Bij hetzelfde besluit wordt : De heer Jos Van den Boer tot effectief lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Limburg, als

Transcriptie

1 Bij hetzelfde besluit wordt : De heer Jos Van den Boer tot effectief lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Limburg, als vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties, ter vervanging van de heer E. De Coninck, ontslagnemer, De heer }. Spilstijns tot effectief lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscojnité Limburg, als vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties, ter vervanging van de heer R. Gijbels, ontslagnemer, van wie hij het mandaat zal voleindigen. De heer Frank Helsmoortel tot effectief lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Roeselare, als vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties, ter vervanging van de heer Luc Govaert, ontslagnemer, De heer Erwin Clemens tot effectief lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Limburg, als vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorgaiiisaties, ter vervanging van de heer )os Clcmens, onlslagnemer, De heer Philippe Verbmggen tot plaatsvervangend lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Roeselare, als vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties, ter vervanging van de heer Frank Helsmoortel, ontslagnemer, De heer R. Gijbels tot plaatsvervangend lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Limburg, als vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties, ter vervanging van de heer ). Spilstijns, ontslagnemer, De heer Eddy Graller tot plaatsvervangend lid benoemd van het subregionaal tewerkstellingscomité Limburg, als vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties, ter vervanging van de heer Erwin CIemens, ontslagnemer, van wie hij het mandaat za! voleindigen. De heer Stefaan Meeus tot vertegenwoordiger van de Vlaamse regering benoemd in het subregionaal tewerkstellingscomité Gent, ter vervanging van de heer F. De Vilder, ontslagnemer, Bureau voor arbeidsbemiddeling tegen betaling voor schouwspelartiesten. - Intrekking van vergunning [ De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling heeft bij besluit van 17 november 1995 de vergunning met nummer V tot exploitatie van een bureau voor arbeidsbemiddeling tegen betaling voor schouwspeiartiesten, verleend bij ministerieel besluit van 28 februari 1991 aan de heer Antoon Bloemen, Oude Bareellei 32, 2170 Merksem/ ingetrokken met ingang van 15 november Departement Leefnulieu en Infrasbvchiur Bouwverordening 10 november 1995 is goedgekeurd de beslissing van 12 oktober 1989 van de gemeenteraad van Heusden-ZoIder houdende goedkeuring van de bouwverordening betreffende de beplantingen ] 16 november 1995 is goedgekeurd de beslissing van 29 oktober 1992 van de gemeenteraad van Sin(-Pictere-Leeuw houdende goedkeuring van de verkavelingsverordening. 16 november 1995 is goedgekeurd de beslissing van 13 juli 1989 en 28 december 1989 van de gemeenteraad van Zonnebeke houdende goedkeuring van de verkavelingsverordening. 16 november 1995 is goedgekeurd de beslissing van 27 mei 1993 van de gemeenteraad van Diest houdende goedkeuring van de bouwveroideiüng betreffende de beplantingen. 20 november 1995 goedkeuring onthouden aan de beslissing van 2 oktober 1989 van de gemeenteraad van leper in verband met de bouwverordening betreffende de beplantingen. Bij besluit van de Vlaamse ininister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening van 20 november 1995 is goedgekeurd de beslissing van 29 oktober 1991 van de genneenteraad van Destelbergen houdende goedkeuring van de~ bouwverordeidng betreffende het parkeren van voertuigen en rijdend materiaal op private gronden.

2 Provincie BRABANT UITTREKSEL uit het register der beraadslagingen van de Gemeenteraad STAD DIEST Zitting van 27 mei Morsoul, Burgemeester-Voor;itter; Verheyen, Reynders, Van de Kerckhof Berghroans, Camps, ^sïftfsx Vanaudenhove-Eatough, Simons, Rijnders, Boets, Ftorquin, Spaepen, Lemmens-Geerts,. tötct^ictx Col in, Thcys, Beckers, Jacobs. Vandelook; T immemians. Secretaris. leden; 583 1(3) DE GEMEENTERAAD, in openbare zitting vergaderd, Gelet op de wet van 29 maart 1962, houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw, gewijzigd bij de v/etten van 22 april 1970, 22 december 1970, 25 juli 1974, 12 juli 1976, 28 juli 1976, 22 december 1977, 28 juni 1978, 10 augustus 1978, de dekreten van 3 maart 1976 voor Monuraentenen Landschapszorg en 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen, en aangevuld bij de dekreten van 28 juni 1984, 27 juni 1985 en van 28 juni 1985, inzonderheid de artikelen 59 en 60; Overwegende dat artikel 44 l van voornoemde wetgeving bepaalt dat een vergunning vereist is voor het ontbossen, alsmede voor het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen binnen de groene ruimten van een bij koninklijk besluit goedgekeurd plan van aanleg, evenals voor bomen die staan in een goed waarvoor een verkavelingsvergunning is af gegeven; Overwegende dat, in het raam van het streven naar een verbetering van de stedebouw, het aangewezen blijkt een verordening uit te vaardigen om de fraaiheid van de bouwwerken, de installaties en hun omgeving en de schoonheid van de wegen, hun toegang en hun omgeving, te handhaven en te bewerkstelligen, hetzij om vernieling van bestaande beplantingen te beletten, hetzij om ongeordende en onaangepaste beplantingen tegen te gaan; Overwegende dat bij het streven naar de verbetering van de sfcedebouw, het eveneens aangewezen blijkt het wijzigen van de beplantingen bij bouwwerken, de installaties en hun omgeving, bij de wegen, hun toegankelijkheid en hun omgeving, van een vergunning afhankelijk te stellen;

