Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Transcriptie

1 Dit is de Onderwijs- en examenregeling voor het collegejaar De in deze regeling opgenomen programma s zijn geldig voor de studenten die in september 2002 met hun opleiding zijn begonnen. Hoofdstuk 6 is niet meer geldig en vervangen door hoofdstuk 6 uit de Onderwijs- en examenregeling In de onderwijs- en examenregeling van zijn overgangsmaatregelen opgenomen die ook van toepassing zijn op de programma s uit de Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleidingen Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie, Sociologie en Vrijetijdwetenschappen Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit van Tilburg 1

2 Inhoud: 1. Algemene bepalingen opleidingen FSW 3 2. Opbouw van de opleidingen 5 3. De propedeutische fase van de opleidingen 5 4. De postpropedeutische fase van de opleidingen 9 5. De verkorte opleidingen Tentamens en examens van de opleidingen Vooropleiding Studiebegeleiding Overgangs- en slotbepalingen 27 2

3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleidingen Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie, Sociologie en Vrijetijdwetenschappen, hierna te noemen: de opleidingen. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg, hierna te noemen: de faculteit. Studenten die voor 1 september 2002 zijn begonnen met één van de opleidingen van de FSW volgen na de propedeuse doctoraalprogramma s. Op deze doctoraalprogramma s is de OER van toepassing, alsmede de overgangsregeling. Een uitzondering hierop vormt artikel 11 sub c en f van hoofdstuk 2 uit de OER In plaats hiervan is 6.1, artikel 3 en 5 uit de OER van toepassing. 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW 2002) 2. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van één of meer opleidingen; 3. propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet (WHW 2002) 4. postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeutische fase; 5. vak: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; 6. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art van de wet, waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt. 7. examen: het bachelorexamen van de opleidingen; 8. blok: deel van het studiejaar, waarbij het studiejaar wordt opgedeeld in vier delen. Een blok bestaat uit zeven effectieve collegeweken afgesloten door één of twee weken voor tentamens en herkansingen, waarbij de planning daarvan zodanig dient te zijn dat in het tweede blok de studenten die in aanmerking komen voor een waarschuwing in de zin van artikel 7.8b WHW, deze tijdig ontvangen en voorts dat na het vierde blok voldoende tijd resteert voor tijdige uitvoering van de vereiste handelingen omtrent de (bindende) studieadvisering. 9. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op uiterlijk 31 januari, dan wel beginnend uiterlijk op 1 februari en eindigend op 31 augustus. Daarbij moet in beide semesters ten minste één week worden ingeroosterd voor tentamens en herkansingen. 10. major: het programma van de postpropedeutische fase met uitzondering van de minor met een omvang van 102 ects-punten. 11. minor: een samenhangend pakket onderwijseenheden met een omvang van 18 ectspunten. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 1.3 Doel van de opleidingen Met de opleidingen wordt beoogd: 3

4 verwerving van kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie, Sociologie en Vrijetijdwetenschappen, academische vorming, voorbereiding op een verdere studieloopbaan, met het recht op ongeconditioneerde toegang tot ten minste één masteropleiding van de Universiteit van Tilburg. Tot welke masteropleidingen de bacheloropleidingen toelating geven wordt vermeld in hoofdstuk Vorm van de opleiding Alle opleidingen aan de faculteit kunnen zowel voltijds als deeltijds worden gevolgd. 1.5 Examens van de opleidingen Elke bacheloropleiding wordt afgesloten met het bachelorexamen. 1.6 Inhoud van de opleidingen De samenstelling van de propedeuse van iedere opleiding is vermeld in het desbetreffende deel van deze regeling. Het tweede en derde jaar van de bachelor van iedere opleiding omvat: een major met een omvang van 102 ects-punten een minor met een omvang van 18 ects-punten De samenstelling van de major is per opleiding vermeld in het desbetreffende deel van deze regeling. Een overzicht van de minors die binnen de faculteit binnen de verschillende opleidingen worden aangeboden is opgenomen in hoofdstuk 4. Een andere invulling van de minor-component in het tweede en derde jaar van de bachelor is slechts mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de examencommissie. Mogelijke invullingen zijn: een minor van buiten de FSW, waarvan niet bij voorbaat is bepaald, dat deze mag worden opgenomen in het programma; een door de student zelf samengestelde minor, bestaande uit onderwijseenheden die worden verzorgd binnen de FSW of daarbuiten; een minor, bestaande uit onderwijseenheden die worden gevolgd aan een buitenlandse universiteit. 1.7 Volledig programma Als een student van een bepaalde opleiding een major-minorcombinatie samenstelt waarin overlappende onderwijseenheden zitten, dient hij/zij dit programma tot 120 ects-punten aan te vullen met onderwijseenheden naar keuze. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de examencommissie komen daarvoor alle onderwijseenheden in aanmerking die in de postpropedeutische fase van de faculteit worden aangeboden. 1.8 Vrij onderwijsprogramma Een student heeft op basis van artikel 7.3b van de WHW het recht zelf een onderwijsprogramma samen te stellen, dat bestaat uit onderwijseenheden die binnen of 4

