Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Stedelijk Conservatorium te BRUGGE

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Stedelijk Conservatorium te BRUGGE Hoofdstructuur deeltijds kunstonderwijs Instellingsnummer Instelling Stedelijk Conservatorium Directeur Gunter CARLIER Adres Sint-Jakobsstraat BRUGGE Telefoon Fax Website Bestuur van de instelling Adres Dagen van het opvolgingsbezoek Einddatum van het opvolgingsbezoek Datum bespreking verslag met de instelling Gemeentebestuur van Brugge Burg BRUGGE Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Dirk ROMBAUT Rieka HÉRIE, Hilde QUIX BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 1/6

2 INHOUDSTAFEL INLEIDING HISTORIEK ZIJN DE TEKORT(EN) GEREMEDIEERD? ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG... 6 BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 2/6

3 INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de academie door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Als de academie bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de academie karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de academie proces: initiatieven die de academie neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de academie met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies. Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging. Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige organisatie. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de academie. een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de academie op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de academie de vastgestelde tekort(en) zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve opvolgingsverslag informeert de directeur van de academie de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de academie het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de academie of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De academie mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? en BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 3/6

4 1 HISTORIEK Het vorige doorlichtingsbezoek van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne vond plaats van tot en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf moet de academie kunnen aantonen dat de tekort(en) die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de academie daarin is geslaagd. 2 ZIJN DE TEKORT(EN) GEREMEDIEERD? Relevante aspecten die de instelling moest verbeteren waren: 1. Het aanslepen van bepaalde dossiers qua bewoonbaarheid zoals de kapel (hoofdgebouw) en het ontbreken van een globale toekomstvisie (masterplan van de noden van het kunstonderwijs De inrichtende macht heeft duidelijk inspanningen geleverd om aan een bestaande ongunstige situatie op een gestructureerde en definitieve manier te verhelpen. Zo zijn de tuinklassen die grenzen aan de orgelklas zowel binnen als aan de buitenzijde volledig gerenoveerd. De aftandse toestand in de bibliotheek op de bovenverdieping is spectaculair verbeterd door de inhoud te verhuizen naar een archiefruimte. De grote ruimte die daardoor vrij kwam is volledig opgefrist en vormt een welkome uitbreiding voor de administratieve dienst van het conservatorium. Tenslotte wordt er ernstig werk gemaakt van de restauratiewerken door de Dienst Patrimoniumbeheer. In de gemeenteraad van 15 september 2015 werd beslist om een externe ontwerper aan te stellen voor de restauratie en de uitvoering van diverse functionele aanpassingswerken in het Conservatorium. Op de zitting Patrimoniumbeheer van 13 juni 2016 keurde het College van Burgemeester en Schepenen restauratiegelden goed voor de traptoren Hof van Gistel. Het betreft een in fasen verlopend project waarvoor de stad circa ,00 euro heeft voorzien op het budget Het verhelpen aan de lokalennood voor de verschillende studierichtingen; Het aantal lokalen voldoet nipt aan de noden maar er is weinig comfortmarge. De inrichtende macht heeft een nieuwe danszaal voorzien wat een opvallende verbetering is en duidelijk een engagement illustreert. 3. Het onvoldoende aantal sanitaire voorzieningen (hoofdgebouw) en de actualisering ervan. Aan dit tekort wordt voldoende tegemoet gekomen. 4. De aanwezigheid van ongunstige brandweerverslagen (hoofdgebouw en wijkafdelingen) en de systematische organisatie van jaarlijkse evacuatieoefeningen. Hier stelt de inspectie nog een tekort vast waarvan de oorzaak zich bevindt in de organisatie van BVH (zie verder). Rond de periode van vorige doorlichting is een eerste evacuatieoefening gehouden op basis van het intern Noodplan maar daarna is deze beweging stilgevallen. BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 4/6

5 De globale organisatie voldoet op een aantal vlakken alvast formeel aan noodzakelijke voorwaarden. Toch blijven er nog een aantal noodzakelijke werkpunten. De aanwezige plannen zoals het globaal preventieplan en het jaaractieplan spelen niet steeds consequent in op alle tekorten die specifiek zijn voor het beleid in de instelling. Sommige tekorten kregen een oplossing, maar er zijn ook gekende tekorten die al langere tijd aanslepen. Een zieke preventieverantwoordelijke in het conservatorium werd vervangen door een secretariaatsmedewerker, meer bepaald een personeelslid dat in de materie niet is opgeleid. Hierdoor zijn er geen evacuatieoefeningen nog verder gepland en uitgevoerd. De preventieadviseur van de stad dan weer heeft een aangepaste opleiding gevolgd maar beschikt niet over voldoende tijd om zijn/haar opdracht uit te voeren. Hierdoor ontstaan ook communicatieproblemen, bv. rond bepaalde knowhow (zoals bv. het feit dat de preventieadviseur overeenkomstig de regelgeving de bestelbonnen voor nieuwe aankopen moet goedkeuren en ondertekenen). Wat betreft de brandpreventieverslagen blijkt de brandweer het conservatorium een jaar geleden bezocht te hebben maar ze kon geen verslag opmaken omdat de alarminstallatie niet werkte. Deze werd veertien dagen later hersteld, maar tot op vandaag, een jaar later dus, is de brandweer nog steeds niet teruggekeerd. De planning mist daardoor voldoende aandacht voor bepaalde maatregelen die de situatie op sommige vlakken verbeteren en/of die aantonen dat de instelling proactief handelt. Er is ook nog te weinig een cultuur waarbij elkeen op eigen niveau verantwoordelijkheid neemt. Zo kan de hiërarchische lijn beter omschreven en verduidelijkt, en het personeel meer gesensibiliseerd worden. De instelling krijgt een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Gezien de realisatie van belangrijke oplossingen, vertrouwt de onderwijsinspectie op het beleidsvoerend vermogen van de instelling om de resterende tekorten op het vlak van organisatie weg te werken. BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 5/6

6 3 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de tekort(en) zoals vermeld in dit verslag: GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur Dirk ROMBAUT de inspecteur-verslaggever Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de academie Gunter CARLIER de directeur BVH-OV dko Stedelijk Conservatorium te BRUGGE (Schooljaar ) 6/6