Uitvoerings- en toetsingskader Bodem Overijssel. Actualisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitvoerings- en toetsingskader Bodem Overijssel. Actualisatie"

Transcriptie

1 Uitvoerings- en toetsingskader Bodem Overijssel Actualisatie februari 2011

2 Uitvoerings- en toetsingskader Bodem Overijssel Water en Bodem, team bodem Februari 2011

3 Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum 15 februari 2011 foto s voorzijde boven : sanering Olasfa te Olst, 2006 onder : Olasfa na sanering fase 1, juni 2007 Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl

4 Inhoudsopgave 1 Uitgangspunten van bodembeleid Aanleiding, doelstelling en evaluatie Verhouding tot de Omgevingsvisie/Visie op de Ondergrond Uitvoeringsprogramma voor de Ondergrond Organisatie bodemsaneringstaken Bevoegd gezag Wet bodembescherming De drie segmenten Regierol van de provincie Kwaliteit bodemsaneringen 10 2 Relevante wet- en regelgeving Inleiding Raakvlakken met andere beleidsvelden Waterwet Milieubeschermingsgebieden met de functie waterwinning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Wet milieubeheer Wet ruimtelijke ordening Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet Ontgrondingenwet Archeologie, Monumentenwet & Verdrag van Valletta (Malta) Arbeidsomstandighedenwet Algemene Plaatselijke Verordening Omgevingsverordening 20 3 Saneren van verontreiniging Historische en nieuwe bodemverontreinigingen Inleiding Vaststelling historische of nieuwe verontreiniging Een nieuwe verontreiniging Zorgplicht artikel 13 Wet bodembescherming en procedure Zorgplicht en ongewone voorvallen Handhaving artikel 13 Wet bodembescherming 25 4 Werkvoorraad bodemsanering en aanpak spoedlocaties bodemsanering Inleiding Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties en doelstellingen Aanpak in Overijssel Eén-locatielijst en uitwisseling bodemgegevens met niet rechtstreekse gemeenten 31

5 5 Onderzoek, saneren en beheer van historische verontreiniging Inleiding Verkennend onderzoek Nader bodemonderzoek Doelstelling nader onderzoek Gevalsdefinitie en -afbakening Niet-genormeerde stoffen Ernst van verontreinigingen en spoed tot saneren Maatregelen en beperkingen bij spoedeisende en niet-spoedeisende gevallen Saneren Algemeen Reikwijdte functiegericht en kosteneffectief saneren Doelstelling Immobiele verontreinigingen Mobiele verontreiniging Saneringsonderzoek, saneringsplan en nazorgplan voor functiegericht en kosteneffectief saneren Deelsaneringsplan, gefaseerde sanering en raamsaneringsplan Afwijkingen en wijzigingen tijdens saneringen Evaluatie en nazorg Evaluatie Nazorg Besluit Uniforme Saneringen (BUS) Procedurele aspecten bij beschikkingen en kadastrale registratie Melding van ernstig geval en/of voorgenomen sanering Provinciale Omgevingsverordening RIS en BUM Wbb Melding evaluatieverslag en nazorgplan Kadastrale registratie 55 6 Specifieke zaken Inleiding Asbest Asbest in de bodem Asbest in wegen Programmatische aanpak gasfabrieken Inleiding Het Overijsselse herontwikkelingsprogramma gasfabrieksterreinen Stortplaatsen NAVOS Bepalen van ernst en spoed bij voormalige stortplaatsen Saneren/herinrichten voormalige stortplaatsen Herschikken Kwaliteit en dikte van de deklaag na saneren Bouwen op voormalige stortplaatsen Clusters in de saneringsoperatie Gebiedsgerichte aanpak van verontreiniging van het diepere grondwater Financieel instrumentarium De Bedrijvenregeling Bodemcentrum, bosatex en cofinanciering Draagkrachtregeling De stimuleringsregeling bodemonderzoek Subsidie asbestsanering bodem voor particulieren en agrariërs Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing 68

6 7 Inzet bevelsinstrumentarium Inleiding Soorten bevelen De adressant van het bevel Randvoorwaarden bij het opleggen van een bevel Verhouding bevel en kostenverhaal Tijdstip van veroorzaking De onschuldige eigenaar Specifieke situaties Beleid per onderzoek en sanering Inleiding Oriënterend/verkennend onderzoek Nader onderzoek Saneringsonderzoek Sanering en saneringsplan Tijdelijke beveiligingsmaatregelen Gevolgen van de afwezigheid van een bevelsmogelijkheid 81 8 Besluit bodemkwaliteit Inleiding Kwalibo Bouwstoffen Grond en baggerspecie Algemeen Algemene toetsingskaders voor het toepassen van grond en baggerspecie Generiek en gebiedsspecifiek Normen Afstemming Zorgplicht 89

7

8 1 Uitgangspunten van bodembeleid 1.1 Aanleiding, doelstelling en evaluatie Het Uitvoerings- en toetsingskader Bodem is door Gedeputeerde Staten vastgesteld op 26 januari Het schetst het kader waarbinnen met name het begrip herstellen gestalte krijgt. Het Uitvoerings- en toetsingskader bodem is in werking getreden na intrekking van het Bodembeleidsplan Overijssel , Grond voor samenwerking en het bodembeleidsplan deel , Bodemsanering en de provincie Overijssel door Provinciale Staten op 7 april Doel van het Uitvoerings- en toetsingskader bodem is het inzichtelijk maken van het kader van de aanpak van bodemverontreiniging in de provincie Overijssel. Het Uitvoerings- en toetsingskader bodem kan worden gezien als een praktische handleiding bij de uitvoering van bodemsanering binnen de provincie. De provincie maakt daarmee inzichtelijk hoe zij regels interpreteert, welke voorwaarden zij stelt aan onderzoek, plannen en saneringen en welke afwegingen daarbij worden gemaakt. Daarnaast worden de procedures behandeld die worden gevolgd in het traject van onderzoek tot en met de afronding van saneringen en nazorg. Omdat de regels omtrent bodemsanering voortdurend in ontwikkeling zijn, hebben Gedeputeerde Staten bij de vaststelling van het Uitvoerings- en toetsingskader bodem tevens besloten het kader jaarlijks inhoudelijk te evalueren en indien noodzakelijk een geactualiseerde versie vast te stellen. Alhoewel in 2010 geen grote wettelijke of beleidsmatige wijzigingen hebben plaatsgevonden, bestond toch voldoende aanleiding om een geactualiseerde versie van het Uitvoerings- en toetsingskader bodem vast te stellen. Wij streven ernaar om voor 2015 de verontreinigde locaties waar een sanering spoedeisend is aan te pakken. Het is de verwachting dat in 2015 het speelveld van de bodemsector fundamenteel anders is. Duurzaam gebruik van de ondergrond staat steeds meer centraal. Na 2014 zal het bodembeleid een integraal onderdeel zijn van de ruimtelijke ordening en zal bodemsanering plaatsvinden binnen ruimtelijke processen. Nu al wordt een transitieproces ingezet om tot een verbreding en verdieping van het bodembeleid te komen. Waar mogelijk zal de provincie Overijssel nu al bij het uitvoeren van haar bodemsaneringstaken rekening houden met deze integrale invalshoek. 1.2 Verhouding tot de Omgevingsvisie/Visie op de Ondergrond In de door Provinciale Staten op 1 juli 2009 vastgestelde Omgevingsvisie Overijssel 2009 schetst de provincie haar visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie waarbij het vizier is gericht op Wij geven aan wat volgens ons de ambities en doelstellingen van provinciaal belang zijn en hoe deze worden gerealiseerd. De Omgevingsvisie presenteert en agendeert de visie, beleidskeuzes en de uitvoeringsstrategie van de provincie Overijssel. De visie op de ondergrond maakt daar integraal deel vanuit. In de Omgevingsvisie Overijssel 2009, bijlage 3 onder B9 (overzicht projecten en programma s) wordt het Uitvoerings- en toetsingskader bodem genoemd als op te stellen document. Daarnaast noemt de Omgevingsvisie ook een groot aantal bodemonderwerpen, waarvan drie nader zijn uitgewerkt in onderhavig Uitvoerings- en toetsingskader bodem. Het gaat hier om de onderwerpen nieuwe verontreinigingen en niet-genormeerde stoffen. Daarnaast wordt ingegaan op de huidige ontwikkelingen inzake het in de Omgevingsvisie genoemde verondiepen van zandwinplassen. 7