5 buiten de faculteit worden verzorgd. Dit programma behoeft de goedkeuring van de examencommissie, die tevens aangeeft tot welke opleiding van de faculteit het samengestelde programma wordt geacht te behoren. Hoofdstuk 2 Opbouw van de opleidingen 2.1 Indeling en examen van de opleidingen 1. De opleidingen zijn opgedeeld in een propedeutische fase (cursusjaar 1) en een postpropedeutische fase (cursusjaren 2 en 3). De propedeutische fase kent geen propedeutisch examen. 2. De opleidingen worden afgesloten met het Bachelorexamen. 2.2 Studielast 1. De studielast wordt uitgedrukt in ects-punten, in onderstaande tekst afgekort tot ects. 1 ects staat voor een studielast van 28 uur. 2. De opleidingen hebben een studielast van 180 ects. 3. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 ects. 4. De studielast van de onderwijseenheden bedraagt in de regel 6 ects. 2.3 Academische vorming De opleidingen dienen voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: het zelfstandig wetenschappelijk denken, handelen en communiceren; verdieping in de relatie tussen wetenschap en filosofische, levensbeschouwelijke en culturele traditie van de samenleving, onder andere geoperationaliseerd middels een wijsgerige component in iedere opleiding met een studielast van 12 ects. De examencommissie stelt een kader vast om het bovenstaande te kunnen toetsen. Hoofdstuk 3 De propedeutische fase van de opleidingen 3.1 Samenstelling propedeutische fase van de opleiding Organisatiewetenschappen De propedeutische fase van de opleiding Organisatiewetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast uitgedrukt in ects-punten: Code cursusnaam ects Academische vaardigheden OW Organisatiesociologie Sociologie voor maatschappijwetenschappen MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Academische vaardigheden OW Inleiding psychologie voor maatschappijwetenschappen 5 5

6 Strategie en organisatie Academische vaardigheden OW 3: paper Economie voor maatschappijwetenschappen Sociale en Organisatie psychologie MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Arbeid en organisatie Sociaal-economische geschiedenis Practicum De volgende onderwijseenheden uit 3.1 omvatten een practicum: Code cursusnaam Academische vaardigheden OW Academische vaardigheden OW Academische vaardigheden OW MTO-B-MAW: Inleiding statistiek 3.2 Samenstelling propedeutische fase van de opleiding Personeelwetenschappen De propedeutische fase van de opleiding Personeelwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast uitgedrukt in ects-punten: Code cursusnaam ects Academische vaardigheden PEW Organisatiesociologie Sociologie voor maatschappijwetenschappen MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Academische vaardigheden PEW Inleiding psychologie voor maatschappijwetenschappen PEW 1: Kernvragen van Personeelwetenschappen Academische vaardigheden PEW 3: paper Economie voor maatschappijwetenschappen Sociale en Organisatie psychologie MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Arbeid en organisatie Arbeidsrecht Practicum De volgende onderwijseenheden uit 3.2 omvatten een practicum: Code cursusnaam Academische vaardigheden PEW Academische vaardigheden PEW Academische vaardigheden PEW MTO-B-MAW: Inleiding statistiek 6

7 3.3 Samenstelling propedeutische fase van de opleiding Psychologie De propedeutische fase van de opleiding Psychologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast uitgedrukt in ects-punten: Code cursusnaam ects Academische vaardigheden PSY Functieleer Sociologie voor psychologen MTO-A-PSY: Inleiding methodenleer Academische vaardigheden PSY Inleiding en geschiedenis van de psychologie Hersenen en gedrag Academische vaardigheden PSY 3: paper Inleiding psychologie en gezondheid Sociale psychologie MTO-B-PSY: Inleiding statistiek Inleiding psychologie van arbeid en economie Ontwikkelingsleer Practicum De volgende onderwijseenheden uit 3.3 omvatten een practicum: Code cursusnaam Academische vaardigheden PSY Academische vaardigheden PSY Academische vaardigheden PSY MTO-B-PSY: Inleiding statistiek 3.4 Samenstelling propedeutische fase van de opleiding Sociologie De propedeutische fase van de opleiding Sociologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast uitgedrukt in ects-punten: Code cursusnaam ects Academische vaardigheden SOC Organisatiesociologie Sociologie voor maatschappijwetenschappen MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Academische vaardigheden SOC Inleiding psychologie voor maatschappijwetenschappen Hoofdvragen van de sociologie Academische vaardigheden SOC 3: paper Economie voor maatschappijwetenschappen Klassieke en moderne sociologie in actie MTO-B-MAW: Inleiding statistiek 5 7

8 Sociaal-economische geschiedenis Sociologische vraagstukken Practicum De volgende onderwijseenheden uit 3.4 omvatten een practicum: Code cursusnaam Academische vaardigheden SOC Academische vaardigheden SOC Academische vaardigheden SOC MTO-B-MAW: Inleiding statistiek 3.5 Samenstelling propedeutische fase van de opleiding Vrijetijdwetenschappen De propedeutische fase van de opleiding Vrijetijdwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast uitgedrukt in ects-punten: Code cursusnaam ects Academische vaardigheden VTW Inleiding Vrijetijdwetenschappen Sociologie voor maatschappijwetenschappen MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Academische vaardigheden VTW Inleiding psychologie voor maatschappijwetenschappen Organisatie van de vrije tijd Academische vaardigheden VTW 3: paper Economie voor maatschappijwetenschappen Beleving van vrije tijd MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Consumptie en vrijetijdsbesteding Sociaal-economische geschiedenis Practicum De volgende onderwijseenheden uit 3.5 omvatten een practicum: Code cursusnaam Academische vaardigheden VTW Academische vaardigheden VTW Academische vaardigheden VTW MTO-B-MAW: Inleiding statistiek 8

