Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar (R 1496) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap Nr. 10 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET EINDVERSLAG Ontvangen 1 juni 1995 Het stemt tot voldoening dat het voorstel in tweede tranche tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ook na de memorie van antwoord door de leden van de fracties van de PvdA, het CDA en D66 in grote lijn gunstig is ontvangen. Op de in het eindverslag gemaakt opmerkingen zal hier in het algemeen en vervolgens artikelsgewijs worden geantwoord. Algemeen Van de voorgestelde wijziging van de optieregeling, neergelegd in artikel 6 van de Rijkswet, roept het bepaalde in het eerste lid, onder e, vragen op bij de leden van de fracties van de PvdA, het CDA en D66. In het bijzonder betreft dat het ontbreken van een inburgeringstoets voor de in dit onderdeel van het eerste lid bedoelde groep optiegerechtigden. Deze roep omvat die in Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba legaal verblijvende personen, die reeds zo lang in dat land toelating en hoofdverblijf hebben, dat zij op grond van het vreemdelingenbeleid in het algemeen niet meer verwijderbaar zijn. Zoals ik bij de behandeling van de eerste tranche van de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Kamerstukken (R 1461)) reeds heb bericht, ben ik van mening dat het niet het algemeen belang is in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba een grote groep permanent verblijvende personen te hebben die in onze maatschappij ongewild niet dezelfde rechten en plichten bezitten als de staatsburgers. Artikel 6, eerste lid, onder e, berust in dat licht op twee uitgangspunten. Enerzijds betreft dit het uitgangspunt dat wie lange tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba zijn hoofdverbijf heeft, in het algemeen verondersteld mag worden ingeburgerd te zijn, in het bijzonder door zich de Nederlandse of eilandstaal eigen gemaakt te hebben. Anderzijds betreft dit het uitgangspunt, dat personen die zo lange tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hun hoofdverblijf hebben en die als een bijzondere groep zijn aan te wijzen, omdat van hen bijvoorbeeld wegens de gevorderde leeftijd of lichamelijk of geestelijk gebrek, het voldoen aan het taalvereiste als inburgeringskenmerk om humanitaire redenen niet gevergd kan worden, het Nederlanderschap niet vanwege dat enkele taalgebrek onthouden moet worden. De door de leden van bovengenoemde fracties gemaakte opmerkingen 5K1473 ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 1

