Wetgeving Preventie & Schademeldingen Beheer Faunabeheerplan

Nadere informatie

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen Stichting Faunabeheereenheid Groningen Jaarverslag 2017 Inhoudsopgave 1 INLEIDING...2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)...2 3 VERORDENING NATUURBESCHERMING (VNB)...2 4 GEVOLGEN INVOERING WNB EN VNB...2 5 LANDELIJKE

Nadere informatie

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL Reg.nr. Faunaf onc l s Dat. ontv.: Routing 11 JAN 2006 a.d. Bijl:: Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE uw brief van uw kenmerk onderwerp FF/2006.009

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD), R. Klumpes (GroenLinks), A.L. Koning (PvdA) en R. van Aelst (SP) (d.d. 10 september 2018) Nummer 3439 Onderwerp Reduceren Canadese ganzen

Nadere informatie

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN GANZEN IN NEDERLAND Nederland is met zijn laaggelegen graslanden, veel water en zachte winters een ideaal gebied voor vele ganzensoorten. Veel ganzen die Nederland aandoen zijn afkomstig uit het hoge noorden;

Nadere informatie

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

6.1 Houtduif (Columba palumbus) 6.1 Houtduif (Columba palumbus) 1. Status De houtduif is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 januari. Daarnaast is de houtduif landelijk

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 13 oktober 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-006997. Activiteit: : Schadebestrijding en standregulatie

Nadere informatie

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden Bijlage 1 bij Statenmededeling Implementatie Wet natuurbescherming: Uitgangspunten voor de Verordening natuurbescherming Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer

Nadere informatie

Bekijk deze nieuwsbrief online

Bekijk deze nieuwsbrief online Bekijk deze nieuwsbrief online #2-26 maart 2018 Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid. In deze nieuwsbrief:

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 mei 2015) Nummer Onderwerp Vergassing ganzen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 mei 2015) Nummer Onderwerp Vergassing ganzen van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 mei 2015) Nummer 3038 Onderwerp Vergassing ganzen Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In de vorige eeuw

Nadere informatie

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel -wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel Hieronder wordt eerst het overzicht gegeven voor de PS-bevoegdheden, zoals deze zijn uitgewerkt in het Statenvoorstel voor de Verordening

Nadere informatie

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN Vastgesteld bij besluit d.d. 28 oktober 2014 inzake nr. 2014-006997 Gewijzigd bij besluit d.d. 31 maart 2015 toevoeging werkgebieden wildbeheereenheden Vijfheerenlanden,

Nadere informatie

Fauna Beheerplan provincie Gelderland 2014-2019

Fauna Beheerplan provincie Gelderland 2014-2019 Fauna Beheerplan provincie Gelderland 2014-2019 Begin maart heeft de Faunabeheereenheid (FBE) Gelderland haar faunabeheerplan 2014-2019 grofwild voor goedkeuring aangeboden aan de provincie. Het gaat dan

Nadere informatie

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9.1 Inleiding Tot een aantal jaren geleden werd de vangkooi zonder ontheffing gebruikt ter uitvoering van de landelijke vrijstelling bij de bestrijding van zwarte kraaien

Nadere informatie

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; VERORDENING FLORA- EN FAUNAWET ZUID-HOLLAND Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; Gelet op artikel 65, vierde lid, van de Flora- en faunawet

Nadere informatie

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014 Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014 Deze nieuwsbrief gaat over de noodzaak om in de Agrarische Enclave en de aangrenzende brongebieden de edelhertenstand weer op een

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515 Onderwerp Alternatieven voor afschot ganzen Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

8.6 Roek (Corvus frugilegus)

8.6 Roek (Corvus frugilegus) 8.6 Roek (Corvus frugilegus) 1. Status De roek is een provinciaal vrijgestelde soort. De vrijstelling betreft sinds 1 januari 2017 het opzettelijk vangen, doden of verstoren, opzettelijk vernielen van

Nadere informatie

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

9.1 Meerkoet (Fulica atra) 9.1 Meerkoet (Fulica atra) 1. Status Tot 1 maart 2017 was onder voorwaarden ontheffing verleend voor het doden van meerkoeten met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigt of voorkomt, ter voorkoming