3 Overwegende dat krachtens artikel 44 2 van voornoemde wetgeving alle bepalingen ook gelden voor niet in artikel 44 l opgesomde werken en handelingen, wanneer een bouwverordening de uitvoering ervan aan de vergunning onderwerpt; Gelet op de artikels 75, 78 en 102 van de gemeentewet; Overwegende dat krachtens het koninklijk besluit van 16 december 1981, tot wijziging voor het Vlaamse Gewest van het koninklijk besluit van 16 december 1971 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn ofwel van de bemoeiing van de architekt, ofwel van de bouv/vergunning, ofwel van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 april 1973, een bouwvergunning met betrekking tot de beplantingen, welke verplicht gesteld wordt door deze gemeentelijke bouwverordening, vrijgesteld is van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar; Gelet op zijn principiële beslissing aangaande deze verordening gedaan in zitting van 26 juni 1986; Gelet op het terzake ingesteld openbaar onderzoek naar bezwaren en op het P. V. van sluiting van dit onderzoek, waaruit blijkt dat geen opmerkingen of bezwaren tegen het ontwerp werden ingediend; Gelet op het bosdecreet dd 13 juni 1990 en de latere wijzigingen en aanvullingen; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd 25 september 1986 betreffende de beplantingsverordening; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 26 februari 1987 betreffende de wijziging van de beplantingsverorden ing; Gelet op het besluit van de Vlaamse Executieve dd. 4 december 1991 tot instelling van een vergunningsplicht voor de wijziging van vegetatie en van lijn- en puntvorraige elementen; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd 28 januari 1993 betreffende de beplantingsverorden ing; Gelet op het schrijven van de Provincie Brabant, departement Vlaamse Gemeenschap en gewestmateries, stedebouw, ruimtelijke ordening en leefmilieu (nr. VGS/ /5353) dd. 27 april 1993; Gelet op het advies dd. 11 mei 1993 van Interleuven, m. b. t. de gemeentelijke beplanfcings- en kapverordening; BESLUIT EENPARIG, l) De beplantingsverordening van de Gemeenteraadsbeslissingen dd. 25 september 1986, 26 februari 1987, 28 januari 1993, op te heffen. 2) Volqende bouwverordening met betrekking tot de beplanting, beplantingsverordening, goed te keuren.

4 Artikel l. -: Onverminderd de bepalingen van artikel 44 l van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en stedebouw gewijzigd bij de wetten van 22 april 1970, 22 december 1970, 25 juli 1974, 12 juli 1976, 28 juli 1976, 22 december 1977, 28 juni 1978, 10 augustus 1978, de decreten van 3 maart 1976 voor Monumentenen Landschapszorg en 2 juli 1981 betreffende het beheer van 28 juni 1984, 27 juni 1985 en 28 juni 1985, inzonderheid de artikelen 59 en 60, is deze bouwverordening van toepassing op de beplantingen die bijdragen tot de fraaiheid van de bouwwerken, de installaties en hun omgeving, en van de wegen, hun toegangen en hun omgeving. Artikel 2. -: Voor de toepassing van deze bouwverordening wordt verstaan onder : 1 - weg : elke openbare weg met inbegrip van de bevaarbare waterwegen en spoorwegen, met uitzondering van de autosnelwegen; 2 - toegang : de ruimte nodig ter ontsluiting van een aan een weg aansluitend of achterliggend perceel en/of bouwv/erken en/of installaties; 3 - omgeving : de ruimte gelegen binnen een straal van 100 m uit de as van de weg of de toegang tot de weg of rond het gebouw en/of de installaties; 4 - houtwal : een sfcrook grond begroeid met bomen, struiken en kruiden die op een herkenbare wal staan. Een wal is een verhoogd stuk grond. De exploitatie bestaat uit een periodiek kappen van de houtige gewassen tot aan de grond; door het natuurlijk opslagvermogen van bepaalde loofhoutsoorten worden dan op de strook; nieuwe loten gevormd; o _ houtkant : elke strook grond, inbegrepen fcaluds, welke met bomen, struiken en kruiden begroeid is. De exploitatie bestaat uit een periodiek kappen van de houtige gewassen tot aan de grond; door het natuurlijk opslagvermogen van bepaalde loofhoutsoorten v/orden dan op de strook nieuwe loten gevormd; 6 - griend : voornamelijk uit wilgen bestaande kultuurvegetatie van houtachtige gewassen welke jaarlijks afgesneden of om de drie a vier jaar afgehakt worden; 7 - haag : een lijnvorraige aanplanting van houtige gewassen met kompakfce struktuur die bij normaal onderhoud door periodieke snoei in vorm wordt gehouden; 3 - struweel : vegetaties met min of meer gesloten struiklaag, hoger dan één meter. Hoogte : meestal twee meters of meer; 9 - hakhout : ioofbos bestaande uit houtgewas dat men niet hoog laat opschieten maar voordien dicht bij de grond afzet om de stronken weer te laten uitspruiten en het zich aldus vorroende opslag periodiek te oogsten;