2 bij deze optiemogelijkheid tonen dat in het bijzonder het laten vallen van het inburgeringsvereiste bij hen op bezwaren stuit. Om die reden heb ik bij bijgaande nota van wijziging het voorstel inzake artikel 6, eerste lid, onder e, gewijzigd. Van de vreemdelingen die reeds een lange tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba verblijven zullen zij, die dat verblijf vóór de schoolgerechtigde leeftijd hebben aangevangen en die sindsdien in dat Koninkrijksdeel toelating en hoofdverblijf hebben, bij het bereik van de meerderjarigheid een optie voor het Nederlanderschap kunnen uitbrengen. Zij hebben als leerplichtigen doorgaans lange tijd Nederlands, Antilliaans of Arubaans onderwijs genoten en kunnen dan ook zonder meer als ingeburgerd worden beschouwd. Aan de kleine groep personen die aan de gestelde eisen van het nieuw-geformuleerde onderdeel e. van het eerste lid van artikel 6 voldoen, maar die wegens geestelijke of lichamelijke handicaps niet aan dat onderwijs hebben kunnen deelnemen, kan om humanitaire redenen een dergelijke optie niet geweigerd worden. Anderzijds zal ook aan vreemdelingen, die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en die inmiddels tenminste vijftien jaar toelating en hoofdverblijf in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hebben, het recht worden toegekend voor het Nederlanderschap te opteren. Deze groep betreft in het bijzonder personen, die om reden van onvoldoende taalkennis niet eerder konden worden genaturaliseerd en van wie het verwerven van die kennis vanwege hun gevorderde leeftijd niet meer gevergd kan worden. Aan hun zal om humanitaire redenen het Nederlanderschap niet kunnen worden onthouden zij hebben veelal kinderen en kleinkinderen die in ons land wonen en de Nederlandse nationaliteit bezitten, redenen waarom zij besluiten na hun pensioen niet meer naar het land van herkomst te vertrekken en het Nederlanderschap wensen te verwerven. Het nieuwe onderdeel f. van het eerste lid van artikel 6 ziet op deze groep van personen. Door deze wijziging van het oorspronkelijke voorstel van wet meen ik tegemoet te zijn gekomen aan de wens van de bedoelde leden geen algemeen optierecht te geven aan personen die tenminste vijftien jaar toelating en hoofdverblijf in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hebben. Deze nieuwe optieregeling voor langdurig hier verblijvende gaat niet meer uit van een algemeen vermoeden van inburgering door tijdsduur; de verblijfstermijn van tenminste vijftien jaren heeft in het bij bijgaande nota van wijziging nieuwe artikel 6, eerste lid, onder f. geen andere betekenis dan de bovengenoemde vreemdelingenrechtelijke. Om die reden meen ik dan ook geen grond te zien voor een verlenging van die termijn tot vijfentwintig jaren, zoals door de leden van de CDA-fractie voorgesteld. De vragen van de leden van de PvdA-fractie geven mij gelegenheid iets uitvoeriger in te gaan op de naturalisatiepraktijk in de Nederlandse Antillen en Aruba, in het bijzonder op de daar gehanteerde praktijk met betrekking tot de taalkennis en taalverwervingsmogelijkheden. De wet eist in artikel 8, eerste lid, onder d, dat de naturalisandus beschikt over een voor het algemeen maatschappelijk verkeer voldoende kennis van de Nederlandse taal, dan wel indien hij in de Nederlandse Antillen of Aruba hoofdverblijf heeft de taal die op het eiland van hoofdverbljf naast het Nederlands gangbaar is. De Nederlandse Antillen kennen als eilandstaal naast het Nederlands op de benedenwindse eilanden het Papiamento, op de bovenwindse eilanden het Engels. Aruba kent naast het Nederlands het Papiamento en op een klein deel van het eiland het Engels. In beide Rijksdelen vindt de toetsing van de taalkennis plaats door middel van een gesprek met de naturalisatieautoriteit. Voor het bereiken van de benodigde taalkennis wordt de betreffende persoon in de Nederlandse Antillen doorverwezen naar particuliere opleidingsinstituten, die deze lessen verzorgen, terwijl hij in Aruba kan deelnemen aan door de overheid georganiseerde taalcursussen, die voor ieder toegankelijk zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 2

