AANVULLING STRUCTUURVISIE BUISLEIDINGEN MILIEUSTUDIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANVULLING STRUCTUURVISIE BUISLEIDINGEN MILIEUSTUDIE"

Transcriptie

1 AANVULLING STRUCTUURVISIE BUISLEIDINGEN 13 APRIL 2018

2 Contactpersonen YVONNE VERLINDE Senior Projectleider Planvorming & Strategie Arcadis Nederland B.V. P.O. Box AG Arnhem The Netherlands 2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer 7 2 AGRIPORT A Beschrijving van het tracé Milieustudie Bodem & Water Boringsvrije zones Grondwaterbescherming Natuur Archeologie Ruimtelijke Ordening Externe Veiligheid Conclusie 10 3 ENSCHEDE DUITSE GRENS Beschrijving van het tracé Milieustudie Bodem & Water Boringsvrije zones Grondwaterbescherming Natuur Archeologie Ruimtelijke Ordening Externe Veiligheid Conclusie 13 4 LAARBEEK ECHT SUSTEREN Beschrijving van het tracé Milieustudie Bodem & Water Boringsvrije zones Grondwaterbescherming Natuur 15 3

4 4.2.3 Archeologie Ruimtelijke Ordening Externe Veiligheid Conclusie 16 5 TERNEUZEN Beschrijving van het tracé Milieustudie Bodem & Water Boringsvrije zones Grondwaterbescherming Natuur Archeologie Ruimtelijke Ordening Externe Veiligheid Conclusie 19 6 BERNISSE/SPIJKENISSE Beschrijving van het tracé Milieustudie Bodem & Water Boringsvrije zones Grondwaterbescherming Natuur Archeologie Ruimtelijke Ordening Externe Veiligheid Conclusie 22 7 LEEMTEN IN KENNIS 23 8 CONCLUSIE 24 BIJLAGE A EXTERNE VEILIGHEID WET- EN REGELGEVING 25 Plaatsgebonden riscio 25 Groepsrisico 25 Wettelijk kader (beheers-)maatregelen 26 BIJLAGE B EXTERNE VEILIGHEID UITGANGSPUNTEN 27 Onderzoeksgebied 27 Rekenmethodiek en leidingkenmerken 34 4

5 Ruwheidslengte 37 Locatie van de uitstroming 37 Tijdsafhankelijke uitstroming 37 Meteorologie 37 BIJLAGE C EXTERNE VEILIGHEID RESULTATEN 38 Plaatsgebonden risico 38 Groepsrisico 41 5

6 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De Structuurvisie Buisleidingen is een visie van het Rijk waarmee het Rijk voor de komende 20 tot 30 jaar ruimte reserveert in Nederland voor toekomstige buisleidingen voor gevaarlijke stoffen van nationaal belang. Het gaat daarbij om ondergrondse buisleidingen voor het transport van aardgas, olieproducten en chemicaliën, die provinciegrens- en vaak ook landgrensoverschrijdend zijn. In de Structuurvisie wordt een hoofdstructuur van verbindingen, ofwel tracés, aangegeven waarlangs ruimte wordt vrijgehouden, om ook in de toekomst een ongehinderde doorgang van buisleidingtransport van nationaal belang mogelijk te maken. Het Nederlandse netwerk aan buisleidingen is essentieel voor de energievoorziening en voor het veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen voor de petrochemische industrie. Ook de komende decennia zal buisleidingtransport een wezenlijke rol blijven vervullen in de Europese gas- en grondstoffenmarkt. De vraag naar buisleidingtransport en daarmee de vraag naar nieuwe leidingen en leidingverbindingen zal zelfs verder toenemen. Vandaar dat uitbreiding van buisleidingtransport wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de economische ontwikkeling en de energievoorziening in Nederland en Europa. Om ook nog over 20 à 30 jaar doorgaande verbindingen tussen haven- en industriegebieden binnen en buiten Nederland te kunnen realiseren, is het nodig te borgen dat er ruimte voor buisleidingen voor transport van (gevaarlijke) stoffen wordt vrijgehouden. Figuur 1 Visiekaart Structuurvisie Buisleidingen Op de Visiekaart hierboven (Figuur 1) is een aantal tracés als Indicatief tracé aangewezen. Voor deze tracés was ten tijde van de vaststelling van de Structuurvisie Buisleidingen nog nader onderzoek en overleg nodig om de meest geschikte route te vinden. Verder moest in enkele gevallen nog een deel van de procedure worden doorlopen. 6

7 Om de milieueffecten van de aanleg van een buisleidingtransportnetwerk in kaart te brengen is in 2011 een milieueffectstudie gedaan 1. Van 1 juni tot en met 12 juli 2011 heeft de Ontwerp-Structuurvisie Buisleidingen en het daarbij behorende milieueffectrapport (MER) ter inzage gelegen. Op de Ontwerp-Structuurvisie zijn in totaal 434 zienswijzen ingediend. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen zijn een aantal tracés als indicatief opgenomen in de Structuurvisie, zoals vastgesteld in Een deel van deze indicatieve tracés is in voorliggende milieustudie onderzocht, het betreft de volgende tracés: Agriport A7 Enschede Duitse grens Laarbeek Echt Susteren Terneuzen Bernisse/Spijkenisse De voorliggende milieustudie dient als aanvulling op het in 2012 definitief vastgestelde MER. 1.2 Doel Om de indicatieve tracés in de Structuurvisie Buisleidingen definitief te kunnen maken, dient het MER voor bovengenoemde tracés aangevuld te worden. Zowel wijzigingen van het indicatieve tracé als veranderingen in de omgeving kunnen leiden tot een aangepaste effectbeoordeling. In voorliggende milieustudie zijn daarom de definitieve tracés op kaart gezet met de relevante milieuaspecten. Zodoende is het MER voor de vijf indicatieve tracés aangevuld. 1.3 Leeswijzer De milieueffecten en knelpunten van de vijf tracés worden in de hoofdstukken 2 tot en met 6 uiteengezet. De milieueffecten van de tracés zijn getoetst op de milieuaspecten Bodem & Water, Natuur, Archeologie, Ruimtelijke Ordening en Externe Veiligheid. Bij de toetsing van bodem en water is onderzocht of het tracé door boringsvrije zones of grondwaterbeschermingsgebied loopt. Voor het aspect natuur is onderzocht of het tracé door bestaande of nieuwe natuur met of zonder beschermde status loopt. Per tracé is ook onderzocht of het door gebieden met mogelijk (hoge) archeologische waarden loopt. In de beoordeling van de effecten op Ruimtelijke Ordening zijn naast de effecten op bestaande bebouwing ook de ruimtelijke plannen 2 op een tracé meegenomen. Het deelonderzoek naar externe veiligheid heeft de externe veiligheidsrisico s in kaart gebracht die ontstaan bij het transport door (nieuwe) buisleidingen op de trajecten. De details van de externe veiligheid studie zijn opgenomen in bijlagen A, B en C. Ieder hoofdstuk sluit af met een conclusie van het milieuonderzoek en een vergelijking van voorliggend milieuonderzoek met de resultaten van het MER uit Hoofdstuk 7 presenteert de leemten in kennis van de voorliggende studie. In hoofdstuk 8 is de conclusie van dit rapport gegeven. 1 Milieueffectrapport Structuurvisie Buisleidingen Ministerie van Infrastructuur & Milieu Definitief 20 juli Via Dit is het online loket waarmee de overheid digitale ruimtelijke plannen ontsluit. 7

8 2 AGRIPORT A7 2.1 Beschrijving van het tracé Eigenschappen tracé Lengte Breedte Beschrijving van tracé Bijzonderheden 9,4 km 70 m Dit tracé is onderdeel van de buisleidingverbinding tussen Groningen en Noord- Holland. Deze verbinding is belangrijk voor het aardgastransport van Oost-Europa naar het Verenigd Koninkrijk. Ten tijde van de vaststelling van de Structuurvisie werd er in het kader van toekomstige gebiedsontwikkelingen nog overlegd met verschillende gebiedspartners, vandaar dat dit tracé toentertijd als indicatief voorkeurstracé is opgenomen. Alle betrokken partijen hebben ingestemd met het verschuiven van het indicatieve voorkeurstracé op een aantal plekken, tot maximaal 30 meter. Hiermee wordt voorkomen dat de buisleidingen conflicteren met voorzieningen voor windturbines en dat de buisleidingen wateren versmallen. 2.2 Milieustudie In de volgende paragrafen is een aanvullende milieueffectbeschrijving voor het tracé Agriport A7 gegeven. Figuur 2 geeft het tracé en omgevingswaarden weer die per aspect nader zijn toegelicht in de volgende paragrafen. Figuur 2 Tracé en omgevingswaarden Agriport A7 8

9 2.2.1 Bodem & Water Boringsvrije zones Het tracé doorsnijdt geen boringsvrije zones Grondwaterbescherming Het tracé doorsnijdt geen grondwaterbeschermingsgebied Natuur Het tracé doorsnijdt het IJsselmeer wat zowel een Natura 2000 gebied als een NNN grote wateren gebied is. Bij doorsnijding van het IJsselmeer zijn mogelijk significante effecten niet uit te sluiten. De effecten hangen af van de aard en reikwijdte van de werkzaamheden. Mogelijkheden voor het nemen van maatregelen om effecten te voorkomen en/of te verminderen dienen te worden onderzocht. Het indicatief tracé is meegenomen in de Passende Beoordeling 3 bij de Structuurvisie. Daarin is beoordeeld dat, aangezien het betreffende deel van het Natura 2000-gebied alleen vogelrichtlijngebied is, effecten op habitattypen en soorten niet aan de orde zijn. Significant negatieve effecten als gevolg van mogelijke aantasting van leefgebied van vogels, is echter op voorhand niet uit te sluiten. Ook kunnen significant negatieve effecten als gevolg van (tijdelijke) verstoring van vogels niet op voorhand uitgesloten worden. Effecten op leefgebied en als gevolg van verstoring hangen af van de aard van de werkzaamheden, mogelijkheden tot herstel en van de exacte locaties van leefgebieden van de soorten binnen het Natura 2000-gebied Archeologie Het tracé doorsnijdt geen gebieden van archeologische waarden Ruimtelijke Ordening Het tracé vergt geen ruimtebeslag op bebouwing of toekomstige bebouwing. Ook doorsnijdt het tracé geen glastuinbouw. Op dit tracé bestaan geen knelpunten met ruimtelijke plannen Externe Veiligheid ethyleenoxide vinylchloride Figuur 3 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Agriport in de worst-case berekening 3 Ministerie van Infrastructuur & Milieu, Passende Beoordeling Structuurvisie buisleidingen,