Nadere informatie

I f HOV.2015 ^ Onderwerp Beantwoording statenvragen PvdD

I f HOV.2015 ^ Onderwerp Beantwoording statenvragen PvdD PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN Telefoon (03201-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 7 maart 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2015-001794

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN. Vastgesteld bij besluit d.d. 7 oktober 2014 inzake zaaknr ALGEMEEN A GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN. Vastgesteld bij besluit d.d. 7 oktober 2014 inzake zaaknr ALGEMEEN A GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN Vastgesteld bij besluit d.d. 7 oktober 2014 inzake zaaknr. 2014-010833 ALGEMEEN A GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN 1 De ontheffing wordt te allen tijde gebruikt met inachtneming

Nadere informatie

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 1. Status De Canadese gans is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf

Nadere informatie

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003 4 november 2003 Nr. 2003-18.260, LG Nummer 37/2003 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende een wijziging van de Verordening schadebestrijding dieren provincie

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Utrecht, 27 oktober 2009 Pythagoraslaan 101 Tel. 030-2589111 Afdeling nummer : AVV : 2009ONT244039 Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 aan het Reglement van Orde aan het College van

Nadere informatie

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november 2003 1. Algemeen 1 De Minister van LNV heeft betrokken partijen verzocht, ten einde onnodige en ongewenste polarisatie over jacht, beheer en schadebestrijding

Nadere informatie

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone)

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone) 7.3 Zwarte kraai (Corvus corone) 1. Status De zwarte kraai is een landelijk vrijgestelde soort. De vrijstelling betreft het opzettelijk doden ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen,

Nadere informatie

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d. 08-02-2016 WETSVOORSTEL Augustus 2012 wetsvoorstel door Stas Bleker ingediend bij 2e kamer;

Nadere informatie

Zienswijzennota besluit goedkeuring en ontheffing verlening Faunabeheerplan Ganzen

Zienswijzennota besluit goedkeuring en ontheffing verlening Faunabeheerplan Ganzen Zienswijzennota besluit goedkeuring en ontheffing verlening Faunabeheerplan Ganzen 2014-2019 Inleiding Op 10 juni 2014 hebben wij het besluit genomen om het Faunabeheerplan Ganzen 2014-2019 van de Faunabeheereenheid

Nadere informatie

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid FBE Nieuws Haarlem, mei 2016 Nieuwsbrief 2016-5.3 Ontheffing schadebestrijding zomerganzen (extra) Door middel van deze nieuwsbrief informeert de FBE u over

Nadere informatie

Faunabeheereenheid Overijssel

Faunabeheereenheid Overijssel Secretariaat: Postbus 645 7400 AP Deventer 0570-746017 secretaris@fbeoverijssel.nl Faunabeheereenheid Overijssel Jaarverslag 2017 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)... 2 3 PROVINCIALE

Nadere informatie

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Willem Lambooij Afdeling Water & Groen Inhoud van de presentatie 1. De Wet natuurbescherming in vogelvlucht 2. Nieuwe taken en bevoegdheden provincie

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GANZEN Vastgesteld bij besluit d.d. 28 oktober 2014 inzake nr. 2014-006997 Gewijzigd bij besluit d.d. 31 maart 2015 toevoeging werkgebieden wildbeheereenheden Vijfheerenlanden,

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND Vastgesteld 9 september 2014 zaaknr. 2014-003717. Expirerend 1 oktober 2019. Laatst gewijzigd 28 juli 2015 en bij veegbesluit december

Nadere informatie

Zomerganzentelling Provincie Utrecht

Zomerganzentelling Provincie Utrecht Zomerganzentelling 2015 - Provincie Utrecht Utrecht, 29 september 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Wettelijk kader en provinciaal beleidskader... 4 3. Resultaten... 5 Totaalbeeld... 5 Soorten

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 december 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-014975 - Groesbeek :weren

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 augustus 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2016-010461 wildbeheereenheid Nederbetuwe Activiteit : schadebestrijding