9 Hoofdstuk 4 De postpropedeutische fase van de opleidingen 4.1 Samenstelling postpropedeutische fase van de opleiding Organisatiewetenschappen Het tweede jaar van de bachelor Organisatiewetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Evaluatie Practicum Organisatieonderzoek Organisatie theorie Innovatie en verandering Wetenschapsfilosofie Maatschappelijk verantwoord ondernemen Bedrijfseconomie Strategische Besluitvorming 6 Het derde jaar van de bachelor Organisatiewetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: Een keuze uit één van de volgende 3 vakken: Beleid en Organisatie voor Zorg en Welzijn Relaties en Netwerken van Organisaties Organisatieontwikkeling MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Economische sociologie Sociale filosofie 5 Minorvak 1 6 Minorvak 2 6 Minorvak IOV OW Bachelorthesis 17 Het diploma van deze bacheloropleiding geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Organisatiewetenschappen (Organization Studies) Practicum 9

10 De volgende onderwijseenheden uit 4.1 omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Samenstelling postpropedeutische fase van de opleiding Personeelwetenschappen Het tweede jaar van de bachelor Personeelwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse PEW 2: Strategisch HRM PEW 3: Inzetbaarheid en ontwikkeling PEW 4: Sociale Relaties in Organisaties PEW 5: Human Resource Costing and Accounting Arbeid en gezondheid Research in Organizations Wetenschapsfilosofie 6 Minorvak 1 6 Het derde jaar van de bachelor Personeelwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Sociale filosofie Individuele diagnostiek PEW 6: Diversiteit in organisaties PEW 7: Technologie en Arbeid 6 Minorvak 2 6 Minorvak IOV PEW Bachelorthesis 17 Het diploma van deze bacheloropleiding geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Personeelwetenschappen (Human Resource Studies) Practicum De volgende onderwijseenheden uit 4.2 omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-C-MAW: Causale analyse 1 10

11 MTO-D-MAW: Causale analyse Samenstelling postpropedeutische fase van de opleiding Psychologie Het tweede jaar van de bachelor Psychologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-C-PSY: Experimentele onderzoeksmethoden MTO-D-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden Persoonlijkheidsleer Cultuurpsychologie Testtheorie en testdiagnostiek Psychopathologie Beroepsvaardigheden: groepsvaardigheden en gesprekstechniek Beroepsvaardigheden: beroepsethiek en dataverzameling 3 Majorvak 1 6 Majorvak Wetenschapsfilosofie 6 Het derde jaar van de bachelor Psychologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-E-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden Onderzoekspracticum Filosofie 5 Minorvak 1 6 Minorvak 2 6 Minorvak 3 6 Majorvak IOV Psychologie Bachelorthesis Majors van de opleiding Psychologie De opleiding Psychologie verzorgt 6 majors. Alle majors bevatten een aantal verplichte, gemeenschappelijke vakken. Elke major kent een specifiek deel van drie cursussen en een bachelorthesis. Een student van de opleiding Psychologie kiest één van de volgende majors in de postpropedeutische fase van de studie: Major Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie Psychosociale ontwikkelingsproblematiek 6 11

12 Ontwikkelingsneuropsychologie Ontwikkelingsstoornissen 6 Major Klinische Gezondheidspsychologie Gezondheidspsychologie Differentiële Gezondheidspsychologie 6 Klinische Gezondheidspsychologie 6 Major Cognitieve Neurowetenschap Inleiding Cognitieve Neurowetenschap 6 Klinische Neuropsychologie 6 Cognitieve Neuropsychologie 6 Het bachelordiploma van bovengenoemde drie majorprogramma s Psychologie geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Psychologie met als specialisatie Medische Psychologie (Medical Psychology). Major Economische Psychologie Consumer Behaviour Psychological economics Psychological market research 6 Major Sociale en Culturele Psychologie Groepsdynamica Sociale Cognitie Gedrag in culturele context 6 Major Arbeids- en Organisatiepsychologie Arbeid en Gezondheid Organisatiepsychologie Personeelpsychologie 6 Het bachelordiploma van bovengenoemde drie majorprogramma s Psychologie geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Psychologie met als specialisatie Sociale Economische en Culturele Psychologie (Social Economical and Cultural Psychology) Practicum De volgende onderwijseenheden uit 4.3 omvatten een practicum: 12

13 Code Cursusnaam MTO-C-PSY: Experimentele onderzoeksmethoden MTO-D-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden MTO-E-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden Beroepsvaardigheden: groepsvaardigheden en gesprekstechniek Beroepsvaardigheden: beroepsethiek en dataverzameling Onderzoekspracticum 4.4 De postpropedeutische fase van de opleiding Sociologie Het tweede jaar van de bachelor Sociologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Thema: Verzorgingsstaat Thema: Waarden en normen Hedendaagse sociologische theorieën Organizational Theory Thema: Primaire relaties Wetenschapsfilosofie 6 Minorvak 1 6 Minorvak 2 6 Het derde jaar van de bachelor Sociologie omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: Theorie en onderzoek: Waarden en normen MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Sociale filosofie Theorie en onderzoek: Solidariteit en verdelende rechtvaardigheid Thema: Arbeid, zorg en vrije tijd Economic Sociology 6 Minorvak IOV Sociologie Bachelorthesis 17 Het diploma van deze bacheloropleiding geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Sociologie (Sociology) Practicum De volgende onderwijseenheden uit 4.4 omvatten een practicum: 13

14 Code Cursusnaam MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse De postpropedeutische fase van de opleiding Vrijetijdwetenschappen Het tweede jaar van de bachelor Vrijetijdwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Vrije tijd en beleid Vrije tijd en marketing Vrije tijd, organisatie en management Onderzoekspracticum Vrijetijdsparticipatie 12 Minorvak Wetenschapsfilosofie Bedrijfseconomie 6 Het derde jaar van de bachelor Vrijetijdwetenschappen omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Practicum interventie in de vrije tijd Vrije tijd en stedelijke ontwikkeling Sociale filosofie 5 Minorvak 2 6 Minorvak IOV VTW Bachelorthesis 17 Het diploma van deze bacheloropleiding geeft ongeconditioneerd toelating tot het masterprogramma Vrijetijdwetenschappen (Leisure Studies) Practicum De volgende onderwijseenheden uit 4.5 omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Onderzoekspracticum Vrijetijdsparticipatie 4.6 Overzicht van Minors die binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen worden aangeboden 14