3 De leden van de PvdA-fractie vroegen in hoeverre het vereiste van voldoende kennis van de Nederlandse taal door de gemeenten getoetst zou kunnen worden ook voor diegenen die het Nederlanderschap door optie kunnen verkrijgen. Zoals reeds bij de behandeling van de eerste tranche van wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap is uiteengezet, heeft in 1994 een aantal gemeenten bij wijze van proef gewerkt met een herziene naturalisatieprocedure. Daarbij hebben de gemeenten een geprononceerde rol gekregen op het terrein van de publieksvoorlichting en de snelle behandeling van de verzoeken. Deze proef is een succes gebleken. Landelijke invoering van de herziene procedure per 1 januari 1996 wordt thans overwogen. Tot die landelijke invoering kunnen gemeenten die dit willen zich vrijwillig bij de herziene procedure aansluiten. Het vereiste van het in voldoende mate beheersen van de Nederlandse taal zal binnenkort, na het gereed komen van een door het Studiecentrum voor Volwasseneneducatie in mijn opdracht ontwikkelde toets, aan de hand van deze toets worden beoordeeld door de daartoe aangewezen deskundige docenten en niet langer door de gemeenten zelf. Deze toets is bedoeld als objectieve inburgeringstoets waarin naast de taalkennis ook enige mate van kennis van de Nederlandse maatschappij en staatsinrichting wordt beoordeeld. Ik herinner eraan dat ik heb toegezegd deze toets aan Uw Kamer te zullen voorleggen. De verwachting is dat de toets medio 1995 beschikbaar komt. Ik moet erop wijzen dat het niet in mijn bedoeling ligt in de procedure van de verkrijging van het Nederlanderschap door optie een taaltoets op te nemen. Het karakter van een nationaliteitsoptie ligt in de eenzijdigheid van de wilsverklaring van de persoon die van mening is aan de voorwaarden voor verkrijging door optie te voldoen. Die voorwaarden zijn in beginsel van feitelijke aard. In de aan U voorgestelde optieprocedure wordt van overheidswege gecontroleerd of de optant aan die voorwaarden voldoet. Met uitzondering van het openbare-orde-criterium van artikel 6, derde lid, vindt daarbij geen afweging plaats, maar slechts vaststelling van enige feitelijke gegevens. Invoering van een taaltoets in de optieprocedure zou die procedure zijn belangrijkste kenmerken: eenzijdig, snel en goedkoop, doen verliezen. Invoering van een taaltoets in de optieprocedure is bij aanvaarding van de bij bijgaande nota van wijziging voorgestelde regeling ook overbodig: daarbij is òf de vereiste taalkennis door het langdurend verplichte schoolbezoek gegarandeerd òf om humanitaire redenen niet te vergen. De nieuwe optieprocedure vraagt van de overheid de vaststelling van een aantal feitelijke gegevens. Om die vaststelling binnen het nieuwe bestuursrecht een duidelijke plaats te geven, en ook om bij die vaststelling te kunnen aangeven welke personen naast de optant in de optie betrokken zullen zijn, is een administratiefrechtelijke bevestiging ingevoerd. Daardoor wijzigt de optie zich naar mijn mening niet in zodanige mate, dat van een verkapte naturalisatie gesproken zou moeten worden. Immers, anders dan bij de optie is bij de naturalisatie het karakteristieke element gelegen in de vaststelling van overheidswege, dat de persoon die om naturalisatie vraagt niet alleen aan een aantal feitelijke vereisten voldoet, maar vooral dat hij in zodanige mate in de Nederlandse samenleving is ingeburgerd, dat naturalisatie verleend kan worden, terwijl er overigens geen bezwaren van vreemdelingenrechtelijker aard of van openbare orde zijn die zich tegen de naturalisatie verzetten. Een dergelijke inburgeringsbeoordeling, waaraan de Kamer gehoord de discussie over de eerste tranche van de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ten zeerste hecht, brengt een vele grotere betrokkenheid van de overheid bij de verlening van het Nederlanderschap mee, dan die bij de nieuwe optieregeling. Het voorstel van de leden van de D66-fractie om in de gevallen van artikel 6 niet meer van een «optie» maar van een «verkorte naturalisatie» te spreken, wil ik dan ook niet overnemen. De rechtsfilologische opmer- Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 3

