In uw huis, God, zijn wij samen. Thuis bij U en bij elkaar. Zegen dit uur, en alle dagen van ons leven. Amen.

Transcriptie

1 Zondag dienst in de Ontmoetingskerk in Zevenhuizen, met medewerking van Christelijk Koor Joy uit Rotterdam-Alexanderpolder onder leiding van Alexander Prins. Van de koorliederen zijn links naar andere versies op Youtube aangebracht. Voorbereiding Koor en gemeente: Bless the Lord (Tore W. Aas) Welkom Onze Hulp Groet, bemoediging en drempelgebed. Bij wijze van Psalm: Lied 282: 1, 2, 3, 4 (Genesteld aan uw hart) Gebed van inkeer In uw huis, God, zijn wij samen. Niet deze stenen of dit hout, maar in deze plek van stilte en gebed, van lied en woord. In deze ruimte: in dit huis voelen wij ons thuis bij U, God. Hier ontmoeten wij elkaar en vieren uw naam die zegt: Ik ben er. Geef dat uw naam laat verstillen onze angst, ons klein-voelen, ons eenzaam-zijn. Geef dat uw naam ons op weg brengt uit schuld om te komen tot heling. Geef dat uw naam bemoedigt en verlicht in onze duisternis en neerslachtigheid. Opdat wij een open huis zijn voor onze buren, vrienden en vreemdelingen die op onze weg komen. In uw huis, God, zijn wij samen. Thuis bij U en bij elkaar. Zegen dit uur, en alle dagen van ons leven. Amen. Koor: Prayer for the city (Tore W. Aas) Dienst van het woord Bijbellezing: Dt. 6: Bij wijze van antwoordpsalm: lied 309a (Gloria a dios) Bijbellezing: I Petrus 2: 1-10 en Johannes 14: 1-14 Koor en gemeente: To my Fathers' house (Traditional, Bew. Les Humpries) Preek Gemeente van de Heer, zusters en broeders, In het huis van mijn vader zijn veel kamers (2) 1

2 Johannes vertelt dat Jezus het al eerder over het huis van zijn vader heeft. Bijna aan het begin. Johannes vertelt daar: Jezus komt in de tempel. Vrijwel direct na wat er gebeurde op de bruiloft te Kana. Vrijwel direct nadat hij had gedeeld, uitgedeeld, belangeloos. En dan de tempel. Daar wordt gehandeld in offerdieren en offermunten. Thora wordt in praktijk gebracht: het offerdier moet zuiver zijn, geld mag geen afbeelding van een godheid bevatten. Maar Jezus ziet met verdriet hoe de goede intentie is verloren gegaan. Hij ziet met pijn hoe daarbij niet delen maar winstbejag voorop staat. Prompt jaagt hij alle handelaren met hun koopwaar radicaal de tempel uit. Het geld smijt hij op de grond, en de tafels omver. En hij roept uit: Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader! Op die plek, in de tempel, zegt hij: Huis van mijn vader! Maar is dát dan ook de betekenis van deze uitdrukking? Dat stenen gebouw? Je kan het je niet goed voorstellen. De tekst corrigeert deze gedachte echter zelf meteen al. Direct hierop wordt Jezus gevraagd om een teken van gezag, waarom hij de tempel zou mogen schoonvegen. Daarop zegt hij: Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen Daarbij had hij het niet over de stenen stenen, maar over zijn lichaam... Het huis van mijn Vader Dat brengt Jezus zó dicht op het leven van alledag dat het hem zelf raakt, de levende steen. Dan gaat het over de manier waarop je in het leven staat. Dan gaat het over hoe je thora in je leven van alledag laat zien. Hoe je in thora leeft. Kennelijk heeft de aanduiding huis van mijn vader met de mens te maken. Als woning voor Gods wil, Gods Geest, Gods adem Zo krijgen de woorden van Jezus een betekenis die ons persoonlijk raakt. In het huis van mijn vader zijn veel kamers (2) Het huis van onze hemelse Vader raakt op één of andere manier ons leven, ons geloof, onze wil. En van dát huis zegt Jezus dat het vele kamers heeft. Dáár bereidt hij plaats, in ons, in onze levens. 2