15 Minor Organisatiewetenschappen Minor Sociologie Minor Personeelwetenschappen Minor Vrijetijdwetenschappen Minor Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie Minor Klinische Gezondheidspsychologie Minor Cognitieve Neurowetenschap Minor Economische Psychologie Minor Sociale en Culturele Psychologie Minor Arbeids- en organisatiepsychologie Minor Methoden en Technieken Zie voor de vakinhoud van de minors Psychologie de desbetreffende majors Psychologie. Aan de keuze van de minor kunnen nadere regels worden gesteld. Hoofdstuk 5 Verkorte opleiding doctoraalprogramma 5.1 De Faculteit Sociale Wetenschappen verzorgt een aantal verkorte opleidingen: Beleids- en Organisatiewetenschappen Personeelwetenschappen Sociologie Vrijetijdwetenschappen 1. Een verkorte opleiding kan uitsluitend worden gevolgd op grond van een in de OER 2002/2003 bepaalde (afgeronde) vierjarige HBO-vooropleiding. 2. Een verkorte opleiding, die door de FSW wordt aangeboden, berust op een aantal vrijstellingen. Het studieprogramma van de verschillende verkorte opleidingen en de vakken waarvoor een vrijstelling kan worden verkregen, zijn in dit hoofdstuk vastgelegd. Behalve deze vrijstellingen worden er op grond van de vakken uit de HBO-opleiding waarmee toelating wordt verkregen tot de verkorte opleiding geen andere vrijstellingen verleend. 3. Om voor toelating tot een verkorte opleiding in aanmerking te komen, moet een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de examencommissie van de Faculteit Sociale Wetenschappen. De examencommissie beoordeelt aan de hand van het vereiste HBOgetuigschrift en bijbehorende cijferlijst of men kan worden toegelaten tot de betreffende opleiding. 4. De verkorte opleiding leidt tot een doctoraaldiploma zoals beschreven in de OER Verkorte opleiding Beleids- en Organisatiewetenschappen Toelating Om in aanmerking te komen voor toelating tot de verkorte opleiding Beleids- en Organisatiewetenschappen moet men in het bezit zijn van het getuigschrift van één van de volgende HBO-opleidingen: Werktuigbouwkunde Fiscale economie Technische bedrijfskunde Opl. Ler. VO 2 e gr. Bedrijfseconomie 15

16 Opl. Ler. VO 2 e gr. Maatschappijleer Culturele en maatschappelijke vorming Maatschappelijk werk en dienstverlening Bedrijfskunde Bedrijfseconomie Commerciële economie Bestuurskunde Algemene juridische economie Bestuurskunde/overheidsmanagement Accountancy Economisch-linguistische opleiding Agrarische bedrijfskunde HEAO Communicatie Hoger hotelonderwijs Hoger toeristisch en recreatief onderwijs Vrijetijdskunde Facilitaire dienstverlening Verkeerskunde Personeel en Arbeid Personeel en Organisatie Beroepskeuzeadvies en Arbeidsbemiddeling Sociaal-juridische dienstverlening HEAO Management, Economie en Recht Op het reguliere studieprogramma van 180,2 ects wordt aan elke toegelaten student een vrijstelling van 19,4 ects verleend. Daarnaast worden enkele andere vrijstellingen verleend, die gekoppeld zijn aan een bepaalde vooropleiding Studieprogramma: MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Arbeids- en organisatiesociologie 5, Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie 5, Arbeidsmarktvraagstukken 5, Practicum strategische beleidsanalyse 8, Arbeid en organisatie 5, Strategische besluitvorming 5, Structurering van werkprocessen 5, Economische sociologie 5, Practicum organisatie-onderzoek 8, Relaties en netwerken van organisaties 5, Management van technologie en innovatie 5, Onderneming en maatschappij 5, Organisatieverandering en ontwikkeling 5, Internationaliseringsprocessen 5, Strategische beleidsontwikkeling 5, MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Bedrijfseconomie 5, MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Individueel Onderzoeksvoorstel BOW 4,3 16

17 Afstudeerproject 31,5 Totaal 160,8 Extra vrijstellingen Studenten met vooropleiding HEAO, HBO Facilitaire Dienstverlening, Bedrijfskundige HBOopleiding, Hogere Hotelschool en NHTV worden vrijgesteld van het vak Bedrijfseconomie (code ). Studenten met vooropleiding Personeel en Organisatie, Personeel en Arbeid of Beroepskeuzeadvies en Arbeidsbemiddeling worden vrijgesteld van de vakken: Arbeids- en organisatiesociologie (code ), Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie (code ) en Arbeidsmarktvraagstukken (code ) Practicum De volgende onderwijseenheden uit omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-B-MAW: Inleiding statistiek MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Verkorte opleiding Personeelwetenschappen Toelating Om in aanmerking te komen voor toelating tot de verkorte opleiding Personeelwetenschappen moet men in het bezit zijn van het getuigschrift van één van de volgende HBO-opleidingen: Werktuigbouwkunde Fiscale economie Hogere Europese beroepenopleiding Bedrijfskunde Bedrijfseconomie Commerciële economie Bestuurskunde Algemene juridische economie Bestuurskunde/overheidsmanagement Accountancy Economisch-linguistische opleiding Agrarische bedrijfskunde HEAO Communicatie Opleiding Management, economie en recht Hoger hotelonderwijs Hoger toeristisch en recreatief onderwijs Vrijetijdskunde Facilitaire Dienstverlening Personeel en Arbeid Personeel en Organisatie Beroepskeuzeadvies en Arbeidsbemiddeling Sociaal-juridische dienstverlening 17