10 In Figuur 3 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. Dit is nader uitgewerkt in Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten. 2.3 Conclusie Afgezien van de doorsnijding van het IJsselmeer zijn er geen milieueffecten voorzien op dit tracé. Bij doorsnijding van het IJsselmeer zijn mogelijk significante effecten niet uit te sluiten. De effecten hangen af van de aard en reikwijdte van de werkzaamheden. Binnen het tracé Agriport A7 valt het knelpunt Medemblik, zoals in kaart gebracht in het MER in In de vergelijking van de milieueffecten rond het knelpunt Medemblik met de milieueffecten van het tracé Agriport A7 zijn geen verschillen bevonden. 10

11 3 ENSCHEDE DUITSE GRENS 3.1 Beschrijving van het tracé Eigenschappen Lengte Breedte Beschrijving van tracé Bijzonderheden 12,1 km 70 m Belangrijk voor het transport van aardgas van Groningen naar België en Duitsland. Na vaststelling van de Structuurvisie was vooral het tracédeel tussen recreatieplas Het Rutbeek en de grensovergang bij Glanerbrug punt van discussie. Een verschuiving van 700m en een verschuiving van 1200m t.o.v. het indicatief voorkeurstracé aangedragen door partijen uit de regio. 3.2 Milieustudie In de volgende paragrafen is een aanvullende milieueffectbeschrijving voor het tracé Enschede - Duitse grens gegeven. Figuur 4 geeft het tracé en omgevingswaarden weer die per aspect nader zijn toegelicht in de volgende paragrafen. Figuur 4 Tracé en omgevingswaarden Enschede - Duitse Grens 11

12 3.2.1 Bodem & Water Boringsvrije zones Het tracé doorsnijdt geen boringsvrije zones Grondwaterbescherming Het tracé doorsnijdt geen grondwaterbeschermingsgebied Natuur Het tracé doorsnijdt op meerdere punten natuur zijnde geen NNN of Natura Het gaat om bestaande natuur en ingerichte nieuwe natuur. Aangezien het niet gaat om NNN of Natura 2000 gebied is compensatie niet vereist. Het tracé heeft overlap met Natura 2000 gebied op het laatste stuk van het tracé, voordat het de grens met Duitsland over gaat. Het gaat om een natuurgebied met bomen en grasland. Doorsnijding van natuurgebied met bomen is ongewenst omdat de leidingenstrook permanent vrijgehouden moet worden van diepgaande begroeiing. Voor de bomen in dit gebied gaat het dus om permanent ruimtebeslag. Bij vastlegging van dit tracé is nader onderzoek nodig naar de effecten van het ruimtebeslag in de vorm van een Passende Beoordeling. Een omleiding waarbij het tracé net ten noorden van het Natura 2000-gebied gaat, lijkt goed inpasbaar. In het agrarisch gebied ten noorden van het Natura 2000-gebied loopt al een gasleiding van Gasunie. Hiermee kan mogelijk gebundeld worden, waardoor er geen directe effecten op Natura gebied zijn. Alleen voor de mogelijke externe werking op Natura 2000-gebied is dan een beperkte toets nodig Archeologie Het tracé doorsnijdt op twee punten een terrein met zeer hoge archeologische waarde, waarvan één beschermd gebied is. Voor bestaande monumenten (terreinen van zeer hoge waarde) geldt dat ruimtebeslag vrijwel direct vernietiging betekent tenzij de waarde dieper dan circa 3 meter ligt. Voor de gebieden met (middel)hoge verwachtingswaarde geldt dat wanneer er gegraven wordt, voorafgaand aan de graafwerkzaamheden bodemonderzoek nader inzicht moet geven in het voorkomen van waarden. Het doorsnijden van monumenten kan niet zonder vergunning. Waar deze knelpunten optreden moet nader bekeken worden wat de werkelijke aanwezigheid van archeologische waarde is. Dit kan gebeuren aan de hand van een bureaustudie aangevuld met veldwerk. Indien er sprake is van aanwezige waarde moet bekeken worden of opgraven/verplaatsen van de waarde een optie is, dan wel verleggen van het tracé Ruimtelijke Ordening Op het tracé liggen enkele knelpunten met bestaande bebouwing. Voor de bestaande bebouwing gaat het om 1 of meerdere gebouwen in het buitengebied, waarvoor in de aanlegfase met de eigenaren een gepaste oplossing gevonden dient te worden (bijvoorbeeld lokale aanpassingen, zoals omleidingen, of in uiterste gevallen aankopen). Op dit tracé bestaan geen knelpunten met ruimtelijke plannen. 12

13 3.2.5 Externe Veiligheid ethyleenoxide vinylchloride Figuur 5 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Enschede in de worst-case berekening In Figuur 5 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen toegepast te worden. Dit is nader uitgewerkt in Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten. 3.3 Conclusie Dit tracé heeft effect op natuur, archeologie en ruimtelijke ordening. Het tracé loopt door zowel overige natuur (zijnde geen NNN of Natura 2000) als door Natura 2000 gebied. Het Natura 2000-gebied kan met een vrij beperkte verschuiving van het tracé vermeden worden. Daarnaast doorsnijdt het tracé op twee punten terrein met zeer hoge archeologische waarde, waarvan één beschermd gebied. Waar deze knelpunten optreden, moet nader bekeken worden wat de werkelijke aanwezigheid van archeologische waarde is. Het tracé kent ook enkele knelpunten met bestaande bebouwing waarvoor een passende oplossing gevonden moet worden. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico voor externe veiligheid dienen reducerende maatregelen toegepast te worden. In tegenstelling tot eerder onderzoek gepresenteerd in het MER uit 2012, doorsnijdt dit tracé wel Natura 2000 en overige natuur. De doorsnijding van het Natura 2000 gebied is een gevolg van de verschuiving van het tracé. Deze verschuiving kan gemakkelijk ongedaan gemaakt worden. Dat er in dit onderzoek ook doorsnijding van overige natuur is geconstateerd is een gevolg van verschil in onderzoeksmethode. 13

14 4 LAARBEEK ECHT SUSTEREN 4.1 Beschrijving van het tracé Eigenschappen Lengte Breedte Beschrijving van tracé Bijzonderheden 73,8 km 70 m of smaller, afhankelijk van de locatie Dit tracé is onderdeel van de verbinding van Rotterdam naar Zuid-Limburg. In de Ontwerp-Structuurvisie was gekozen voor een tracé via Venlo. Naar aanleiding van een aantal zienswijzen vanuit het bedrijfsleven is ervoor gekozen om een tracé via Laarbeek, Echt en Susteren op te nemen als indicatief voorkeurstracé in de Structuurvisie. Omdat in de Ontwerp-Structuurvisie nog een ander tracé stond beschreven, is het tracé Laarbeek-Echt-Susteren als indicatief opgenomen om mensen de mogelijkheid te bieden zienswijzen in te dienen. Vervolgens zijn er zienswijzen ingediend en is er een aanvullende milieustudie 4 gedaan. Daaropvolgend is het tracé geoptimaliseerd en heeft het de status definitief voorkeurstracé gekregen. 4.2 Milieustudie In de volgende paragrafen is een aanvullende milieueffectbeschrijving voor het tracé Laarbeek Echt - Susteren gegeven. De werkelijke ligging van het tracé kan lokaal op gemeentelijk niveau afwijken. De structuurvisie is bij gemeenten bekend en deels opgenomen in de ruimtelijke plannen. Figuur 6 geeft het tracé en omgevingswaarden weer die per aspect nader zijn toegelicht in de volgende paragrafen. Figuur 6 Tracé en omgevingswaarden Laarbeek - Echt Susteren 4 Milieustudie Structuurvisie Buisleidingen Traject Laarbeek-Echt-Susteren. 18 december 2015, Arcadis. 14

15 4.2.1 Bodem & Water Boringsvrije zones Het tracé loopt door meerdere boringsvrije zones. Aan het begin van het tracé wordt een boringsvrije zone uit het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant doorkruist. Het deel van het tracé wat door provincie Limburg loopt, ligt in zijn geheel in een boringsvrije zone van het Milieubeschermingsgebied Limburg Grondwaterbescherming Het tracé doorkruist op twee plaatsen een grondwaterbeschermingsgebied. Gezien de omvang en de locaties van de boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebieden is het niet mogelijk de doorsnijding van deze gebieden te vermijden. Bij het doorkruisen van boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebieden waarbij de diepte van bodemroering groter is dan de milieuverordening toelaat, is een vergunning of ontheffing nodig. Het effect van de doorkruising kan geminimaliseerd worden door de diepte waarop de grond geroerd wordt, zoveel mogelijk te beperken. In de provincie Noord-Brabant kunnen in boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebied grond- of funderingswerken uitgevoerd worden tot op een diepte van drie meter onder het maaiveld. Bij grond- en funderingswerkzaamheden dieper dan drie meter onder het maaiveld, dient het bodemprofiel te worden aangevuld tot tenminste drie meter onder het maaiveld, zoals het aanwezig was voorafgaand aan de werkzaamheden. Het tracé loopt in Limburg door de boringsvrije zone Roerdalslenk. In deze zone is een ontheffing nodig om de grond te roeren dieper dan de bovenkant van de Bovenste Brunssumklei. In de provincie Limburg is het verboden om in een grondwaterbeschermingsgebied schadelijke stoffen te vervoeren. Daarnaast is het verboden om constructies tot stand te brengen met het doel schadelijke stoffen door, op of in de bodem te vervoeren. Wanneer kan worden aangetoond dat er geen schadelijke stoffen op of in de bodem worden gebracht, kan er ontheffing worden verleend van dit verbod Natuur Het tracé doorsnijdt op meerdere plekken bestaande en nieuwe natuur. Het gaat hier om NNN gebied. Doorsnijding van natuur met bomen is ongewenst, aangezien er geen bomen terug geplant kunnen worden, omdat de leidingenstrook permanent vrijgehouden moet worden van diepwortelende beplanting. Wanneer een omleiding niet mogelijk is, gaat het dus om permanent ruimtebeslag aangaande de diepwortelende beplanting. Ondiep wortelende struiken en andere planten kunnen terug geplant worden, hier gaat het dus om een tijdelijk effect. Voor de bomen dient, wanneer omlegging van het tracé niet mogelijk is, elders gecompenseerd te worden Archeologie Het tracé kent twee knelpunten met gebied van archeologische waarde, waarvan één hoge archeologische waarde. Voor de gebieden met (middel)hoge verwachtingswaarde geldt, dat wanneer er gegraven wordt, voorafgaand aan de graafwerkzaamheden bodemonderzoek nader inzicht moet geven in het voorkomen van waarden. Waar deze knelpunten optreden moet nader bekeken worden wat de werkelijke aanwezigheid van archeologische waarde is. Dit kan gebeuren aan de hand van een bureaustudie aangevuld met veldwerk. Indien er sprake is van aanwezige waarde moet bekeken worden of opgraven/verplaatsen van de waarde een optie is, dan wel verleggen van het tracé Ruimtelijke Ordening Op het tracé liggen meerdere knelpunten met bestaande bebouwing. Het gaat hier om zowel woon-, industrie- als overige functies. Voor de bebouwing dient in de aanlegfase met de eigenaren een gepaste oplossing te worden gevonden (bijvoorbeeld lokale aanpassingen, zoals omleidingen, of in uiterste gevallen aankopen). Hiervoor loopt een proces met de gemeente en omgeving. 15