3 En zo kan bijvoorbeeld ook Petrus in zijn brief schrijven over levende stenen. Over Jezus die de hoeksteen is. Maar ook gaat het bij Petrus over de gemeente als huis van de Geest. Want alle gemeenteleden samen vormen een huis voor de Geest. Ik lees Johannes zo: Christus gaat heen, en bouwt in ons, en blijkbaar ook met ons een tempel. Christus maakt ons, met elkaar, tot stenen van een huis voor de Geest. Als ik zo nog eens het evangelie herlees, lees ik daarin dan ook dat die vele kamers zich weerspiegelen in onze verscheidenheid. Het huis van onze hemelse Vader heeft te maken met Christus gemeente op aarde. Die bonte mengeling van mensen met ieder hun eigen levensverhaal, zo uniek als u en ik allen zijn. De woorden van Jezus over veel kamers zeggen dan misschien wel: Hoe bonter die gemeente is, hoe mooier. We zijn er niet op uitgezocht omdat we op voorhand goed bij elkaar passen of op elkaar lijken. We hoeven ook niet op elkaar te lijken. Nee, we zijn ertoe geroepen om elkaar te zien als levende stenen en ons naar elkaar en het grote geheel te voegen, zo beluister ik bij Petrus. We zijn ertoe geroepen om onszelf te laten voegen als levende stenen, zegt Petrus. En zo samen: Huis Gods zijn. In verband met elkaar. In een verbinding met elkaar waarin kamers zijn te vinden. Dat vraagt om bereidheid. Bereidheid dat er iets aan en met je gebeurt. En dat begint ermee: Zijn we bereid om verblijfplaats te zijn voor Gods Geest? Als ik die vraag aan mezelf, in mijn eentje, stel, dan huiver ik. Dat is mij te groot. Ik, woonplaats en verblijfplaats van Gods Geest? Ja, het past in het denken van Johannes. Die zegt immers in zijn eerste hoofdstuk al: Het woord heeft bij ons zijn tent opgeslagen Nu kan ik met Woord meer dan met Geest, maar dat zegt denk ik veel over mij. Maar toch blijft die vraag: ik dan een woonruimte voor Gods Geest? Bij die vraag word ik in de ruimte gezet als Jezus zegt: in het huis van mijn vader zijn vele kamers. meervoud Ah, denk ik dan. Dan kunnen we dus samen dat huis zijn. Niet Nico alleen, maar samen met Andries en Nel, met Arie en Thea, met jou en jou en jou Bereidheid is dus én iets van mij én iets van ons allen. Het wórdt iets van mij omdat het iets van ons allen is. Het begint bij ons allen, en daarin raak ik persoonlijk ook betrokken. 3

4 De gemeente als huis van onze hemelse Vader dat maakt ook mij gastvrij. Dat beperkt zich overigens niet tot de Ontmoetingskerkgemeente van Zevenhuizen- Moerkapelle. Dat gaat over heel de wereldwijde gemeente. Dat wij met zijn allen dat huis zijn. Die tempel voor de Geest. Daarin wil de hemelse Vader wonen op deze wereld. Daarin is veel, heel veel plaats, daarin zijn vele woningen. In die woningen wil de Geest van God wonen en waaien en werken. Verblijfplaats van Gods Geest. En verblijfplaats voor mensen die zich bij Christus voegen. Mensen die we nu nog niet kennen, die ons nu nog niet bekend zijn. Maar waarvoor Christus door zijn Geest onder ons ruimte houdt, kamers maakt. In u, tussen jou en mij, als deel van de gemeente - als huis des Vaders. Die grote, wereldwijde gemeente. Anderzijds gaat het, omdat we bij die wereldwijde kerk horen, dan dus ook om deze ene gemeente. Ook deze éne gemeente is een stukje van dat huis van onze hemelse Vader. Dat vraagt van ons dat we ook hier, in onze kleine gemeente, bereid zijn om verblijfplaats van de Geest te zijn. Dat we ons laten doorwaaien, ons tot huis laten zijn van onze hemelse Vader. Dat ook een koor, als gemeente, bereid is om verblijfplaats van de Geest te zijn. Je laat doorwaaien, terwijl je diep ademt, stem geeft aan het lied over God. Dat onze gemeente, ons koor, ruimte houdt, woning biedt voor de vreemdeling, de onbekende, degene die op doorreis is. Ook mensen die we niet zouden opzoeken. Zelfs mensen die we eigenlijk liever niet binnen-nodigen toch ruimte maken tussen ons in en in ons hart. Het is een overweldigende gedachte. Tegelijk ook een ontroerende gedachte. Dat God zó dicht bij ons wil zijn. Dat God mét ons wil werken. Dat God de liefde waarmee hij mijn gekkigheid omarmt wil vormgeven in een gemeente die mijn gekkigheid omarmt. Het huis des Vaders, de gemeente op aarde, de mens die leeft met God, de mensen die plek voor elkaar zijn en zo plek voor God. Het gaat over de gemeente, en daarmee dus over ieder van ons persoonlijk. Iemand vraagt aan een rabbi: Waar woont de Eeuwige? En de rabbi antwoordt: Waar een mens de Eeuwige binnenlaat. De thora leert ons dat dit ook vraagt om uittrekken. Wegtrekken uit angstland. 4