18 Op het reguliere studieprogramma van 180,2 ects wordt aan elke toegelaten student vrijstelling verleend van 33,4 ects. Daarnaast worden enkele andere vrijstellingen verleend, die gekoppeld zijn aan een bepaalde vooropleiding Studieprogramma: MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer PEW 2: Strategisch HRM PEW 3: Inzetbaarheid en ontwikkeling Arbeids- en organisatiesociologie 5, Probleemveld 2: Organisatie, leidinggeven en besluitvorming 11, Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie 5, Arbeidsrecht Probleemveld 3: Technologie en arbeid 11, MTO-B-MAW: Inleiding statistiek PEW 8: strategisch HRM II Arbeidsmarktvraagstukken 5, Bedrijfseconomie 5, Personal skills MTO-C-MAW: Causale analyse PEW 6: Diversiteit in organisaties 5, PEW 9: Human Capital Evaluation 5, MTO-D-MAW: Causale analyse MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Individueel onderzoeksvoorstel PEW 4, Afstudeerproject 31,5 Totaal 146,8 Extra vrijstellingen Studenten met vooropleiding HEAO, NHTV, HBO Facilitaire dienstverlening, Hogere Hotelschool, Bedrijfskundige HBO-opleiding worden vrijgesteld van het vak Bedrijfseconomie (code ). Studenten met HEAO-MER worden vrijgesteld van de vakken Bedrijfseconomie (code ) en Arbeidsrecht (code ) Studenten met vooropleiding Personeel en organisatie en Beroepskeuzeadvies en Arbeidsbemiddeling worden vrijgesteld van de vakken Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie (code ), Arbeids- en organisatiesociologie (code ) Arbeidsrecht (code ) en Arbeidsmarktvraagstukken (code ). Studenten met vooropleiding Personeel en Arbeid van academie De Horst te Driebergen worden vrijgesteld van de vakken Inleiding arbeids- en organisatiepsychologie (code ), Arbeids- en organisatiesociologie (code ), Arbeidsrecht (code ), Bedrijfseconomie (code ) en Arbeidsmarktvraagstukken (code ) Practicum De volgende onderwijseenheden uit omvatten een practicum: 18

19 Code Cursusnaam MTO-B-MAW: Inleiding statistiek MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Verkorte opleiding Sociologie Toelating Om in aanmerking te komen voor toelating tot de verkorte opleiding Sociologie moet men in het bezit zijn van het getuigschrift van één van de volgende HBO-opleidingen: Opl.Ler. VO 2 e gr. Maatschappijleer Culturele en maatschappelijke vorming Maatschappelijk werk en dienstverlening Bedrijfseconomie Commerciële economie Economisch-linguistische opleiding HEAO Communicatie Opleiding Management, economie en recht Hoger toeristisch en recreatief onderwijs Vrijetijdskunde Personeel en Arbeid Sociaal pedagogische hulpverlening Op het reguliere studieprogramma van 180,2 ects wordt met betrekking tot de Beleidsvariant aan elke toegelaten student vrijstelling verleend van 37,4 ects en met betrekking tot de Onderzoeksvariant 40,6 ects. Daarnaast worden enkele vrijstellingen verleend, die gekoppeld zijn aan een bepaalde vooropleiding Studieprogramma Beleidsvariant Code Cursusnaam ECTS Academische vaardigheden 2 SOC MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Arbeids- en organisatiesociologie 5, Wetenschapsfilosofie 5, Academische vaardigheden 3 (paper) SOC Waarden en normen in de postmoderne samenleving 8, MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Moderne theoretische sociologie 8, Sociaal economische geschiedenis MTO-C-MAW: Causale analyse Hoofdvragen van de sociologie Practicum organisatie-onderzoek 8, Practicum strategische beleidsanalyse 8, MTO-D-MAW: Causale analyse Stelsels van zorg en zekerheid in de verzorgingsstaat 8, Theorie en onderzoek 1: waarden en normen 8, MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 6 19

20 Individueel onderzoeksvoorstel sociologie 4, Afstudeerproject 31,5 Totaal 142,8 Extra vrijstellingen Studenten met vooropleiding Personeel en Organisatie, Personeel en Arbeid of Beroepskeuzeadvies en Arbeidsbemiddeling worden vrijgesteld van het vak Arbeids- en organisatiesociologie (code ) Onderzoeksvariant Code Cursusnaam ECTS Academische vaardigheden 2 SOC MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Arbeids- en organisatiesociologie 5, Wetenschapsfilosofie 5, Academische vaardigheden 3 (paper) SOC Waarden en normen in de postmoderne samenleving 8, MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Moderne theoretische sociologie 8, Sociaal-economische geschiedenis MTO-C-MAW: Causale analyse Hoofdvragen van de sociologie Economic sociology 5, MTO-D-MAW: Causale analyse Stelsels van zorg en zekerheid in de verzorgingsstaat 8, Theorie en onderzoek 1: waarden en normen 8, Theorie en onderzoek 2: Solidariteit en verdelende rechtvaardigheid 8,6 MTO naar keuze 5, Individueel onderzoeksvoorstel sociologie 4, Afstudeerproject 31,5 Totaal 139,6 Studenten met vooropleiding Personeel en Organisatie, Personeel en Arbeid of Beroepskeuzeadvies en arbeidsbemiddeling worden vrijgesteld van het vak Arbeids- en Organisatiesociologie (code ) Practicum De volgende onderwijseenheden uit omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-B-MAW: Inleiding statistiek MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse Theorie en onderzoek 1: waarden en normen 5.5 Verkorte opleiding Vrijetijdwetenschappen Toelating 20