Nadere informatie

De Fryske Guozzenoanpak 2014

De Fryske Guozzenoanpak 2014 De Fryske Guozzenoanpak 2014 1. Samenvatting Fryslân zet de komende twee jaar fors in op de reductie van de ganzenschade. Nadat eind 2012 het landelijke G7-akkoord uiteen spatte kon elke provincie vervolgens

Nadere informatie

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: 20-12-2002 belast met Nr: behandeling: Kok, G.L.C.M. de Agenda nr: Vergadering GS: Nr: / Onderwerp: AANVULLEND VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nadere informatie

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018 v o o r d r a c h t 10 juli 2018 Documentnummer : 2018-037289, LGW Nummer 33/2018 Dossiernummer : K1896 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de beleidsnotitie

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING ROEKEN Vastgesteld bij besluit d.d. 17 februari 2015 betreffende zaaknummer 2014-010833 Gewijzigd bij besluit d.d. 2 april 2015 tekstueel aanduiding kaliber kogelgeweer. Gewijzigd

Nadere informatie

- 3 KM /10/A.9, LGW Buurmeijer F.8. (050) uw brief d.d. 30 januari 2015

- 3 KM /10/A.9, LGW Buurmeijer F.8. (050) uw brief d.d. 30 januari 2015 provincie groningen bezoekadres; postadres: Martinikerkhof 12 Postbus 610 9700 AP Groningen Aan het lid van Provinciale Staten mevrouw K. de Wrede algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk ) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Fryslân Nr. 1123 7 februari 2018 Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk 1471977) Provinciale staten van Fryslân;

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Stichting Faunabeheereenheid T.a.v. de heer D. Karelse Spaarne 17 2011CD Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon CA. Oordt TCC/VC/OMG Doorkiesnummer (023) 514

Nadere informatie

Ontheffing Knobbelzwaan

Ontheffing Knobbelzwaan Faunabeheereenheid Fryslân Rapportage Ontheffing Knobbelzwaan - Ontheffingsperiode: juli t/m 3 juni 7 Stichting Faunabeheereenheid Fryslân Swichumerdyk 3, 88 AP Wirdum info@faunabeheereenheid.frl Auteur:

Nadere informatie

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 de Flora- en faunawet A AANVRAGER 1. Naam aanvrager: M/V* Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres: Relatienummer: (indien bekend) Indien

Nadere informatie

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen 1 Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen Keerpunt v.w.b. Jacht : 1 april 2002 introductie Flora en faunawet (Samenvoeging van de Vogelwet,

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2015 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. 1201683; gelezen het oordeel van

Nadere informatie

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stichting Faunabeheereenheid Overijssel t.a.v.

Nadere informatie

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid FAUNABEHEERPLAN WILDSOORTEN NOORDHOLLAND HOUTDUIVEN Faunabeheereenheid NoordHolland September 2004 Auteur, Secretariaat van de Faunabeheereenheid Houtduiven

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 6 van 2003 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Verordening Flora- en faunawet Zeeland Provinciale Staten van Zeeland overwegende dat een aantal beschermde inheemse diersoorten in de provincie Zeeland veelvuldig

Nadere informatie

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 1nvexo minder invasieve planten en dieren Interreg Vlaanderen Nederland Europa investeert in uw regio Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Casus Zomerganzen naam spreker/partner Casus

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Protocol zomertelling ganzen

Protocol zomertelling ganzen Protocol zomertelling ganzen Gezamenlijk protocol voor de provinciale zomertellingen van ganzen Landelijke technische werkgroep zomertelling ganzen Vastgesteld: April 2012 Inleiding Dit protocol is opgesteld

Nadere informatie

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een

Nadere informatie

faunabeheereenheid Noord-Holland - faunabeheerplan knobbelzwaan Pagina 1 van 35 Faunabeheerplan Knobbelzwaan Noord-Holland

faunabeheereenheid Noord-Holland - faunabeheerplan knobbelzwaan Pagina 1 van 35 Faunabeheerplan Knobbelzwaan Noord-Holland Pagina 1 van 35 Faunabeheerplan Knobbelzwaan Noord-Holland Faunabeheereenheid Noord-Holland Augustus 2004 Pagina 2 van 35 voorwoord De Faunabeheereenheid Noord-Holland is de door het College van Gedeputeerde