16 Op dit tracé bestaan geen knelpunten met ruimtelijke plannen Externe Veiligheid Het rekenprogramma Safeti-nl is niet in staat om in één keer het risico te modelleren en te berekenen voor het gehele traject van 60 kilometer. Om deze reden is het onderzoeksgebied opgedeeld in korte stukken. De externe veiligheidseffecten van het tracé zijn in 2015 bepaald in drie gebieden: Helmond, Kampershoek en Maasbracht 4. Deze gebieden zijn gekozen op basis van de nabijheid van bebouwing en een eerder uitgevoerde studie (MER 2011). Het opdelen van het onderzoekgebied heeft geen invloed op de uitkomsten van de modellering. In voorliggende studie is de berekening nabij Helmond nogmaals uitgevoerd vanwege een aanpassing in de ligging van het tracé. ethyleenoxide vinylchloride Figuur 7 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Helmond in de worst-case berekening In Figuur 7 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode (niet voor vinylchloride), gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebondenrisico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. Dit is nader uitgewerkt in Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten. 4.3 Conclusie Dit tracé heeft effect op bodem en water, natuur, archeologie en ruimtelijke ordening. Het tracé doorkruist op meerdere plaatsten boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebied. Het tracé loopt door zowel natuur zijnde geen NNN als door NNN gebied. Daarnaast doorsnijdt het tracé op twee punten terrein met (hoge) archeologische waarde. Waar deze knelpunten optreden moet nader bekeken worden wat de werkelijke aanwezigheid van archeologische waarde is. Het tracé kent ook op meerdere plaatsten knelpunten met bestaande bebouwing met verschillende functies. Aangezien dit tracé in de milieustudie van 2012 in een eerder stadium als voorkeurstracé was afgevallen, is er geen vergelijking in effecten mogelijk tussen dit onderzoek en het onderzoek uit

17 5 TERNEUZEN 5.1 Beschrijving van het tracé Eigenschappen Lengte Breedte Beschrijving van tracé Bijzonderheden 17,8 km 30m leidingen van nationaal belang, 20m regionale leidingen. Voor de beoordeling is van de standaard breedte van 70m uitgegaan. Dit tracé is onderdeel van de hoofdverbinding tussen Rijnmond en België, de verbinding die het Noordwest-Europese haven- en industriegebied verbindt. Het tracé door de gemeente Terneuzen is in de Structuurvisie als indicatief opgenomen in afwachting van een gemeentelijke structuurvisie voor ondergrondse infrastructuur. Deze visie is op 8 mei 2014 vastgesteld. 5.2 Milieustudie In de volgende paragrafen is een aanvullende milieueffectbeschrijving voor het tracé Terneuzen gegeven. Figuur 8 geeft het tracé en omgevingswaarden weer die per aspect nader zijn toegelicht in de volgende paragrafen. Figuur 8 Tracé en omgevingswaarden Terneuzen 17

18 5.2.1 Bodem & Water Boringsvrije zones Het tracé doorsnijdt geen boringsvrije zones Grondwaterbescherming Het tracé doorsnijdt geen grondwaterbeschermingsgebied Natuur Het tracé doorsnijdt op meerdere plekken bestaande EHS-natuur. Het gaat hier voornamelijk om grasland en een aantal poelen en klein historisch water. Daar waar grasland en ondiep wortelende planten worden aangetast, kunnen deze worden terug geplant daarom betreft het voor deze natuur een tijdelijk effect. Voor eventuele bomen die gekapt moeten worden, moet elders gecompenseerd worden. De afstand tussen de eerste en de laatste poel is 660 meter. Er dient onderzocht te worden of, gezien de afstand tussen de poelen, het effect op poelen en klein historisch water voorkomen kan worden door alternatieve aanlegmethoden te gebruiken of een beperkte verschuiving van het tracé Archeologie Het tracé doorsnijdt geen gebieden van archeologische waarden Ruimtelijke Ordening Op het tracé liggen meerdere knelpunten met bestaande bebouwing. Het gaat hier om zowel woon-, als industriefuncties. Voor de bebouwing dient in de aanlegfase met de eigenaren een gepaste oplossing te worden gevonden (bijvoorbeeld lokale aanpassingen, zoals omleidingen, of in uiterste gevallen aankopen). Het tracé doorkruist op één punt nieuwe industrie zoals opgenomen in de ruimtelijke plannen voor het gebied. Gezien er op dit punt al meerdere ondergrondse leidingen liggen, is het de verwachting dat hier geen knelpunten zijn Externe Veiligheid ethyleenoxide vinylchloride Figuur 9 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Terneuzen in de worst-case berekening 18

19 In Figuur 9 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. Dit is nader uitgewerkt in Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten. 5.3 Conclusie Dit tracé heeft effect op natuur en ruimtelijke ordening. Het tracé doorkruist natuur zijnde EHS/NNN gebied. Voor de ondiepwortelende beplanting gaat het hier om een tijdelijk effect, voor de diepwortelende beplanting gaat het om een permanent effect waarvoor elders moet worden gecompenseerd. Het tracé kent ook op meerdere plaatsten knelpunten met bestaande bebouwing met verschillende functies. Binnen het tracé Terneuzen valt het knelpunt Terneuzen (Sluiskil), zoals in kaart gebracht in het MER in In de vergelijking van de milieueffecten rond het knelpunt Terneuzen (Sluiskil) met de milieueffecten van het tracé Terneuzen zijn geen verschillen bevonden. 19

20 6 BERNISSE/SPIJKENISSE 6.1 Beschrijving van het tracé Eigenschappen Lengte Breedte Beschrijving van tracé Bijzonderheden 2,3 km 70 m Dit tracé is onderdeel van de verbinding tussen de Rotterdamse haven en Moerdijk en het verdere achterland. Op het tracé zoals in de Ontwerp-Structuurvisie was opgenomen is een zienswijze ingediend door het Havenbedrijf Rotterdam. Het Havenbedrijf verzocht om een extra aftakking om zodoende een directe verbinding met de Botlek te creëren. In overleg met het Havenbedrijf en de gemeenten Bernisse en Spijkenisse is deze aftakking voorzien tussen Bernisse en Spijkenisse. Het tracé, zoals weergegeven in Figuur 10, was als indicatief voorkeurstracé in de Structuurvisie opgenomen omdat het niet in de Ontwerp-Structuurvisie was aangegeven. De nota van antwoord 5 als reactie op de ingediende zienswijzen heeft geconcludeerd dat het tracé vanuit milieupunt realiseerbaar is en zodoende heeft dit tracé de status definitief voorkeurstracé gekregen. 6.2 Milieustudie In de volgende paragrafen is een aanvullende milieueffectbeschrijving voor het tracé Bernisse/Spijkenisse gegeven. Figuur 10 geeft het tracé en omgevingswaarden weer die per aspect nader zijn toegelicht in de volgende paragrafen. Figuur 10 Tracé en omgevingswaarden Bernissse/Spijkenisse 5 Ministerie van Infrastructuur & Milieu, Nota van Antwoord. Naar aanleiding van zienswijzen op de aanvulling van de Structuurvisie Buisleidingen betreffende het tracé Laarbeek Echt-Susteren en het tracé Bernisse Spijkenisse-Botlek, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur & Milieu

21 6.2.1 Bodem & Water Boringsvrije zones Het tracé doorsnijdt geen boringsvrije zones Grondwaterbescherming Het tracé doorsnijdt geen grondwaterbeschermingsgebied Natuur Het tracé loopt door NNN VRM (Visie Ruimte en Mobiliteit) bestaande en nieuwe natuur. Het betreft hier grasland, bomenrijen en het water Het Oostenrijk - Vierambachtenboezem. Een omleiding lijkt onmogelijk, onder het water zullen de leidingen daarom waarschijnlijk middels een boring moeten worden aangelegd. Daar waar grasland en ondiep wortelende planten worden aangetast, kunnen deze worden terug geplant daarom betreft het voor deze natuur een tijdelijk effect. Voor eventuele bomen die gekapt moeten worden, moet elders gecompenseerd worden. Dit zal afhankelijk van de aanlegmethode en de diepte van de boring zijn Archeologie Het tracé loopt grotendeels door gebied van hoge of zeer hoge archeologische waarde. Voor bestaande monumenten (terreinen van zeer hoge waarde) geldt dat ruimtebeslag vrijwel direct vernietiging betekent tenzij de waarde dieper dan ca. 3 meter ligt. Voor de gebieden met (middel)hoge verwachtingswaarde geldt dat wanneer er gegraven wordt voorafgaand aan de graafwerkzaamheden bodemonderzoek nader inzicht moet geven in het voorkomen van waarden. Indien er sprake is van aanwezige waarde moet bekeken worden of opgraven/verplaatsen van de waarde een optie is, dan wel verleggen van het tracé Ruimtelijke Ordening Aan de noordkant van het tracé zijn een aantal knelpunten met bestaande bebouwing. Het gaat om een aantal gebouwen waaronder een hoogspanningsstation. Deze knelpunten zijn te voorkomen door lokaal het tracé deels te versmallen naar 45 meter en deels naar 35 meter. Op dit tracé bestaan geen knelpunten met ruimtelijke plannen. 21

