VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.!"

Transcriptie

1 Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 2/2011 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke milieuvoorschriften, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Opmerking Naast het regelingsstroomcircuit kunnen meerdere laststroomcircuits aanwezig zijn. Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan ernstig letsel veroorzaken. Enkele onderdelen op printplaten zijn ook na het uitschakelen van de netspanning nog spanningvoerend. Vóór het verwijderen van apparaatafdekkingen minimaal 4 min. wachten, tot de spanning is afgebouwd. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Opgelet! Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Reparatiewerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet! Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming kan de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Functieomvang... 9 Instelniveaus... 9 Bedieningseenheid Functiebeschrijving Warmtepomp 2de trap Warmtepompcascade Externe functies Blokkering energiebedrijf Extra verwarmingen Tapwaterverwarming Warmwaterbuffer/open verdeler Verwarmingscircuits/koelcircuit Koelfuncties Zwembadverwarming Storingen oplossen Overzicht Meldingen Diagnose (servicecontroles) Uitgangen controleren (actorentest) Functiecontrole LON deelnemerscontrole Geen weergave op het display van de bedieningseenheid Regelingsinstellingen Codeerniveau 1 in het servicemenu Parametergroep installatiedefinitie Parametergroep installatiedefinitie Installatieschema! Temperatuurverschil voor het berekenen van de verwarmingsgrens! Temperatuurverschil voor het berekenen van de koelgrens! Zwembad! Externe uitbreiding! A Cascadeaansturing! Aantal volgende warmtepompen in cascade! B Vermogen volgende warmtepomp! C Gebruik warmtepomp in cascade! Installatiecomponenten bij externe omschakeling! Werkingsmodus bij externe omschakeling! Duur van de externe omschakeling!

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 7014 Werking externe aanvraag op warmtepomp/verwarmingscircuit! Werking extern blokkeren op warmtepomp/verwarmingscircuits! Vitocom 100! A Werking extern blokkeren op pompen/compressor! B Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor installatie! Parametergroep compressor Parametergroep compressor Vrijgave compressor! Condensortemperatuur voor ontdooiende! Vermogen compressortrap 1! Parametergroep compressor 2 Parametergroep compressor Vrijgave compressor! Vermogen compressortrap 2! Parametergroep externe warmtegenerator Parametergroep externe warmtegenerator B00 Vrijgave externe warmtegenerator! B01 Voorrang externe warmtegenerator/verwarmingswater-doorstroomtoestel! B02 Bivalentietemperatuur externe warmtegenerator! B0D Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwateropwarming! Parametergroep warm water Parametergroep warm water Gewenste warmwatertemperatuur Min. warmwatertemperatuur! Maximale warmwatertemperatuur! Hysterese WW-temperatuur warmtepomp! Hysterese WW-temperatuur extra verwarming! Inschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding A Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding C Gewenste temperatuur warm water E Temperatuursensor onder in de warmwaterboiler Vrijgave bijverwarmingen voor tapwateropwarming! Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding! Voorrang tapwateropwarming bij combiboiler! Inschakelpogingen voor WW na hogedrukuitschakeling! Werkwijze boilerlaadpomp!

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Parametergroep zonne-energie Parametergroep solar A00 Type solarregeling! A01 Max. collectortemperatuur! A02 Inschakelhysterese zonnecircuitpomp! A02 Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp! Debiet zonnecircuit voor berekening opbrengst zonne-energie 7A07! A09 Indicatie melding foutieve circulatie! Parametergroep extra elektrische verwarming Parametergroep elektrische verwarming Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement! Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming! Maximaal vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel! A Vermogen voor verwarmingsw.r-doorstroomelement bij blokk. energiebedrijf! B Bivalentietemperatuur Verwarmingswater-doorstroomtoestel! Parametergroep interne hydraulica Parametergroep interne hydraulica Warmtepomp voor bouwwarmte! Tijdprogramma voor droging estrik! C Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag! D Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water! Werkwijze primaire pomp! Werkwijze secundaire pomp! Parametergroep buffer Parametergroep buffer Vrijgave boiler / open verdeler! Temperatuur in modus Constante voor buffer! Hysterese temperatuur boilerverwarming! Maximale temperatuur boiler! Temperatuurgrens in modus Constante voor boiler! Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Ruimtetemperatuur normaal Ruimtetemperatuur verlaagd Afstandsbediening! Niveau stooklijn Inclinatie stooklijn

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 200A Invloed van de ruimtetemperatuuropschakeling! B Ruimtetemperatuurbeïnvloeding! E Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit! Ruimtetemperatuur bij partywerking Parametergroep koeling Parametergroep koeling Koelfunctie! Koelcircuit! Gewenste ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit Minimale aanvoertemperatuur koeling! Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding koelcircuit! Niveau koellijn! Steilheid koellijn! FE Vrijgave Active Cooling Parametergroep tijd Parametergroep tijd C00 tot 7C06 Automatische omschakeling zomertijd - wintertijd! Parametergroep communicatie Parametergroep communicatie Warmtepompnummer in cascade (LON)! Vrijgave communicatiemodule LON! LON deelnemersnummer! LON foutmanager! Buitentemperatuur! LON installatienummer! C Interval voor gegevensoverdracht via LON! FF Tijd via LON! Parametergroep bediening Parametergroep bediening Bediening blokkeren! Printplaten en aansluitmogelijkheden Overzicht van de printplaten Aanwijzingen voor de elektrische aansluitingen Basis- en uitbreidingsprintplaat Rangeerprintplaat Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-G) Kroonsteentjes (uitsluitend Vitocal 222-G/242-G)

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-S) Kroonsteentjes (alleen Vitocal 222-S/242-S) Regelaar- en sensorprintplaat NC-printplaat (alleen Vitocal 333-G NC) EEV-printplaat AVI-printplaat (alleen ) Druksensoren Verklaringen Conformiteitsverklaring Index

9 Inleiding Functieomvang Deze servicehandleiding bevat de volgende informatie over de warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A en type WO1B voor Viessmann warmtepompen: Functiebeschrijving Regelingsparameters voor de aanpassing van de warmtepomp aan de verschillende eisen en bedrijfsvoorwaarden Diagnosemogelijkheden voor verwarmingsinstallatie en koudecircuit Maatregelen voor het verhelpen van storingen Overzicht over de elektrische aansluitingen Installatievoorbeelden zie montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepompen Installatievoorbeelden warmtepompen. Bovendien hebben het gekozen installatieschema en de extra uitrusting een grote invloed op de functies die in de warmtepompregeling aanwezig zijn. Een markering van type- of installatiespecifieke gegevens gebeurt alleen op die plaatsen waar dat een direct effect heeft op het gedrag van de warmtepomp of de verwarmingsinstallatie. Voor de markering van de verschillende warmtepompsoorten worden de volgende symbolen gebruikt: : Grond/water-warmtepompen : Lucht/water-warmtepompen : Lucht/water-warmtepompen, splituitvoering De functies en het regelgedrag van de warmtepompregeling worden door de codeerstekker bij de betreffende warmtepomp aangepast. Daarom staat niet bij alle warmtepomptypes de volledige, hier beschreven functieomvang ter beschikking. Instelniveaus Om foutieve bediening van de warmtepomp of andere installatiecomponenten te voorkomen, zijn niet op elk instelniveau alle menu's beschikbaar. Bijv. de regelingsparameters kunnen alleen op het instelniveau van de vakman worden opgeroepen. 9

10 Inleiding Instelniveaus (vervolg) Installatiegebruiker De bediening gebeurt in het basismenu en in het uitgebreide menu en is geschikt voor personen die door de verwarmingsfirma (vakman) over de bediening van de verwarmingsinstallatie zijn geïnstrueerd. In het basismenu zijn de basisbedieningsfuncties en weergaven te vinden. Bijv. het instellen van de gewenste ruimtetemperatuur of de keuze van het werkingsprogramma. Het uitgebreide menu biedt verdergaande functies zoals bijv. de instelling van tijdprogramma's. Druk op voor het oproepen van het uitgebreide menu. Functies op het instelniveau Installatiegebruiker zie bedieningshandleiding. Vakman Op dit instelniveau zijn bijkomende functies en de parameters van Codeerniveau 1 beschikbaar. Deze worden met het symbool! aangeduid. Opmerking Het instelniveau Vakman omvat eveneens de functies van het instelniveau Installatiegebruiker. De instellingen op het codeerniveau 1 mogen alleen door personen van de verwarmingsfirma worden uitgevoerd, die voor Viessmann warmtepompen geschoold zijn. Codeerniveau 1 oproepen zie pagina

11 Inleiding Bedieningseenheid Type WO1A: Basismenu aanvoertemperatuur Verwarming/koeling Warmwater Zonne-energie informatie Kiezen met 40 C i ( Type WO1B: Basismenu HK1 14 C 21 C Aanvoertemperatuur 40 C Opmerking Bevindt het bedieningsgedeelte van de warmtepompregeling zich op de voorkant van de warmtepomp, kan deze bedieningseenheid ook in een wandmontagesokkel (accessoires) in de buurt van de warmtepomp worden geplaatst (leidinglengte max. 5 m). Een stap terug in het menu of annuleren van de begonnen instelling. Cursor-toetsen om in het menu te bladeren of om waarden in te stellen. OK Keuze bevestigen of ingevoerde instelling bewaren. Bedieningsinstructies of extra informatie m.b.t. het gekozen menu oproepen. Uitgebreid menu activeren. 11

12 Functiebeschrijving Warmtepomp 2de trap Enkele warmtepompen kunnen met een warmtepomp 2e trap worden uitgebreid. Daarbij gaat het om een separate warmtepomp, die door de warmtepomp 1e trap wordt gestuurd. De 2e trap heeft geen eigen warmtepompregeling, maar een eigen, afzonderlijk geregeld koudecircuit. Als het vereiste vermogen groter is dan dat van de warmtepomp 1e trap, schakelt de warmtepompregeling de warmtepomp 2de trap in. Opdat de warmtepomp 2e trap geoptimaliseerd kan in- en uitschakelen, moeten de vermogens van de twee compressoren bekend zijn. Parameter Instelling Compressor 1: Vrijgave compressor Vermogen compressortrap Waarde overeenkomstig het nominale vermogen van de warmtepomp 1e trap, zie typeplaatje. Compressor 2: Vrijgave compressor Vermogen compressortrap Waarde in overeenstemming met het nominale vermogen van de warmtepomp 2e trap, zie typeplaatje. Warmtepompcascade Een warmtepompcascade bestaat uit een hoofdtoestel en volgende warmtepompen: Tot max. 3 volgende warmtepompen bij aansluiting via KM-bus in combinatie met de externe uitbreiding H1. Tot max. 4 volgende warmtepompen bij aansluiting via LON. Elke volgende warmtepomp heeft een warmtepompregeling. Hoofdtoestel en volgende warmtepompen kunnen telkens 2-traps zijn. Het hoofdtoestel stuurt de werking van de warmtepompen binnen de cascade. Cascade via externe uitbreiding H1 Het hoofdtoestel vraagt de volgende warmtepompen via de schakeluitgangen van de externe uitbreiding H1aan. 12

13 Functiebeschrijving Warmtepompcascade (vervolg) Elektrisch aansluitschema A 2 avg 1 X3.10 X3.11 L D X3.12 X3.13 E B 230V C avg N? L sa L? N fö L1? N F X3.12 X V N? L sk G H X3.12 X V N? L sö K N L1 A 1e warmtepomp (hoofdtoestel) B KM-bus C Externe uitbreiding H1 D Spanningsloos contact Externe vraag E 1e Volgende warmtepomp F Spanningsloos contact Externe vraag G 2e Volgende warmtepomp 13

14 Functiebeschrijving Warmtepompcascade (vervolg) H Spanningsloos contact Externe vraag K 3e Volgende warmtepomp L Ingang groepsalarmmelding volgende warmtepomp Open contact X3.10 / X3.11 activeert melding Afhankelijk van de installatie-uitvoering kan met parameter Gebruik warmtepomp in cascade 700C op het hoofdtoestel het gebruik voor alle volgende warmtepompen worden ingesteld: Ruimteverwarming/ruimtekoeling Tapwaterverwarming Zwembadverwarming De omschakeling tussen ruimteverwarming/ruimtekoeling en tapwaterverwarming gebeurt door een centrale 3-wegomschakelklep die door het hoofdtoestel wordt aangestuurd. Als de volgende warmtepompen voor het omschakelen eveneens 3-weg-omschakelkleppen gebruiken, moeten de betreffende schakeluitgangen van hun warmtepompregelingen parallel aan de centrale omschakelklep worden aangesloten. Storingen aan volgende warmtepompen worden aan het hoofdtoestel gemeld ( E2 volgende warmtepomp ). 14

15 Functiebeschrijving Warmtepompcascade (vervolg) Parameterinstelling Parameter Instelling Hoofdtoestel Volgende warmtepomp Installatieschema t/m Externe uitbreiding (7010) 1 0 Cascadeaansturing 700A 1 0 Aantal volgende warmtepompen 1 t/m 15 in cascade 5735 Vermogen volgende warmtepomp 0 t/m B Gebruik warmtepomp in cascade 0 t/m C Aanvoertemperatuur bij externe aanvraag 730C 0 t/m 700 ( 0 tot 70 C) Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/ww 730D 1 1 Cascade via LON In de warmtepompregelingen moeten de volgende communicatiemodules (accessoires) zijn ingebouwd: Communicatiemodule LON voor cascade in het hoofdtoestel Communicatiemodule LON in volgende warmtepompen Afhankelijk van de installatie-uitvoering kunnen alle warmtepompen van een LON-cascade met de parameter Gebruik warmtepomp in cascade 700C los van elkaar voor verschillende functies worden vrijgegeven: Ruimteverwarming/ruimtekoeling Tapwaterverwarming Zwembadverwarming Tapwaterverwarming door zonneenergie (alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie mogelijk) Meerdere functies tegelijk zijn mogelijk. Ruimteverwarming/ruimtekoeling Hoofdtoestel en volgende warmtepompen zijn hydraulisch parallel geschakeld, waarbij iedere tak een eigen circulatiepomp heeft. 15

16 Functiebeschrijving Warmtepompcascade (vervolg) Tapwaterverwarming Aansluitvarianten hoofdtoestel en volgende warmtepompen: Parallel met de aanvoer naar de warmwaterboiler: Iedere volgende warmtepomp heeft een eigen circulatiepomp voor de boilerverwarming die bij aanvraag door het hoofdtoestel door de volgende warmtepomp wordt ingeschakeld. Telkens via een eigen 3-weg-omschakelklep Verwarmen/tapwaterverwarming parallel met de aanvoer naar de warmwaterboiler: De omschakeling gebeurt afhankelijk van de aanvraag van het hoofdtoestel aan de betreffende volgende waterpomp. Parallel aan een gemeenschappelijk secundair aanvoercircuit: De omschakeling wordt verzorgd door een centrale 3-weg-omschakelklep Verwarmen/tapwaterverwarming. Dit wordt aangestuurd door de warmtepompregeling van het hoofdtoestel. Warmtepomp in LON integreren Voorbeeld van een warmtepompcascade en Vitocom A LON LON B LON LON C A Warmtepompregeling hoofdtoestel B Warmtepompregeling volgende warmtepompen C Vitocom Parameterinstellingen A B C Installatieschema t/m Cascadeaansturing 700A 2 0 Aantal volgende warmtepompen in cascade t/m 4 16

17 Functiebeschrijving Warmtepompcascade (vervolg) A B C Warmtepompnummer in cascade 1 t/m 4 (LON) 5707 Communicatiemodule LON aanwezig 1 1 Vrijgave communicatiemodule LON 7710 LON installatienummer t/m 5 1 t/m 5 LON deelnemersnummer t/m 99 1 t/m 99 1 t/m 99 Hetzelfde nummer mag niet twee keer worden uitgegeven. LON foutmanager 7779 Er mag slechts één regeling per installatie als foutmanager worden 0 of 1 0 of 1 Toestel is steeds foutmanager gecodeerd. Tijd via LON 77FF 2 1 Toestel ontvangt tijd Buitentemperatuur via LON Interval voor gegevensoverdracht via LON 779C Vermogen volgende warmtepomp 0 t/m B Gebruik warmtepomp in cascade 0 t/m 31 0 t/m C Aanvoertemperatuur bij externe 0 t/m 700 aanvraag 730C 0 t/m 70 C Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water 730D 0 / 1 0 / 1 Externe functies De volgende functies zijn mogelijk: Externe aanvraag/externe mengklep OPEN of regelfunctie Extern omschakelen van de werkingsmodus Extern blokkeren/externe mengklep DICHT of regelfunctie 17

18 Functiebeschrijving Externe functies (vervolg) Overzicht externe functies Extern aanvragen Werkingsmodus omschakelen aansluiting Signaal Externe aanvraag : X3.12 / X3.13 op rangeerprintplaat (zie pagina 181) of Via KM-BUS door volgende toestellen: Externe uitbreiding H1 (stekker avd) Vitocom Extern blokkeren Signaal Extern blokkeren : X3.2 / X3.14 op rangeerprintplaat (zie pagina 181) of Via KM-BUS door volgende toestellen: Externe uitbreiding H1 (stekker avd) Vitocom Effect van het signaal Compressor inschakelen. Mengklep van de verwarmingscircuits OPEN of regelwerking. Aanvoertemperatuur in het secundaire circuit op een vaste gewenste aanvoertemperatuur regelen. Werkingsmodus van volgende installatiecomponenten voor een bepaalde periode omschakelen: Verwarmingscircuits Warmwaterbuffer Warmwaterboiler Opmerking Het signaal Extern blokkeren heeft Prioriteit voor het signaal Externe aanvraag. Compressor uitschakelen. Mengklep van de verwarmingscircuits DICHT of regelwerking. 18

19 Functiebeschrijving Externe functies (vervolg) Extern aanvragen Werkingsmodus omschakelen Gewenste aanvoertemperatuur secundair circuit Volgens Aanvoertemperatuur bij externe ratuur die ontstaat via de Hoogste aanvoertempe- aanvraag 730C actueel geldende werkingsmodus van de instal- of Via een analoog spanningssignaal bij stekker latiecomponenten. avf van de externe uitbreiding H1 (0 tot 10 V komt overeen met 0 tot 100 C in de toestand bij levering). De hogere waarde wordt gebruikt. Parameter Installatieschema 7000 op 0 tot 10 Werking externe aanvraag op warmtepomp/ verwarmingscircuit 7014 Prioriteit externe aanvraag 7019 Installatieschema 7000 op 0 tot 10 Installatiecomponenten bij externe omschakeling 7011 Bedrijfsstatus bij externe omschakeling 7012 Duur van de externe omschakeling 7013 Extern blokkeren Geen instelwaarde. Opmerking Vorstbescherming is niet gewaarborgd, vrijgegeven extra verwarmingen worden niet ingeschakeld. Installatieschema 7000 op 0 tot 10 Werking extern blokkeren op warmtepomp/ verwarmingscircuits 7015 Werking extern blokkeren op pompen/compressor 701A Blokkering energiebedrijf Elektrische lage tarieven bevatten vaak de overeenkomst dat de elektrische toevoer voor compressor en verwarmingswaterdoorstroomtoestel door het energiebedrijf meermaals per dag mag worden onderbroken. Het uitschakelsignaal van het energiebedrijf ontvangt de warmtepompregeling via aansluitingen X3.6/X3.7 op de rangeerprintplaat (potentiaalvrij contact noodzakelijk). Opdat de overige functies van de verwarmingsinstallatie tijdens de blokkering door het energiebedrijf ter beschikking staan, wordt de spanningstoevoer van de warmtepompregeling daarbij niet uitgeschakeld. 19

20 Functiebeschrijving Extra verwarmingen Als extra verwarming voor de ruimteverwarming kan een verwarmingswaterdoorstroomtoestel of/en een externe warmtegenerator worden gebruikt. Beide toestellen moet zo zijn aangesloten, dat deze door de warmtepompregeling kunnen worden aangestuurd. Voorrang externe warmtegenerator/verwarmingswater-doorstroomtoestel 7B01 legt vast welke warmtebron de warmtepompregeling bij verhoogde warmtevraag in de verwarmingscircuits met voorrang inschakelt. Externe warmtegenerator De warmtepompregeling maakt de bivalente werking van de warmtepomp met een externe warmtegenerator mogelijk, bijv. verwarmingsketel op olie. De externe warmtegenerator is hydraulisch zodanig geïntegreerd dat de warmtepomp ook voor de verhoging van de retourtemperatuur van de verwarmingsketel kan worden gebruikt. De systeemscheiding gebeurt ofwel met een openverdeler of met een warmwaterbuffer. Voor een optimale werking van de warmtepomp moet de externe warmtegenerator via een mengklep in de installatieaanvoer (achter warmwaterbuffer) worden geïntegreerd. Omdat de warmtepompregeling deze mengklep direct aanstuurt, wordt een snelle reactie bereikt. Ruimteverwarming Als het langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur beneden de Bivalentietemperatuur van de externe warmtegenerator ligt, schakelt de warmtepompregeling de externe warmtegenerator in. Bij warmtevraag van de verbruikers (bijv. bij vorstbescherming of bij een defect van de warmtepomp) wordt de externe warmtegenerator ook boven de bivalentietemperatuur ingeschakeld. Tapwaterverwarming Zie hoofdstuk Tapwaternaverwarming met extra verwarmingen. Veiligheidsfuncties De warmtepompregeling heeft geen veiligheidsfuncties voor de externe warmtegenerator. 20

21 Functiebeschrijving Extra verwarmingen (vervolg) Ter bescherming tegen te hoge aanvoeren retourtemperaturen van de warmtepomp moeten twee veiligheidstemperatuurbegrenzers worden aangesloten (schakeldrempel beide 70 C): Veiligheidstemperatuurbegrenzer om de externe warmtegenerator uit te schakelen en Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor het uitschakelen van de secundaire pompen Verwarmingswater-doorstroomtoestel Als extra warmtebron kan in het secundaire aanvoercircuit een elektrisch verwarmingswater-doorstroomtoestel worden geïntegreerd. Afhankelijk van het type warmtepomp kan het verwarmingswater-doorstroomtoestel deel uitmaken van de leveromvang of moet deze door de installateur worden geleverd. Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel Het verwarmingswater-doorstroomtoestel kan apart voor de ruimteverwarming en voor de tapwaternaverwarming worden vrijgegeven. Voor de ruimteverwarming met verwarmingswater-doorstroomtoestel moet de langdurig gemiddelde buitentemperatuur lager liggen dan de Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstroomtoestel 790B. Afhankelijk van de warmtevraag schakelt de warmtepompregeling de trappen 1, 2 of 3 van het verwarmingswater-doorstroomtoestel in ( Max. vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel 7907 ). Zodra de max. aanvoertemperatuur in het secundaire circuit Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E is bereikt, schakelt de warmtepompregeling het verwarmingswaterdoorstroomtoestel uit. Om het volledig opgenomen elektrische vermogen te begrenzen schakelt de warmtepompregeling onmiddellijk voor de start van de compressor het verwarmingswater-doorstroomtoestel gedurende enkele seconden uit. Daarna wordt iedere trap na elkaar met een onderlinge periode telkens 10 sec apart ingeschakeld. Als bij ingeschakeld verwarmingswaterdoorstroomtoestel het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur in het secundaire circuit niet binnen 24 h min. 1 K stijgt, geeft de warmtepompregeling een storingsmelding AB verwarmingswater-doorstroomtoestel. 21

22 Functiebeschrijving Extra verwarmingen (vervolg) Tapwaterverwarming Zie hoofdstuk Tapwaternaverwarming met extra verwarmingen. Vrijgaven voor ruimteverwarming met extra verwarming Parameter Externe warmtegenerator Verwarmingswater-doorstroomtoestel Vrijgave externe warmtegenerator 7B00 1 Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming Tapwaterverwarming Tapwaterverwarming door de warmtepomp De tapwaterverwarming door de warmtepomp is bij levering ten opzichte van de ruimteverwarming/ruimtekoeling met voorrang geschakeld. Een wijziging kan alleen door een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor warmtepompen worden uitgevoerd. De warmtepompregeling schakelt tijdens boilerverwarming de tapwatercirculatiepomp uit. Boilerverwarming in- en uitschakelen Wanneer de temperatuur bij de inschakeltemperatuursensor met meer dan Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007 onder de actueel gewenste warmwatertemperatuur valt, begint het opwarmen van de boiler. De boilerverwarming eindigt, als de temperatuur aan de uitschakelsensor boven de gewenste warmwatertemperatuur stijgt of zodra Max. warmwatertemperatuur 6006 is bereikt. 22

23 Functiebeschrijving Tapwaterverwarming (vervolg) Een boilertemperatuursensor, inbouw in warmwaterboiler boven Werkingsmodus in het tijdprogramma warmwater Eenmalige tapwaterverwarming Boven Normaal 2e temp. Boilertemperatuursensor boven AAN UIT, alleen bij warmtepompen zonder geïntegreerde warmwaterboiler en zonder elektrisch verwarmingselement. Een externe warmtegenerator mag niet zijn vrijgegeven voor tapwaterverwarming. Retourtemperatuursensor secundair circuit Insteltemperatuur voor het uitschakelen van de boilerverwarming UIT, alleen bij warmtepompen met geïntegreerde warmwaterboiler Gewenste warmwatertemperatuur 6000 Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C Twee boilertemperatuursensor, inbouw in warmwaterboiler boven en onder Werkingsmodus in het tijdprogramma warmwater Eenmalige tapwaterverwarming Boven Normaal 2e temp. Boilertemperatuursensor AAN AAN AAN AAN UIT boven Boilertemperatuursensor UIT UIT UIT onder Retourtemperatuursensor secundair circuit Insteltemperatuur voor het uitschakelen van de boilerverwarming Gewenste warmwatertemperatuur 6000 Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C Gewenste warmwatertemperatuur

24 Functiebeschrijving Tapwaterverwarming (vervolg) Opmerking De onderste boilertemperatuursensor moet met Temperatuursensor onder in warmwaterboiler 600E worden vrijgegeven. Werkingsmodus Bedieningshandleiding Vitotronic 200. Tapwaternaverwarming met extra verwarmingen Mogelijke extra verwarmingen: Verwarmingswater-doorstroomtoestel (afhankelijk van de leveromvang van het warmtepomptype, accessoire of door de installateur te leveren) Externe warmtegenerator of Elektrisch verwarmingselement (afhankelijk van de leveromvang van het warmtepomptype, accessoire of door de installateur te leveren) ingebouwd in de warmwaterboiler Opmerking Een elektrisch verwarmingselement en een externe warmtegenerator kunnen niet tegelijk worden vrijgegeven voor tapwaternaverwarming. De extra verwarming wordt ingeschakeld als de gewenste temperatuur bij de bovenste boilertemperatuursensor meer dan Hysterese WW-temperatuur extra verwarming 6008 wordt overschreden. Het geïntegreerde lastmanagement van de warmtepompregeling bepaalt welke extra verwarmingen worden aangevraagd. De externe warmtegenerator heeft voorrang op het verwarmingswater-doorstroomtoestel. Opmerking De externe warmtegenerator schakelt uit, zodra de gewenste waarde bij de bovenste boilertemperatuursensor met aftrek van een hysterese van 1 K is bereikt. 24

25 Functiebeschrijving Tapwaterverwarming (vervolg) Vrijgaven voor tapwaternaverwarming Parameter Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding 6014 Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015 Vrijgave verwarmingswaterdoorstroomtoestel 7900 Vrijgave externe warmtegenerator 7B00 Vrijgave externe warmtegen. voor warmwaterbereiding 7B0D Verwarmingswaterdoorstroomtoestel Elektrisch verwarmingselement Externe warmtegenerator Vorstbescherming Zakt de temperatuur bij de boilertemperatuursensor onder 3 C, schakelt de warmtepompregeling ook het verwarmingswater-doorstroomtoestel (afhankelijk van het warmtepomptype, accessoire of door de installateur te leveren), de externe warmtegenerator of het elektrisch verwarmingselement (afhankelijk van het warmtepomptype, accessoire of door de installateur te leveren) direct in. Opmerking Een evt. geactiveerde blokkering van de elektrische verwarmingen voor de tapwaterverwarming is niet geldig ( Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015 naar 0 ). De verwarming voor vorstbescherming eindigt, als de temperatuur bij de bovenste boilertemperatuursensor boven 10 C stijgt. 25