5 Ik schat in dat dát ook het geen is waarover Jezus zo boos wordt in de tempel. De handel is een angstland geworden. Maar thora is wegtrekken uit angstland. Niet omdat je dan niet meer angstig bent, maar omdat je dan de angst niet langer koning laat zijn in je leven. Nee, God is je koning. Een bewogen en barmhartige God. Een ruime God. Niet ver weg. Nee, uiterst dicht bij: bij, in zijn mensen. Gemeente-zijn is dan: thuisraken bij God door uit te trekken en open te staan als verblijfplaats Wat vraagt dit nu van ons? We neigen er vaak toe om dan maar heel hard te gaan werken. Dan moeten we vromer zijn, christelijker, vriendelijker, opener, meer missionair, dienstbaarder. Hoort u ze al in gedachten, al die grote woorden? Johannes zegt: het is Jezus die wegtrekt om ruimte te maken. Het begint allemaal aan Gods kant. Het is zijn bouwwerk. Wij zijn zijn ruimte. Dit w wat de Geest doet: plek maken, een plek openhouden. In ons zelf en tussen ons in. In deze gemeente, met deze plek zelf. Het zit m niet in de stenen, maar om de ademruimte in de gemeente die daar thuis is. We hoeven niet bang te zijn dat wij dat werk zouden kunnen tegenhouden door minder hard te werken. Het bouwwerk van God komt niet zomaar stil te liggen, als een soort toren van Babel. Nee, God neemt het initiatief. Tegelijk wil God ons daarbij niet uitschakelen, maar ínschakelen. Want God woont in onze zachte stemmen, ademt in ons lied, handelt in onze handen. wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen...(12, 13) Zo worden de woorden van Jezus, vol van belofte, ook een prikkel om open te staan. Wat je ook vraagt in Jezus naam, om zo n huis te zijn het zal worden vervuld. Zó maakt de Geest ruimte. 5

6 Thomas vraagt naar de weg daartoe - en Jezus zegt: Ik ben - de weg, de waarheid en het leven. Ik ben - dat verwijst allereerst naar de Eeuwige van Israël. Die zegt immers tegen Mozes, als die om haar naam vraagt: Ik ben... Die Eeuwige is aanwezig in Jezus Christus, is vleesgeworden. En zo wordt de levensweg van Jezus zelf een weg voor ons om te gaan. Een levensweg. Een weg van steeds weer ruimte maken. Een weg vanloslaten van eigen belang Een weg van gericht zijn op Gods dienstbaarheid in Christus. Dat brengt ons op weg om huis des Vaders te zijn. God wil onder ons wonen. En woning maken. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Koor: The Lord is my Shepherd (John Rutter) Dienst van het antwoord Gaven Gebeden Lied 790: 1, 2, 3 (Hoog als de hemel de liefde) Zegen 6