22 6.2.5 Externe Veiligheid ethyleenoxide vinylchloride Figuur 11 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Bernisse/Spijkenisse in de worst-case berekening In Figuur 11 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. Dit is nader uitgewerkt in Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten. 6.3 Conclusie Het tracé doorsnijdt NNN gebied met bestaande en nieuwe natuur. De gevolgen van de doorsnijding zijn deels tijdelijk en deels permanent. Door mitigerende en compenserende maatregelen en door alternatieve aanlegmethoden te onderzoeken kunnen de effecten zo laag mogelijk gehouden worden. Daarnaast loopt het tracé grotendeels door gebied van hoge of zeer hoge archeologische waarde. Indien er sprake is van aanwezige waarde moet bekeken worden of opgraven/verplaatsen van de waarde een optie is, dan wel verleggen van het tracé. Ook kent dit tracé knelpunten met bestaande bebouwing wat met een versmalling van het tracé opgelost kan worden. Het tracé Bernisse/Spijkenisse valt binnen het segment Botlek - Bernisse, zoals in kaart gebracht in het MER in In de vergelijking van de milieueffecten van het segment Botlek Bernisse en het knelpunt Spijkenisse met de milieueffecten van het tracé Bernisse/Spijkenisse zijn geen verschillen bevonden. 22

23 7 LEEMTEN IN KENNIS In dit MER is op een laag detailniveau voor een aantal tracés van het landelijke buisleidingennetwerk een analyse uitgevoerd om de milieuknelpunten inzichtelijk te maken. In een volgend stadium zal bij de uitwerking van de vastlegging van de tracés in bestemmingsplannen op een hoger detailniveau naar de milieueffecten van de (aanleg van) de buisleidingen gekeken worden. In dit hoofdstuk zijn per toetsingsaspect de leemten in kennis gepresenteerd die in deze fase zijn geconstateerd. Bodem & Water In de effectbeschouwing is op een globaal detailniveau gekeken naar de potentiële knelpunten voor alle tracés, op basis van de oppervlakte en/of het aantal doorsnijdingen van boringsvrije zones en grondwaterwingebieden. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen gebieden onderling op basis van gevoeligheid van een gebied. Ten aanzien van dit aspect geldt dat er altijd mogelijkheden bestaan om knelpunten middels technische maatregelen op te lossen. In het geval van doorsnijding van grondwaterbeschermingsgebied met risicovolle stoffen geldt dat de maatregelen wel vergaand zullen moeten zijn voor afdoende risicobeperking. Natuur Op het niveau van de structuurvisie zijn de effecten op beschermde soorten niet in beeld te brengen. Dit is namelijk sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie; habitats van beschermde soorten zijn vaak beperkt tot zeer specifieke locaties (met de juiste (grond)waterstand, bodemtype, microreliëf, begroeiing, etc.) binnen het grotere verspreidingsgebied van de soort. Archeologie Een aantal tracés doorsnijden gebieden van (hoge) archeologische waarde. De werkelijke aanwezigheid van objecten van (hoge) archeologische is onbekend. Daarom dient bij aanleg voor elk van de tracés nader onderzoek te worden uitgevoerd naar werkelijk aanwezige waarde(n). Ruimtelijke Ordening Voor verdere besluitvorming met betrekking tot knelpunten met bestaande en nieuwe bebouwing zal samen met lokale overheden onderzocht moeten worden of inpassing van de tracés mogelijk is. Lokale overheden hebben de mogelijkheid om het tracé zo vast te leggen, dat bebouwing en andere waarden, worden vermeden. Externe Veiligheid Bij de aanleg dient door de initiatiefnemer gekeken te worden welke risico reducerende maatregelen genomen kunnen worden. Uit de berekeningen in dit onderzoek (Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten) blijkt dat een maatregelenpakket mogelijk is, waarmee de normen voor het plaatsgebonden risico behaald worden. 23

24 8 CONCLUSIE Als aanvulling op het MER zoals in 2012 is gepubliceerd, zijn in deze milieustudie voor vijf tracés de effecten op verschillende milieuaspecten onderzocht. In de milieustudie ligt de focus op die aspecten die een belemmering kunnen vormen voor de aanleg van een tracé. Op basis van voorliggende milieustudie wordt geconcludeerd dat in de volgende besluitvormingsfase (bij een concreet initiatief) een aantal onderdelen nader onderzocht dienen te worden. Ten eerste moet er onderzocht worden of de genoemde doorsnijdingen van boringsvrije zones, grondwaterbeschermingsgebied, NNN en Natura 2000 gebied acceptabel zijn en zo niet, of een lokale omleiding mogelijk is. Betreft boringsvrije zones en grondwaterbeschermingsgebied geldt dat, doordat de aanleg vindt plaats in de bovenste meters (waarmee doorsnijding van de scheidende laag niet optreedt), dit betekent dat in overleg met de provincies de aanleg mogelijk gemaakt kan worden. Betreft NNN geldt dat, wanneer een omleiding of alternatieve aanlegmethode niet mogelijk is, het effect gecompenseerd kan worden. Door rekening te houden met de aanwezige soorten tijdens aanleg (toetsing soorten uit de Wet natuurbescherming) kunnen de effecten op soorten zoveel als mogelijk gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden. Ten tweede moet bij een aantal tracés in specifieke gebieden op het moment van aanleg onderzoek gedaan worden naar de daadwerkelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Daarnaast moet worden onderzocht of de tracés volledig inpasbaar zijn zonder raakvlak met incidentele bebouwing. Als dit niet het geval is moet de afweging gemaakt worden om al dan niet een lokale omleiding te realiseren. Met betrekking tot externe veiligheid dienen per tracé reducerende maatregelen genomen te worden. Uit de berekeningen in dit onderzoek (Bijlage C Externe Veiligheid Resultaten) blijkt dat een maatregelenpakket mogelijk is, waarmee de normen voor het plaatsgebonden risico behaald worden. Dit milieueffectrapport dient als aanvulling op voorgaande studies, zodoende komen deze hiermee niet te vervallen. De tracés beschreven in dit rapport kunnen als definitief opgenomen worden in de structuurvisie. 24

25 BIJLAGE A EXTERNE VEILIGHEID WET- EN REGELGEVING De wetgeving op het gebied van externe veiligheid met betrekking tot buisleidingen staat beschreven in het Besluit externe veiligheid buisleidingen, het Bevb 6. Het Bevb regelt de taken en verantwoordelijkheden van de leidingexploitant en van de betrokken gemeenten. In de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) 7 is het besluit verder uitgewerkt. Deze regeling wijst het type buisleidingen aan waar het besluit op van toepassing is en vermeldt welke risicoafstanden er gelden. Tevens benoemt het Revb de rekenmethodiek welke gebruikt moet worden bij het berekenen van externe veiligheidsrisico s. Voor de buisleidingen in deze studie is de rekenmethode van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) toegepast conform de Revb. Het gaat om de Handleiding Risicoberekeningen Bevb versie 2.0 Module D 8. In de Handleiding wijst het RIVM het softwareprogramma Safeti-nl aan om de berekeningen mee uit te voeren. In dit onderzoek is dan ook de modellering uit Safeti-nl als uitgangspunt genomen. De genoemde rekenmethode sluit aan bij reeds bestaande rekenmethoden voor hoge druk aardgasleidingen en voor leidingen waardoor aardolieproducten worden getransporteerd. Safeti-nl wordt gebruikt voor het berekenen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In de twee navolgende paragrafen worden de definities van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico toegelicht. Plaatsgebonden riscio Het Plaatsgebonden Risico (PR) is het risico dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een buisleiding indien deze persoon zich op een plaats nabij die buisleiding bevindt. Het PR wordt uitgedrukt in een kans per jaar en gaat uit van de situatie dat een (fictief) persoon zich 24 uur per dag gedurende een heel jaar onbeschermd op een bepaalde plaats nabij die buisleiding bevindt. De grenswaarde van het PR voor het omgaan met gevaarlijke stoffen is één op de miljoen per jaar (10-6 per jaar). Dit geldt voor bestaande en nieuwe situaties. Binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar mogen geen kwetsbare bestemmingen aanwezig zijn en ook nieuwe beperkt kwetsbare bestemmingen zijn in beginsel niet toegestaan. De risicovolle activiteit is in dit geval het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen. In Tabel 1 is een overzicht gegeven van de geldende criteria. Tabel 1 Criteria voor het plaatsgebonden risico Situatie Bestemming Buisleidingen Bestaand Nieuw Kwetsbaar Grenswaarde PR 10-6 Beperkt kwetsbaar Richtwaarde PR 10-6 Kwetsbaar Grenswaarde PR 10-6 Beperkt kwetsbaar Richtwaarde PR 10-6 Groepsrisico Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar per kilometer transportroute dat een groep van tien of meer personen in het invloedsgebied van de transportroute komt te overlijden als direct gevolg van een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen op die route. Het GR is een indicatie van de mogelijke maatschappelijke impact van een ongeval; het is dus niet bedoeld als indicatie voor individueel gevaar op een bepaalde plek en kan niet op de kaart worden weergegeven. Om het GR te kunnen berekenen, is het nodig om niet alleen 6 Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) Ministerie Infrastructuur en Milieu, januari Regeling externe veiligheid buisleidingen, Ministerie Infrastructuur en Milieu, januari RIVM Handleiding Risicoberekeningen Bevb versie 2.0 Module D, juli

26 kennis te hebben van de processen en ongevalscenario s bij de bron, maar ook van het aantal personen dat zich binnen het invloedsgebied bevindt. Het GR wordt weergegeven in een fn-curve. In de fn-curve wordt de kans van optreden afgezet tegen het aantal slachtoffers. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de fn-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de fn-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de fn-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden. Bij het bepalen van het GR wordt getoetst aan de oriëntatiewaarde. Dit is geen harde norm, maar geldt als richtwaarde bij het verantwoorden van het GR door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag bepaalt zelf of zij een GR in een bepaalde situatie acceptabel vindt of niet. Het GR geeft de aandachtspunten aan langs een transportroute en nabij stationaire risicobronnen waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen. De verantwoordingsplicht GR bestaat uit de volgende stappen en is zodanig opgebouwd dat deze in een bestemmingsplan opgenomen kan worden: Vaststellen van de risico s van de huidige situatie; Vaststellen van het risico na realisatie van de nieuwe plannen; Ruimtelijke onderbouwing van het plan; Maatregelen ter beperking van de risico s; Mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid. Wettelijk kader (beheers-)maatregelen In artikel 7 van de Revb 9 staat beschreven dat maatregelen ter beperking van het risico, waarvan de exploitant niet kan aantonen dat de maatregel voldoet aan de omschrijving in de Rekenmethodiek Bevb, geen risico verlagend effect hebben in de risicoberekening. 9 Regeling externe veiligheid buisleidingen, Ministerie Infrastructuur en Milieu, januari