26 Functiebeschrijving Tapwaterverwarming (vervolg) Tapwaterverwarming door zonne-energie Via de in de warmtepompregeling geïntegreerde zonneregelingsfunctie (indien aanwezig). of via de externe zonneregeling Vitosolic. Montage- en servicehandleiding Vitosolic Geïntegreerde zonneregelingsfunctie De regeling gebeurt via het temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor en boilertemperatuursensor. Positie van de boilertemperatuursensor Onder in de warmwaterboiler. Opmerking In dat geval is deze temperatuursensor niet beschikbaar voor andere functies. of In de zonnecircuitretour. Opmerking Zijn beide temperatuursensoren aangesloten, wordt de hogere waarde gebruikt. De zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld als het temperatuurverschil hoger wordt dan de waarde van parameter Inschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A02. De zonnecircuitpomp wordt volgens de volgende criteria uitgeschakeld: Het temperatuurverschil is hoger dan de waarde Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A03. De Max. warmwatertemperatuur 6006 is bereikt. Kortsluiting of onderbreking van de collectortemperatuursensor of boilertemperatuursensor. Onderdrukking van de naverwarming van de warmwaterboiler De Warmwatertemperatuur 6000 wordt tijdens de tapwaterverwarming door zonne-energie met 5 K verlaagd. Balancering Zie parameter Debiet zonnecircuit voor berekening opbrengst zonneenergie 7A07. Recirculatie Als de terugslagklep in het zonnecircuit defect is, kunnen lage collectortemperaturen tot ongewenste recirculatie in het zonnecircuit leiden. De weergave van de melding A4 terugslagklep wordt door het instellen van de parameter Indicatie melding foutieve circulatie 7A09 geactiveerd. 26

27 Functiebeschrijving Warmwaterbuffer/open verdeler Bij verwarmingscircuits met mengkleppen moet een warmwaterbuffer worden voorzien. Bij installatieschema's 3 t/m 10 is de warmwaterbuffer automatisch vrijgegeven. Wordt bij de installatieschema's 1 en 2 een warmwaterbuffer gebruikt, moet deze via parameter Vrijgave buffer / open verdeler 7200 worden vrijgegeven. Functies: Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf: Een warmwaterbuffer voorziet de verwarmingscircuits ook tijdens die blokkeertijd van warmte. Voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in het secundaire circuit en het verwarmingscircuit. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkranen verlaagd wordt, blijft het debiet in het secundaire circuit constant. Langere looptijd van de warmtepomp. Het grotere watervolume en evt. een aparte afsluiting van de warmtegenerator, maken een extra of een groter expansievat noodzakelijk. Opmerking Het debiet van de secundaire pomp moet groter zijn dan het debiet van de CV-pompen. Het beveiligen van de warmtepomp gebeurt volgens EN Opmerking voor installaties met met open verdeler Bij gebruik van een open verdeler moet ervoor worden gezorgd dat het debiet van het verwarmingscircuit groter is dan het debiet van de warmtepomp aan secundaire zijde. De warmtepompregeling behandelt een open verdeler als een kleine warmwaterbuffer. Daarom moet de open verdeler in de warmtepompregeling als warmwaterbuffer worden geconfigureerd ( Vrijgave buffer / open verdeler 7200 ). Verwarming van warmwaterbuffer met de warmtepomp Verwarming in- en uitschakelen Komt de buffertemperatuur Hysterese temperatuur verwarming buffer 7203 onder de actuele gewenste buffertemperatuur, start de verwarming van de warmwaterbuffer. De verwarming eindigt, als de temperatuur bij de uitschakelsensor boven de gewenste buffertemperatuur komt of zodra Max. warmwatertemperatuur 7204 is bereikt. Opmerking Bij een defect van de buffertemperatuursensor wordt het verwarmen van de warmwaterbuffer direct beëindigd. 27

28 Functiebeschrijving Warmwaterbuffer/open verdeler (vervolg) Buffertemperatuursensor Retourtemperatuursensor secundair circuit Gewenste buffertemperatuursensorwaarde, bij bereiken wordt de verwarming uitgeschakeld. Werkingsmodus Bedieningshandleiding Vitotronic 200. Werkingsmodus bij tijdprogramma warmwaterbuffer Boven Normaal Constante AAN AAN AAN UIT, al naargelang welke sensor de UIT UIT gewenste temperatuur het eerst heeft bereikt. Hoogste aanvoertemperatuur van alle aangesloten verwarmingscircuits Temperatuur in werkingsmodus constante voor buffer 7202 Verwarming van warmwaterbuffer met extra verwarmingen Als extra verwarming voor de warmwaterbuffer kan nu alleen het verwarmingswater-doorstroomtoestel worden gebruikt, omdat deze hydraulisch in de aanvoer van het secundair circuit is geïntegreerd. De externe warmtegenerator is via een mengklep in de installatieaanvoer achter de warmwaterbuffer geïntegreerd, waardoor alleen de directe verwarming van de verwarmingscircuits mogelijk is. Verwarming van de warmwaterbuffer met verwarmingswater-doorstroomtoestel zie pagina 21. Vorstbescherming Komt de temperatuur bij de buffertemperatuursensor onder 3 C, schakelt de warmtepompregeling ook het verwarmingswater-doorstroomtoestel en de externe warmtegenerator direct in. Opmerking Een evt. geactiveerde blokkering van het verwarmingswater-doorstroomtoestel voor de ruimteverwarming is niet geldig ( Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming 7902 naar 0 ). 28

29 Functiebeschrijving Warmwaterbuffer/open verdeler (vervolg) De verwarming voor vorstbescherming eindigt, als de temperatuur in de warmwaterbuffer boven 10 C stijgt. Verwarmingscircuits/koelcircuit Opmerkingen m.b.t. minimumdebiet Warmtepompen hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater nodig dat steeds moet worden gehandhaafd. Opmerking Bij grond/water-warmtepompen moet ook aan primaire zijde een minimumdebiet worden gehandhaafd. Minimumdebiet Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepomp. Systemen met kleine watervolumes Om te vaak in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen moet bij systemen met kleine watervolumes (bijv. verwarmingsinstallaties met radiatoren) een warmwaterbuffer worden gebruikt. Systemen met grote watervolumes Bij systemen met grote watervolumes (bijv. vloerverwarmingen) is een warmwaterbuffer niet nodig. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daardoor is ook bij gesloten verwarmingscircuits het minimumdebiet gegarandeerd. Opmerking Bij verwarmingscircuits met mengkleppen moet altijd een warmwaterbuffer worden gebruikt. Ruimteverwarming/ruimtekoeling via een verwarmings-/koelcircuit De warmtepompregeling kan een verwarmingscircuit zonder mengklep (HK1) en max. twee verwarmingscircuits met mengkleppen (HK2/HK3) aansturen. Daarbij kan een verwarmingscircuit voor voor koeling (als verwarmings-/koelcircuit) worden gebruikt (parameter Koeling 7101 ). Opmerking Is een apart koelcircuit aangesloten, kan niet via een verwarmingscircuit worden gekoeld. 29

30 Functiebeschrijving Verwarmingscircuits/koelcircuit (vervolg) Overzicht van de verwarmings-/koelcircuits Verwarmings-/koelcircuit direct aangestuurd via KM-BUS aangestuurd apart koelcircuit A1 (HK1) M2 (HK2) M2 (HK2) M3 (HK3) SKK Mengklep X X X Warmtepomp met max. 2 verwarmings-/koelcircuits X X X Warmtepomp met max. 3 verwarmings-/koelcircuits X X X X Parameter 2xxx 3xxx 3xxx 4xxx 71xx Installatiecomponenten van de verwarmings-/koelcircuits Verwarmings-/koelcircuit direct aangestuurd via KM-BUS aangestuurd apart koelcircuit A1 (HK1) M2 (HK2) M2 (HK2) M3 (HK3) SKK Mengklep X X X Uitbreidingsset mengklep X Mengklepmotor Aangesloten op warmtepompregeling, X directe aansturing met signaal 230 V~ Aangesloten op uitbreidingsset X mengklep Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit Aangesloten op warmtepompregeling 0 X (F12) Aangesloten op uitbreidingsset X mengklep Ruimtetemperatuursensor (in Vitotrol) Ruimtetemperatuursensor koeling X CV-pomp Aangesloten op warmtepompregeling 0 X (212.2) (225.1) Aangesloten op uitbreidingsset X mengklep Warmwaterbuffer 0 X X Aanvoertemperatuursensor installatie (F13) 0 X X 30

31 Functiebeschrijving Verwarmingscircuits/koelcircuit (vervolg) Verwarmings-/koelcircuit direct aangestuurd via KM-BUS aangestuurd apart koelcircuit A1 (HK1) M2 (HK2) M2 (HK2) M3 (HK3) SKK Mengklep X X X NC-mengklep (onderdeel van de NC- X X X 0 Box. Bij door installateur geleverde componenten voor NC-koeling, aansturing via KM-BUS, uitbreidingsset mengklep noodzakelijk). Aanvoertemperatuursensor koelcircuit X X (F14) Vocht-opbouwschakelaar X X X X X aanwezig/noodzakelijk 0 niet noodzakelijk, echter mogelijk niet mogelijk De warmtepomp ontvangt als warmtevraag de maximale waarde van de warmteaanvraag van alle verwarmingscircuits De aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuits zonder mengklep wordt daardoor eventueel hoger dan nodig is. De warmtepompregeling schakelt afhankelijk van de buitentemperatuur om tussen ruimteverwarming/-koeling en vorstbescherming. Voor ruimteverwarming/ruimtekoeling zijn de hiervoor noodzakelijke in- en uitschakelgrenzen instelbaar als verschil t.o.v. de gewenste ruimtetemperatuur: Verwarmingsgrens: Gewenste ruimtetemperatuur Temperatuurverschil voor berekening van de verwarmingsgrens 7003 Er volgt ruimteverwarming als werkingsprogramma Verwarmen en warmwater of Verwarmen/koelen en WW is ingeschakeld en in het tijdprogramma een werkingsmodus actief is. De CV-pomp is permanent ingeschakeld. Koelgrens: Gewenste ruimtetemperatuur + Temperatuurverschil voor berekening van de koelgrens Er volgt ruimtekoeling via een verwarmings-/ koelcircuit als werkingsprogramma Verwarmen/koelen en WW is ingeschakeld en in het tijdprogramma een werkingsmodus actief is. De verwarmings-/koelcircuitpomp is permanent ingeschakeld. 31

32 Functiebeschrijving Verwarmingscircuits/koelcircuit (vervolg) Opmerking De koeling via een apart koelcircuit in niet afhankelijk van de koelgrens. Vorstbeschermingsgrens: De vorstbeschermingsfunctie is alleen actief, als ruimteverwarming door werkingsprogramma Alleen warm water of Uitschakelwerking is uitgeschakeld of geen werkingsmodus in het tijdprogramma actief is (= werkingsmodus Uit ). Om ervoor te zorgen dat korte schommelingen rond deze grenzen niet leiden tot een voortdurende omschakeling tussen ruimteverwarming en ruimtekoeling, zijn vaste hysterese-waarden opgeslagen. Bovendien gebruikt de warmtepompregeling voor de omschakeling het langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur. Bij vorstbescherming is het veiliger, ook met korte schommelingen rekening te houden. Daarom gebruikt de regeling voor het aan- en uitschakelen van de vorstbescherming het tijdelijk gemiddelde van de buitentemperatuur. Bij een aanwezige ruimtetemperatuursensor is ook voor de ruimtetemperatuur een tijdelijk gemiddelde beschikbaar. De warmtepompregeling gebruikt deze waarde voor het verhogen van de ruimtetemperatuur bij weersafhankelijke regeling of voor ruimtetemperatuurafhankelijke regeling. werkingsmodus voor ruimteverwarming/ruimtekoeling Werkingsmodus Normaal Ruimteverwarming/ruimtekoeling volgt via Ruimtetemperatuur normaal Werkingsmodus Verlaagd Ruimteverwarming volgt via Ruimtetemperatuur verlaagd Opmerking Ruimtekoeling is bij deze werkingsmodus niet mogelijk. Werkingsmodus Constante Ruimteverwarming/ruimtekoeling met Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E / Min. aanvoertemperatuur koeling Werkingsmodus Stand-by Deze werkingsmodus is actief, als er geen andere werkingsmodus is ingesteld. Opmerking Ruimtekoeling is bij deze werkingsmodus niet mogelijk. 32

33 Functiebeschrijving Verwarmingscircuits/koelcircuit (vervolg) Ruimteverwarming vindt plaats, als aan één van de volgende criteria is voldaan: Tijdelijk gemiddelde van de buitentemperatuur is lager dan de vorstbeschermingsgrens. Ruimtetemperatuur komt onder 5 C (parameter Afstandsbediening 2003 naar 1 ). Aanvoertemperatuur van de installatie lager dan 5 C. Bij vorstbescherming worden naast de warmtepomp de CV-pompen en de secundaire pomp ingeschakeld. De verwarming bij vorstbescherming eindigt, als aan alle volgende criteria is voldaan: Tijdelijk gemiddelde van de buitentemperatuur is min. 2 K hoger dan de vorstbeschermingsgrens. Ruimtetemperatuur komt boven 7 C (parameter Afstandsbediening 2003 naar 1 ). Aanvoertemperatuur van de installatie hoger dan 15 C. Opmerking De vorstbeschermingsgrens is bij levering 1 C. Een wijziging kan alleen door een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor warmtepompen worden uitgevoerd. Om te vermijden dat de pompen tijdens langere werkingspauzes vast gaan zitten, worden alle door de warmtepompregeling aangestuurde pompen dagelijks om 13:00 uur gedurende 10 s in(pompkick) ingeschakeld. Weersafhankelijke regeling De warmtepompregeling bepaalt de gewenste aanvoertemperatuur uit de betreffende gewenste aanvoertemperaturen Ruimtetemperatuur normaal 2000 of Ruimtetemperatuur verlaagd 2001 en de langdurig gemiddelde buitentemperatuur, volgens de ingestelde stooklijn/koellijn. Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurbeïnvloeding Ruimtetemperatuursensor is noodzakelijk De in de afstandsbediening geïntegreerde ruimtetemperatuursensor wordt via parameter Afstandsbediening 2003 geactiveerd. Activering van de ruimtetemperatuurbeïnvloeding via parameter Ruimtetemperatuurbeïnvloeding 200B. De mate van beïnvloeding van de stooklijn/koellijn wordt bepaald door parameter Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding 200A / Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding koelcircuit Ruimtetemperatuurafhankelijke regeling Opmerking De omschakeling van een weersafhankelijke regeling naar een regeling afhankelijk van de ruimtetemperatuur moet door een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor warmtepompen worden uitgevoerd. 33

34 Functiebeschrijving Verwarmingscircuits/koelcircuit (vervolg) De warmtepompregeling bepaald de gewenste aanvoertemperatuur uit het verschil tussen gewenste ruimtetemperatuur en werkelijke ruimtetemperatuur. Ruimtetemperatuursensor is noodzakelijk De in de afstandsbediening geïntegreerde ruimtetemperatuursensor wordt via parameter Afstandsbediening 2003 geactiveerd. Ruimtekoeling via afzonderlijk koelcircuit Alleen mogelijk als geen koeling plaatsvindt via een verwarmingscircuit (parameter Koelcircuit 7101 ). Er moet altijd een aparte ruimtetemperatuursensor aanwezig zijn. Een apart koelcircuit wordt doorgaans gekoeld. Voor een apart koelcircuit kan geen tijdprogramma worden ingesteld. Ruimteverwarming met extra verwarmingen Zie ook hoofdstuk Extra verwarmingen op pagina 20. Tijdens ruimteverwarming vraagt de warmtepompregeling de externe warmtegenerator of het verwarmingswaterdoorstroomtoestel aan, als tegelijk aan alle volgende criteria wordt voldaan: Aanvoertemperatuur van de verwarmingcircuits ligt gedurende meer dan 4 uur onder de gewenste aanvoertemperatuur. Ruimtetemperatuur ligt bij geactiveerde ruimtetemperatuurbeïnvloeding meer dan 0,5 K onder de gewenste ruimtetemperatuur. Extra verwarmingen zijn vrijgegeven voor de ruimteverwarming en aan de betreffende inschakelcriteria is voldaan: Externe warmtegenerator zie pagina 20. Verwarmingswater-doorstroomtoestel: zie pagina 21. Opmerking oorrang externe warmtegenerator/ verwarmingswater-doorstroomtoestel 7B01 legt vast welke extra verwarming met voorrang wordt ingeschakeld voor de ruimteverwarming. Voor vorstbescherming van de verwarmingscircuits worden beide extra verwarmingen tegelijk ingeschakeld. 34

35 Functiebeschrijving Koelfuncties afhankelijk van het warmtepomptype en de geïnstalleerde accessoires kan onderscheid worden gemaakt tussen natural cooling (NC) en active cooling (AC). Nominaal vermogen van de warmtepomp: Tot ca. 17 kw: NC-Box (met of zonder mengklep) of AC-Box gebruiken. Vanaf ca. 17 kw: Alle voor de koelfunctie noodzakelijke componenten te leveren door de installateur. natural cooling (NC): Grond/water-warmtepomp Naar keuze met of zonder mengklep mogelijk. Temperatuurniveau van de bodem wordt direct overgedragen aan het koelcircuit. Deze functie is zeer efficiënt, omdat de compressor is uitgeschakeld. Opmerking Het gebruik van een mengklep voor de koelfunctie is alleen bij natural cooling mogelijk en houdt vooral bij koelen via vloerverwarmingcircuits de aanvoertemperatuur boven de dauwpunttemperatuur. Aansturing Aansluiten op klem op de basisprintplaat (zie pagina 165). Lucht/waterwarmtepomp / natural cooling is niet mogelijk. 35

36 Functiebeschrijving Koelfuncties (vervolg) active cooling (AC): Grond/water-warmtepomp Lucht/water-warmtepomp / Is het koelvermogen van natural cooling onvoldoende, schakelt de warmtepompregeling de koelfunctie active cooling in. De compressor is in bedrijf. Bij deze koelfunctie wordt de temperatuur van het in de bodem afgekoelde warmtedragermedium door de warmtepomp verder verlaagd, voordat het naar het koelcircuit wordt overgedragen. Daarom is een hoger koelvermogen mogelijk dan bij natural cooling. Opmerking Om ervoor te zorgen dat bij active cooling afname van het hoge koelvermogen altijd wordt gewaarborgd, mag voor de koelfunctie geen mengklep worden gebruikt. active cooling is alleen buiten de blokkering van het energiebedrijf mogelijk en moet door de installatiegebruiker apart worden vrijgegeven. Vrijgave active cooling Gebruikershandleiding De koeling gebeurt door het omkeerbare gebruik van de warmtepomp (omkeren van het koelcircuit). De compressor is in bedrijf. Het koelvermogen wordt door modulatie van de warmtepomp aangepast. Beschikt de verwarmingsinstallatie over een warmwaterbuffer, moet deze tijdens koelwerking door een hydraulische by-pass-schakeling worden overbrugd (inbouw van twee 3-weg-omschakelkleppen). Aansturing active cooling : Aansluiten op klem op de basisprintplaat (zie pagina 165). active cooling : Aansluiten op klem op de basisprintplaat (zie pagina 165). Aansturing 3-weg-omschakelkleppen: Parallel aansluiten op klem op de basisprintplaat (zie pagina 165). Parameter Koelfunctie 7100 bepaalt het type koeling. Met Koelcircuit 7101 wordt het koelcircuit gekozen. 36

37 Functiebeschrijving Zwembadverwarming De warmtepompregeling ondersteunt het verwarmen van een zwembad. Zwembadverwarming heeft t.o.v. de overige warmteafnemers de laagste prioriteit. De functie zwembadverwarming is een externe functie, waarbij de warmtepomp door de temperatuurregelaar wordt gevraagd voor zwembadtemperatuurregeling. Aansturing van de zwembadverwarming gebeurt via de externe uitbreiding H1 met KM-BUS. De gewenste aanvoertemperatuur voor de zwembadverwarming wordt als volgt ingesteld: Aanvoertemperatuur bij externe aanvraag 730C of Analoog spanningssignaal via stekker avf van externe uitbreiding H1. De hogere waarde wordt gebruikt. Een filtercirculatiepomp kan niet via de warmtepompregeling worden aangestuurd. Zijn de componenten voor zwembadverwarming aangesloten op de externe uitbreiding H1, zijn de functies Extern vragen en Werkingsmodus omschakelen niet beschikbaar (zie hoofdstuk Externe functies ). Bovendien is de uitgang Alagemene alarmmelding (stekker gö) aangesloten. Zwembadverwarming in- en uitschakelen Bij warmtevraag door de temperatuurregelaar voor de zwembad-temperatuurregeling kunnen afhankelijk van de warmtevraag de volgende warmtebronnen worden ingeschakeld: Warmtepomp 1e en 2e trap Warmtepomp en volgende warmtepompen van een cascade Opmerking Het verwarmingswater-doorstroomtoestel en de externe warmtegenerator kunnen niet worden gebruikt voor zwembadverwarming. Tegelijk wordt de 3-weg-omschakelklep 3-weg-omschakelklep en de circulatiepomp ingeschakeld voor de zwembadverwarming. De zwembadverwarming eindigt direct als de warmtevraag vervalt. Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepompen Installatievoorbeelden warmtepompen. 37

38 Functiebeschrijving Zwembadverwarming (vervolg) Aansluitingen van externe uitbreiding H1 B A avg fö L? M avg avd gö M? L L1? M C D E L1 N? G F M 1~ A Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaat B Externe uitbreiding H1 C Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling (spanningsloos contact, 230 V~; 0,1 A; accessoires) D Aftakdoos (van installateur) E Zekeringen en vermogensrelais voor de circulatiepomp van de zwembadverwarming (accessoires) F Circulatiepomp voor de zwembadverwarming (accessoire) G 3-weg-omschakelklep zwembad (stroomloos: verwarming warmwaterbuffer) Parameter Instelling Externe uitbreiding (7010) 1 Zwembad

39 Storingen oplossen Overzicht Hoofdstuk pagina Storingen Overzicht van de meldingen X X X 40 opheffen Diagnose Koelcircuitregelaar X X 86 Buiteneenheid X 95 Energiebalans X X 99 Karakteristieken Temperatuursensoren X X X 196 Druksensoren X X 201 Printplaten Basisprintplaat X X X 165 Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat X X X 170 Rangeerprintplaat X X 181 Kroonsteentjes X 184 (alleen Vitocal200-G) Kroonsteentjes X 187 (alleen Vitocal 222-G/242-G) Kroonsteentjes X 189 (alleen Vitocal 200-S) Kroonsteentjes X 192 (alleen Vitocal 222-S/242-S) Regelaar- en sensorprintplaat X X X 193 AVI-printplaat X 199 NV-printplaat X (alleen Vitocal 333-G NC) Printplaat elektronische expansieklep X X 197 Functiecontrole X X X 102 Levertoestand weer herstellen (reset) X X X 106 Meldingen Meldingen opvragen Bij alle meldingen knippert het bijbehorende meldingssymbool op het display. Met OK wordt de meldtekst met meldcode getoond (zie Overzicht van de meldingen ). 39

40 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Opmerking Buitensensor 18 Blokkering door energiebedrijf C5 Bevestigen met OK Betekenis van de meldingen Storing Daarnaast knippert de rode storingsindicator op de regeling. De installatie is niet meer in normale werking, de storing moet zo snel mogelijk worden verholpen. De aansluiting groepsalarmmelding wordt geactiveerd. Melding via communicatievoorziening (bijv. Vitocom) mogelijk. Waarschuwing Het apparaat werkt beperkt, de oorzaak van de waarschuwing moet verholpen worden. Opmerking Het toestel werkt correct, de opmerking moet wel worden gerespecteerd. Meldingen bevestigen en bevestigde meldingen opnieuw oproepen Gebruikershandleiding Opmerking Als u een signaalinrichting (bijvoorbeeld een claxon) heeft aangesloten, wordt de signaalinrichting door het accepteren van de storingsmelding uitgeschakeld. Als de storingen pas op een later tijdstip kunnen worden verholpen, verschijnt de storingsmelding de volgende dag opnieuw en de signaalinrichting (indien aanwezig) wordt opnieuw ingeschakeld. Meldingen in meldingshistorie uitlezen De meldingen in de meldingshistorie kunnen niet worden geaccepteerd. De meldingen worden in chronologische volgorde opgesomd, de laatste storing staat bovenaan. Er worden maximaal 30 gegevens opgeslagen. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Meldingshistorie 3. Met OK informatie over de gewenste melding opvragen. Opmerking Het servicemenu blijft zolang actief tot het met Service beëindigen? wordt gedeactiveerd of gedurende 30 min. geen bediening plaatsvindt. Overzicht van de meldingen Alle meldingen zijn met een 2-cijferige code duidelijk gemarkeerd. 40

41 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 02 Datafout basisinst Oorzaak Toestand bij levering hersteld na vaststellen van datafout. Maatregel Installatie weer configureren. 03 Configuratiefout Beperkte of geen functie van de warmtepomp en/of van de verwarmingsinstallatie. Oorzaak Maatregel Verkeerd installatieschema (bevat niet Bijbehorende parameters controleren en ondersteund verwarmingscircuit). aanpassen, evt.toestand bij levering herstellen (Reset) en installatie weer confi- Max. aanvoertemperatuur voor verwarmingscircuit < min. aanvoertemperatuur voor koelen via verwarmingscir- Als de storingsoorzaak niet kan worden gureren. cuits. verholpen, een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor warmte- Koelen voor niet aanwezig verwarmingscircuit ingesteld. pompen informeren. 05 Storing koelcircuit Oorzaak Foutmelding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling). Maatregel Meldingen in Diagnose koelcircuitregelaar opvolgen. 06 Storing koelcircuit 2 Oorzaak Foutmelding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Maatregel Meldingen in Diagnose koelcircuitregelaar opvolgen. 07 Melding koelcircuit Oorzaak Melding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 1e trap. Maatregel Meldingen in Diagnose koelcircuitregelaar opvolgen. 41

42 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 08 Melding koelcircuit 2 Oorzaak Melding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Maatregel Meldingen in Diagnose koelcircuitregelaar opvolgen. 0A Storing buiteneenheid Buiteneenheid schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Melding van de buiteneenheid. Meldingen van de koelcircuitregeling In combinatie met fout A9 te dikwijls uitschakelen van de buiteneenheid. (zie Diagnose buiteneenheid ) van de buiteneenheid respecteren Indicatiewaarden van de temperatuuren druksensoren in het koelcircuit respecteren (zie Diagnose buiteneenheid ), evt. sensoren vervangen. Positie van de codeerschakelaar in de buiteneenheid controleren (zie montage- en servicehandleiding Vitocal 200-S/222-S/242-S). 0B Waarschuwing buiteneenheid Buiteneenheid schakelt zich uit, verwarming gebeurt met extra verwarmingen. Oorzaak Buitentemperatuur buiten de begrenzingen (-15 C tot +35 C). Maatregel 0D Test Buiteneenheid Warmtepomp verwarmt of koelt met constante aanvoertemperatuur in het secundair circuit, secundaire pomp wordt ingeschakeld. Oorzaak Test van de buiteneenheid. 42 Gewenste aanvoertemperatuur voor test: Koelen 16 C Verwarmen 30 C Maatregel Testen eindig automatisch na 60 min.