Nadere informatie

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen

Nadere informatie

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving & Faunabeheer Reinier van Elderen. Voorzitter HPG Ervaring: 50 jaar praktische beheerder van particuliere landbouw- en natuurgronden

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158 Onderwerp Ontheffingen afschot diverse vogelsoorten Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING KNOBBELZWAAN. Vastgesteld bij besluit d.d. 8 maart 2016 inzake nr ALGEMEEN GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING KNOBBELZWAAN. Vastgesteld bij besluit d.d. 8 maart 2016 inzake nr ALGEMEEN GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING KNOBBELZWAAN Vastgesteld bij besluit d.d. 8 maart 2016 inzake nr. 2015-012528 ALGEMEEN A GEBRUIK ONTHEFFING EN BEGRIPPEN 1 De ontheffing wordt te allen tijde gebruikt met inachtneming

Nadere informatie

7.2 Kauw (Corvus monedula)

7.2 Kauw (Corvus monedula) 7.2 Kauw (Corvus monedula) 1. Status De kauw is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf 3.1 van de nota van toelichting

Nadere informatie

Faunabeheer Gelderland 2009-2014

Faunabeheer Gelderland 2009-2014 Faunabeheer Gelderland 2009-2014 Faunabeheerplan Oost Gelderland, Rivierenland en Veluwe Deel I Opdrachtgevers: Faunabeheereenheid Oost Gelderland Faunabeheereenheid Rivierenland Faunabeheereenheid Veluwe

Nadere informatie

Rapportages 2015 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen

Rapportages 2015 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen Rapportages 2015 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen Onderstaand overzicht van rapportages betreft een door Provincie Zeeland opgestelde samenvatting op basis van de door FBE aangeleverde

Nadere informatie

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt: provinciaal blad nr. 30 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 9 juli 2003 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 1 juli 2003, nr. 2003-11149, afdeling LG, tot

Nadere informatie

Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus 9090 6800 GX Arnhem

Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus 9090 6800 GX Arnhem Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus 9090 6800 GX Arnhem Datum: 30 juni 2014 Zaaknummer: 2010-000499, 2010-011979 en 2010-011982 Onze ref.: 1406107/LS

Nadere informatie

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o. Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o. VOORJAARSTELLING 2014 - Nemen de meerkoeten en knobbelzwanen in de Lopikerwaard toe of af? - Hebben we de populatie zwarte kraai onder controle? -

Nadere informatie

BESLUIT FLORA EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit :28 mei 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-004707 - Gelderland : Beheer

Nadere informatie

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen? Wat gaan we doen? De WBE, taken en eisen intermezzo: iets over wettelijke regelingen De WBE en het faunabeheerplan intermezzo: jacht versus schadebestrijding Rollen, volgens de wet en in FRS Jacht en jachtveldadministratie

Nadere informatie

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris) 9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris) 1. Status Tot 1 maart 2017 gold voor delen van de provincie een ontheffing voor het doden van spreeuwen met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigde of voorkwam. Afschot

Nadere informatie

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos)

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos) 5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos) 1. Status De wilde eend was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De wilde eend is een

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 19 oktober 2015 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-013463 Activiteit : schadebestrijding haas in boom en

Nadere informatie

Ganzenakkoord. Product: Uitwerking (toelichting) Ganzenakkoord. Taakgroep: Uitwerking

Ganzenakkoord. Product: Uitwerking (toelichting) Ganzenakkoord. Taakgroep: Uitwerking Ganzenakkoord Product: Uitwerking (toelichting) Ganzenakkoord Taakgroep: Uitwerking Contactpersoon: Erik Koffeman (ganzenzeven@gmail.com) Opleverdatum: 21 mei 2013 Akkoord uitvoering ganzenbeleid tussen

Nadere informatie

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen De das in de nieuwe wet natuurbescherming Beleven, benutten en beschermen Integratie van bestaande natuurwetten Natuurbeschermingswet 1998 gebieden hoofdstuk 2 Flora- en faunawet soorten hoofdstuk 3 Boswet

Nadere informatie