27 BIJLAGE B EXTERNE VEILIGHEID UITGANGSPUNTEN Voor het uitvoeren van de berekeningen zijn een aantal uitgangspunten vastgesteld. Deze uitgangspunten hebben betrekking op de situatie in het onderzoeksgebied en op de kenmerken van de leidingen die aangelegd worden. De risicoberekening van de toekomstige buisleidingen is uitgevoerd met het risicoberekeningsprogramma Safeti-nl, versie De rekenmethode staat beschreven in het RIVM Rapport Handleiding Risicoberekeningen Bevb versie 2.0 Module D, 1 juli Voor uitvoering van de berekeningen heeft overleg plaatsgevonden met het RIVM over het toepassen van de Handleiding. Daar waar in de modellering afgeweken wordt van de Handleiding is in dit rapport een toelichting gegeven. Onderzoeksgebied Het studiegebied is gelegen langs elke buisleidingstrook tot één kilometer in het verlengde van de leiding. Binnen de effectafstand van de leiding is de bevolkingsdichtheid gemodelleerd. De woonwijken en andere functies, zoals werken en sportvoorzieningen, zijn ingetekend met behulp van Google Earth Pro. Voor de bevolkingsdichtheid (personen per hectare) voor verschillende typen functies en gebieden is gebruik gemaakt van de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico 10 en de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen deel Voor de inventarisatie van de niet-ingevulde bestemmingsplanruimte zijn de bebouwingsvlakken met een homogene invulling binnen het studiegebied in kaart gebracht. Dit is gedaan door bestemmingsplannen te raadplegen op In deze paragraaf zijn overzichtsfoto s opgenomen van de deelgebieden en de ingetekende functies. In de berekeningen zijn geen bestaande leidingen meegenomen. Dit externe veiligheidsonderzoek is gericht op de situatie waarin nieuwe leidingen in de strook zijn geprojecteerd. 10 Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, Ministerie Infrastructuur en Milieu, november Publicatiereeks gevaarlijke stoffen PGS 1, deel 6: Aanwezigheidsgegevens, PGS projectbureau,

28 Deelgebied Bernisse/Spijkenisse Figuur 12. Traject buisleidingen ter hoogte van Bernisse/Spijkenisse (lichtblauw = buisleidingenstrook; geel = bebouwingsvlakken) Tabel 2. Omgevingsbebouwing en gebiedsfuncties Nr. Omschrijving Bijzonderheden Percentage aanwezige personen Aantal aanwezige personen Dag Nacht Dag Nacht 1 Werken /ha 0/ha 2 Werken /ha 0/ha 3 Werken /ha 0/ha 4 Werken /ha 0/ha 5 Werken /ha 0/ha 6 Werken /ha 0/ha 7 Werken /ha 0/ha 8 Werken /ha 0/ha 9 Werken /ha 0/ha 10 Werken /ha 0/ha 11 Werken /ha 0/ha 28

29 12 Werken /ha 0/ha 13 Werken /ha 0/ha 14 Werken /ha 0/ha 15 Horeca, Mc Donalds Middelgroot, 50 aanwezigen /ha 45/ha 16 Werken /ha 0/ha 17 Werken /ha 0/ha 18 Werken /ha 0/ha 19 Werken /ha 0/ha 20 Werken /ha 0/ha 21 Werken /ha 0/ha 22 Werken /ha 0/ha 23 Werken /ha 0/ha 24 Werken /ha 0/ha 25 Werken /ha 0/ha 26 Werken /ha 0/ha 27 Werken /ha 0/ha 28 Werken /ha 0/ha 29 Werken /ha 0/ha 30 Werken /ha 0/ha 31 Werken /ha 0/ha 32 Werken /ha 0/ha 33 Werken /ha 0/ha 34 Wonen /ha 40/ha 35 Wonen /ha 40/ha 36 Wonen /ha 40/ha 29

30 Deelgebied Agriport Figuur 13. Traject buisleidingen ter hoogte van Agriport (lichtblauw = buisleidingenstrook; geel = bebouwingsvlakken) Tabel 3. Omgevingsbebouwing en gebiedsfuncties Nr. Omschrijving Bijzonderheden Percentage aanwezige personen Aantal aanwezige personen Dag Nacht Dag Nacht 1 Werken /ha 0/ha 2 Werken /ha 0/ha 3 Werken /ha 0/ha 4 Werken /ha 0/ha 5 Werken /ha 0/ha 6 Werken /ha 0/ha 7 Werken /ha 0/ha 8 Werken /ha 0/ha 30

31 Deelgebied Enschede Duitse grens 2 1 Figuur 14. Gebiedsoverzicht Enschede Duitse grens (lichtblauw = buisleidingenstrook; geel = bebouwingsvlakken) Tabel 4 Omgevingsbebouwing en gebiedsfuncties Nr. Omschrijving Bijzonderheden Percentage aanwezige personen Aantal aanwezige personen Dag Nacht Dag Nacht 1 Wonen /ha 40/ha 2 Camping /ha 175 /ha 31

32 Deelgebied Terneuzen Figuur 15. Gebiedsoverzicht Terneuzen (lichtblauw = buisleidingenstrook; geel = bebouwingsvlakken) Tabel 5 Omgevingsbebouwing en gebiedsfuncties Nr. Omschrijving Bijzonderheden Percentage aanwezige personen Aantal aanwezige personen Dag Nacht Dag Nacht 1 Werken /ha 0/ha 2 Werken /ha 0/ha 3 Werken /ha 0/ha 4 Wonen /ha 40/ha 5 Werken /ha 0/ha 6 Werken /ha 0/ha 7 Wonen /ha 40/ha 8 Wonen /ha 40/ha 9 Wonen /ha 40/ha 10 Werken /ha 0/ha 11 Wonen /ha 40/ha 32

33 12 Wonen /ha 40/ha 13 Wonen /ha 40/ha 14 Wonen /ha 40/ha Deelgebied Helmond Figuur 16. Gebiedsoverzicht Helmond (lichtblauw = buisleidingenstrook; geel = bebouwingsvlakken) Tabel 6 Omgevingsbebouwing en gebiedsfuncties Nr. Omschrijving Bijzonderheden Percentage aanwezige personen Aantal aanwezige personen Dag Nacht Dag Nacht 1 Wonen /ha 40/ha 2 Wonen /ha 40/ha 3 Wonen /ha 40/ha 4 Wonen/ werken /ha 40/ha 5 Recreatie - 67/25 25/13 25 /ha 5/ha 6 Wonen /ha 40/ha 33

34 7 Wonen /ha 40/ha 8 Recreatie - 67/25 25/13 25 /ha 5/ha 9 Wonen /ha 40/ha 10 Werken /ha 0/ha 11 Wonen /ha 40/ha 12 Werken /ha 0/ha 13 Wonen /ha 40/ha 14 Wonen /ha 40/ha 15 Recreatie - 67/25 25/13 25 /ha 5/ha 16 Wonen /ha 40/ha 17 Werken /ha 0/ha 18 Recreatie - 67/25 25/13 36 /ha 0/ha 19 Wonen /ha 40/ha 20 Wonen /ha 40/ha 21 Wonen /ha 40/ha 22 Wonen /ha 40/ha 23 Wonen /ha 40/ha 24 Wonen /ha 40/ha 25 Wonen /ha 40/ha 26 Werken /ha 0/ha Rekenmethodiek en leidingkenmerken Bij het opstellen van de milieustudie is niet bekend welke stoffen door de leidingen zullen worden getransporteerd. In deze studie worden alle mogelijkheden opengehouden. In dit kader wordt gerekend met een worstcase situatie waarbij er sprake is van twee leidingen met transport van vinylchloride door één leiding en transport van ethyleenoxide 12 door de ander. Vinylchloride en ethyleenoxide zijn beide een tot vloeistof verdicht gas. Vinylchloride is alleen brandbaar, ethyleenoxide is brandbaar én toxisch. Bij het modelleren van de toekomstige leidingen heeft PPS-Pipelines geadviseerd over de karakteristieken van aan te leggen leidingen. In deze bijlage zijn de gehanteerde leidingkarakteristieken opgenomen. 12 De leidingen met ethyleenoxide zijn niet gemodelleerd met een brandbare en toxische vloeistof, maar met een tot vloeistof verdicht brandbaar en toxisch gas conform toelichting bij de tabel 1 uit de Module D van de Handleiding risicoberekeningen Bevb 2.0 [8]. 34

35 De Handleiding risicoberekeningen spreekt over etheenoxide. In deze studie wordt de naam ethyleenoxide aangehouden. De faalfrequentie voor de ethyleenoxide leiding is 6 x 10-4 per 1000 meter 13 met de waarschijnlijke kans op een breuk van 25% en een lek van 75%. De kans op ontsteking bij breuk is 30% en bij lek 14% en daarmee is de kans op een toxische wolk bij breuk 70% en bij lek 86%. Aangenomen is dat bij ontsteking van de uitgestroomde ethyleenoxide de vorming van een toxische wolk is uitgesloten 14. De ondergrondse leiding heeft een uitstroming in verticale richting. De standaard diepteligging conform de rekenmethode is 1,20 m en is standaard verwerkt in de faalfrequentie van de leiding. 15 Aangenomen wordt dat in een tracé geen dekkingsovergangen 16 aanwezig zijn van 20 cm of meer. Omdat de dekkingsovergangen onder de 20 cm blijven, hoeven deze niet te worden betrokken in de risicoberekening. Tabel 7 Leidingkenmerken en stofeigenschappen in worst-case situatie Gegevens buisleiding Ethyleenoxide Vinylchloride Diameter 102 mm / 4 inch 102 mm / 4 inch Druk: maximale werkdruk 80 bar 63 bar Temperatuur 12 C 9.8 C Eventuele bronmaatregelen Geen Geen Stoffen Vloeistof brandbaar + toxisch (scenario s gelijk als een tot vloeistof verdicht gas) Tot vloeistof verdicht brandbaar gas Tabel 8 Leidinglengte van de linker en de rechter leiding per locatie Bernisse/Spijkenisse Enschede Helmond Agriport Terneuzen Links / Rechts Links / Rechts Links / Rechts Links / Rechts Links / Rechts Lengte (m) 2332 / / / / / De leidingen in de leidingstrook zijn op twee manieren gemodelleerd, conform de voorschriften in de Handleiding Risicoberekeningen Bevb 2.0. In de eerste situatie ligt de vinylchlorideleiding aan de rechterkant (kijkrichting is naar het noorden of naar het oosten) en de ethyleenoxideleiding aan de linkerkant van de leidingstrook. In de tweede situatie ligt de vinylchlorideleiding aan de linkerkant (kijkrichting is naar het noorden of naar het oosten) en de ethyleenoxideleiding aan de rechterkant van de leidingstrook. De berekeningen zijn opgebouwd met één leiding per rekenbestand en elke leiding heeft een breuk- en lekscenario. De geprojecteerde leidingen komen parallel naast elkaar te liggen in een leidingstrook. Deze leidingstrook is maximaal circa 70 meter breed. Waar nodig is de strook smaller. Op het smalste stuk is de leidingstrook 25 meter breed. In de praktijk zal de eerste leiding in het midden van de strook komt te liggen en de andere leidingen parallel daarlangs tot aan de rand van de leidingstrook. Op de brede gedeelten van de leidingenstrook kunnen de leidingen dusdanig worden aangelegd dat deze elkaar vanwege de onderlinge afstand niet beïnvloeden. 13 Zie tabel 16 in Module B in de Handleiding Risicoberekeningen Bevb versie 2.0. In paragraaf 2.2 in Module D staat de worst case faalfrequentie voor chemicaliën leidingen. 14 In het overleg met het RIVM in Bilthoven op 19 maart 2015 zijn de kansen van optreden afgesproken. 15 Zie tabel 16 in Module B in de Handleiding Risicoberekeningen Bevb versie 2.0. In paragraaf 2.2 in Module D staat de worst case faalfrequentie voor chemicaliën leidingen. 16 Verschil in gronddekking boven de leidingen. 35