43 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 10 Buitentemperatuursensor Werking met buitentemperatuur 40 C. Oorzaak Kortsluiting buitentemperatuursensor. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F0 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 18 Buitentemperatuursensor Werking met buitentemperatuur 40 C. Oorzaak Onderbreking buitentemperatuursensor. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F0 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 20 Aanvoersens. secundair Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor secundair circuit plus 5 K. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor secundair circuit. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F8 of bij klemmen X5.8/X5.9 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 21 Retoursens. secundair Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding A9) 43

44 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair circuit. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F9 of bij klemmen X5.10/X5.11 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 22 Retoursens. sec. 2 Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Oorzaak Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair circuit warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F18 of bij klemmen X6.6/X6.7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 28 Aanvoersens. secundair Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor secundair circuit plus 5 K. Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor secundair circuit. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F8 of bij klemmen X5.8/X5.9 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 29 Retoursens. secundair Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). 44

45 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Onderbreking retourtemperatuursensor secundair circuit. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F9 of bij klemmen X5.10/X5.11 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 2A Retoursens. sec. 2 Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Oorzaak Onderbreking retourtemperatuursensor secundair circuit warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F18 of bij klemmen X6.6/X6.7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 30 Aanvoersens. primair Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor primair circuit plus 3 K. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor primair circuit (luchtinlaat of grondmedium intrede warmtepomp) Als beide temperatuursensoren (primaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F2 of bij klemmen X5.2/X5.3 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 31 Retoursensor primair Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor primair circuit minus 2 K. Als beide temperatuursensoren (primaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). 45

46 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Maatregel Kortsluiting retourtemperatuursensor primair circuit (lucht- of grondmediumuitlaat klemmen X5.4/X5.5 controleren Weerstand (Pt 500) bij connector F3 of bij warmtepomp) (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 32 Verdampertemp.sensor Om de verdamper te ontdooien wordt de temperatuursensor luchtuitlaat gebruikt. Oorzaak Kortsluiting temperatuursensor verdamper. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F17 of bij klemmen X6.4/X6.5 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 38 Aanvoersens. primair Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor primair circuit plus 3 K. Als beide temperatuursensoren (primaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Oorzaak Maatregel Onderbreking aanvoertemperatuursensor primair circuit (luchtinlaat of grondme- klemmen X5.2/X5.3 controleren Weerstand (Pt 500) bij connector F2 of bij dium intrede warmtepomp). (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 39 Retoursensor primair Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor primair circuit minus 2 K. Oorzaak Onderbreking retourtemperatuursensor primair circuit (luchtuitlaat of grondmedium uittrede warmtepomp). Als beide temperatuursensoren (primaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gesteld (melding A9). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F3 of bij klemmen X5.4/X5.5 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 46

47 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 3A Verdampertemp.sensor Om de verdamper te ontdooien wordt de temperatuursensor luchtuitlaat gebruikt. Oorzaak Onderbreking temperatuursensor verdamper. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F17 of bij klemmen X6.4/X6.5 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 40 Aanvoersensor HK2 Mengklep verwarmingscircuit M2 gaat dicht. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuits met mengklep M2. Maatregel Aanvoertemperatuursensor controleren, evt. vervangen. Bij direct aangestuurde mengklepmotor: Weerstand (Ni 500) bij connector F12 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ). Bij aansturing met uitbreidingsset met mengklep: zie montagehandleiding uitbreidingsset. 41 Aanvoersensor VC3 Mengklep verwarmingscircuit M3 gaat dicht. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M3. Maatregel Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding uitbreidingsset met mengklep). 43 Aanvoersensor installatie Aanvoertemperatuur verwarmingscircuit A1 (HK1) wordt via retourtemperatuursensor van de warmtepomp geregeld. Regeling aanvoertemperatuur externe warmtegenerator: ter vervanging wordt de temperatuursensor van de warmwaterbuffer gebruikt. 47

48 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor installatie (na warmwaterbuffer). Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F13 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 44 Aanvoersensor koeling Geen koeling. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor koelcircuit. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F14 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 48 Aanvoersensor HK2 Mengklep verwarmingscircuit M2 gaat dicht. Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuits met mengklep M2. Maatregel Aanvoertemperatuursensor controleren, evt. vervangen. Bij direct aangestuurde mengklepmotor: Weerstand (Ni 500) bij connector F12 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ). Bij aansturing met uitbreidingsset met mengklep: zie montagehandleiding uitbreidingsset. 49 Aanvoersensor VC3 Mengklep verwarmingscircuit M3 gaat dicht. Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M3. Maatregel Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding uitbreidingsset met mengklep). 48

49 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 4B Aanvoersensor installatie Aanvoertemperatuur verwarmingscircuit A1 (HK1) wordt via retourtemperatuursensor van de warmtepomp geregeld. Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor installatie (na warmwaterbuffer). Regeling aanvoertemperatuur externe warmtegenerator: ter vervanging wordt de temperatuursensor van de warmwaterbuffer gebruikt. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F13 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 4C Aanvoersensor koeling Geen koeling. Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor koelcircuit. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F14 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 50 Boilersensor boven Geen tapwaterverwarming. Oorzaak Kortsluiting boilertemperatuursensor boven. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F6 of bij klemmen X6.1/X6.2 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 52 Boilersensor onder Werking op temperatuur van de bovenste boilertemperatuursensor. Oorzaak Kortsluiting boilertemperatuursensor onder. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwaterverwarming geblokkeerd. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 49

50 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 54 Boilersensor zonne-energie Geen tapwaterverwarming door zonne-energie, zonnecircuitpomp blijft uitgeschakeld. Oorzaak Kortsluiting temperatuursensor van de Vitosolic. Opmerking Niet in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie. Maatregel Temperatuursensor van Vitosolic controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 58 Boilersensor boven Geen tapwaterverwarming. Oorzaak Onderbreking boilertemperatuursensor boven. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F6 of bij klemmen X6.1/X6.2 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 5A Boilersensor onder Werking op temperatuur van de bovenste boilertemperatuursensor. Oorzaak Onderbreking boilertemperatuursensor onder. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwaterverwarming geblokkeerd. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 50

51 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 5C Boilersensor zonne-energie Geen tapwaterverwarming door zonne-energie, zonnecircuitpomp blijft uitgeschakeld. Oorzaak Onderbreking temperatuursensor van de Vitosolic. Opmerking Niet in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie. Maatregel Temperatuursensor van Vitosolic controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 60 Buffertemp.sensor Verwarming buffer vindt 1 maal per uur plaats. Oorzaak Kortsluiting buffertemperatuursensor. Uitschakeling gebeurt op basis van de gewenste retourtemperatuur. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F4 of bij klemmen X5.6/X5.7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 63 Keteltemp.sensor ext. Externe warmtegenerator wordt geblokkeerd. Oorzaak Kortsluiting temperatuursensor externe warmtegenerator. Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) wordt ingeschakeld. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F20 of bij klemmen X6.8/X6.9 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 68 Buffertemp.sensor Verwarming buffer vindt 1 maal per uur plaats. Uitschakeling gebeurt op basis van de gewenste retourtemperatuur. 51

52 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Onderbreking buffertemperatuursensor. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F4 of bij klemmen X5.6/X5.7 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 63 Keteltemp.sensor ext. Externe warmtegenerator wordt geblokkeerd. Oorzaak Onderbreking temperatuursensor externe warmtegenerator. Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) wordt ingeschakeld. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F20 of bij klemmen X6.8/X6.9 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 70 Ruimtetemp.sensor HK1 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Geen ruimtetemperatuurregeling. Oorzaak Maatregel Kortsluiting ruimtetemperatuursensor Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandlei- verwarmingscircuit zonder mengklep A1. ding Vitosolic). 71 Ruimtetemp.sensor HK2 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Oorzaak Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M2. Geen ruimtetemperatuurregeling. Maatregel Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 52

53 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 72 Ruimtetemp.sensor HK3 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Oorzaak Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M3. Geen ruimtetemperatuurregeling. Maatregel Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 73 Ruimtetemp.sensor SKK Geen koeling. Oorzaak Kortsluiting kamertemperatuursensor koelcircuit. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F16 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 78 Ruimtetemp.sensor HK1 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Geen ruimtetemperatuurregeling. Oorzaak Maatregel Onderbreking ruimtetemperatuursensor Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandlei- verwarmingscircuit zonder mengklep A1. ding Vitosolic). 79 Ruimtetemp.sensor HK2 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Geen ruimtetemperatuurregeling. 53

54 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuits met mengklep M2. Maatregel Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 7A Ruimtetemp.sensor HK3 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding. Oorzaak Onderbreking ruimtetemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M3. Geen ruimtetemperatuurregeling. Maatregel Afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 7B Ruimtetemp.sensor SKK Geen koeling. Oorzaak Onderbreking ruimtetemperatuursensor koelcircuit. Maatregel Weerstand (Ni 500) aan connector F16 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. 92 Collectortemp.sensor Geen tapwaterverwarming door zonne-energie. Oorzaak Maatregel Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie: Kortsluiting collectortemperatuursensor. controleren (zie Regelaar- en sensor- Weerstand (Pt 500) bij connector F21 printplaat ), evt. sensor vervangen. Met Vitosolic: Kortsluiting collectortemperatuursensor Vitosolic. montage- en servicehandleiding Sensor controleren, evt. vervangen (zie Vitosolic). 54

55 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) 93 Retourt.sensor zonnecircuit Geen tapwaterverwarming door zonne-energie. Oorzaak Maatregel Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie: Kortsluiting retourtemperatuursensor. Weerstand (Pt 500) bij connector F18 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. Met Vitosolic: Kortsluiting boilertemperatuursensor Sensor controleren, evt. vervangen (zie Vitosolic. montage- en servicehandleiding Vitosolic). 9A Collectortemp.sensor Geen tapwaterverwarming door zonne-energie. Oorzaak Met interne zonneregelingsfunctie: Onderbreking collectortemperatuursensor. Met Vitosolic: Onderbreking collectortemperatuursensor Vitosolic. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F21 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 9B Retourt.sensor zonnecircuit Geen tapwaterverwarming door zonne-energie. Oorzaak Met interne zonneregelingsfunctie: Onderbreking retourtemperatuursensor. Met Vitosolic: Onderbreking boilertemperatuursensor Vitosolic. Maatregel Weerstand (Pt 500) bij connector F18 controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. sensor vervangen. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). 55

56 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) A4 Terugslagklep Informatie-indicatie, geen functiebeperking. Oorzaak Maatregel Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie: Terugslagklep van de zonne-energieinstallatie klemt of is defect. Terugslagklep controleren, evt. vervangen. A6 Secundaire pomp Verandering van de aanvoertemperatuur in het secundaire circuit te gering. Oorzaak Geen debiet in secundaire circuit (secundaire pomp buiten werking). Maatregel Spanning op aansluiting meten (zie Basisprintplaat ) en secundaire pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. A7 Zonnecircuitpomp Temperatuurverandering in de warmwaterboiler te laag. Oorzaak Geen debiet in zonnecircuit (zonnecircuitpomp buiten werking). Maatregel Spanning op de aansluiting van de zonnecircuitpomp meten (als zonneregelingsfunctie geïntegreerd is op aansluiting 212.4). Zonnecircuitpomp controleren, evt. vervangen. A8 CV-pomp HK1 Temperatuurverhoging in het verwarmingscircuit zonder mengklep A1 te gering. Oorzaak Geen debiet (circulatiepomp buiten werking). Maatregel Spanning op aansluiting meten (zie Basisprintplaat ) en pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. 56

57 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) A9 Warmtepomp Compressor wordt uitgeschakeld. Oorzaak Maatregel Storing warmtepomp: Warmtepomp defect. Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd Hogedruk- of lagedruksensor is 8 maal binnen 24 h geactiveerd. Fout EEV-regelaar: Temperatuursensoren primaire/secundaire circuit defect. Verdere meldingen opvragen (zie Meldingshistorie ), debiet controleren, motorstromen/motorbescherming controleren, veiligheidshogedrukregelaar controleren. Opmerking Na het verhelpen van de storing het toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. AA Annuleren ontdooien Compressor blijft zolang uitgeschakeld tot de temperatuur in het secundaire circuit 15 C heeft bereikt. Daarvoor worden evt. de extra verwarmingen ingeschakeld. Oorzaak Maatregel Aanvoer- of retourtemperatuur in het secundaire circuit bij het ontdooien te Opgelet gering.! Bij te geringe temperatuur in het secundaire circuit kan de condensor bevriezen of kan er een grote hoeveelheid ijs aan de verdamper ontstaan. Foutmelding niet accepteren, alvorens de aanvoertemperatuur in het secundaire circuit 15 C heeft bereikt. 57

58 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) AB Verwarmingswater-doorstroomtoestel Verwarmingswater-doorstroomtoestel wordt niet ingeschakeld. Oorzaak Storing verwarmingswater-doorstroomtoestel (toestel defect, veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd of geen temperatuurverhoging binnen 24 h). Temperatuurbewaker aan het verwarmingswater-doorstroomtoestel te laag ingesteld. Maatregel Gevaar Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Voor aanvang werkzaamheden het toestel spanningvrij schakelen. Netaansluiting, verbindingskabel en stekker van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel controleren. Instelling van de temperatuurbewaker aan het verwarmingswater-doorstroomtoestel controleren, evt. hoger instellen (75 C). Aanstuursignaal verwarmingswaterdoorstroomtoestel op de aansluitingen (trap 1, zie Basisprintplaat ) en (trap 2, zie Uitbreidingsprintplaat ) meten, veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) controleren, evt. ontgrendelen, verwarmingswater-doorstroomtoestel controleren. Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel AC Uitschakeling compressor Compressor van de buiteneenheid wordt omwille van een gevaarlijke bedrijfstoestand permanent uitgeschakeld. Verwarming alleen met extra verwarmingen mogelijk. 58

59 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Oorzaak Door een te laag debiet in het secundaire circuit bij het ontdooien of koelen is de temperatuur aan de condensor te ver gedaald. Maatregel Spanning op aansluiting meten (zie Basisprintplaat ) en secundaire pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. AD Mengklep verwarmen/ww Geen omschakeling tussen verwarming en tapwaterverwarming. Oorzaak 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwaterverwarming defect. Maatregel Werking 3-weg-omschakelklep controleren (zie Functiecontrole ) Spanning op aansluiting meten (zie Basisprintplaat ), 3-weg-omschakelklep evt. vervangen. AE Boilersens. boven/onder Oorzaak Bovenste en onderste temperatuursensor in warmwaterboiler verwisseld. Maatregel Geen maatregel nodig. De warmtepompregeling verwisselt de sensoren intern. AF Boilerlaadpomp Temperatuurverandering in de warmwaterboiler te laag. Oorzaak Maatregel Circulatiepomp voor de boilerverwarming is defect. Spanning op aansluiting meten Circulatiepomp voor boilerverwarming: Circulatiehoeveelheid in het boilerlaadsysteem te gering, boilerlaadpomp of 2- nisch controleren, evt. vervangen. (zie Basisprintplaat ) en pomp mecha- weg-klep van het boilerlaadsysteem Boilerlaadpomp/2-weg-klep: defect. Spanning op aansluiting meten (zie Uitbreidingsprintplaat ) en pomp/ klep mechanisch controleren, evt. vervangen. 59

60 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) B0 Toestelherkenning Warmtepomp komt niet in werking. Oorzaak Fout herkenning toestelvariant, verkeerde codeerstekker of printplaten defect. Maatregel Sensoringang F11 van de regelaar- en sensorprintplaat controleren. Aan aansluiting F11 mag niets worden aangesloten. Codeerstekker controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ), evt. vervangen. Printplaten controleren, evt. vervangen. Opmerking Na het verhelpen van de storing het toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. B1 KM-BUS koelcircuit 1 Koelcircuitregeling activeert beperkte werking van de compressor. Als die werking niet mogelijk is, wordt de compressor na enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Oorzaak Communicatiefout met EEV-regelaar (koelcircuitregeling). Energiebalans wordt niet correct berekend (zie hoofdstuk Diagnose energiebalans ). Maatregel Aansluiting KM-BUS controleren. Op verbinding KM-bus met EEV kan op de regelaar- en sensorprintplaat op de klemmen X5.14 en X5.15 een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. Kabels controleren, spanningsvoeding printplaat EEV-regelaar controleren (zie EEV-printplaat ), evt. printplaat vervangen. 60

61 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) B2 KM-BUS koelcircuit 2 Koelcircuitregeling activeert beperkte werking van de compressor. Als die werking niet mogelijk is, wordt de compressor na enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Oorzaak Communicatiefout met EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Energiebalans wordt niet correct berekend (zie hoofdstuk Diagnose energiebalans ). Maatregel Aansluiting KM-BUS controleren. Op verbinding KM-BUS met EEV kan op de regelaar- en sensorprintplaat op de klemmen X5.14 en X5.15 een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. Kabels controleren, spanningsvoeding printplaat EEV-regelaar controleren (zie EEV-printplaat ), evt. printplaat vervangen. B4 AD-omvormer Warmtepomp komt niet in werking. Oorzaak Maatregel Interne fout ADC (analoog-digitaalomvormer, referentie), vlakkabel tussen sensor- en basisprintplaat defect of printplaten defect. Printplaat controleren, evt. in de volgende volgorde vervangen: Regelaar- en sensorprintplaat, basisprintplaat. Opmerking Na het verhelpen van de storing het toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. B5 EEPROM Warmtepomp komt niet in werking. Oorzaak Interne fout EEPROM. Maatregel Codeerstekker vervangen (zie Regelaar- en sensorprintplaat ). 61

62 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) B7 KM-BUS buiteneenheid Compressor buiteneenheid treedt niet in werking. Oorzaak Communicatiefout met koelcircuitregeling buiteneenheid. Energiebalans wordt niet correct berekend (zie hoofdstuk Diagnose energiebalans ). Maatregel Aansluiting KM-BUS controleren. Er moet een schommelende gelijkspanning tussen circa. 20 en 30 V zijn: Klemmen X5.14 en X5.15 op regelaaren sensorprintplaat. Aansluiting P501 op AVI-printplaat. KM-BUS verbindingskabel van de beide printplaten controleren, spanningstoevoer van de printplaten controleren, evt. printplaten vervangen. B9 KM-BUS zonneregeling Geen tapwaterverwarming door zonne-energie. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS Vitosolic: Maatregel Parameter Type zonneregeling 7A00 controleren. KM-BUS verbindingskabel naar Vitosolic controleren. BA KM-BUS mengklep VC Mengklep gaat dicht. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS of interne fout uitbreidingsset mengklep M2/M3. CV-pomp wordt ingeschakeld (vorstbescherming). Maatregel Aansluitingen en codering uitbreidingsset controleren. 62

63 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) BB KM-bus mengklep koel. Geen koeling. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS of interne fout uitbreidingsset NC-Box voor koelcircuit. Maatregel Aansluitingen en parameterinstellingen controleren. BC KM-BUS afstandsbed. VC1 Geen regeling afhankelijk van de ruimtetemperatuur voor verwarmingscircuit zonder mengklep A1. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding voor verwarmingscircuit zonder mengklep A1. Oorzaak Maatregel Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit zonder menggen en leidingen van de afstandsbedie- Verwarmingscircuittoewijzing, aansluitinklep A1 ning controleren. BD KM-BUS afstandsbed. HK2 Geen regeling afhankelijk van de ruimtetemperatuur voor verwarmingscircuit met mengklep M2. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuits met mengklep M2. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding voor een verwarmingscircuit met mengklep M2. Maatregel Verwarmingscircuittoewijzing, aansluitingen en leidingen van de afstandsbediening controleren. BE KM-BUS afstandsbed. HK3 Geen regeling afhankelijk van de ruimtetemperatuur voor verwarmingscircuit met mengklep M3. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit met mengklep M3. Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding voor verwarmingscircuit met mengklep M3. Maatregel Verwarmingscircuittoewijzing, aansluitingen en leidingen van de afstandsbediening controleren. 63

64 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) BF Communicatiemodule Geen communicatie via LON. Oorzaak Verkeerde communicatiemodule LON. Maatregel Communicatiemodule LON vervangen. C2 Voedingsspanning Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Fout van de voedingsspanning, compressor of fasenbewaker defect. Maatregel Aansluitingen, voedingsspanning, fasen controleren, fasenbewaker controleren. Het schakelsignaal kan op de aansluiting worden gemeten. C5 Blokk. energiebedrijf Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Blokkering energiebedrijf actief (geactiveerd door energiebedrijf). Maatregel Geen maatregel nodig. Indien melding blijft, aansluitingen eerst op klem X3.7 (voeding) dan op klem X3.6 (230 V~)controleren. (zie Rangeerprintplaat / kroonsteentjes. 64

65 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) C9 koelcircuit (SHD) Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Storing koelcircuit warmtepomp 1e trap: Aanvoer- en retourtemperatuursensoren primaire en secundaire circuit con- Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd troleren. Motorbeveiliging (thermorelais) compressor is geactiveerd. en doorstroming controleren (zie ook Primaire en secundaire circuit op druk Klixon startweerstand. melding A9). Indien aanwezig: Warmtepomp door koeltechnicus laten Aparte motorbeveiliging compressor is controleren. geactiveerd. Het schakelsignaal kan op de aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Opmerking Na het verhelpen van de storing het toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. CA Beveiliging primair Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Storing primair circuit: Veiligheidselementen aan klem X3.9 : Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaat primair circuit is geactiveerd. plaat ), in installaties zonder veilig- en X3.8 controleren (zie Rangeerprint- : Thermobeveiliging primaire pomp heidselementen brug tussen X3.9/X3.8 warmtepomp 1e trap of gemeenschappelijke primaire pomp. : Thermorelais primaire bron ontgren- controleren. : Voedingsspanning ventilator foutief. delen, primaire pomp controleren, evt. : Ventilator blokkeert of defect. vervangen. / : Dauwpuntsensor of vorstbeveiligingsthermostaat koeling is geacti- ventilator controleren, ventilator : Elektrische aansluitingen aan de veerd. mechanisch controleren. Het schakelsignaal kan op de aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). 65

66 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) CB Aanvoertemp. primair Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Min. primaire temperatuur (grondmedium-/luchtinlaat) te laag. Maatregel : Primair circuit op doorstroming controleren. : Buitentemperatuur te gering, geen maatregel nodig. CC Codeerstekker Warmtepomp komt niet in werking. Oorzaak Codeerstekker kan niet worden gelezen. Maatregel Codeerstekker controleren: Warmtepomp uitschakelen en controleren of codeerstekker correct is aangesloten, evt. opnieuw aansluiten. Indien controle zonder succes, codeerstekker vervangen. Regelaar- en sensorprintplaat controleren, evt. vervangen. CD KM-BUS Vitocom Geen communicatie via Vitocom 100. Oorzaak Communicatiefout KM-Bus Vitocom 100. Maatregel Aansluitingen en verbindingskabels Vitocom 100 controleren. Aansluitingen avg KM-BUS controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ). Op de klemmen kan een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. CE KM-BUS uitbreiding Functies van de componenten die aan de externe uitbreiding H1 zijn aangesloten staan niet ter beschikking. 66

67 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Voorbeeld: Geen zwembadverwarming. Geen aansturing van volgende warmtepompen in een cascade. Extern opvragen/blokkeren, externe omschakeling van de werkingsmodus, externe aansturing van mengkleppen en pompen niet mogelijk. Oorzaak Communicatiefout KM-BUS externe uitbreiding H1. Maatregel Aansluitingen en verbindingskabels externe uitbreiding H1 controleren. Aansluitingen avg KM-BUS controleren (zie Regelaar- en sensorprintplaat ). Op de klemmen kan een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. CF Communicatiemodule Geen communicatie via LON. Oorzaak Communicatiemodule LON niet ingestoken of defect. Maatregel Componenten evt. in de volgende volgorde vervangen: Communicatiemodule LON. Regelaar- en sensorprintplaat. 67

68 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) D1 Compressor, veiligh. Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Compressorstoring warmtepomp 1e trap: Thermorelais op de compressor ontgrendelen, instelling controleren, toe- Thermorelais compressor of veiligheidselement softstarter massieve as stand bij levering herstellen ( Basisinstelling, zie menustructuur). (indien aanwezig) is geactiveerd. Afzonderlijke motorbeveiliging op de Elektrische aansluitingen van de compressor controleren, wikkelweerstand compressor (indien aanwezig) is geactiveerd. van de compressormotor meten. Fasenvolgorde van de compressor controleren. Het schakelsignaal (van thermorelais, aparte motorbeveiliging) kan op de aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Opmerking Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging de compressor pas na 1 tot 3 uur weer vrij. Evt. softstarter massieve as (indien aanwezig) vervangen, compressor door koeltechnicus laten controleren. 68

69 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) D3 Lage druk Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Lage druk storing warmtepomp 1e trap: Warmtepomp door koeltechnicus laten Warmtepomp defect. controleren. Primaire pomp defect. Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen controleren. Lage druk schakelaar is geactiveerd. Lagedruksensor heeft fout gemeld of is Lagedruksensor, kabel en EEV-printplaat controleren, evt. vervangen. defect. Het signaal van stekker ayh (onderdeel van het veiligheidscircuit, zie montageen servicehandleiding warmtepomp) kan aan aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Toestand bij levering: Toestellen met druksensor: brug aanwezig tussen klemmen 116.3/ Als er een druksensor aanwezig is, moet het signaal permanent aanwezig zijn. Toestellen met drukschakelaar: geen brug aanwezig tussen klemmen 116.3/ Als er een drukschakelaar is geactiveerd, is er geen signaal aanwezig. 69

70 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) D4 Hoge regeldruk Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Hogedrukstoring: Verwarmingscircuit ontluchten. Lucht in het verwarmingscircuit. Installatiedruk controleren. Secundaire pomp of CV-pomp geblokkeerdtroleren. Secundaire pomp en CV-pompen con- Condensor vervuild. Verwarmingscircuits spoelen. Hogedruksensor defect. Het signaal kan bij 116.1/116.2 worden gemeten (steker ayh in de kabelboom of schakelkast van de warmtepomp). Opmerking Een hogedrukstoring kan in zeldzame gevallen, bijv. bij de tapwaterverwarming, optreden. Bij opeenvolgende gevallen moeten de warmtepomp en de parametrering van het koelcircuit worden gecontroleerd. D6 Stromingsbewaker Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Stromingsbewaker broncircuit detecteert geen debiet. Maatregel Bronpomp controleren. Primair circuit controleren. Indien geen stromingsbewaking aanwezig, brug tussen X3.3/X3.4 monteren (zie Rangeerprintplaat ). Het signaal kan op aansluiting (zie Basisprintplaat ) of op de klemmen X3.3/X3.4 worden gemeten. 70

71 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) DA Compressor 2, veiligh. Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Compressorstoring warmtepomp 2e trap Thermorelais op de compressor ontgrendelen, instelling controleren, toe- (indien aanwezig): Thermorelais compressor is geactiveerdstelling, zie menustructuur). stand bij levering herstellen ( Basisin- Afzonderlijke motorbeveiliging op de Elektrische aansluitingen van de compressor controleren, wikkelweerstand compressor (indien aanwezig) is geactiveerd. van de compressormotor meten. Fasenvolgorde van de compressor controle- Klixon startweerstand. Indien aanwezig: ren. Draaistroombewaker heeft fout herkend of is defect. aparte motorbeveiliging) kan op de Het schakelsignaal (van thermorelais, aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Opmerking Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging de compressor pas na 1 tot 3 uur weer vrij. Evt. compressor door koeltechnicus laten controleren. 71

72 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) DB koelcircuit (SHD) 2 Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Storing koelcircuit warmtepomp 2e trap (indien aanwezig): Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd Motorbeveiliging (thermorelais) compressor is geactiveerd. Indien aanwezig: Aparte motorbeveiliging compressor is geactiveerd. Aanvoer- en retourtemperatuursensoren primaire en secundaire circuit controleren. Primaire en secundaire circuit op druk en doorstroming controleren (zie ook melding A9). Warmtepomp door koeltechnicus laten controleren. Het schakelsignaal kan op de aansluiting 214.2, worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Opmerking Na het verhelpen van de storing het toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. 72

73 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) DC Lage druk 2 Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Lagedrukstoring warmtepomp 2e trap Warmtepomp door koeltechnicus laten (indien aanwezig): controleren. Warmtepomp defect. Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen controleren. Primaire pomp defect. Lagedruksensor heeft fout gemeld of is Lagedruksensor, kabel en EEV-printplaat controleren, evt. vervangen. defect. Het signaal van stekker ayh kan op de aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). Toestand bij levering: Toestellen met druksensor: brug aanwezig tussen klemmen 116.3/ Als er een druksensor aanwezig is, moet het signaal permanent aanwezig zijn. Toestellen met drukschakelaar: geen brug aanwezig tussen klemmen 116.3/ Als er een drukschakelaar is geactiveerd, is er geen signaal aanwezig. 73

74 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) DD Standaard hogedruk 2 Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Hogedrukstoring warmtepomp 2e trap Verwarmingscircuit ontluchten. (indien aanwezig): Installatiedruk controleren. Lucht in het verwarmingscircuit. Secundaire pomp en CV-pompen controleren. Secundaire pomp of CV-pomp geblokkeerd. Verwarmingscircuits spoelen Condensor vervuild. Het signaal kan bij 116.1/116.2 worden Hogedruksensor defect. gemeten (steker ayh in de kabelboom of schakelkast van de warmtepomp). Opmerking Een hogedrukstoring kan in zeldzame gevallen, bijv. bij de tapwaterverwarming, optreden. Bij opeenvolgende gevallen moet de warmtepomp en de parametrering van het koelcircuit worden gecontroleerd. DE Beveilig prim pomp/klep 2 Compressor schakelt zich uit. Oorzaak Maatregel Storing primair circuit: Veiligheidselementen (vorstbescherming, druk grondmedium, vorstbe- Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaat is geactiveerd. scherming AC-box) aan rangeerprintplaat, klem X3.9 en X3.8 controleren Thermobeveiliging primaire pomp warmtepomp 2e trap (indien aanwezig) (zie Rangeerprintplaat ), in installaties Draaistroombewaker heeft fout herkend of is defect. sen X3.9/X3.8 controleren. zonder veiligheidselementen brug tus- Thermorelais primaire bron ontgrendelen, primaire pomp controleren, evt. vervangen. Het schakelsignaal kan op de aansluiting worden gemeten (zie Basisprintplaat ). 74