9 Over deze onderwerpen zegt de Omgevingsvisie kort samengevat: Voor nieuwe verontreinigingen hanteren wij het stand-stillbeginsel, hetgeen betekent dat nieuwe verontreinigingen zo veel mogelijk ongedaan gemaakt moeten worden door de veroorzaker respectievelijk door de eigenaar. Wij verwijzen hiervoor naar hoofdstuk 3 van het Uitvoerings- en toetsingskader bodem. Om het stagneren van ontwikkelingen te voorkomen, sluiten wij voor niet-genormeerde stoffen aan bij de in de voormalige Circulaire Streef- en interventiewaarden (bijlage D) beschreven handelwijze en ontwikkelen voor Borium een eigen kader. Zie paragraaf De herontwikkeling van voormalige stortplaatsen wordt ook bemoeilijkt doordat bij aan / of verkoop de nieuwe eigenaar schuldige eigenaar wordt. In 2009 ontwikkelen wij een strategie voor voormalige stortplaatsen. Voor een deel van deze strategie verwijzen wij naar paragraaf 6.4. Bij het verondiepen van voormalige zandwinputten is alleen sprake van een nuttige en functionele ontwikkeling als het om een (natuur)ontwikkeling gaat die sterk gerelateerd is aan de omgeving. Het verondiepen moet plaatsvinden in de vorm van een gebiedsontwikkeling met aandacht voor de kwaliteit van de waterbodem en het grondwater. Zie paragraaf Uitvoeringsprogramma voor de Ondergrond Het Uitvoeringsprogramma voor de Ondergrond 2010 tot 2015 (hierna Uitvoeringsprogramma) is het vervolg op het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming Met het Uitvoeringsprogramma wordt door de provincie Overijssel verder invulling gegeven aan de vastgestelde Visie op de Ondergrond. Gegroepeerd onder de begrippen beschermen, gebruiken en herstellen geeft het Uitvoeringsprogramma aan welke acties door de provincie in de planperiode zullen worden uitgevoerd en welke prioriteiten daarbij gesteld worden. Omdat het handen en voeten geven aan de verbreding en verdieping van het bodembeleid volop in beweging is, is ervoor gekozen de acties gerelateerd aan de bescherming en het gebruik van de ondergrond alleen voor 2010 vast te leggen. In algemene zin kan hierbij nog worden opgemerkt dat de provincie, bij investeringen waarmee overheidsgeld is gemoeid, de kosten en baten van die investering voor de maatschappij tegen elkaar zal blijven afwegen, dit met in acht neming van reeds aangegane verplichtingen en gemaakte afspraken. Voor de aanpak van bodemverontreiniging in Overijssel geldt daarbij dat ingezet wordt op kosteneffectief en functiegericht saneren en beheren waarbij de rekening hiervan zoveel mogelijk bij de veroorzaker dan wel schuldig eigenaar wordt neergelegd. 1.4 Organisatie bodemsaneringstaken Er kunnen grofweg drie verschillende soorten bodemsaneringstaken worden onderscheiden: Bevoegd gezag taken zoals toetsen en beschikken van aanvragen en meldingen door derden, handhaving en toezicht op in uitvoering zijnde saneringen, subsidieverstrekking en beleid. Per 1 januari 2010 zal de provincie geen bevoegd gezag meer zijn voor de sanering van de waterbodems. Met ingang van die datum zijn de waterbeheerders bevoegd, dus het Rijk voor Rijkswateren of het Waterschap voor alle overige wateren. Alleen voor waterbodemverontreiniging die voor de in werking treding van de Waterwet als ernstig en spoedeisend is beschikt blijft de provincie bevoegd gezag. In het Uitvoeringsprogramma is de rol gedefinieerd die de provincie nog wel blijft spelen in de aanpak van waterbodemverontreiniging. Waterbodems vallen buiten de reikwijdte van onderhavig document. Opdrachtgeverstaken: in het Uitvoeringsprogramma zijn de projecten opgenomen waar de provincie zelf de opdrachtgeversrol vervult. Onderzoek en saneringen worden op deze vaak complexe locaties in opdracht van de provincie uitgevoerd. Het vervullen van de regierol binnen de provincie Overijssel ten behoeve van andere overheden als gemeenten en waterschappen. 8

10 1.4.1 Bevoegd gezag Wet bodembescherming In de periode zijn de gemeenten Almelo, Hengelo, Enschede, Deventer en Zwolle op eigen verzoek bevoegd gezag Wet bodembescherming geworden binnen hun gemeentegrenzen en worden thans aangeduid als rechtstreekse gemeenten. De provincie Overijssel is bevoegd gezag gebleven voor de overige 20 gemeenten. De rechtstreekse gemeenten stellen een ontwikkelingsprogramma (ISV-programma) op voor hun stedelijk gebied (bebouwde kom inclusief uitleggebieden) en dienden in het kader van de Wbb ook een meerjarenprogramma Wbb op te stellen. Op basis van deze programma s ontvingen die gemeenten een meerjarenbudget van het Rijk. Met de intrede van de Doeluitkering Bodem per 2010 komt dit onderscheid te vervallen De drie segmenten De uitvoering van de bodemsaneringsoperatie ligt primair bij de veroorzaker en/of de eigenaar van de locatie. De overheid heeft tot taak te stimuleren, te coördineren en indien nodig af te dwingen. Het stimuleren vindt veelal plaats door participatie in diverse saneringsprojecten, soms gepaard met financiële participatie. De taken op het gebied van sanering van landbodems liggen in de volgende drie segmenten: het landelijk gebied, het stedelijk gebied en het bedrijvensegment. Elk van deze segmenten kent een eigen financieringswijze en daarmee een eigen aanpak die hieronder wordt toegelicht. Stedelijk gebied De aanpak in het stedelijk gebied verloopt sinds 1 januari 2011 via de decentralisatie-uitkering. De hoofdlijn is dat bij dynamische locaties in het stedelijk gebied het voortouw ligt bij de initiatiefnemer, de overheid participeert indien noodzakelijk. Voor de wijze waarop dit gebeurt verwijzen wij naar het Provinciaal uitvoeringskader ISV3. Met alle niet-rechtstreekse gemeenten in Overijssel zijn begin 2010 prestatieafspraken gemaakt. Ter invulling van het onderdeel bodem is een subsidieregeling in het leven geroepen. Voor saneringen op stedelijke vernieuwingslocaties kan, indien onvoldoende geld uit de markt kan worden verkregen subisidie worden aangevraagd die ten laste komt van de hiervoor genoemde decentralisatieuitkering. In het landelijke convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties 1 is afgesproken dat prioriteit zal worden gegeven aan de aanpak van spoedlocaties, de zogenaamde 2015-doelstelling. Daarom staat de aanpak van de spoedlocaties centraal bij het maken van de prestatieafspraken bodem en het verdelen van het bodembudget. Landelijk gebied De provincie is bevoegd gezag ten aanzien van het landelijk gebied voorzover dat niet behoort tot het grondgebied van een gemeente die bevoegd gezag is. De programmering van het landelijk gebied waarvoor de provincie bevoegd gezag is, is een taak van de provincie. Als gevolg van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties zijn de afspraken, bijbehorende artikelen en financiële middelen betreffende bodemsanering uit de Bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied gehaald. In het convenant zijn afspraken gemaakt over verdergaande decentralisatie van de inzet van de bodemsaneringsgelden. Voor landelijk gebied geldt, evenals voor stedelijk gebied dat moet worden voldaan aan de uitgangspunten van het convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. 1 Op 10 juli 2009 is het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties ondertekend door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat, IPO, VNG, en de Unie van Waterschappen. Hierop wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 4. 9

11 Bedrijven Om de bodemkwaliteit van bedrijfsterreinen in beeld te krijgen is vanaf begin jaren 90 gestart met de zogenaamde BSB-operatie (bodemsanering in bedrijf zijnde bedrijfsterreinen). Uitgangspunt hierbij was een vrijwillige deelname van bedrijven en een kostenloze begeleiding door de stichting BSB. De wettelijke ondersteuning van deze BSB-operatie betreft het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterrein (besluit Verbond) waar een onderzoeksplicht is neergelegd voor verdachte bedrijfsterreinen. Daarnaast is in de Wet bodembescherming een saneringplicht opgenomen voor eigenaren of erfpachters van een bedrijfsterrein (artikel 55b Wet bodembescherming). Deze saneringsplicht geldt alleen als sprake is van een bronperceel waar sanering spoedig noodzakelijk is. Als tegenhanger van de saneringsplicht is een subsidieregeling in het leven geroepen, de zogenaamde bedrijvenregeling. Andere financiële regelingen zijn de co-financiering via het Bodemcentrum en de draagkrachtregeling (zie ook paragraaf 6.6) Regierol van de provincie Onder de regierol in het kader van het bodembeleid verstaat de provincie Overijssel in ieder geval het volgende: Het informeren van de niet-rechtstreekse gemeenten. Het afstemmen van beleid met de Overijsselse gemeenten. Het bevorderen van communicatie tussen de gemeenten onderling en tussen de gemeenten en de waterschappen. Het onderhouden van contact met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2 en met Bodem+ over zaken die meerdere gemeenten en/of waterschappen betreffen. Het voorzitten van het overleg met de niet-rechtstreekse gemeenten Kwaliteit bodemsaneringen De bevoegde gezagen Wet bodembescherming hebben diverse taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de kwaliteit van bodemsaneringen. Zij zijn op de hoogte van het Kabinetsstandpunt Beleidsvernieuwing Bodemsanering 3, dat onder meer aangeeft dat vanwege het risico van fouten (onbewust) en fraude (bewust) door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in overleg met de andere overheden en marktpartijen maatregelen worden getroffen om de kwaliteit van de bodemsaneringen te kunnen waarborgen. Ter uitwerking hiervan zijn in hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit de regels vastgelegd die de kwaliteit van onder meer bodemonderzoek, bodemsanering en de milieukundige begeleiding bij bodemsaneringen moeten waarborgen. Er worden kwaliteitseisen gesteld aan werkzaamheden, functies en personen en aan de organisatie. In hoofdstuk 8 is het Besluit bodemkwaliteit verder uitgewerkt. Daarnaast stellen de bevoegde overheden gezamenlijk kwaliteitseisen vast voor het uitvoeren van hun taken op grond van de Wet bodembescherming en zorgen er bovendien voor dat getoetst wordt of deze worden nageleefd. Deze kwaliteitseisen zijn door De Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) opgenomen in de normbladen 8001 en In normblad 8001 zijn kwaliteitseisen gesteld aan het provinciaal bevoegd gezag. Normblad 8002 beschrijft de eisen die voor gemeenten gelden voor wat betreft hun bodemtaken. Het werken met deze normbladen is voor de bevoegde gezagen echter geen verplichting. De provincies hebben zich in IPO-verband hieraan wel bestuurlijk geconformeerd. 2 In onderhavig stuk wordt het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer genoemd als het feit heeft gespeeld voor de kabinetsformatie in 2010 en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu als het de periode na de kabinetsformatie of het heden betreft. 3 Kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie en accreditatie in het kader van overheidsbeleid, Kamerstukken II 2003/04, , nr

12 2 Relevante wet- en regelgeving 2.1 Inleiding Bodemverontreiniging en de sanering ervan en andere beleidsvelden en wet- en regelgeving beïnvloeden elkaar wederzijds. De ondergrond vervult voor onze maatschappij diverse functies: leverancier van grondstoffen, voedselproducent, buffer voor water en energie, locatie voor ondergronds ruimtegebruik, bron van aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden, regulator. Gezien deze veelomvattende functies is het van belang dat bij ontwikkelingen in een zo vroeg mogelijk stadium met de ondergrond en eventuele bodemverontreiniging rekening wordt gehouden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op beleidsvelden waarmee het omgaan met aanwezige bodemverontreiniging raakvlakken heeft. 2.2 Raakvlakken met andere beleidsvelden In deze paragraaf gaan wij in op de wet- en regelgeving zoals deze nu geldt maar ook gaan wij in op de toekomst. Eind december is de Waterwet in werking getreden. In deze paragraaf een samenvatting van deze integrale wet. Ook het Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) is momenteel in voorbereiding. Ook op dit wetsvoorstel zal kort worden ingegaan Waterwet De Waterwet geeft op nationaal niveau onder andere invulling aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW schept het kader voor de bescherming van de kwaliteit van oppervlaktewateren, overgangswater, kustwateren en grondwater. De doelstellingen van watersystemen zullen daarbij moeten worden bereikt via de stroomgebiedbenaderning. De Waterwet geeft het kader voor de modernisering van het Nederlandse waterbeheer voor de komende decennia. De Waterwet sluit aan bij de Wet ruimtelijke ordening waardoor de relatie met ruimtelijk omgevingsbeleid wordt versterkt. De Waterwet voegt de volgende bestaande waterbeheerwetten samen: Wet op de waterhuishouding. Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Wet verontreiniging zeewater. Grondwaterwet. Wet droogmakerijen en indijkingen. Wet op de waterkering. Wet beheer rijkswaterstaatswerken (de natte delen daarvan). Waterstaatswet 1900 (het natte gedeelte daarvan). Wet bodembescherming, voorzover betrekking hebbend op waterbodems. 11

13 Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen. Voor de activiteiten die niet in algemene regels kunnen worden vastgelegd introduceert de Waterwet de integrale watervergunning. De Waterwet kent twee waterbeheerders: het Rijk als beheerder van rijkswateren en de waterschappen als beheerder van overige wateren. De provincie is geen waterbeheerder maar blijft wel bevoegd gezag voor drie categorieën grondwaterontttrekkingen en infiltraties: de openbare drinkwaterwinning; ondergrondse energieoplag en industriële onttrekkingen van meer dan m 3 per jaar. Een belangrijke verandering is verder de onderverdeling in het bevoegde gezag met betrekking tot directe en indirecte lozingen. Alle indirecte lozingen vallen onder het Wm bevoegde gezag (gemeente en provincie). Alle directe lozingen vallen onder het gezag van de Waterwet (waterschappen voor de regionale wateren en Rijkswaterstaat voor de rijkswateren). De integrale benadering betekent dat handelingen in de waterbodem niet meer op zichzelf worden beschouwd maar deze handelingen worden gekoppeld aan de te behartigen of nog te behalen kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen in het betreffende gebied. Dit betekent ook een verandering voor de aanpak van verontreinigde waterbodems. Een verontreiniging wordt niet langer beoordeeld en aangepakt via een gevalsdefinitie en een beoordeling van ernst en spoedeisendheid, maar in het bredere kader van het verbeteren van de gebiedskwaliteit. Deze gewenste gebiedskwaliteit is het toetsingskader onder de Waterwet. De waterwet reguleert de volgende aspecten van waterbodems: De afbakening tussen watersystemen en droge landbodem: de bodem en oever van een oppervlaktewaterlichaam vallen onder de Waterwet. Alle andere bodems vallen onder de Wet bodembescherming. De grens zal op kaarten bij de Waterregeling worden aangegeven. De omgang met de bekende gevallen van verontreiniging: het overgangsrecht houdt in dat de Wet bodembescherming van toepassing blijft op gevallen van verontreiniging die voor het inwerkingtreden van de Waterwet zijn aangemerkt als ernstig en spoedeisend. Dit overgangsrecht eindigt op het moment dat het evaluatieverslag van de sanering door het bevoegd gezag Wet bodembescherming wordt goedgekeurd. Daarmee komt de nazorgverplichting vanuit de Wet bodembescherming te vervallen. De omgang met verontreinigingen: de Waterwet kent een eigen zorgplichtbepaling. Daarnaast neemt de Waterwet alle zorgplichtverontreinigingen vanaf 1 januari 1987 over via het overgangsrecht. De omgang met grensoverschrijdende gevallen van verontreiniging: de aanpak van deze gevallen wordt gekoppeld aan de ligging van de bron van verontreiniging. Dit is als volgt geregeld. Bij een diffuse historische (veroorzaakt voor 1987; zie hoofdstuk 3) verontreiniging wordt de verontreiniging gesplitst in een geval van verontreiniging van de landbodem en een geval van verontreiniging van de waterbodem. Op de landbodemverontreiniging is de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming van toepassing. De waterbodemverontreiniging valt onder de zorg van de waterbeheerder en daarmee onder de Waterwet. Voor een historische puntbron verontreiniging met de noodzaak om deze (onmiddellijk) op te ruimen geldt dat de aanpak op grond van de Wet bodembescherming plaatsvindt indien de bron zich op de landbodem bevindt en sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarvoor spoedige sanering noodzakelijk is, inclusief dat deel van het geval van verontreiniging dat in het watersysteem is gelegen, voor zover die bodem of oever ernstig verontreinigd is. De aanpak vindt plaats volgens de Waterwet indien de bron in het watersysteem is gelegen en de beheerder maatregelen treft omdat de verontreiniging een belemmering vormt voor het bereiken van de gebiedskwaliteit, inclusief dat deel van de verontreiniging dat naar de landbodem is verspreid en tot ernstige risico s (voor het grondwater) in de landbodem leidt. In relatie tot de bodemsanering is verder van belang dat de Waterwet regels stelt met betrekking tot de lozing van saneringswater op de riolering of het oppervlaktewater. Daarnaast worden regels gesteld aan grondwateronttrekkingen. Bij bodemsanering wordt vaak langdurig grondwater onttrokken. 12

14 2.2.2 Milieubeschermingsgebieden met de functie waterwinning Ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de drinkwaterwinning hebben Provinciale Staten van Overijssel milieubeschermingsgebieden met de functie waterwinning aangewezen ( Het gaat om waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en boringvrije zones. Een waterwingebied is het meest kwetsbare deel van een gebied dat met het oog op de kwaliteit van het grondwater voor de waterwinning wordt beschermd. Het betreft het gebied waarin de winputten zijn gelegen. In beginsel zijn in deze gebieden geen activiteiten toegestaan die niet direct samenhangen met de winning. Grondwaterbeschermingsgebieden liggen rondom de waterwingebieden. Deze gebieden zijn, gezien de langere verblijftijden van het op te pompen grondwater, minder kwetsbaar dan waterwingebieden. In deze gebieden is het beleid gericht op het weren van activiteiten die een bedreiging vormen voor het grondwater en het stimuleren van activiteiten die goed samengaan met de drinkwaterwinning. Boringsvrije zones zijn gebieden waarin zich kleilagen in de bodem bevinden die het te winnen grondwater beschermen tegen verontreiniging. Deze gebieden zijn daarom niet kwetsbaar, het beschermingsbeleid is erop gericht deze beschermende lagen niet aan te tasten. De regels die in deze gebieden gelden, zijn opgenomen in de Omgevingsverordening. Het beleidskader is opgenomen in de Omgevingsvisie en in het Beleidsplan Grondwaterbescherming Overijssel Voor een volledige beschrijving van de geldende regels en uitzonderingssituaties wordt verwezen naar de Omgevingsverordening ( Hieronder worden de regels voor mechanische ingrepen in de bodem (boringen, grond- en funderingswerken) en voor het toepassen van grond en baggerspecie in de verschillende beschermingsgebieden geschetst. Boringen in waterwingebieden In waterwingebieden is het verboden boringen en andere mechanische ingrepen in de bodem dieper dan twee meter onder het maaiveld uit te voeren als daarmee verspreiding van schadelijke stoffen in de bodem of aantasting van de beschermende werking van bodemlagen ontstaat of kan ontstaan. Het gaat om een absoluut verbod. Van dit verbod is geen ontheffing mogelijk. In deze gebieden zijn in principe alleen boringen en andere mechanische bodemingrepen toegestaan door het waterleidingbedrijf, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de drinkwaterwinning. Boringen in grondwaterbeschermingsgebieden In grondwaterbeschermingsgebieden is het verboden om boringen en andere mechanische ingrepen in de bodem uit te voeren dieper dan twee meter onder het maaiveld. Dit verbod geldt niet indien wordt voldaan aan extra voorschriften gericht op het voorkomen van verspreiding van schadelijke stoffen in de bodem en van aantasting van de beschermende werking van bodemlagen. Vier weken voordat de boringen (of andere ingrepen) worden uitgevoerd, moeten ze worden gemeld aan Gedeputeerde Staten. Indien niet aan de extra voorschriften wordt voldaan mag de boring niet worden uitgevoerd. Het verbod blijft dan onverminderd van kracht. Een ontheffing van het verbod is in dat geval niet mogelijk. Voor bepaalde grote projecten in grondwaterbeschermingsgebieden is een provinciale ontheffing nodig, bijvoorbeeld voor grote woningbouwprojecten of infrastructurele werken. Indien binnen een dergelijk project een boring of andere mechanische ingreep wordt uitgevoerd, worden de extra voorschriften aan de ontheffing verbonden. In bepaalde situaties gelden het boorverbod en de meldingsplicht niet, omdat voorafgaand aan de bedoelde activiteiten al een provinciale toetsing plaatsvindt, waarbij voorwaarden kunnen worden gesteld in het belang van de bescherming van de grondwaterkwaliteit met het oog op de waterwinning. Wanneer Gedeputeerde Staten bijvoorbeeld in een beschikking op een saneringsplan voorwaarden stellen ter bescherming van het grondwater, is het boorverbod en de meldingsplicht op grond van de Omgevingsverordening niet van toepassing. Dit geldt ook voor boringen, grond- en funderingswerken door het waterleidingbedrijf, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de drinkwaterwinning. 13

15 Boringen in boringvrije zones In boringsvrije zones is het verboden om boringen uit te voeren dieper dan: Vijftig meter onder het maaiveld in de boringsvrije zones van de drinkwaterwinningen Diepenveen, Deventer-Ceintuurbaan, Deventer-Zutphenseweg te Deventer. Vijfenzeventig meter onder het maaiveld in de boringsvrije zone van de winning Engelse Werk te Zwolle. Vijf meter onder het maaiveld in de boringsvrije zone van de winning Kotkamp-Schreurserve te Enschede. Vijftig meter onder het maaiveld in de boringsvrije zone van de potentiële winning Salland-diep ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Het genoemde verbod geldt niet indien wordt voldaan aan de extra voorschriften uit de Omgevingsverordening. Vier weken voordat de boringen worden uitgevoerd, moeten zij worden gemeld aan Gedeputeerde Staten. Indien niet aan de extra voorschriften wordt voldaan mag de boring niet worden uitgevoerd. Het verbod blijft dan onverminderd van kracht. Een ontheffing van het verbod is niet mogelijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine projecten. Zodra er een boring aan de orde is dan gelden bovenstaande regels. In bepaalde situaties geldt het boorverbod en de meldingsplicht niet, omdat voorafgaand aan de bedoelde activiteiten al een provinciale toetsing plaats vindt, waarbij voorwaarden kunnen worden gesteld in het belang van de bescherming van de grondwaterkwaliteit met het oog op de waterwinning. Wanneer Gedeputeerde Staten bijvoorbeeld in een beschikking op een Saneringsplan voorwaarden stellen ter bescherming van het grondwater, is het boorverbod en de meldingsplicht op grond van de Omgevingsverordening niet van toepassing. Dit geldt ook voor boringen, grond- en funderingswerken door het waterleidingbedrijf, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de drinkwaterwinning. Gebruik van bouwstoffen, grond en baggerspecie in waterwingebieden In waterwingebieden is het verboden IBC-bouwstoffen (niet-vormgegeven bouwstoffen die alleen mogen worden toegepast met isolatie-, beheers- en controlemaatregelen) als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit toe te passen. Ook toepassing van grond en baggerspecie waarvan de kwaliteit de achtergrondenwaarden overschrijdt, is niet toegestaan. Het gaat hier om een absoluut verbod waarvan geen ontheffing kan worden verleend. Een meldingsplicht is niet aan de orde. Dit verbod vloeit voort uit de Omgevingsverordening. Gebruik van bouwstoffen, grond en baggerspecie in grondwaterbeschermingsgebieden In grondwaterbeschermingsgebieden geldt een verbod om IBC-bouwstoffen, grond en baggerspecie op of in de bodem te brengen. Voor de toepassing van IBC-bouwstoffen bestaat een absoluut verbod waarvan geen ontheffing kan worden verleend. Een meldingsplicht is niet aan de orde. Voor de toepassing van grond of baggerspecie gelden de regels van het Besluit bodemkwaliteit. In grondwaterbeschermingsgebieden zijn door de provincie aanvullende regels vastgesteld. In deze gebieden zijn alleen de volgende toepassingen van grond en baggerspecie toegestaan: 1. De toepassing van grond of baggerspecie op of in de bodem, uitgezonderd de bodem onder oppervlaktewater, is slechts mogelijk indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie a) de achtergrondwaarden niet overschrijdt of b) de maximale waarden kwaliteitsklasse wonen niet overschrijdt, de kwaliteit van de ontvangende bodem gelijk is aan of slechter is dan kwaliteitsklasse wonen en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is. 14

16 2. De toepassing van grond of baggerspecie in oppervlaktewater is slechts mogelijk indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie a) de achtergrondwaarden niet overschrijdt of b) de maximale waarden kwaliteitsklasse A niet overschrijdt, de kwaliteit van de ontvangende waterbodem gelijk is aan of slechter is dan kwaliteitsklasse A en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is. 3. Een grootschalige toepassing van grond of baggerspecie met een omvang van meer dan 5000 m 3, op of in de bodem, uitgezonderd de bodem onder oppervlaktewater, is slechts mogelijk indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie a) de achtergrondwaarden niet overschrijdt of b) de maximale waarden kwaliteitsklasse wonen niet overschrijdt en wordt aangetoond dat door de toepassing de risico s op verontreiniging van het grondwater voor de waterwinning niet toenemen en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is. 4. Een grootschalige toepassing van grond of baggerspecie met een omvang van meer dan 5000 m 3, in oppervlaktewater is slechts mogelijk indien de kwaliteit van de grond of baggerspecie a) de achtergrondwaarden niet overschrijdt of b) de maximale waarden kwaliteitsklasse A niet overschrijdt en wordt aangetoond dat door de toepassing de risico s op verontreiniging van het grondwater voor de waterwinning niet toenemen en de grond of baggerspecie uit het grondwaterbeschermingsgebied afkomstig is. De eisen als bedoeld in artikel Besluit bodemkwaliteit zijn van toepassing op de onderdelen 3 en De verspreiding van baggerspecie uit een watergang over de aan de watergang grenzende percelen, met het oog op het herstellen of verbeteren van die percelen. Deze regels zijn opgenomen in de Omgevingsverordening. Voor grootschalige toepassingen van grond en bagger (punt 4 en 5) geldt een meldingsplicht bij Gedeputeerde Staten. Dit in aanvulling op de meldingsplicht op grond van het Besluit bodemkwaliteit. Gebruik van bouwstoffen, grond en baggerspecie in boringsvrije zones In de boringsvrije zones gelden met het oog op de bescherming van de drinkwaterwinning geen beperkingen aan het gebruik van bouwstoffen, grond en baggerspecie Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) In het kader van het omgevingsrecht zijn een groot aantal vergunningen, ontheffingen en andere toestemmingen tot één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu geïntegreerd in de WABO. De WABO is in werking getreden op 1 oktober Deze omgevingsvergunning kan bij één loket worden aangevraagd en er is één bevoegd gezag voor toezicht en handhaving. Er gaat één procedure voor gelden waarop één besluit volgt. De burger kan van de overheid verwachten dat de voorschriften die aan de vergunning verbonden worden, op elkaar worden afgestemd. De vergunningverleningsstelsels uit ondermeer onderstaande wetten, zijn opgegaan in de omgevingsvergunning: Wet milieubeheer. Wet ruimtelijke ordening. Woningwet. Monumentenwet Natuurbeschermingswet Flora- en faunawet. Mijnbouwwet. Het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken. De Waterwet (indirecte lozingen). Beslissingen omtrent saneringen op grond van de Wet bodembescherming zijn niet onder de reikwijdte van de Wabo gebracht. 15

17 Artikel 6.2c van de Wabo regelt de afstemming voor de situatie waarin een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is verleend en tegelijkertijd sprake is van een (potentieel) geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in de Wet bodembescherming. In de omgevingsvergunning vermeldt het bevoegd gezag of er een redelijk vermoeden is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (artikel 6.2c, lid 2 Wabo). In dat geval treedt de omgevingsvergunning niet eerder in werking dan nadat voldaan is aan de bepalingen voor nader onderzoek, een saneringsplan of een voornemen tot sanering uit de Wet bodembescherming (artikel 6.2c, lid 1 Wabo). Artikel 6.2c verzekert zo dat het niet mogelijk is om met gebruikmaking van de omgevingsvergunning bouwactiviteiten te verrichten zolang er nog onvoldoende duidelijkheid bestaat over het al dan niet aanwezig zijn van een geval van ernstige verontreiniging ter plaatse en de daartegen te nemen maatregelen. Het moet dan wel gaan om een redelijk vermoeden dat sprake is van een geval van ernstige verontreiniging ten aanzien waarvan spoedige sanering noodzakelijk is. In de Modelbouwverordening is de mogelijkheid vervallen om een nader bodemonderzoek te vragen om bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen. Dit was eerder mogelijk op basis van artikel Besluit Omgevingsecht De maatregelen die bij een bodemsanering worden genomen kunnen beschouwd worden als een inrichting op grond van de Wabo. Dit is in ieder geval aan de orde indien er een zuiveringsinstallatie geplaatst wordt met een vermogen van meer dan 1,5 kw of er opslag van verontreinigde grond plaatsvindt langer dan zes maanden. Besluit Algemene regels inrichtingen milieubeheer/activiteitenbesluit Het Activiteitenbesluit bevat algemene milieuregels voor bedrijven. Bedrijven die vallen onder het regime van het activiteitenbesluit hebben vaak geen milieuvergunning nodig. Het Activiteitenbesluit heet officieel het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' en vervangt tien 8.40 amvb's, het Besluit voorzieningen en installaties en het besluit opslaan in ondergrondse tanks. Daarnaast zijn er sinds 1 januari 2011 een aantal afvalgerelateerde activiteiten onder gebracht in de algemene regels. In de nieuwe systematiek vallen alle Wet milieubeheer bedrijven onder de algemene regels uit het Activiteitenbesluit, tenzij zij zijn uitgezonderd. In het Activiteitenbesluit worden bedrijven opgedeeld in drie categorieën: Type A Bedrijven waarvan de activiteiten weinig invloed hebben op het milieu vallen onder het licht regime. Bedrijven die onder deze categorie vallen zijn onder andere kantoren, banken, diverse zorginstellingen, huisartsen en peuterspeelzalen. Type B Onder meer bedrijven die onder de oude 8.40 amvb's vallen en bedrijven uit onder andere de metaalelektro-industrie, tandheelkundige laboratoria, zeefdrukkerijen en een deel van de afvalverwerkende bedrijven. Type C Bedrijven waarvoor de vergunningplicht blijft gelden. Een uitzondering zijn de IPPC-bedrijven; zij vallen niet onder het Activiteitenbesluit. In relatie tot de bodemsanering is van belang dat lozen van gezuiverd saneringswater op de riolering in het Activiteitenbesluit is verboden. De voorkeur is retourneren (infiltreren) of lozen op het oppervlaktewater. Indien retourneren of lozen op het oppervlaktewater in een bepaalde situatie niet mogelijk is, is het mogelijk een verzoek tot een maatwerkvoorschrift in te dienen om toch op de riolering te mogen lozen. Naast toestemming van het waterschap is ook toestemming van de rioolbeheerder nodig. Dit is de gemeente. In een aantal gevallen hoeft voor de bodemsanering (de op- of overslag van inerte goederen) geen vergunning te worden aangevraagd, maar de sanering is wel meldingsplichtig. 4 De voorschriften staan in het Besluit Algemene regels inrichting milieubeheer en de daarbij behorende Regeling. 4 Let op: het besluit bodemkwaliteit kan hierop van invloed zijn. 16

18 Afvalstoffen Grond waarin zich verontreinigingen bevinden boven de achtergrondwaarde en die niet wordt toegepast maar wordt afgevoerd van een locatie wordt gezien als afvalstof. Vervoerders, inzamelaars, handelaars en/of bemiddelaars in afvalstoffen dienen geregistreerd te zijn bij de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO). De geregistreerde bedrijven krijgen dan een VIHB-nummer. Indien hieraan niet wordt voldaan, is in principe sprake van een illegale activiteit. Tijdens het transport dient een begeleidingsformulier aanwezig te zijn Wet milieubeheer Milieu-effectrapportage Een milieueffectrapport (MER) is een instrument om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over activiteiten. Denk daarbij aan milieuvergunningen, bestemmingsplannen, ruimtelijke plannen of tracébesluiten. Een MER wordt gebruikt bij activiteiten die mogelijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu en de leefomgeving. Een MER is bijvoorbeeld verplicht bij het vergroten of verdieping van een hoofdvaarweg. Hoofdstuk 7 van de Wet Milieubeheer regelt het toepassen van de MER procedure en het opstellen van een MER. In de bijlagen van het Besluit MER staan de activiteiten en besluiten waarvoor een MER verplicht is indien een bepaalde drempelwaarde wordt overschreden Wet ruimtelijke ordening De bodemkwaliteit maakt onderdeel uit van een goede ruimtelijke onderbouwing zoals wordt gevraagd in de Wet ruimtelijke ordening. Het is de bodemkwaliteit die van groot belang is voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. In het kort komt dit erop neer dat bij het opstellen van bestemmingsplannen onderzoek dient te worden gedaan naar de kwaliteit van de bodem van het gebied waarop het bestemmingsplan betrekking heeft. Ten aanzien van ruimtelijke plannen voor nieuwe locaties geldt dat minimaal een historisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Mochten uit dit onderzoek verdachte locaties naar voren komen dan dient het vervolgonderzoek hierop betrekking te hebben. Afhankelijk van de uitkomsten van dit vervolgonderzoek moet worden bekeken of het noodzakelijk is een nader onderzoek uit te voeren en eventueel hierop volgend een beschikking af te geven krachtens de Wet bodembescherming. Voor plannen die betrekking hebben op bestaande locaties is in beginsel geen onderzoek noodzakelijk. Indien het een conserverend plan (behoudend, bedoeld om bestaande kwaliteiten te behouden en mogelijk te versterken) betreft en deze maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt dan geldt hetgeen hiervoor is opgenomen ten aanzien van nieuwe situaties. Ook voor een plan met een uitwerkingsverplichting of een wijzigingsbevoegdheid geldt dat alle bodemgegevens in beginsel aanwezig dienen te zijn voor de vaststelling van het plan. Onder omstandigheden kan het zijn dat de gevraagde gegevens nog niet bekend zijn ten tijde van de vaststelling van het plan. In het laatste geval dienen de bodemgegevens bekend te zijn ten tijde van de wijziging dan wel uitwerking van het plan Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet Vanuit het oogpunt van de natuurwetgeving zijn de Flora- en Faunawet, die uitgaat van soortenbescherming en de Natuurbeschermingswet, waarbij gebiedsbescherming centraal staat relevant. De Flora- en Faunawet is sinds april 2002 van kracht en voorziet in de bescherming van in het wild levende planten en dieren in geheel Nederland. Het uitgangspunt van de wet is nee, tenzij. 17

19 Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen ( nee ) kan onder voorwaarden ( tenzij ) worden afgeweken, met een ontheffing of een vrijstelling. Ruimtelijke ontwikkelingen dienen dus te allen tijde getoetst te worden aan de Flora- en Faunawet. Voorafgaand aan grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen dient een inventarisatie van beschermde dier- en plantensoorten plaats te vinden om duidelijkheid te verkrijgen in het voorkomen van de beschermde soorten. Indien nodig moet dan een ontheffing van de Flora- en Faunawet worden aangevraagd bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 5. Met deze regelgeving dient ook rekening gehouden te worden bij bodemsaneringen in groen gebied, zoals in parken en in het buitengebied. Op 1 oktober 2005 is de nieuwe Natuurbeschermingswet in werking getreden. Hiermee verdwijnt de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn naar de achtergrond, omdat er nu adequate nationale wetgeving is die voldoende garanties biedt voor bescherming van voor Europa van belang zijnde natuur in Nederland. De naam Vogel- of Habitatrichtlijngebied is nu veranderd in Natura 2000-gebied. De bescherming van Natura 2000-gebieden volgens de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 is vergelijkbaar met de bescherming volgens artikel 6 van de Habitatrichtlijn, die de afgelopen jaren in Nederland is toegepast. Nederland zal een vergunningenstelsel toepassen. Deze vergunningen worden in het algemeen verleend door de provincie. Op staat een kaart met de Natura 2000-gebieden in de provincie Overijssel. Van belang is het feit dat de Natuurbeschermingswet uitgaat van zogenoemde externe werking: ook wanneer een ruimtelijke activiteit, die plaatsvindt buiten een Natura 2000-gebied, gevolgen kan hebben voor dat Natura 2000-gebied, moet een vergunning worden aangevraagd Ontgrondingenwet Bij de uitvoering van een bodemsanering is altijd tevens de Ontgrondingenwet (OW) in het geding. Onder een ontgronding volgens die wet moet immers worden verstaan: iedere verlaging van het maaiveld of van een waterbodem, ongeacht het doel of de tijdsuur ervan. Bijgevolg is iedere bodemsanering in beginsel tevens ontgrondingsvergunning-plichtig, tenzij sprake is van een vrijstelling op grond van de OW of van een provinciale verordening op basis van die wet. Zo geldt een vrijstellingsbepaling op grond van de OW voor bodemsaneringen ter uitvoering van het provinciaal Milieuprogramma. Voor bodemsaneringen, die hieronder niet expliciet vallen, hanteert de provincie eveneens deze vrijstellingsgrond, indien inhoudelijk sprake is van een bodemsanering in de zin van het Milieuprogramma. Dit betekent verder, dat bij de opstelling van het saneringsplan met dit ontgrondingenaspect expliciet rekening moet zijn gehouden, evenals in de provinciale goedkeuringsbeschikking van dit saneringsplan. Voor de rechtstreeks bevoegde gemeenten in Overijssel op grond van de Wet bodembescherming betekent dit, dat deze vrijstellingsgrond geldt, indien zij op dezelfde wijze met dit ontgrondingenaspect rekening hebben gehouden in hun bodembeleidsplan, en dit aspect expliciet onderdeel uitmaakt van het saneringsplan, alsmede van hun goedkeuringsbeschikking van het saneringsplan. Tot slot is belangrijk, dat bij toepassing van deze vrijstellingsbepaling in alle gevallen geldt, dat bij de ontgronding in kwestie geen sprake mag zijn van zandwinning ten behoeve van werken elders, noch van een grotere ontgronding dan functioneel noodzakelijk om tot de beoogde bodemsanering te komen. Deze functionaliteitstoets dient expliciet duidelijk te worden gemaakt. 5 In onderhavig stuk wordt het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit genoemd als het feit heeft gespeeld voor de kabinetsformatie in 2010 en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie als het de periode na de kabinetsformatie of het heden betreft. 18

20 2.2.8 Archeologie, Monumentenwet & Verdrag van Valletta (Malta) In 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. In deze wet is het doel van het in 1992 gesloten Verdrag van Valletta (Malta) verwerkt. Bodemsanering en archeologie komen elkaar tegen als op een archeologisch interessante locatie een bodemsanering noodzakelijk is. Het is van belang om in dergelijke situaties bij het opstellen van een saneringsplan contact op te nemen met de archeologische dienst Het Oversticht, aangezien de aanwezigheid van archeologisch interessante objecten invloed heeft op de te kiezen saneringsvariant. De provincie Overijssel beschikt over overzichten met aardkundige waardevolle gebieden en archeologische waarden. Met de provinciale archeoloog, die werkzaam is bij het Oversticht of de regio-archeoloog kunnen nadere afspraken gemaakt worden over de uitvoering van de bodemsanering en de wijze waarop het archeologisch onderzoek daarin een plek krijgt. Het wordt sterk aangeraden om deze afspraken in het saneringsplan op te nemen. Dit geldt overigens niet alleen voor saneringen waarbij grond ontgraven wordt, maar ook voor saneringen waarbij de grondwaterstand wordt verlaagd aangezien daling van het grondwaterpeil tot gevolg kan hebben dat archeologische fondsten 'bloot' komen te liggen en oxideren of anderszins schade oplopen. Ook bij bodemonderzoek kan gestuit worden op archeologisch interessante materialen. In dergelijke gevallen dient contact opgenomen te worden met de regio- of provinciale archeoloog. Andersom dient de archeoloog contact op te nemen met het bevoegd gezag Wet bodembescherming wanneer archeologisch onderzoek uitgevoerd wordt op een ernstig vervuilde locatie Arbeidsomstandighedenwet In de CROW-publicatie 132 wordt uitvoerig aandacht besteed aan de veiligheids- en gezondheidsaspecten bij het werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd grondwater uit land- en waterbodems. Onder het werken in of met wordt ook verstaan het vervoeren, bergen en storten van grond. Daarnaast gaat het in op het milieutechnisch bodemonderzoek dat aan elke daadwerkelijke activiteit met verontreinigde grond en/of verontreinigd grondwater voorafgaat, en daarna de beheerfase. In de CROW 132 worden maatregelen om blootstelling te voorkomen gestuurd op het werkelijke blootstellingrisico, waardoor schijnveiligheid zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Hierbij worden een T-klasse (toxiciteit) en een F-klasse (explosiegevaar) onderscheiden. Voor verschillende stoffen worden verschillende veiligheidsregimes onderscheiden. Bij saneringen geldt dat het veiligheidsregime dat van toepassing is wordt vermeld in het saneringsplan. Daarnaast is de aannemer verplicht een veiligheidsplan (V&G-plan) op te stellen. Bij het niet naleven van het van toepassing zijnde veiligheidsregime heeft de provincie als bevoegd gezag wet bodembescherming geen bevoegdheden. Wel zal de provincie de constatering melden bij het bevoegd gezag De Arbeidsinspectie Algemene Plaatselijke Verordening In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn algemene regels opgenomen, waarmee de provincie of gemeente te maken kan krijgen als een bodemsanering in uitvoering is. Zo is in de APV geregeld dat voor het kappen of verplaatsen van bomen een vergunning dient te worden aan- 19

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen november 2017 Herziening bodembeleid: Veranderen Minder sectoraal, meer in verbinding met andere domeinen Na voltooien spoedopgave geen zelfstandige saneringsplicht

Nadere informatie

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten provincie H o L L A N D ZUID Vergadering December 2009 Nummer 6130 onderwerp Zesde tranche Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV) 1 Besluit

Nadere informatie

De waterbodems in de Waterwet

De waterbodems in de Waterwet De waterbodems in de Waterwet Platform Toezicht Bodembeheer Ede, 13 oktober 2009 Peter de Putter Sterk Consulting, projectleider Invoering Waterwet i.o.v. V&W/DGW Inhoud presentatie 1. Ontwikkelingen en

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

Waterbodems in de Waterwet

Waterbodems in de Waterwet Waterbodems in de Waterwet Baggernet Eefje Bruinsma (RWS Corporate Dienst) De Waterwet Integratie van de volgende sectorale wetten: Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) Wet verontreiniging zeewater

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 29 januari 2002 Nr. 2002-00786, RMA Nummer 3/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot instemming met de Bodemvisie en het MeerjarenProgramma

Nadere informatie

Rapport bodeminformatie

Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Percelen Perceelnummers Geselecteerd gebied Locatiegegevens Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: x 258014.8 y 492124.2

Nadere informatie

bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Waterwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Waterwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Hoofdlijnen van de watervergunning en de omgevingsvergunning Waterwet integreert

Nadere informatie

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 PARTIJEN 1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend als bestuursorgaan, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage Pagina 1 van 11-19-04-2017 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave Inleiding Thorbeckestraat 88 Thorbeckestraat 80-82 Thorbeckestraat 84 Thorbeckestraat

Nadere informatie

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen)

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) (Tekst geldend op: 11-03-2010) Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 en Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staatssecretaris van IenM bestuursorgaan, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu voor zover haar portefeuille is betrokken, tevens handelend

Nadere informatie

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload.

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload. Algemeen deel Dit meldingsformulier is niet van toepassing voor meldingen in het kader van het Besluit en de Regeling uniforme saneringen (BUS-meldingen). Voor een melding in het kader van BUS wordt verwezen

Nadere informatie

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis Uitleg deze workshop. Wetgeving wordt vaak als droge kost ervaren. Erg moeilijk door te lezen en soms vrij onbegrijpelijk. Toch hebben we in de procesindustrie ook met wetgeving te maken. In deze workshop

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN Algemeen 1. Gegevens locatie Locatienaam 2. Melding betreft Nader onderzoek (art. 29 in samenhang met art. 37) Saneringsplan (art. 28/39) Deelsaneringsplan

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 6102 22 december 2017 Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) Provinciale

Nadere informatie

PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem. Michiel Gadella Rijkswaterstaat/Bodem+

PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem. Michiel Gadella Rijkswaterstaat/Bodem+ PTB - Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Michiel Gadella /Bodem+ 8-3-2017 Onderwerpen Vormgeving Verhouding Aanvullingswet en Besluit tot Ow Materieel/inhoud Het bodemperspectief Historische verontreinigingen

Nadere informatie

Normen en decentraal maatwerk. Kansen voor bodem in de omgevingswet. Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem

Normen en decentraal maatwerk. Kansen voor bodem in de omgevingswet. Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem Normen en decentraal maatwerk Kansen voor bodem in de omgevingswet Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem STRONG? Bouwen verblijfsfuncties. Onderzoek Toets Saneren Voorkomen verontreinigingen

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig* ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen in tweevoud toezenden aan: Gedeputeerde

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven

Nadere informatie

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal Toelichting op veranderingen Om de veranderingen in de ontwerp Interim omgevingsverordening ten opzichte van vigerende regels inzichtelijk te maken, is per thema in onderstaand overzicht aangegeven welke

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen

Nadere informatie

5 Uitvoeren van activiteiten

5 Uitvoeren van activiteiten 5 Uitvoeren van activiteiten 5.1 Algemene regels Algemene regels 5.1.1 Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels De PS kunnen

Nadere informatie

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging De gemeente Leiden is sinds 1 januari 2002 bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) voor haar eigen grondgebied. Deze taken zijn overgenomen van

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming;

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming; Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 juni 2007, nr. LMV 2007058967, houdende regels voor het uniformeren van publiekrechtelijke beperkingen Wet bodembescherming

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Leemans Milieuconsultants B.V. Aangevraagde activiteiten : Intrekking omgevingsvergunning beperkte milileutoets (OBM)

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt in de reguliere procedure: 204,50 2.2.1.2 vooroverleg wanneer het een

Nadere informatie

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort De Waterwet in het kort De Waterwet in het kort Waarom een nieuwe Waarom een nieuwe Waterwet? Waterwet? Klimaatverandering Nederland is een waterland. Dat een groot deel van ons land onder de zeespiegel

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) (Tekst geldend op: 06-01-2010) Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen toevoegen aan uw zaak. 1a. Ligging

Nadere informatie

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht. Zaaknummer 2017-202327 Maastricht 12 juni 2017 Ons kenmerk 2017/41031 Bijlage(n) Verzonden 12 juni 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg 1. Aanvraag Op 21 april 2017, gedateerd 19 april 2017,

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Groot Salland Aangevraagde activiteiten : Aanpassen van de installatie in het kader van de gasveiligheid Locatie

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen Ministerie Infrastructuur en Milieu 1 Verbeterdoelen Ow het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak; het bewerkstelligen

Nadere informatie

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt

Nadere informatie

Omgevingsverordening Limburg 2014/Wijzigingen hoofdstuk 4 inzake geothermie

Omgevingsverordening Limburg 2014/Wijzigingen hoofdstuk 4 inzake geothermie Ontwerp Gedputeerde Staten, 22 november 2016 Omgevingsverordening Limburg 2014/Wijzigingen hoofdstuk 4 inzake geothermie (wijzigingen zijn in rood aangegeven) Overgangsartikel voor de publicatie in het

Nadere informatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie onderdeel van tijdelijke uitname BBK? Zorgplicht Opslaan > 6 maanden? Is de kwaliteit Kwaliteit grond/bagger > Interventiewaarde én > LMW nota bodembeheer?

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

Aanvullingsbesluit Bodem

Aanvullingsbesluit Bodem Aanvullingsbesluit Bodem Milieubelastende activiteiten Michiel Gadella RWS/Bodem+ Programma Bodem inbouwen in stelsel Nieuwe beleidsfase bodem Rijksregels voor milieubelastende activiteiten Stelselherziening

Nadere informatie

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht. Zaaknummer 2017-206232 Maastricht 11 januari 2018 Ons kenmerk 2018/954 Bijlage(n) Verzonden 15 januari 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg 1. Aanvraag Op 27 november 2017, is een aanvraag

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit

Nadere informatie

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit projectnr. 204156 revisie 02 augustus 2011 Opdrachtgever Gemeente Hof van Twente Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Postbus 54 7470 AB Goor datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring

Nadere informatie

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming PS: 4045048 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De uitgangspunten

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

TARIEVENTABEL 2015 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993.

TARIEVENTABEL 2015 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993. TARIEVENTABEL 2015 Behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993. HOOFDSTUK 1 - Verkeer en Vervoer Verkeer en vervoer 1. Wegenverkeerswet 1994 a. voor een ontheffing

Nadere informatie

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op de op 23 mei 2013 bij hen binnengekomen aanvraag van de Stichting Vergunning Moleneind om vergunning

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Vergadering: 22 december 2016 Agendapunt: tarieven Tarieventabel Tarieventabel, behorende bij de legesverordening 2017

Vergadering: 22 december 2016 Agendapunt: tarieven Tarieventabel Tarieventabel, behorende bij de legesverordening 2017 Tarieventabel 01-01--1 Tarieventabel, behorende bij de legesverordening Indeling tabel Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel

Uitvoeringsbesluit voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel Uitvoeringsbesluit voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel (geconsolideerde versie, geldend vanaf 3-6-2009 tot 1-9-2009) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet

Nadere informatie

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed Studiedag KNOB, 8 juni 2018 Frank Altenburg Wat komt aan de orde? Erfgoedwet versus Omgevingswet Betekenis van Omgevingswet voor cultureel erfgoed

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet, de laatste stand van zaken

Bodem in de Omgevingswet, de laatste stand van zaken Bodem in de Omgevingswet, de laatste stand van zaken Platform Toezicht Bodembeheer 28 november 2017 Marcel Cassee Rijkswaterstaat, Bodem+ Inhoud presentatie Kerninstrumenten Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 864 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op het beschermen van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur Introductie Rik de Visser Manager Infrastructuur Stantec in Nederland 180 medewerkers 34 jaar milieu, veiligheid, infra Delft Arnhem Bodem: Sanering, monitoring, (voor)onderzoek VTH taken overheid Ca.

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Wet Artikel Bevoegdheid m/mg Voorwaarden/ A E V B opmerkingen 1 Algemene wet bestuursrecht

Wet Artikel Bevoegdheid m/mg Voorwaarden/ A E V B opmerkingen 1 Algemene wet bestuursrecht Wijzigingvoorstel Omgevingsdienst Veluwe IJssel andaat- en machtigingsregister Omgevingsdienst Veluwe IJssel Behorende bij het andaatbesluit Omgevingsdienst Veluwe IJssel gemeente Brummen 2014 Wet Artikel

Nadere informatie

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen:

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: Toelichting op meldingsprocedure en meldingsformulier Wbb Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: A B Algemene informatie over de Meldingprocedure bodemsanering; Een toelichting

Nadere informatie

Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010.

Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010. CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR86779_1 29 november 2016 Limburgs bevelsbeleid Wet Bodembescherming 2010 Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010. Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht http://wetten.overheid.nl/bwbr0027474/geldigheidsdatum_25-09-20.. 1 van 8 25-9-2010 11:41 Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Tekst geldend op: 25-09-2010) Wet van 25 maart 2010 tot vaststelling

Nadere informatie

Convenant bodem en ondergrond

Convenant bodem en ondergrond Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 Na 35 jaar komt een historische mijlpaal in zicht: rond 2020 zijn er geen locaties meer waar bodemverontreiniging voor onaanvaardbare risico s zorgt. Ons land begint

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

2.3.1 Bouwactiviteiten. Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit

2.3.1 Bouwactiviteiten. Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de

Nadere informatie

PROJECT TIJDELIJKE OPSLAG OUD ALBLAS TOEPASSEN BAGGERSPECIE

PROJECT TIJDELIJKE OPSLAG OUD ALBLAS TOEPASSEN BAGGERSPECIE PROJECT TIJDELIJKE OPSLAG OUD ALBLAS TOEPASSEN BAGGERSPECIE 09 december 2015 Rapport Titel : Project Tijdelijke opslag Oud Alblas Datum : 09 december 2015 Projectnummer : ENT2015.021 Kenmerk rapportage

Nadere informatie

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed Informatiemiddag Erfgoedwet, 17 juni 2016 Frank Altenburg Inhoud Omgevingswet en Erfgoedwet Wat vindt u waar? Wat is nieuw? Cultureel

Nadere informatie

Herinrichten diepe plassen

Herinrichten diepe plassen Herinrichten diepe plassen Verantwoord hergebruik is mogelijk 13 april 2011 Tommy Bolleboom, Bodem+ Inhoud Handreiking in notendop Focus op RWS Implementatie tot nu toe 2 Kader handreiking Wat is een diepe

Nadere informatie

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING Mandaten voor combi Basis en Plustaken Mandaten voor Basistaken Mandaten voor Plustaken MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT Algemeen A01 Besluiten op grond van: A02 A03 a. art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : WF Recycling Aangevraagde activiteiten : Beperken capaciteit opslag gevaarlijke afvalstoffen Locatie : Bedrijvenweg 47

Nadere informatie

Omgevingswet en aanvullingswet Bodem

Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Omgevingswet en aanvullingswet Bodem Marcel Cassee /Bodem+ Platform Informatiebeheer 21 maart 2017 Onderwerpen Vormgeving Verhouding Aanvullingswet en Besluit tot Ow Materieel/inhoud Het bodemperspectief

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking intrekking omgevingsvergunning Aanvrager : Gemeente Deventer Aangevraagd : Intrekking omgevingsvergunning afvalbrengpunt (milieustraat) Locatie : Gorsselseweg

Nadere informatie

* *

* * ontwerp omgevingsvergunning brandveilig gebruiken van een school brandveilig gebruiken van een school Beschikking 265718 *16.151899* 16.151899 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 265718 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 7 juli 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid

Nadere informatie

Besluit van houdende wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met mijnsteen

Besluit van houdende wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met mijnsteen Besluit van houdende wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met mijnsteen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00470985 ODH-2017-00008862 0 1 FEB. 2017 omgevingsdienst Beschikking Wet bodembescherming - deelsaneringsplan Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen

Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen In 2006 is de nieuwe subsidieregeling ten behoeve van bodemsaneringen op bedrijfsterreinen in werking getreden. De regeling vloeit voort uit de in 2001 gemaakte

Nadere informatie

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl advies- en ingenieursbureau RPS Peter Moerman Peter Broers 11 april 2013, Den Bosch Kabels, Leidingen en Bodem Introductie Peter Moerman, Peter Broers en RPS Doel van de presentatie Globaal inzicht geven

Nadere informatie

Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem. Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018

Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem. Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018 Omgevingswet Aanvullingspoor Bodem Michiel Gadella Noordelijke netwerkdag Assen, 4 oktober 2018 11 oktober 2018 Programma Stelselherziening Omgevingswet Aanvullingsspoor bodem Hoe staan we er voor? Inspraak

Nadere informatie

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:

Nadere informatie

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens De nieuwe Omgevingswet Molenadviesraad 7-4-2017 Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens Uitgangspunten Omgevingswet Vormt basis voor het nieuwe stelsel van regelgeving voor de fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 864 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op het beschermen van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het

Nadere informatie

Leges omgevingsvergunningen 2018

Leges omgevingsvergunningen 2018 Leges omgevingsvergunningen 2018 Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om beoordeling van een schetsplan in verband

Nadere informatie

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III MILIEUBELEIDSPLAN ONDERDEEL BODEM visiedocument Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III Visie* De bodem van de gemeente Terneuzen is in 2030 van zodanige kwaliteit dat maximale mogelijkheden

Nadere informatie

MILIEUJAARVERSLAG 2016

MILIEUJAARVERSLAG 2016 MILIEUJAARVERSLAG 2016 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld: 04 april 2017 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Procedure vaststelling Milieuverslag en programma... - 3 - Dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Beleidsdocument duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond

Beleidsdocument duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond Beleidsdocument duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond Vastgesteld door bestuurders van IenM, provincies, gemeenten en waterschappen op >invullen< te Den Haag Hoofddoelsteling

Nadere informatie

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 19 december 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Varkensbedrijf Rijnen Oirschot

Nadere informatie

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen 1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste

Nadere informatie

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,

Nadere informatie