36 In de risicoanalyse is gemodelleerd met het uitgangspunt dat de leidingen tot maximaal 2 meter van de buitenste randen van de leidingenstrook zijn gelegen. In het model zijn ook de variaties in de breedte van de leidingenstrook opgenomen. Deze variaties in de breedte van de leidingenstrook leiden tot bochten in het leidingentracé die van invloed kunnen zijn op de resultaten uit de berekening. Bij het modelleren is ervan uitgegaan dat er een maximale bebouwingsvrije afstand van 5 meter aan weerszijden van de leidingen is gelegen. Met deze risicoanalyse is naar de worst case situatie gekeken. Voor deze studie is een iteratieve methode gebruikt. Dit betekent dat eerst is gekeken naar de worst case effecten: wat gebeurt er als je geen maatregelen neemt bij de aanleg van leidingen. Bij een overschrijding van de normen, is vervolgens de benodigde reductiefactor bepaald: met welke factor moet het veiligheidsrisico worden beperkt? Op basis van expert judgement is getoetst of het realistisch is voor een exploitant om deze reductiefactor te behalen met een pakket aan (bron)maatregelen. Op deze manier is in deze studie inzichtelijk gemaakt of het met maatregelen in de praktijk mogelijk is voor een leidingexploitant om leidingen aan te leggen met risicocontouren die voldoen aan de normen voor externe veiligheid. In het bovenste deel van Figuur 12 is dit proces geschematiseerd weergegeven. Er zijn verschillende manieren om reductie van het risico te bereiken, oftewel een reductiefactor te behalen. Hierbij kan worden gedacht aan maatregelen die de kans op directe ontsteking verkleinen of de kans op een ongeval verminderen. Voorbeelden hiervan zijn het dieper in de grond leggen van een leiding, begeleiding bij grondwerkzaamheden of het aanpassen van het ontwerp van de leiding. De mate waarin de reductiefactor wordt behaald is per maatregel verschillend en afhankelijk van de stand van de techniek. Wanneer een exploitant het voornemen heeft om een leiding binnen de leidingenstrook aan te leggen is hij verantwoordelijk om met een kwantitatieve risicoanalyse aan te tonen dat hij de juiste maatregelen neemt om te voldoen aan de normen voor externe veiligheid. Dit is in het onderste deel van Figuur 12 weergegeven. Figuur 12 Aanpak externe veiligheid berekeningen Chemische producten versus aardolieproducten De rekenmethode is gebaseerd op het uitgangspunt dat de producten die door de leidingen getransporteerd worden, vallen in de categorie overige stoffen. Mocht in de toekomst blijken dat aardolieproducten door de 36

37 leidingen getransporteerd worden, dan dient volgens de daarbij behorende rekenmethode bepaald te worden of, en zo ja welke, maatregelen nodig zijn. Ruwheidslengte De ruwheidslengte is afgelezen uit de landelijke ruwheidskaart, waar het RIVM naar verwijst, bij de volgende punten (x-y): Bernisse/Spijkenisse : 1,0 m Enschede : 30 mm Helmond : 5 mm Agriport : 30 mm Terneuzen : 0,5 m. Er is voor deze risicoberekening geen gebruik gemaakt van de vrije veld methodiek. Locatie van de uitstroming Een bepaling van de uitstroomlocaties op basis van de te plaatsen pompstations is niet mogelijk, want de leidingen en pompstations zijn niet bekend in deze indicatieve berekeningen. De afstanden tussen de uitstroomlocaties zijn in deze studie gesteld op 50 meter. Bij de modellering van het scenario leidingbreuk is uitgegaan van een uitstroomhoogte van 0.05 meter. Dit is de minimumhoogte waar het rekenprogramma Safeti-nl mee kan rekenen bij het modelleren van de leidingbreuk. Dit wijkt af van de voorgeschreven uitstroomhoogte uit de rekenmethodiek module D van de Handleiding risicoberekeningen Bevb 2.0. Voor de uitstroomhoogte van het lek-scenario is wel uitgegaan van een hoogte van 0.01 meter. Tijdsafhankelijke uitstroming De tijdsafhankelijke uitstroming is per stof verschillend. Voor het brandbare vinylchloride is het uitstroomdebiet gemiddeld over de periode 0 tot 20 seconden bij een breuk. Ethyleenoxide is zowel brandbaar als toxisch. Wij houden hier de uitstroming van een toxisch en brandbaar tot vloeistof verdicht gas aan. Dit betekent dat bij breuk het uitstroomdebiet gemiddeld is over vijf intervallen. Voor de modellering van een lek is geen in tijd gevarieerde uitstroming aangehouden. Meteorologie De dichtstbijzijnde weerstations voor de locaties zijn: Bernisse/Spijkenisse: Rotterdam Enschede: Twente Helmond: Eindhoven Agriport: Den Helder Terneuzen: Woensdrecht. 37

38 BIJLAGE C EXTERNE VEILIGHEID RESULTATEN Zoals in de vorige paragraaf aangegeven zijn de leidingen op twee manieren gemodelleerd. De resultaten van beide modelleringen zijn nagenoeg hetzelfde. Om deze reden zijn enkel de resultaten weergegeven waarbij de vinylchlorideleiding aan de rechterkant en de ethyleenoxideleiding aan de linkerkant van de leidingstrook ligt (kijkrichting is naar het noorden en naar het oosten). Op deze wijze wordt voor wat betreft de effecten voor de omgeving naar de worst case situatie gekeken. Plaatsgebonden risico De plaatsgebonden risicocontouren staan in de navolgende figuren per deelgebied weergegeven. ethyleenoxide vinylchloride Figuur 13 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Helmond in de worst-case berekening. Figuur 13 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. ethyleenoxide vinylchloride Figuur 14 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Enschede in de worst-case berekening In Figuur 14 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. 38

39 ethyleenoxide vinylchloride Figuur 15 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Terneuzen in de worst-case berekening In Figuur 15 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. ethyleenoxide vinylchloride Figuur 16 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Bernisse/Spijkenisse in de worst-case berekening In Figuur 16 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. 39

40 ethyleenoxide vinylchloride Figuur 17 Plaatsgebonden Risico: de situatie bij Agriport in de worst-case berekening In Figuur 17 zijn langs het tracé een paarse (niet voor vinylchloride), rode, gele en groene contour van de PR10-5 tot en met PR10-8 te zien. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico hoger is dan 1x10-6 per jaar. Om te kunnen voldoen aan de norm van het plaatsgebonden risico dienen reducerende maatregelen worden toegepast. Pakket met maatregelen Uit de modellering volgen de maximale waarden van het PR. Deze zijn variërend van 6x10-4 voor ethyleenoxide aan de linkerkant en 1,47 x10-4 voor de vinylchloride aan de rechterkant. Zoals eerder is beschreven geldt voor het PR een grenswaarde van 1x10-6 ten opzichte van kwetsbare objecten zoals woningen. De hierboven weergegeven waarden voor het PR dienen daarom met maatregelen verkleind te worden tot een waarde van maximaal 1x10-6. Dit betekent voor de leidingen dat het risico moet worden verkleind. De maatregelen en de daaraan toegekende reductiefactor zijn vastgelegd in de Handleiding Risicoberekening Bevb 2.0 Module D. Met behulp van de iteratiemethode is per berekening achterhaald wat de reductiefactor is om tot een kans te komen die kleiner is dan 1x10-6. Na het uitvoeren van de itererende methode met het verwerken van de reductiefactor in de faalfrequentie zijn in alle gevallen de PR10-5 en PR10-6 contouren verdwenen uit de berekende resultaten. In onderstaande tabel is genoemd welke reductiefactor per situatie leidt tot de verdwijning van de PR10-6 contour. Tabel 9 Reductiefactor per situatie Stof Aangepaste faalfrequentie per 1000 m Reductiefactor Helmond Agriport Terneuzen Ethyleenoxide (links) Vinylchloride (rechts) Ethyleenoxide (links) Vinylchloride (rechts) Ethyleenoxide (links) Was 6,0x Nu 3,0x10 Was 1,47x10-4 Nu 6,0x Was 6,0x Nu 3,02x10 Was 1,47x ,75 Nu 4,0x10 Was 6,0x Nu 1,1x10 40