5 A'-' ; >' 10 - heraanplanten : het opnieuw aanplanten; 11 - beheersplan : een dokument dat de toestand van een welbepaald gebied of bos beschrijft op heb ogenblik dat het plan wordt opgesteld en de handelingen voorziet die in de loop van een beperkt tijdsbestek zullen plaatsvinden, uitgaande van de vooruitzichten en de nagestreefde doelstellingen. < c Artikel 3. -: 1. Niemand mag zonder voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van de bevoegde overheid : a. - b. c. - bomen welke aan de grond een stainomtrek van ten minste 30 cm hebben, vellen of rooien, ongeacht of ze alleen staan, dan wel behoren tot een rij of een groep; in bossen kappingen of rooiingen verrichten ongeacht het doel of de bestenuning er van; houtkanten, houtwallen, hagen, struwelen, grienden, hakhout, al dan niet bestemd voor houtproduktie, definitief verwijderen en behoudens voor de normale houtexploitatie overgaan tot het geheel of gedeeltelijk rooien of omhakken; naaldhout aanplanten of heraanplanten in natuurgebieden, reservaatsgebieden, bosgebieden (landschappelijk of ecologisch waardevolle) agrarische gebieden, recreatiegebieden en vogelrichtlijngebieden; 2. Vallen niet onder de bepalingen van deze verordening : a. - b. c. d. e. - d.- f.- handelingen welke reeds vergund werden krachtens het besluit van de Vlaamse Executieve dd. 4 december tot instelling van een vergunningsplicht voor de wijziging van vegetatie en van lijn- en puntvormige elementen; boomkwekerijen; laagstamboomgaarden; bossen waarvoor een door de bevoegde overheid goedgekeurde beheersplan bestaat In uitvoering van het Bosdecreefc van 13 juni 1990; gebieden waarvoor een beheersplan werd goedgekeurd in uitvoering van hetzij de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, hetzij de v/et van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, hetzij het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichfcen; gebieden waarvoor het College van Burgemeester en Schepenen een beheersplan, dat de beplanting regelt, heeft goedgekeurd na gunstig advies van de dienst Groenbeheer van de Provinciale Direktie van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

6 voor g. - gebieden waarvoor een landschapsplan werd opgemaakt in uitvoering van de wet van 20 juli 1970 van de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978, voor de periode begrepen tussen de aanvang van de ruilverkavelingsverrichtingen door het ruilverkavelingscomité en het verlijden van de aanvullende ruilverkavelingsakte, mits het landschapsplan aan de gemeente werd medegedeeld. h alle bouwvergunningsplichtige handelingen in uitvoering van artikel en van de wet van 29 maart 1962, houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw. Artikel 4. -: Met vellen of rooien wordt gelijkgesteld aan boinen en groene lementen bepaald in artikel 3 l schade toegebracht of deze verminken of vernietigen door ondermeer ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van scheikundige middelen, inkervingen en benagelen. Met vellen en rooien wordt niet gelijkgesteld het langs weiden of akkers bevestigen van afsluitdraden aan beplantingen door middel van kraiamen en dergelijke, voor zover deze beplantingen effectief deel uitmaken van de afsluiting, evenals de normale snoei. Artikel 5. -: De vergunningsaanvraag betreffende beplantingen gebeurt volgens de modaliteiten bepaald in het besluit van de Vlaamse Executieve van 19 december Artikel 6. -: Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden toegevoegd met het doel de groenzones of de aanplantingen aan te leggen en te herstellen, inzonderheid wat de boomsoorten, de hoeveelheid, de kwaliteit en de diameter, alsook hun aanlegtrant betreft. Artikel 7. -: De inbreuken op de bepalingen van onderhavige bouwverordening worden bestraft zoals bepaald in de artikelen 64 en volgende van de wet op de ruimtelijke ordening en de stedebouw. Artikel 8. -: Dit besluit wordt onderworpen aan het advies van de Bestendige Deputatie en aan de goedkeuring van de Vlaamse Executieve. Het wordt vervolgens bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 102 van de gemeentewet , De Secretaris, (g)r. Timmermans. De Burgemeester-Voorzitter, (g)h. Marsoul. Voor eensluidend afschrlfc overgemaakt - "l0 passend gevolg aan ds A. T. D. 2 - ter kennisgeving aap/'ll'^j^yt^'^ecomiaissaris Die:3E, l juni 1993 FFelïCÖLLEQE-^ purgemscster,