75 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) E0 LON-deelnemer Geen communicatie via LON met de deelnemer. Oorzaak LON-deelnemer is uitgevallen of verbinding is gestoord. Maatregel Storingsgeheugen van gestoorde deelnemer uitlezen. Installatie- en deelnemersnummer controleren (zie Cascade via LON ), aansluitingen en LON-verbindingsleidingen controleren. E1 Ext. warmtegenerator Warmtepompregeling kan externe warmtegenerator niet inschakelen. Oorzaak Fout externe warmtegenerator. Maatregel Externe warmtegenerator controleren. E2 Volgende warmtepomp Warmtepompregeling kan volgende warmtepomp niet inschakelen. Oorzaak Storing van een volgende warmtepomp van de cascade. Maatregel Weergave warmtepompregeling van de volgende warmtepomp controleren. F2 Parameter 5030/5130 Energiebalans wordt niet correct berekend. Oorzaak Vermogen van de compressor niet ingesteld Maatregel Parameter Vermogen compressortrap 5030/5130 overeenkomstig instellen. FF Herstart Informatie-indicatie, geen functiebeperking. Oorzaak Herstart van de warmtepompregeling. Maatregel Geen maatregel nodig 75

76 Storingen oplossen Meldingen (vervolg) Opmerking Als de aansluiting F11 op de regelaar- en sensorprintplaat is aangesloten, verschijnt de indicatie Simulatie. De installatie is buiten werking. De aansluiting mag niet zijn aangesloten. Diagnose (servicecontroles) In de verschillende bereiken zijn de volgende werkingsgegevens beschikbaar: Temperatuurwaarden Statusinformatie, bijv. AAN/UIT Bedrijfsuren Verdergaande diagnoseoverzichten Opmerking Soort en omvang van het menu hangen af van de warmtepomp, de verwarmingsinstallatie en de actuele parameterinstellingen. Als warmtepomp 2e trap aanwezig is, zijn enkele menupunten apart voor de 1e en 2e trap vermeld, bijv. Compressor 2 of Secundaire pomp 1. Ú: Voor de indicatie van de gewenste informatie naar rechts bladeren. Diagnose oproepen Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Gewenste bereik selecteren, bijv. Warmtepomp. 76

77 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Installatieoverzicht Installatie Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 koelcircuit SKK Zie het volgend hoofdstuk Diagnose installatieoverzicht voor meer gegevens Buitentemperatuur Ú Gedempt / Werk Gemeensch. aanvoertemp. Ú Gew / Werk Werkingsmodus installatie Ú Verwarmingsperiode Koelperiode buffer Modusstatus buffer Ú Tijdprg. Buffer Ú Klep verwarmen/koelen Ú Ext. warmtegenerator Ú Temperatuur / Toestand / Bedrijfsuren Mengklep ext. WG Algemene storing Werkingsmodus zwemb. Ú Volgende warmtepomp 1/2/3 Codeerstekker Deelnemersnr. Ext. schakelen V Tijd Datum Bouwdroging: dagen Werkingsprogramma Ú Werkingsprogramma / Werkingsmodus Tijdprogramma verwarmen Ú Tijdprog. verwarmen/koelen Ú Ruimtetemp. Gew. ruimtetemperatuur Verl. ruimtetemp. gewenst Stooklijn Ú Steilheid stoken / Niveau stoken CV-pomp Vakantieprogramma Ú Mengklep aanvoertemperatuur Aanvoertemp. Gew. Koellijn Active Cooling Natural Cooling Mengklep koeling Aanvoertemp. koelen 77

78 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Warmwater Zonne-energie Werkingsprogramma Ú Werkingsmodus Tijdprog. Warm water Ú Tijdprog. circulatie Ú Warm watertemperatuur Ú WW-temp. gewenst / Boilertemp. Boven / Boilertemp. onder Boilerlaadpomp (Status) Boilerlaadpomp (vermogen in %) Circulatiepomp 1x WW-opwarming Boilernaverwarming (status) Boilernaverwarming (Bedrijfsuren) Collectortemp. Warmwatertemp. Zonne-energie Zonne-energie Zonnecircuitpomp Onderdruk. naverwarm. 78

79 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Warmtepomp Energiebalans Compressor Prim. pomp/ventilator (status) Prim. pomp/ventilator (vermogen in %) Ventilator trap 1 Ventilator trap 2 Secundaire pomp (status) Secundaire pomp (vermogen in %) Klep Verwarmen/WW Bedrijfsuren compressor Ú Aantal inschak. compr. Ú Omkering circuit Aanvoertemp. primair Retourtemp. primair Verdampertemperatuur Aanvoertemp. secundair Retourtemp. sec.r Doorstoom-verwarmingstoestel trap (status) Doorstoom-verwarmingstoestel trap 1 Ú (bedrijfsuren) Doorstoom-verwarmingstoestel trap 2 Ú (status) Doorstoom-verwarmingstoestel trap 2 Ú (bedrijfsuren) Koelcircuitregelaar Ú (zie hoofdstuk Diagnose koelcircuitregelaar voor meer gegevens) Koelcircuit Ú (zie hoofdstuk Diagnose koelcircuit voor meer gegevens) Buiteneenheid Ú (zie hoofdstuk Diagnose buiteneenheid voor meer gegevens) Looptijd compressor Ú Energiebalans verw. Ú Energiebalans WW Ú SPF Verwarmen SPF Warm water SPF totaal Zie het volgend hoofdstuk Diagnose energiebalans voor meer gegevens. Opmerking De geïntegreerde berekeningsfunctie van de jaararbeidsfactor SPF is niet bij alle warmtepompen geïntegreerd. 79

80 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Temperatuursensoren Buitentemperatuur Verdampertemperatuur Aanvoertemp. primair Retourtemp. primair Aanvoertemp. secundair Retourtemp. sec. Install.aanvoertemp. buffer Ext. warmtegenerator Boilertemp. Boven Boilertemp. onder Collectortemp. Warmwatertemp. zonne-energie Retourtemp. Zonne-energie Aanvoertemp. VC2 Aanvoertemp. VC3 Ruimtetemperatuur VC1 Ruimtetemperatuur VC2 Ruimtetemperatuur VC3 Aanvoertemp. koelen Aanvoertemp. SKK Ruimtetemperatuur SKK Opmerking Bij een fout verschijnt op de display. Signaalingangen Korte info Externe vraag Extern blokkeren Onderdruk. naverwarm. Storing volg-wp Blok. cont. energiebedr. Draaistroombewaker Prim. pomp/ventilator Veiligheidshogedruk Lage druk Standaard hogedruk Motorbesch. compr. Stromingsbewaker Zie het volgend hoofdstuk Diagnose info voor meer gegevens. 80

81 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Diagnose installatieoverzicht Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Installatieoverzicht Opmerking De weergave is afhankelijk van de installatie-uitvoering (bijv. kolom H: Alleen indicatie als verwarmingscircuit met mengklep M2/HK2 aanwezig). Als de bijbehorende componenten in werking zijn (bijv. pompen), worden enkele symbolen geanimeerd weergegeven. De getoonde waarden zijn voorbeelden. Grond/water-warmtepomp A B C D E F G H K L Ü Installatieoverzicht Ç O M Terug met ä A t/m L Uitleg zie volgende tabellen. N O Koelfunctie: natural cooling : active cooling : De pijl wijst naar het voor de koeling geactiveerde verw. circ./koelcircuit. Symbool voor aardsonde 81

82 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Lucht/water-warmtepomp A B D E F G H K L Ü Installatieoverzicht Ç O M Terug met ä A t/m L Uitleg zie volgende tabellen. N Koelfunctie: active cooling door omkering koelcircuit: Bypass warmwaterbuffer bij koeling: De pijl naar boven wijst op het voor koeling geactiveerde verwarmingscircuit/ koelcircuit. O Symbool voor ventilator 82

83 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering A B D E F G H L Ü Installatieoverzicht Ç O M Terug met ä A t/m L Uitleg zie volgende tabellen. N Koelfunctie: active cooling door omkering koelcircuit: Bypass warmwaterbuffer bij koeling: De pijl naar boven wijst op het voor koeling geactiveerde verwarmingscircuit/ koelcircuit. O Symbool voor ventilator buiteneenheid Kolom A Buitentemperatuursensor 0 Buitentemperatuur (langdurig gemiddelde) 3 of 10 7 of 2 Aanvoertemperatuur primair circuit (grond-/luchtinlaattemperatuur) Retourtemperatuur primair circuit (grond-/luchtuitlaattemperatuur) Kolom B 1 Koelcircuit (compressor warmtepomp 1e trap) Tapwaterverwarming 1 of Verwarmingswater-doorstroomtoestel op trap 1 of 83

84 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Kolom B 2 of Verwarmingswater-doorstroomtoestel op trap 2 of 3 Verwarmingswater-doorstroomtoestel op trap 3 45 Aanvoertemperatuur secundair circuit 41 Retourtemperatuur secundair circuit Secundaire pomp 51 / : Persgastemperatuur (bij F23 aagesloten op de regelaaren sensorprintplaat) : Inverterfrequentie Compressor warmtepomp 1e trap 55 of 690 of 1 of 2 of 3 of : Verdampertemperatuur / : Ventilatortoerental Primaire pomp (primaire bron, gemeenschappelijke primaire pomp of primaire pomp warmtepomp 1e trap) : Ventilator trap 1 : Ventilator trap 2 : Ventilator trap 3 : Ventilator buiteneenheid Kolom C 2 Koelcircuit (compressor warmtepomp 2e trap, indien aanwezig) Tapwaterverwarming 42 Retourtemperatuur secundair circuit Secundaire pomp 52 Persgastemperatuur Compressor primaire pomp Kolom D Zonnewarmtecircuit 50 Collectortemperatuur (collectortemperatuursensor) 29 Retourtemperatuur zonne-energie (boilertemperatuursensor) 29 Warmwatertemperatuur zonneboiler Zonnecircuitpomp Externe warmtegenerator of of Indien externe warmtegenerator in werking is Mengklep externe warmtegenerator 45 Keteltemperatuur externe warmtegenerator Circulatiepomp voor de boilernaverwarming 84

85 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Kolom E Tapwaterverwarming 50 Temperatuur warmwaterboiler boven 47 Temperatuur warmwaterboiler onder 45 Gewenste warmwatertemperatuur Circulatiepomp voor de boilerverwarming Tapwaterverwarming met extra verwarming (verwarmingswaterdoorstroomtoestel, elektrisch verwarmingselement of externe warmtegenerator) Circulatiepomp Kolom F Warmwaterbuffer 45 Temperatuur warmwaterbuffer 33 Temperatuur warmwaterbuffer gewenste waarde 44 Aanvoertemperatuur installatie Aanvoer installatie / : Zwembad / : Circulatiepomp voor zwembadverwarming Kolom H 2 Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) 22 Ruimtetemperatuur (ruimtetemperatuursensor vereist) 22 gewenste ruimtetemperatuur 32 Aanvoertemperatuur verw. circ. 38 Gewenste aanvoertemperatuur verwarmingscircuit (berekend uit stook-/koellijn of uit ruimtetemperatuur) CV-pomp Mengklep Kolom K 3 Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) 23 Ruimtetemperatuur (ruimtetemperatuursensor vereist) 23 gewenste ruimtetemperatuur 33 Aanvoertemperatuur verw. circ. 38 Gewenste aanvoertemperatuur verwarmingscircuit (berekend uit stook-/koellijn of uit ruimtetemperatuur) CV-pomp Mengklep Kolom G 1 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1) 21 Ruimtetemperatuur (ruimtetemperatuursensor vereist) 21 gewenste ruimtetemperatuur 38 Gewenste aanvoertemperatuur verwarmingscircuit (berekend uit stook-/koellijn of uit ruimtetemperatuur) CV-pomp 85

86 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Kolom L Afzonderlijk koelcircuit 20 Ruimtetemperatuur (ruimtetemperatuursensor vereist) 18 gewenste ruimtetemperatuur 15 Aanvoertemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit 10 Gewenste aanvoertemperatuur koelcircuit (berekend op basis van de gewenste ruimtetemperatuur) Koelcircuitpomp : Aansturing via aansluiting sya (zie bij Printplaten en aansluitmogelijkheden hoofdstuk Basisprintplaat ) Mengklep Diagnose koelcircuitregelaar / Alleen bij warmtepompen met elektronische expansieklep EEV: Vitocal 300/350-G Vitocal 333/343-G Vitocal 300/350-A De koelcircuitregeling vindt plaats met de EEV-regelaar, die permanent met de warmtepompregeling via de KM-BUS communiceert. De volgende informatie kan worden opgevraagd: Status- en storingsinformatie van de EEV-regelaar Actuele temperaturen en drukken van het koelcircuit De laatste via de EEV-regelaar geregistreerde temperaturen, verdampings- en condensatiedrukken Bedrijfsuren van de compressor voor verschillende belastingklassen. Een belastingklasse geeft de compressorwerking aan bij een bepaald verschil tussen verdampings- en condensatietemperatuur ΔT V/K. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Warmtepomp 4. Koelcircuitregelaar bij enkeltraps warmtepomp. Koelcircuitregelaar 1 voor warmtepomp 1e trap. Koelcircuitregelaar 2 voor warmtepomp 2e trap. 86

87 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Opmerking De getoonde informatie in de Koelcircuitregelaar is onafhankelijk van de meldingscodes van de warmtepompregeling (zie Overzicht van de meldingen ). Ü Koelcircuitregelaar Tsh, Tc pmop Ts, Tc ps, pc T1 w, P Err [ - ] : [ C ] : [ bara ] : [ C ] : [ bara ] : [ C ] : [ % ] : [ - ] : , , , , Terug met ä Weergave Betekenis I [ ] Informatie-index (commando's, status, versies): 12-posities, 4 verschillende codes op iedere positie mogelijk, rekening houden met hexadecimale weergave (zie volgend hoofdstuk Weergavesysteem van informatie- en storingsindex ). Tsh, Tc [ C] Tsh: gewenste waarde oververhittingstemperatuur Tc: gewenste persgastemperatuur voor de start van de stoominjectie (EVI) Pmop Max. zuiggasdruk ( Maximum Operation Pressure ) [bara] Max. werkdruk van de verdamper Ts, Tc [ C] Ts: werk. waarde temperatuur zuiggas Tc: werk. waarde condensatietemperatuur Ps [bara] Werk. waarde zuiggasdruk Pc [bara] Werk. waarde condensatiedruk TI [ C] Werk. waarde temperatuur vloeibaar gas x, P [%] x: actuele stand van de EEV P: actuele instelling van gewenste waarde voor het compressorvermogen, berekend door warmtepompregeling uit de actuele warmtebehoefte in het secundaire circuit Err [ ] Storingsindex: 10-posities, 4 verschillende codes op iedere positie mogelijk, rekening houden met hexadecimale weergave (zie volgend hoofdstuk Weergavesysteem van informatie- en storingsindex ). 87

88 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Weergavesysteem van informatie- en storingsindex Voor elke plaats van de informatie- en storingsindex zijn 4 verschillende meldingen mogelijk. Deze meldingen geeft de warmtepompregeling met de codes 1, 2, 4 en 8 aan. Als meerdere meldingen gelijktijdig actief zijn, worden de betreffende codes hexadecimaal opgeteld. Hexadecimale sommen zijn uniek, d.w.z. de verschillende actieve codes kunnen volgens de volgende tabel worden bepaald. 1. Indicatiewaarde voor elke plaats afzonderlijk aflezen. 2. Actieve codes met tabel C bepalen. Actieve codes (tabel C) Indicatiewaarde Actieve codes X 2 X 3 X X 4 X 5 X X 6 X X 7 X X X 8 X 9 X X A ( 10) X X B ( 11) X X X C ( 12) X X D ( 13) X X X E ( 14) X X X F ( 15) X X X X 3. Betekenissen van de actieve codes in de tabellen I en E aflezen. Informatie-index I (tabel I) Positie Actieve code Betekenis 1 4 Melding over herstart van de EEV-regelaar ontvangen. 2 1 Vrijgave voor warmtepompregeling van het koelcircuit (EEV-regelaar schakelt compressor bij behoefte automatisch in). 2 Vrijgave voor stoominjectie met EVI-regelcircuit. 4 Koeling actief. 3 0 Niet aangesloten. 4 0 Niet aangesloten. 88

89 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Positie Actieve code Betekenis 5 1 Digitaal scrollrelais actief. 2 EVI-klep actief. 4 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregeling via digitale ingang ontvangen. 8 Koeling actief, inschakeling via digitale ingang. 6 1 Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregeling via KM-BUS ontvangen. 2 Vrijgave voor stoominjectie met EVI-regelcircuit via KM- BUS ontvangen. 4 Koeling actief, inschakeling via KM-BUS. 8 Compressor ingeschakeld. 7 0 Niet aangesloten. 8 1 Uitschakeling compressor door fout. Versies, bij vragen altijd aangeven 9 0 t/m F Hardwareversie van de EEV-regelaar, 1e positie 10 0 t/m F Hardwareversie van de EEV-regelaar, 2e positie t/m F Softwareversie van de EEV-regelaar, 1e positie t/m F Softwareversie van de EEV-regelaar, 2e positie. Voorbeeld informatie-index Positiwaarde Indicatie- Actieve code Betekenis (tab. I) (tab. C) Vrijgave voor regeling van het koelcircuit Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregeling via digitale ingang ontvangen Vrijgave voor regeling van het koelcircuit door de warmtepompregeling via KM-BUS ontvangen. 8 Compressor ingeschakeld Hardwareversie 01 van de EEV-regelaar Softwareversie 02 van de EEV-regelaar

90 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Storingsindex Err (tabel E) Positie Actieve code Betekenis Gedrag van de installatie Maatregel Onderdelen, storingsmeldingen direct door de EEV-regelaar gemeld. 1 1 Temperatuursensor vloeibaar gas defect. Compressor blijft in werking. Energiebalans wordt niet correct berekend (zie hoofdstuk Diagnose energiebalans ). Sensor controleren, evt. vervangen. 2 Stappenmotor van Compressor wordt EEV vervangen. de EEV defect. uitgeschakeld. 2 1 Lagedruksensor Compressor wordt defect. uitgeschakeld. 2 Temperatuursensor zuiggas defect. 4 Hogedruksensor Compressor blijft defect. in werking. Sensor controleren, 8 Temperatuursensor persgas wordt niet correct Energiebalans evt. vervangen. defect. berekend (zie hoofdstuk Diagnose energiebalans ). 3 0 Niet aangesloten. 4 0 Meldingen 5 1 Verdampingsdruk Compressor wordt Zoals bij D3 lagedruk (zie hoofd- te laag (lagedrukstoring)stuk Overzicht van uitgeschakeld. de meldingen ). 90

91 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Positie Actieve code Betekenis 6 1 Condensatietemperatuur te hoog. 2 Condensatiedruk te hoog (standaard hogedruk). 4 Oververhittingstemperatuur zuiggas te laag. 8 Oververhittingstemperatuur zuiggas te hoog. 7 0 Niet aangesloten. Gedrag van de installatie Compressor wordt uitgeschakeld. Maatregel Warmteafname in het secundair circuit controleren Secundaire pomp controleren Gewenste temperatuurwaarden voor tapwaterverwarming of verwarming van de warmwaterbuffer controleren. Zoals bij D4 Standaard hogedruk (zie hoofdstuk Overzicht van de meldingen ). Controleren of correcte codeerstekker is ingesteld. Bij herhaaldelijk voorkomen: Koelcircuit door koeltechnicus laten controleren. 91

92 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Positie Actieve code Betekenis Gedrag van de installatie 8 1 Maximale werkdruk Compressor blijft in (MOP) is werking. bereikt, regelingstype (drukregeling oververhitting/verdamping) in het koelcircuit is aangepast. 2 Fout op basis van Compressor wordt ontoelaatbare uitgeschakeld. combinatie van koelcircuitparameters. Er is een ernstige storing van de EEV-regelaar, omdat de warmtepompregeling alleen toegestane parametercombinaties aan de EEVregelaar doorgeeft. Maatregel Geen maatregel nodig. Compressorparameters en codeerstekker controleren. Voorbeeld storingsindex 0C Positiwaarde Indicatie- Actieve code Betekenis (tab. E) (tab. C) C 4 Hogedruksensor defect, direct door de EEVregelaar gemeld. 8 Temperatuursensor persgas defect, direct door de EEV-regelaar gemeld

93 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Diagnose koelcircuit Temperatuur- en drukwaarden van primair en secundair circuit Terwijl de compressor draait, toont de warmtepompregeling de actuele meetwaarden. Na het uitschakelen van de compressor zijn hier de laatste in bedrijf gemeten waarden oproepbaar. Deze waarden worden pas bij de volgende start van de compressor overschreven. Tweetraps warmtepomp Ü Koelcircuit 1+2 Warmtepomp 1 tpe tpa tse tsa p0 pc Err / Msg [ C [ C [ C [ C [bara [bara [ - ]: ]: ]: ]: ]: ]: ] : 19,8 11,3 22,2 31,5 6,2 14, Terug met 2 22,2 6,2 14, ä Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Warmtepomp 4. Koelcircuit bij enkeltraps warmtepomp. Koelcircuit 1+2 bij tweetraps warmtepomp. Enkeltraps warmtepomp Ü Koelcircuit tpe tpa tse tsa p0 pc Err/Msg [ C ] : [ C ] : [ C ] : [ C ] : [ bara ] : [ bara ] : [ - ] : 19,8 11,3 22,2 31,5 6,2 14, Terug met ä 93

94 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Weergave tpe C tpa C tse C tsa C p0 bara pc bara Err/Msg Betekenis Grond-/luchtinlaattemperatuur Grond-/luchtuitlaattemperatuur Retourtemperatuur secundair circuit Aanvoertemperatuur secundair circuit Verdampingsdruk Condensatiedruk Laatste storingsindex vóór het uitschakelen van de compressor, weergavesysteem en betekenis zoals eerder (zie vorig hoofdstuk Weergavesysteem van informatie- en storingsindex ). Diagnose looptijd compressor Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Warmtepomp 4. Looptijd compressor bij enkeltraps warmtepomp. Looptijd compressor 1 voor warmtepomp 1e trap Looptijd compressor 2 voor warmtepomp 2e trap. Ü Looptijd compressor Belastingklasse h 1? De bedrijfsuren van de compressor ( Looptijd ) kunnen met voor elke belastingklasse worden opgevraagd. Toekenning van de belastingklassen: Belastingklasse Bedrijfsuren bij ΔT V/K 1 ΔT V/K < 25 K 2 25 K < ΔT V/K < 32 K 3 32 K < ΔT V/K < 41 K 4 41 K < ΔT V/K < 50 K 5 ΔT V/K > 50 K ΔT V/K Verschil tussen verdampings- en condensatietemperatuur Looptijd Selecteren met 230h ( 94

95 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Diagnose buiteneenheid Alle componenten van het koelcircuit, inclusief koelcircuitregelaar, bevinden zich in de buiteneenheid (niet in de condensor). De koelcircuitregelaar communiceert met de warmtepompregeling via een databus. De volgende informatie kan worden opgevraagd: Status- en foutinformatie van de koelcircuitregeling. Actuele meetwaarden en regelparameters van het koelcircuit. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Warmtepomp 4. Buiteneenheid Buiteneenheid Nload,f n1,n2 OAT,OMT,OCT CTT,ICT,IRT HST,LWT,RWT ph,plo,eev A Terug met [ - ] : 00, [ -,Hz ] : [ rpm ] : [ C ] : [ C ] : [ C ] : [ - ] : [ - ] : 1, 127, 990, 2, 85, 35, 0, 1, 0, 0, 0/0, , , 0 5, 8-50, 47 42, , 0, 0 ä Opmerking De getoonde informatie in de is onafhankelijk van de meldingscodes van de warmtepompregeling (zie Overzicht van de meldingen ). Regel I [ ] Kolom Betekenis 1 Softwareversie van de koelcircuitregelaar. 2 Werkingsmodus koelcircuit: 0 UIT 2 verwarmen 1 koelen 3 Ontdooien 95

96 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Regel I [ ] Kolom Betekenis 3 Beschermingsfuncties koelcircuit (A/B) A Gedrag van de buiteneenheid: B Oorzaak: 0 Normale werking, beschermingsfunctie 0 Normale werking. niet actief. 1 Algemene beschermingsfunctie. 1 Ontdooien. 2 Max. toerental ventilatoren wordt ingesteld. 2 Stortbeveiliging van de compressor is geactiveerd. 3 Compressorfrequentie wordt niet verhoogd ook bij hogere 3 Koelertemperatuur DC inverter te hoog. vermogensaanvraag. 4 Compressorfrequentie wordt langzaam verlaagd. 4 Compressorkoptemperatuur te hoog. 5 Compressorfrequentie wordt snel verlaagd. 6 Temperatuur bij verdamper of condensor te hoog. 6 Compressor wordt uitgeschakeld. 7 Oververhitting compressoraandrijving. 4 Beschermingsfuncties voor regeling van de persgasoververhitting (C/ D) C Gedrag van de buiteneenheid: D Oorzaak: 0 Normale werking, beschermingsfunctie 0 Normale werking. niet actief. 1 Compressorfrequentie wordt langzaam verlaagd. 2 Compressorfrequentie wordt niet verder verlaagd. 3 Compressorfrequentie wordt verhoogd. 1 Gewenste waarde persgasoververhitting kan door aanpassing van de positie van de EEV-klep niet worden bereikt. Regel Nload, f [, Hz] Kolom Betekenis 2 Genormeerde vermogensaanvraag, waardenbereik: 0 tot 127 ( 0 tot 100 %) 3 Actuele compressorfrequentie in Hz. 4 Gewenste compressorfrequentie in Hz. 96

97 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Regel n1, n2 [rpm] Kolom Betekenis 2 Toerental ventilator 1 in omw/min. 3 Toerental ventilator 2 in omw/min (indien aanwezig). 4 Ingestelde ventilatorniveau: 0 UIT 3 hoog toerental 1 laag toerental 4 max. toerental 2 gemiddeld toerental Regel OAT, OMT, OCT [ C] Kolom Betekenis 2 Luchtinlaattemperatuur verdamper (OAT) 3 Verdampertemperatuur (OMT) 4 Koelmiddelinlaattemperatuur verdamper (OCT) Regel CTT, ICT, IRT [ C] Kolom Betekenis 2 Compressorkoptemperatuur (CTT). 3 Condensatietemperatuur condensor (ICT). 4 Temperatuur vloeibaar gas (IRT). Regel HST, LWT, RWT [ C] Kolom Betekenis 2 Koelertemperatuur DC inverter (HST). 3 Aanvoertemperatuur secundair circuit voor verwarmingswater-doorstroomtoestel (LWT). 4 Retourtemperatuur secundair circuit (RWT). Regel phi, plo, EEV [ ] Kolom Betekenis 2 Status hogedrukschakelaar (phi) (indien aanwezig): 1 Niet geactiveerd of niet aanwezig 2 Geactiveerd. 3 Status lagedrukschakelaar (plo): 0 Niet geactiveerd of niet aanwezig 1 Geactiveerd. 4 Positie van de elektronische expansieklep (EEV), waardenbereik 0 ( volledig gesloten) tot 480 stappen ( volledig geopend). 97

98 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Regel A [ ] Kolom Betekenis 1 Koelcircuitfout: 0 Geen fout: 3 Kortsluiting/onderbreking aanvoertemperatuursensor secundair circuit (LWT). 1 Kortsluiting/onderbreking temperatuursensor condensor 4 Koelcircuitfout binneneenheid actief. (ICT). 2 Kortsluiting/onderbreking temperatuursensor vloeibaar gas (IRT). 2 Uitgang storingsmelding koelcircuit (buiten- of binneneenheid). Voorwaarde: Koelcircuitfout binneneenheid (kolom 1 op 4 ) of storingsmelding koelcircuit buiteneenheid (kolom 3 op 1 ). 0 UIT. 1 AAN. 3 Storingsmelding koelcircuit buiteneenheid aan warmtepompregeling: 0 Niet actief. 1 Actief. 4 Netvoeding buiteneenheid: 0 Geen netspanning. 1 Netspanning aanwezig. 5 Fout compressoraansturing Opmerking Een fout van de compressoraansturing leidt tot het uitschakelen van de compressor. 0 Geen fout. 6 DC-inverterspanning te hoog. 1 Fout stortsensor compressor. 7 Communicatiefout. 2 Stroomopname compressor 8 Foutstroom. te hoog. 3 Koelertemperatuur DC-inver- 9 Geen netspanning. ter te hoog. 4 Stijging koelertemperatuur DC-inverter te hoog. 5 DC-inverterspanning te laag. 11 Synchronisatiefout. 10 Resetten aansturingprocessor. 98