41 Bernisse/Spijkenisse Enschede Vinylchloride (rechts) Ethyleenoxide (links) Vinylchloride (rechts) Ethyleenoxide (links) Was 1,47x Nu 2,0x10 Was 6,0x Nu 1,0x10 Was 1,47x10-4 Nu 6,0x Was 6,0x Nu 2x10 De mogelijkheden voor het treffen van maatregelen aan de leiding zijn in de Handleiding Bevb geclusterd per type. Een reductiefactor van 3 wordt bijvoorbeeld behaald door het garanderen van strikte begeleiding tijdens werkzaamheden. Deze waarde van 3 kan ook bereikt worden met een opsomming van lager gewaardeerde maatregelen. Hogere reductiefactoren zijn alleen te bereiken met de uitvoering van een combinatie van maatregelen. Hierbij kan worden gedacht aan het toepassen van corrosiebestendig materiaal, het garanderen van een bepaalde wanddikte of het hanteren van een lagere werkdruk in de leiding. Het kan zijn dat het in de praktijk niet nodig is om bovengenoemde maatregelen te nemen. De nu berekende PR-contour is de uitkomst van een berekening met worst-case aannames. De daadwerkelijke PR-contour valt in de praktijk mogelijk lager uit bij het vervoeren van andere chemicaliën die een kleinere effectafstand hebben, het gebruik van een lagere werkdruk in de leiding en het leggen van de leiding in het midden van de leidingenstrook in plaats van langs de rand. Of maatregelen daadwerkelijk nodig zijn en zo ja welke reductiefactor deze maatregelen moeten realiseren, hangt af van de keuzes van de uiteindelijke leidingexploitant. Wanneer een exploitant het voornemen heeft om een leiding binnen een van de leidingenstroken aan te leggen is hij verantwoordelijk om met een kwantitatieve risicoanalyse aan te tonen dat hij de juiste maatregelen neemt om te voldoen aan de normen voor externe veiligheid. Groepsrisico De resultaten van de berekeningen van het GR van de leidingen met vinylchloride en ethyleenoxide zijn hieronder weergegeven. Vinylchloride Het GR is in de deelgebieden Enschede, Bernisse/Spijkenisse, Helmond en Agriport niet aanwezig voor de leiding met vinylchloride. De berekende fn-curve geeft namelijk geen uitkomst voor een groep groter dan 10 personen. In dergelijke gevallen is geen sprake van een groepsrisico. Hierna wordt dan ook niet meer ingegaan op het berekende groepsrisico voor vinylchloride in de deelgebieden Enschede, Bernisse/Spijkenisse, Helmond en Agriport. Het GR met een vinylchloride leiding in de deelgebieden Terneuzen en Agriport is aanwezig en ruim onder de oriëntatiewaarde. Ethyleenoxide Het GR is niet in alle deelgebieden aanwezig voor de leiding met ethyleenoxide. De berekende fn-curven zijn hieronder weergegeven. Hierin zijn de waarden van de fn-curven af te lezen. In een fn-curve is het jaarlijks risico (verticale as) afgezet tegen het aantal slachtoffers (horizontale as). Ook is de oriëntatiewaarde in de grafieken aangegeven. 41

42 Deelgebied Helmond Ethyleenoxide alleen links Deelgebied Enschede Ethyleenoxide alleen rechts 42

43 Deelgebied Terneuzen Vinylchloride alleen links Deelgebied Agriport Vinylchloride alleen links 43

44 Ethyleenoxide alleen links Ethyleenoxide alleen rechts 44

45 45

/SIc,LIS AANVULLING STRUCTUURVISIE BUISLEIDINGEN MILIEUSTUDIE. 1 for tu11 and 2 FEBRUARI Design & Consultancy. builtassets

/SIc,LIS AANVULLING STRUCTUURVISIE BUISLEIDINGEN MILIEUSTUDIE. 1 for tu11 and 2 FEBRUARI Design & Consultancy. builtassets 2 FEBRUARI 2018 4 AANVULLING STRUCTUURVISIE MILIEUSTUDIE BUISLEIDINGEN /SIc,LIS builtassets Design & Consultancy 1 for tu11 and 1 1 Planvorming & Strategie Senior Projectleider Contactpersonen AANVULLING

Nadere informatie

MER-Knelpuntanalyse buisleidingenstrook Laarbeek Echt- Susteren

MER-Knelpuntanalyse buisleidingenstrook Laarbeek Echt- Susteren Milieu-effectrapport Structuurvisie Buisleidingen Paragraaf 7.11.4 (pag. 239-244) MER-Knelpuntanalyse buisleidingenstrook Laarbeek Echt- Susteren Deze notitie geeft een toelichting op paragraaf 7.11.4

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: ft ARCADIS Infrastructuur - Water- Milieu - Gebouwen MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Piet Mondriaanlaan 26 Postbus 220 3800 AE Amersfoort Tel 033 4771 000 Fax 033 4772 000 www.arcadis.nl Onderwerp: Kwalitatieve

Nadere informatie

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.

Nadere informatie

Projectnummer: D01011.000636.0100. Opgesteld door: J.C. Pronk. Ons kenmerk: 076890706:A. Kopieën aan:

Projectnummer: D01011.000636.0100. Opgesteld door: J.C. Pronk. Ons kenmerk: 076890706:A. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Piet Mondriaanlaan 26 Postbus 220 3800 AE Amersfoort Tel 033 4771 000 Fax 033 4772 000 www.arcadis.nl Onderwerp: Risicoberekening aardgasleiding Steenakker Amersfoort, 6 januari

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgebonden risicoberekening als een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Dit is gedaan in het kader van de bouw

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: N. den Haan Collegiale toets: L. Jansen Datum: 20-7-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Woensdrecht t.b.v. bestemmingsplanwijziging Huijbergseweg 140 (theetuin) 2 Inhoudsopgave 1 Algemene

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Omgevingsdienst Regio Arnhem Colofon: Rapportnummer: 141108107-1 Plaats en datum: Arnhem, Versie: 01 Opdrachtgever Gemeente Rheden Postbus 9110 6994 ZJ

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas

Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas i Bestemmingsplan Vijfakkers-Noord Gemeente Zuidplas QRA gasleiding W-553 KuiperCompagnons Ruimtelijke

Nadere informatie

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf Zoetermeer Innovatiefabriek Kwantitatieve risicoanalyse identificatie status projectnummer: datum: status: 090301.1778700 14-05-2013 concept opdrachtleider: ir. R.A. Sips auteur: ing. J. Lauf Adviesbureau

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne status datum: status: 19-01-2011 definitief Opdrachtgever: gemeente Westvoorne Opdrachtleider RBOI: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer Samenvatting In dit

Nadere informatie

Kapelle. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland

Kapelle. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland Kapelle QRA hogedruk aardgas buisleidingen In opdracht van de provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 2012 Consequentieonderzoek Bevb, QRA Kapelle 2 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE N deel-1

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE N deel-1 N-559-05-deel-1 Gasunie Transport Services B.V. 18 JANUARI 2018 Contactpersoon HERMAN ROUWENHORST Consultant (Tunnel) Safety T +31 (0)88 4261261 M +31 (0)6 46132573 E Herman.Rouwenhorst@arcadis.com Arcadis

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: C. van Gils Collegiale toets: L. Jansen Datum: 24-07-2012 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Ten behoeve van bestemmingsplan Fort - Zeekant Gemeente Bergen op zoom Inhoudsopgave 1 Algemene rapportgegevens

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012 Kwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012 Samenvatting Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V. Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg

Nadere informatie

Rapportage Buisleidingen. Buitengebied Gemert-Bakel

Rapportage Buisleidingen. Buitengebied Gemert-Bakel Rapportage Buisleidingen Buitengebied Gemert-Bakel Buitengebied Gemert-Bakel 5 Inleiding 6 Invoergegevens 7 Plaatsgebonden risico 8 Groepsrisico 9 Conclusie 10 Referenties Figuur 1 Weergave van de diverse

Nadere informatie

Risicoberekening Hogedrukaardgasleiding W en W t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp

Risicoberekening Hogedrukaardgasleiding W en W t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp Risicoberekening Hogedrukaardgasleiding W-515-03 en W-515-05 t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp Beoordeling risico s ondergrondse hogedrukaardgasleidingen W-515-03 en W-515-05 In opdracht van: gemeente

Nadere informatie

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Kwantitatieve Risicoanalyse P101897 aardgastransportleidingen Papendrecht Door: Omgevingsdienst Zuid Holland - Zuid, M. Jongerius Inhoud

Nadere informatie

Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen

Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen Bedrijventerreinen Oost Gelre Bezoekadres Gezellenlaan 10 7005AZ Doetinchem Tel: 0314 321200 Fax: 0314-321201 Postadres Postbus 53 7000 AB Doetinchem www.regio-achterhoek.nl

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's

Externe veiligheidsrisico's 29 juni 2012 Dossiernummer Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan IJburg 29-06-2012 S.M. Musch Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254 38 26

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Heusden t.b.v. herziening bestemmingsplan Metal Valley Auteur: Niels den Haan Collegiale toets Datum:2-2-2017 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand 1.3

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp

Kwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp Kwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp 13 maart 2014 Gemeente Hengelo afdeling wijkzaken, beleid en advies B. Meijer Samenvatting Voor het bedrijventerrein De Veldkamp wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse GR Berekening Gasunieleiding A Door: A.J. Lindenbergh RUD Zeeland 30 maart 2018 Versie 1.1

Kwantitatieve Risicoanalyse GR Berekening Gasunieleiding A Door: A.J. Lindenbergh RUD Zeeland 30 maart 2018 Versie 1.1 Kwantitatieve Risicoanalyse GR Berekening Gasunieleiding A 530-06 Door: A.J. Lindenbergh RUD Zeeland 30 maart 2018 Versie 1.1 Samenvatting Ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies

Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie Door: Afdeling Beleid en Advies Samenvatting De Zuivelhoeve heeft het voornemen om haar activiteiten, die nu nog verspreidt over verschillende

Nadere informatie

Reimerswaal. Kwantitatieve risicoanalyse. Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde 10-01-2012

Reimerswaal. Kwantitatieve risicoanalyse. Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde 10-01-2012 Reimerswaal Kwantitatieve risicoanalyse Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde identificatie planstatus projectnummer: datum: 0703.008776.00 0703.008772.00

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Bergen op Zoom t.b.v. bestemmingsplan Theodorushaven Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Louis Jansen Datum: 12-11-2014 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand

Nadere informatie

Reimerswaal. grootschalige bedrijventerreinen. kwantitatieve risicoanalyse 0703.008581.00 20-01-2012. ing. B. van Vliet.

Reimerswaal. grootschalige bedrijventerreinen. kwantitatieve risicoanalyse 0703.008581.00 20-01-2012. ing. B. van Vliet. Reimerswaal grootschalige bedrijventerreinen kwantitatieve risicoanalyse identificatie planstatus projectnummer: datum: 0703.008581.00 20-01-2012 projectleider: opdrachtgever: ing. J.A. van Broekhoven

Nadere informatie

Tholen. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland

Tholen. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland Tholen QRA hogedruk aardgas buisleidingen In opdracht van de provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 2012 Consequentieonderzoek Bevb, QRA Tholen 2 Inhoudsopgave 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoberekeningen hogedruk aardgastransportleidingen Gemeente Sint- Oedenrode

Kwantitatieve risicoberekeningen hogedruk aardgastransportleidingen Gemeente Sint- Oedenrode Gemeente Sint- Oedenrode, juli 2013 Projectnummer: 74300305 Kwantitatieve risicoberekeningen hogedruk aardgastransportleidingen Gemeente Sint- Oedenrode Opdrachtgever Project Projectnummer : 74300305 Status

Nadere informatie

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie).

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie). Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-04 2 november 31 Betreft DPO buisleiding - DELA 1 Inleiding Dela heeft Grontmij opdracht verleend voor het voorbereiden van een bestemmingplan voor een uitvaartfaciliteit

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleiding

QRA hogedruk aardgas buisleiding QRA hogedruk aardgas buisleiding Gemeente Rucphen t.b.v. bestemmingsplan Binnentuin Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Louis Jansen Datum: 18-2-2016 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand 1.3

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Zuiderzeestraatweg in Wezep, gemeente Oldebroek, ligt een voormalige bedrijfslocatie, met daarachter

Nadere informatie

Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen

Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen Gemeente Steenbergen Opdrachtgever: Contactpersoon: Gemeente Steenbergen Mevrouw M.

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's

Externe veiligheidsrisico's 12 april 2012 Dossiernummer Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan Nieuwe Diep 12 april 2012 S.M. Musch Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254

Nadere informatie

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T.

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T. Hillegom Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom Kwalitatieve risicoanalyse identificatie status datum: status: 25-10-2010 concept definitief projectnummer: 020104.14951.00 opdrachtleider: mw. mr. C.T. Ploeger

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: CVG Datum: 29-2-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Ten behoeve van bestemmingsplan buitengebied zuid Gemeente Bergen op zoom Inhoudsopgave 1 Algemene rapportgegevens

Nadere informatie

Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie

Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid Datum 2 december 2011 Referentie 20112051-01 Referentie 20112051-01 Rapporttitel Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid Datum 2 december 2011

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011 Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011 Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011 Samenvatting In het kader van het project de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar

Kwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar Kwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar Rapport voor bestemmingsplannen Ammonslaantje-Maaldrift + Hofcamp door: G. Tweebeeke Bureau EV Haaglanden Juli 2012 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen Heizenschedijk 1 te Moergestel Gemeente Oisterwijk Opdrachtgever: Contactpersoon: BRO de heer J. Miellet Documentnummer: 20130525, C02

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Waterwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, september 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde

Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven

Nadere informatie

Onderzoek Externe Veiligheid

Onderzoek Externe Veiligheid Onderzoek Externe Veiligheid Voetbalvereniging Noordscheschut Gemeente Hoogeveen RUD Drenthe Team advies Henk Zwiers 27 januari 2015 Tel.: 06-11617942 Versie: definitief Advies externe veiligheid Voetbalvereniging

Nadere informatie

Milieuonderzoeken Losplaatsweg Noordwijk te Noordwijk

Milieuonderzoeken Losplaatsweg Noordwijk te Noordwijk Milieuonderzoeken Losplaatsweg Noordwijk te Noordwijk Onderzoek externe veiligheid gasleiding Opdrachtgever Thunnissen Ontwikkeling BV Contactpersoon de heer M. Goesten Kenmerk R073255aa.00001.cvg Versie

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan De Hoge Dijk

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan De Hoge Dijk versie 2 Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan De Hoge Dijk Januari 2013 E. Dolman Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 0 AX Amsterdam 020-254 38 26 e.dolman@dmb.amsterdam.nl

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Blockhovepark

Kwantitatieve risicoanalyse aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Blockhovepark Kwantitatieve risicoanalyse aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Blockhovepark Kwantitatieve risicoanalyse aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Blockhovepark Inhoud Rapport 3 november 2011 Projectnummer

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse

Kwantitatieve Risicoanalyse Kwantitatieve Risicoanalyse Hogedruk aardgasleidingen: A-530 (N.V. Nederlandse Gasunie) A-614 (N.V. Nederlandse Gasunie) A-657 (N.V. Nederlandse Gasunie) Ten behoeve van ontwikkellocatie:buntven Inhoud

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg. Door: Chris Rodoe

Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg. Door: Chris Rodoe Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg Door: Chris Rodoe Samenvatting Het bestemmingsplan Wezelseveldweg 1 ligt in het invloedsgebied van diverse hogedruk aardgastransportleidingen

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse BP Buitengebied Epe t.a.v. 4 buisleidingen

Kwantitatieve Risicoanalyse BP Buitengebied Epe t.a.v. 4 buisleidingen Kwantitatieve Risicoanalyse BP Buitengebied Epe t.a.v. 4 buisleidingen Door: Omgevingsdienst Veluwe IJssel T. Waanders DOS-2015-008718 5 november 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1

Nadere informatie

Risicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, Leiderdorp

Risicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, Leiderdorp Risicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, [ Omgevingsdienst Samenvatting De gemeente is bezig met een nieuw bestemmingsplan W4 in. Het gaat hier hoofdzakelijk om een conserverend bestemmingsplan.

Nadere informatie

Reimerswaal. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. Consequentieonderzoek Bevb Opdrachtgever: provincie Zeeland

Reimerswaal. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. Consequentieonderzoek Bevb Opdrachtgever: provincie Zeeland Reimerswaal QRA hogedruk aardgas buisleidingen Consequentieonderzoek Bevb Opdrachtgever: provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: April 2012 Consequentieonderzoek Bevb,

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Muziekwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, Oktober 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag

Kwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag Kwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag Inhoud 1 Inleiding...4 2 Invoergegevens...5 3 Presentatie rekenresultaten...6 4 Aardgastransportleiding A-517-10...7 4.1 Invloedsgebied A-517-10 van N.V.

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgeboden risicoberekening als een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Dit is gedaan in het kader van het

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, oktober 2016. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens...

Nadere informatie

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid Rapportnummer O 15571-1-RA-001 d.d. 8 april 2015 Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid opdrachtgever Gemeente Westland (Gemeentekantoor

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleiding W-574-02 Gasunie Projectnummer: I.012153.01 Gasunie Projectnaam: GNIPA-1620 Aartswoud-Heerhugowaard Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE MEIJDENSTRAAT RAPPORTAGE

ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE MEIJDENSTRAAT RAPPORTAGE ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE GEMEENTE OISTERWIJK 19 februari 2014 077565769:A - Definitief D01071.000056.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3 1.3

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36 Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Schuineslootweg 36 te Schuinesloot, gemeente Hardenberg, ligt een voormalige agrarische

Nadere informatie

Opdrachtgever. AKC Bouwadviesbureau BV. Kerkstraat CB KERKDRIEL. d.d. 14 december 2011

Opdrachtgever. AKC Bouwadviesbureau BV. Kerkstraat CB KERKDRIEL. d.d. 14 december 2011 Realisatie van drie wooneenheden aan de H.C. de Jonghweg te Rossum Bepaling plaatsgebonden risico en berekening en verantwoording groepsrisico hoge druk aardgastransportleiding Opdrachtgever AKC Bouwadviesbureau

Nadere informatie

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID 28 januari 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Beleid 4 3 Uitgangspunten 6 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven 25-9-2013 Herikerbergweg 290 1101

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 Groningen, 14 september 2012 74101761-GCS 12.R.53074 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Onderhavige kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd ten behoeve van bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid. Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden

Kwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden Kwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden Door: Theo Hurkens Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied... 4 2.2 Relevante leidingen... 5 2.3...

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan De Purmer. Door: Afdeling VTH, Team VBA, H.C.P.A. Deckers

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan De Purmer. Door: Afdeling VTH, Team VBA, H.C.P.A. Deckers Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan De Purmer Door: Afdeling VTH, Team VBA, H.C.P.A. Deckers Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Invoergegevens... 6 2.1 Interessegebied... 6 2.2 Relevante leidingen... 7

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Buisleiding Schuilenburg Amersfoort. Door: R. Polman

Kwantitatieve Risicoanalyse Buisleiding Schuilenburg Amersfoort. Door: R. Polman Kwantitatieve Risicoanalyse Buisleiding Schuilenburg Amersfoort Door: R. Polman Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 5 2.1 Interessegebied... 5 2.2 Relevante leidingen... 5 2.3 Populatie... 7 2.4

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn. Door: R Polman

Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn. Door: R Polman Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn Door: R Polman Samenvatting De Gasunie heeft per brief van mei 2011 aan de gemeente Baarn verzocht na te gaan of sprake is van

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: 74300265 Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost Opdrachtgever Project Projectnummer : 74300265 Status

Nadere informatie

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid Memo memonummer 1 datum 26 februari 2015 aan ProRail van J. Eskens kopie M. Mutsaers project Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr. 268405 betreft Notitie Externe veiligheid Wettelijk kader Externe

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn

Kwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn Kwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn Door: W. Niessink Steunpunt Externe Veiligheid provincie Groningen Samenvatting Groepsrisicoberekening voor de hogedruk gasbuisleidingen van Gasunie

Nadere informatie

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Projectnr: Bar201328 versie 1.1 1 Projectlocatie: Schoutenstraat te Barneveld Opdrachtgever: Omgevingsdienst de Vallei Postbus 9024 6710 HM Ede Projectnr. en

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Bergen op Zoom Bestemmingsplan stationsgebied Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 31-1-2012 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.51 Parameterbestand

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Samenvatting Binnen het bestemmingsplan ligt één locatie niet buiten de 10-6 risicocontour.

Nadere informatie

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00 Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...

Nadere informatie

BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 29 maart 2012 Referentie

BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 29 maart 2012 Referentie BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 29 maart 2012 Referentie 20120273-04 Referentie 20120273-04 Rapporttitel BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Initiatiefnemer is voornemens de voormalige kantoorlocatie van De Nederlandsche Bank aan de Schutlandenweg

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse realisatie Kreekrijk te Krommenie

Kwantitatieve risicoanalyse realisatie Kreekrijk te Krommenie Kwantitatieve risicoanalyse realisatie Kreekrijk te Krommenie Externe Veiligheid QRA Hogedruktransportleidingen Gemeente Zaanstad Definitief In opdracht van: VBM Ontwikkeling Postbus 374 1800 AJ ALKMAAR

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2

Kwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2 Kwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2 Mark Geurts Omgevingsdienst Regio Nijmegen 6-01-2015 Definitief Archief Z14.040289 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Invoergegevens... 5 2.1 Interessegebied...

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel

Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel Projectbureau externe veiligheid regio Stedendriehoek Opgesteld door: Hansjurgen Heinen Gezien door: Liesbeth Spoelma Datum:

Nadere informatie