Het Rollandse-Huis. Zie tekening.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Rollandse-Huis. Zie tekening."

Barbara de Valk
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Het Rollandse-Huis. In de maand mei 1986 werd een intense studie afgesloten van een historisch en bouwtechnis onderzoek van het z.g. `Rollandse-Huis` in opdracht van de firma Hendrix Internationaal B.V. te Boxmeer. Het Rollandse-Huis, Veerstraat.36.( HET ZAND) Veerstraat 36 zou in de 17 e eeuw de naam `Rollandse huis` gekregen hebben, naar rolland,roeland of rode land, zoals de landerijen rondom het kasteel genoemd worden. Het is ook de naam van de schuin tegenover het huis gelegen straat, waar ook de ingang naar het kasteel was.!. Voor 1632 zou er een ander huis op de plaats hebben gestaan, dat geheel zou zijn afgebroken in verband met restauratie werkzaamheden aan het kasteel. Het huis aan de Veerstaat,( het Zand) is een rijke buurt bij het hasteel, waar vroeger de notabelen woonden, het ligt dicht bij plaats waar de voormalige ophaalbrug het kasteelterrein met het Zand verbond. Het is dan ook zeer aannemelijk dat Veerstraat 36 aanvankelijk een woonhuis was en dat de eerste eigenaren tot die notabelen behoorden. In 1632 zou de plaatselijke steenbakker, Willem genaamd, de stenen voor het nieuwe huis geleverd hebben ( Stenoven?) De eerste bewoner is wellicht de Drost Gijsbert Cremers geweest, die gehuwd is met Johanna van Ham. In 1635 werd het `Rollandse Huis`geplunderd. Boxmeer had in dat jaar veel te lijden van de Croaten. Ze lagen te Boxmeer in verband met de belegering van het Genneper Huis. Zie tekening.

2 Op nummer 36 stond het Rollandse-Huis.

3 Gijsbert Cremers sterft in 1636 en zijn vrouw Johanna van Ham, Hertrouwd met Dr. Balthasar ter Porthen, die een vooraanstaand man was.

4 Het huis werd rond 1641 bewoond door een zekere Bastianus, die op 7 augustus van vermeld jaar overleed. Het fiet dat hij in verschillende oude bronnen vermeldt wordt wijst er op dat hij een aanzienlijk persoon was. Het is ook bekend dat Johannes Baptist Ricardt, drost van Boxmeer het huis bewoond. Aangezien de drost zijn werkkamer op het kasteel had, is het niet verwonderlijk dat deze hun woning dicht bij het kasteel kozen. Ricardt sterft op 27 november Na hem bewoonde Jan van Beugen, Schepen de woning. Deze heeft echter niet lang van zijn nieuwe woning kunnen genieten. Van Beugen is namelijk een van de schepenen die betrokken is bij de opstand tegen graaf Albert van den Bergh. In januari 1654 hadden de schepenen het volgens graaf Albert het te bont gemaakt, hij trekt er met zijn dienaren op uit om zijn tegenstanders te straffen. Eerst word alles aan stukken geslagen bij Severijn, herbergier op het Zand. Bij Sevenrijn van Elswijk sloegen ze met bijlen de deur open en een venster in stukken. Vervolgens werd er een bezoek gebracht bij van Beugen (Rollandse Huis) Hier aangekomen sloeg men het venster open, een soldaat klom door het raam om de deur te ontsluiten. Van Beugen en Severijn van Elswijk moesten met de overige schepen de vlucht nemen. Vlak voor zijn dood kreeg graaf Albert berouw en konden de schepenen terug keren en deed hij de geleden schade herstellen. Albert overleed zeer godsvruchtig in de Heer Tot de betere daden van deze graaf Albert mogen de stichting van het Carmelietenklooster in 1654 en de aanleg van een stenen straat worden gerekend, Deze steenstraat is nog steeds de hoofdstraat van Boxmeer. De schepenen kunnen ook een extra schadevergoeding krijgen, de hoge som van 8000gulden die Van Beugen wil declareren, word hem echter afgewezen. Hij krijgt te horen dat hij zijn beroep als kleermaker slecht uitoefent en dus zo n hoog bedrag niet waard is. De laatste die in de kroniek als bewoner van het Rollandse Huis wordt genoemd is in 1655 de schout Henri Huyster. Hiernaar wordt alleen nog melding gemaakt van een vreselijke storm op 8 december 1703 (O.L.V. Onbevlekte Ontvangenis) waarbij het halve dak van het Rollandse Huis waait. Ook worden een aantal opgravingen vermeldt: In 1802 en 1804 zouden opgravingen zijn verricht, waarbij naast en achter het Rollandse Huis Romeinse dakpannen en resten van een Romeins gebouwtje gevonden zijn en tevens een drinkschaal en enkele munten en speelstenen. In 1834 vindt men onder de vloer van het huis loden geld, vier munten uit het huis Bergh, kanons-

5 en kleinere kogels en een koperen moor(ketel) met ketting. Onder de keukenvloer vindt men Romeinse dakpannen en tegels en in de tuin een urn. In 1836 is het pand Veerstraat 36 met kadatraal nummer A 682 in handen van de landbouwer Everardus Heiliger, In 1837 in handen van M.H. Molmans. Op 20 april 1851 verkoopt Molemans Veerstraat 36 aan de werkman Gerardus Brakels voor de som van 600 gulden. Op 10 juni 1861 word het pand verkocht aan Catherinus Jacobus Louis Spengler voor 285 gulden. Hij koopt ook het Kasteel. Spengler sterft op jeugdige leeftijd in 1865 in Rome. Op 9 mai worden een aantal van zijn in Boxmeer gelegen goederen aan de in Breda wonende Catharina Petronelle Spengler verkocht. Onder de gekochte goederen vallen het Kasteel, `vier huizen bestaande in vijf woningen met erven, tuinen, boomgaard en bouwland gelegen alle vier aan het zand, voor de som van gulden? Op 5 april 1873 verkoopt de weduwe Spengler Veerstraat 36. Aan Christianus Johannes Lime uit Sambeek. Christianus Johannes Lima sterft in 1879 en zijn goedren moeten op een openbare veiling worden verkocht. De eerst koop was Veerstraat 36, en 34, voor de som van negenduizend gulden aan den heer Johannes Wilhelmus van den Boogaart, leerlooijer uit Steijl, gemeente Tegelen. Hij was een schoonzoon van de overleden Lima. De volgende eigenaar van

Veerstraat 36 is Theodoor van den Boogaart, op 13 mei 1886. Voor de som van 4700 gulden.

6 Veerstraat 36 is Theodoor van den Boogaart, op 13 mei Voor de som van 4700 gulden. Op 5 oktober 1889 wordt het huis met remise, wachthuis, stal, bergplaats, erf en tuin, gelegen te Boxmeer ter plaatse het Zand verkocht voor de som van 4100 gulden aan Arnoldus Janssen, koopman en herbergier te Boxmeer. Op 28 september 1902 koop Theodoor van den Boogaart het huis, remise en tuin weer terug voor 4000 gulden. Op 14 april 1905 verkoopt Theodoor van den Boogaart het huis aan Jacobus Hutten voor 3600 gulden van beroep sigaren handelaar. Jacobus Hutten overlijdt op 20maart De erfgename her huis met remise en tuin waar het pand Veerstraat 36 behoort gaat naar Jan Karel Piet Hutten, Het huis met stal, erf, bergplaats en tuin, gaat naar zijn broer Petrus Johannes Antonius Hutten. Op 21 juli 1981 wordt Veerstraat 36 verkocht aan Ir. G.P.A. van den Eijnden landbouwkundig ingenieur te Boxmeer. Het huis Veerstraat 34 blijft in handen van de familie Hutten. De laatste eigenaar van Veerstraat 36 is de firma Hendrix International B.V. die het pand koopt op 14 januari In 1968 is Veerstraat 36 op de rijksmonumentenlijst geplaatst. Het pand wordt gezien als bijgebouw van Veestraat 34. In 1975 maakt architekt Valk uit Rosmalen in opdracht van de eigenaar Piet Hutten een restauratieplan voor Veerstraat 36: het is de bedoeling er een woonhuis van te maken?

7 Aangezien de Rijksdienst voor de Monumentenzorg geen subsidie verleent, trekt de eigenaar de opdracht in! In 181 vraagt hij een sloopvergunning aan. De

8 sloopvergunning wordt afgegeven. In 1981 wordt Veestraat 36 verkocht aan dhr.van den Eijnden. Op 23 januari 1987 word het Pand Het Rollandse Huis door brandstichting vernielt. Naar 300 jaar is het pand Veerstraat 36 ter ziele. Op 28/08/1992 zetten een bulldozer voorgoed een streep onder. MH.

Vergelijkbare documenten

DE OVERBIEST. Een wegenkaart uit eind 18 e eeuw, links in het midden zie je het gebied de OVERBIEST.

DE OVERBIEST. Een wegenkaart uit eind 18 e eeuw, links in het midden zie je het gebied de OVERBIEST. De naam is zeer oud. In een document van 1421 wordt dit gedeelte van Boxmeer reeds genoemd. Doch lang