99 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Diagnose energiebalans / Alleen bij warmtepompen met elektronische expansieklep EEV: Vitocal 300/350-G Vitocal 333/343-G Vitocal 300/350-A De volgende informatie kan worden opgevraagd: Energiebalans verwarmen : elektrische energie, die voor de werking van warmtepomp is gebruikt en hoeveel verwarmingsenergie aan de verwarmingsinstallatie is afgegeven. Bij tweetraps warmtepomp: Energiebalans verwarmen 1 en Energiebalans verwarmen 2 voor warmtepomp 1e en 2e trap. Energiebalans WW : elektrische energie, die voor de werking van warmtepomp is gebruikt en hoeveel verwarmingsenergie voor de tapwaterverwarming is afgegeven. Bij tweetraps warmtepomp: Energiebalans WW 1 en Energiebalans WW 2 voor warmtepomp 1e en 2e trap. SPF verwarmen : jaararbeidsfactor voor verwarming. SPF warm water : jaararbeidsfactor voor tapwaterverwarming. SPF totaal : jaararbeidsfactor totaal. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Energiebalans A Ü Energiebalans Verw. è q kwh 23 Wo. 23/09 q 277 è 831 Kiezen met ( A Omrekeningsfactor volgens codeerstekker 0,1 kw, 1 kw of 10 kw De energiewaarden,, kunnen met voor elke kalenderweek Wo. van het afgelopen jaar worden opgevraagd. Opmerking Voorwaarde voor een realistische gegevensregistratie: Parameter Vermogen 5030 en Vermogen 5130 (voor warmtepomp 2e trap) moeten correct ingesteld zijn. 99

100 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) Diagnose info De volgende informatie: Temperaturen Softwareversies Aangesloten componenten Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Diagnose 3. Korte info Ü Korte info 1: 2: 0 3: 0 4: 0 1 F A Selecteren met ( Betekenis van de waarden in de afzonderlijke regels zie volgende tabel: Regel Veld Warmtepompregeling: softwarestand (SWindex) Toestel: revisiestand Codeerstekker: Kengetal Low Codeerstekker: versie 2 Installatieschema Aantal KM- BUSdeelnemers Gemeenschappelijke aanvraagtemperatuur 3 0 Bedieningseenheid: softwareindex Uitbreiding voor verwarmingscircuit met mengklep M2(HK2) / M3(HK3) : Softwarestand Zonneregeling: Softwarestand LONmodule: Softwarestand Toesteltype Externe uitbreiding H1: Softwarestand 100

101 Storingen oplossen Diagnose (servicecontroles) (vervolg) 7 Afstandsbediening: Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1): 0 zonder 1 Vitotrol 200A 8 EEV-module 1: hardware-index 9 EEV-module 2: hardware-index 10 Warmtepompregeling: softwarestand High Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) 0 zonder 1 Vitotrol 200A EEV-module 1: software-index EEV-module 2: software-index Warmtepompregeling: softwarestand Low Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) 0 zonder 1 Vitotrol 200A Regel Veld : geen externe aanvraag 1: externe aanvraag 0: geen extern afsluiten 1: extern afsluiten 0 Externe omschakeling 0 tot 10 V Indicatie in % 0: geen externe omschakeling 6 Aantal LON-deelnemers Controlecijfer Softwarestand Softwarestand Softwarestand Uitbreiding voor verw. circ. met mengklep voor koelcircuit/afzonderlijk koelcircuit: Softwarestand : Buiteneenheid: software-index Bedieningseenheid: Softwarestand Uitgangen controleren (actorentest) Er worden alleen actoren getoond die volgens de installatie-uitvoering aanwezig zijn. Met de activering van de actorentests worden alle actoren stroomloos geschakeld. In dit menu kunnen een of meerdere actoren worden ingeschakeld. De actorentest wordt automatisch na ca. 30 min. of met beëindigd. Met de toetsen kan het installatieoverzicht en de diagnosepagina koelcircuitregelaar of buiteneenheid opgevraagd worden, zonder de actortest te verlaten. Terug naar de weergave van de actorentests met OK. 101

102 Storingen oplossen Uitgangen controleren (actorentest) (vervolg) Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Actorentest Opmerking Alleen bij compacte warmtepompen: Als de boilerlaadpomp via het PWMsignaal wordt aangestuurd, moeten beide uitgangen Boilerlaadpomp worden geactiveerd. Met Alle actoren kunnen alle actoren gelijktijdig worden uitgeschakeld. Functiecontrole Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Servicefuncties 3. Functiecontrole 4. Gewenste groep kiezen, bijv. Warm water. Functie Verwarmingscircuit 1 Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 Koeling Warm water (warmwaterboiler) Zwembad 102 Gedrag van de installatie Secundaire pomp en CV-pomp A1 worden ingeschakeld. CV-pomp M2 of M3 wordt ingeschakeld. Mengklep in 5-minuten-puls openen/sluiten. Primaire pomp en circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit worden ingeschakeld. Mengklep voor NC-functie in 5-minuten-puls openen/sluiten. NC-signaal wordt geactiveerd. Extra bij Vitocal 333-G NC: Intern 2-weg-omschakelkleppen worden omgeschakeld en secundaire pomp wordt ingeschakeld. De volgende componenten worden aan- of omgeschakeld: Secundaire pomp Circulatiepomp voor boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) of 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwaterverwarming Boilerlaadpomp (tapwaterzijde) Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Circulatiepomp voor zwembadverwarming en de 3-wegomschakelklep worden 1-minuten-puls in- en uitgeschakeld.

103 Storingen oplossen Functiecontrole (vervolg) Functie Extra verwarming (verwarmingswater-doorstroomtoestel) Warmtepomp : Ontdooien Ext. warmtepomp Ext. warmtegenerator Zonne-energie Prim. pomp/ventilator Opmerking De uitvoering van deze functie duurt 10 min. Gedrag van de installatie Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Verwarmingswater-doorstroomtoestel regelt op 30 aanvoertemperatuur. Primaire en secundaire pompen worden ingeschakeld. Warmtepomp wordt op 30 C retourtemperatuur geregeld. Ontdooifunctie wordt gestart. Proces wordt beëindigd, als verdampertemperatuur uitschakelwaarden bereikt. Alle volgende warmtepompen worden voor de verwarming ingeschakeld en telkens op een retourtemperatuur in het secundaire circuit van 30 C geregeld. De externe warmtegenerator wordt op 35 C aanvoertemperatuur geregeld. Mengklep openen, CVpompen worden ingeschakeld. Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie: zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld. Met Vitosolic: De indicatie voor de zonnecircuitpomp in het installatieoverzicht wordt geactiveerd. De zonnecircuitpomp moet via Vitosolic worden ingeschakeld (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). Primaire pomp wordt ingeschakeld. Iedere minuut wordt de gemiddelde waarde van de aanvoertemperatuur primair circuit berekend. Opmerking De temperatuur van de onberoerde aardbodem bepaald. Als de functie vooraf wordt geannuleerd, wordt op het tijdstip van de annulering de berekende gemiddelde waarde opgeslagen. 103

104 Storingen oplossen Functiecontrole (vervolg) Functie : Verwarmen met buiteneenheid : Koelen met buiteneenheid Gedrag van de installatie Secundaire pomp en ventilator buiteneenheid worden ingeschakeld, max. compressorvermogen wordt ingesteld. Secundair circuit wordt op 30 C retourtemperatuur geregeld. Secundaire pomp en ventilator buiteneenheid worden ingeschakeld, max. compressorvermogen wordt ingesteld. Secundair circuit wordt op 10 C aanvoertemperatuur geregeld. LON deelnemerscontrole Voor controle van de communicatie van de apparatuur die op de foutmanager zijn aangesloten. Voorwaarden: Warmtepompregeling moet als foutmanager gecodeerd zijn ( LON foutmanager 7779 ) Voor iedere aangesloten deelnemer moet een verschillend deelnemersnummer ( LON deelnemersnummer 7777 ) ingesteld zijn. LON-deelnemerslijst in de foutmanager moet actueel zijn. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Servicefuncties 3. Deelnemerscontrole 4. Deelnemer selecteren. 5. Met OK deelnemerscontrole starten. Mogelijke indicaties: Geen weergave (status onbekend): Deelnemer heeft zich nog niet gemeld, is echter nog niet herkend als uitgevallen. Uitgev. (uitgevallen): Deelnemer heeft zich langer dab 20 min. niet gemeld ( Interval voor gegevensoverdracht via LON 779C ). Check, zolang de deelnemercontrole loopt, op het display van de gekozen deelnemer knippert ca. 30 s WINK. Check OK Communicatie tussen beide deelnemers succesvol. OK / fout : Deelnemer heeft zich gemeld. Alles is OK of er is een fout bij de deelnemer. Check ERR : Geen communicatie tussen beide deelnemers. LON-verbinding en LON-parameters controleren. 104

105 Storingen oplossen Geen weergave op het display van de bedieningseenheid 1. Netschakelaar van de installatie inschakelen. 2. Toestelzekering van de warmtepompregeling controleren, evt. vervangen. 3. Controleren of netspanning op de warmtepompregeling aanwezig is, evt. netspanning inschakelen. 4. Steek- en schroefverbindingen controleren. 5. Evt. bedieningsgedeelte vervangen. 6. Evt. regelaar- en sensorprintplaat vervangen. Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepomp. 105

106 Regelingsinstellingen Codeerniveau 1 in het servicemenu! Opgelet Een foutieve bediening op het codeerniveau 1 kan tot schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie leiden. Aanwijzingen in de service- en montagehandleiding van de betreffende warmtepomp absoluut opvolgen, anders vervalt de garantie. Servicemenu activeren (parameters instellen) Alle parameters worden in volle tekst aangegeven. Aan elke parameter is bovendien een parametercode toegekend. Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 kiezen. 3. Parametergroep kiezen: Bijv. Installatiedefinitie. 4. Parameter kiezen: Installatieschema Installatieschema instellen, bijv. 3 Als het servicemenu al is geactiveerd: Uitgebreid menu: 1. å 2. Service 3. Codeerniveau 1 kiezen. 4. Parametergroep kiezen: Bijv. Installatiedefinitie. 5. Parameter kiezen: Installatieschema. 6. Parametercode bevestigen: Installatieschema instellen, bijv. 3 Opmerking De weergave van de parameters is afhankelijk van de actuele toestelinstellingen. Servicemenu deactiveren Service beëindigen? met Ja bevestigen. of Als 30 min geen bediening volgt. Toestand bij levering herstellen (reset) Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Basisinstelling 4. Alle groepen of gewenste parametergroep (bijv. Installatiedefinitie ) kiezen. 106

107 Regelingsinstellingen (vervolg) Opmerking Hierna zijn alle parameters van instelniveaus Vakman en Installatiegebruiker beschreven. Parameters die zijn toegewezen aan het instelniveau Installatiegebruiker kunnen door de installatiegebruiker via menu's worden ingesteld. Voor een beter onderscheid worden parameters die zijn toegewezen aan het instelniveau Vakman gemarkeerd met!. 107

108 Parametergroep installatiedefinitie Parametergroep installatiedefinitie Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Installatiedefinitie 4. Parameter kiezen Installatieschema! Het installatieschema volgens de installatie-uitvoering bij inbedrijfstelling instellen. Er kan uit 12 verschillende installatieschema's worden gekozen. De componenten die bij het betreffende installatieschema horen worden automatisch geactiveerd en bewaakt. Opmerking Niet bij alle warmtepompen kunnen alle installatieschema's en alle opgesomde componenten worden gekozen. 108

109 Parametergroep installatiedefinitie 7000 Installatieschema! (vervolg) Componenten Installatieschema Verwarmingscircuit A1 (HK1) X X X X X X M2 (HK2) X X X X X X X X M3 (HK3) X X X X Warmwaterboiler X X X X X X Warmwaterbuffer 0 0 X X X X X X X X Externe warmtegenerator 0 0 *1 0 * Verwarmingswater-doorstroomtoestel Zwembad Zonne-energie-installatie (met interne zonneregelingsmodule of met Vitosolic 200) Koeling A1 (HK1) M2 (HK2) M3 (HK3) apart koelcircuit (SKK) X Component gekozen. 0 Component kan toegevoegd worden. Installatievoorbeelden warmtepompen Opmerking Bij de volgende warmtepomp in een warmtepompcascade Installatieschema 11 instellen. Vitocal Toestand bij levering Instelbereik 200-S 2 0 t/m 6 222/242-G, 222/242-S 2 2 / 4 / 6 333/343-G 2 2 / 4 / 6 / 8 / /300/350-G, 300/350-A 2 0 t/m 11 *1 Alleen in combinatie met een warmwaterbuffer. 109

110 Parametergroep installatiedefinitie 7003 Temperatuurverschil voor het berekenen van de verwarmingsgrens! Verwarmingsgrens: Gewenste ruimtetemperatuur - temperatuurverschil voor het berekenen van de verwarmingsgrens. Wanneer de gedempte buitentemperatuur (middelinginterval in de uitlevertoestand drie uur) lager is dan de verwarmingsgrens, wordt de ruimteverwarming automatisch ingeschakeld. Het modusprogramma Verwarmen en warm water moet actief zijn. Voorbeeld: Ingestelde gewenste ruimtetemperatuur = 20 C Temperatuurverschil voor berekening van de verwarmingsgrens = 4 K Hieruit resulteert een verwarmingsgrens van 16 C (20 C 4 K). Gedempte buitentemperatuur < 16 C (verwarmingsgrens): Ruimteverwarming wordt ingeschakeld. Gedempte buitentemperatuur > 18 C (op basis van de ingestelde hysterese van 2 K): Ruimteverwarming wordt uitgeschakeld. 20 C 18 C 2K 16 C A Gewenste ruimtetemperatuur B Gedempte buitentemperatuur C Ingestelde waarde temperatuurverschil voor het berekenen van de verwarmingsgrens D Verwarming UIT E Verwarming AAN Toestand bij levering Instelbereik 40 ( 4 K) 0 tot en met 200 ( 0 tot 20 K) t 7004 Temperatuurverschil voor het berekenen van de koelgrens! Koelgrens: Gewenste ruimtetemperatuur + temperatuurverschil voor het berekenen van de koelgrens. Wanneer de gedempte buitentemperatuur (middelinginterval in de uitlevertoestand drie uur) hoger is dan de koelgrens, wordt de ruimtekoeling automatisch ingeschakeld. Het modusprogramma Verwarmen / koelen en WW moet actief zijn. 110

111 Parametergroep installatiedefinitie 7004 Temperatuurverschil voor het berekenen (vervolg) Voorbeeld: Gewenste ruimtetemperatuur = 20 C Temperatuurverschil voor berekening van de koelgrens = 4 K Hieruit resulteert een koelgrens van 24 C (20 C + 4 K). Gedempte buitentemperatuur > 24 C (koelgrens): Ruimtekoeling wordt ingeschakeld. Gedempte buitentemperatuur < 23 C (op basis van de ingestelde hysterese van 1 K): Ruimtekoeling wordt uitgeschakeld. Opmerking De koelgrens heeft geen effect op een afzonderlijk koelcircuit. Deze parameter is alleen beschikbaar als de koeling werd geactiveerd door de parameter Koelfunctie Toestand bij levering Instelbereik 40 ( 4 K) 10 tot en met 200 ( 1 tot 20 K) 7008 Zwembad! Regeling van de zwembadverwarming via temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling (accessoire). Waard Betekenis e 0 Geen zwembadverwarming. 1 Zwembadverwarming. Opmerking De temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling wordt via de externe uitbreiding H1 op de warmtepompregeling aangesloten ( Externe uitbreiding 7010 ). Toestand bij levering Instelling 0 0 / Externe uitbreiding! Er kan slechts één externe uitbreiding H1 op de warmtepompregeling worden aangesloten. Toepassingsgebied van de externe uitbreiding H1: Zwembadverwarming Externe omschakeling van de werkingsmodus Externe aanvraag/externe mengklep OPEN of regelfunctie Extern blokkeren/externe mengklep DICHT of regelfunctie Warmtepompcascade Instelling gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag door analoog spanningssignaal 0 tot 10 V. 111

112 Parametergroep installatiedefinitie 7010 Externe uitbreiding! (vervolg) Waard Betekenis e 0 Externe uitbreiding H1 is niet geactiveerd. 1 Externe uitbreiding H1 is geactiveerd. Toestand bij levering Instelling 0 0 / 1 Opmerking Voor de zwembadverwarming is de externe uitbreiding H1 noodzakelijk. In dat geval kunnen de volgende functies niet met de externe uitbreiding H1 worden gerealiseerd: Externe omschakeling van de werkingsmodus Externe aanvraag van warmtepomp/ externe mengklep OPEN 700A Cascadeaansturing! Waard Betekenis e 0 Geen cascadeaansturing. 1 Cascadeaansturing via externe uitbreiding H1. 2 Cascadeaansturing via LON. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 Opmerkingen Bij 1 en 2 is de warmtepomp het hoofdtoestel. Is de warmtepomp een volgend toestel, de waarde op 0 en parameter Installatieschema 7000 op waarde 11 instellen. 112

113 Parametergroep installatiedefinitie 5735 Aantal volgende warmtepompen in cascade! Waard Betekenis e 0 Geen volgende warmtepomp. 1 Aantal volgende warmtepompen bij cascadeaansturing via t/m 3 externe uitbreiding H1. 1 t/m 4 Aantal volgende warmtepompen bij cascadeaansturing via LON. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 t/m 4 700B Vermogen volgende warmtepomp! Gemiddeld typeafhankelijk vermogen van de volgende warmtepomp in een cascade via externe uitbreiding H1, gemiddelde waarden van alle volgende warmtepompen. Deze vermogenswaarde dient voor regelingintern lastmanagement voor het efficiënt in- en uitschakelen van de volgende warmtepompen. De instelling gebeurt bij het hoofdtoestel. Toestand bij levering Instelbereik 10 kw 0 tot 255 kw Opmerking Bij cascade via LON wordt Vermogen compressortrap 5030 van de volgende warmtepompen gebruikt. 113

114 Parametergroep installatiedefinitie 700C Gebruik warmtepomp in cascade! Cascadeaansturing via externe uitbreiding H1: Instelling gebeurt bij het hoofdtoestel en geldt voor alle volgende warmtepompen. Alleen de waarden 0 t/m 15 instellen (zie volgende tabel). Cascadeaansturing via LON: Instelling gebeurt bij elke warmtepomp van de cascade. Daarmee in het mogelijk de afzonderlijke warmtepompen voor verschillende toepassingen vrij te geven. Opmerking Het gebruik van Tapwaterverwarming door zonne-energie is alleen in combinatie met de geïntegreerde zonneregelingsfunctie van de warmtepompregeling mogelijk. Wij raden u aan deze toepassing alleen voor het hoofdtoestel vrij te geven. Voorbeeld: Bij cascadeaansturing via LON kan een warmtepomp alleen voor verwarmen en een ander alleen voor tapwaterverwarming worden gebruikt. Waard e 114 Toepassing verwarmen koelen Tapwaterverwarming Zwembadverwarming Tapwaterverwarming door zonneenergie 0 1 X 2 X 3 X X 4 X 5 X X 6 X X 7 X X X 8 X 9 X X 10 X X 11 X X X 12 X X 13 X X X 14 X X X 15 X X X X 16 X 17 X X

115 700C Gebruik warmtepomp in cascade! (vervolg) Parametergroep installatiedefinitie Waard e Toepassing verwarmen koelen Tapwaterverwarming Zwembadverwarming Tapwaterverwarming door zonneenergie 18 X X 19 X X X 20 X X 21 X X X 22 X X X 23 X X X X 24 X X 25 X X X 26 X X X 27 X X X X 28 X X X 29 X X X X 30 X X X X 31 X X X X X Toestand bij levering Instelbereik Cascadeaansturing via externe uitbreiding H1: 2 0 t/m 15 Cascadeaansturing via LON: 2 0 t/m Installatiecomponenten bij externe omschakeling! Keuze van de installatiecomponenten waarvoor de werkingsmodus een bepaalde periode moet worden omgeschakeld. De in te stellen werkingsmodus wordt met de parameter Werkingsmodus bij externe omschakeling 7012 ingesteld. De duur van de omschakeling geeft de parameter Duur van de externe omschakeling 7013 aan. Voorbeeld: Waarde van parameter 34 (zie volgende tabel): Gelijktijdige omschakeling van de werkingsmodus voor verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2), bijv. bij Verlaagd en voor de warmwaterbuffer op Boven. 115

116 Parametergroep installatiedefinitie 7011 Installatiecomponenten bij externe (vervolg) Opmerking De functie Werking externe aanvraag op warmtepomp/verwarmingscircuits 7014 heeft een hogere prioriteit dan de functie Installatiecomponent bij externe omschakeling Waard e Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1) Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) Tapwaterverwarming Warmwaterbuffer 0 1 X 2 X 3 X X 4 X 5 X X 6 X X 7 X X X 8 tot en met 15 : Niet instellen! 16 X 17 X X 18 X X 19 X X X 20 X X 21 X X X 22 X X X 23 X X X X 24 tot en met 31 : Niet instellen! 32 X 33 X X 34 X X 35 X X X 36 X X 37 X X X 38 X X X 39 X X X X 40 tot en met 47 : Niet instellen! 48 X X 49 X X X 116

117 Parametergroep installatiedefinitie 7011 Installatiecomponenten bij externe (vervolg) Waard e Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1) Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) Tapwaterverwarming Warmwaterbuffer 50 X X X 51 X X X X 52 X X X 53 X X X X 54 X X X X 55 X X X X X 56 tot en met 63 : Niet instellen! Toestand bij levering Instelbereik 0 0 t/m Werkingsmodus bij externe omschakeling! Keuze van werkingsmodus, waar extern naar moet worden omgeschakeld. Waarde Werkingsmodus (zie bedieningshandleiding) Verwarming/koeling Warmwater Warmwaterbuffer 0 Geen verwarming, alleen vorstbescherming voor de gekozen installatiecomponenten. 1 Verlaagd Boven Boven 2 Normaal Normaal Normaal 3 Constante (gewenste aanvoertemperatuur is Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E ) 2. temp. (verwarming met Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C ) Constante (Verwarming met Temperatuur in werkingsmodus constante voor buffer 7202 ) Toestand bij levering Instelbereik 2 0 t/m 3 117

118 Parametergroep installatiedefinitie 7013 Duur van de externe omschakeling! Minimale duur van de externe omschakeling van de werkingsmodus na sluiten van het schakelcontact (aanwezigheid van het signaal). Voorbeeld: Waarde voor de duur van de omschakeling B 8 h (toestand bij levering) A A 8 h B Duur van het signaal A < Waarde voor de duur van de omschakeling B: Duur van de omschakeling 8 h Duur van het signaal A > Waarde voor de duur van de omschakeling B: Duur van de omschakeling = duur van het signaal Waar Periode de 0 Omschakeling gebeurt slechts zolang het schakelcontact gesloten is. 1 Minimale duur van de omschakeling, startend vanaf de aan- t/m 12 wezigheid van het signaal. Toestand bij levering Instelbereik 8 h 0 tot 12 h B 8 h A B 8 h 118

119 Parametergroep installatiedefinitie 7014 Werking externe aanvraag op warmtepomp/verwarmingscircuit! Instelling waarbij de functie Extern aanvragen/externe mengklep OPEN moet werken. Opmerking Bij Extern aanvragen wordt voor de verwarmingscircuits een vaste gewenste aanvoertemperatuur ( Aanvoertemperatuur bij externe aanvraag 730C ) ingesteld. Het signaal Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan het signaal Externe aanvraag. Waarde Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) 0 Regelwerking Regelwerking Nee 1 Mengklep OPEN Regelwerking Nee 2 Regelwerking Mengklep OPEN Nee 3 Mengklep OPEN Mengklep OPEN Nee 4 Regelwerking Regelwerking Ja 5 Mengklep OPEN Regelwerking Ja 6 Regelwerking Mengklep OPEN Ja 7 Mengklep OPEN Mengklep OPEN Ja Warmtevraag voor warmtepomp Opmerking Voor de zwembadverwarming moet de warmtevraag van de warmtepomp worden vrijgegeven (instelling 4, 5, 6 of 7 ). Toestand bij levering Instelbereik 4 0 t/m Werking extern blokkeren op warmtepomp/verwarmingscircuits! Instelling waarbij de functie Extern aanvragen/externe mengklep DICHT moet werken. Opgelet! Vorstbescherming van de installatie evt. niet gegarandeerd. Opmerking Het signaal Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan het signaal Externe aanvraag. 119

120 Parametergroep installatiedefinitie 7015 Werking extern blokkeren op (vervolg) Waarde Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) Verwarmingscircuits met mengklep M3 (HK3) 0 Regelwerking Regelwerking Nee 1 Mengklep DICHT Regelwerking Nee 2 Regelwerking Mengklep DICHT Nee 3 Mengklep DICHT Mengklep DICHT Nee 4 Regelwerking Regelwerking Ja 5 Mengklep DICHT Regelwerking Ja 6 Regelwerking Mengklep DICHT Ja 7 Mengklep DICHT Mengklep DICHT Ja Toestand bij levering Instelbereik 4 0 t/m 8 Blokkering van de warmtepomp 7017 Vitocom 100! Gebruik van de communicatiepoort Vitocom 100. Waa Betekenis rde 0 Vitocom 100 wordt niet gebruikt. 1 Vitocom 100 is aanwezig en actief. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 701A Werking extern blokkeren op pompen/compressor! Keuze van de werkingscomponenten, bijv. secundaire pomp/compressor) Opgelet! Vorstbescherming van de installatie evt. niet gegarandeerd. 120 Opmerking Instelling voor parameter Werking extern blokkeren op warmtepomp/ verwarmingscircuits 7015 respecteren. Het signaal Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan het signaal Externe aanvraag.