21 Om in aanmerking te komen voor toelating tot de verkorte opleiding Vrijetijdwetenschappen moet men in het bezit zijn van het getuigschrift van één van de volgende HBO-opleidingen: Opl. Ler. VO 2 e gr. Bedrijfseconomie Culturele en maatschappelijke vorming Bedrijfseconomie Commerciële economie Algemene juridische economie Economisch-linguistische opleiding HEAO Communicatie Opleiding Management, economie en recht Opl. Ler. VO 1 e gr. Lichamelijke opvoeding Hoger hotelonderwijs Hoger toeristisch en recreatief onderwijs Vrijetijdskunde Facilitaire dienstverlening Op het reguliere studieprogramma van 180,2 ects wordt vrijstelling verleend van 30 ects. Daarnaast worden enkele vrijstellingen verleend, die gekoppeld zijn aan een bepaalde vooropleiding Studieprogramma Code Cursusnaam ECTS MTO-A-MAW: Inleiding methodenleer Inleiding vrijetijdwetenschappen Vrije tijd, cultuur en stad 5, Participatie en consumptie in de vrije tijd 5, Vrije tijd en marketing 5, Globalization, Leisure en Culture 5, MTO-B-MAW: Inleiding statistiek Beleving van vrije tijd Allocatie en besteding van tijd 5, Interventies in de vrije tijd 1 5, Organisatie van de vrije tijd Bedrijfseconomie 5, MTO-C-MAW: Causale analyse Probleemveld participatie in toerisme, sport, cultuur 11, Interventies in de vrije tijd 2 5, Probleemveld beleid in toerisme, sport, cultuur 11, MTO-D-MAW: Causale analyse MTO-E-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek Individueel onderzoeksvoorstel VTW 4, Afstudeerproject 31,5 Totaal 150,2 Extra vrijstellingen 21

22 Studenten met vooropleiding HEAO, NHTV, HBO Facilitaire dienstverlening, Hogere Hotelschool, Bedrijfskundige HBO-opleiding worden vrijgesteld van het vak Bedrijfseconomie (code ) Practicum De volgende onderwijseenheden uit omvatten een practicum: Code Cursusnaam MTO-B-MAW: Inleiding statistiek MTO-C-MAW: Causale analyse MTO-D-MAW: Causale analyse 2 Hoofdstuk 6 Tentamens en examens van de opleiding 6.1 Verplichte volgorde 1. Een tentamen van een vak van de postpropedeutische fase kan alleen dan worden afgelegd als alle vakken van de propedeutische fase van het bachelorprogramma met goed gevolg zijn afgesloten dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan is verleend. 2. Voor zover aan de deelname aan een onderwijseenheid specifieke ingangseisen worden gesteld, worden deze vermeld in de elektronische studiegids. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt de student toegelaten tot het afleggen van tentamens van het tweede en derde jaar van de bachelor, wanneer van de propedeutische fase tenminste 36 ects zijn behaald èn is voldaan aan de ingangseisen die voor de betreffende onderwijseenheid gelden. 4. De bachelor wordt afgesloten met een thesis. Deze heeft een studiebelasting van 17 ects. Aan de thesis gaat een individueel onderzoeksvoorstel (IOV) met een studiebelasting van 2 ects vooraf. Het IOV dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de IOV-docent. Een goedgekeurd IOV is de formele voorwaarde om met de afsluitende thesis te beginnen. Om te worden toegelaten tot de master moet de bachelor volledig zijn afgerond. 5. Voor de toelating tot de bachelorthesis zullen voorwaarden worden gesteld, die op een later tijdstip nader zullen worden bepaald. 6. In geval van bijzondere omstandigheden kan de examencommissie ten voordele van de student afwijken van het bepaalde in lid Tijdvakken en frequentie tentamens Tot het afleggen van de tentamens van de in hoofdstuk 3 en 4 genoemde vakken wordt in elk academisch jaar, dat de betreffende onderwijseenheid wordt aangeboden, tweemaal gelegenheid gegeven. In de propedeutische fase is de eerste gelegenheid aan het eind van het blok waarin de cursus gegeven wordt. De tweede gelegenheid is direct na de tentamens behorend bij het eerstvolgende blok. De tweede gelegenheid voor de tentamens van het vierde blok is meteen na de tweede gelegenheid van het derde blok. 22

23 In het tweede en derde jaar van de bachelor is de eerste gelegenheid aan het eind van het semester waarin de cursus gegeven wordt. De tweede gelegenheid voor de tentamens van het eerste semester is meteen na de tentamenperiode van het tweede semester. De tweede gelegenheid voor de tentamens van het tweede semester is meteen na de tweede gelegenheid van het eerste semester. De SPSS-practica dienen gevolgd te worden in het collegejaar waarin de bijbehorende MTOcursus wordt gevolgd. Met betrekking tot de data waarop (her)tentamens worden afgenomen geldt het volgende: De data voor schriftelijke (her)tentamens worden door het onderwijsinstituut vastgelegd en gepubliceerd in de elektronische studiegids. De data voor mondeling af te leggen (her)tentamens worden bepaald in onderling overleg tussen docent en student. Voor het inleveren van opdrachten/werkstukken die deel uitmaken van het tentamen worden door de docent twee inleverdata vastgesteld, corresponderend met de twee gelegenheden die een student heeft om een onderwijseenheid af te ronden. De inleverdata worden uiterlijk bij de aanvang van het onderwijs in de betreffende onderwijseenheid opgenomen in de elektronische studiegids. De data moeten vallen in de perioden, die worden genoemd in de tweede en derde alinea van deze paragraaf. 6.3 Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de in hoofdstuk 3 en 4 genoemde vakken kunnen op verschillende manieren worden afgelegd, te weten: mondeling, schriftelijk of op een andere wijze. Een tentamen kan zijn opgebouwd uit verschillende toetsen, die op verschillende tijdstippen worden afgenomen. 2. Per onderwijseenheid wordt in de elektronische studiegids de tentamenvorm vermeld. Aanvullingen of wijzigingen ten opzichte van de tekst in de elektronische studiegids worden door de examinator uiterlijk bij de aanvang van het onderwijs in de betreffende onderwijseenheid via de elektronische studiegids bekendgemaakt. 3. Op verzoek van de student kan de examencommissie in bijzondere gevallen toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan is vermeld in de elektronische studiegids wordt afgelegd. 4. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. Wanneer het op aangepaste wijze afleggen van het tentamen bijzondere faciliteiten vergt of een bijzondere vorm van tentamineren, moet de student een verzoek bij de examencommissie indienen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 6.4 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 23

24 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 6.5 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft de nodige gegevens aan het Onderwijsinstituut. De examinator verstrekt hiervan een afschrift aan de student. 2. Voor de uitslagen van schriftelijke tentamens geldt, dat deze binnen de navolgende termijnen dienen te zijn vastgesteld door de examinator: meerkeuze-tentamen: 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd; open vragen-tentamen: 15 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. Onmiddellijk na de vaststelling van de uitslag verschaft de examinator de benodigde gegevens aan het Onderwijsinstituut. Het Onderwijsinstituut geleidt deze gegevens door naar de Centrale Studenten Administratie ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 3. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. De officiële uitslag van een schriftelijk tentamen wordt bekendgemaakt op de publicatieborden in de hal van gebouw C, uiterlijk een week na het verstrijken van de in lid 2 genoemde termijn. Tevens wordt de uitslag bekend gemaakt op het internet. 5. Bij de bekendmaking van de uitslag van een examenonderdeel wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 6.6 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde vakken is in principe onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een vak, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 6.7 Inzagerecht 1. Gedurende tenminste drie weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede, zo mogelijk, van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examinator kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijd te 24

25 verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. 6.8 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig vak gekoppeld aan een tentamen van een universitaire of hogere beroepsopleiding succesvol heeft voltooid; hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende vak. Studenten die een verkorte opleiding volgen, worden alleen vrijgesteld van de examenonderdelen, die in hoofdstuk 5 van deze OER worden genoemd. Daarnaast worden er op grond van de vakken uit de opleiding waarmee toelating wordt verkregen tot de verkorte opleiding geen andere vrijstellingen verleend. 6.9 Examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee verworven academische vorming Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science dan wel Bachelor of Arts ( naam van de betreffende opleiding) verleend. Hieromtrent zullen nadere regels worden gesteld. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Hoofdstuk 7 Vooropleiding 7.1 Vervangende eisen deficiënties vooropleiding 1. Deficiënties in de vooropleiding met betrekking tot het vak wiskunde worden opgeheven door het met goed gevolg afleggen van de toets Wiskunde op het niveau van het v.w.o.- eindexamen ten genoegen van de examencommissie van de opleidingen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. 2. De examencommissie kan in bijzondere gevallen een lid van de wetenschappelijke staf, verantwoordelijk voor het desbetreffende vak, belasten met het afnemen van een of meer tentamens. 7.2 Nederlandse taal Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal - in geval van toelating op grond van een buitenlands diploma - wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets Staatsexamen Nederlands als Tweede Taal Programma II. 7.3 Colloquium doctum Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art van de wet, wordt onderzocht of de door de kandidaat genoten vooropleiding en ervaring voldoende waarborgen bieden voor een 25

26 gunstig verloop van de studie en of eventuele deficiënties met betrekking tot met name wiskunde, moderne talen en Nederlands moeten worden gecorrigeerd. Hoofdstuk 8 Studiebegeleiding 8.1 Studievoortgangadministratie 1. Het onderwijsinstituut draagt zorg voor een zodanige registratie van de individuele studieresultaten van de studenten, dat ten minste eenmaal per half jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem/haar behaalde resultaten. 2. Het onderwijsinstituut regisseert de voorlichting omtrent de bereikbaarheid van de studievoortganggegevens op het internet. 8.2 Studiebegeleiding 1. Het onderwijsinstituut draagt zorg voor de studiebegeleiding van de studenten, die voor een opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. Het onderwijsinstituut maakt na elke onderwijsperiode een studievoortgangsrapportage. Teneinde de oorzaken van opgelopen studievertraging op te sporen en bij te dragen aan het verhelpen daarvan worden vanuit de studiebegeleiding gesprekken met studenten gevoerd. 8.3 Bindend studieadvies eerste jaar 1. In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student aan het einde van het tweede blok een schriftelijk studieadvies. Dit advies is niet bindend, maar geeft een eerste waarschuwing bij onvoldoende studievoortgang. Wanneer de student minder dan 18 ects heeft behaald na blok 1 en 2, wordt dit beoordeeld als onvoldoende. Indien er 18 ects of meer zijn behaald wordt de studievoortgang beoordeeld als positief. 2. Aan het einde van het academisch jaar ontvangt de student een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. Dit advies is niet bindend voor de volgende opleidingen: Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie en Sociologie. Dit advies is wel bindend voor de opleiding Vrijetijdwetenschappen. Wanneer de student 36 ects of meer heeft behaald binnen de genoemde periode, krijgt de student het advies de studie voort te zetten. Heeft de student minder dan 36 ects behaald, krijgt een student van de opleidingen Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen, Psychologie en Sociologie het advies de studie te staken. Bij een student van de opleiding Vrijetijdwetenschappen leidt dit tot uitsluiting van deelname aan de tentamens van de opleiding gedurende 3 jaar. 3. Desgevraagd geeft de faculteit de student mondeling advies over de voortzetting van zijn studie in of buiten de faculteit en over eventuele andere ontwikkelingsmogelijkheden. 4. Het studieadvies wordt gegeven door de examencommissie namens de decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. 5. Alvorens een negatief bindend studieadvies wordt uitgereikt, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door de examencommissie. 6. Tegen een negatief bindend studieadvies kan binnen 4 weken na de dag waarop de beslissing is genomen beroep ingesteld worden bij het College van Beroep voor de Examens. 26

27 7. Indien de student voor één of meerdere vakken uit de propedeutische fase is vrijgesteld, geldt voor het bindend studieadvies de norm van 60%, hetgeen wil zeggen dat de student minimaal 60% van de resterende vakken dient te behalen om in aanmerking te komen voor een positief bindend studieadvies. Indien de student deze norm niet behaalt, wordt het hierboven genoemde op hem van toepassing. 8. In geval van bijzondere omstandigheden kan de examencommissie ten voordele van de student afwijken van het bepaalde in lid Uitstel bij erkenning van bijzondere omstandigheden bedraagt altijd één jaar. 10. Studenten aan wie uitstel wordt verleend, vallen gedurende het betreffende jaar onder dezelfde regeling, zoals die geldt bij het te behalen percentage studiepunten in geval van vrijstellingen, namelijk 60 % van de af te leggen vakken. Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen 9.1 Tentamens en examens oude stijl Voor de studenten, die direct voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling ononderbroken waren ingeschreven voor één van de opleidingen binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen blijft de OER , alsmede de overgangsregeling van kracht, onder de volgende voorwaarden: tot 1 september 2003 wordt de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen; tot 1 september 2004 wordt aan deeltijdstudenten, die ononderbroken als zodanig zijn ingeschreven, de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen. tot 1 september 2006 wordt aan degenen die het propedeutisch examen hebben behaald, de gelegenheid geboden de overige tentamens alsmede het examen van de opleiding af te leggen. 9.2 Instroom vanuit opleiding oude stijl Een student, als bedoeld in 9.1, kan onder de volgende voorwaarden deelnemen aan de opleidingen krachtens deze onderwijs- en examenregeling. Behaalde studieresultaten kunnen worden gewaardeerd als vrijstelling voor overeenkomstige vakken nieuwe stijl ; Deelneming staat open voor zover de gefaseerde invoering van het onderwijs en de tentamens volgens deze regeling dat feitelijk toelaten. 9.3 Overgangsregeling in het kader van de invoering van de bachelor/masterstructuur Van alle cursussen uit de onderwijs- en examenregeling voor het collegejaar , die per 1 september 2002 komen te vervallen, wordt in het collegejaar nog tenminste één extra tentamengelegenheid geboden. Alleen studenten, die aan deze gelegenheid hebben deelgenomen en niet zijn geslaagd, kunnen nog voor eventuele aanvullende herkansingen in aanmerking komen. Studenten, die na het laatste tentamen nog niet zijn geslaagd voor een bepaald examenonderdeel, dienen bij voortzetting van hun opleiding volgens het oude programma 27

28 deze cursus te vervangen door een cursus uit het nieuwe programma volgens onderstaande overgangstabel code Vervallen cursussen uit de propedeuse sp code Vervangende cursus ects Organisatie en beleid 4 Contact studieadviseur Inleiding Beleidswetenschappen Strategie en organisatie Inleiding Organisatiewetenschappen Organisatiesociologie MTO-02 PSY: Beschrijvende statistiek Contact studieadviseur MTO-02 MAW: Beschrijvende Contact studieadviseur statistiek Inleiding Sociale psychologie voor Sociale psychologie MAW Inleiding Sociale psychologie voor Sociale psychologie psychologie Fysiologische psychologie Hersenen en gedrag Inleiding Personeelwetenschappen PEW 1: Kernvragen van 6 Personeelwetenschappen Inl. Recht ihb Soc. Recht Arbeidsrecht Inleiding Psychologie voor Inleiding psychologie voor 5 maatschappijwetenschappen maatschappijwetenschappen MTO-01 MAW: Inleiding Methodenleer MTO-A MAW: inleiding 5 methodenleer MTO-01 PSY: Inleiding Methodenleer MTO-A PSY: inleiding 5 methodenleer MTO-03 PSY: Inductieve statistiek MTO-B PSY: Inleiding Statistiek MTO-03 MAW: Inductieve statistiek MTO-B MAW: Inleiding 5 Statistiek Inleiding Vrijetijdwetenschappen Organisatie van vrije tijd 6 Voor de doctoraalstudenten Personeelwetenschappen geldt de volgende overgangsregeling: code cursusnaam sp code Nieuwe cursus ects Probleemveld PEW 2: strategisch HRM PEW 3: inzetbaarheid en 6 ontwikkeling Probleemveld PEW 8: strategisch HRM II Arbeidsmarktvraagstukken 5, Probleemveld PEW 6: diversiteit in 6 organisaties PEW 9: Human Capital 6 Evaluation Technische Productiesystemen Personal Skills 3 De cursus PEW 3: Inzetbaarheid en ontwikkeling wordt in het studiejaar voor het eerst aangeboden. Het cohort, dat nu aan het doctoraalprogramma begint, volgt in het eerste trimester de cursus bedrijfseconomie (400001). 28