4 kingen van de leden van deze fractie overtuigen mij daarbij niet. De term «optie» wordt hier niet in een privaatrechtelijk, maar in een administratiefrechtelijk kader gebruikt. Bovendien is ook in het privaatrecht een optie geen nauwkeurig omschreven begrip: er zin vormen van privaatrechtelijke optie die afhankelijk zijn van de medewerking van de wederpartij van de optiegerechtigde. 1 Tenslotte wijs ik er in het bijzonder op, dat ook in de internationale rechtsterminologie, zoals die in het nationaliteitsrecht van andere landen en in fora als de Raad van Europa wordt gebezigd, onder optie mede worden verstaan vormen van nationaliteitsverkrijging die vergelijkbaar zijn met die welke in artikel 6 worden voorgesteld. Bij de leden van de CDA-fractie blijft een voorkeur bestaan om de verblijfstermijn voor vluchtelingen en staatlozen te houden op 5 jaar. Zij menen dat zulks niet strijdig is met de Verdragen betreffende de status van staatlozen en vluchtelingen. Ik meen daarin niet mee te kunnen gaan. Reeds in de memorie van antwoord heb ik erop gewezen, dat de verdragen van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1951, 131) en van New York van 28 september 1954 betreffende de statut van staatlozen (Trb. 1955, 42) de verplichting bevatten om ernaar te streven de naturalisatie van staatlozen en vluchtelingen te vergemakkelijken in het bijzonder door de naturalisatieprocedure te bespoedigen en de tarieven te verminderen. De verdragen schrijven geen minimale of maximale verblijfstermijn voor. In het licht van het Weense Verdragenverdrag van 23 mei 1969 (Trb. 1972, 51) kan vergemakkelijken, bespoedigen en verminderen alleen betekenen: gemakkelijker van de naturalisatievoorwaarden van niet-vluchtelingen en niet-staatlozen, respectievelijk spoediger dan de naturalisatie-termijnen gesteld voor niet-vluchtelingen en niet-staatlozen. Wordt de in artikel 8 van de Rijkswet op het Nederlanderschap algemeen gehanteerde termijn van vijf jaren toelating en hoofdverblijf ook gehanteerd ten aanzien van vluchtelingen en staatlozen, dan wordt hun naturalisatie niet bespoedigd en worden daarmee de in de genoemde verdragen neergelegde verdragsverplichtingen in de Nederlandse wetgeving niet nagekomen. In het wetsvoorstel is gekozen voor een termijn van drie jaar. De keuze voor deze termijn van drie jaar is daar wees ik reeds op in de memorie van antwoord om redenen van eenvoud en systematiek gemaakt, nu voor andere bijzondere categorieën van verzoekers, zoals de gehuwden en samenwonenden, eenzelfde termijn geldt. 1 Zie Asser-Schut-Hijma, Bijzondere Overeenkomsten I (Koop en Ruil), tweede druk 1994, nrs De leden van de CDA-fractie vroegen om de door mij toegezegde cijfers met betrekking tot de oud-nederlanders die als vreemdeling toelating vragen. Vanwege het feit dat het vreemdelingenadministratiesysteem (VAS) op dit ogenblik nog niet landelijk operationeel is, kunnen die gegevens thans niet verstrekt worden. Ook zijn dergelijke gegevens met betrekking tot de Nederlandse Antillen en Aruba niet voorhanden; op termijn zullen ook deze landen een VAS krijgen. Ik wil er, ter volledigheid, op wijzen dat in Artikel IV van de Rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap, eerste tranche, is voorgesteld een optierecht in te voeren voor de oud-nederlanders, die op grond van het huidige artikel 15, aanhef en onder c, het Nederlanderschap hebben verloren, terwijl in het onderhavige wetsvoorstel in artikel 26 wordt voorgesteld een optierecht in te voeren voor oud-nederlanders die als meerderjarigen op grond van artikel 5 (oud), artikel 7, aanhef en ten eerste of ten derde, van de Wet van 12 december 1892, of op grond van het huidige artikel 15, aanhef en onder a, het Nederlanderschap hebben verloren. Deze mogelijkheden van optie kunnen ook buiten Nederland worden uitgebracht; het vereiste van toelating tot en hoofdverblijf in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba wordt op die gevallen niet gesteld. Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 4

5 De leden van de VVD-fractie meldden niet geheel overtuigd te zijn van de noodzaak van de wetswijziging. Gezien de door deze leden gemaakte opmerkingen ga ik ervan uit, dat die twijfel in het bijzonder de nieuwe regeling van het optierecht betreft, en meer specifiek de regels betreffende de optiegerechtigden. Ten aanzien van de andere onderwerpen van dit wetsvoorstel zoals de formalisering van het optierecht, de regeling van optie en naturalisatie van minderjarigen en jongvolwassenen, de intrekking van het Nederlanderschap, en het optierecht voor de in artikel 26 genoemde groep oud-nederlanders zijn door deze leden noch in het voorlopig verslag, noch in het eindverslag opmerkingen gemaakt, die van twijfel aan de noodzaak van een nadere regeling blijk geven. Deze leden zijn van mening dat de uitbreiding van de optiemogelijkheden zal inhouden dat grote aantallen personen met een dubbele nationaliteit in Nederland aanwezig zullen zijn. Ik meen echter dat zulks niet het geval zal zijn. In de memorie van toelichting heb ik aangegeven dat de uitbreiding van de mogelijkheden van optie voor een belangrijk gedeelte personen betreft, die thans langs de weg van de naturalisatie het Nederlanderschap verkrijgen. De groep van personen, die in aanmerking komen voor optie maar niet voldoen aan de voorwaarden voor naturalisatie, is door de aan deze nota naar aanleiding van het eindverslag toegevoegde wijziging van artikel 6, eerste lid onder e, gering in getal geworden. Van deze kleien groep zal bovendien een aantal personen op grond van het recht van hun oorspronkelijke nationaliteit die nationaliteit van rechtswege verliezen bij de verkrijging van het Nederlanderschap door optie. De leden van de D66-fractie vestigden de aandacht op artikel 10 en vroegen zich af of de hardheidsclausule van dit artikel ook van toepassing is, indien niet aan de in artikel 6 genoemde voorwaarden voor optie is voldaan? Dat is niet rechtstreeks het geval. Indien iemand niet voldoet aan de vereiste voorwaarden om voor het Nederlanderschap te kunnen opteren, dan blijft voor hem of haar uitsluitend de weg van naturalisatie open. De persoon zal daarbij moeten voldoen aan de voorwaarden die de artikelen 8 en 9 stellen. Artikel 10 ziet op de mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de gewone naturalisatie-voorwaarden van deze artikelen. Bij de optieregeling is een hardheidsclausule niet mogelijk, omdat er afgezien van de toets van artikel 6, derde lid in de optieprocedure geen beoordeling van overheidswege plaatsvindt en er dus ook geen plaats is voor een bijzondere afweging door de overheid als bedoeld in artikel 10: wie aan de voorgeschreven voorwaarden voor optie voldoet heeft recht op de verkrijging van het Nederlanderschap, wie er niet aan voldoet kan een verzoek om naturalisatie indienen en daarbij zo nodig verzoeken om toepassing van artikel 10. Heeft, zo vroegen de leden van de fractie van D66, de lokale overheid zonder meer toegang tot de gegevens van de Justitiële Documentatiedienst, nu zij de verkrijging van het Nederlanderschap door optie dient te bevestigen? Ter beantwoording van deze vraag wijs ik allereerst erop dat er in de dagelijkse praktijk op dit punt geen verschil zal bestaan tussen naturalisatie en bevestiging op de optie. Ook bij de behandeling van naturalisatie-verzoeken zal de burgemeester informatie uit de justitiële documentatie opvragen, en zo nodig informatie bij de herkenningsdienst van de politie (dit laatste, omdat het justitiële documentatiesysteem alleen gegevens bevat van veroordelingen en aanhangige zaken en niet van bijvoorbeeld lopende onderzoeken die als regel wel bekend zijn bij de herkenningsdienst). Ten aanzien van opties zal dezelfde lijn worden gevolgd. De Wet op de Justitiële Documentatie voorziet in een algemene bevoegdheid van de minister van Justitie om in de door hem te bepalen gevallen gegevens te verstrekken aan de minister van Justitie. Op grond van deze bepaling wordt thans aan deze minister informatie verstrekt ten Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 5

6 behoeve van de naturalisatieprocedure. Het ligt in het voornemen van de minister van Justitie om op korte termijn het Besluit inlichtingen justitiële documentatie (23 september 1958, Stb. 466) te wijzigen in die zin dat uitdrukkelijk zal worden opgenomen dat aan de Burgemeesters de bevoegdheid toekomst in verband met naturalisatie en optie inlichtingen te vragen. Artikelsgewijze opmerkingen Bij deze artikelsgewijze opmerkingen zal zowel worden ingegaan op de in het Eindverslag artikelsgewijs gestelde vragen als op enkele door mij alsnog noodzakelijk geachte wijzigingen. Artikel I A. Artikel 3, derde lid. Bij amendement is dit voorstel reeds bij de behandeling van de eerste tranche van wijziging van de Rijkswet ( (R 1461)) betrokken en door de Tweede Kamer aanvaard. B. Artikel 5, eerste lid. Bij wijziging van de Twaalfde Titel van Boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de verzoekschriftprocedure onder meer in die zin gewijzigd, dat een rechterlijk uitspraak van adoptie niet meer op een nauwkeurig aan te geven tijdstip in kracht van gewijsde gaat. Artikel 429n, tweede lid, Rv bepaalt namelijk dat belanghebbenden tegen eindbeschikkingen als de adoptie-uitspraak hoger beroep kunnen instellen binnen twee maanden nadat de beschikking hun is betekend of op andere wijze bekend geworden is; dit recht van hoger beroep verjaart noch vervalt. Daardoor is niet onbetwistbaar vast te stellen of en op welk tijdstip het geadopteerde kind op grond van artikel 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap heeft verkregen. Voorgesteld wordt thans artikel 5 zodanig te wijzigen, dat op het tijdstip waarop in vrijwel alle gevallen het recht op hoger beroep en op beroep in cassatie eindigt, het Nederlanderschap wordt verkregen. Dat komt overeen met de praktijk zoals die bestond voor de bedoelde wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In de weinige gevallen, dat na het in het voorstel bedoelde tijdstip nog hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld, en vanwege dat beroep de adoptie ten onrechte blijkt te zijn uitgesproken, zal het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, worden verloren. C en D. Artikel 6 De leden van de CDA-fractie vroegen naar de motivering van de leeftijdsgrens van 16 jaar bij het stellen van de voorwaarde dat er geen bezwaar van openbare orde, goede zeden of de veiligheid van het Koninkrijk mag zijn, wil een optieverklaring door de overheid kunnen worden bevestigd. Voor deze motivering verwijs ik naar de memorie van toelichting bij artikel 11. Daar wordt onder 2. uiteen gezet, dat minderjarigen van 16 jaar en ouder in het Nederlandse recht op veel plaatsen een bijzondere positie onder minderjarigen innemen, welke bijzondere positie het stellen van voorwaarden welke niet gelden voor minderjarigen in het algemeen rechtvaardigt. Die motivering is ook van toepassing op het optierecht van minderjarigen van 16 jaar en ouder. Voor de volledigheid wijs ik er nog op dat de medenaturalisatie van minderjarigen thans van rechtswege geschiedt en dat de wet voor de medenaturalisatie van die minderjarigen geen voorwaarden stelt. Het wetsvoorstel voert als Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 6

7 voorwaarde voor medenaturalisatie en medeoptie in dat de minderjarige, die jonger is dat 16 jaar, in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba toelating en hoofdverblijf heeft en voor hem een verzoek tot medenaturalisatie of medeoptie is gedaan; is de minderjarige 16 jaar of ouder, dan geldt voor medeoptie en medenaturalisatie bovendien dat er geen vermoedens bestaan als bedoeld in artikel 3, derde lid, respectievelijk artikel 9, eerste lid, onder a. E, F en G. Artikel 8 en artikel 9, eerste en derde lid. Deze wijzigingen zijn van tekstuele aard. H. Artikel 14 De leden van de D66-fractie vroegen een nadere motivering van de tien-jaar termijn van artikel 14, eerste lid, laatste zin. Deze termijn als zodanig vindt zijn grond in het algemene rechtszekerheidsbeginsel: vernietigbare rechten worden na verloop van tijd onaantastbaar. De duur van de termijn vindt zijn grond in de eerste plaats in het vreemdelingenrecht. De in artikel 14, eerste lid, bedoelde personen hadden op het tijdstip van naturalisatie of optie doorgaans reeds tenminste vijf jaar toelating en hoofdverblijf in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba. Tien jaar na naturalisatie op optie bevinden zij zich in de regel dus reeds tenminste vijftien jaar legaal in een van de landen van het Koninkrijk. Naar Nederlands vreemdelingenrecht zijn zij dus in het algemeen onverwijderbaar. De opmerkingen van de leden van de D66-fractie waren voor mij reden om ook een strafrechtelijke motivering aan het vervallen van het intrekkingsrecht van artikel 14 ten grondslag te leggen. Omdat naar Nederlands strafrecht het recht tot strafvervolging van personen die zich schuldig maken aan valsheid in geschrifte op grond van artikel 70 juncto 225 van het Wetboek van Strafrecht wegens verjaring na twaalf jaar vervalt, heb ik bij bijgaande nota van wijziging de bedoelde termijn dan ook gesteld op twaalf jaren. De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz Tweede Kamer, vergaderjaar , (R 1496), nr. 10 7

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 891 (R 1609) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 039 (R 1702) Aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 23029(R1461) Wijzigïng van de Rijkswet op het Nederlanderschap Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van

Nadere informatie

14 Nederlands nationaliteitsrecht

14 Nederlands nationaliteitsrecht MONOGRAFIEËN PRIVAATRECHT Prof. mr. G.R. de Groot Prof. mr. M. Tratnik 14 Nederlands nationaliteitsrecht Vierde druk p. Kluwer a Wolters Kluwer business Kluwer - Deventer - 2010 INHOUDSOPGAVE Lijst van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 891 (R 1609) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het Nederlanderschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 222 Rijkswet van 18 april 2002 tot aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december

Nadere informatie

Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6)

Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6) JU Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6) Aan: De Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken) i.a.a.: De Minister van Buitenlandse Zaken de Gevolmachtigde Minister van Aruba de Gevolmachtigde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23 594 (R 1496) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2011 No. 10 Besluit van de 28 ste april 2011 tot afkondiging van het Besluit van 13 december 2010 houdende wijziging van het Besluit optie- en naturalisatiegelden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 113 Besluit van 27 februari 2003, ter bekendmaking van de tekst van de Rijkswet op het Nederlanderschap Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 618 Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 270 Wet van 27 juni 2008 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter invoering van een verklaring van verbondenheid, en tot aanpassing

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 852 (R2023) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 584 (R 1811) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter invoering van een verklaring van verbondenheid, en tot aanpassing van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 388 Besluit van 15 september 2009, houdende wijziging van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen

Nadere informatie

1 of 12. Rijkswet op het Nederlanderschap. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. (Tekst geldend op: 09-02-2015)

1 of 12. Rijkswet op het Nederlanderschap. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. (Tekst geldend op: 09-02-2015) 1 of 12 Rijkswet op het Nederlanderschap (Tekst geldend op: 09-02-2015) Rijkswet van 19 december 1984, houdende vaststelling van nieuwe, algemene bepalingen omtrent het Nederlanderschap ter vervanging

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6)

Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6) JU Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2005/6) Aan De Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken) i.a.a. De Minister van Buitenlandse Zaken de Gevolmachtigde Minister van Aruba de Gevolmachtigde Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 990 (R 1647) Goedkeuring van het op 6 november 1997 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake nationaliteit, en voornemen tot opzegging

Nadere informatie

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt Onze minister van Justitie vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt Onze minister van Justitie vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 28a 25 891 (R 1609) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging, de verlening en het verlies van het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de

Nadere informatie

Gew. bij S.B. 1983 no. 104.

Gew. bij S.B. 1983 no. 104. WET van 24 november 1975, tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap (S.B.1975 no.4), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1983 no. 104, S.B. 1984 no. 55, S.B.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 852 (R2023) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2113

ECLI:NL:RBROT:2017:2113 ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Wijzigingen in de wet op het Nederlanderschap

Wijzigingen in de wet op het Nederlanderschap Wijzigingen in de wet op het Nederlanderschap De wet op het Nederlanderschap is op belangrijke punten gewijzigd. Mogelijk hebben deze wijzigingen ook voor u belangrijke gevolgen. Ga na of u tot een van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8423 3 april 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 26 maart 2014, nummer WBN 2014/1, houdende

Nadere informatie

Nationaliteit in de praktijk: Actualiteiten. Vianen, 13 november 2012

Nationaliteit in de praktijk: Actualiteiten. Vianen, 13 november 2012 Nationaliteit in de praktijk: Actualiteiten Vianen, 13 november 2012 Ranov pardonners Slechts zo n 3000 verzoeken ingediend (28.000 pardonners) Redenen niet indiening verzoek: Documenten niet verkrijgbaar,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16080 11 juni 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 mei 2014, nummer WBN-A 2014/2, houdende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 84 6 januari 2016 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 3 december 2015, nummer WBN 2015/8, houdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1992-1993 22 973 (R 1456) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van de Europese identiteitskaart als reisdocument van Nederland en als nationale

Nadere informatie

Productmodule 3 17. PM3

Productmodule 3 17. PM3 Eind- & toetstermen geldend vanaf 1 september 2014 Productmodule 3 17. PM3 17. GEGEVENSVERSTREKKING UIT DE BRP, VERZOEKEN, DOCUMENTEN Thema gegevensverstrekking uit de BRP Let op! Het is een voorwaarde

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 282 Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES Nr. 6 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10662 19 april 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 april 2013, nummer WBN-A 2013/2,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

6 JNVR 2014. 6 Naturalisatie: van vijf naar zeven jaar? Mr. H. de Voer 1

6 JNVR 2014. 6 Naturalisatie: van vijf naar zeven jaar? Mr. H. de Voer 1 6 Naturalisatie: van vijf naar zeven jaar? Mr. H. de Voer 1 Onlangs1 heeft een tweede wetsvoorstel 2 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap het licht gezien. Het luistert naar de naam: Wijziging

Nadere informatie

Tussentijds Bericht Nationaliteiten

Tussentijds Bericht Nationaliteiten JU Tussentijds Bericht Nationaliteiten TBN 2004/8 Aan: de Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken) i.a.a: de Minister van Buitenlandse Zaken de Gevolmachtigde Minister van Aruba de Gevolmachtigde Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 14 september 2015. 1. Algemeen

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 14 september 2015. 1. Algemeen 33852 (R2023) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 197 Besluit van 15 april 2002, houdende regels ter uitvoering van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 945 (R 1737) Goedkeuring van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14556 22 september 2010 Besluit van de Minister van Justitie van het Koninkrijk van 8 september 2010, nr. WBN-A 2010/3,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58581 13 oktober 2017 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 5 oktober 2017, nummer WBN 2017/6, houdende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 496 Besluit van 28 november 2013, houdende aanpassing van algemene maatregelen van rijksbestuur in verband met de Wet basisregistratie personen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 975 (R 1821) Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10233 30 juni 2010 Besluit van de Minister van Justitie van 22 juni 2010, nummer WBN 2010/8, houdende wijziging van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 27 120 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 324 (R 1844) Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 565 Alcoholbeleid Nr. 125 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 februari 2014 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Buitenlandse pleegkinderen

Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Algemeen Adoptief-pleegkinderen Voorschriften betreffende de behandeling van verzoeken om opneming Voorschriften voor opneming en toelating Voorschriften

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 727 Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 1 Besluit van 18 december 2013 tot afkondiging van het Besluit van 28 november 2013 houdende aanpassing van algemene maatregelen van rijksbestuur in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 203 Wet van 24 mei 2007 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering in verband met onder meer de invoering van een kwalificatieplicht

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 801 Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 928 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 411 Bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht

Nadere informatie