121 701A Werking extern blokkeren op (vervolg) Parametergroep installatiedefinitie Waarde Secundaire pomp/ compressor geblokkeerd Boilerlaadpomp geblokkeerd CV-pomp M3 geblokkeerd (HK3) CV-pomp M2 geblokkeerd (HK2) CV-pomp A1 geblokkeerd (HK1) 0 1 x 2 x 3 x x 4 x 5 x x 6 x x 7 x x x 8 x 9 x x 10 x x 11 x x x 12 x x 13 x x x 14 x x x 15 x x x x 16 x 17 x x 18 x x 19 x x x 20 x x 21 x x x 22 x x x 23 x x x x 24 x x 25 x x x 26 x x x 27 x x x x 28 x x x 29 x x x x 30 x x x x 31 x x x x x Toestand bij levering Instelling 0 0 t/m

122 Parametergroep installatiedefinitie 701B Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor installatie! Bij installaties met verwarmingswaterbuffer kan in de verwarmingswateraanvoer na de verwarmingswaterbuffer een gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor worden ingebouwd. Waard Betekenis e 0 Aanvoertemperatuursensor installatie wordt niet gebruikt. De aanvoertemperatuursensor secundair circuit wordt gebruikt. 1 Aanvoertemperatuursensor installatie is aanwezig en geactiveerd. Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / 1 122

123 Parametergroep compressor Parametergroep compressor Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Compressor 4. Parameter kiezen Vrijgave compressor! Vrijgave van de compressor voor het gebruik van de warmtepomp respectievelijk warmtepomp 1e trap. Waard Betekenis e 0 Compressor treedt niet in werking. 1 Compressor is vrijgegeven. Opmerking Voor het blokkeren voor bouwdrogen parameter Warmtepomp voor bouwdrogen 7300 gebruiken. Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / Condensortemperatuur voor ontdooiende! Het ontdooien wordt afgesloten wanneer de condensortemperatuur de aangegeven waarde heeft overschreden en de minimale ontdooitijd is overschreden. Toestand bij levering Instelbereik 200 ( 20 C) 0 tot en met 700 ( 0 tot +70 C) 5030 Vermogen compressortrap 1! Type-afhankelijk vermogen van de warmtepomp (ingesteld met codeerstekker). bijv. bij Vitocal 300-G, type 301.A08: 8 kw nominaal vermogen, zie ook typeplaatje) Deze waarde is bijv. nodig voor de berekening van de energiebalans en de jaararbeidsfactor. Toestand bij levering Apparaatafhankelijk. Voor een eenduidige toewijzing van de buiteneenheid aan de binneneenheid moet het vermogen worden ingevoerd. De lucht/water-warmtepompen, splituitvoering komen anders niet in werking. Instelbereik 1 tot 255 kw 123

124 Parametergroep compressor 2 Parametergroep compressor 2 Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Compressor 2 4. Parameter kiezen Vrijgave compressor! Vrijgave van de warmtepomp 2e trap. Waard Betekenis e 0 Compressor treedt niet in werking. 1 Compressor is vrijgegeven. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / Vermogen compressortrap 2! Type-afhankelijk vermogen van de warmtepomp 2e trap (ingesteld met codeerstekker). bijv. bij Vitocal 300-G, type 301.A08: 8 kw nominaal vermogen, zie ook typeplaatje) Toestand bij levering Apparaatafhankelijk. Deze waarde is nodig voor de berekening van de energiebalans en de jaararbeidsfactor. Instelbereik 1 tot 255 kw 124

125 Parametergroep externe warmtegenerator Parametergroep externe warmtegenerator Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Ext. warmtegenerator 4. Parameter kiezen. 7B00 Vrijgave externe warmtegenerator! De externe warmtegenerator kan bij warmtebehoefte door de warmtepompregeling worden ingeschakeld. Opmerking Alle overige parameters van de externe warmtegenerator worden pas zichtbaar als deze parameter op 1 is ingesteld. Waard Betekenis e 0 Externe warmtegenerator wordt niet gebruikt. 1 Externe warmtegenerator, bijv. HR-olieketel is geactiveerd. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 7B01 Voorrang externe warmtegenerator/verwarmingswaterdoorstroomtoestel! Geldt alleen voor ruimteverwarming. Waard Betekenis e 0 Externe warmtegenerator heeft voorrang. 1 Verwarmingswater-doorstroomtoestel heeft voorrang. Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / 1 125

126 Parametergroep externe warmtegenerator 7B02 Bivalentietemperatuur externe warmtegenerator! Wanneer het langetermijngemiddelde van de buitentemperatuur langere tijd onder de ingestelde bivalentietemperatuur externe warmtegenerator ) ligt, wordt de externe warmtegenerator ingeschakeld. Voorwaarde: de warmtepomp en/of andere warmtebronnen kunnen niet aan de warmtevraag voldoen. Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 C) 500 tot en met +500 ( 50 tot +50 C) Boven de bivalentietemperatuur schakelt de warmtepompregeling de externe warmtegenerator alleen in onder de volgende voorwaarden: Tapwateropwarming met externe warmtegenerator is vereist ( Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwateropwarming 7B0D ). Warmtepomp is defect. 7B0D Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwateropwarming! Als de warmtebehoefte van de warmwaterboiler niet door de warmtepomp kan worden gedekt, wordt de circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming en de externe warmtegenerator aangestuurd. Waard Betekenis e 0 Externe warmtegenerator is voor de tapwateropwarming geblokkeerd. 1 Externe warmtegenerator is voor de tapwateropwarming vrijgegeven. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 126

127 Parametergroep warm water Parametergroep warm water Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Warm water 4. Parameter kiezen Gewenste warmwatertemperatuur Als de ingestelde gewenste warmwatertemperatuur met de warmtepomp niet wordt bereikt, kunnen de volgende bijverwarmingen worden bijgeschakeld: Verwarmingswater-doorstroomtoestel ( Vrijgave elektroverwarmingen voor tapwateropwarming 6015 ) Elektrisch verwarmingselement ( Vrijgave elektroverwarmingen voor tapwateropwarming 6015 ) Externe warmtegenerator ( Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwateropwarming 7B0D ) Bedieningshandleiding Toestand bij levering Instelbereik 500 ( 50 C) 100 tot en met 700 ( 10 tot 70 C) 6005 Min. warmwatertemperatuur! Voor de vorstbescherming wordt de warmwaterboiler bij daling onder de ingestelde minimumtemperatuur tot deze waarde plus hysterese verwarmd. Dit is onafhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma. De temperatuurmeting gebeurt via de boven in de warmwaterboiler ingebouwde temperatuursensor. Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 C) 100 t/m 600 ( 10 tot 60 C) 127

128 Parametergroep warm water 6006 Maximale warmwatertemperatuur! Bij het bereiken van deze temperatuur wordt de warmwaterboiler pas weer verwarmd als de temperatuur minimaal 5 K is gedaald. Toestand bij levering Instelbereik 600 ( 60 C) 200 tot en met 800 ( 20 tot 80 C) Gevaar Gevaar van brandwonden bij warm water met temperaturen boven 60 ºC. Om de temperatuur op 60 C te begrenzen moet een menginrichting, bijv. een thermostatische mengautomaat (accessoire bij de warmwaterboiler) worden ingebouwd Hysterese WW-temperatuur warmtepomp! De ingestelde waarde bepaalt bij welke afwijking van de gewenste temperatuur ( Warmwatertemperatuur 6000 of Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C ) die tapwaternaverwarming door de warmtepomp wordt gestart. t A Gewenste warmwatertemperatuur warmwaterboiler B Hysterese warmtepomp ( Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007 ) C Hysterese extra verwarming ( Hysterese WW-temperatuur extra verwarming 6008 ) 128

129 Parametergroep warm water 6007 Hysterese WW-temperatuur warmtepomp! (vervolg) D Werkelijke tapwatertemperatuur bij de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand extra verwarming G Tapwaterverwarming UIT H Tapwaterverwarming AAN Toestand bij levering Instelbereik 70 ( 7 K) 10 t/m 100 ( 1 tot 10 K) Opmerking Voor Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007 kleinere waarde aangeven dan voor Hysterese WWtemperatuur extra verwarming 6008, anders stijgt het aandeel van de tapwaterverwarming door de elektrische verwarmingen Hysterese WW-temperatuur extra verwarming! De ingestelde waarde bepaalt bij welke afwijking van de gewenste temperatuur ( Warmwatertemperatuur 6000 of Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C ) die tapwaternaverwarming door de extra verwarmingen wordt gestart. t A Gewenste warmwatertemperatuur warmwaterboiler B Hysterese warmtepomp ( Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007 ) C Hysterese extra verwarming ( Hysterese WW-temperatuur extra verwarming 6008 ) 129

130 Parametergroep warm water 6008 Hysterese WW-temperatuur extra verwarming! (vervolg) D Werkelijke tapwatertemperatuur bij de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand extra verwarming G Tapwaterverwarming UIT H Tapwaterverwarming AAN Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 K) 20 t/m 700 ( 2 tot 70 K) Opmerking Tapwaterverwarming met elektrische verwarmingen is alleen mogelijk, als Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015 op 1 staat. Voor Hysterese WW-temperatuur extra verwarming 6008 grotere waarde aangeven dan voor Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007, anders stijgt het aandeel van de tapwaterverwarming door de extra verwarmingen Inschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding Comfortfunctie voor het verwarmen van de warmwaterboiler, zodat de gewenste temperatuur in de warmwaterboiler bij het begin van de tapwaterverwarming op basis van het ingestelde tijdprogramma al is bereikt. Gebruikershandleiding Waard Betekenis e 0 Inschakeloptimalisering uitgeschakeld. 1 Inschakeloptimalisering ingeschakeld. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 130

131 Parametergroep warm water 600A Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding Comfortfunctie voor het verwarmen van de warmwaterboiler, zodat de gewenste temperatuur in de warmwaterboiler bij het einde van de tapwaterverwarming op basis van het ingestelde tijdprogramma altijd is bereikt. Gebruikershandleiding Waard Betekenis e 0 Uitschakeloptimalisatie uitgeschakeld. 1 Uitschakeloptimalisatie ingeschakeld. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 600C Gewenste temperatuur warm water 2 Gewenste temperatuur in de warmwaterboiler voor werkingsmodus 2e temp.. Opmerking Voor het doden van kiemen raden we de werkingsmodus 2e temp. in het tijdprogramma warmwater minimaal eens per weer in te stellen. Gebruikershandleiding Toestand bij levering Instelbereik 600 ( 60 C) 100 t/m 700 ( 10 tot 70 C) 600E Temperatuursensor onder in de warmwaterboiler Wanneer een 2e temperatuursensor onder in de warmwaterboiler is gebouwd, vindt het uitschakelen van de boilerverwarming plaats in de modus Normaal en 2e Temp. boven deze temperatuursensor. Dat leidt tot een optimale boilerverwarming. Waa Betekenis rde 0 Onderste temperatuursensor in de warmwaterboiler is niet aanwezig. 1 Onderste temperatuursensor in de warmwaterboiler is aanwezig en geactiveerd. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 131

132 Parametergroep warm water 6014 Vrijgave bijverwarmingen voor tapwateropwarming! Als de ingestelde gewenste warmwatertemperatuur met de warmtepomp niet wordt bereikt, kunnen de volgende bijverwarmingen worden bijgeschakeld. Elektrisch verwarmingselement ( Vrijgave elektroverwarmingen voor tapwateropwarming 6015 ) of Externe warmtegenerator ( Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwateropwarming 7B0D ) Opmerking Instelling voor Hysterese WW-temperatuur bijverwarming 6008 in acht nemen. Waa Betekenis rde 0 Elektro-verwarmingselement of externe warmtegenerator zijn aangesloten, maar niet vrijgegeven voor tapwaternaverwarming. 1 Elektro-verwarmingselement of externe warmtegenerator wordt vrijgegeven voor tapwaternaverwarming. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding! Kan de gewenste warmwatertemperatuur niet bereikt worden met de warmtepomp, kunnen de volgende extra verwarmingen worden ingeschakeld: Verwarmingswater-doorstroomtoestel ( Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel 7900 ) en/of Elektrisch verwarmingselement ( Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding 6014 ) Opmerking Instelling voor Hysterese WW-temperatuur extra verwarming 6008 in acht nemen. Waa Betekenis rde 0 Verwarmingswater-doorstroomtoestel en elektrisch verwarmingselement zijn aangesloten, echter niet voor de tapwaternaverwarming vrijgegeven. Beide extra verwarmingen worden alleen voor vorstbescherming van de warmwaterboiler ingeschakeld. 1 Verwarmingswater-doorstroomtoestel en/of elektrisch verwarmingselement wordt voor de tapwaternaverwarming vrijgegeven. Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / 1 132

133 Parametergroep warm water 6016 Voorrang tapwateropwarming bij combiboiler! Uitsluitend bij gebruik van een verwarmingswaterbuffer met geïntegreerde tapwateropwarming. Ter verkorting van de opwarmtijd kan de verwarming van de cv-circuits tijdens de tapwateropwarming worden onderbroken. Hiervoor worden de cv-pompen van alle cv-circuits uitgeschakeld. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 Waa Betekenis rde 0 Gelijktijdige ruimteverwarming en tapwateropwarming mogelijk. 1 Geen ruimteverwarming tijdens de tapwateropwarming, alle cvpompen worden in deze tijd uitgeschakeld Inschakelpogingen voor WW na hogedrukuitschakeling! Een hoge gewenste warmwatertemperatuur kan tot een uitschakeling van de compressor door de hogedrukregeling leiden. Bij bestaande warmteaanvraag probeert de warmtepompregeling de tapwateropwarming weer in te schakelen. Met deze parameter wordt het aantal inschakelpogingen ingesteld. Wanneer alle pogingen leiden tot een hogedrukstoring, wordt de tapwateropwarming beëindigd en schakelt de warmtepomp naar de verwarmingsmodus. Vrijgave van de tapwateropwarming na hogedrukstoring: Voor het aflopen van een blokkeertijd. of Binnen de blokkeertijd, wanneer de modus voor de boilerverwarming van een laag naar een hoog temperatuurniveau omschakelt, bijvoorbeeld van Boven naar Normaal. Bedieningshandleiding Toestand bij levering Instelbereik 1 0 tot en met

134 Parametergroep warm water 6020 Werkwijze boilerlaadpomp! Waarden 1 t/m 3 alleen instellen, als de circulatiepomp via een PWM-signaal kan worden aangestuurd, bijv. bij ingebouwde boilerlaadpomp in Vitocal 333- G/343-G. Waa Betekenis rde 0 Boilerlaadpomp wordt niet via PWM-signaal aangestuurd, bijv. standaard circulatiepomp (getrapt). 1 Standaardwerking van de boilerlaadpomp: AAN/UIT, aansturing via PWM-signaal 2 Werking op vast instelbaar toerental, aansturing via PWM-signaal 3 Toerentalgeregelde werking van de boilerlaadpomp, aansturing via PWM-signaal: Toerental wordt via een vermogensregeling (PID-regelaar) aangepast, zodat tapwater geoptimaliseerd wordt verwarmd. Toestand bij levering Instelbereik Vitocal 242/343-G, 242-S 3 0 / 1 / 2 / 3 Overige warmtepompen 0 0 / 1 / 2 / 3 134

135 Parametergroep zonne-energie Parametergroep solar Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Solar 4. Parameter kiezen. 7A00 Type solarregeling! Waar Betekenis de 0 Geen solarregeling aanwezig. 1 Met Vitosolic Met Vitosolic Zonder functie. 4 Geïntegreerde solarregelingsfunctie. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 / 3 / 4 7A01 Max. collectortemperatuur! Alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie ( Type zonneregelingsfunctie 7A00 op 4 ): Bij bereiken van de max. collectortemperatuur wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld. Toestand bij levering Instelbereik 1300 ( 130 C) 1000 t/m 3000 ( 100 tot 300 C) 7A02 Inschakelhysterese zonnecircuitpomp! Alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie ( Type zonneregelingsfunctie 7A00 op 4 ): De ingestelde waarde bepaalt, bij welk temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor en boilertemperatuursensor de zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld. Opmerking De waarde voor Inschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A02 moet groter zijn dan de waarde voor Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A03. Toestand bij levering Instelbereik 70 ( 7 K) 20 t/m 200 ( 2 tot 20 K) 135

136 Parametergroep zonne-energie 7A02 Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp! Alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie ( Type zonneregelingsfunctie 7A00 op 4 ): De ingestelde waarde bepaalt, bij welk temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor en boilertemperatuursensor de zonnecircuitpomp wordt uitgeschakeld. Toestand bij levering Instelbereik 30 ( 3 K) 10 t/m 150 ( 1 tot 15 K) Opmerking De waarde voor Inschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A02 moet groter zijn dan de waarde voor Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp 7A03. Debiet zonnecircuit voor berekening opbrengst zonne-energie 7A07! Alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie ( Type zonneregelingsfunctie 7A00 op 4 ): Deze waarde wordt voor de berekening van de zonne-energie-opbrengst gebruikt. De waarde voor het debiet moet uit het ingestelde pompvermogen van de zonnecircuitpomp en het drukverlies in het zonnecircuit worden berekend. Toestand bij levering Instelbereik 100 l/h 10 tot 500 l/h A09 Indicatie melding foutieve circulatie! Alleen in combinatie met geïntegreerde zonneregelingsfunctie ( Type zonneregelingsfunctie 7A00 op 4 ): Als de terugslagklep in het zonnecircuit defect is, kunnen lage collectortemperaturen tot ongewenste circulatie (recirculatie) in het zonnecircuit leiden. De weergave van de melding A4 terugslagklep wordt door het instellen van deze parameter geactiveerd. Waa Betekenis rde 0 Melding verschijnt niet. 1 Melding verschijnt. 136

137 A09 Indicatie melding foutieve circulatie! (vervolg) Parametergroep zonne-energie Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / 1 137

138 Parametergroep extra elektrische verwarming Parametergroep elektrische verwarming Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Elektrische verwarming 4. Parameter kiezen Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement! Als een verwarmingswater-doorstroomtoestel in de aanvoer van het secundaire circuit is ingebouwd, moet deze worden vrijgegeven. De vrijgave kan noch voor de tapwaternaverwarming ( Vrijgave elektro-verwarmingen voor tapwateropwarming 6015 ) en / of voor de ruimteverwarming ( vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement voor ruimteverwarming 7902 ) plaatsvinden. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1! Opgelet Bij instelling 0 voor de parameter Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement 7900 is geen vorstbescherming gegarandeerd. Om het verwarmingswater-doorstroomelement bij warmtevraag van de vorstbescherming te kunnen inschakelen, bij het uitschakelen de parameter Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement voor ruimteverwarming 7902 op 0 zetten, maar Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement 7900 op 1 zetten. 138

139 Parametergroep extra elektrische verwarming 7902 Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor ruimteverwarming! Als de gewenste aanvoertemperatuur met de warmtepomp alleen niet wordt bereikt, kan automatisch een verwarmingswater-doorstroomelement dat in de aanvoer van het secundaire circuit is geplaatst voor de ruimteverwarming worden bijgeschakeld. Opmerking Het verwarmingswater-doorstroomtoestel moet met de parameter Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement 7900 apart worden vrijgegeven. Waa Betekenis rde 0 Verwarmingswater-doorstroomelement is aangesloten, maar niet vrijgegeven voor de ruimteverwarming. 1 Verwarmingswater-doorstroomelement is vrijgegeven voor de ruimteverwarming. Toestand bij levering Instelbereik 1 0 / Maximaal vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel! Waa Betekenis rde 1 Vermogenstrap 1, bijvoorbeeld 3 kw 2 Vermogenstrap 2, bijvoorbeeld 6 kw 3 Vermogenstrap 3 of afhankelijk van het type en elektrische aansluiting trap 1 en 2 gelijktijdig, bijvoorbeeld 9 kw Toestand bij levering Instelbereik 3 1 / 2 / 3 139

140 Parametergroep extra elektrische verwarming 790A Vermogen voor verwarmingsw.r-doorstroomelement bij blokk. energiebedrijf! Waarde Betekenis 0 Het verwarmingswater-doorstroomelement blijft tijdens de blokkering door het energiebedrijf uitgeschakeld, behalve bij vorstbescherming. 1 Vermogenstrap 1, bijvoorbeeld 3 kw 2 Vermogenstrap 2, bijvoorbeeld 6 kw 3 Vermogenstrap 3 of afhankelijk van het type en elektrische aansluiting trap 1 en 2 gelijktijdig, bijvoorbeeld 9 kw Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 / 3 790B Bivalentietemperatuur Verwarmingswater-doorstroomtoestel! Temperatuurgrens voor de ruimteverwarming met verwarmingswater-doorstroomtoestel. Als de gedempte buitentemperatuur onder de bivalentietemperatuur daalt, geeft de warmtepompregeling de stookwerking met verwarmingswater-doorstroomtoestel vrij. Voorwaarde: de warmtepomp en/of andere warmtebronnen kunnen niet aan de warmtevraag voldoen. Boven de bivalentietemperatuur schakelt de warmtepompregeling de verwarmingswater-doorstroomtoestel alleen in onder de volgende voorwaarden: Tapwateropwarming met verwarmingswater-doorstroomtoestel is vereist ( Vrijgave elektroverwarmingen voor tapwateropwarming 6015 ). Warmtepomp is defect. Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 C) 500 tot en met +500 ( 50 tot +50 C) 140

141 Parametergroep interne hydraulica Parametergroep interne hydraulica Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Interne hydraulica 4. Parameter kiezen Warmtepomp voor bouwwarmte! Op basis van het hoge energieverbruik bij het bouwdrogen / de estrikdroogfunctie wordt de warmtepomp vaak samen met een verwarmingswater-doorstroomtoestel ingezet. Opmerking Het bouwdrogen / de estrikdroogfunctie met een verwarmingswater-doorstroomelement leidt tot een hoog stroomverbruik. Als de warmtepomp niet inzetbaar is (primaire circuit is bijvoorbeeld nog niet gereed), moet deze functie op 0 (toestand bij levering) zijn gezet. Bij gebruik van de warmtepomp voor bouwdrogen / de estrikdroogfunctie de sondenbelasting respecteren. / Bouwdrogen / estrikdroogfunctie indien mogelijk afdekken met de warmtepomp. Waa Betekenis rde 0 Warmtepomp wordt niet voor bouwdrogen / estrikdroogfunctie gebruikt. 1 Warmtepomp wordt voor bouwdrogen / estrikdroogfunctie gebruikt. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / Tijdprogramma voor droging estrik! Temperatuur-tijd-profiel voor droging Opgelet estrik (c: droging ondervloer).! Gevaar van gebouwschade door oververhitting van de estrik bij hoge aanvoertemperaturen. 141

142 Parametergroep interne hydraulica 7303 Tijdprogramma voor droging estrik! (vervolg) In de aanvoer van het vloerverwarmingcircuit een temperatuurbewaker voor het begrenzen van de maximumtemperatuur inbouwen. Das Tijdprogramma voor estrikdrogen werkt parallel bij alle verwarmingscircuits. Is een temperatuur-tijd-profiel is geactiveerd, wordt onder Informatie het werkingsprogramma Estrikfunctie getoond. Het resterend aantal dagen voor de bouwdroging kan eveneens worden opgevraagd ( Bouwdroging dagen ). Voor de bouwdroging worden max. 32 dagen getoond. Bedieningshandleiding Vitotronic 200 Opmerking Op de dag dat het temperatuur-tijdprofiel wordt geactiveerd, volgt geen bouwdroging, zodat de bouwdroging effectief 31 werkt. Na een stroomstoring of het uitschakelen van de regeling wordt het gekozen temperatuur-tijd-profiel weer voortgezet. Als het temperatuur-tijd-profiel volledig is afgelopen of via het profiel 0 is afgebroken, zal de warmtepomp het eerder ingestelde werkingsprogramma voortzetten. De temperatuur-tijd-profielen 7 tot en met 12 regelen op de max. aanvoertemperatuur. Ook als het temperatuur-tijd-profiel een hogere gewenste aanvoertemperatuur aangeeft, wordt de gewenste temperatuur door de parameter Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E van het verwarmingscircuit beperkt. Bij gebruik van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel voor drogen in de bouw stijgt het stroomverbruik. Opmerking De voorwaarden van EN respecteren. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen Bereikte max. aanvoertemperatuur Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht Waa rde Temperatuur-tijd-profiel A aanvoertemperatuur B Dagen 0 Geen temperatuur-tijd-profiel Annulering van een lopend profiel en aansluitende voorzetting van de verwarming of koeling. 1 Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) A B 142

143 Parametergroep interne hydraulica 7303 Tijdprogramma voor droging estrik! (vervolg) Waa rde Temperatuur-tijd-profiel A aanvoertemperatuur B Dagen 2 Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV parket en vloertechniek) Waa Temperatuur-tijd-profiel rde A aanvoertemperatuur B Dagen 5 Temperatuur-tijd-profiel 5 A A B B 6 Temperatuur-tijd-profiel 6 3 Temperatuur-tijd-profiel 3 (volgens ÖNORM) A B 4 Temperatuur-tijd-profiel 4 A B A B 7 Constante-temperatuurprogramma Periode: 5 dagen 8 Constante-temperatuurprogramma Periode: 10 dagen 9 Constante-temperatuurprogramma Periode: 15 dagen 10 Constante-temperatuurprogramma Periode: 20 dagen 11 Constante-temperatuurprogramma Periode: 25 dagen 12 Constante-temperatuurprogramma Periode: 30 dagen 143

144 Parametergroep interne hydraulica 7303 Tijdprogramma voor droging estrik! (vervolg) Toestand bij levering Instelbereik 0 0 t/m C Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag! Gewenste aanvoertemperatuur voor het secundair circuit bij externe aanvraag van de warmtepomp, onafhankelijk van de werkelijke waarde van ruimtetemperatuur of buitentemperatuur. Toestand bij levering Instelbereik 500 ( 50 C) 0 t/m 700 ( 0 tot 70 C) 730D Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water! Als in het secundaire circuit één pomp en één 3-weg-omschakelklep wordt geplaatst voor de omschakeling tussen tapwaterverwarming en ruimteverwarming, moet de parameter Vrijgave 3- weg-omschakelklep verwarmen/ww 730D op 1 worden ingesteld. Bij het gebruik van 2 pompen (circulatiepomp secundair circuit, circulatiepomp voor boilerverwarming) deze parameter op 0 instellen. Waa Betekenis rde 0 3-weg-omschakelklep is niet aanwezig, tapwaterverwarming gebeurt hydraulisch gescheiden van de ruimteverwarming via circulatiepomp voor boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde), circulatiepomp secundair circuit is bij tapwaterverwarming uitgeschakeld. 1 3-weg-omschakelklep is aanwezig, circulatiepomp secundair circuit loopt ook bij tapwaterverwarming. 144

145 730D Vrijgave 3-weg-omschakelklep (vervolg) Parametergroep interne hydraulica Toestand bij levering Instelbereik Vitocal 200-G, Vitocal 300-G, Typ BW/BWS 301.A21 t/m A45, Vitocal 350-G, Vitocal 300-A, Typ AWO-AC 301.A, Vitocal 350-A 0 0 / 1 Overige warmtepompen 1 0 / Werkwijze primaire pomp! Toestand bij levering Instelbereik 0 Niet verstellen Werkwijze secundaire pomp! Toestand bij levering Instelbereik 0 Niet verstellen. 145

146 Parametergroep buffer Parametergroep buffer Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Buffer 4. Parameter kiezen Vrijgave boiler / open verdeler! Alleen in combinatie met Installatieschema 1 en 2. Opmerking In combinatie met de installatieschema's 3 tot 10 is het verwarmingswaterbuffer vereist en vooraf ingesteld. Waa Betekenis rde 0 Verwarmingswaterbuffer of open verdeler niet aanwezig. 1 Verwarmingswaterbuffer of open verdeler aanwezig. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / Temperatuur in modus Constante voor buffer! De temperatuur kan niet hoger ingesteld worden dan Maximale temperatuur boiler Toestand bij levering Instelbereik 500 ( 50 C) 0 tot en met 700 ( 0 tot 70 C) 7203 Hysterese temperatuur boilerverwarming! De ingestelde waarde bepaalt bij welke afwijking van de gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer (afhankelijk van de modus) de verwarming wordt gestart en gestopt. Opmerking Voor installatieschema 1 en 2 is deze functie uitsluitend dan beschikbaar, wanneer onder boiler 7200 de waarde 1 is ingesteld. 146

147 Parametergroep buffer 7203 Hysterese temperatuur boilerverwarming! (vervolg) C Verwarming verwarmingswaterbuffer UIT D Verwarming verwarmingswaterbuffer AAN A Gewenste temperatuur verwarmingswaterbuffer B Inschakelhysterese t Toestand bij levering Instelbereik 500 ( 50 C) 20 tot en met 200 ( 2 tot en met 20 K) 7204 Maximale temperatuur boiler! Bij het bereiken van deze temperatuur stopt de verwarming van de verwarmingswaterbuffer. Opmerking Voor installatieschema 1 en 2 is deze functie uitsluitend dan beschikbaar, wanneer onder boiler 7200 de waarde 1 is ingesteld. Als de hier aangegeven waarde onder de Maximale aanvoertemperatuur cv-circuit 200E van een cv-circuit ligt, kan dit circuit bij een grotere warmteaanvraag mogelijk niet worden voorzien met de berekende aanvoertemperatuur. Toestand bij levering Instelbereik 600 ( 60 C) 10 tot en met 700 ( 1 tot en met 70 C) 147

148 Parametergroep buffer 7208 Temperatuurgrens in modus Constante voor boiler! Als het langdurige gemiddelde van de buitentemperatuur boven deze temperatuurgrens stijgt, blokkeert de warmtepompregeling de modus Constante (bijvoorbeeld in de zomer). De verwarmingswaterbuffer wordt alleen nog tot de gewenste temperatuur voor de modus Normaal verwarmd. Als het langdurige gemiddelde van de buitentemperatuur 0,5 K (hysterese) onder deze temperatuur daalt, wordt automatisch de werking van de verwarmingswaterbuffer in de modus Constante voortgezet. Opmerking Voor installatieschema 1 en 2 is deze functie uitsluitend dan beschikbaar, wanneer onder boiler 7200 de waarde 1 is ingesteld. Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 C) 500 tot en met +500 ( 50 tot +50 C) 148

149 Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Verwarmingscircuit 1 of Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 of Afzonderlijk koelcircuit 4. Parameter kiezen. Opmerking De parameters in de parametergroepen verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3 zijn identiek. De toekenning aan het verwarmingscircuit vindt plaats door het eerste cijfer van de parametercode: 2xxx voor verwarmingscircuit 1 (zonder mengklep A1) 3xxx voor verwarmingscircuit 2 (met mengklep M2) 4xxx voor verwarmingscircuit 3 (met mengklep M3) De parameters voor het betreffende verwarmingscircuit is slechts instelbaar in de regeling, als het bijbehorende verwarmingscircuit onderdeel is van het installatieschema Ruimtetemperatuur normaal Gewenste ruimtetemperatuur voor weersafhankelijke of ruimtetemperatuurafhankelijke verwarming of koeling (Normale ruimtetemperatuur). Toestand bij levering Instelbereik 200 ( 20 C) 100 tot 300 ( 10 tot 30 C) Bedieningshandleiding 2001 Ruimtetemperatuur verlaagd Gewenste ruimtetemperatuur voor verlaagde stookwerking (verlaagde ruimtetemperatuur) Gebruikershandleiding 149

150 Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit 2001 Ruimtetemperatuur verlaagd (vervolg) Opmerking De max. waarde voor Ruimtetemperatuur verlaagd 2001 ligt 1 K onder de actuele waarde voor Ruimtetemperatuur normaal Toestand bij levering Instelbereik 160 ( 16 C) 100 t/m 300 ( 10 tot 30 C) 2003 Afstandsbediening! Voor ieder verwarmings-/koelcircuit kan een afstandsbediening Vitotrol 200A (met geïntegreerde ruimtetemperatuursensor) worden gebruikt. Montagehandleiding Vitotrol 200A Opmerking Aan een afzonderlijk koelcircuit kan geen afstandsbediening worden aangesloten. Er is een afzonderlijke ruimtetemperatuursensor vereist. Opmerking Bij de instelling Handmatige werking van de warmtepomp (zie gebruikshandleiding) hebben de afstandsbedieningen geen functie. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 Waa Betekenis rde 0 Afstandsbediening is niet geactiveerd. 1 Afstandsbediening Vitotrol 200A voor het geselecteerde verwarmingscircuit is aanwezig en geactiveerd Niveau stooklijn Bedieningshandleiding De uit de stooklijnen berekende waarde voor de aanvoertemperatuur worden voor cv-circuits rechtstreeks als gewenste waarden overgenomen. 150

151 2006 Niveau stooklijn (vervolg) Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Toestand bij levering Instelbereik 0 ( 0 K) 150 tot en met +400 ( 15 tot en met + 40 K) 2007 Inclinatie stooklijn Bedieningshandleiding De uit de stooklijnen berekende waarde voor de aanvoertemperatuur worden voor cv-circuits rechtstreeks als gewenste waarden overgenomen. Toestand bij levering Instelbereik 6 ( 0,6) 0 tot en met 35 ( 0 tot en met 3,5) 200A Invloed van de ruimtetemperatuuropschakeling! Invloed van de ruimtetemperatuurbijschakeling op de stooklijn bij aanwezige ruimtetemperatuursensor ( afstandsbediening 2003 ) en vrijgegeven ruimtetemperatuurbijschakeling ( ruimtetemperatuurbijschakeling 200B ). Hoe hoger de waarde, des te groter is de invloed van de ruimtetemperatuur op de gewenste aanvoertemperatuur bij weersafhankelijke regeling van het betreffende verwarmingscircuit. Toestand bij levering Instelbereik 10 0 tot en met B Ruimtetemperatuurbeïnvloeding! In combinatie met ruimtetemperatuursensor ( Afstandsbediening 2003 ). 151

152 Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit 200B Ruimtetemperatuurbeïnvloeding! (vervolg) Waa Betekenis rde 0 Weersafhankelijke regeling zonder kamerinvloed. Gewenste aanvoertemperatuur wordt niet gecorrigeerd. 1 Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurbeïnvloeding alleen voor de werkingsmodus Verlaagd. 2 Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurbeïnvloeding alleen voor de werkingsmodus Normaal. 3 Weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurbeïnvloeding alleen voor de werkingsmodus Verlaagd en Normaal. Toestand bij levering Instelbereik 3 0 / 1 / 2 / 3 200E Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit! De gewenste aanvoertemperatuur, die uit de buitentemperatuur, de stooklijn en de gewenste ruimtetemperatuur voor het gekozen verwarmingscircuit resulteert, wordt door deze parameter op de max. waarde begrensd. / : Bij het verwarmingscircuit zonder mengklep A1 regelt de warmtepomp op basis van de beperkte modulatie op de retourtemperatuur. De gewenste retourtemperatuur is de gewenste aanvoertemperatuur min 5 K. : Regeling op basis van aanvoeren retourtemperatuur mogelijk. Opmerking Omdat de warmtepompregeling met deze parameter alleen de gewenste waarde begrenst, moet in de aanvoer van een vloerverwarmingscircuit een temperatuurbewaker voor de begrenzing van de max. temperatuur worden ingebouwd. Toestand bij levering Instelbereik 400 ( 40 C) 100 t/m 700 ( 10 tot 70 C) 152

153 2022 Ruimtetemperatuur bij partywerking Parametergroep verwarmingscircuits/koelcircuit Gewenste ruimtetemperatuur voor partywerking. Bedieningshandleiding Toestand bij levering Instelbereik 200 ( 20 C) 100 tot 300 ( 10 tot 30 C) 153

154 Parametergroep koeling Parametergroep koeling Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Koeling 4. Parameter kiezen Koelfunctie! Waa Betekenis rde 0 Geen koeling. 1 natural cooling met NC-Box zonder mengklep (accessoire). 2 natural cooling met NC-Box met mengklep (accessoire). 3 active cooling Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 / 3 Opmerking Omdat bij active cooling de compressor loopt, moet deze extra functie door de installatiegebruiker worden vrijgegeven (zie bedieningshandleiding) Koelcircuit! Met deze parameter wordt vastgelegd of koeling via een van de verwarmingscircuits of via een afzonderlijk koelcircuit plaatsvindt. Waa Betekenis rde 1 Koelen via verwarmingscircuit A1 (HK1) 2 Koelen via verwarmingscircuit M2 (HK2) 3 Koelen via verwarmingscircuit M3 (HK3) 4 Koelen via apart koelcircuit (SKK) 154

155 Parametergroep koeling 7101 Koelcircuit! (vervolg) Opmerking Koeling is niet gelijktijdig via meerdere verwarmings- of koelcircuits mogelijk. Toestand bij levering Instelbereik 1 1 / 2 / 3 / Gewenste ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit Gebruikershandleiding Voorwaarden: Ruimtetemperatuursensor (bijv. op F16 bij regelaar- en sensorprintplaat) is aangesloten. Koelcircuit 7101 staat op 4. Toestand bij levering Instelbereik 200 ( 20 C) 100 t/m 300 ( 10 tot 30 C) 7103 Minimale aanvoertemperatuur koeling! Wanneer op basis van buiten- en ruimtetemperatuur uit de koellijn of uit de koelaanvraag bij ruimtetemperatuurafhankelijke regeling een lagere gewenste aanvoertemperatuur dan de hier aangegeven waarde resulteert, wordt de aanvoertemperatuur op deze waarde geregeld. Met deze waarde vindt nu een begrenzing van de gewenste aanvoertemperatuur plaats. Toestand bij levering Instelbereik 100 ( 10 C) 10 tot en met 300 ( 1 tot en met 30 C) Opmerking De hier aangegeven minimaal toegestane gewenste aanvoertemperatuur geldt zowel voor de koeling op een verwarmingscircuit alsook voor een afzonderlijk koelcircuit. 155

156 Parametergroep koeling 7104 Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding koelcircuit! Hoe hoger de waarde, des te groter is de invloed van de kamertemperatuur op de gewenste aanvoertemperatuur van het koelcircuit bij weersafhankelijke regeling. Voorwaarde: Ruimtetemperatuursensor is aangesloten (bijv. via Vitotrol). Toestand bij levering Instelbereik 0 0 t/m 50 Opmerking Met de instelwaarde 0 is de ruimtetemperatuurbeïnvloeding uitgeschakeld Niveau koellijn! De uit de koellijn berekende waarde voor de aanvoertemperatuur wordt voor het koelcircuit rechtstreeks als gewenste waarde overgenomen. Toestand bij levering Instelbereik 0 ( 0 K) 150 tot en met +400 ( 15 tot en met + 40 K) 156

157 Parametergroep koeling 7111Steilheid koellijn! Außentemperatur in C ,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,6 3,0 3,4 Neigung Kühlkennlinie Vorlauftemperatur in C De uit de koellijn bepaalde waarde voor de aanvoertemperatuur wordt voor het koelcircuit direct overgenomen als gewenste waarde. Toestand bij levering Instelbereik 12 ( 1,2) 0 t/m 35 ( 0 tot 3,5) 71FE Vrijgave Active Cooling Opdat de warmtepomp de actieve koeling inschakelt, moet ze eenmalig worden vrijgegeven. Bedieningshandleiding Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 157

158 Parametergroep tijd Parametergroep tijd Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Tijd 4. Parameter kiezen. 7C00 tot 7C06 Automatische omschakeling zomertijd - wintertijd! De beide tijdstippen voor omschakeling zijn bij levering telkens de nacht van zaterdag op zondag in het laatste weekeinde van maart en oktober. Deze instelling kan met de parameters Zomertijd - Maand, Zomertijd - Week, Zomertijd - Dag, Wintertijd - Maand, Wintertijd - Week, Wintertijd - Dag worden veranderd. Parameter Automatische omschakeling zomertijd - wintertijd 7C00 Begin zomertijd - maand 7C Begin zomertijd - week 7C Begin zomertijd - dag 7C Begin wintertijd - maand 7C Begin wintertijd - week 7C Begin wintertijd - dag 7C t/m 7 Toestand Instelbereik bij levering 1 1 Automatische omschakeling actief. 0 Automatische omschakeling niet actief. Januari t/m december t/m 12 Eerste t/m laatste week t/m 5 van de maand Maandag t/m zondag t/m 7 Januari t/m december t/m 12 Eerste t/m laatste week t/m 5 van de maand Maandag t/m zondag 158

159 Parametergroep communicatie Parametergroep communicatie Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Communicatie 4. Parameter kiezen Warmtepompnummer in cascade (LON)! Nummer van de volgende warmtepomp in een warmtepompcascade via LON. Nummers binnen een LON moeten ondubbelzinnig zijn. Met dit nummer kan de inschakelvolgorde van de volgende warmtepompen worden vastgelegd: Met looptijdcompensatie (toestand bij levering): Het inschakelen van de volgende warmtepompen gebeurt afhankelijk van de vermogensintegraal (integraal van duur en hoogte van de afwijking van de gewenste temperatuur t.o.v. de werkelijke temperatuur in de retour van het secundair circuit). Met looptijdcompensatie: De volgende warmtepomp met het laagste nummer wordt als eerste ingeschakeld. Een wijziging van looptijdcompensatie en vermogensintegraal kan alleen door een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor warmtepompen worden uitgevoerd. Toestand bij levering Instelbereik 1 1 / 2 / 3 / Vrijgave communicatiemodule LON! Waa Betekenis rde 0 Communicatiemodule LON is niet aanwezig of niet geactiveerd. 1 Communicatiemodule LON is geactiveerd. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 159

160 Parametergroep communicatie 7777 LON deelnemersnummer! Nummerbereik van de LON-adressering. De adressering van LON-deelnemers bestaat zoals in een telefoonnet (landnummer, netnummer, abonneenummer) uit 3 verschillende delen. Het eerste deel is voor alle toestellen van Viessmann vast op dezelfde waarde ingesteld. De overige delen bestaan uit het installatieen het deelnemernummer. Dit maakt een groepering van de deelnemers op basis van het installatienummer mogelijk om bijv. de externe warmtegenerator ook in het LON te scheiden. Opmerking Om communicatieconflicten te vermijden, mag elk deelnemersnummer binnen een installatie slechts eenmaal worden toegekend. De communicatiepoort Vitocom heeft altijd het deelnemersnummer 99. Toestand bij levering Instelbereik 1 1 t/m LON foutmanager! De warmtepompenregeling, die foutmanager is, toont alle storingsmeldingen van de installatie. Bovendien bewaakt de regeling alle deelnemers op uitval en genereert groepsalarmmeldingen. Opmerking Binnen een installatie mag slechts een warmtepompregeling als foutmanager worden geconfigureerd. Uitzondering: de communicatiepoort Vitocom mag ook foutmanager zijn. Waa Betekenis rde 0 Warmtepompregeling is geen foutmanager. 1 Warmtepompregeling is foutmanager. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / Buitentemperatuur! Als meerdere deelnemers de actuele buitentemperatuur gebruiken, kan deze binnen een installatie door een toestel centraal beschikbaar worden gesteld. Alle andere deelnemers van dezelfde installatie kunnen de temperatuur ontvangen. 160 Opmerking Binnen een installatie mag slechts één deelnemer de buitemperatuur verzenden.

161 Parametergroep communicatie 7797 Buitentemperatuur! (vervolg) Waa Betekenis rde 0 Toestel registreert de buitentemperatuur via de lokaal aangesloten buitentemperatuursensor. 1 Toestel ontvangt de buitentemperatuur van een andere LONdeelnemer binnen dezelfde installatie. 2 Toestel zendt buitentemperatuur van de lokaal aangesloten buitentemperatuursensor. Alle LONdeelnemers binnen dezelfde installatie kunnen de waarden ontvangen. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / LON installatienummer! Nummerbereik van de LON-adressering. De adressering van LON-deelnemers bestaat zoals in een telefoonnet (landnummer, netnummer, abonneenummer) uit 3 verschillende delen. Het eerste deel is voor alle toestellen van Viessmann vast op dezelfde waarde ingesteld. De overige delen bestaan uit het installatie- en het deelnemernummer. Dit maakt een groepering van de deelnemers op basis van het installatienummer mogelijk om bijv. de externe warmtegenerator ook in het LON te scheiden. Toestand bij levering Instelbereik 1 1 t/m 5 779C Interval voor gegevensoverdracht via LON! Ontvangstinterval voor de via LON verzonden waarden en meldingen. 161

162 Parametergroep communicatie 779C Interval voor gegevensoverdracht via LON! (vervolg) Als voor een grootte of melding binnen deze cyclustijd geen signaal wordt ontvangen, zet de regeling deze waarde of status zolang op een voorlopige instelling tot de betreffende waarde weer wordt ontvangen. Toestand bij levering Instelbereik 20 min 0 tot 60 min 77FF Tijd via LON! Deze parameter legt vast van welke bron de regeling de tijd ontvangt en of deze via LON naar andere deelnemers wordt verzonden. Opmerking Binnen een installatie mag slechts één deelnemer de tijd verzenden. Waa Betekenis rde 0 Toestel ontvangt tijd van de interne klok van de regeling 1 Toestel ontvangt tijd van een andere LON-deelnemer binnen dezelfde installatie. 2 Toestel zendt tijd van de interne klok van de regeling. Alle LONdeelnemers binnen dezelfde installatie kunnen het tijdsignaal ontvangen. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 162

163 Parametergroep bediening Parametergroep bediening Servicemenu: 1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 2. Codeerniveau 1 3. Bediening 4. Parameter kiezen Bediening blokkeren! Waa Betekenis rde 0 Bediening in het basismenu en in het uitgebreide menu vrijgegeven. 1 Bediening in het basismenu en in het uitgebreide menu geblokkeerd. Alleen handbediening mogelijk. 2 Bediening in het basismenu en in het uitgebreide menu geblokkeerd. Opmerking Afstandsbediening en afstandsonderhoud in combinatie met Vitocom is onafhankelijk van de instellingen mogelijk. Het vrijgeven van de bediening via het codeerniveau 1 is ook in geblokkeerde toestand (instelwaarden 1 en 2 ) mogelijk. Toestand bij levering Instelbereik 0 0 / 1 / 2 163

164 Printplaten en aansluitmogelijkheden Overzicht van de printplaten Positie van de printplaten in de warmtepomp Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepomp. Printplaat (LP) Basis-LP (bedrijfscomponenten 230 V~, zie pagina 165) Uitbreidings-LP (bedrijfscomponenten 230 V~, zie pagina 170) Rangeer-LP (meld- en veiligheidsaansluitingen, zie pagina 181) Kroonsteentjes (Melden veiligheidsaansluitingen) Regelaar-/sensor-LP (zie pagina 193) AVI-LP (poort binneneenheid buiteneenheid, zie pagina 199) NC-LP (zie pagina 196) EEV-LP (zie pagina 197) Vitocal 200-G 200-S 222-S 242-S 222-G 242-G 300-A 350-A 300-G 333-G 343-G 333-G NC \ \ \ 0 \ \ \ \ \ 0 \ \ 0 \ \ \ (pagina 184) \ (pagina 189 / 192 \ (pagina 187) \ \ \ 0 \ \ \ \ \ \ \ \ In de behuizing van de warmtepomp ingebouwd 0 In een afzonderlijke regelingsbehuizing ingebouwd niet aanwezig 164

165 Aanwijzingen voor de elektrische aansluitingen Printplaten en aansluitmogelijkheden Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepomp. De som van de vermogens van alle direct op de warmtepompregeling aangesloten componenten (bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, relais) mag 1000 W niet overschrijden. Als het totale vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, relais) groter dan opgegeven worden gekozen. Daarbij mag het schakelvermogen van het overeenkomstige relais niet worden overschreden (zie volgende hoofdstuk). Aansluitklemmen kunnen (afhankelijk van de toesteluitvoering) in de toestand bij levering bezet zijn. Als twee componenten op een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten beide aders samen in één adereindhuls worden geperst. De aders van de KM-BUS kunnen verwisseld worden. Nulleider en aardleiding van alle componenten worden afhankelijk van het type warmtepomp als volgt aangesloten: Klemmen X2.N en X1.? van de rangeerprintplaat Klemmen X2.N en X1.? van de kroonsteentjes Opmerking In de volgende afbeeldingen van de printplaten worden alleen de uit te voeren aansluitingen getoond. In de tabellen worden ook in de fabriek aangebrachte aansluitingen toegelicht. Basis- en uitbreidingsprintplaat Basisprintplaat Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. 165

166 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Bedrijfscomponenten 230 V~ syh syg syf r r M M NC/AC? M? M M?M?M? M? M M M M 1~ syö sya sys syd fö F T 6,3 A 1. M AC?M A1?M?M F3 fö Zekering T 6,3 A Interne netaansluiting regeling (fabrieksmatige aansluiting) syö / : Vrijgave compressoraansturing (fabrieksmatige aansluiting), sya/sys Werkingscomponenten 230 V~ (aansluiting door installateur) 166

167 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden syd-syh Fabrieksmatige aansluitingen Opmerkingen bij de aansluitwaarden Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aansluitvermogen. De aangegeven stroomwaarde geeft de max. schakelstroom van het schakelcontact aan (rekening houden met totale stroom van alle aangesloten componenten van 5 A). Stekkers fö Klemmen Functie Omschrijving Interne netvoeding van de printplaten. Fabrieksaansluiting. Stekkers syö Klemmen Functie Omschrijving / : Spanning aanwezig bij storingsvrij veiligheidscircuit Einde van het veiligheidsketen / : Aansturing compressor 1e trap via EEV-regelaar (koelcircuitregeling). Fabrieksmatige aansluiting Warmtevraag: contact gesloten, spanning op Als compressor niet loopt, controleren of vrijgave van EEV-regelaar aanwezig is (eigen relais op EEV-printplaat). 167

168 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Stekkers sya Klemmen Functie Omschrijving : Primaire pomp (warmtepomp 1e trap of gemeenschappelijke primaire pomp), aansturing bronpomp (aansluiting door installateur) : Ventilator trap 1 (fabrieksaansluiting). Aansluitwaarden vermogen: 200 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A r Secundaire pomp (warmtepomp 1e trap) Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel trap 1. Bij installatie zonder warmwaterbuffer is verder geen CV-pomp nodig (zie klem 212.2) Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarmingscircuit (indien aanwezig) in serie aansluiten. Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 168

169 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Stekkers sya Klemmen Functie Omschrijving weg-omschakelklep verwarmen/tapwaterverwarming r M A AB B Circulatiepomp voor de boilerverwarming Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Boilerlaadpomp M NC 2-weg-afsluitklep Afhankelijk van de warmtepomp en de installatie-uitvoering niet alle componenten aanwezig, zie Aansluitingen tapwaterverwarming Aansturing koeling : Koelfunctie natural cooling. AC / : 3-weg-omschakelkleppen voor bypass warmwaterbuffer bij koeling active cooling. : Aansluiting door installateur: NC/AC- Box of door installateur geleverde componenten voor NC/AC-koeling. Bij Type 333-G BWT-NC fabrieksmatig aangesloten. / : Aansluiting door installateur, 3-wegomschakelkleppen voor bypass warmwaterbuffer parallel vastklemmen. Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 169

170 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Stekkers sys Klemmen Functie Omschrijving AC A1 Aansturing koeling : AC-functie ( active cooling ). CV-pomp verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1). Aansluiting door installateur: AC-Box of door installateur geleverde componenten voor AC-koeling. Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Als er een warmwaterbuffer aanwezig is, wordt deze pomp aanvullend op de secundaire pomp aangesloten. Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarmingscircuit (indien aanwezig) in serie aansluiten. Aansluitwaarden vermogen: 100 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Tapwatercirculatiepomp. Aansluitwaarden vermogen: 50 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Zonnecircuitpomp met veiligheidstemperatuurbegrenzer (max. 95 C) voor warmwaterboiler (alleen met geïntegreerde zonneregelingsfunctie) Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. Veiligheidstemperatuurbegrenzer aansluiting door installateur in serie met zonnecircuitpomp. Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 170

171 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Bedrijfscomponenten 230 V~ U M2 r M2 sxö N? L1 N N L1?N?N M M sxf sxa sxs sxd sxg y y y a:c]c? N? N N? N? N? N N r M sxö Vrijgave compressoraansturing warmtepomp 2e trap (door installateur aangesloten) sxs-sxg Werkingscomponenten 230 V~ (aansluiting door installateur) 171

172 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Opmerkingen bij de aansluitwaarden Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aansluitvermogen. De aangegeven stroomwaarde geeft de max. schakelstroom van het schakelcontact aan (rekening houden met totale stroom van alle aangesloten componenten van 5 A) Aansturing externe warmtegenerator en groepsalarmmelding zijn niet voor veiligheidslaagspanning geschikt. Stekkers sxö Klemmen Functie Omschrijving Aansturing compressor warmtepomp 2. trap (indien aanwezig) via EEV-regelaar (koelcircuitregeling). Warmtevraag: contact gesloten, spanning op Als compressor niet loopt, controleren of vrijgave van EEV-regelaar trap 2 aanwezig is (eigen relais op EEVprintplaat trap 2). Stekkers sxs Klemmen Functie Omschrijving Aansturing mengklepmotor voor externe warmtegenerator Signaal mengklep DICHT. Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 0,2(0,1) A Aansturing mengklepmotor voor externe warmtegenerator Signaal Mengklep OPEN. Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 0,2(0,1) A 172

173 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Stekkers sxs Klemmen Functie Omschrijving Aansturing externe warmtegenerator met twee veiligheidstemperatuurbegrenzers (max. 70 C) voor het uitschakelen van de secundaire pomp en de externe warmtegenerator). Potentiaalvrij contact. Aansluitwaarden (contactbelasting) spanning: 230 V~ (niet geschikt voor veiligheidslaagspanning) max. schakelstroom: 4(2) A Aansluitingen voor veiligheidstemperatuurbegrenzer door installateur In serie naar secundaire pomp (klem op basisprintplaat). In serie voor de aansturing van externe warmtegenerator (klem 222.3). Stekkers sxd Klemmen Functie Omschrijving U Algemene storingsgmelding. Spanningsloos contact: gesloten: fout geopend: geen fout niet voor veiligheidslaagspanning geschikt Aansluitwaarden (contactbelasting) spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 173

174 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Stekkers sxf Klemmen Functie Omschrijving Primaire pomp voor warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Aansluitwaarden vermogen: 200 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Secundaire pomp voor warmtepomp 2e trap (indien aanwezig). Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A r Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel trap 2. Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A : Circulatiepomp voor boileropwarming voor warmtepomp 2e trap. : Ventilator trap 2 (fabrieksaansluiting). Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 174

175 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Stekkers sxf Klemmen Functie Omschrijving Boilerlaadpomp (tapwaterzijde) Boilerlaadpomp en 2-weg-afsluitklep parallel aansluiten. 2-weg-afsluitklep Aansluitwaarden vermogen: 130 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A M Circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming of Aansturing elektrisch verwarmingselement (in warmwaterboiler) Aansluitwaarden vermogen: 100 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A 175

176 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Stekkers sxg Klemmen Functie Omschrijving CV-pomp van het verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) M2 r Temperatuurbewaker als max. temperatuurbegrenzing voor vloerverwarmingcircuit (indien aanwezig) in serie aansluiten M2 Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2 (HK2) Signaal mengklep DICHT Aansluitwaarden vermogen: 100 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 4(2) A Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 0,2(0,1) A M2 Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2 (HK2) Signaal Mengklep OPEN Aansluitwaarden vermogen: 10 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 0,2(0,1) A 176

177 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Aansluitingen tapwaterverwarming Printplaten en aansluitmogelijkheden Vitocal 200-G (basis-lp) (uitbreidings- LP) Boilerlaadpomp C 2-weg-afsluitklep D Circulatiepomp voor de boilerverwarming E Schema C M D E A A Secundaire pomp Vitocal 200-S (basis-lp) (uitbreidings- LP) 3-weg-omschakelklep B (ingebouwd) Boilerlaadpomp C 2-weg-afsluitklep D Schema C M D B M A B M A A Secundaire pomp 177

178 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Vitocal 222-G Vitocal 222-S (basis-lp) (uitbreidings- LP) 3-weg-omschakelklep B (ingebouwd) Schema B M A A Secundaire pomp Vitocal 242-G Vitocal 242-S (basis-lp) (uitbreidings- LP) 3-weg-omschakelklep B (ingebouwd) Boilerlaadpomp C (ingebouwd) Schema C B M A A Secundaire pomp 178

179 Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Vitocal 300-A, type AWO-AC 301.A Vitocal 350-A Vitocal 300-G Vitocal 350-G (basis-lp) (uitbreidings- LP) Circulatiepomp voor de boilerverwarming E Boilerlaadpomp C 2-weg-afsluitklep D Schema C M D E A of E A A Secundaire pomp 179

180 Printplaten en aansluitmogelijkheden Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg) Vitocal 300-A, type AWCI-AC 301.A (basis-lp) (uitbreidings- LP) 3-weg-omschakelklep B (ingebouwd) Boilerlaadpomp C 2-weg-afsluitklep D Schema C B M M D A of B M A A Secundaire pomp Vitocal 333-G/333-G NC/343-G (basis-lp) (uitbreidings- LP) 3-weg-omschakelklep B (ingebouwd) Boilerlaadpomp C 2-weg-afsluitklep D Schema C B M M D A A Secundaire pomp 180

181 Printplaten en aansluitmogelijkheden Rangeerprintplaat Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. Meld- en veiligheidsaansluitingen 1 / N / PE 230 V / 50 Hz? N L1 X X P G F1 X5 X F1 T6,3 A P L1 L' X7 A N N' N N N N N N N N N N N N N N N N X X6 1?????????????????? X1 A F1 Stekkerverbinding netschakelaar (niet op rangeerprintplaat) Zekering T 6,3 A X1. Klemmen X1? voor aardleider van alle bijbehorende installatiecomponenten 181

182 Printplaten en aansluitmogelijkheden Rangeerprintplaat (vervolg) X2 X3 Klemmen X2.N voor nulleider van alle bijbehorende installatiecomponenten Aansluitklemmen voor netaansluiting regeling L1 en extra componenten Geschakelde fase L1: X3.1, X3.2, X3.3, X3.7, X3.11, X3.13 Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen X5/X7 / Intern bezette aansluitingen Aansluitingen voor verbindingskabel (Stuurkabel 230 V~) naar schakeldoos van de warmtepomp X6/X8 Intern bezette aansluitingen Klemmen Functie Omschrijving X3.1 Fase geschakeld X3.2 X3.14 of op externe uitbreiding H1 Signaal Extern blokkeren (extern blokkeren van compressor en pompen, mengkleppen in regelwerking of DICHT). Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: blokkering actief Geopend: geen blokkering Schakelvermogen 230 V~, 2 ma X3.3 X3.4 X3.6 X3.7 G Stromingsbewaker broncircuit. Blokkering door energiebedrijf. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: warmtepomp in bedrijf Geopend: warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aangesloten stromingsbewaker mag er geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij) Geopend: blokkering actief Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf mag er geen brug aanwezig zijn. 182

183 Printplaten en aansluitmogelijkheden Rangeerprintplaat (vervolg) Klemmen Functie Omschrijving X3.8 X3.9 P X3.10 X3.11 X3.12 X3.13 of op externe uitbreiding H1 : Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat. / : Vocht-opbouwschakelaar. of Brug. Storingsmelding volgende warmtepomp van een cascade. of Brug. Signaal Externe aanvraag (Extern inschakelen van compressor en pompen, mengkleppen in regelwerking of OPEN, omschakelen van de werkingsmodus). Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: veiligheidscircuit vrij Geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Lokale aansluiting: serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten. Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: geen fout Geopend: fout Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aangesloten meldcontact mag er geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: warmtevraag Geopend: geen aanvraag Schakelvermogen 230 V, 2 ma X3.17 Zekering F1 T 6,3 A X3.18 X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling: Fase L1 X1.1 Aansluiting aardleiding X2.1 Aansluiting nulleider Door installateur aan netvoeding 230 V~ aangesloten. 183

184 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-G) Meld- en veiligheidsaansluitingen P G X X2 N N N N N N N N N N / N / PE 230 V / 50 Hz P N? L L1 X1??????????? 1 PE F1 T6,3A F1 Zekering T 6,3 A X1. Klemmen X1? voor aardleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X2 Klemmen X2.N voor nulleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X3 Aansluitklemmen voor netaansluiting regeling L1 en extra componenten Geschakelde fase L1: X3.1 Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen 184

185 Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-G) (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Meld- en veiligheidsaansluitingen Klemmen Functie Omschrijving X3.1 Fase geschakeld. X3.2 X3.14 of op externe uitbreiding H1 Signaal Extern blokkeren (extern blokkeren van compressor en pompen, mengkleppen in regelwerking of DICHT). Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: blokkering actief Geopend: geen blokkering Schakelvermogen 230 V~, 2 ma X3.3 X3.4 X3.6 X3.7 G X3.8 X3.9 P X3.10 X3.11 Stromingsbewaker broncircuit. Blokkering door energiebedrijf. Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat. of Brug. Brug. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: warmtepomp in bedrijf Geopend: warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aangesloten stromingsbewaker mag er geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrije opener nodig: gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij) geopend: blokkering actief Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf mag er geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: veiligheidscircuit vrij geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A Lokale aansluiting: Serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten Niet verwijderen! 185

186 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-G) (vervolg) Klemmen Functie Omschrijving X3.12 X3.13 of op externe uitbreiding H1 Signaal Externe aanvraag (Extern inschakelen van compressor en pompen, mengkleppen in regelwerking of OPEN, omschakelen van de werkingsmodus). Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: warmtevraag Geopend: geen aanvraag Schakelvermogen 230 V, 2 ma L1 Netaansluiting warmtepompregeling: Fase L1? Aansluiting aardleiding M Aansluiting nulleider Door installateur aan netvoeding 230 V~ aangesloten. 186

187 Kroonsteentjes (uitsluitend Vitocal 222-G/242-G) Printplaten en aansluitmogelijkheden Meld- en veiligheidsaansluitingen 1 / N / PE 230 V / 50 Hz L1 N? X3 X2 N X1? G N N N N N N N N N 3 1?????????? 1 PE P 8 P L1 F1 T6,3A F1 Zekering T 6,3 A X1 Klemmen X1.? voor aardleiding van alle bijbehorende installatiecomponenten X2 Klemmen X2.N voor nulleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X3 Aansluitklemmen voor netaansluiting regeling L1 en extra componenten Geschakelde fase L1: X3.1 Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen 187

188 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (uitsluitend Vitocal 222-G/242-G) (vervolg) Klemmen Functie Omschrijving X3.1 Fase geschakeld X3.3 X3.4 Stromingsbewaker broncircuit. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: warmtepomp in bedrijf Geopend: warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V, 0,15 A X3.6 X3.7 G X3.8 X3.9 P Blokkering door het energiebedrijf. Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat. of Brug. Bij aangesloten stromingsbewaker mag geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij) Geopend: blokkering actief Schakelvermogen 230 V, 0,15 A Bij aangesloten blokkeercontact van het energiebedrijf mag geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: Gesloten: veiligheidscircuit vrij Geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling: Fase L1 X1.1 Aansluiting aardleiding X2.1 Aansluiting neutraalgeleider Door installateur te verzorgen aansluitingen: serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten. Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten. Door installateur op netvoeding 230 V~ aangesloten. 188

189 Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-S) Printplaten en aansluitmogelijkheden Meld- en veiligheidsaansluitingen???????????? X1 X X3 G r M 1 / N / PE 230 V / 50 Hz L1? F1 T6,3 AH L1? N X40 N X N N N N N N N N N F1 Zekering T 6,3 A X1. Klemmen X1? voor aardleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X2 Klemmen X2.N voor nulleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X3 Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen X40 Aansluitklemmen voor netaansluiting regeling 189

190 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-S) (vervolg) Klemmen Functie Omschrijving X3.1 Fase geschakeld. Via netschakelaar regeling. Opmerking Totale belasting 1000 W van alle aangesloten componenten in acht nemen. X3.6 X3.7 G Blokkering energiebedrijf (fabrieksmatig brug geplaatst). Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: warmtepomp in werking geopend: warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V, 0,15 A Aansluiting secundaire pomp r M Boilerlaadpomp 2-weg-afsluitklep 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwaterverwarming Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf mag er geen brug aanwezig zijn. vermogen: 130 W spanning: 230 V~ Fabrieksmatige aansluiting, bij verwarmingsinstallaties met één verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (HK1) is geen extra CV-pomp noodzakelijk. vermogen: 130 W spanning: 230 V~ 3-weg-omschakelklep, fabrieksmatige aansluiting, 2-weg-afsluitklep en boilerlaadpomp door installateur parallel aangesloten. 190

191 Kroonsteentjes (alleen Vitocal 200-S) (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Klemmen Functie Omschrijving X3.8 X3.9 Dauwpuntsensor en/of vorstbeveiligingsthermostaat koeling. of Brug. Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: veiligheidscircuit vrij geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A X40.L1 Netaansluiting warmtepompregeling: Fase L1 X40.? Aansluiting aardleiding X40.N Aansluiting nulleider Lokale aansluiting: serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten. Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten. Door installateur aan netvoeding 230 V~ aangesloten. 191

192 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (alleen Vitocal 222-S/242-S) Meld- en veiligheidsaansluitingen 1/N/PE 230 V/ 50 Hz? M L1 G X X2 M M M M M M M M M M 3 1 X1.??????????? F1 T6,3AH F1 Zekering T 6,3 A X1. Klemmen X1? voor aardleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X2 Klemmen X2.N voor nulleider van alle bijbehorende installatiecomponenten X3 Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen 192

193 Printplaten en aansluitmogelijkheden Kroonsteentjes (alleen Vitocal 222-S/242-S) (vervolg) Klemmen Functie Omschrijving X3.1 Fase geschakeld X3.6 X3.7 G Blokkering door energiebedrijf. Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij) geopend: blokkering actief Schakelvermogen 230 V, 0,15 A X3.8 X3.9 Vorstbeveiligingsthermostaat of/en vochtsensor. of Brug. Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf mag er geen brug aanwezig zijn. Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: veiligheidscircuit vrij geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling: Fase L1 X1.1 Aansluiting aardleiding X2.1 Aansluiting nulleider Door de installateur te voorziene aansluitingen: serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten. Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten. Door installateur aan netvoeding 230 V~ aangesloten. Regelaar- en sensorprintplaat Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. 193

194 Printplaten en aansluitmogelijkheden Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg) X3 X20 X31 X29 193C X5 1 X F21 F23 F16 F17 F11 F12 F6 F7 F0 F F18 F20 F13 F14 F8 F9 F3 F4 avg X6 11 F.. Aansluitingen voor temperatuursensoren X3 Aansluiting verbindingskabel naar basisprintplaat X5/X6 / : Aansluitingen interne sensoren en componenten : Aansluitingen verbindingskabel (laagspanning) naar schakeldoos van de warmtepomp X20 X24 X29 X31 avg Aansluiting bedieningseenheid Steekplaats voor communicatiemodule LON Stuuraansluiting pulsmodulatie PWM (voor HR-pomp) Steekplaats voor codeerstekker KM-bus Opmerking Aan stekker F11 mag door de installateur niets worden aangesloten. 194

195 Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden Sensoren Stekker Sensor Type F0 Buitentemperatuursensor (Aansluiting installateur) Ni500 (PTC) F2 (X5.2/X5.3) Aanvoertemperatuursensor primair circuit (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Temperatuursensor luchtinlaat (fabrieksmatige aansluiting) Pt500 (PTC) F3 (X5.4/X5.5) F4 (X5.6/X5.7) F6 (X6.1/X6.2) F7 (X6.1/X6.3) F8 (X5.8/X5.9) F9 (X5.10/ X5.11) F12 F13 F14 F16 F17 (X6.4/X6.5) F18 (X6.6/X6.7) Retourtemperatuursensor primair circuit (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Temperatuursensor luchtuitlaat (fabrieksmatige aansluiting) Buffertemperatuursensor boven (Aansluiting installateur) Boilertemperatuursensor boven (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Boilertemperatuursensor onder (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Aanvoertemperatuursensor secundair circuit (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Retourtemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 1. trap (fabrieksmatige aansluiting) Verwarmingscircuit met mengklep M2 (HK2) (Aansluiting installateur) Aanvoertemperatuursensor installatie, met dompelhuls, achter warmwaterbuffer (Aansluiting installateur) Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (verwarmingscircuit zonder mengklep A1/HK1 of apart koelcircuit/skk) (Aansluiting installateur) Ruimtetemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit (Aansluiting installateur) / niets aansluiten Temperatuursensor verdamper (fabrieksmatige aansluiting) Retourtemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 2. trap (indien aanwezig) of Retourtemperatuursensor zonnecircuit (met geïntegreerde zonneregelingsfunctie) (fabrieksmatige aansluiting/aansluiting installateur) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) Ni500 (PTC) Pt500 (PTC) Ni500 (PTC) Ni 500 (PTC) Pt500 (PTC) Pt500 (PTC) 195

196 Printplaten en aansluitmogelijkheden Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg) Stekker Sensor Type F20 (X6.8/X6.9) Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator (Aansluiting installateur) Pt500 (PTC) F21 Collectortemperatuursensor (alleen met geïntegreerde zonneregelingsfunctie) (Aansluiting installateur) Pt500 (PTC) Stooklijnen en markering temperatuursensoren Ni Weerstand in Temperatuur in C Pt 500 Weerstand in Temperatuur in C De temperatuursensoren zijn op de stekker met een kleurenband gemarkeerd: Ni 500: geel Pt 500: groen NTC 10 kω: blauw NTC 20 kω: oranje NC-printplaat (alleen Vitocal 333-G NC) Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. 196

197 NC-printplaat (alleen Vitocal 333-G NC) (vervolg) Printplaten en aansluitmogelijkheden 97D 97C X X Stekker/ klem X3.3 X3.4 X4.1 X4.2 ljc ljd Functie Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuit Dauwpuntsensor secundair circuit 3-weg-omschakelklep verwarmen/koelen/ primair circuit 3-weg-omschakelklep verwarmen/koelen secundair circuit Omschrijving Fabrieksaansluiting. Aansluitwaarden vermogen: 230 W spanning: 230 V~ max. schakelstroom: 1 A Aansluiting installateur Aansluitwaarden spanning: 24 V max. schakelstroom: 10 ma Fabrieksaansluiting. Fabrieksaansluiting. EEV-printplaat Toepassing zie hoofdstuk Overzicht van de printplaten. 197

198 Printplaten en aansluitmogelijkheden EEV-printplaat (vervolg) A B C D E F G L? N L? N L? N L? N L N L N 230 V~ 24 V~ S R P O N M L K H A Compressorrelais B Netspanning C EVI-relais D Ontdooien E Modulatie compressor F Vrijgave compressoraansturing G Aansturing ontdooiing H KM-bus K Adresjumper meertraps warmtepomp Warmtepomp 1e trap (type BW): zonder brug Warmtepomp 2e trap (type BWS): met brug L Temperatuursensor vloeibaar gas (Pt500) M Temperatuursensor persgas (Pt500) N Hogedruksensor O Temperatuursensor zuiggas (Pt500) P Lagedruksensor R Stappenmotor EEV (zie ook de volgende afbeelding) S Spanningsvoeding 198

199 Printplaten en aansluitmogelijkheden EEV-printplaat (vervolg) Stappenmotor EEV T U T Stappenmotor EEV, aansluiting kleptype EX4/EX5 U Stappenmotor EEV, aansluiting kleptype EXM/EXL AVI-printplaat (alleen ) Poort binneneenheid buiteneenheid LED1 ODU-AVI COMM: Communicatie actief: AVI-printplaat (P202 of P203) met koelcircuitregeling buiteneenheid LED2 IDU-AVI COMM: Communicatie actief: AVI-printplaat (P501) met regelaar- en sensorprintplaat (KM-BUS) 199

200 Printplaten en aansluitmogelijkheden AVI-printplaat (alleen ) (vervolg) Aansluitingen Stekker F101 P102 Componenten Zekering T 0,2 AL Netaansluiting 230 V~ (fabrieksmatige aansluiting) Opmerking Volgorde van de contacten PE ( Earth ), N, L in acht nemen. P202 Bus-verbinding (12 V ) naar buiteneenheid: Vitocal 200-S, type AWS/AWS-AC 110/113 Vitocal 200-S, type AWB/AWB-AC 201.A10/A13 Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A10/A13 Vitocal 242-S, type AWT-AC 241.A10/A13 Opmerking Er mag slechts een bus-verbinding worden aangesloten. De aders mogen niet verwisseld worden. P203 Bus-verbinding (43 V ) naar buiteneenheid: Vitocal 200-S, type AWS/AWS-AC 104/107 Vitocal 200-S, type AWB/AWB-AC 201.A04/A07 Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A04/A07 Vitocal 242-S, type AWT-AC 241.A04/A07 Opmerking Er mag slechts een bus-verbinding worden aangesloten. De aders mogen niet verwisseld worden. P301 P302 P303 P501 Druksensor propaan (PS) Temperatuursensor propaan (IRT) Aanvoertemperatuursensor secundair circuit (LWT, inbouw voor verwarmingswater-doorstroomtoestel) KM-BUS (verbinding naar regelaar- en sensorprintplaat) 200

201 Printplaten en aansluitmogelijkheden AVI-printplaat (alleen ) (vervolg) Verbinding tussen binneneenheid en buiteneenheid Vitocal 200-S AWS/AWS-AC 104 AWB/AWB-AC 201.A04 Vitocal 222-S AWT-AC 221.A04 Vitocal 242-S AWT-AC 241.A04 Vitocal 200-S AWS/AWS-AC 107 AWB/AWB-AC 201.A07 Vitocal 222-S AWT-AC 221.A07 Vitocal 242-S AWT-AC 241.A07 Vitocal 200-S AWS/AWS-AC 110/113 AWB/AWB-AC 201.A10/ A13 Vitocal 222-S AWT-AC 221.A10/A13 Vitocal 242-S AWT-AC 241.A10/A13 C N L? COMNi? Li? N0 L0 C2 C1 N L?? N L A B A B A B C C C 12V COM COM 43V 12V COM COM 43V 12V COM COM 43V A Aansluitruimte buiteneenheid B Bus-verbindingsleidingen tussen buiten- en binneneenheid. Geadviseerde kabel: 3 x 1,5 mm 2 De aders zijn niet verwisselbaar. C AVI-printplaat in de binneneenheid Druksensoren Er worden druksensoren met schroefaansluiting of voor het insolderen gebruikt. 201

202 Printplaten en aansluitmogelijkheden Druksensoren (vervolg) Sensor Koudemiddel R407C R410A Lagedruksensor tot 7 bar tot 18 bar Hogedruksensor tot 30 bar tot 50 bar Karakteristieken Uitgangsstroom in ma V W X Y Druk in bar V tot 7 bar W tot 18 bar X tot 30 bar Y tot 50 bar 202

203 Verklaringen Conformiteitsverklaring Montage- en servicehandleiding van de betreffende warmtepomp. 203

204 Index Index A Aanvoertemperatuur externe aanvraag Aanvoertemperatuursensor installatie Aardleiding active cooling...35, 36, 154 active cooling vrijgeven Actorentest Afstandsbediening Afstandsbewaking Afzonderlijk koelcircuit...34, 154 Apart koelcircuit, gewenste ruimtetemperatuur Automatische tijdomschakeling B Basisinstelling Basisprintplaat Bediening Parametergroep Bediening blokkeren Bedieningseenheid...11, 105 Bedieningsinstructies...11 Bedrijfsgegevens opvragen...76 Bedrijfstoestanden opvragen...76 Belastingsklassen...94 Bevestigen van meldingen...40 Bivalente werking...20 Blokkeren bediening Blokkering energiebedrijf...19 Boilerlaadpomp Type Werkwijze Bouwwarmte Buffer parametergroep Buitentemperatuur via LON zenden.160 Bus-verbinding C Cascade 112, 113, 114 via externe uitbreiding H via KM-BUS...12 via LON...15, 159 Codeerniveau , 106 Codeerstekker...9 Codeerstekker, steekplaats Combiboiler Communicatie parametergroep communicatiemodule LON...15 Communicatiemodule LON Steekplaats Vrijgave Communicatiepoort Communicatie via LON Buitentemperatuur zenden Deelnemersnummer Foutmanager Installatienummer Ontvangstinterval voor gegevens. 161 Tijd zenden Compressor Ontdooiende Parametergroep Vermogen Vrijgave Compressor 2 Parametergroep Vermogen Vrijgave Condensortemperatuur voor ontdooiende Cursor-toets...11 CV-circuit Stooklijn...150, 151 D Deelnemerscontrole Deelnemersnummer

205 Index Index (vervolg) Diagnose...76 Buiteneenheid...95 Energiebalans...99 Koelcircuit...93 Koelcircuitregelaar...86 Korte info Looptijd van de compressor...94 Softwareversie opvragen Drukwaarden opvragen...93 E EEV-printplaat EEV-regelaar...86 Elektrische aansluitingen, aanwijzingen Elektro-bijverwarming Vrijgave Elektro-verwarmingselement, vrijgave Energiebalans...99 Energiebedrijf...19 Estrikdroogfunctie Estrikprogramma Extern blokkeren...119, 120 Externe aanvraag 119 Gewenste aanvoertemperatuur Verwarmingscircuits...17 Warmtepomp...17 Externe uitbreiding H Externe warmtegenerator...20, 34 Bivalentietemperatuur Parametergroep Tapwateropwarming Voorrang voor tapwaterverwarming...20, 22 voor verwarming...20 Vrijgave Extra elektrische verwarming Parametergroep Extra verwarmingen...20 extra verwarmingen voor ruimteverwarming...34 F Foutenhistorie...40 Foutenlijst...40 Foutieve circulatie zonnecircuit...26 Foutmanager Functiecontrole Functieomvang...9 Functies controleren G Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor Gewenste retourtemperatuur Gewenste ruimtetemperatuur..149, 153 Apart koelcircuit Gewenste temperatuur warm water.131 H Helptekst...11 I Informatie-index...88 Inschakeloptimalisering Installatiedefinitie parametergroep Vitocom Installatienummer Installatieschema Instelniveau Installatiegebruiker...10 Vakman...10 Instelniveaus...9 Interne hydraulica Estrikprogramma Parametergroep K Koelcircuit kiezen Koelgrens...31 Koellijn...156, 157 Koelfuncties...35, 154 Koelgrens

206 Index Index (vervolg) Koeling Grond/water-warmtepomp...35, 36 Koelcircuit kiezen Lucht/water-warmtepomp...35, 36 Parametergroep Korte info Kroonsteentjes...184, 187 L Laag tarief...19 Langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur opvragen...83 LON Adressering...160, 161 Buitentemperatuur zenden Deelnemerscontrole Deelnemersnummer Installatienummer Ontvangstinterval voor gegevens. 161 Tijd zenden LON-cascade...15, 159 LON-module...15, 159 Looptijd compressor...94 M Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit Maximale collectortemperatuur Meldaansluitingen...181, 184, 187, 189, 192 Meldingen bevestigen...40 Meldingshistorie oproepen...40 Opmerking...40 opnieuw oproepen...40 Overzicht...40 Storing...40 Waarschuwing...40 Meldingenlijst...40 Meldingen opvragen...39 Meldingshistorie...40 Minimale aanvoertemperatuur voor koeling N natural cooling...35, 36, 154 NC-printplaat Normale ruimtetemperatuur Nulleider O Omschakelduur werkingsmodus Omschakeling werkingsmodus Omschakelklep Verwarmen/tapwaterverwarming..144 Omschakelklep (3-weg-omschakelklep)...15 Onderdrukking van de naverwarming 26 Ontdooiende Ontvangstinterval voor gegevens Op afstand bedienen Open verdeler Functiebeschrijving...27 Vrijgave Opmerking...40 Opvragen van meldingen...39 Overzicht van de meldingen

207 Index Index (vervolg) P Parameter 108 Instellen terugplaatsen Parametergroep Bediening Buffer communicatie Compressor Compressor Externe warmtegenerator Extra elektrische verwarming Installatiedefinitie Interne hydraulica Koeling solar tijd Verwarmingscircuits/koelcircuit Warm water Partywerking Gewenste ruimtetemperatuur Pompkick...33 Primaire pomp, Werkwijze Printplaat Basisprintplaat EEV-printplaat Kroonsteentjes...184, 187, 189, 192 NC-printplaat Rangeerprintplaat regelaarprintplaat sensorprintplaat Uitbreidingsprintplaat Printplaten Retourtemperatuurverhoging...20 Ruimtetemperatuur bij partywerking normale verlaagde Ruimtetemperatuurbeïnvloeding Ruimtetemperatuurinvloed Koelen Ruimteverwarming Ruimtetemperatuursensor S Secundaire pomp, werkwijze Sensorprintplaat Service beëindigen Servicecontroles...76 Servicemenu Serviceniveau Softwareversie opvragen Solar parametergroep Solarregeling Solarregelingsfunctie (geïntegreerd)135 SPF (jaararbeidsfactor) Verwarmen...99 Warmwater...99 Storing...40 Storingscodes...40 Storingsgeheugen...40 Storingsindex...88 Storingsindicaties opvragen...39 Storingsmeldingen...40 Storingsmelding oproepen...40 R Rangeerprintplaat Recirculatie zonnecircuit...26 Regelaarprintplaat Regelhogedruk Regelingsinstellingen Regeringsinstellingen Relaistest Reset

208 Index Index (vervolg) T Tapwaternaverwarming...24 Extra elektrische verwarmingen Verwarmingswater-doorstroomtoestel Tapwateropwarming 2e Temperatuursensor bij regelhogedruk Boilertemperatuursensor onder Elektro-verwarmingselement Externe warmtegenerator met combiboiler met externe warmtegenerator Voorrang Tapwaterverwarming 22 2e gewenste temperatuur in cascade...16 inschakeloptimalisering Uitschakeloptimalisering tapwaterverwarming door zonne-energie...26 Temperaturen opvragen...76, 93 Tijd parametergroep via LON zenden Wintertijd Zomertijd Tijdomschakeling Zomertijd/wintertijd Toestand bij levering herstellen Toetsen...11 U Uitbreidingsprintplaat Uitgangen controleren Uitgebreid menu...11 Uitschakeloptimalisering V Veiligheidsaansluitingen...181, 184, 187, 189, 192 Verbinding binnen-/buiteneenheid Verlaagde ruimtetemperatuur Vermogen warmtepomp...123, 124 Verwarmingscircuit Max. aanvoertemperatuur Verwarmingsgrenzen...31 Verwarmingscircuit/koelcircuit 154 Afstandsbediening Functiebeschrijving...29 Minimumdebiet...29 Normale ruimtetemperatuur Ruimtetemperatuurafhankelijke regeling...33 Ruimtetemperatuurinvloed...33 Verlaagde ruimtetemperatuur Weersafhankelijke regeling...33 Werkingsmodus...32 Verwarmingscircuits/koelcircuit Parametergroep Verwarmingsgrens Verwarmingswaterbuffer Gewenste temperatuur Inschakelhysterese Maximale temperatuur Modus Constante Temperatuurgrens Constante Verwarmingswater-doorstroomelement Maximale vermogenstrap bij blokkering energiebedrijf Vrijgave Verwarmingswater-doorstroomtoestel 34 Bivalentietemperatuur Functiebeschrijving...21 Maximale vermogenstrap Vrijgave voor ruimteverwarming Vitocom Vitosolic Vitosolic Vitotrol 200A Volgende warmtepomp...12 LON-nummer Vermogen

209 Index Index (vervolg) Vorstbescherming Warmwaterboiler...25 Warmwaterbuffer...28 Vorstbeschermingsgrens...32 Vrijgave Actieve koeling Communicatiemodule LON W Waarschuwing...40 Warmtepomp Vermogen...123, 124 Warmtepomp 2de trap...12 Warmtepomp 2e trap, vrijgave Warmtepompcascade...12, 112 Warmtepompregeling in LON integreren...16 Warmwater 2e Temperatuursensor Boilertemperatuursensor onder Gewenste waarde Hysterese...128, 129 Maximale temperatuur Minimumtemperatuur Warm water 2e gewenste temperatuur inschakeloptimalisering Parametergroep Uitschakeloptimalisering Warmwaterboiler Maximale temperatuur Minimumtemperatuur Vorstbescherming...25 Vrijgave Warmwaterbuffer...27 Vorstbescherming...28 Werkingsmodus bij externe omschakeling Werkwijze Boilerlaadpomp Primaire pomp Secundaire pomp Wintertijd Z Zomertijd Zonnecircuit Debiet Foutieve circulatie Zonnecircuitpomp Inschakelhysterese Uitschakelhysterese Zonneregelingsfunctie...26 Zonneregelingsfunctie (geïntegreerd)...135, 136 Zwembadverwarming...37,

210 210

211 211

212 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 212 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 8/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 6/2012 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 6/2012 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 6/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 7/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 7/2014 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 7/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling KW Z WW Verwarmingscircuitregeling zonder mengklep De gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit wordt uit volgende parameters bepaald: buitentemperatuur, gewenste kamertemperatuur, bedrijfsprogramma

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur ansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIES Vitocal 00- type WO/WO-E-C 0.D0 tot D6 type WO-/WO--E-C 0.D0 tot D6 Lucht/water-warmtepomp, monoblokuitvoering voor verwarming en koeling Vitocal

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling Hoofdcomponenten Lucht/waterwarmtepomp in split- of monoblock-uitvoering: Vitocal 00-A Vitocal 00-S Warmtepompregeling: Vitotronic 00, type WOC Verwarmingswaterbuffer: Vitocell 00-W, type SVPA Warmwaterboiler:

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 300-G. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 300-G. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps, type BW/BWS, WW/WWS VITOCAL 300-G 11/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur Servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling Voor Vitocal 100-S, Vitocal 200-A en Vitocal 200-S VITOTRONIC 200 1/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1A VITOTRONIC 200 8/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1B

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1B Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1B VITOTRONIC 200 2/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 1/2017 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling NL 1/2017 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 1/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS, WW/WWS Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur Servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling Voor lucht/water warmtepompen met binnen- en buitenunit, split- of monoblockuitvoering VITOTRONIC 200 7/2017

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling. 5700 683 NL 6/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling. 5700 683 NL 6/2015 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 6/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit VITOTROL 200A 10/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.A06 tot A17, 5,9 tot 17,0 kw type WW 301.A06 tot A17, 7,9 tot 23,0 kw Warmtepomp 1- en 2-traps type BWC 301.A06 tot

Nadere informatie

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1.

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Energiemeter, 1-fasig of 3-fasig Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-G Compacte warmtepomp Brine/water-warmtepomp voor verwarming en tapwateropwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden VIESMA VITOCA -G/-G Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden /05 Inhoudsopgave. ID: 60508_0_0, Vitocal -G/-G, een verwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur Servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type WO1C Warmtepompregeling Voor lucht/water-warmtepompen met binnen- en buitenunit, split- of monoblokuitvoering: Vitocal 100-S/111-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset condenswaterbak Voor Vitocal 300-A met serienr. 7440 159 tot 7440 162 Voor Vitocal 350-A met serienr. 7439 961 tot 7439 968 Veiligheidsinstructies Volg

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonne-installaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonne-installaties VITOSOLIC 100 4/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

PAKKETPRIJSLIJST 2018 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN. Viesmann. Split-unit:

PAKKETPRIJSLIJST 2018 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN. Viesmann. Split-unit: Viesmann PAKKETPRIJSLIJST 08 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN Split-unit: Vitocal -S type AWBT-E-AC C/AWBT-M-E-AC C Fluisterstil in gebruik door Advanced acoustics design Compacte lucht/waterwarmtepomp met 0 liter

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A18 type BWS 351.A18 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESA VITOCAL -G/-G Type BWT/BWT-C.B06 tot B0 Type BWT.B06 tot B0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 556 079 L /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. ID: 605086_0_06, Vitocal ///-G, een

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 VIESA VITOCA -S Type AWT-AC.A04 tot A, B0, B VITOCA 4-S Type AWT-AC 4.A04 tot A, B0, B Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 49 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal -S/4-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Warmtepompen met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Kamerthermostaat Type UTA-RF VITOTROL 100 2/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandbediening voor warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C VITOTROL 300B 6/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-S type AWB 201.B/ AWB 201.C Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie en woningventilatiesysteem met warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C VITOTRONIC 200 8/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCAL 00-G VITOCAL 50-G Installatievoorbeelden VITOCAL 00-G type BW 0.A tot A45 type BWS 0.A tot A45 VITOCAL 50-G type BW 5.A8 type BWS 5.A8 Geselecteerde installatievoorbeelden 567 65 L 6/04 Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 3/2016 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotwin Gateway type BATI BATI/LON-gateway voor de aansluiting van Vitotwin 300-W op Vitocom 100, type LAN1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 11/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11.

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11. VIESMANN VITOCAL 300 Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type WW Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 200-G 5/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 300-G. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOCAL 300-G. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving, type BW/BWC en WW/WWC VITOCAL 300-G 4/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06..

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06.. VIESMANN VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Compacte warmtepomp met brine/water-warmtepomp 400 V~, warmwaterboiler,

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343-G. voor de vakman. Vitocal 343-G. Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving, 400 V~

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343-G. voor de vakman. Vitocal 343-G. Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving, 400 V~ Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 343-G Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving, 400 V~ Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 343-G 8/2009 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

Voor buitenunit van de Vitocal 200-S/222-S/242-S en Vitocaldens 222-F

Voor buitenunit van de Vitocal 200-S/222-S/242-S en Vitocaldens 222-F Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektrische extra verwarming Voor buitenunit van de Vitocal 200-S/222-S/242-S en Vitocaldens 222-F Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie