VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS, WW/WWS Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G 12/2008 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Opgelet! Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet! Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie werden getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming kan de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Productinformatie... 8 Algemene aanwijzingen bij de elektrische aansluiting... 9 Plaatsing Interne componenten Overzicht van de mogelijke installatieschema's Functiebeschrijving bij de installatievoorbeelden Primair circuit, type BW (grond-water) Primair circuit, type WW (water-water) Installatievoorbeeld Installatievoorbeeld Installatievoorbeeld Tapwateropwarming Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW+WWS) Montageverloop Warmtepomp plaatsen Primaire pomp in de warmtepomp monteren Primair circuit aansluiten (grond) Secundair circuit aansluiten (verwarmingscircuits) Elektrische aansluitingen Aansluitbereik warmtepompregeling Netaansluiting Drukbewaker primair circuit, vorstbeveiligingsthermotaat, brug aansluiten Warmtepomp sluiten Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Aanvullende info over de stappen Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Maatregelen bij aanhoudend te lage ruimtetemperatuur Geen weergave op het display van de bedieningseenheid Reparatie

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur Regelingsinstellingen door vakman Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Taal Temperatuurverschil voor verwarmingsgrens Temperatuurverschil voor koelgrens Zwembad Cascade Aantal volgende warmtepompen Vermogen van de volgende warmtepompen Externe uitbreiding Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits Modus voor externe modus-omschakeling Periode van de externe modus-omschakeling Externe aanvraag/mengklep Open Extern blokkeren/mengklep Dicht Pompen en compressor extern blokkeren Vitosolic Vitocom Extra uitgang met schakeltijden Regelingsinstellingen compressor Vrijgave compressor Vermogen warmtepomp Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Vrijgave externe warmtegenerator Voorrang externe warmtegenerator Bivalentietemperatuur Externe warmtegenerator voor warm water Regelingsinstellingen warm water Gewenste boilertemperatuur Schakeltijden warm water Min. temperatuur voor warmwaterboiler Maximale temperatuur voor warmwaterboiler Hysterese/Hysterese extra verwarming Inschakeloptimalisering warm water Uitschakeloptimalisering warm water Extra functie warm water

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2. Gewenste temperatuur warm water Temperatuursensor Parameter voor de tapwaternaverwarming Regelingsinstellingen compressor Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) Maximumtrap extra elektrische verwarming Trap bij blokkering energiebedrijf Regelingsinstellingen hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Estrikprogramma Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag Werking met 3-weg-omschakelklep Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffer Schakeltijden verwarmingswaterbuffer Gewenste temperatuur voor vaste waarde (schakeltijden) Hysterese Max. temperatuur Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Ruimtetemperaturen en schakeltijden Afstandsbediening activeren Steilheid/niveau van de verwarmingslijn Invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits) Max. gewenste aanvoertemperatuur Regelingsinstellingen koeling Koeling Koelcircuit Ruimtetemperatuur (afzonderlijk koelcircuit) Min. gewenste aanvoertemperatuur (afzonderlijk koelcircuit) Steilh. ruimtebijsch. (afzonderlijk koelcircuit) Steilheid/niveau koellijn (koelcircuit/afzonderlijk koelcircuit) Regelingsinstellingen datum/tijd Datum en tijd Automatische omschakeling zomer-/wintertijd

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, laststroomkring Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Protocollen Protocol van de hydraulische parameter Protocol van de regelingsparameters Technische gegevens Appendix Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp Verklaringen Conformiteitsverklaring Index

8 Montagehandleiding Productinformatie Vitocal 300-G, Type BW en WW Grond/water- resp. water/water-warmtepomp met elektronische warmtepompregeling WPR 300. Het koelcircuit heeft een elektronisch expansieventiel (EEV) met eigen regelcircuit. Bij het type WW voorziet een afzonderlijk broncircuit het primaire circuit via een warmtewisselaar (accessoires) met warmte-energie. Het broncircuit wordt eveneens door de warmtepompregeling WPR 300 gestuurd. Alle sensoren zijn in dompelhulzen gemonteerd. De primaire pomp kan worden gemonteerd om condensatie in de warmtepomp te vermijden. De warmtepomp kan in combinatie met een AC- of NC-box (accessoires) worden gebruikt om te koelen. Voor de verwarmingswater- en tapwaterverwarming kan een extra verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) in de warmtepomp worden gemonteerd. Een vermogensuitbreiding is in combinatie met de warmtepomp 2e trap (Vitocal 300- G, type BWS) mogelijk. Vitocal 300-G, Type BWS en WWS De Vitocal 300-G, type BWS en WWS dienen voor de vermogensuitbreiding (2. trap) van de warmtepompen type BW en WW. De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) kan zowel voor verwarming als ook voor tapwateropwarming worden gebruikt. Een tweede secundaire pomp resp. circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) is nodig. De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) heeft geen eigen warmtepompregeling en wordt door de warmtepompregeling WPR 300 van de warmtepomp (type BW/WW) gestuurd. De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) heeft een eigen koelcircuit. Daarom is voor iedere compressor een afzonderlijke netaansluiting nodig. Bij de 2-traps uitvoering kan ofwel in iedere warmtepomp een primaire pomp worden gemonteerd ofwel een gemeenschappelijke externe primaire pomp worden gebruikt. Los daarvan wordt primair een gemeenschappelijke aanvoer- en retourtemperatuursensor aan de gemeenschappelijke aanvoer en retour gebruikt. De warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) moet links van de warmtepomp (type BW/ WW) worden geplaatst. Voor meer bijzonderheden over de plaatsing zie het afzonderlijk hoofdstuk voor 2- traps uitvoering (type BW+BWS/WW+WWS) vanaf pagina 57. De hydraulische verbinding tussen de twee warmtepompen gebeurt ter plaatse boven de twee warmtepompen (aansluitset, accessoires). Een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) kan alleen in de warmtepomp (type BW/WW) worden gemonteerd (bij warmtepompcascade alleen in het hoofdtoestel). 8

9 Montagehandleiding Productinformatie (vervolg) Voor meer bijzonderheden over de montage en de montagevolgorde zie het afzonderlijk hoofdstuk voor 2-traps uitvoering (type BW+BWS/WW+WWS) vanaf pagina 79. Algemene aanwijzingen bij de elektrische aansluiting De som van het vermogen van alle direct aan de warmtepompregeling aangesloten componenten (bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, veiligheidsschakelaars) mag 1000 W niet overschrijden. Als het totale vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, bescherming) groter dan opgegeven worden gekozen (max. contactbelasting in acht nemen, zie ook pagina 262). Als twee componenten aan een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten beide aders samen in 1 adereindhuls worden geperst. Als de compressor en/of het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) op laag tarief worden gebruikt (blokkering door energiebedrijf), moet nog een kabel voor het blokkeringssignaal van het energiebedrijf (bijv. NYM 3x1,5 mm 2 ) van de meterkast naar de warmtepompregeling worden gelegd (zie pagina 128). Het aantal netkabels van de meterkast naar de warmtepompregeling is afhankelijk van de installatie-uitvoering en de toegepaste tarieven (zie vanaf pagina 127). De aders van de KM-BUS-kabel kunnen worden verwisseld. Verdere aanwijzingen zie warmtepompregeling (pagina 103) en netaansluiting (pagina 127). Montage 9

10 Montagehandleiding Plaatsing! Opgelet Schade aan het toestel tijdens het transport vermijden. Bovenzijde toestel, front en zijwanden niet belasten.! Opgelet Sterke inclinatie van de compressor in de warmtepomp leidt tot schade aan het toestel doordat smeermiddel in het koelcircuit kan terechtkomen. Kantelhoek max. 45. Eisen aan de installatieruimte De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn. Opgelet! Hoge bodembelastingen kunnen tot schade aan het gebouw leiden. Toegelaten bodembelasting respecteren. Benodigde minimumafstanden respecteren. Toestel horizontaal uitlijnen. Vereiste hoogte van de ruimte: Min. 1,90 m (met aansluitset). Totaalgewicht: zie technische gegevens vanaf pagina 264 Om contactgeluid te voorkomen het toestel niet op houten vloeren (bijv. op zolder) zetten. 10

11 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Minimumafstanden A Opmerking AC-box (accessoires) alleen tot nom. vermogen 17 kw te gebruiken. Voor hogere nom. vermogens moeten alle noodzakelijke componenten (met overeenkomstig gedimensioneerde platenwarmtewisselaar) voor het afzonderlijke koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd. Montage A Met AC-box (accessoires): 400 mm Zonder AC-box (accessoires): variabel 11

12 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Eisen aan aansluitingen door de installateur C D A B A B C 12 Retour primair circuit (gronduittrede warmtepomp) (zie pagina 101) Aanvoer primair circuit (grondintrede warmtepomp) (zie pagina 101) Openingen voor aansluitkabels voor meer componenten en functies (bijv. sensoren, accessoires, extra functies) Benodigde leidinglengte in de warmtepomp: 1 m (zie vanaf pagina 103)

13 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) D Openingen voor 1 à 3 netaansluitkabels met leidingsschroefverbindingen Benodigde leidinglengte in de warmtepomp: 1,5 m (zie vanaf pagina 103) 2,0 m, als de netaansluiting warmtepompregeling met de kabel van het signaal blokkering door energiebedrijf in een 5-aderige kabel samen wordt gelegd (zie pagina 103). Aanbevolen kabel: Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~): 3 x 1,5 mm 2 Netaansluiting compressor (400 V~): 5 x 2,5 mm 2 Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel (400 V~) (accessoires): 5 x 2,5 mm 2 Retour warmwaterboiler (zie pagina 102) Aanvoer warmwaterboiler (zie pagina 102) Verwarmingswaterretour (zie pagina 102) Verwarmingswateraanvoer (zie pagina 102) Montage Opmerking Hydraulische aansluitingen ter plaatse spanningsvrij uitvoeren. 13

14 Montagehandleiding Interne componenten A B + X W V U T S R Q C D E F G P H N M L K 14

15 Montagehandleiding Interne componenten (vervolg) V S F C E L Q T A B C D E F G H A P P B U M P N P K D + X G Retour primair circuit (gronduittrede warmtepomp) Aanvoer primair circuit (grondintrede warmtepomp) Lagedruksensor (0 tot 15 bar) Aanvoertemperatuursensor secundair circuit Temperatuursensor zuiggas Verdamper Retourtemperatuursensor secundair circuit Aftapkraan secundaire aanvoer (zie vorige afbeelding) K L M N P Q R S T U V w x Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) Compressor Elektronisch expansieventiel (EEV) Hogedruk-veiligheidsschakelaar Temperatuursensor vloeibaar gas Aftapkraan primaire retour (zie vorige afbeelding) Hogedruksensor (1 tot 35 bar) Retourtemperatuursensor primair circuit Temperatuursensor persgas Aanvoertemperatuursensor primair circuit Primaire pomp (accessoires) Ontluchtingskraan secundaire aanvoer (zie vorige afbeelding) Verdamper Retour warmwaterboiler Aanvoer warmwaterboiler Verwarmingswaterretour Verwarmingswateraanvoer Montage Overzicht van de mogelijke installatieschema's In onderstaande tabel staat een overzicht van alle mogelijke installatieschema's. Aan de hand van 3 installatievoorbeelden worden de installatieschema's 2, 6 en 10 (vanaf pagina 28) toegelicht. 15

16 Montagehandleiding Overzicht van de mogelijke installatieschema's (vervolg) Installatieschema (ID 7000) Verwarmingscircuit A1 X X X X X X M2 X X X X X X X X M3 X X X X Warmwaterboiler X X X X X X Verwar- 0 0 X X X X X X X X mingswater- buffer Externe 0 * 1 0 * warmtegenerator Koelen (slechts een koelcircuit mogelijk) Verwarmingscircuit A M M Afzonderlijk koelcircuit Zwembad Solarinstallatie (alleen met Vitosolic 100/200) X Vereist 0 Optioneel * 1 Alleen in combinatie met een verwarmingswaterbuffer 16

17 Functiebeschrijving bij de installatievoorbeelden Montagehandleiding Opmerking De installatievoorbeelden zijn aanbevelingen en moeten door de installateur op volledigheid en werking worden gecontroleerd. Voor het ontwerp, installatie en werking de betreffende geldende voorschriften en richtlijnen respecteren. Verwarmingscircuit Minimumdebiet Warmtepompen hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater nodig (zie Technische Gegevens pagina 264) dat in ieder geval moet worden gerespecteerd. Om een minimumdebiet te kunnen garanderen, moet bij installaties zonder verwarmingswaterbuffer een overstortklep (of een open verdeler) worden gemonteerd. Systemen met kleine watervolumes Om te vaak in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen moet bij systemen met kleine watervolumes (bijv. verwarmingsinstallaties met radiatoren) een verwarmingswaterbuffer worden gebruikt. Systemen met grote watervolumes Bij systemen met grote watervolumes (bijv. vloerverwarmingen) is een verwarmingswaterbuffer niet nodig. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daardoor is ook bij gesloten verwarmingscircuits het minimumdebiet gegarandeerd. In combinatie met een vloerverwarmingcircuit moet een thermostaat (accessoires bestelnr of ) worden geïnstalleerd (aansluiting zie pagina 113). Parallel geschakelde verwarmingswaterbuffer Gebruik van een verwarmingswaterbuffer: Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf Warmtepompen kunnen afhankelijk van het stroomtarief bij piektijden door het energiebedrijf worden uitgeschakeld. Een verwarmingswaterbuffer voorziet de verwarmingscircuits ook tijdens die blokkeertijd van warmte. Constant debiet door de warmtepomp: Verwarmingswaterbuffers dienen voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in het secundaire circuit en het verwarmingscircuit. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkranen verlaagd wordt, blijft het debiet in het secundaire circuit constant. Looptijdverlenging van de warmtepomp 17 Montage

18 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Wegens de grotere waterhoeveelheid en evt. aparte afsluiting van de warmtegenerator nog een expansievat of een groter expansievat plaatsen. Opmerking Het debiet van de secundaire pomp moet groter zijn dan het debiet van de CV-pompen. Het beveiligen van de warmtepomp gebeurt volgens EN Installaties zonder verwarmingswaterbuffer Open verdeler Bij gebruik van een open verdeler moet ervoor worden gezorgd dat het debiet van het verwarmingscircuit groter is dan het debiet van de warmtepomp aan secundaire zijde. De warmtepompregeling behandelt een open verdeler als een kleine verwarmingswaterbuffer. Daarom moet de open verdeler in de regelingsinstellingen als verwarmingswaterbuffer worden geconfigureerd (zie vanaf pagina 219). Om het minimumdebiet van het verwarmingswater (zie Technische Gegevens vanaf pagina 264) te garanderen, geen mengklep in het verwarmingscircuit inbouwen. Koelen Koelen is ofwel met een van de aanwezige verwarmingscircuits of met een afzonderlijk koelcircuit (bijv. koelplafonds of ventilatorconvectoren) mogelijk. Modellen en configuratie Afhankelijk van de installatie-uitvoering zijn de koelfuncties natural cooling, met of zonder mengklep of active cooling mogelijk. Bij natural cooling is de compressor uitgeschakeld en gebeurt de warmte-uitwisseling direct met het primaire circuit. Active cooling gebruikt de warmtepomp als koudemachine, daarom is een hoger koelvermogen mogelijk dan bij natural cooling. De parameter Koeling legt het type van koeling vast. Active cooling is alleen buiten de blokkering van het energiebedrijf mogelijk en moet door de installatiebeheerder afzonderlijk worden vrijgegeven. Vrijgave koelen Bedieningshandleiding Ook als active cooling is ingesteld en vrijgegeven, schakelt de regeling eerst de functie natural cooling in. Pas als daardoor gedurende een langere periode de gewenste ruimtetemperatuur niet kan worden bereikt, wordt de compressor ingeschakeld. 18

19 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Het gebruik van een mengklep is alleen bij natural cooling mogelijk en houdt vooral bij koelen op vloerverwarmingcircuits de aanvoertemperatuur boven het dauwpunt. Om de opname van het hoge koudevermogen bij active cooling steeds te garanderen, is hiervoor geen mengklep voorzien. Modus Koelen op de verwarmingscircuits gebeurt in de modus Normaal en Constante. Het afzonderlijke koelcircuit wordt extra in de modus Verlaagd en Alleen warm water gekoeld. Met die laatste mogelijkheid kan een ruimte doorgaand worden gekoeld bijv. een magazijn tijdens de zomermaanden. De regeling van het koelvermogen gebeurt ofwel weersafhankelijk volgens de stook- of koellijn ofwel afhankelijk van de ruimtetemperatuur. Opmerking Voor het koelen moet in de volgende gevallen en ruimtetemperatuursensor aanwezig en geactiveerd zijn (parameter Afstandsbediening op Ja ): weersafhankelijk koelen met ruimteinvloed koelen afhankelijk van de ruimtetemperatuur active cooling Voor het afzonderlijk koelcircuit moet een ruimtetemperatuursensor aanwezig zijn. Weersafhankelijke regeling Bij weersafhankelijk koelen ontstaat de gewenste aanvoertemperatuur uit de betreffende gewenste ruimtetemperatuur en de actuele buitentemperatuur (langdurig gemiddelde) volgens de koellijn. Het niveau ( Niveau koellijn ) en steilheid ( Steilh. koellijn ) kunnen worden ingesteld. Ruimte-invloed De parameter Steilh. ruimtebijsch. geeft de sterkte van de ruimte-invloed voor het koelen aan. Modus Normaal De regeling van het koelvermogen voor de verwarmingscircuits gebeurt ofwel volgens de koellijn ofwel afhankelijk van de ruimtetemperatuur. Modus Constante In de modus Constante gebeurt het koelen met min. aanvoertemperatuur min. aanv.-t.. Montage 19

20 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Tapwateropwarming De tapwateropwarming door de warmtepomp is bij levering ten opzichte van de verwarmingscircuits met voorrang geschakeld. De warmtepompregeling schakelt bij boileropwarming de tapwateromlooppomp ( extra uitgang met schakeltijden ) uit om de boileropwarming niet te hinderen. Mogelijke bijkomende verwarmingen voor de naverwarming van het tapwater: Externe warmtegenerator Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) Het geïntegreerde lastmanagement van de warmtepompregeling beslist, welke warmtebronnen voor de tapwateropwarming worden gevraagd. In principe heeft de externe warmtegenerator voorrang op de elektrische verwarmingen. Als aan een van de volgende criteria wordt voldaan, beginnen de extra verwarmingen de warmwaterboiler te verwarmen: Boilertemperatuur ligt onder 3 C (vorstbescherming). Warmtepomp levert geen vermogen en de temperatuur aan de bovenste boilertemperatuursensor ligt met meer dan Hyst. extra verwarming lager dan de gewenste temperatuur. Opmerking Het elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) in de warmwaterboiler en de externe warmtegenerator schakelen uit zodra de gewenste waarde aan de bovenste temperatuursensor min een hysterese van 1 K is bereikt. Verwarmingswater-doorstroomtoestel Als extra warmtebron kan in de verwarmingswateraanvoer een elektrisch verwarmingswater-doorstroomtoestel worden geïntegreerd. Het verwarmingswater-doorstroomtoestel wordt in het apparaat gemonteerd en via een afzonderlijke netaansluiting aangesloten en gezekerd. De aansturing gebeurt via de warmtepompregeling ( Verwarmingswaterdoorstroomelement ). Het verwarmingswater-doorstroomtoestel kan afzonderlijk voor de verwarming ( Verwarmen met elektro ) en voor de tapwateropwarming ( WW met elektro ) worden vrijgegeven. Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel 20

21 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Als het door de parameter max. trap E- verwarming is vrijgegeven, schakelt de warmtepompregeling afhankelijk van de warmtevraag de trappen 1, 2 of 3 van het verwarmingswater-doorstroomtoestel in. Zodra de max. aanvoertemperatuur in het secundaire circuit max. aanvoer- T. is bereikt, schakelt de warmtepompregeling het verwarmingswaterdoorstroomtoestel uit. De parameter Trap bij blokkering energiebedrijf begrenst het vermogen van het verwarmingswater-doorstroomtoestel gedurende de periode van de blokkering. Externe warmtegenerator De warmtepompregeling maakt de bivalente werking van de warmtepomp met een externe warmtegenerator mogelijk, bijv. verwarmingsketel op olie ( Ext. warmtegenerator ). De externe warmtegenerator is hydraulisch zodanig geïntegreerd dat de warmtepomp ook voor de verhoging van de retourtemperatuur van de ketel kan worden gebruikt. De systeemscheiding gebeurt ofwel met een open verdeler ofwel met een verwarmingswaterbuffer. Voor een optimale werking van de warmtepomp moet de externe warmtegenerator via een mengklep in de verwarmingswateraanvoer worden geïntegreerd. Doordat de warmtepompregeling die mengklep direct aanstuurt, wordt een snelle reactie bereikt. Om het volledige elektrische vermogen te begrenzen schakelt de warmtepompregeling onmiddellijk voor de start van de compressor het verwarmingswaterdoorstroomtoestel gedurende enkele seconden uit. Daarna wordt iedere trap na elkaar met een afstand van telkens 10 sec afzonderlijk ingeschakeld. Als bij ingeschakeld verwarmingswaterdoorstroomtoestel het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur in het secundaire circuit niet binnen 24 h min. 1 K stijgt, geeft de warmtepompregeling een storingsmelding aan. Als de buitentemperatuur (langdurig gemiddelde) beneden de bivalentietemperatuur ligt, schakelt de warmtepompregeling de externe warmtegenerator in. Bij directe warmtevraag van de verbruiker (bijv. bij vorstbescherming of bij een defect van de warmtepomp) wordt de externe warmtegenerator ook boven de bivalentietemperatuur ingeschakeld. De externe warmtegenerator kan bijkomend voor de tapwateropwarming ( Ext. WG voor WW ) worden vrijgegeven. Opmerking De warmtepompregeling heeft geen veiligheidsfuncties voor de externe warmtegenerator. Om in geval van storing te hoge temperaturen in de aanvoer en de retour van de warmtepomp te vermijden, moeten veiligheidstemperatuurbegrenzers voor het uitschakelen van de externe warmtegenerator (schakeldrempel 70 C) worden voorzien. 21 Montage

22 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) In plaats van de externe warmtegenerator of een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) kan een elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) voor de tapwaternaverwarming worden gebruikt. Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement De vrijgave gebeurt via de parameters Extra verwarming en WW met elektro. Blokkering energiebedrijf De mogelijkheid bestaat compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel door het energiebedrijf te laten uitschakelen (zie vanaf pagina 135). Het energiebedrijf kan voor het beschikbaar stellen van een laag tarief die uitschakeling verlangen. De spanningsvoeding van de warmtepompregeling mag daarbij niet worden uitgeschakeld. 22

23 Montagehandleiding Primair circuit, type BW (grond-water) wp P wq P P wu ww qt 2 1 Montage P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) Benodigde toestellen Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR 300 qt Primaire pomp (bij levering grond-accessoirepakket) wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Pressostaat primaire pomp (bij levering grond-accessoirepakket) ww Grondverdeler voor aardsonden/-collectoren wu Aardsonden/-collectoren 23

24 Montagehandleiding Primair circuit, type BW (grond-water) (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 2 LP1 LP2 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X W M 1~ UP qt X3.9 X1.? X3.8 P 230 V; 0,5 A wq 24

25 Montagehandleiding Primair circuit, type WW (water-water) wp P wq P P we qt 2 wr ww qo 1 Montage wz wu wi P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) 25

26 Montagehandleiding Primair circuit, type WW (water-water) (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR 300 qt Primaire pomp qo Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuit (accessoires) wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Pressostaat primaire pomp (bij levering grond-accessoirepakket) ww Warmtewisselaar primair circuit we Stromingsbewaker broncircuit (bij aansluiting brug verwijderen) wr Vuilvanger wz Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateur laten aansluiten) 230 V-aansluiting: Zie pagina V-aansluiting: Zie pagina 28 wu Zuigbron wi Absorberende bron 26

27 Montagehandleiding Primair circuit, type WW (water-water) (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 2 LP1 X1.? X2.N LP2 X8.5 L1? N 200 W M 1~ UP qt Montage K1 M 1~ UP wz 230 V / 50 Hz X3.3 X1.? X3.4 X3.9 X1.? X3.8 P 230 V; 0,5 AwE 230 V; 0,5 AwQ 230 V; 0,5 AqO 27

28 Montagehandleiding Primair circuit, type WW (water-water) (vervolg) Aansluiting bronpomp 400 V~ door installateur LP1 X1.? X2.N 2 LP2 X W M 1~ UP L1 L2 L3? qt K1 I>I>I> M 3~ UP wz Installatievoorbeeld 1 Installatieschema 2 instellen (zie pagina 16 e 193): 1 vloerverwarmingcircuit zonder mengklep (A1) Tapwateropwarming met warmwaterboiler natural cooling op verwarmingscircuit A1 door NC-box met mengklep 28

29 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 1 (vervolg) uw uq it M ir ur ie φ iw M up iq ip W C H Montage eu 6 P 5 qw 3 P ew ep 1 qe C Interface koelen H Interface verwarmen P Interface primair circuit (zie primair circuit) W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming) 29

30 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Pos. Omschrijving Warmtegenerator 1 Warmtepomp Opmerking Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur (zie vanaf pagina 128) Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 2 Warmtepompregeling WPR 300 (netaansluiting met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) 3 Buitentemperatuursensor 4 Verwarmingswater-doorstroomtoestel met aanstuurmodule (accessoires) 5 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) 6 Secundaire pomp 8 KM-BUS-verdeler qw Kleinverdeler met veiligheidsgroep (accessoires) qe Expansievat (accessoires) Tapwateropwarming ep Warmwaterboiler ew Boilertemperatuursensor eu Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) Verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) up Vloerverwarmingcircuit uq Afstandsbediening Vitotrol (accessoires) uw Overstortklep ur Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming Koelfunctie natural cooling (NC) ip NC-box iq iw ie ir it Opmerking NC-box (accessoires) alleen tot nom. vermogen 17 kw te gebruiken. Voor hogere nom. vermogens moeten alle noodzakelijke componenten (met overeenkomstig gedimensioneerde platenwarmtewisselaar) voor het koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd. Mengklepmotor NC-box Secundaire koelcircuitpomp Dauwpuntsensor Primaire koelcircuitpomp Mengklepmotor 30

31 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 2 LP1 X1.? X2.N X1.? LP2 X W M 1~ UP 5 X W M 1~ ZP eu Montage 230 V / 50 Hz X2.N X1.? X2.N X2.N ur sö X W M 1~ X7.5 X8.8 ach acj 16A L1 L2 L3 N? UP

32 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 1 (vervolg) 2 Laagspanning 230 V / 50 Hz LP1 X1.? X2.N LP2 X8.6 X2.4 L1 X5.? X2.3 LP3 8 X1.25 X2.25 X1.14 X2.14 X1.16 X avg 2 avg 1 2 avg avg 2 on 1 2 off Pt 500 Ni 500 F6 F0? N 230 V / 50 Hz NCiP uq STS ew ATS 3 R? N L1 16A? N L1 1 / N / PE 230 V, 50 Hz R Netaansluitklemmen voor warmtepompregeling V? N L3 L2 L1? L3 L2 L1 3 / PE 400 V, 50 Hz V Netaansluitklemmen voor compressor Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Instelling Installatiedefinitie Installatieschema 2 Tapwatercirculatiepomp Schakeltijden instellen ( Schakelt. bij. uitg. ) Elektrische verwarming Verw.-doorstroomelement Ja 32

33 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 1 (vervolg) Parameter Instelling Verwarmingscircuit A1 Afstandsbediening Ja Koeling Koeling 1 Koelcircuit 1 Installatievoorbeeld 2 Installatieschema 6 instellen (zie pagina 16 en 193) 1 verwarmingscircuit met mengklep (M2) 1 verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) Tapwateropwarming met warmwaterboiler Verwarmingswaterbuffer active cooling / natural cooling in afzonderlijk koelcircuit Montage 33

34 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) uw uq ow oq ie iw iz ue ur up op ir zq zw zp uu uz M oz W C H eu 6 P 5 qw 3 P ew ep ip 1 qe C Interface koelen H Interface verwarmen P Interface primair circuit (zie primair circuit) W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming) 34

35 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving Warmtegenerator 1 Warmtepomp Opmerking Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur (zie vanaf pagina 128) Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 2 Warmtepompregeling WPR 300 (netaansluiting met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) 3 Buitentemperatuursensor 4 Verwarmingswater-doorstroomtoestel met aanstuurmodule (accessoires) 5 Circulatiepomp voor boilerverwarming (aan tapwaterzijde) 6 Secundaire pomp 8 KM-BUS-verdeler qw Kleinverdeler met veiligheidsgroep (accessoires) qe Expansievat (accessoires) Tapwateropwarming ep Warmwaterboiler ew Boilertemperatuursensor eu Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) Verwarmingswaterbuffer zp Verwarmingswaterbuffer zq Buffertemperatuursensor zw Aanvoertemperatuursensor installatie Verwarmingscircuit met mengklep (M2) up Vloerverwarmingcircuit met direct aangestuurde mengklepmotor uq Afstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires) uw Overstortklep ue Aanvoertemperatuursensor ur Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming uz CV-pomp uu Mengklepmotor 3-weg-mengklep Montage 35

36 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Pos. ip iq iw ie ir iz op oq ow oz Omschrijving Koelfunctie active cooling (AC) op afzonderlijk koelcircuit AC-box ( active cooling ) met primaire en secundaire koelcircuitpomp en dauwpuntsensor Opmerking AC-box (accessoires) alleen tot nom. vermogen 17 kw te gebruiken. Voor hogere nom. vermogens moeten alle noodzakelijke componenten (met overeenkomstig gedimensioneerde platenwarmtewisselaar) voor het afzonderlijke koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd. Afzonderlijk koelcircuit Koelconvector afzonderlijk koelcircuit met condenswaterafvoer Aanvoertemperatuursensor Circulatiepomp Ruimtetemperatuursensor Verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) Verwarmingscircuit met radiatoren Afstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires) Overstortklep CV-pomp 36

37 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 230 V / 50 Hz 2 LP1 X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X2.N LP2 X W M 1~ UP A1 oz X W M 1~ UP 5 X W M 1~ X W M 1~ X7.5 X8.8 ach 16A 16A 16A L1 L2 L3 N? ZP eu UP 6 4 Montage acj X1.? X2.N X8.9 X8.10 Open M 1~ M2 uu Dicht X1.? X2.N sö ur X W M 1~ UP M2 uz 37

38 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) 2 L1? N 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X1.? X2.N X7.6 x8.6 M 1~ amy]e fö L? N L? N UP ir L1? 230 V / 50 Hz N AC ip amy]d X3.9 X1.? X3.8 amg P DWwQ 38

39 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) 2 LP3 8 1 avg 2 on 1 2 off uq Laagspanning X1.6 X2.6 X1.8 X2.8 X1.9 X2.9 X1.10 X2.10 X1.14 X2.14 X1.16 X2.16 X1.22 X2.22 avg 1 2 on 1 2 off Ni 500 F a Ni 500 Pt 500 Ni 500 Pt 500 Ni 500 Pt 500 F14 F13 F12 F6 F0 F4 oq RTS iz VTS ie VTS zw VTS M2uE STS ew ATS 3 PTS zq Montage 39

40 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 2 (vervolg) R? N L1 16A? N L1 1 / N / PE 230 V, 50 Hz R Netaansluitklemmen voor warmtepompregeling V? N L3 L2 L1? L3 L2 L1 3 / PE 400 V, 50 Hz V Netaansluitklemmen voor compressor Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Instelling Installatiedefinitie Installatieschema 6 Tapwatercirculatiepomp Schakeltijden instellen ( Schakelt. bij. uitg. ) Elektrische verwarming Verw.-doorstroomelement Ja Verwarmingscircuit A1 Afstandsbediening Ja Verwarmingscircuit M2 Afstandsbediening Ja Koeling Koeling 3 Koelcircuit 4 Installatievoorbeeld 3 Installatieschema 10 instellen (zie pagina 193) 1 verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) 2 verwarmingscircuits met mengklep (M2, M3) Externe warmtegenerator voor stoken en warm water Tapwateropwarming met boilerlaadsysteem Solarinstallatie Verwarmingswaterbuffer natural cooling door NC-box met mengklep aan verwarmingscircuit M2 Zwembad 40

41 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) rr re rw ei eo ri P ro rt rq ep eu ru ew eq rz ez et M W er ee P C qyt AB H B M A 3 8 uw uq ow oq q-w q-q it M ue ur ie ir iw φ M up op q-e q-p iq q-t ip zq uz oz q-z uu zp zw M q-u M qr tt 6 5 qw P 2 4 M tr tq qye qyr qyw 1 qe tp te qyq qyp tw Montage C Interface koelen H Interface verwarmen P Interface primair circuit (zie primair circuit) W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming) 41

42 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving Warmtegenerator 1 Warmtepomp Opmerking Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur (zie vanaf pagina 128) Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 2 Warmtepompregeling WPR 300 (netaansluiting met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) 3 Buitentemperatuursensor 4 Verwarmingswater-doorstroomtoestel met aanstuurmodule (accessoires) 5 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) 6 Secundaire pomp 8 KM-BUS-verdeler qw Kleinverdeler met veiligheidsgroep (accessoires) qe Expansievat (accessoires) qr Veiligheidstemperatuurbegrenzer 70 C voor het uitschakelen van de secundaire pomp (door installateur te voorzien) Externe warmtegenerator tp Externe warmtegenerator, bijv. verwarmingsketel op olie tq Aanvraag externe warmtegenerator (aansluiting op de externe warmtegenerator) tw Circulatiepomp voor de boilernaverwarming te Keteltemperatuursensor (aansluiting aan warmtepompregeling) tr Direct aangestuurde mengklepmotor tt Veiligheidstemperatuurbegrenzer 70 C voor het uitschakelen van de externe warmtegenerator (door installateur te voorzien) Tapwateropwarmingmet boilerlaadsysteem ep Warmwaterboiler, bivalent eq Boilertemperatuursensor solar (aansluiting aan Vitosolic) ew Boilertemperatuursensor boven (aansluiting aan warmtepompregeling) ee Boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde) (aansluiting aan warmtepompregeling) er Platenwarmtewisselaar et Debietbegrenzer ez Tweewegmotorklep, stroomloos gesloten eu Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) (aansluiting aan warmtepompregeling) ei Thermostatische mengautomaat eo Circulatiepomp R2 (omlading) 42

43 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) Pos. rq rw re rr rt rz ru ri ro zp zq zw up uq uw ue ur uz uu ip Omschrijving Tapwateropwarming met zonnesysteem Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor warmwaterboiler Solar-Divicon Solarcircuitpomp R1 Collectortemperatuursensor (meegeleverd met Vitosolic) Zonnecollectoren Aansluituitbreiding voor Vitosolic 100 (alleen nodig bij aansluiting van circulatiepomp eo (R2) en/of veiligheidstemperatuurbegrenzer rq of onderdrukking van de naverwarming bij installaties met ketelcircuitregeling zonder KM- BUS) Vitosolic 100 met aansluituitbreiding (afzonderlijke montagehandleiding in acht nemen) of Vitosolic 200 (afzonderlijke montagehandleiding in acht nemen) Kleinverdeler met veiligheidsgroep Expansievat Verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffer Buffertemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor installatie Verwarmingscircuit met mengklep (M2) Vloerverwarmingcircuit met direct aangestuurde mengklepmotor Afstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires) Overstortklep Aanvoertemperatuursensor Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming CV-pomp Mengklepmotor 3-weg-mengklep Koelfunctie natural cooling (NC) NC-box Montage iq iw ie ir it Opmerking NC-box (accessoires) alleen tot nom. vermogen 17 kw te gebruiken. Voor hogere nom. vermogens moeten alle noodzakelijke componenten (met overeenkomstig gedimensioneerde platenwarmtewisselaar) voor het koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd. Drieweg-omschakelklep Secundaire koelcircuitpomp Dauwpuntsensor Primaire koelcircuitpomp Mengklepmotor 43

44 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) Pos. Omschrijving Verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) op Verwarmingscircuit met radiatoren oq Afstandsbediening Vitotrol 200 ow Overstortklep oz CV-pomp Verwarmingscircuit met mengklep (M3) q P Radiatorenverwarmingscircuit met mengklepmotor, aangestuurd via KM- BUS q Q Afstandsbediening Vitotrol 200 (accessoires) q W Overstortklep q E Aanvoertemperatuursensor q T Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep q Z CV-pomp q U Mengklepmotor 3-weg-mengklep Zwembad qyp Zwembad qyq Temperatuurregelaar voor temperatuurregeling zwembad qyw Circulatiepomp voor zwembadverwarming qye Platenwarmtewisselaar qyr Externe uitbreiding H1 qyt 3-weg-omschakelklep (stroomloos: opwarming verwarmingswaterbuffer) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 44

45 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) 230 V / 50 Hz 2 LP1 X3.1 X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N LP2 B X7.1 X7.2 X7.7 X7.8 X7.9 A Open STB tt tq M 1~ tr Dicht 100 W M 1~ UP A1 oz X W M 1~ UP 5 X W M 1~ ZP eu Montage STB qr X1.? X2.N X W M 1~ UP 6 A Beveiliging door installateur B Brug van 1X3.1 op 2X7.1 leggen 45

46 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) LP1 X2.N 2 LP2 X7.5 X8.8 ach 16A 16A 16A L1 L2 L3 N? 4 acj 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X1.? X2.N X8.9 Open M 1~ M2 uu X8.10 Dicht sö ur X W M 1~ UP M2 uz X1.? X2.N X W M 1~ M ee ez 46

47 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) 2 LP1 LP2 X2.N X8.13 A L1? N Laagspanning 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X8.6 LP3 X1.25 X avg 2 avg avg 2 1 avg 2 X2.4 L1 X5.? X2.3 1 avg 2 M 1~ on 1 2 off on 2 off ? N UP tw 230 V / 50 Hz NCiP uq q-q Montage avg 1 2 on 1 2 off oq A Beveiliging door installateur (als totaal vermogen van alle componenten 1000 W overschrijdt) 47

48 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) 2 8 ru Vitoslic avg 2 1 avg 2 S1 KOL rr S2 R1? N SOL eq M 1~ UPrE STB rq Laagspanning R5? N ru 1 avg 2 S1 M 1~ UP eo L1? 230 V / 50 Hz N Vitoslic 100 KOL rr S2 R1 R2? N SOL eq L1? 230 V / 50 Hz N rz R1 L R2?? N N L? N UPrE M 1~ UPeO M 1~ STB rq 48

49 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) 2 8 q-t 1 avg 2 fö on off L sö? 1 N avg 2 L? 230 V / 50 Hz N UP M3q-Z M 1~ Montage Laagspanning qyr gs? 1 2 Open M 1~ q-u Dicht VTS M3q-E Ni avg 2 fö 1 avg 2 3 avd 2 1 TST qyq L1? 230 V / 50 Hz N L1 L2 L3? gö qyt M 3~ UPqYW 49

50 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) 2 Laagspanning LP3 X1.4 X2.4 X1.9 X2.9 X1.10 X2.10 X1.14 X2.14 X1.16 X2.16 X1.22 X2.22 Pt 500 Pt 500 Ni 500 Pt 500 Ni 500 Pt 500 F20 F13 F12 F6 F0 F4 KTS te VTS zw VTS M2uE STS ew ATS 3 PTS zq R? N L1 16A? N L1 1 / N / PE 230 V, 50 Hz R Netaansluitklemmen voor warmtepompregeling V? N L3 L2 L1? L3 L2 L1 3 / PE 400 V, 50 Hz V Netaansluitklemmen voor compressor 50

51 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 3 (vervolg) Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Instelling Installatiedefinitie Installatieschema 10 Tapwatercirculatiepomp Schakeltijden instellen ( Schakelt. bij. uitg. ) Externe uitbreiding Ja Zwembad Ja Type Vitosolic 1 of 2 Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Ja Ext. WG voor WW Ja Elektrische verwarming Verw.-doorstroomelement Ja Verwarmingscircuit A1 Afstandsbediening Ja Verwarmingscircuit M2 Afstandsbediening Ja Koeling Koeling 2 Koelcircuit 2 Verwarmingscircuit M3 Afstandsbediening Ja Montage 51

52 Montagehandleiding Tapwateropwarming Warmwaterboiler met interne warmtewisselaar WW eu W ew rp eq KW ep w Interface warm water (zie installatievoorbeelden) KW koud water WW warm water Benodigde toestellen Pos. Omschrijving ep Warmwaterboiler eq Boilertemperatuursensor onder (optioneel) ew Boilertemperatuursensor boven eu Tapwatercirculatiepomp (optioneel) rp Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires, elektrische schakeling door installateur laten aanbrengen. Alleen als alternatief voor het verwarmingswater-doorstroomtoestel of de externe warmtegenerator voor tapwateropwarming gebruiken.) 52

53 Montagehandleiding Tapwateropwarming (vervolg) LP- Printplaat (zie pagina 106) LP1 LP2 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X2.N X7.11 X8.13 A 50 W M 1~ L1 L2 L3 N? ZP eu rp Montage Laagspanning LP3 X1.13 X2.13 X1.14 X2.14 F7 Pt 500 F6 Pt 500 STS eq STS ew A Beveiliging door installateur Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Instelling Installatiedefinitie Installatieschema 0, 2, 4, 6, 8, 10 Tapwatercirculatiepomp Schakeltijden instellen ( Schakelt. bij. uitg. ) Warm water Schakeltijden WW Schakeltijden instellen 2. temperatuursensor JA / Nee Extra verwarming JA / Nee 53

54 Montagehandleiding Tapwateropwarming (vervolg) Boiler met boilerlaadsysteem WW eu er W et ew ez M ee rp eq ep KW w Interface warm water (zie installatievoorbeelden) KW koud water WW warm water Benodigde toestellen Pos. Omschrijving ep Warmwaterboiler eq Boilertemperatuursensor beneden ew Boilertemperatuursensor boven ee Boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde) er Platenwarmtewisselaar et Debietbegrenzer ez Tweewegmotorklep, stroomloos gesloten eu Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) rp Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires, elektrische schakeling door installateur laten aanbrengen. Alleen als alternatief voor het verwarmingswater-doorstroomtoestel of de externe warmtegenerator voor tapwateropwarming gebruiken.) 54

55 Montagehandleiding Tapwateropwarming (vervolg) LP- Printplaat (zie pagina 106) LP1 LP2? X1. X2.N X W M 1~ ZP eu 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X W M 1~ M UP ee ez Montage L1 L2 L3 N? X2.N X8.13 A rp Laagspanning LP3 X1.13 X2.13 X1.14 X2.14 F7 Pt 500 F6 Pt 500 STS eq STS ew A Beveiliging door installateur Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Instelling Installatiedefinitie Installatieschema 0, 2, 4, 6, 8, 10 Tapwatercirculatiepomp Schakeltijden instellen ( Schakelt. bij. uitg. ) 55

56 Montagehandleiding Tapwateropwarming (vervolg) Parameter Warm water Schakeltijden WW 2. temperatuursensor Extra verwarming Instelling Schakeltijden instellen JA / Nee JA / Nee 56

57 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering De warmtepomp type BW resp. WW komt overeen met de 1. trap. De 2-traps uitvoering bestaat uit type BW en type BWS resp. type WW en type WWS. Het type BWS resp. WWS wordt als warmtepomp 2. trap gekenmerkt. 1. Algemene aanwijzingen voor de elektrische aansluiting: Analoog type BW/ WW pagina Plaatsing bij 2-traps uitvoering (BW +BWS/WW+WWS): Zie pagina Interne componenten: Analoog type BW/WW pagina 14. Opmerking Een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) kan alleen in de warmtepomp (type BW/WW) worden gemonteerd en aangesloten (bij warmtepompcascade alleen in het hoofdtoestel). 4. Overzicht van de mogelijke installatieschema's: Analoog type BW/WW pagina Functiebeschrijving bij de installatievoorbeelden: Analoog type BW/WW pagina 15. Functiebeschrijving 2-traps uitvoering: Zie pagina Primair circuit: Zie pagina Installatievoorbeelden: Analoog type BW/WW pagina 28. Integratie 2-traps uitvoering in de installatievoorbeelden: Zie pagina traps warmtepompcascade: Zie pagina Tapwateropwarming: Analoog type BW/WW pagina 52. Montage 57

58 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Plaatsing 2-traps uitvoering Minimumafstanden 130 A A Met AC-box (accessoires): 400 mm Zonder AC-box (accessoires): variabel Opmerkingen De hydraulische verbindingen tussen de twee warmtepompen (BW+BWS/ WW+WWS) moeten boven de twee warmtepompen worden uitgevoerd (aansluitset, accessoires of door installateur). De NC-box (accessoires) kan niet direct boven de warmtepompen worden geplaatst. AC-box (accessoires) en NC-box (accessoires) kunnen alleen tot nom. vermogen 17 kw worden gebruikt. Voor hogere nom. vermogens moeten alle noodzakelijke componenten (met overeenkomstig gedimensioneerde platenwarmtewisselaar) voor het koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd. 58

59 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Eisen aan aansluitingen door installateur A C B + 58 Montage 100 D E A B C Retour primair circuit (gronduittrede warmtepomp) (zie pagina 101) Aanvoer primair circuit (grondintrede warmtepomp) (zie pagina 101) Openingen voor verbindingskabels tussen de twee warmtepompen (type BW+BWS/WW +WWS) D Openingen voor netaansluitkabel compressor (400 V~) warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) met leidingsschroefverbinding Benodigde leidinglengte in de warmtepomp: 1,5 m (zie vanaf pagina 103) Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 59

60 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) E Openingen voor 1 à 3 netaansluitleidingen voor warmtepomp (type BW/WW) met leidingsschroefverbindingen (zie pagina 12) Retour warmwaterboiler Aanvoer warmwaterboiler Verwarmingswaterretour Verwarmingswateraanvoer Functiebeschrijving 2-traps uitvoering Bij de 2. compressortrap gaat het omwille van modulariteitsredenen over een afzonderlijke warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS). De warmtepomp 2. trap heeft geen eigen warmtepompregeling maar een eigen EEV-regelaar voor de regeling van het koelcircuit. Als het gevraagde vermogen groter is dan het vermogen van de warmtepomp (type BW/WW, 1. compressortrap), schakelt de warmtepompregeling de warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) in. Opdat de warmtepomp 2. trap geoptimaliseerd kan in- en uitschakelen, moeten de vermogens van de twee compressoren bekend zijn. Dat wordt met de parameter Vermogen (pagina 204) opgegeven. 60

61 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Primair circuit 2-traps uitvoering, type BW+BWS Een gemeenschappelijke primaire pomp wp P wq P qz P qt qu 2 Montage wu ww 9 1 P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR Warmtepomp 2. trap qt Gemeenschappelijke primaire pomp qz Aanvoertemperatuursensor primair circuit qu Retourtemperatuursensor primair circuit wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Drukbewaker primair circuit ww Grondmedium-verdeler aardsonden/-collectoren wu Aardsonden/-collectoren 61

62 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) LP1 LP2 2 LP4 X8.5 X41.4 Laagspanning 230 V / 50 Hz 200 W X1.? M 1~ UP qt X2.N X3.9 X1.? X3.8 LP3 X5 X P Pt 500 Pt V; 0,5 A wq qz qu 62

63 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Twee primaire pompen wp P wq P qz P qu ww wt 2 qt Montage wu 9 1 P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR Warmtepomp 2. trap qt Primaire pomp qz Aanvoertemperatuursensor primair circuit qu Retourtemperatuursensor primair circuit wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Drukbewaker primair circuit ww Grondmedium-verdeler aardsonden/-collectoren wt Primaire pomp warmtepomp 2. trap wu Aardsonden/-collectoren 63

64 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 2 LP1 LP2 LP4 X W Laagspanning 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X1.? X2.N X3.9 X1.? X3.8 LP3 X5 X5 X P 230 V; 0,5 A wq Pt 500 Pt 500 M 1~ UP qt 200 W M 1~ UP wt qz qu 64

65 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Primair circuit 2-traps uitvoering, type WW+WWS Een gemeenschappelijke primaire pomp wq qz wp P P P we qt qu 2 Montage wr ww qo 9 1 wz wu wi P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) 65

66 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR Warmtepomp 2. trap qt Gemeenschappelijke primaire pomp qz Aanvoertemperatuursensor primair circuit qu Retourtemperatuursensor primair circuit qo Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuit wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Drukbewaker primair circuit ww Warmtewisselaar primair circuit we Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting brug verwijderen) wr Vuilvanger wz Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateur laten aansluiten) 230 V-aansluiting: Zie pagina V-aansluiting: Zie pagina's 67, 72 wu Zuigbron wi Absorberende bron 66

67 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) LP1 LP2 2 LP4 L1 L2 L3? 230 V / 50 Hz X8.5 X41.4 Montage X1.? X2.N X2.N 200 W M 1~ UPqT 200 W I>I>I> M 3~ UP wz 67

68 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) 2 LP1 LP2 LP3 LP4 X3.3 X1.? X V; 0,5 A we Laagspanning 230 V / 50 Hz X3.8 X1.? X3.9 X5 X P 230 V; 0,5 A wq 230 V; 0,5 A qo Pt 500 qz Pt 500 qu 68

69 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Twee primaire pompen wq qz wp P P P qu wr we ww qo wt 9 2 qt 1 Montage wz wu wi P Interface primair circuit (zie installatievoorbeelden) 69

70 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Omschrijving 1 Warmtepomp 2 Warmtepompregeling WPR Warmtepomp 2. trap qt Primaire pomp qz Aanvoertemperatuursensor primair circuit qu Retourtemperatuursensor primair circuit qo Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuit wp Grond-accessoirepakket (zie Viessmann prijslijst) wq Drukbewaker primair circuit ww Warmtewisselaar primair circuit we Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting brug verwijderen) wr Vuilvanger wt Primaire pomp warmtepomp 2. trap wz Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via relais met zekering door installateur laten aansluiten) 230 V-aansluiting: Zie pagina V-aansluiting: Zie pagina's 67, 72 wu Zuigbron wi Absorberende bron 70

71 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) Aansluiting bronpomp 230 V~ door installateur 2 LP1 LP2 LP4 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X1.? X2.N X8.5 X W M 1~ UP qt 200 W M 1~ UP wt Montage L1? N X3.1 X2.N K1 K2 K3 M 1~ UPwZ 71

72 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Aansluiting bronpomp 400 V door installateur 2 LP1 LP2 LP4 230 V / 50 Hz X1.? X2.N X1.? X2.N X8.5 X W M 1~ UP qt 200 W M 1~ UP wt L1 L2 L3? X3.1 X2.N K1 K2 K3 I>I>I> M 3~ UP wz 72

73 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Aansluiting van de sensoren en bewakers 2 LP1 LP2 LP3 LP4 X3.3 X1.? X V; 0,5 A we Laagspanning 230 V / 50 Hz X3.8 X1.? X3.9 X5 X P 230 V; 0,5 A wq 230 V; 0,5 A qo Pt 500 qz Pt 500 qu Montage 73

74 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Integratie 2-traps uitvoering in de installatievoorbeelden Opmerking Ieder deelschema kan via de gekenmerkte interfaces in de installatievoorbeelden worden geïntegreerd. Bij hydraulische aansluitingen door installateur: Retour warmwaterboiler alleen aan de warmtepomp, type BW/WW aansluiten. 2-traps warmtepompcascade: Hoofdtoestel en volgende warmtepompen bestaan bij de 2-traps warmtepompcascade telkens uit warmtepomp (type BW/WW) en warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS). De elektrische aansluiting gebeurt aan de warmtepomp (type BW/WW) (via de KM-BUS aan de externe uitbreiding H1) analoog pagina

75 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) 2-traps warmtepomp C H W qp 6 P qz qu 3 qq 5 P qw Montage 8 2 wt qt qe C Interface koelen H Interface verwarmen P Interface primair circuit (zie primair circuit) W Interface warm water (zie ook tapwateropwarming) 75

76 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) 2-traps warmtepompcascade P W H C qz qu wt qq 5 qq 5 qq 5 qq 5 qp 6 qp 6 qp 6 qp qz qz qz 6 qu qu qu qt wt qt wt qt wt qt IV III II I 76

77 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) I Hoofdtoestel (2-traps) van de warmtepompcascade II tot IV Volgende warmtepomp (2- traps) 1 tot 3 Benodigde apparaten Pos. Omschrijving Warmtegenerator 1 Warmtepomp Opmerking Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur (zie vanaf pagina 128) Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 2 Warmtepompregeling WPR 300 (netaansluiting met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) 3 Buitentemperatuursensor 4 Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires, alleen voor hoofdtoestel) 5 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) 6 Secundaire pomp 8 KM-BUS-verdeler 9 Warmtepomp 2. trap Montage qp qq qw qe qz qu wt Opmerking Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur (zie vanaf pagina 128) Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben Secundaire pomp warmtepomp 2. trap Circulatiepomp voor boileropwarming (aan verwarmingswaterzijde) warmtepomp 2. trap Kleinverdeler met veiligheidsgroep Expansievat (accessoires) Aanvoertemperatuursensor primair circuit Retourtemperatuursensor primair circuit Primaire pomp warmtepomp 2. trap 77

78 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting LP- Printplaat (zie pagina 106) 230 V / 50 Hz LP1 X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X1.? X2.N X2.N LP2 X7.3 LP4 130 W M 1~ UP qq X W M 1~ UP 5 X W M 1~ X8.5 X7.5 X8.8 2 X41.4 X41.3 ach 16A 16A 16A 130 W L1 L2 L3 N? UP W M 1~ UP qt 200 W M 1~ UP wt M 1~ UP qp 4 acj 78

79 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montage-instructies 2-traps uitvoering (vervolg) Laagspanning LP3 X5 X5 X1.16 X Ni 500 F0 Pt 500 Pt 500 qz qu ATS 3 Benodigde parametrering De instelling van de extra parameters voor de 2-traps werking gebeurt bij inbedrijfstelling door de gecertificeerde partner voor warmtepompen. Montage Montageverloop bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW+WWS) Benodigde montagestappen: 01. Warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) plaatsen: Afstandsmaten voor plaatsing pagina 58 in acht nemen Voorste transportbeveiliging verwijderen: Analoog type BW/WW pagina 93 Bovenplaat en zijplaat rechts demonteren: Analoog type BW/ WW pagina 94 Leidingsschroefverbinding in de middelste opening monteren: Zie pagina 82 Warmtepomp uitlijnen: Analoog type BW/WW pagina 96 Overige transportbeveiligingen verwijderen: Analoog type BW/ WW pagina Leggen van de netaansluitkabel voor compressor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) door middelste opening: Analoog type BW/ WW vanaf pagina Indien twee primaire pompen worden gebruikt: Primaire pomp in warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) monteren: Analoog type BW/WW pagina Warmtepomp (type BW/WW) rechts naast warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) plaatsen: Zie vanaf pagina 93 Afstandsmaten voor plaatsing pagina 58 in acht nemen 79

80 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) 05. Primaire pomp: Indien twee primaire pompen aanwezig zijn: Primaire pomp in warmtepomp (type BW/WW) monteren: Zie pagina 97 Als er een gemeenschappelijke primaire pomp is: montage door installateur in de aanvoer primair circuit volgens afbeelding zie pagina Beide warmtepompen (BW+BWS/ WW+WWS) hydraulisch verbinden en aansluiten: Gebruik van de aansluitset Afzonderlijke montagehandleiding De gemeenschappelijke temperatuursensoren (aanvoer en retour) primair circuit zijn een onderdeel van de elektrische accessoires van de warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) en worden in de overeenkomstige dompelhulzen in de aansluitset gemonteerd. Hydraulische verbinding en aansluitingen door installateur (incl. de gemeenschappelijke temperatuursensoren primair circuit): Volgens afbeelding pagina Elektrische verbinding tussen beide warmtepompen (BW+BWS/WW +WWS) maken: Printplaat 4 (werkingscomponenten 230 V~ voor warmtepomp 2. trap) in warmtepompregeling plaatsen: Zie pagina 84 Verbindingskabels van warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) naar de warmtepomp (type BW/ WW) leiden: Zie pagina 86 Indien aanwezig, aansluitkabel van de in de warmtepomp 2. trap (BWS/WWS) gemonteerde primaire pomp naar de warmtepomp (type BW/WW) leiden: Kabeldoorvoering analoog verbindingskabels (pagina 86) Aansluiting aan klem 4X41.4: Zie pagina 240 Opmerking Primair circuit aansluiten: Opmerkingen op pagina 101 in acht nemen Secundair circuit aansluiten: Opmerkingen op pagina 102 in acht nemen 80

81 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) 08. Elektrische aansluitingen aan warmtepomp (type BW/WW): Opmerkingen vanaf pagina 103 in acht nemen. Alle pompen, sensoren, functies, accessoires in het aansluitbereik warmtepompregeling van de warmtepomp (type BW/WW) aansluiten: Analoog type BW/WW vanaf pagina 106 Extra aansluitingen voor pompen bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/ WW+WWS): Zie pagina 88 Opmerking Een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) kan alleen in de warmtepomp (type BW/WW) worden gemonteerd en aangesloten. Bij een warmtepompcascade alleen in de eerste warmtepomp (type BW/WW). Aansluiting van de gemeenschappelijke temperatuursensoren (aanvoer en retour) primair circuit: Zie pagina Netaansluitingen: Opmerkingen vanaf pagina 127 in acht nemen. Leggen van de netaansluitkabel voor compressor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) door middelste opening: Analoog type BW/WW vanaf pagina 129 Opmerking Bij aansluiting op een rechtsdraaiend draaiveld letten, in warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) is geen fasebewaker aanwezig. Aanleggen van de netaansluitkabels voor warmtepompregeling, compressor, verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) naar warmtepomp (type BW/ WW): Zie vanaf pagina 129 Opmerking Een gemeenschappelijke netaansluiting voor beide compressoren (BW+BWS/WW+WWS) is omwille van beveiligingsredenen niet toegelaten. Netvoeding met blokkering door energiebedrijf bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW+WWS): Zie pagina Laagtariefaansluiting verzegelen: Analoog BW/WW vanaf pagina Drukbewaker primair circuit, vorstbeveiligingsthermostaat of brug aan warmtepompregeling aansluiten: Zie pagina 139 Montage 81

82 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) 12. Warmtepompen (BW+BWS/WW +WWS) sluiten: Analoog type BW/ WW pagina 140 Opmerking Zijplaat rechts van de warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) kan niet meer worden vastgeschroefd. Leidingsschroefverbindingen monteren Leidingsschroefverbinding (trekontlasting, meegeleverd) en afsluitschroeven aan de openingen van de warmtepomp 2. trap monteren. 82

83 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Aansluiting aanvoer-/retourtemperatuursensor primair circuit < 42 V as as ad ad Montage as Aanvoertemperatuursensor primair circuit ad Retourtemperatuursensor primair circuit! Opgelet Sensorkabels kenmerken. Sensorkabels en gedemonteerde kabels (met stekker as/ ad) met bijgevoegde kabelbinders samen met de overige laagspanningsleidingen vastmaken. 83

84 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Printplaat 4 (werkingscomponenten 230 V~ voor warmtepomp 2. trap) in warmtepompregeling plaatsen 1. 2x 3. 2x 2. 84

85 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) 4. X40 X16 X41 X42 Montage ! Opgelet Als de stekker X40 fout is gestoken, loopt de compressor van de warmtepomp 2. trap i.p.v. de primaire pomp (door foutieve toewijzing van de schakelsignalen). Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door een elektrische stroom tot gevaarlijke letsels en tot schade aan het toestel leiden. 230 V-kabels en laagspanningskabels niet samen leggen, dicht aan de klemmen bundelen en met de bijgevoegde kabelbinders vastmaken. Daarmee wordt gegarandeerd dat in geval van storing, bijv. bij het losraken van een ader, verschuiven van aders naar een aangrenzend spanningsgebied wordt voorkomen. 85

86 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Elektrische kabels van warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) naar de warmtepompregeling leiden A < 42 V BCD 230 V < 42 V 2. BC D 230 V avg 1. aj A Aansluitbereik van warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) voor verbindingskabels naar de warmtepomp (type BW/WW) B Verbindingskabels 230 V~ C Verbindingskabels laagspanning < 42 V met stekkers aj en avg D Aansluitkabel primaire pomp, indien aanwezig 86

87 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) < 42 V B CD 230 V avg X6 X300 abh X6 Montage avg abh X B Verbindingskabels 230 V~ met stekkers X300 en abh C Verbindingskabels laagspanning < 42 V met stekkers aj en avg D Aansluitkabel primaire pomp, indien aanwezig (aansluiting aan klemmen 4X41.4, zie volgend hoofdstuk) 87

88 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door een elektrische stroom tot gevaarlijke letsels en tot schade aan het toestel leiden. 230 V-kabels en laagspanningskabels niet samen leggen, dicht aan de klemmen bundelen en met de bijgevoegde kabelbinders vastmaken. Daarmee wordt gegarandeerd dat in geval van storing, bijv. bij het losraken van een ader, verschuiven van aders naar een aangrenzend spanningsgebied wordt voorkomen. Extra pompen voor 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW+WWS) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Circulatiepomp voor boileropwarming warmtepomp 2. trap (aan verwarmingswaterzijde) (max. 130 W) 2X7.3 1X1.? 1X2.N (Pos. qq pagina 78) Installatiedefinitie Installatieschema Ó met tapwateropwarming Opmerking De vrijgave voor de 2-traps werking gebeurt bij inbedrijfstelling door de gecertificeerde partner voor warmtepompen. Primaire pomp warmtepomp 2. trap (max. 130 W) Secundaire pomp warmtepomp 2. trap (max. 200 W) X41.4 1X1.? 1X2.N (Pos. wt pagina 78) X41.3 1X1.? 1X2.N (Pos. qp pagina 78) geen parametrering nodig Installatiedefinitie Installatieschema Ó 1 tot 11 88

89 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Netvoeding met blokkering door energiebedrijf bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW+WWS) Blokkering door energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastscheiding Het signaal blokkering door energiebedrijf wordt direct in de warmtepompregeling (warmtepomp type BW/WW) aangesloten. Bij actieve blokkering door energiebedrijf worden beide compressoren (type BW+BWS/WW+WWS) hard uitgeschakeld. Met de parameter Trap bij blokkering door energiebedrijf wordt ingesteld of en op welke trap het verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires, alleen voor warmtepomp type BW/WW) tijdens de blokkering in werking blijft (zie pagina 214). Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren. Montage 89

90 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) A 1X3.7 1X3.6 B C D kwh kwh 3/N K H 3/N E 4 G 4 F 4 Getoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. A Warmtepompregeling B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires, alleen voor warmtepomp type BW/WW) C Compressor warmtepomp (type BW/WW) D Compressor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) E Laagtariefmeter F Voeding TNC-systeem G Zekering toonfrequentontvanger H Toonfrequentontvanger (contact geopend: blokkering actief) K Hoogtariefmeter 90

91 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) Blokkering door energiebedrijf met door installateur voorziene lastscheiding Het signaal blokkering door energiebedrijf wordt aan het door de installateur te voorziene relais van de laagtarief-netvoeding en in de warmtepompregeling (warmtepomp type BW/WW) aangesloten. Bij actieve blokkering door het energiebedrijf worden beide compressoren (type BW+BWS/WW+WWS) en het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires, alleen voor warmtepomp type BW/WW) hard uitgeschakeld. Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren. Montage A 1X3.7 1X3.6 B C D M L 3 kwh 3 kwh 3/N K H 3/N G 4 4 E F Getoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. 4 A Warmtepompregeling 91

92 Montage-instructies en montageverloop 2-traps uitvoering Montageverloop bij 2-traps uitvoering (vervolg) B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires, alleen voor warmtepomp type BW/WW) C Compressor warmtepomp (type BW/WW) D Compressor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) E Laagtariefmeter F Voeding TNC-systeem G Zekering toonfrequentontvanger H Toonfrequentontvanger (contact geopend: blokkering actief) K Hoogtariefmeter L Hoofdschakelaar verwarmingsinstallaties M Netaansluiting warmtepompregeling 92

93 Montageverloop Warmtepomp plaatsen Voorste transportbeveiliging verwijderen 3x Montage 93

94 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) Bovenplaat en zijplaat demonteren X X 94

95 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) Leidingsschroefverbindingen monteren Leidingsschroefverbindingen (trekontlasting, meegeleverd) aan de openingen monteren. Montage 95

96 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) Warmtepomp uitlijnen Warmtepomp volgens de gegevens op pagina 10 positioneren en horizontaal uitlijnen. 96

97 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) Overige transportbeveiligingen verwijderen Primaire pomp in de warmtepomp monteren! Opgelet Vibraties kunnen die primaire pomp beschadigen. Pomphuis mag niet tegen de buizen liggen.! Opgelet Aansluitkabels worden beschadigd als ze tegen hete componenten liggen. Bij het ter plaatse installeren en bevestigen van de aansluitkabels moet erop worden gelet dat de toegelaten maximumtemperatuur van de kabels niet wordt overschreden. Montage 97

98 Montageverloop Primaire pomp in de warmtepomp monteren (vervolg)

99 Primaire pomp in de warmtepomp monteren (vervolg) Montageverloop Montage 99

100 Montageverloop Primaire pomp in de warmtepomp monteren (vervolg)

101 Montageverloop Primair circuit aansluiten (grond) A B A Retour primair circuit (gronduittrede warmtepomp) B Aanvoer primair circuit (grondintrede warmtepomp) Gebruikte onderdelen moeten tegen het warmtedragend medium bestendig zijn (geen verzinkte leidingen gebruiken). Voor een goede werking van het primair circuit leidingen zo aanleggen dat zich geen luchtzakken vormen en een volledige ontluchting is gegarandeerd. Primair circuit van membraanexpansievat en veiligheidsklep voorzien. Het membraanexpansievat moet volgens DIN 4807 toegelaten zijn. Membranen en afdichtingen van het expansievat en de veiligheidsklep moeten voor het warmtedragende medium geschikt zijn. Voor de berekening van de voordruk van het expansievat zie ontwerphandleiding van de overeenkomstige warmtepomp. Alle leidingdoorvoeringen door wanden isoleren tegen warmte en geluid. Leidingen in het gebouw warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. Afvoer- en afblaasleidingen moeten in een vat uitmonden dat het max. mogelijke expansievolume van het warmtedragermedium kan opnemen. Primair circuit met Viessmann warmtedragermedium vullen. Montage 101

102 Montageverloop Secundair circuit aansluiten (verwarmingscircuits) Opmerking In vloerverwarmingcircuits moet door de installateur een thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor de vloerverwarming worden ingebouwd. In elk verwarmingscircuit (buiten 1- buis-verwarmingscircuits) moet een overstortklep worden ingebouwd om het minimumdebiet te garanderen (zie Technische Gegevens pagina 264). het secundaire circuit moet door de installateur worden voorzien van een expansievat. Verwarmingswaterretour Verwarmingswateraanvoer Verwarmingscircuit met multi-steeksysteem G 1 aansluiten. + Retour warmwaterboiler Aanvoer warmwaterboiler 102

103 Montageverloop Elektrische aansluitingen Opmerking De som van het vermogen van alle direct aan de warmtepompregeling aangesloten componenten (bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, veiligheidsschakelaars) mag 1000 W niet overschrijden. Als het totale vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, bescherming) groter dan aangegeven worden gekozen. Daarbij mag het schakelvermogen van het overeenkomstige relais niet worden overschreden (zie pagina 262). Buitenkant van leidingen pas kort voor de aansluitklemmen zo kort mogelijk afstrippen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door een elektrische stroom tot gevaarlijke letsels en tot schade aan het toestel leiden. 230 V-kabels en laagspanningskabels niet samen leggen, dicht aan de klemmen bundelen en met de bijgevoegde kabelbinders vastmaken. Daarmee wordt gegarandeerd dat in geval van storing, bijv. bij het losraken van een ader, verschuiven van aders naar een aangrenzend spanningsgebied wordt voorkomen. Alle externe elektrische aansluitingen volgens de opgave vanaf pagina 108 uitvoeren. Montage Als twee componenten aan een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten beide aders samen in 1 adereindhuls worden geperst. 103

104 Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) 104

105 Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) Overzicht van de elektrische aansluitingen A B C D Montage 105

106 Montageverloop Elektrische aansluitingen (vervolg) A Aansluitbereik warmtepompregeling (zie volgende afbeelding) B Netaansluiting regeling C Netaansluiting compressor D Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoire) De netaansluitklemmen (B, C) zijn met een aanraakbeveiliging tegen aanraking beschermd. Aansluitbereik warmtepompregeling X24 E <42V X1 X2 X5 X6 D X8 X11 X7 X1 X2 X6 X7 X5 X3 X4 X4 X14 X15 X16 X12 X9 X V C 230 V X8 B A X4 X3 A Printplaat 1 (verbindingsprintplaat) B Zekering F1 van de warmtepompregeling op printplaat 1 C Printplaat 2 (basisprintplaat) Klemstrips op printplaat 1 A (verbindingsprintplaat): X1 Aansluitklemmen voor aardleider? X2 Aansluitklemmen voor nulleider N 106 D Steekplaats voor codeerstekker op printplaat 2 E Printplaat 3 (sensorprintplaat) X3 Aansluitklemmen voor netschakelaar van de warmtepompregeling L1 en extra componenten X4 Intern rangeren X5 Interne stekker 230 V~ X6 Intern rangeren

107 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) X7 Interne stekker 230 V~ X8 Intern rangeren Klemstrips op printplaat 2 C (basisprintplaat): X4 Interne verbinding X7 Externe aansluitingen 230 V~ Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) Aansturing verwarmingswaterdoorstroomtoestel trap 2 (accessoires) Aansturing externe warmtegenerator Aansturing mengklepmotor externe warmtegenerator Verzamelstoringsmelding Circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit en ac-signaal van de ACbox X8 Externe aansluitingen 230 V~ Primaire pomp, bronpomp Secundaire pomp Circulatiepomp voor tapwaternaverwarming of Aansturing elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) Boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde) / 2-weg-afsluitklep CV-pomp voor verwarmingscircuit met mengklep M2 Aansturing mengklepmotor verwarmingscircuit M2 Secundaire pomp Aansturing verwarmingswaterdoorstroomtoestel trap 1 (accessoires) NC-box of nc-signaal van de ACbox X9 Digitale ingangen X10 Digitale ingangen X11 Voeding 230 V-relais X12 Voeding elektronica (230 V~) X14 Interne verbinding X15 Verbinding bedieningseenheid warmtepompregeling X16 Verbinding printplaat 4 (resp. stappenmotor) Montage 107

108 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Klemstrips op printplaat 3 E (sensorprintplaat): X1 KM-BUS en sensoraansluitingen: Buitentemperatuursensor Buffertemperatuursensor Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M2 Aanvoertemperatuursensor installatie Aanvoertemperatuursensor secundair circuit Boilertemperatuursensor boven/ beneden Aansluiting afstandsbediening verwarmingscircuits zonder/met mengklep A1, M2, M3 Temperatuursensor afzonderlijk koelcircuit X2 Gemeenschappelijke massa-aansluiting (GND) X3 X4 X5 X6 Interne verbinding Extra massa-aansluiting (GND) Interne stekker laagspanning (sensoren, KM-bus) Interne stekker laagspanning (sensoren) X24 Steekplaats voor communicatiemodule LON Opmerking Omdat enkele klemstrip-aanduidingen dubbel voorkomen (bijv. X1) worden deze hierna voorafgegaan door het nummer van de printplaat. Voorbeeld: 3X1.2: printplaat 3, klemstrip X1, klem 2 1X1.?: printplaat 1, klemstrip X1, willekeurige aansluitklem aarde 1X2.N: printplaat 1, klemstrip X2, willekeurige nulleider-aansluitklem Elektrische kabels naar het aansluitbereik warmtepompregeling invoeren Om elektrische aansluitkabels (door installateur) te leggen, de positie van de leidingdoorvoering in het toestel aan de achterkant in acht nemen (zie pagina 12). 108

109 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) C A B C < 42 V <42V < 42 V Montage 230 V V V A Leidingdoorvoering voor laagspanningsleidingen < 42 V~ B Leidingdoorvoering voor 230 V-leidingen 1. Laagspanningsleidingen door opening A en door het kabelkanaal naar het aansluitbereik warmtepompregeling leiden. C Kabelbinder V-leidingen door opening B en door het kabelkanaal naar het aansluitbereik warmtepompregeling leiden. Opmerking Laagspanningsleidingen en 230 V- leidingen zo ver mogelijk van elkaar verwijderd door het kabelkanaal leggen. 109

110 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) 3. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door een elektrische stroom tot gevaarlijke letsels en tot schade aan het toestel leiden. 230 V-kabels en laagspanningskabels niet samen leggen, dicht aan de klemmen bundelen en met de bijgevoegde kabelbinders vastmaken. Daarmee wordt gegarandeerd dat in geval van storing, bijv. bij het losraken van een ader, verschuiven van aders naar een aangrenzend spanningsgebied wordt voorkomen. Sensoren Opmerking Plaats van de printplaten en klemaanduidingen zie vanaf pagina 106. Aansluitingen interne sensoren zie pagina 237. Sensor / KM-BUS Aansluiting Aanduiding KM-BUS-verdeler 3X1.25 KM-BUS 3X2.25 (Pos. 8 pagina 46) Buffertemperatuursensor 3X1.22 F4 3X2.22 (Pos. zq pagina 50) Buitentemperatuursensor 3X1.16 F0 3X2.16 (Pos. 3 pagina 50) Boilertemperatuursensor boven 3X1.14 3X2.14 (Pos. ew pagina 53) F6 110

111 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Sensor / KM-BUS Aansluiting Aanduiding Boilertemperatuursensor beneden 3X1.13 F7 3X2.13 (Pos. eq pagina 53) Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep (M2) 3X1.10 3X2.10 (Pos. ue pagina 50) F12 Aanvoertemperatuursensor installatie (met dompelhuls, achter verwarmingswaterbuffer of externe warmtegenerator) Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (direct verwarmingscircuit A1 of afzonderlijk koelcircuit) Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator 3X1.9 3X2.9 (Pos. zw pagina 50) 3X1.8 3X2.8 (Pos. ie pagina 50) 3X1.6 3X2.6 (Pos. iz pagina 50) 3X1.4 3X2.4 (Pos. te pagina 50) F13 F14 F16 F20 Montage Pompen Opmerking Plaats van de printplaten en klemaanduidingen zie vanaf pagina 106. Instelling van de parameters zie vanaf pagina 192. Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Circulatiepomp voor de boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde) (max. 130 W) 2X7.10 1X1.? 1X2.N (Pos. 5 pagina 45) Installatiedefinitie Installatieschema Ó met tapwateropwarming Boilerlaadpomp (alleen bij boilerlaadsysteem, tapwaterzijde) (max. 130 W) CV-pomp verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (max. 100 W) 2X8.12 1X1.? 1X2.N (Pos. ee pagina 46) 2X7.9 1X1.? 1X2.N (Pos. oz pagina 45) Installatiedefinitie Installatieschema Ó met tapwateropwarming Installatiedefinitie Installatieschema Ó met verwarmingscircuit A1 111

112 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Secundaire pomp (max. 130 W) CV-pomp verwarmingscircuit met direct aangestuurde mengklep M2 (max. 100 W) CV-pomp verwarmingscircuit met mengklep M3 (max. 100 W) Circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit met AC-box (max. 10 W) Solarcircuitpomp (collectorpomp) Zie montagehandleiding Vitosolic Tapwatercirculatiepomp (max. 50 W) Primaire pomp (max. 200 W) 2X8.7 1X1.? 1X2.N (Pos. 6 pagina 45) 2X8.11 1X1.? 1X2.N (Pos. uz pagina 46) Stekkers sö aan de uitbreidingsset (Pos. q-z pagina 49) 2X7.6 1X1.? 1X2.N (Pos. ir pagina 38) aan R1 van de Vitosolic (Pos. re pagina 48) 2X7.11 1X1.? 1X2.N (Pos. eu pagina 45) 2X8.5 1X1.? 1X2.N (Pos. qt pagina 24) Installatiedefinitie Installatieschema Ó 1 tot 11 Installatiedefinitie Installatieschema Ó met verwarmingscircuit M2 Installatiedefinitie Installatieschema Ó met verwarmingscircuit M3 Installatiedefinitie Installatieschema Ó 0 tot 10 Koeling Koeling Ó 3 Koelcircuit Ó 4 geen parametrering nodig Installatiedefinitie Schakelt. extra uitg. Ó Schakeltijden instellen geen parametrering nodig 112

113 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Aansturing bronnenpomp (max. 200 W) 2X8.5 1X1.? 1X2.N (Pos. wz pagina 27) geen parametrering nodig Circulatiepomp voor tapwaternaverwarming niet mogelijk in combinatie met elektrisch verwarmingselement EHE voor warmwaterboiler (zie pagina's 22, 52) (max. 100 W) 2X8.13 1X2.N (Pos. tw pagina 47) Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Ó Ja Ext. WG voor WW Ó Ja Aansluiting thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming Montage Aansluiting thermostaat algemeen 1X2.N 1X1.? A B Aansluitset met thermostaat (bestelnr , ) 1X2.N 1X1.? A B sö C M 1~ C M 1~ A Aansluiting op printplaat 2 zie volgende tabel B Thermostaat C Verwarmingscircuit A1, M2 A Aansluiting op printplaat 2 zie volgende tabel B Thermostaat C CV-pomp A1, M2 113

114 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Thermostaat voor verwarmingscircuit Aansluiting op printplaat 2 Verwarmingscircuit A1 zonder verwarmingswaterbuffer 2X8.7 Verwarmingscircuit A1 met verwarmingswaterbuffer 2X7.9 Verwarmingscircuit M2 2X8.11 Aansluitset met thermostaat (bestelnr , ) aan uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep M3 A sö B sö C M 1~ A Stekker sö voor uitbreidingsset B Thermostaat C CV-pomp M3 Aansluitingen voor ombouw van type BW naar type WW Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Bronpomp (max. 200 W) Vermogensrelais voor bronpomp (gemeenschappelijke aansluiting met primaire pomp) 2X8.5 1X1.? 1X2.N (Pos. wz pagina 24) geen parametrering nodig 114

115 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat (in serieschakeling) of Brug 1X3.8 1X3.9 (Pos. wq/qo pagina 27) geen parametrering nodig Stromingsbewaker broncircuit Overige componenten 1X3.3 1X3.4 (Pos. we pagina 27) geen parametrering nodig Opmerking Plaats van de printplaten en klemaanduidingen zie vanaf pagina 106. Instelling van de parameters zie vanaf pagina 192. Montage Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Direct aangestuurde mengklepmotor verwarmingscircuit M2 2X8.9VOPEN 1X1.? 1X2.N 2X8.10vDICHT (Pos. uu pagina 46) Installatiedefinitie Installatieschema Ó met verwarmingscircuit M2 Uitbreidingsset met mengklep voor verwarmingscircuit M3 door middel van KM-BUS. 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg (Pos. q-t pagina 49) Installatiedefinitie Installatieschema Ó met verwarmingscircuit M3 Opmerking Codeerschakelaar uitbreidingsset instellen (zie montagehandleiding uitbreidingsset). 115

116 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Afstandsbediening (bijv. Vitotrol 200) 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg (Pos. ue pagina 47) Verwarmingscircuit 1 of Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 Afstandsbediening Ó Ja Externe uitbreiding H1 (KM-BUS-deelnemer) 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg (Pos. qyr pagina 48) 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg Vitocom 100 (KM-BUS-deelnemer) Vitosolic 100 3X1.25Ó 7 3X2.25Ó 8 Vitosolic 200 Tweewegmotorklep en boilerlaadpomp (aan tapwaterzijde, tapwateropwarming met boilerlaadsysteem; beide componenten aan 2X8.12) (Pos. ru pagina 48) 3X1.25Ó avg 3X2.25Ó avg (Pos. ru pagina 48) 2X8.12 1X2.N 1X1.? (Pos. ez/ee pagina 46) Opmerking Codeerschakelaar afstandsbediening voor verwarmingscircuittoewijzing instellen (zie montagehandleiding afstandsbediening) Installatiedefinitie Externe uitbreiding Ó Ja Installatiedefinitie Vitocom 100 Ó Ja Installatiedefinitie Type Vitosolic Ó 1 Installatiedefinitie Type Vitosolic Ó 2 Installatiedefinitie Installatieschema Ó met tapwateropwarming Koelfuncties Opmerking Plaats van de printplaten en klemaanduidingen zie vanaf pagina 106. Instelling van de parameters zie vanaf pagina

117 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Aansluiting natural cooling (NC) Montagehandleiding NC-box Aansluiting active cooling (AC) Montagehandleiding AC-Box Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling NC-box zonder mengklep NC-signaal (230 V~) NC-box met mengklep NC-signaal (230 V~) Mengklep (via KM-bus) 2X8.6ÓX2.4 1X2.NÓX2.3 1X1.?ÓX5.? (Pos. ip pagina 47) 2X8.6ÓX2.4 1X2.NÓX2.3 1X1.?ÓX5.? 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg (Pos. ip pagina 47) Koeling Koeling Ó 1 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) of Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) of Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) of Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) Koeling Koeling Ó 2 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) of Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) of Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) of Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) Montage 117

118 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling AC-box AC-signaal (230 V~) NC-signaal (230 V~) 2X7.6Ó1 amae 1X2.NÓ2 amae 1X1.?Ó? amae 2X8.6Ó1 amad 1X2.NÓ2 amad 1X1.?Ó? amad (Pos. ip pagina 38) Koeling Koeling Ó 3 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) of Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) of Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) of Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit (bestelnr ) Opmerking Geen parametrering nodig. 3X1.6 3X2.6 A 9 13b F16 B A Aansluiting op printplaat 3 B Ruimtetemperatuursensor (Ni 500) Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) Aansluiting Montagehandleiding Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire). Montagehandleiding Aanstuurmodule voor verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires). 118

119 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Elektrische verwarming Verw.-doorstroomelement Ó Ja Blokkering energiebedrijf Door het signaal van het contact energiebedrijf (blokkering door energiebedrijf) wordt gezorgd voor uitschakeling van de spanning van het betreffende onderdeel (afhankelijk van het energiebedrijf). 1X3.7 A 1X3.6 B A Klemmen op printplaat 1 B Spanningsloos verbreekcontact Schakelvermogen 230 V~, 0,5 A, bij aansluiting de brug verwijderen Contact open: Contact gesloten: Blokkering door het energiebedrijf actief Blokkering door het energiebedrijf niet actief Opmerking Geen parametrering nodig. De compressor wordt hard uitgeschakeld zodra het contact opengaat. Bij het verwarmingswater-doorstroomtoestel kunnen de uit te schakelende trappen worden gekozen. Zie parameter Trap bij blokkering door energiebedrijf op pagina 214. Meer informatie zie vanaf pagina 127. Montage Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoire) Aansluiting Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement EHE. Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Elektrisch verwarmingselement EHE 2X8.13 1X1.? 1X2.N (Pos. rp pagina 53) Warm water Extra verwarming Ó Ja 119

120 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Opmerking Alternatief kan een externe warmtegenerator voor de tapwateropwarming worden gebruikt. Externe warmtegenerator! Opgelet Warmtepomp tegen temperaturen van meer dan 70 C van de externe warmtegenerator beschermen. Veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) inbouwen of indien nodig verdere maatregelen nemen. Opmerking Het schakelcontact voor de aanvraag van een externe warmtegenerator in de warmtepomp is een spanningsloos sluitcontact dat bij warmtevraag wordt gesloten. Het contact mag bij externe spanningstoevoer met 230 V~/4(2) A worden belast. Geen laagspanning via het contact leiden, daarvoor moet door de installateur een relais worden gemonteerd. De keteltemperatuursensor van externe warmtegeneratoren (aanduiding F20, klem 3X1.4/3X2.4) moet de mediumtemperatuur van de externe warmtegenerator vastleggen. 2X7.1 2X7.2 D A K1 1X2.N 1X3.1 B C A Klemmen op printplaat 1: Contactbelasting 230 V~, 4(2) A, spanningsloos contact B Brug van 1X3.1 (printplaat 1) op 2X7.1 (printplaat 2) leggen C Aansluiting op de externe warmtegenerator op klemmen voor externe aanvraag D Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (instelling op 70 C) voor de bescherming van de warmtepomp K1 Relais, dimensionering volgens de externe warmtegenerator, veiligheidsvoorschriften respecteren 120

121 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Toestel Aansluiting Benodigde parametrering: Parameter Ó instelling Mengklepmotor externe warmtegenerator Aansturing van een externe warmtegenerator Circulatiepomp voor tapwaternaverwarming Opmerking Niet mogelijk in combinatie met elektrisch verwarmingselement EHE voor warmwaterboiler (zie pagina's 22, 52) 2X7.7VOPEN 1X1.? 1X2.N 2X7.8vZU (Pos. tr pagina 45) 2X7.1 2X7.2 (Pos. tq pagina 45) 2X8.13 1X1.? 1X2.N (Pos. tw pagina 47) Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Ó Ja Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Ó Ja Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Ó Ja Montage Externe bijschakelingen De bijschakelingen kunnen alternatief via de externe uitbreiding H1 worden aangesloten. Montagehandleiding externe uitbreiding H1 Opmerking Als de componenten voor de zwembadverwarming op de Externe uitbreiding H1 aangesloten zijn, kan geen verdere bijschakeling (bijv. modus-omschakeling) plaatsvinden. 121

122 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Externe aanvraag, externe mengklep OPEN, modus-omschakeling 1X3.13 A B 1X3.12 A Klemmen op printplaat 1 B Potentiaalvrije sluiter buiten de warmtepompregeling (door installateur te voorzien) Schakelvermogen 230 V~; 0,1 A Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Functie Parameter Ó instelling Externe vraag Geen parametrering nodig, de gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag kan opgegeven worden (parameter Gew. aanvoert. ext. aanvr. zie pagina 217). Externe mengklep OPEN Installatiedefinitie Externe aanvr./meopen Ó 0 tot 7 (zie pagina 199). Parameter Gew. aanvoert. ext. aanvr. respecteren (zie pagina 217). Externe modus-omschakeling Installatiedefinitie Modus-omsch. VC Ó 0 tot 10 (zie pagina 197) Modus-omsch. werking Ó 0 tot 3 (zie pagina 198) Modus-omsch. periode Ó 0 tot 12 (zie pagina 198) 122

123 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Extern blokkeren, externe mengklep DICHT 1X3.2 A B 1X3.14 A Klemmen op printplaat 1 B Potentiaalvrije sluiter Schakelvermogen 230 V~; 0,1 A Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Functie Parameter Ó instelling Extern blokkeren Installatiedefinitie Ext. blokkeren effect Ó 0 tot 31 (zie pagina 201) Externe mengklep DICHT Installatiedefinitie Extern blokkeren/medicht Ó 0 tot 8 (zie pagina 200) Parameter Ext. blokkeren effect respecteren (zie pagina 201). Montage Groepsalarmmelding 2X7.12 A 2X7.13 L1 230V~, 0,5 A N Opmerking Geen parametrering nodig. Het contact geeft een korte impuls bij het inschakelen van de netvoeding. Impuls bij verwerking van de melding via communicatietechniek respecteren. A Klemmen op printplaat 2 Potentiaalvrij contact in de warmtepomp, in storingsvrij bedrijf geopend (spanning > 42 V) Schakelvermogen 230 V~; 4(2) A 123

124 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Zwembadverwarming Opmerking Aansturing van de zwembadverwarming met KM-bus via Externe uitbreiding H1. Aansluitingen op Externe uitbreiding H1 alleen volgens de volgende afbeelding uitvoeren. Op stekker gö alleen de circulatiepomp voor de zwembadverwarming E volgens de volgende afbeelding aansluiten. De aansluiting van een filtercircuitpomp moet afzonderlijk plaatsvinden. Als de componenten voor de zwembadverwarming op de Externe uitbreiding H1 aangesloten zijn, kan geen verdere bijschakeling (bijv. modus-omschakeling) worden aangesloten. B 3X2.25 A 3X1.25 avg avd gö N? L N? L D C L2? L1 L3 E G F M 3~ A Klemmen op printplaat 3 B Externe uitbreiding H1 C Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling (spanningsloos contact, 230 V~; 0,1 A; accessoires) D Verdeeldoos (van installateur) E Zekeringen en vermogensrelais voor de circulatiepomp van de zwembadverwarming (accessoires) 124 F Circulatiepomp voor de zwembadverwarming (accessoire) G 3-weg-omschakelklep zwembad (stroomloos: verwarming verwarmingswaterbuffer)

125 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Parameter Ó instelling Installatiedefinitie Externe uitbreiding Ó Ja Zwembad Ó Ja Cascadenaansturing via KM-BUS Aansluitingen op Externe uitbreiding H1 alleen volgens de volgende afbeelding maken. Montage 125

126 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) A3X2.25 3X1.25 1X3.10 1X3.11 L 2X7.13 2X7.12 D 1X3.12 1X3.13 E B 230V C avg N? L sa L? N fö L1? N F 1X3.12 1X V N? L sk 2X7.13 2X7.12 G H 1X3.12 1X V N? L sö 2X7.13 2X7.12 K N L1 A 1e warmtepomp (hoofdtoestel) B KM-BUS C Externe uitbreiding H1 D Potentiaalvrij contact externe aanvraag E 1. volgende warmtepomp Aansluiting op contact voor externe aanvraag F Potentiaalvrij contact externe aanvraag 126

127 Montageverloop Aansluitbereik warmtepompregeling (vervolg) G 2. volgende warmtepomp Aansluiting op contact voor externe aanvraag H Potentiaalvrij contact externe aanvraag K 3. volgende warmtepomp L Ingang groepsalarmmelding volgende warmtepomp Open contact 1X3.10/1X3.11 genereert melding (zie groepsalarmmelding pagina 123). Benodigde parametrering (invoercode voor vakman : 5243) Toestel Parameter Ó instelling Hoofdtoestel Installatiedefinitie Installatieschema Ó 0 tot 10 Externe uitbreiding Ó Ja Cascadenaansturing Ó 1 Vermogen volgende-wp Ó 0 tot 255 (zie pagina 196) Aantal externe WP Ó 1 tot 3 (zie pagina 195) Volgende warmtepomp Installatiedefinitie Installatieschema Ó 11 Opmerking Cascadenaansturing Ó 0 De parametrering bij alle volgende warmtepompen uitvoe- (zie pagina 217) Gew. aanvoert. ext. aanvr. Ó 0 tot 70 ren. Montage Netaansluiting Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door elektrische stroom aanleiding zijn voor ernstige verwondingen en materiële schade. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform NEN voorschriften, NEN 1010 en volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. 127

128 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Eisen aan de hoofdschakelaar (indien aanwezig) Als een hoofdschakelaar wordt geplaatst, moet deze de stroomkring met min. 3 mm contactopening scheiden. Als geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle niet-geaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met min. 3 mm contactopening worden gescheiden. Algemeen bij de netaansluiting Aanwijzingen bij de netaansluiting compressor Opgelet! Verkeerde fasenvolgorde kan schade aan het toestel veroorzaken. De netaansluiting van de compressor absoluut maken in de aangegeven fasenvolgorde (zie aansluitklemmen) met rechtsdraaiend draaiveld. De netzekeringen voor de compressor moeten een Z-karakteristiek hebben. Als compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) op laag tarief worden gebruikt (blokkering door energiebedrijf), moet nog een leiding (bijv. NYM 3 x 1,5 mm 2 ) voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf van de meterkast naar de regeling worden gelegd. Aanwijzingen bij de netaansluiting warmtepompregeling De netaansluiting voor de warmtepompregeling mag max. met 16 A gezekerd zijn. Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires en externe componenten die niet op de warmtepompregeling worden aangesloten, op dezelfde zekering en in ieder geval op dezelfde fasen van de warmtepompregeling aan te brengen. De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroom van de aangesloten verbruikers moet worden gerespecteerd (zie pagina 264). De netaansluiting van de warmtepompregeling (3 x 1,5 mm 2 ) en de leiding voor het blokkeringssignaal energiebedrijf kunnen in een 5-aderige leiding worden samengebracht. Technische aansluitbepalingen van het energiebedrijf respecteren. 128

129 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Aanwijzingen bij de blokkering door energiebedrijf In overleg met het energiebedrijf kunnen verschillende tarieven voor de voeding van de laststroomkringen worden overeengekomen. De voeding voor de warmtepompregeling/elektronica moet zonder blokkering van het energiebedrijf plaatsvinden; uitschakelbare tarieven mogen hier niet worden gebruikt. De toewijzing van de blokkering door het energiebedrijf (voor compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel) vindt plaats via het type aansluiting en een instelling van de warmtepompregeling (zie pagina's 135, 214). Montage Netaansluitkabels invoeren De netaansluiting is in 3 bereiken met 3 netaansluitleidingen onderverdeeld: 129

130 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) 230 V~ 1/N/PE A 400 V~ 3/PE B 400 V~ 3/N/PE C A Netaansluiting warmtepompregeling Aanbevolen kabel: 3 x 1,5 mm 2 B Netaansluiting compressor Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 C Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires, zie aparte montagehandleiding) Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 (9 kw) Gevaar Beschadigde kabelisolatie kan tot letsel en schade aan het toestel leiden. Leidingen zo leggen dat ze niet tegen sterk warmtegeleidende, vibrerende of scherpe onderdelen liggen. 130

131 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A B C 1. Montage E D F Aanraakbeveiliging A demonteren. 2. Netaansluitkabels door schroefverbindingen F voeren en trekontlasten. 3. Netaansluitkabels door kabelhouder E naar de volgende aansluitklemmen voeren: B Netaansluitklemmen regeling C Netaansluitklemmen compressor D Netaansluitklemmen aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) 4. Netaansluitkabels met meegeleverde kabelbinders bevestigen. 131

132 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~) A? N L1? N L1 1 / N / PE 230 V, 50 Hz Zekering max. 16 A Normaal tarief (geen laag tarief met uitschakeling mogelijk) Aanbevolen kabel: 3 x 1,5 mm 2 A Netaansluitklemmen in de warmtepomp Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. 1. Aanraakbeveiliging (zie pagina 131) eraf halen. 2. Netaansluitkabel 230 V~ aansluiten. 3. Aanraakbeveiliging monteren. Netaansluiting compressor (400 V~)? N L3 L2 L1 A? L3 L2 L1 3/PE 400 V, 50 Hz A Netaansluitklemmen in de warmtepomp Opmerking Vanaf een nominaal vermogen van 8 kw moeten de voorgeschakelde zekeringen een Z-karakteristiek hebben. Bij gebruik laag tarief met blokkering energiebedrijf geen parametrering nodig. De compressor is tijdens de blokkeringstijd buiten werking. Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 1. Aanraakbeveiliging (zie pagina 131) eraf halen. 2. Netaansluitkabel 400 V~ aansluiten. 3. Aanraakbeveiliging monteren. Als verzegeling nodig is, zie vanaf pagina 133. Beveiliging volgens het compressorvermogen (zie technische gegevens). Laag tarief en blokkering energiebedrijf mogelijk. 132

133 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel (400 V~) Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel N? L1 L2 L3 A 3 / N / PE 400 V, 50 Hz C N N N? L1L2 L3 B Montage A Netaansluitkabel 400 V~ B Aanstuurmodule voor verwarmingswater-doorstroomtoestel met netaansluitklemmen C 2 fabrieksmatig ingelegde bruggen bij de neutraalgeleider Zekering max. 16 A Laag tarief en blokkering energiebedrijf mogelijk. Bij gebruik van laag tarief met blokkering door het energiebedrijf kunnen de uitschakelbare trappen van het verwarmingswater-doorstroomtoestel worden gekozen. Zie parameter Trap bij blokkering door energiebedrijf op pagina 214. De compressor is tijdens de blokkeringstijd buiten werking. Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 Aansluiting laag tarief voor compressor verzegelen Het energiebedrijf (EVU) kan verlangen een aansluiting voor laag tarief te verzegelen. 133

134 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Voor het verzegelen wordt een gedeelte van de aanraakbeveiliging gebruikt

135 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A Montage Zegeldraad door openingena in beide tapeinden leiden. Voeding met blokkering energiebedrijf Blokkering door energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastsscheiding Het blokkeringssignaal van het energiebedrijf wordt direct op de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieve blokkering door energiebedrijf wordt de compressor hard uitgeschakeld. Met de parameter Trap bij blokkering door energiebedrijf wordt ingesteld of en op welke trap het verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) in bedrijf blijft (zie pagina 214). Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren. 135

136 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A 1X3.7 1X3.6 B C kwh kwh D 3/N E 3/N H 4 F 4 G 4 Getoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. A Warmtepompregeling B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) C Compressor D Meter hoog tarief E Impulsfrequentieontvanger (contact geopend: blokkering actief) F Zekering impulsfrequentieontvanger G Voeding TNC-systeem H Meter laag tarief 136

137 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Blokkering door energiebedrijf met door installateur voorziene lastsscheiding Het blokkeringssignaal van het energiebedrijf wordt op het relais van de laagtarief-netvoeding (van installateur) in de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieve blokkering door het energiebedrijf wordt de compressor en het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) hard uitgeschakeld. A 1X3.7 1X3.6 Opmerking Technische aansluitvoorwaarden van het betreffende energiebedrijf respecteren. B C Montage D E kwh 3 kwh 3/N F G 3/N H 4 4 K Getoond zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. 4 A Warmtepompregeling B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) C Compressor D Netaansluiting warmtepompregeling 137

138 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) E Hoofdschakelaar verwarmingsinstallaties F Meter hoog tarief G Impulsfrequentieontvanger (contact geopend: blokkering actief) De fasenbewaker wordt voor de bewaking van de netvoeding van de compressor gebruikt. De volgende netafwijkingen (indien instelbaar) zijn bij levering toegestaan: Over-/onderspanning 15 % Fasenasymmetrie 15 % Schakelvertraging 4 s H Meter laag tarief K Voeding TNC-systeem Als de waarden weer binnen de tolerantiegrenzen liggen, schakelt de fasenbewaker het net automatisch weer vrij. Als het relais is aangesproken, moet de oorzaak worden verholpen. Een ontgrendeling of terugstelling van het relais is niet nodig. Als deze tolerantiegrenzen worden overschreden, schakelt de fasenbewaker uit (schakelcontact opent). 138

139 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A B C <>U Asy 10 2 % 10 % t L3 L2 L1 A2 A <>U Asy Ph Rel H G F E D D A Over-/onderspanning in % B Fasenasymmetrie in % C Schakelvertraging in s D Gebruikt contact in het veiligheidscircuit (maakcontact) E Werkingsindicatie ( Rel ) F Storingsindicatie fasenuitval/fasenvolgorde ( Ph ) G Storingsindicatie asymmetrie ( Asy ) H Storingsindicatie over-/onderspanning ( <>U ) Verklaring van de lichtdiodes LED Rel brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. LED Ph brandt rood: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. LED <>U brandt rood: Verkeerde spanning op één/meerdere fasen. LED Asy brandt rood: Asymmetrie op één/meerdere fasen. Montage Drukbewaker primair circuit, vorstbeveiligingsthermotaat, brug aansluiten Na de netaansluiting moet op de klemmen 1X3.8 en 1X3.9 een aansluiting plaatsvinden: Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat of Meegeleverde brug 139

140 Montageverloop Warmtepomp sluiten Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Aardleider op frontplaat en zijplaat monteren. Bovenplaat en zijplaat monteren Bovenplaat en zijplaat in omgekeerde volgorde monteren (pagina 94). 140

141 Montageverloop Warmtepomp sluiten (vervolg) Frontplaat monteren Montage 141

142 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Warmtepomp openen Protocollen maken Koelcircuit op dichtheid controleren Primaire zijde vullen en ontluchten Secundaire zijde (verwarmingswaterzijde) vullen en ontluchten Expansievat en druk van het primaire circuit/ verwarmingscircuit controleren Huistemperatuur van de compressor controleren Regelingsparameters instellen Inbedrijfstelling-assistent Warmtepomp sluiten 11. Instrueren van de installatiebeheerder

143 Aanvullende info over de stappen Warmtepomp openen Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Gevaar Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Aansluitbereiken (warmtepompregeling en netaansluitingen, zie pagina 105) niet aanraken. Aanraakbeveiliging moet zijn aangebracht. Gevaar Ontbrekende aarding van onderdelen kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen en beschadiging van onderdelen leiden. Alle aardleiderverbindingen absoluut weer aanbrengen.! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, moet tussen opstelling en inbedrijfstelling van het toestel min. 30 min liggen. Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door een koeltechnicus worden uitgevoerd. 1. Frontplaat in omgekeerde volgorde demonteren (zie pagina 141). 2. Na beëindiging werkzaamheden warmtepomp sluiten, zie pagina 140. Zie ook de bedieningshandleiding voor inbedrijfstelling van het toestel. Protocollen maken De vastgestelde meetwaarden van de hierna beschreven eerste inbedrijfstelling in de protocollen vanaf pagina 258 noteren. Service 143

144 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Koelcircuit op dichtheid controleren 1. 2X Beide schroeven losdraaien. 2. Frontplaat warmtepompmodule eraf halen. 3. Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten op oliesporen controleren. 4. Met koelmiddel-lekzoekapparaat of lekzoekspray de warmtepomp intern op koelmiddellekkage controleren. 5. Frontplaat warmtepompmodule monteren. Opmerking Oliesporen wijzen op een lekkage in het koelcircuit. De warmtepomp moet door een koeltechnicus gecontroleerd worden. 144

145 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Primaire zijde vullen en ontluchten Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud! Opgelet Het inschakelen van de warmtepomp bij een leeg primair circuit leidt tot schade aan het toestel (compressor). Primair circuit vullen voor het inschakelen van de netspanning (regeling en compressor). 3. Primair circuit met warmtedragermedium vullen en ontluchten. Er moet vorstbescherming tot -15 C zijn. 4. Aansluitingen controleren op lekkage. Defecte of verschoven afdichtingsringen vervangen. 1. Primair circuit spoelen. 2. Voordruk van het expansievat controleren en evt. instellen (zie pagina 147). Secundaire zijde (verwarmingswaterzijde) vullen en ontluchten. Opmerking In het verwarmingscircuit mogen alleen corrosiebeschermingsmiddelen worden gebruikt die voor warmtepompen met tapwateropwarming via 1-wandige warmtewisselaars (warmwaterboiler) zijn toegestaan. Service 145

146 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) A 1. Eventueel aanwezige terugstroomblokkering van installateur openen. 2. Voordruk van het expansievat controleren (zie pagina 147). 3. Leidingen grondig doorspoelen. 4. Verwarmingscircuit via ketelvul- en aftapkraan met water vullen, daarbij installatiedruk op de manometer controleren. Min. installatiedruk: 0,8 bar Toegest. werkdruk: 3 bar 6.! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen dichtheid van de aanvoer- en retouraansluitingen van het secundaire circuit op de warmtepomp controleren. Bij lekkage toestel direct uitschakelen, water aftappen en afdichtingsringen controleren. Verschoven afdichtingsringen beslist vervangen. 5. Via ontluchtingskraan secundaire aanvoer A condensor ontluchten. 146

147 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Als het relais van de fasenbewaker is aangesproken, moet de oorzaak worden verholpen. Een ontgrendeling of terugstelling van het relais is niet nodig (zie pagina 138). Modus-keuzeschakelaar op 9 zetten. 10. Installatiedruk controleren, evt. water bijvullen. 8. Netspanning inschakelen. Expansievat en druk van het primaire circuit/verwarmingscircuit controleren Controle uitvoeren bij koude installatie. 1. Verwarmingsinstallatie aan primaire/ secundaire zijde zo ver aftappen en de druk laten dalen tot de manometer aan primaire/secundaire zijde 0 aangeeft. 2. Als de voordruk van het expansievat lager is dan de statische druk van de installatie, moet stikstof worden bijgevuld tot de voordruk van het expansievat 0,1 tot 0,2 bar hoger is dan de statische druk van de installatie. Voorbeeld: Statische hoogte (afstand tussen verwarmingstoestel en bovenste verwarmingsoppervlak) Komt overeen met de statische druk 10 m 1 bar 3. Water bijvullen tot de vuldruk groter is dan de voordruk van het expansievat. De vuldruk moet bij afgekoelde installatie hoger zijn dan de statische druk: ca. 0,2 bar secundaire zijde ca. 2 bar primaire zijde. 4. Bij eerste inbedrijfstelling deze waarde als min. vulwaarde op de manometer markeren. Service Huistemperatuur van de compressor controleren 1. Warmtepomp inschakelen en min. 10 min laten draaien. 147

148 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Bij draaiende compressor de huistemperatuur aan de buitenkant meten. Aan de buitenkant van de compressor mag geen ijsafzetting plaatsvinden en het huis mag niet warmer dan 60 C worden (evt. is overleg met de technische dienst van Viessmann nodig). Regelingsparameters instellen 1. Instelniveau Vakman activeren. Informatie over het instelniveau Vakman en over de instelling van de regelingsparameters, zie hoofdstuk Regelingsinstellingen vanaf pagina Regelingsinstellingen aan de hand van de gegevens bij levering controleren (vanaf pagina 258). Alleen gewijzigde waarden in het protocol vanaf pagina 258 noteren. 3. Alle meldingen accepteren (zie pagina 156). Opmerking Door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij de inbedrijfstelling worden meldingen getoond. Dit zijn geen storingen van het toestel. Inbedrijfstelling-assistent De inbedrijfstelling-assistent werkt in 9 programmastappen de inbedrijfstelling af. Vragen, controles en correcties zijn mogelijk. 148

149 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Functie Toelichting 1. Taalkeuze Instelling van de gewenste taal Opmerking Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits: Sprache Deutsch English Français Italiano Nederlands Svenska Suomi Polski ZURÜCK OK 2. Controlevraag Vraag of de inbedrijfstelling-assistent moet worden gestart 3. Toegangsbevoegdheid Voor aanmelding als Vakman door invoeren van de code 5243 (zie pagina 192) Opmerking Het instelniveau Vakman blijft zo lang actief tot de toets Hoofdscherm F wordt ingedrukt of gedurende 30 min. geen invoer plaatsvindt. 4. Programmeren Configureren van de installatie (installatieschema en componenten) 5. Sensortemperaturen Controleren en vergelijken van sensortemperaturen 6. Signaalingangen Controleren van de signalen van aangesloten componenten 7. Relais (uitgangen) Controleren van de aangesloten functies en externe componenten met de relaistest Service Opmerking Relaistest voor elke functie en elke extern aangesloten component uitvoeren 8. Mengklep Controleren van de aangesloten mengkleppen (looprichting) 149

150 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Functie Toelichting 9. Inbedrijfstelling Instellen van alle benodigde parameters, ontluchting van de installatie en functiecontrole van de componenten (zie pagina 153) 10. Installatie gaat in bedrijf Opmerking Door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij de inbedrijfstelling worden meldingen getoond. Dit zijn geen storingen van het toestel. Oproepen van de inbedrijfstelling-assistent Regeling openen

151 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud A 2. Terwijl de voortgangsbalk van links naar rechts loopt, toets 6 E indrukken. De inbedrijfstelling-assistent start. F E D C B Opmerking De inbedrijfstelling-assistent kan op elk moment met de toets Hoofdscherm D worden afgebroken. Door uit- en weer inschakelen van de netschakelaar A kan de inbedrijfstelling-assistent weer worden gestart. A Netschakelaar B Werkingsindicatie (groen) C Storingsindicatie (rood) D Toets Hoofdscherm E Keuzetoets rechts F Bedieningseenheid Opgelet! Een foutieve bediening op het instelniveau Vakman kan tot schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie leiden. Een gewijzigde waarde wordt automatisch overgenomen. Instructies in het hoofdstuk Montage beslist in acht nemen, anders vervalt de garantie. 1. Installatie met de netschakelaara inschakelen. Voortgangsbalk Check System verschijnt. Afloop De volgende toetsen indrukken: 1. y/x voor de gewenste taal. 2. OK als bevestiging, Controlevraag verschijnt. 3. JA als bevestiging, Toegangsbevoegdheid verschijnt als Code voor het instelniveau Vakman invoeren. 5. OK 2 maal als bevestiging, Storingsmeldingen of Programmeren verschijnt. 6. TERUG als Storingsmeldingen worden getoond. Service 151

152 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Configureren van de installatie, bijv installatieschema en aanwezige componenten instellen, zie pagina TERUG voor Sensortemperaturen. 9. y/x voor gewenste temperatuursensor (bijv. Buiten, Verdamper, etc.). Opmerking Temperatuurwaarden worden alleen van correct aangesloten sensoren getoond /= voor de kalibrering van de gewenste temperatuursensor als de getoonde waarde van de werkelijke waarde met meer dan 1K afwijkt. 11. TERUG voor Signaalingangen. 12. y/x voor controle of alle signaalingangen op UIT staan. Opmerking Als signaalingang op AAN staat, aansluiting controleren (zie pagina 242) 14. y/x voor gewenste functie of aangesloten componenten (bijv. Compressor, Groepsalarmmelding, etc.). 15. AAN om de relaistest voor de gekozen functie of aangesloten componenten uit te voeren. Opgelet! Als primaire en secundaire pompen niet draaien, worden compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) door de veiligheidselementen uitgeschakeld. Compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel alleen bij draaiende pompen inschakelen. 16. UIT om de relaistest voor afzonderlijke functies of aangesloten componenten te beëindigen of 13. TERUG voor Relais (uitgangen). 152

153 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 17. RESET om de relaistest voor alle functies en aangesloten componenten gemeenschappelijk te beëindigen 18. TERUG voor Mengklep 19. y/x voor gewenste mengklep (bijv. Verwarmingscircuit 2, Ext. warmtegenerator, etc.) 20. OPEN, DICHT, STOP om de mengklep te openen, te sluiten of te stoppen 22. Afloop menu Inbedrijfstelling zie volgende tabel. 23. TERUG 2 maal om de inbedrijfstelling te beëindigen. De installatie is in bedrijf. 24. Alle meldingen accepteren (zie pagina 156). Opmerking Door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij de inbedrijfstelling worden meldingen gegenereerd en getoond. Dit zijn geen storingen van het toestel. 21. TERUG voor Inbedrijfstelling Menu Inbedrijfstelling Doel Gedrag van de installatie Programmeren Instellen van alle benodigde parameters vol- gens de installatieconfiguratie, zie pagina 193 en bedieningshandleiding. Verwarmingscircuit 1 Ontluchten Secundaire pomp en CV-pomp A1 worden ingeschakeld. Verwarmingscircuit 2 Verwarmingscircuit 3 Ontluchten CV-pomp M2 of M3 wordt ingeschakeld. Mengklep in 5-minuten-puls openen/sluiten. Koelcircuit (afzonderlijk) Ontluchten Primaire pomp en circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit worden ingeschakeld. Mengklep in 5-minuten-puls openen/sluiten. Service 153

154 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Doel Gedrag van de installatie Warm water (warmwaterboiler) Ontluchten Secundaire pomp, circulatiepomp voor de bufferverwarming (verwarmingswaterzijde) en boilerlaadpomp (tapwaterzijde) worden ingeschakeld. Zwembad Ontluchten Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Uitgang zwembad wordt in 1-minuut-puls in- resp. uitgeschakeld. Elektrische verwarming (verwarmingswaterdoorstroomtoestel, accessoires) Werkingscontrole Secundaire pomp wordt ingeschakeld. Verwarmingswaterdoorstroomtoestel regelt op 35 C aanvoertemperatuur. Warmtepomp Werkingscontrole Primaire en secundaire pomp worden ingeschakeld. Warmtepomp wordt op 30 C retourtemperatuur geregeld. Volgende warmtepompen (cascade) Externe warmtegenerator Werkingscontrole Werkingscontrole Externe warmtepompen worden op 30 C retourtemperatuur geregeld. Externe warmtegenerator wordt op 35 C aanvoertemperatuur geregeld. Opmerking Als compressor of pompen in bedrijf zijn, bewegen de betreffende symbolen op de display. Opmerking De configuratie en parametrering kan ook zonder inbedrijfstelling-assistent worden uitgevoerd (zie pagina 193, aparte menustructuur en bedieningshandleiding). Instrueren van de installatiebeheerder De installateur van de installatie moet de bedieningshandleiding overhandigen aan de beheerder van de installatie en de bediening uitleggen. 154

155 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Meldingen opvragen D } W } W } 51 C 21 C 22 C 23 C 24 C 21 C B1 KM-Bus EEV DO :55 TYP VX.XX C B A A Storingsindicatie B Melding Meldingen worden als tekst en door knipperen van het meldingssymbool («,, Æ) getoond. Bij storingen («) knippert bovendien de storingsindicatie. Opmerking Voor de weergave van alle waarschuwingen en aanwijzingen de toegangscode voor Vakman invoeren. C Meldingssymbool Soort melding Storing «Melding op de display, bijv. «B1 KM- BUS EEV Meldingssymbool «knippert Storingsindicatie knippert De aansluiting groepsalarmmelding (2X7.12 / 2X7.13) wordt geactiveerd. Melding via communicatie-inrichting (bijv. Vitodata, Vitocom) mogelijk. De installatie is niet meer in normaal bedrijf, de storing moet zo snel mogelijk worden verholpen. 155 Service

156 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Waarschuwing Æ Melding op de display, bijv. Æ03 Configuratiefout Meldingssymbool Æ knippert Het toestel werkt beperkt, de oorzaak van de waarschuwing moet verholpen worden. Aanwijzing Melding op de display, bijv. C5 blokkering energiebedrijf Meldingssymbool knippert Het toestel werkt correct, de aanwijzing moet wel worden gerespecteerd. Meldingen weergeven en accepteren Als een melding niet wordt verholpen, verschijnt om 7 uur de volgende dag de melding opnieuw. De rode storingsindicatie knippert tot de storing is verholpen. Als de melding «A9: Warmtepomp wordt geaccepteerd, vindt verwarming plaats volgens de ingestelde modus (bijv. normale werking) met het verwarmingswater-doorstroomtoestel (met een relatief hoog stroomverbruik). Deze functie mag daarom alleen kort ter verbrugging worden gebruikt. De volgende toetsen indrukken: 1. Aanmelden als Vakman zie pagina Informatie. 3. Storingsmeldingen. 4. TIJD voor de tijdstippen waarop de meldingen zijn opgetreden. 5. MELD. om terug bij de weergave van de meldingen te komen. 6. ALLE voor het accepteren van alle meldingen. Geaccepteerde meldingen opnieuw oproepen De meldingen in de meldingshistorie kunnen niet worden geaccepteerd. De meldingen worden in chronologische volgorde opgesomd, de laatste storing staat bovenaan. Er worden maximaal 30 gegevens opgeslagen. 156 De volgende toetsen indrukken: 1. Aanmelden als Vakman zie pagina Informatie. 3. Statistiek.

157 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) 4. Meldingshistorie. 5. TIJD voor de tijdstippen waarop de meldingen zijn opgetreden. 6. MELD. om terug te keren naar de weergave van de meldingen. Opmerking Ó Tijdsaanduiding geldt voor het tijdstip waarop de melding is opgetreden. Ò Tijdsaanduiding geldt voor het tijdstip waarop de melding is gewist resp. de storing is opgeheven. Overzicht van de meldingen Alle meldingen zijn met een 2-cijferige code gemarkeerd. Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel Æ01 Systeemfout Æ02 ALZ na datafout Regelingsprocessor defect Toestand bij levering (ALZ) hersteld na vaststellen van datafout Bedieningseenheid vervangen Installatie weer configureren Service 157

158 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel Æ03 Configuratiefout «05 Storing EEV «06 Storing EEV 2 07 Melding EEV 158 Verkeerde configuratie van de installatiecomponenten Koelen van verwarmingscircuit: max. aanvoertemp.-gew. waarde verw. circ. ( max. aanvoert. ) is lager dan min. aanvoertemp.-gew. waarde voor koeling ( min. aanvoert. ). Koeling voor niet aanwezige verw. circ. geactiveerd ( Koelcircuit ). Warmtepompcascade via externe uitbreiding H1 of LON geactiveerd zonder dat componenten aanwezig zijn ( Cascadeaansturing ). Foutmelding van EEVregelaar (koelcircuitregeling) Foutmelding van EEVregelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Melding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling) Bijbehorende parameters controleren en aanpassen, evt.toestand bij levering herstellen ( Reset, zie bedieningshandleiding) en installatie weer configureren. Als de oorzaak van de storing niet kan worden gevonden, een erkende warmtepompfirma informeren. Meldingen van diagnose warmtepompmodule respecteren (zie pagina 181) Meldingen van diagnose warmtepompmodule respecteren (zie pagina 181) Meldingen van diagnose warmtepompmodule respecteren (zie pagina 181)

159 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel 08 Melding EEV 2 «10 Buitensensor Werking op buitentemperatuur -40 C «18 Buitensensor Werking op buitentemperatuur -40 C «20 Aanv.sens. sec. Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor secundair circuit plus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). «21 Retoursens. sec. Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). Melding van EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Kortsluiting buitentemperatuursensor Onderbreking buitentemperatuursensor Kortsluiting aanvoertemperatuursensor secundair circuit Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair circuit Meldingen van diagnose warmtepompmodule respecteren (zie pagina 181) Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.16 en 3X2.16 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.16 en 3X2.16 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.20 en 3X2.20 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.19 en 3X2.19 controleren, evt. sensor vervangen. Service 159

160 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «22 Retoursens. sec.2 Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). «28 Aanv.sens. sec. Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor secundair circuit plus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). «29 Retoursens. sec. Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair circuit warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Onderbreking aanvoertemperatuursensor secundair circuit Onderbreking retourtemperatuursensor secundair circuit Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.18 en 3X2.18 controleren, evt. sensor vervangen. Stekker X6 controleren. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.20 en 3X2.20 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.19 en 3X2.19 controleren, evt. sensor vervangen. 160

161 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «2A Retoursens. sec.2 Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor secundair circuit minus 5 K. Als beide temperatuursensoren (secundaire aanvoer en retour) defect zijn, wordt de warmtepomp buiten werking gezet (melding UA9). «30 Aanv.sens. primair Warmtepomp treedt niet in werking «31 Retoursens. primair Warmtepomp treedt niet in werking «38 Aanv.sens. primair Warmtepomp treedt niet in werking «39 Retoursens. primair Warmtepomp treedt niet in werking Onderbreking retourtemperatuursensor secundair circuit warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) Kortsluiting aanvoertemperatuursensor primair circuit (warmtepompintrede grondmedium) Kortsluiting retourtemperatuursensor primair circuit (warmtepompuittrede grondmedium) Onderbreking aanvoertemperatuursensor primair circuit (warmtepompintrede grondmedium) Onderbreking retourtemperatuursensor primair circuit (warmtepompuittrede grondmedium) Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.18 en 3X2.18 controleren, evt. sensor vervangen. Stekker X6 aansluiten. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.24 en 3X2.24 controleren, evt. sensor vervangen. * 2 Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.23 en 3X2.23 controleren, evt. sensor vervangen. * 3 Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.24 en 3X2.24 controleren, evt. sensor vervangen. * 2 Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.24 en 3X2.24 controleren, evt. sensor vervangen. * 3 Service * 2 Als warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) aanwezig is, is deze sensor buiten de warmtepompen in de gemeenschappelijke primaire aanvoer gemonteerd. * 3 Als warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) aanwezig is, is deze sensor buiten de warmtepompen in de gemeenschappelijke primaire retour gemonteerd. 161

162 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «40 Aanvoersens. VC2 Mengklep verw. circ. M2 gaat dicht. «41 Aanvoersens. VC3 Mengklep verw. circ. M3 gaat dicht «43 Aanv.sens. inst. «44 Aanvoersens. NC «48 Aanvoersens. VC2 Mengklep verw. circ. M2 gaat dicht. «49 Aanvoersens. VC3 Mengklep verw. circ. M3 gaat dicht «4B Aanv.sens. inst. 162 Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verw. circ. met mengklep M2 Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verw. circ. met mengklep M3 Kortsluiting aanvoertemperatuursensor installatie (na verwarmingswaterbuffer) Kortsluiting aanvoertemperatuursensor koelcircuit Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw. circ. M2 Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw. circ. M3 Onderbreking aanvoertemperatuursensor installatie (na verwarmingswaterbuffer) Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.10 en 3X2.10 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen van de uitbreidingsset voor verw. circ. met mengklep controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.9 en 3X2.9 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.8 en 3X2.8 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.10 en 3X2.10 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen van de uitbreidingsset voor verw. circ. met mengklep controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.9 en 3X2.9 controleren, evt. sensor vervangen.

163 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «4C Aanvoersens. NC «50 WW-sens. boven Werking op temperatuur van de onderste boilertemperatuursensor. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwateropwarming geblokkeerd. «52 WW-sens. onder Werking op temperatuur van de bovenste boilertemperatuursensor. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwateropwarming geblokkeerd. «54 WW-solar «58 WW-sens. boven Werking op temperatuur van de onderste boilertemperatuursensor. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwateropwarming geblokkeerd. Onderbreking aanvoertemperatuursensor koelcircuit Kortsluiting boilertemperatuursensor boven Kortsluiting boilertemperatuursensor onder Kortsluiting boilertemperatuursensor Vitosolic Onderbreking boilertemperatuursensor boven Weerstand (Ni 500) op de aansluitingen 3X1.8 en 3X2.8 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.14 en 3X2.14 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.13 en 3X2.13 controleren, evt. sensor vervangen. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic). Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.14 en 3X2.14 controleren, evt. sensor vervangen. Service 163

164 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «50 WW-sens. onder Werking op temperatuur van de bovenste boilertemperatuursensor. Als er slechts 1 sensor is of beide sensoren zijn defect, wordt de tapwateropwarming geblokkeerd. «5C WW-solar «60 Buffersensor Opwarming buffer gebeurt 1 maal per uur. Uitschakeling gebeurt volgens gewenste waarde van de retourtemperatuursensor. «63 Ext. warmtegenerator Externe warmtegenerator wordt geblokkeerd. Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) wordt ingeschakeld. «68 Buffersensor Opwarming buffer gebeurt 1 maal per uur. Uitschakeling gebeurt volgens gewenste waarde van de retourtemperatuursensor. Onderbreking boilertemperatuursensor onder Onderbreking boilertemperatuursensor Vitosolic Kortsluiting buffertemperatuursensor Kortsluiting temperatuursensor externe warmtegenerator Onderbreking buffertemperatuursensor Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.13 en 3X2.13 controleren, evt. sensor vervangen. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic). Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.22 en 3X2.22 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.4 en 3X2.4 controleren, evt. sensor vervangen. Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.22 en 3X2.22 controleren, evt. sensor vervangen. 164

165 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «6B Ext. warmtegenerator Externe warmtegenerator wordt geblokkeerd. Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) wordt ingeschakeld. «70 Ruimtesensor VC1 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «71 Ruimtesensor VC2 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «72 Ruimtesensor VC3 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «73 Ruimtesensor NC Onderbreking temperatuursensor externe warmtegenerator Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. A1 Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. M2 Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. M3 Kortsluiting ruimtetemperatuursensor koelcircuit Weerstand (Pt 500) op de aansluitingen 3X1.4 en 3X2.4 controleren, evt. sensor vervangen. Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Weerstand (type Ni 500) op de aansluitingen 3X1.6 en 3X2.6 controleren, evt. sensor vervangen. Service 165

166 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «78 Ruimtesensor VC1 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «79 Ruimtesensor VC2 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «7A Ruimtesensor VC3 Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling Geen ruimtetemperatuurregeling «7B Ruimtesensor NC «92 Collectorsensor «93 Retoursens. solar 166 Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. A1 Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. M2 Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. M3 Onderbreking ruimtetemperatuursensor koelcircuit Kortsluiting collectortemperatuursensor Vitosolic Kortsluiting retourtemperatuursensor Vitosolic Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Sensor op afstandsbediening controleren, evt. vervangen (zie servicehandleiding Vitotrol). Weerstand (type Ni 500) op de aansluitingen 3X1.6 en 3X2.6 controleren, evt. sensor vervangen. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic). Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic).

167 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «9A Collectorsensor «9B Retoursens. solar «A6 Secundaire pomp «A7 Solarcircuit «A8 Pomp verw. circ. 1 «A9 Warmtepomp Onderbreking collectortemperatuursensor Vitosolic Onderbreking retourtemperatuursensor Vitosolic Geen debiet in secundaire circuit (secundaire pomp buiten werking) Geen debiet in solarcircuit (solarcircuitpomp buiten werking) Geen debiet in verwarmingscircuit A1 (circulatiepomp buiten werking) Storing warmtepomp Warmtepomp defect Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd Hogedruk- of lagedruksensor is 8 maal binnen 24 h geactiveerd. Fout EEV-regelaar Temperatursensoren primaire/secundaire circuit defect Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic). Sensor controleren, evt. vervangen (zie montageen servicehandleiding Vitosolic). Spanning op aansluiting 2X8.7 meten en secundaire pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. Solarcircuitpomp controleren, evt. vervangen (zie montage- en servicehandleiding Vitosolic). Spanning op aansluiting 2X7.9 meten en pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. Overige meldingen opvragen Meldingshistorie zie pagina 156), debiet, motorstromen/motorbeveiliging, softstarter massieve as, hogedruk-veiligheidsschakelaar controleren, Opmerking Na verhelpen van storing toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. 167 Service

168 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «AB Elektrische verwarming Storing verwarmingswater-doorstroomtoestel (toestel defect of veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd). Gevaar Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Voor aanvang werkzaamheden het toestel spanningvrij schakelen. Netaansluiting, verbindingskabel en stekker van het verwarmingswater-doorstroomtoestel controleren Aanstuursignaal verwarmingswater-doorstroomtoestel op de aansluitingen 2X7.5 (trap 2) en 2X8.8 (trap 1) meten, veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) controleren, evt. ontgrendelen, verwarmingswater-doorstroomtoestel controleren. Montagehandleiding verwarmingswaterdoorstroomtoestel 168

169 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «AD Mengklep verw. WW AE WW-sens. verwisseld «AF Boilerlaadpomp «B0 Toestelherkenning 3-weg-omschakelklep verwarmen/tapwateropwarming defect Boilertemperatuursensoren boven/onder verwisseld Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) defect Circulatiehoeveelheid in het boilerlaadsysteem te gering, boilerlaadpomp (tapwaterzijde) of 2-weg-klep van het boilerlaadsysteem defect. Fout herkenning toestelvariant, verkeerde codeerstekker of printplaten defect. Werking 3-weg-omschakelklep controleren (menu Handmatige aansturing ) Aansluiting 2X7.10 meten, evt. vervangen. Geen maatregel nodig. De warmtepompregeling verwisselt de sensoren intern. Circulatiepomp voor boilerverwarming: Spanning op aansluiting 2X7.10 meten en pomp mechanisch controleren, evt. vervangen. Boilerlaadpomp/2-wegklep: Spanning op aansluiting 2X8.12 meten en pomp/klep mechanisch controleren, evt. vervangen. Sensoringang F11 op printplaat 3 controleren. Er mag op de aansluiting 3X1.11 en 3X2.11 niets worden aangesloten. Codeerstekker controleren, evt. vervangen. Printplaten controleren, evt. vervangen. Service 169

170 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «B1 KM-BUS EEV «B2 KM-BUS EEV Communicatiefout met EEV-regelaar (koelcircuitregeling) Communicatiefout met EEV-regelaar (koelcircuitregeling) warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) Aansluiting KM-BUS controleren. Op verbinding KM-bus met EEV kan op de klemmen 3X5.14 en 3X5.15 een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten (aansluitingen liggen parallel aan 3X1.25 en 3X2.25.). Kabels controleren, spanningsvoeding printplaat EEV-regelaar controleren, evt. printplaat vervangen. Aansluiting KM-BUS controleren. Op verbinding KM-bus met EEV kan op de klemmen 3X5.14 en 3X5.15 een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten (aansluitingen liggen parallel aan 3X1.25 en 3X2.25.). Kabels controleren, spanningsvoeding printplaat EEV-regelaar controleren, evt. printplaat vervangen. 170

171 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «B4 AD-convertor «B5 EEPROM «B9 KM-BUS solar Interne fout ADC (analoog-digitaal-convertor, referentie), flat-cable tussen sensor- en basisprintplaat defect of printplaten defect Interne fout EEPROM Communicatiefout KM- BUS solarregeling of sensor S3 van de Vitosolic defect Sensoraansluitingen F1, F5, F10, F15, F19 en F22 op printplaat 3 controleren. Er mogen geen externe onderdelen zijn aangesloten. Printplaat controleren, evt. in de volgende volgorde vervangen: Printplaat 3, printplaat 2, bedieningsgedeelte Codeerstekker vervangen. Parameter Type Vitosolic controleren. Verbinding met Vitosolic controleren. Sensor S3 controleren, evt. vervangen. «BA KM-BUS mengklep VC «BB KM-BUS mengklep NC Communicatiefout KM- BUS of interne fout uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep M3 Communicatiefout KM- BUS of interne fout uitbreidingsset NC-Box voor koelcircuit Montage- en servicehandleiding Vitosolic Aansluitingen en codering uitbreidingsset controleren. Aansluitingen en codering uitbreidingsset controleren. Service 171

172 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «BC KM-BUS AB VC1 «BD KM-BUS AB VC2 «BE KM-BUS AB VC3 «BF Communicatiemodule «C2 Bew. sp.voeding C5 Blokk. energiebedrijf Communicatiefout KM- BUS afstandsbediening verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Communicatiefout KM- BUS afstandsbediening verwarmingscircuit met mengklep M2 Communicatiefout KM- BUS afstandsbediening verwarmingscircuit met mengklep M3 Communicatiefout LON, verkeerde communicatiemodule LON Fout van de spanningsvoeding compressor of fasenbewaker defect Blokkering energiebedrijf actief (geactiveerd door energiebedrijf) Aansluitingen en codering van de afstandsbediening controleren, afstandsbediening inschakelen. Aansluitingen en codering van de afstandsbediening controleren, afstandsbediening inschakelen. Aansluitingen en codering van de afstandsbediening controleren. Aansluitingen en type van de communicatiemodule LON controleren. Evt. in de volgende volgorde vervangen: printplaat 3, flat-cables tussen printplaat 3 en 2, printplaat 2 Aansluitingen, voedingsspanning, fasen controleren, fasenbewaker controleren. Het schakelsignaal kan op de klemmen 1X5.4 en 1X5.3 worden gemeten. Geen maatregel nodig. Bij permanente melding: Aansluitingen 1X3.6 en 1X3.7 controleren. 172

173 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «C9 Koelcircuit Storing koelcircuit: Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd Motorbeveiliging (thermorelais) compressor is geactiveerd, (indien aanwezig: softstarter massieve as of afzonderlijke motorbeveiliging compressor is geactiveerd) Aanvoer- en retourtemperatuursensoren primaire en secundaire circuit controleren. Primaire en secundaire circuit op druk en doorstroming controleren (zie ook storing UA9) Warmtepomp door koeltechnicus laten controleren. Het schakelsignaal kan op de klem 1X5.6 (230 V) worden gemeten. «CA Primaire bron Storing primair circuit: Thermobeveiliging primaire pomp (indien aanwezig) is geactiveerd. Drukbewaker primair circuit of vorstbeveiligingsthermostaat (indien aanwezig) zijn geactiveerd. Opmerking Na verhelpen van storing toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. Veiligheidselementen (vorstbescherming druk grondmedium, vorstbescherming AC-box) op klem 3X3.9 en 3X3.8 controleren, in installaties zonder veiligheidselementen brug 3X3.9 naar 3X3.8 controleren. Thermorelais ontgrendelen, primaire pomp controleren, evt. vervangen. Het schakelsignaal kan op de klem 1X7.6 (230 V) worden gemeten. Service 173

174 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel CB Primaire temp. Warmtepomp stopt. «CC Codeerstekker «CD KM-BUS Vitocom «CE KM-BUS Ext.AE Temp. lager dan min. primaire intredetemperatuur. Codeerstekker kan niet worden gelezen. Communicatiefout KMbus Vitocom 100 Communicatiefout KM- BUS externe uitbreiding H1 Primair circuit op doorstroming controleren. Codeerstekker controleren, evt. vervangen. Printplaat 2 (basisprintplaat) controleren, evt. vervangen. Bedieningsgedeelte van de warmtepompregeling en verbindingskabel controleren, evt. vervangen. Aansluitingen en verbindingskabels Vitocom 100 controleren Aansluitingen 3X1.25 en 3X2.25 KM-bus controleren. Op de klemmen kan een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. Aansluitingen en verbindingskabels externe uitbreiding H1 controleren. Aansluitingen 3X1.25 en 3X2.25 KM-bus controleren. Op de klemmen kan een schommelende gelijkspanning tussen ca. 20 V en 30 V worden gemeten. 174

175 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «CF Communicatiemodule Communicatiefout LONmodule van de warmtepompregeling Communicatiemodule LON controleren, evt. vervangen. Evt. in de volgende volgorde vervangen: printplaat 3, flat-cables tussen printplaat 3 en 2, printplaat 2 Service 175

176 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «D1 Compressor Compressorstoring: Thermorelais compressor of veiligheidselement softstarter massieve as (indien aanwezig) is geactiveerd Afzonderlijke motorbeveiliging op de compressor (indien aanwezig) is geactiveerd. Thermorelais op de compressor ontgrendelen, instelling controleren, toestand bij levering herstellen ( Reset, zie bedieningshandleiding). Elektrische aansluitingen van de compressor controleren, wikkelweerstand van de compressormotor meten. Fasenvolgorde van de compressor controleren. Het schakelsignaal (van thermorelais, softstarter massieve as, afzonderlijke motorbeveiliging) kan op de klem 1X5.9 (230V) worden gemeten. Opmerking Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging de compressor pas na 1 tot 3 uur weer vrij. Evt. softstarter massieve as (indien aanwezig) vervangen, compressor door koeltechnicus laten controleren. 176

177 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel ÆD3 Lage druk «D6 Stromingsbewaker Lage druk storing Warmtepomp defect Primair circuit niet dicht of primaire pomp defect Stromingsbewaker broncircuit detecteert geen debiet. Warmtepomp door koeltechnicus laten controleren. Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen controleren. Sensor lage druk, kabel en EEV-regelaar controleren, evt. vervangen. Controleren of brug in de stekker ayh tussen klem 3 en 4 is geschroefd (schakelsignaal kan op klem 1X5.7 (230 V) worden gemeten en moet permanent aanwezig zijn als een druksensor is gemonteerd. Bronpomp controleren. Primair circuit controleren. Aansluitingen 1X3.2 en 1X3.14 controleren. Service 177

178 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «DA Compressor 2 Compressorstoring warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Thermorelais compressor of veiligheidselement softstarter massieve as (indien aanwezig) is geactiveerd. Afzonderlijke motorbeveiliging op de compressor (indien aanwezig) is geactiveerd. Thermorelais van de compressor ontgrendelen, instelling controleren, toestand bij levering herstellen ( Reset, zie bedieningshandleiding), elektrische aansluitingen van de compressor controleren, wikkelweerstand van de compressormotor meten. Fasenvolgorde van de compressor controleren. Het schakelsignaal (van thermorelais, softstarter massieve as, afzonderlijke motorbeveiliging en fasenbewaker warmtepomp 2. trap - indien aangebracht) kan op de klem 1X8.5 (230 V) worden gemeten. Opmerking Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging de compressor pas na 1 tot 3 uur weer vrij. Evt. softstarter massieve as (indien aanwezig) vervangen. 178

179 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «DB Koelcircuit 2 Storing koelcircuit warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd Motorbeveiliging (thermorelais) compressor is geactiveerd, (indien aanwezig: softstarter massieve as of afzonderlijke motorbeveiliging compressor is geactiveerd) Aanvoer- en retourtemperatuursensoren primaire en secundaire circuit controleren. Primaire en secundaire circuit op druk en doorstroming controleren (zie ook storing UA9). Warmtepomp door koeltechnicus laten controleren. Het schakelsignaal kan op de klem 1X8.2 (230 V) worden gemeten. ÆDC Lage druk 2 Storing lage druk warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Warmtepomp defect Primair circuit niet dicht of primaire pomp defect Opmerking Na verhelpen van storing toestel eenmaal uit- en weer inschakelen. Warmtepomp door koeltechnicus laten controleren. Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen controleren. Sensor lage druk, kabel en EEV-regelaar controleren, evt. vervangen. Controleren of brug in de stekker ayh tussen klem 3 en 4 is geschroefd (schakelsignaal kan op klem 1X8.3 (230 V) worden gemeten en moet permanent aanwezig zijn als een druksensor is gemonteerd. Service 179

180 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding Gedrag van installatie Oorzaak Maatregel «DE Primaire bron 2 «E0 LON deelnemer «E1 Ext. warmtegenerator «E2 Storing volg. WP FF Herstart 180 Storing primair circuit warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Thermobeveiliging primaire pomp (indien aanwezig) is geactiveerd. Drukbewaker primair circuit of vorstbeveiligingsthermostaat (indien aanwezig) zijn geactiveerd. LON-deelnemer is uitgevallen of verbinding is gestoord. Fout externe warmtegenerator Storing van een volgende warmtepomp in de cascade Herstart van de warmtepompregeling Thermorelais ontgrendelen, primaire pomp controleren, evt. vervangen. Veiligheidselementen (vorstbescherming druk grondmedium, vorstbescherming AC-box) op klem 3X3.9 en 3X3.8 controleren, in installaties zonder veiligheidselementen brug 3X3.9 naar 3X3.8 controleren. Het schakelsignaal kan op de klem 1X5.5 (230V) worden gemeten. Storingsgeheugen van gestoorde deelnemer uitlezen. Adressering (installatieen deelnemernummers) controleren, aansluitingen en LON-verbindingskabels controleren. Externe warmtegenerator controleren. Weergave van de warmtepompregeling op de volgende warmtepomp controleren. Geen maatregel nodig.

181 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Diagnose warmtepompmodule De aansturing van het koelcircuit vindt plaats met de EEV-regelaar (koelcircuitregeling), die permanent met de warmtepompregeling via de KM-BUS communiceert. In de diagnose van de warmtepompmodule kan de volgende informatie worden opgevraagd: Status- en storingsinformatie (zie hoofdstuk Diagnoseoverzicht warmtepomp ) Telkens de laatste temperaturen en drukken onmiddellijk voor het uitschakelen van de compressor (zie hoofdstuk Temperaturen en drukken ) Bedrijfsuren van de compressor voor verschillende belastingklassen (zie hoofdstuk Bedrijfsuren volgens belastingklassen ). Een belastingklasse geeft de compressorwerking aan bij een bepaald verschil tussen verdampings- en condensatietemperatuur ΔT V/K. Opmerking De getoonde informatie in Diagnose WP-module is onafhankelijk van de foutcodes van de warmtepompregeling. 1. Toestelinstellingen 2. Serviceniveau (toegangsmachtiging Vakman zie pagina 192) 3. Overige menupunten 4. Diagnose WP-module zie hoofdstuk Diagnoseoverzicht warmtepomp 5. ÓT/P Voor de laatste geregistreerde temperaturen en drukken van de compressor, zie hoofdstuk Temperaturen en drukken Opmerking Als de warmtepomp op basis van een storing stopt, blijven de gegevens behouden, anders worden de waarden bij de volgende start van de compressor overschreven. 6. ÓH Voor bedrijfsuren waarin de warmtepomp in een bepaalde belastingssituatie heeft gedraaid, zie hoofdstuk Bedrijfsuren volgens belastingklassen Service 181

182 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Opmerking Met 1 wordt de diagnose van de warmtepomp (type BW/WW), met 2 de diagnose van de warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS, indien aanwezig) opgeroepen. Diagnoseoverzicht warmtepomp Diagnose WP-module 1 [ - ] : Tsh, Tc [ C ] : 3.0, 68.0 pmop [ bara ] : 6.6 Ts, Tc [ C ] : 19.8, 63.9 ps, pc [ bara ] : 6.2, 14.1 T1 [ C ] : 28.8 x, P [ % ] : 100, Err [ - ] : 00 : T/P H TERUG Weergaven op de display Weergave Betekenis I [ ] Informatiecode (Bevel A, Status B, Versie C) Betekenis zie volgende tabellen. Tsh, Tc [ C] Tsh: gewenste waarde oververhittingstemperatuur Tc: gewenste waarde condensatietemperatuur (alleen bij start EVI) Pmop Max. verdampingsdruk ( Maximum Operation Pressure ) [bara] Ts, Tc [ C] Ts: laatste gemeten werkelijke zuiggastemperatuur Tc: laatste gemeten werkelijke persgastemperatuur Ps [bara] laatste gemeten werkelijke verdampingsdruk Pc [bara] laatste gemeten werkelijke condensatiedruk TI [ C] laatste gemeten werkelijke temperatuur vloeibaar gas x, P [%] x: laatste stand van de EEV P: gewenste vermogen compressor Err [ ] Storingsinformatiecode (Onderdeel D, Melding E) Betekenis zie volgende tabellen. 182

183 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Informatiecode I Bevel A Bevel Betekenis 0100 xxxx xxxx Vrijgave EEV-regelaar 0400 xxxx xxxx Koeling actief 4000 xxxx xxxx Koelcircuitparameters door EEV-regelaar teruggezet Status B Status xxxx 0100 xxxx xxxx 0400 xxxx xxxx 0800 xxxx xxxx 1000 xxxx xxxx 4000 xxxx xxxx 8000 xxxx xxxx 0010 xxxx Versie C Versie xxxx xxxx 0101 Betekenis Vrijgave EEV-regelaar via KM-BUS Koeling actief via KM-BUS Compressor ingeschakeld Digital-Scroll-relais actief Vrijgave EEV-regelaar, via digitale ingang Koeling actief via digitale ingang Uitschakeling compressor door fout Betekenis Versie hard- en software van de EEV-regelaar (bij vragen over het koelcircuit altijd aangeven) Storingsinformatiecode Err OnderdeelD Onderdeel Betekenis 01 : 0100 xxxx Sensor lage druk defect 02 : 0200 xxxx Temperatuursensor zuiggas defect 04 : 0400 xxxx Sensor hoge druk defect 08 : 0800 xxxx Temperatuursensor persgas defect 10 : 1000 xxxx Temperatuursensor vloeibaar gas defect 20 : 2000 xxxx Stappenmotor van de EEV defect Service 183

184 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Melding E Melding xx : xxxx 0100 xx : xxxx 0200 xx : xxxx 0400 xx : xxxx 0800 xx : xxxx 1000 xx : xxxx 0001 xx : xxxx 0002 Betekenis Condensatietemperatuur te hoog Condensatiedruk te hoog Oververhittingstemperatuur te laag Oververhittingstemperatuur te hoog Verdampingsdruk te laag (uitschakeling door lage druk) Maximale werkdruk (MOP) is bereikt, regelingstype (drukregeling oververhitting/verdamping) in het koelcircuit is aangepast. Fout op basis van ontoelaatbare combinatie van koelcircuitvoorwaarden. Er is een ernstige storing van de EEVregelaar, omdat de warmtepompregeling alleen toegestane parametercombinaties aan de EEV-regelaar doorgeeft. Temperaturen en drukken Warmtepomp tpe C : tpa C : tse C : tsa C : p0 bara : pc bara : Err / Msg : H TERUG Weergaven op de display Weergave Betekenis tpe C Aanvoertemperatuur primair circuit (warmtepompintrede grondmedium) tpa C Retourtemperatuur primair circuit (warmtepompintrede grondmedium) tse C Retourtemperatuur secundair circuit tsa C Aanvoertemperatuur secundair circuit p0 bara Verdampingsdruk pc bara Condensatiedruk Err/Msg Laatste storingsinformatiecode voor uitschakeling van de compressor, analoge storingsinformatiecode Err, zie hiervoor 184

185 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Bedrijfsuren volgens belastingklassen Warmtepomp 1. h : 2. h : 3. h : 4. h : 5. h : T/P RESET TERUG De aangegeven bedrijfsuren van de compressor op de verschillende regels behoren tot de volgende belastingklassen: Bedrijfsuren volgens belastingklassen Belastingklasse Bedrijfsuren bij ΔT V/K 1. ΔT V/K < 25 K K < ΔT V/K < 32 K K < ΔT V/K < 41 K K < ΔT V/K < 50 K 5. ΔT V/K > 50 K ΔT V/K Verschil verdampings- en condensatietemperatuur Energiebalans In het menupunt Enegergiebalans wordt getoond hoeveel elektrische energie voor de werking van de warmtepomp is gebruikt en hoeveel verwarmingsenergie in de verwarmingsinstallatie is afgegeven. De waarden worden voor de afgelopen 12 maanden en de huidige maand getoond. Opmerking Voor de solarinstallatie (indien aanwezig) wordt de zonne-energie aan de Vitosolic getoond. Service De volgende toetsen indrukken: 1. Aanmelden als Vakman zie pagina Informatie 3. Statistiek 4. Energiebalans 5. Warmtepomp 185

186 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Energiebalans 02: e : 0 03: e : 0 04: e : 0 05: e : 0 06: e : 0 07: e : : e : : e : 2070 ; H: ; H: ; H: ; H: ; H: ; H: ; H: ; H: [kwh] 0 TERUG De huidige maand wordt op de onderste regel getoond. Voorbeeld: 09: e: 2070 : H: 9108 In september gebruikte de warmtepomp 2070 kwh elektrische energie en genereerde 9108 kwhverwarmingsenergie Kalendermaand e Gebruikte elektrische energie [kwh] per maand H Afgegeven verwarmingsenergie [kwh] voor de verwarmingsinstallatie per maand Opmerking Voorwaarde voor een realistische gegevensregistratie: De parameter Vermogen moet correct zijn ingesteld. Maatregelen bij aanhoudend te lage ruimtetemperatuur 1. Verwarmingscircuits ontluchten. 2. Debiet van de betreffende verwarmingscircuits controleren. Geadviseerde temperatuurverschil tussen verwarmingsaanvoer en -retour ca. 8 K. 3. Hydraulische afstelling van de aangesloten verwarmingscircuits uitvoeren. 5. Gewenste ruimtetemperatuur voor normale werking verhogen en verwarmingslijnen aanpassen. Bedieningshandleiding 6. Verwarming door geïntegreerd verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aanwezig) toestaan (zie pagina 213). 4. Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina 189). 186

187 Storingen oplossen Geen weergave op het display van de bedieningseenheid 1. Netschakelaar van de installatie inschakelen. 2. Toestelzekering van de warmtepompregeling controleren, evt. vervangen (zie pagina 191). 3. Controleren of netspanning op de warmtepompregeling aanwezig is, evt. netspanning inschakelen. 4. Steek- en schroefverbindingen controleren. 5. Evt. bedieningsgedeelte vervangen. 6. Evt. printplaat 2 (basisprintplaat) vervangen. Service 187

188 Storingen oplossen Reparatie Overzicht sensoren, aftap- en ontluchtingskranen F E D C B G H K L M A N A Temperatuursensor vloeibaar gas B Sensor hoge druk (1 tot 35 bar) C Temperatuursensor persgas D Retourtemperatuursensor primair circuit E Aftapkraan primaire retour F Ontluchtingskraan secundaire aanvoer G Aanvoertemperatuursensor primair circuit H Sensor lage druk (0 tot 15 bar) 188

189 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) K Aanvoertemperatuursensor secundair circuit L Temperatuursensor zuiggas M Retourtemperatuursensor secundair circuit N Aftapkraan secundaire aanvoer Warmtepomp aftappen Warmtepomp aan primaire zijde aftappen 1. Ketelvul-/aftapkraan van installateur sluiten. 2. Warmtepomp met aftapkraan van primaire retour aftappen. Opmerking Bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW +WWS), primaire zijde van beide warmtepompen aftappen. Warmtepomp aan secundaire zijde aftappen 1. Ketelvul-/aftapkraan van installateur sluiten. 2. Warmtepomp met aftapkraan van secundaire aanvoer aftappen. Opmerking Bij 2-traps uitvoering (BW+BWS/WW +WWS), secundaire zijde van beide warmtepompen aftappen. Sensoren controleren Aansluiting van de sensoren op printplaat 3 zie pagina 237. Positie van de sensoren in de warmtepomp, zie afbeelding pagina 188. Service 189

190 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Temperatuursensoren type Ni Meetelement: Ni 500 Buitentemperatuursensor (F0) Aanvoertemperatuursensoren verwarmingscircuits M2, M3 (F12) Ruimtetemperatuursensoren (Vitotrol) Aanvoertemperatuursensoren koelcircuit (F14) Ruimtetemperatursensoren afzonderlijk koelcircuit (F16) Weerstand in Temperatuur in C Temperatuursensoren type Pt Weerstand in Temperatuur in C Meetelement Pt 500 Aanvoertemperatuursensor installatie (F13) Buffertemperatuursensor (F4) Boilertemperatuursensor boven/onder (F6/F7) Temperatuursensor externe warmtegenerator (F20) Aanvoer-/retourtemperatuursensor primair circuit (F2/F3) Opmerking Als warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) aanwezig is, zijn deze sensoren buiten de warmtepompen in de gemeenschappelijke primaire aanvoer/retour gemonteerd. Aanvoer-/retourtemperatuursensor secundair circuit (F8/F9) Alle sensoren in de warmtepomp 190

191 Storingen oplossen Reparatie (vervolg) Zekering controleren Opmerking De zekering F1 van de warmtepompregeling bevindt zich op de printplaat 1 (verbindingsprintplaat), zie pagina 106. Zekeringen: T6,3 A, 250 V~ Max. vermogensverlies 2,5 W Gevaar Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Bij werkzaamheden aan het toestel beslist ook de laststroomkring spanningsvrij schakelen. Door het verwijderen van de zekering naast de bedieningseenheid is de laststroomkring niet spanningsvrij. Service 191

192 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur Apart drukwerk van de menustructuur Regelingsinstellingen door vakman Op de volgende pagina's worden alleen de instellingen beschreven die uitsluitend door de vakman op het instelniveau Vakman kunnen worden uitgevoerd. Parameters die in de bedieningshandleiding voor het klantniveau worden beschreven, worden hier niet toegelicht. Opgelet! Een foutieve bediening op het instelniveau Vakman kan tot schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie leiden. Een gewijzigde waarde wordt direct automatisch overgenomen. Aanwijzingen in de montagehandleiding absoluut respecteren, anders vervalt de garantie. Om op het instelniveau Vakman te komen, moet een code worden ingevoerd. De volgende toetsen indrukken: 1. Hoofdscherm. 2. TERUG om evt. getoonde meldingen over te slaan. 3. Toestelinstellingen. 4. Toegangsmachtiging als Code invoeren. 6. OK 2 maal als bevestiging. 7. TERUG voor Hoofdmenu. Opmerking Het instelniveau Vakman blijft zo lang actief tot de toets Hoofdscherm wordt ingedrukt of gedurende 30 min. geen bediening plaatsvindt. De weergave van de parameters is afhankelijk van de actuele toestelinstellingen. 192

193 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Het installatieschema volgens de installatie-uitvoering bij inbedrijfstelling instellen. Er kan uit 11 verschillende installatieschema's worden gekozen (zie pagina 16). De componenten die bij het betreffende installatieschema horen worden automatisch geactiveerd en bewaakt. Installatiedefinitie Installatieschema Toestand bij levering 2 Instelling 0 tot en met 11 Menu Toestelinstellingen Programmeren Taal Taal voor bedieningselementen en indicaties van de warmtepompregeling. Bedieningshandleiding Temperatuurverschil voor verwarmingsgrens Temperatuurverschil voor berekening van de verwarmingsgrens. Verwarmingsgrens: gew. ruimtetemperatuur minus T.-verschil verwarmen De ruimteverwarming wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur gedurende drie uur gemiddeld lager is dan de verwarmingsgrens. Voorbeeld: De ingestelde ruimtetemperatuur is 20 C, de onder T.-verschil verwarmen ingestelde waarde is 4 K. Hieruit resulteert een verwarmingsgrens van 16 C (20 C 4 K). De ruimteverwarming begint als de gemiddelde buitentemperatuur lager wordt dan 16 C (verwarmingsgrens). De ruimteverwarming wordt uitgeschakeld als de gemiddelde buitentemperatuur hoger wordt dan 18 C (volgens de ingestelde hysterese van 2 K). 20 C 18 C 2K 16 C A Gewenste ruimtetemperatuur B Gemiddelde buitentemperatuur C Ingestelde waarde T.-verschil verwarmen t 193 Service

194 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Temperatuurverschil voor verwarmingsgrens (vervolg) D Verwarming UIT E Verwarming AAN Installatiedefinitie T.-verschil verwarmen Menu Toestelinstellingen Programmeren Toestand bij levering Instelling 4 K 0 tot 20 K Temperatuurverschil voor koelgrens Temperatuurverschil voor berekening van de koelgrens. Koelgrens: gew. ruimtetemperatuur plus T.-verschil koelen De ruimtekoeling wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur gedurende drie uur gemiddeld hoger is dan de koelgrens. Voorbeeld: De gewenste ruimtetemperatuur is 20 C, de onder T.-verschil koelen ingestelde waarde is 4 K. Hieruit resulteert een koelgrens van 24 (20 C 4 K). De ruimtekoeling begint als de gemiddelde buitentemperatuur hoger wordt dan 24 (koelgrens). Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de koeling door de parameter Koelen is geactiveerd (zie pagina 224). De koelfunctie moet ook door de installatiegebruiker worden vrijgegeven (zie bedieningshandleiding). Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie T.-verschil koelen Toestand bij levering Instelling 4 K 1 tot 20 K Zwembad Zwembadverwarming. Ja Nee Zwembad is aangesloten en wordt verwarmd. Zwembad wordt niet verwarmd. Opmerking De temperatuurregelaar voor het zwembad wordt via de externe uitbreiding H1 op de warmtepompregeling aangesloten. De parameter Externe Uitbreiding op Ja instellen (zie pagina 196), anders verschijnt het menupunt Zwembad niet in het display. 194

195 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Zwembad (vervolg) Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Zwembad Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Cascade De warmtepompregeling maakt de aansturing van max. 3 volgende warmtepompen in cascade mogelijk. De aansluiting vindt plaats via de externe uitbreiding H1. 0 Geen aansturing van volgende warmtepompen 1 Aansturing van max. 3 volgende warmtepompen via externe uitbreiding H1 2 Zonder functie Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Cascadeaansturing Toestand bij levering 0 Instelling 0 / 1 / 2 Opmerking Bij instelling 1 is de warmtepomp het hoofdtoestel. Het aantal volgende warmtepompen wordt met de parameter Aantal externe WP ingesteld. Wanneer het toestel als volgende warmtepomp moet werken, moet de waarde 0 en gelijktijdig voor de parameter Installatieschema de waarde 11 worden gekozen. Service Aantal volgende warmtepompen Aantal volgende warmtepompen die in cascade via de externe uitbreiding H1 verbonden zijn. 195

196 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Aantal volgende warmtepompen (vervolg) Opmerking Op het hoofdtoestel moet de parameter Cascadeaansturing op 1 zijn ingesteld. 0 Geen volgende warmtepomp 1 tot en met 3 Aantal volgende warmtepompen bij aansturing via externe uitbreiding H1 Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Aantal externe WP Toestand bij levering 0 Instelling 0 / 1 / 2 / 3 / 4 Vermogen van de volgende warmtepompen Gemiddelde vermogen van de volgende warmtepompen in cascade afhankelijk van het type bij aansluiting via externe uitbreiding H1. Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Vermogen volgende WP Toestand bij levering Instelling 10 kw 0 tot 255 kw Externe uitbreiding Activeren van de externe uitbreiding H1. De externe uitbreiding H1 kan voor de volgende bijschakelingen/componenten worden gebruikt: Zwembadverwarming Aansturing cascade Externe modus-omschakeling Extern opvragen Externe mengklep Open Extern blokkeren Externe mengklep Dicht Opmerking Als de componenten voor de zwembadverwarming op de Externe uitbreiding H1 zijn aangesloten, kan geen bijschakeling (bijv. modus-omschakeling) plaatsvinden, zie pagina 121. Ja Nee Externe uitbreiding H1 is aanwezig en geactiveerd. Externe uitbreiding H1 is niet geactiveerd. Menu Toestelinstellingen Programmeren 196

197 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Externe uitbreiding (vervolg) Installatiedefinitie Externe uitbreiding Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits Instelling van de externe modusomschakeling voor de installatiecomponenten (zie volgende tabel). Met de externe modus-omschakeling kan bijv. een verwarmingscircuit met mengklep via afstandsbewaking van de modus Verlaagd op Normaal worden geschakeld. Opmerking Met de parameters Externe aanvr./ MeOpen of Extern blokkeren/medi ook instellen hoe de modus-omschakeling moet werken. De parameter Extern blokkeren/ MeDi heeft een hogere prioriteit dan Extern aanvr./meopen (zie pagina 200). Waarde Effect op verwarmingscircuit/tapwaterverwarming 0 Tapwaterverwarming 1 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 2 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1, tapwateropwarming 3 Verwarmingscircuit met mengklep M2 4 Verwarmingscircuit met mengklep M2, tapwateropwarming 5 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 6 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Verwarmingscircuit met mengklep M2, tapwateropwarming 7 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Verwarmingscircuit met mengklep M3 8 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Verwarmingscircuit met mengklep M3, tapwateropwarming 9 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Verwarmingscircuit met mengklep M3 10 Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Verwarmingscircuit met mengklep M3, tapwateropwarming 11 Geen omschakeling van de verwarmingscircuits resp. tapwateropwarming. Alleen functie Externe aanvraag. Service 197

198 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits (vervolg) Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Modus-omsch. VC Toestand bij levering 11 Instelling 0 tot en met 11 Modus voor externe modus-omschakeling Instelling van de modus die met de externe modus-omschakeling wordt geactiveerd. Modi Bedieningshandleiding Waarde Modus (zie bedieningshandleiding) Verwarming Warm water 0 Stand-by Uit 1 Verlaagd Boven 2 Normaal Normaal 3 Constante (zie gewenste aanvoertemperatuur pagina 217) 2. temperatuur Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Modus-omsch. werking Toestand bij levering 2 Instelling 0 / 1 / 2 / 3 Periode van de externe modus-omschakeling Periode van de externe modus-omschakeling (door signaal Externe aanvraag / Mengklep Dicht ). Na verloop van deze tijd schakelt de warmtepompregeling weer terug in de modus die vóór de externe modus-omschakeling actief was. Dit gebeurt ook als tussentijds de partywerking is geactiveerd. 198

199 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Periode van de externe modus-omschakeling (vervolg) Waarde Periode 0 Omschakeling vindt plaats zolang het signaal Externe aanvr./meopen aanwezig is. 1 tot 12 Omschakelperiode van de modus in uren gerekend vanaf de activering van de externe modus-omschakeling. Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Modus-omsch. periode Toestand bij levering Instelling 8 h 0 tot 12 h Externe aanvraag/mengklep Open Instelling van het signaal Externe aanvraag / Mengklep open voor het effect op de warmtepomp. Opmerking De parameter Extern blokkeren/ MeDi heeft een hogere prioriteit dan Extern aanvr./meopen (zie pagina 200). Zie ook Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag op pagina 217. Waarde Effect 0 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 - regeling Geen warmtevraag voor warmtepomp 1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Mengklep Open Verwarmingscircuit met mengklep M3 - regeling Geen warmtevraag voor warmtepomp 2 Verwarmingscircuit met mengklep M2 - regeling Verwarmingscircuit met mengklep M3 Mengklep Open Geen warmtevraag voor warmtepomp 3 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 Mengklep Open Geen warmtevraag voor warmtepomp 4 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 - regeling Warmtevraag voor warmtepomp 5 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Mengklep Open Verwarmingscircuit met mengklep M3 - regeling Warmtevraag voor warmtepomp Service 199

200 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Externe aanvraag/mengklep Open (vervolg) Waarde Effect 6 Verwarmingscircuit met mengklep M2 - regeling Verwarmingscircuit met mengklep M3 Mengklep Open Warmtevraag voor warmtepomp 7 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 Mengklep Open Warmtevraag voor warmtepomp Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Externe aanvr./meopen Toestand bij levering 4 Instelbereik 0 tot en met 7 Extern blokkeren/mengklep Dicht Instelling van het signaal Extern blokkeren / Mengklep dicht voor het effect op de warmtepomp. Opgelet! Vorstbescherming van de installatie evt. niet gegarandeerd. Opmerking De parameter Extern blokkeren/ MeDi heeft een hogere prioriteit dan Externe aanvr./meopen. Zie ook parameter Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag op pagina 217. Waarde Effect 0 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 - regeling Geen blokkering van de warmtepomp 1 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Mengklep Dicht Verwarmingscircuit met mengklep M3 - regeling Geen blokkering van de warmtepomp 2 Verwarmingscircuit met mengklep M2 - regeling Verwarmingscircuit met mengklep M3 Mengklep Dicht Geen blokkering van de warmtepomp 3 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 Mengklep Dicht Geen blokkering van de warmtepomp 4 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 - regeling Blokkering van de warmtepomp 5 Verwarmingscircuit met mengklep M2 Mengklep Dicht Verwarmingscircuit met mengklep M3 - regeling Blokkering van de warmtepomp 200

201 Extern blokkeren/mengklep Dicht (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Waarde Effect 6 Verwarmingscircuit met mengklep M2 - regeling Verwarmingscircuit met mengklep M3 Mengklep Dicht Blokkering van de warmtepomp 7 Verwarmingscircuits met mengklep M2/M3 Mengklep Dicht Blokkering van de warmtepomp Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Extern blokkeren/medi Toestand bij levering 4 Instelling 0 tot en met 8 Pompen en compressor extern blokkeren Instelling van de pompen die zijn geblokkeerd bij actieve functie Extern blokkeren (zie volgende tabel). Opmerking Instelling bij de parameter Extern blokkeren/medi respecteren (zie pagina 200). Waarde Secundaire pomp/compressor geblokkeerd Boilerlaadpomp geblokkeerd CV-pomp M3 geblokkeerd CV-pomp M2 geblokkeerd CV-pomp A1 geblokkeerd 0 1 x 2 x 3 x x 4 x 5 x x 6 x x 7 x x x 8 x 9 x x 10 x x 11 x x x 12 x x 13 x x x 14 x x x 15 x x x x Service 201

202 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Pompen en compressor extern blokkeren (vervolg) Waarde Secundaire pomp/compressor geblokkeerd Boilerlaadpomp geblokkeerd CV-pomp M3 geblokkeerd CV-pomp M2 geblokkeerd CV-pomp A1 geblokkeerd 16 x 17 x x 18 x x 19 x x x 20 x x 21 x x x 22 x x x 23 x x x x 24 x x 25 x x x 26 x x x 27 x x x x 28 x x x 29 x x x x 30 x x x x 31 x x x x x Menu Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Ext. blokkeren effect Toestand bij levering 0 Instelling 0 tot en met 31 Vitosolic Instelling welke Vitosolic voor het solarcircuit wordt gebruikt. Waarde Vitosolic 0 Geen Vitosolic 1 Vitosolic Vitosolic 200 Installatiedefinitie Type Vitosolic Toestand bij levering 0 Instelling 0 / 1 / 2 Menu Toestelinstellingen Programmeren 202

203 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Vitocom 100 Gebruik van de communicatiepoort Vitocom 100. Installatiedefinitie Vitocom 100 Ja Nee Vitocom 100 is aanwezig en actief. Vitocom 100 wordt niet gebruikt. Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Menu Toestelinstellingen Programmeren Extra uitgang met schakeltijden Tijdprogramma voor het aangesloten toestel op de extra uitgang, bijv. tapwatercirculatiepomp. Bedieningshandleiding Service 203

204 Regelingsinstellingen compressor Vrijgave compressor Vrijgave van de compressortrap. Opmerking Tijdens normaal bedrijf mag de compressor van de warmtepomp (type BW/ WW) niet geblokkeerd zijn. De compressor van de warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) kan permanent worden geblokkeerd. Menu Toestelinstellingen Programmeren Compressor Vrijgave Toestand bij levering Instelling Ja Ja / Nee Ja Nee Compressortrap wordt gebruikt. Compressortrap wordt niet gebruikt, bijv. bij een defect. Vermogen warmtepomp Vermogen afhankelijk van het type warmtepomp (voor de energiebalans) en de volgende warmtepompen in cascade. Balans van het koelcircuit Uit het vermogen van het type en de interne vermogenskrommen bepaalt de warmtepompregeling de werkelijke elektrische vermogensopname van de compressor. Uit de drukken en temperaturen in het koelcircuit bepaalt de warmtepompregeling het verwarmingsvermogen. De verhouding van afgegeven verwarmingsvermogen en opgenomen elektrisch vermogen is de warmtefactor (COP, Coefficient Of Performance ). Beide vermogens worden maandelijks opgeteld en opgeslagen. De vermogens van de afgelopen 12 maanden en het vermogen van de huidige maand kunnen in de Energiebalans worden opgevraagd (zie pagina 185). Werking met volgende warmtepompen in cascade Bij correct ingesteld type warmtepomp voor het vermogen (zie pagina 196) schakelt de warmtepompregeling de volgende warmtepompen optimaal in en uit. Voorbeeld: Warmtepomp Type BW/BWS 108 Type BW/BWS 108 als Type WW/WWS 108 Type BW/BWS 114 Vermogen op basis van type 8 kw 8 kw 14 kw 204

205 Regelingsinstellingen compressor Vermogen warmtepomp (vervolg) Opmerking Als in het menu Vermogen de toets ª of in het hoofdmenu de toets i (Reset) wordt ingedrukt, worden de waarden teruggezet in de toestand bij levering. Menu Toestelinstellingen Programmeren Compressor Vermogen Toestand bij levering Instelling 10 kw 1 tot 255 kw Service 205

206 Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Vrijgave externe warmtegenerator Voor de vrijgave van een extra, externe warmtegenerator. De externe warmtegenerator kan bij warmtebehoefte van de warmtepompregeling worden ingeschakeld. Menu Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator Ext. warmtegenerator Opmerking Alle overige parameters van de externe warmtegenerator worden pas zichtbaar als deze parameter op Ja is ingesteld. Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Ja Nee Externe warmtegenerator, bijv. HR-olieketel is geactiveerd. Externe warmtegenerator wordt niet gebruikt. Voorrang externe warmtegenerator Voorrang van de externe warmtegenerator op het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires). Ja Nee Externe warmtegenerator heeft voorrang. Verwarmingswater-doorstroomtoestel heeft voorrang. Ext. warmtegenerator Voorrang Toestand bij levering Instelling Ja Ja / Nee Menu Toestelinstellingen Programmeren Bivalentietemperatuur Buitentemperatuurgrens voor werking van de externe warmtegenerator. 206

207 Bivalentietemperatuur (vervolg) Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Als de gemiddelde buitentemperatuur gedurende langere tijd onder de ingestelde grenstemperatuur ( bivalentietemperatuur ) ligt, wordt de externe warmtegenerator ingeschakeld. Voorwaarde: de warmtepomp en/of andere warmtebronnen kunnen niet aan de warmtevraag voldoen. Boven de bivalentietemperatuur schakelt de warmtepompregeling de externe warmtegenerator alleen in als bijv. de warmtepomp defect is. Menu Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator Bivalentietemperatuur Toestand bij levering 10 Instelling -50 tot +50 Externe warmtegenerator voor warm water Gebruik van de externe warmtegenerator voor tapwaterverwarming. Als de warmtebehoefte van de warmwaterboiler niet door de warmtepomp kan worden gedekt, wordt de circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming en de externe warmtegenerator aangestuurd. Opmerking Bij instelling Ja kan geen elektrisch verwarmingselement (accessoires) in de warmwaterboiler worden aangestuurd (zie pagina 212). Menu Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator Ext. WG voor WW Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Ja Nee Externe warmtegenerator is voor tapwaterverwarming vrijgegeven. Externe warmtegenerator is voor tapwaterverwarming geblokkeerd. Service 207

208 Regelingsinstellingen warm water Gewenste boilertemperatuur Gewenste temperatuur voor warmwaterboiler bij tapwaterverwarming. Bedieningshandleiding Opmerking Als de warmtepomp de ingestelde warmwatertemperatuur niet kan bereiken, wordt het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires), het elektrische verwarmingselement (van installateur) of een externe warmtegenerator ingeschakeld. Schakeltijden warm water Tijdprogramma voor de tapwaterverwarming. Bedieningshandleiding Min. temperatuur voor warmwaterboiler Laagste gewenste temperatuur voor warmwaterboiler (min. temperatuur). De warmwaterboiler wordt bij daling onder de ingestelde minimumtemperatuur tot deze waarde plus hysterese verwarmd (vorstbescherming). Dit is onafhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma. De temperatuurmeting hiervoor vindt altijd plaats via de bovenste boilertemperatuursensor. Menu Toestelinstellingen Programmeren Warm water Min. temperatuur Toestand bij levering 10 Instelling 5 tot 60 Maximale temperatuur voor warmwaterboiler Hoogste temperatuurgrens voor warmwaterboiler. Bij het bereiken van deze temperatuur wordt de warmwaterboiler pas weer verwarmd als de temperatuur min. 5 K is gedaald. 208

209 Regelingsinstellingen warm water Maximale temperatuur voor warmwaterboiler (vervolg) Gevaar Gevaar van brandwonden bij warm water met temperatuur boven 60 ºC. Om de temperatuur op 60 C te begrenzen moet een menginrichting, bijv. een thermostatische mengautomaat (accessoire bij de warmwaterboiler) worden ingebouwd. Menu Toestelinstellingen Programmeren Warm water Max. temperatuur Toestand bij levering 60 Instelling 20 tot 80 Hysterese/Hysterese extra verwarming Hysterese boilertemperatuur voor in- en uitschakelen van de tapwaterverwarming. De ingestelde waarde bepaalt bij welke afwijking van de gewenste temperatuur van de warmwaterboiler ( Boiler-T. WW ) de tapwaterverwarming wordt gestart en gestopt. De parameter Hysterese geldt voor de tapwaterverwarming met de warmtepomp. De parameter Hyst. extra verw. geeft de hysterese aan bij verwarming door het verwarmingswater-doorstroomelement (accessoires), de externe warmtegenerator of het elektrische verwarmingselement (accessoires). A Gewenste tapwatertemperatuur B Hysterese warmtepomp ( Hysterese ) C Hysterese extra verwarming ( Hyst. extra verw. ) D Werkelijke tapwatertemperatuur bij de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand extra verwarming G Uit H Aan t 209 Service

210 Regelingsinstellingen warm water Hysterese/Hysterese extra verwarming (vervolg) Opmerking De ingestelde waarde voor Hysterese moet boven de verwachte temperatuurdaling door de warmteverliezen tijdens de verlaagde werking liggen (ca. 5 K). Een lagere waarde voor Hyst. extra verw. verhoogt het aandeel van de extra verwarming voor de tapwaterverwarming. Menu Toestelinstellingen Programmeren Warm water Hysterese of Hyst. extra verw. Hysterese Hysterese extra verwarming Toestand bij levering 7 K 10 K Instelbereik 1 tot 10 K 2 tot 30 K Inschakeloptimalisering warm water Comfortfunctie voor de verwarming van de warmwaterboiler. Bedieningshandleiding Uitschakeloptimalisering warm water Comfortfunctie voor de verwarming van de warmwaterboiler. Bedieningshandleiding Extra functie warm water Extra verwarmingsfunctie tapwater voor het doden van kiemen. Bedieningshandleiding 210

211 2. Gewenste temperatuur warm water Regelingsinstellingen warm water Gewenste temperatuur voor Extra functie warm water en modus 2. temperatuur. Bedieningshandleiding 2. Temperatuursensor Als een tweede boilertemperatuursensor op de onderste aansluiting van de warmwaterboiler is gemonteerd, kan het totale tapwatervolume tot de gewenste tapwatertemperatuur worden verwarmd. Bij de eenmalige tapwaterverwarming door de aanvraag Max. watervolume of in de modi Normaal of 2. gewenste temperatuur (schakeltijden) wordt de waarde van de onderste boilertemperatuursensor als criterium voor het uitschakelen van de tapwaterverwarming gebruikt. Het inschakelen van de tapwaterverwarming op de schakeltijden gebeurt volgens de waarde van de bovenste boilertemperatuursensor, bij de aanvraag Max. watervolume volgens de waarde van de onderste boilertemperatuursensor. Menu Toestelinstellingen Programmeren Warm water 2. temperatuursensor Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Service 211

212 Regelingsinstellingen warm water Parameter voor de tapwaternaverwarming Vrijgave van de tapwaternaverwarming door extra verwarmingen. Als de gewenste boilertemperatuur met de warmtepomp niet kan worden bereikt, kunnen de volgende toestellen voor de tapwaternaverwarming worden ingezet: Externe warmtegenerator Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) Elektrisch verwarmingselement (accessoires) in de warmwaterboiler Tapwaternaverwarming door Externe warmtegeneratoter-doorstroom- Verwarmingswatoestel Ext. warmtegenerator Ja (pagina 206) Ext. WG voor Ja Nee Nee WW (pagina 207) Verw.-doorstroomt. Ja (pagina 213) Extra verw. Ja Ja WW met elektro Nee Ja Ja Elektrisch verwarmingselement Opmerking : instelling van deze parameter heeft geen invloed op de werking van de tapwaternaverwarming. Warm water Extra verw. of WW met elektro Menu Toestelinstellingen Programmeren Extra verw. WW met elektro Toestand bij levering Nee Ja Instelbereik Ja / Nee Ja / Nee 212

213 Regelingsinstellingen compressor Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) Als een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) in de verwarmingswateraanvoer is ingebouwd, moet deze worden vrijgegeven. De vrijgave kan alleen voor de tapwaternaverwarming (zie pagina 212) of/en voor de verwarming plaatsvinden. Vrijgave voor tapwaternaverwarming Verwarming Verw.-doorstroomt. Ja Ja Verwarmen met elektro Nee Ja WW met elektro (pagina 212) Ja Nee! Opgelet Nee voor de parameter Verw. doorstroomt. schakelt het verwarmingswater-doorstroomtoestel volledig uit, zodat dit ook niet meer voor de vorstbescherming beschikbaar is. Om het verwarmingswater-doorstroomtoestel bij warmtevraag van de vorstbescherming te kunnen inschakelen, bij het uitschakelen de parameter Verwarmen met elektro of WW met elektro op Nee zetten, maar Verw. doorstroomt. op Ja zetten. Menu Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming Verw.-doorstroomt. of Verwarmen met elektro Verw.-doorstroomt. Verwarmen met elektro Toestand bij levering Nee Ja Instelbereik Ja / Nee Ja / Nee Service 213

214 Regelingsinstellingen compressor Maximumtrap extra elektrische verwarming Max. vermogenstrap van het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires). Deze instelling bepaalt met welk max. vermogen (trap 1, 2 of 3) van het verwarmingswater-doorstroomtoestel de tapwaterverwarming of de verwarming van de installatie plaatsvindt. De beschikbare vermogenstrappen zijn soms afhankelijk van het type elektrische aansluiting. Menu Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming Max. trap E-verw. Toestand bij levering 3 Instelling 1 / 2 / 3 1 Vermogenstrap 1, bijv. 3 kw 2 Vermogenstrap 2, bijv. 6 kw 3 Vermogenstrap 3 of afhankelijk van het type en elektrische aansluiting trap 1 en 2 gelijktijdig, bijv. 9 kw Trap bij blokkering energiebedrijf Max. vermogenstrap van het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) tijdens blokkering door energiebedrijf. De gekozen en alle lagere trappen zijn vrijgegeven. 0 Het verwarmingswater-doorstroomtoestel blijft tijdens de blokkering door het energiebedrijf uitgeschakeld, behalve bij vorstbescherming. 1 Vermogenstrap 1, bijv. 3 kw 2 Vermogenstrap 2, bijv. 6 kw 3 Vermogenstrap 3 of afhankelijk van het type en elektrische aansluiting trap 1 en 2 gelijktijdig, bijv. 9 kw Menu Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming Trap bij blokk. energieb. Toestand bij levering 0 Instelling 0 / 1 / 2 / 3 214

215 Regelingsinstellingen hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Behalve voor het verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) kan de warmtepomp voor het drogen in de bouw worden gebruikt. Als de warmtepomp niet paraat is (primaire circuit is bijv. nog niet gereed), moet deze functie op Nee (toestand bij levering) zijn gezet. Opmerking Bij gebruik van de warmtepomp voor drogen in de bouw de sondenbelasting respecteren. Het drogen in de bouw met een verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) leidt tot een hoog stroomverbruik. Ja Nee Warmtepomp wordt voor drogen in de bouw gebruikt. Warmtepomp wordt niet voor drogen in de bouw gebruikt. Menu Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica WP voor bouwdrogen Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Estrikprogramma Temperatuur-tijd-profiel voor droging estrik (c: droging ondervloer). Opgelet! Gevaar van gebouwschade door oververhitting van de estrik bij hoge aanvoertemperaturen. In de aanvoer van het vloerverwarmingscircuit een thermostaat voor het begrenzen van de maximumtemperatuur inbouwen. Het estrikprogramma werkt parallel aan alle geactiveerde verwarmingscircuits. Na een stroomstoring of het uitschakelen van de warmtepompregeling wordt het gekozen Estrikprogramma weer voortgezet. Als het Estrikprogramma volgens het programma is beëindigd of voor afloop van het programma het temperatuur-tijd-profiel 0 is gekozen, wordt het ingestelde werkingsprogramma voortgezet. De temperatuur-tijd-profielen 7 tot en met 12 regelen op de max. aanvoertemperatuur. Als het tijdprofiel een hogere gewenste aanvoertemperatuur aangeeft, wordt de gewenste temperatuur door de parameter Max. aanvoer- T. (pagina 222) van het verwarmingscircuit begrensd. Bij gebruik van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) voor drogen in de bouw stijgt het stroomverbruik. 215 Service

216 Regelingsinstellingen hydraulica Estrikprogramma (vervolg) Opmerking De voorwaarden van EN respecteren. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen Bereikte max. aanvoertemperatuur Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht 2 Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV Parkett- und Fußbodentechnik) A B Temperatuur-tijd-profielen 0 Geen temperatuur-tijd-profiel Annulering van een lopend profiel en aansluitende voorzetting van de verwarming of koeling. 1 Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) A B A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen 3 Temperatuur-tijd-profiel 3 (volgens ÖNORM) A B A Aanvoertemperatuur B Dagen 4 Temperatuur-tijd-profiel 4 A B A Aanvoertemperatuur B Dagen 216

217 Regelingsinstellingen hydraulica Estrikprogramma (vervolg) 5 Temperatuur-tijd-profiel 5 A B A Aanvoertemperatuur B Dagen 6 Temperatuur-tijd-profiel 6 A B A Aanvoertemperatuur B Dagen 7 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 5 dagen 8 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 10 dagen 9 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 15 dagen 10 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 20 dagen 11 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 25 dagen 12 Vaste waarde-temperatuurprogramma Periode: 30 dagen Menu Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica Estrikprogramma Toestand bij levering 0 Instelling 0 tot en met 12 Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag Service Gewenste aanvoertemperatuur bij externe aanvraag, bijv. van zwembad (zie pagina 199). In tegenstelling tot regeling van de gewenste aanvoertemperatuur door de ruimte of de buitentemperatuur, wordt hier bijv. voor de verwarmingscircuits een vaste gewenste aanvoertemperatuur ingesteld. Menu Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica Gew. aanvoer ext. aanvr. Toestand bij levering 50 Instelling 0 tot 70 C 217

218 Regelingsinstellingen hydraulica Werking met 3-weg-omschakelklep Als door de installateur slechts één pomp en één 3-weg-omschakelklep wordt geplaatst tussen de tapwaterverwarming en de verwarming, moet de parameter Verw./WW-OK op Ja worden overgezet. Ja Nee 3-weg-omschakelklep is aanwezig, secundaire pomp loopt ook bij tapwaterverwarming. 3-weg-omschakelklep is niet aanwezig, tapwaterverwarming vindt plaats via afzonderlijke uitgang, secundaire pomp loopt niet, circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) wordt ingeschakeld. Menu Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica Verw./WW-OK Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee 218

219 Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffer Deze functie is alleen bij installatieschema 1 en 2 beschikbaar. Bij installatieschema 1 en 2 is de verwarmingswaterbuffer optioneel, bij installatieschema 3 tot en met 10 is deze nodig en reeds ingesteld. Menu Toestelinstellingen Programmeren Buffer Buffer Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Schakeltijden verwarmingswaterbuffer Tijdprogramma de verwarmingswaterbuffer. Bedieningshandleiding Gewenste temperatuur voor vaste waarde (schakeltijden) Gewenste temperatuur voor de modus Vaste waarde van de verwarmingswaterbuffer. Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. De temperatuur kan niet hoger worden ingesteld dan de maximumtemperatuur in de verwarmingswaterbuffer (zie pagina 220). Menu Toestelinstellingen Programmeren Buffer Vaste temperatuur Toestand bij levering 50 Instelling 10 tot 70 Service Hysterese De ingestelde waarde bepaalt bij welke afwijking van de gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer (afhankelijk van de modus) de verwarming wordt gestart en gestopt. Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. 219

220 Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Hysterese (vervolg) Menu Toestelinstellingen Programmeren Buffer Hysterese t Toestand bij levering Instelling 5 K 2 tot 20 K A Gewenste temperatuur B Inschakelhysterese C Verwarming verwarmingswaterbuffer Uit D Verwarming verwarmingswaterbuffer Aan Max. temperatuur Hoogste temperatuurgrens voor verwarmingswaterbuffer. Bij het bereiken van deze temperatuur stopt de verwarming van de verwarmingswaterbuffer. Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. Als de hier aangegeven waarde onder de max. mogelijke gewenste aanvoertemperatuur van een van de aangesloten verwarmingscircuits ligt, kan dit verwarmingscircuit bij grote warmtevraag misschien niet van de berekende aanvoertemperatuur worden voorzien. 220 Menu Toestelinstellingen Programmeren Warm water Max. temperatuur Toestand bij levering 60 Instelling 1 tot 70

221 Ruimtetemperaturen en schakeltijden Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Instelling van de gewenste ruimtetemperaturen en tijdprogramma's voor alle verwarmingscircuits (A1, M2 en M3). Bedieningshandleiding Afstandsbediening activeren Er kan voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening Vitotrol 200 worden gebruikt. Ja Nee Montagehandleiding Vitotrol 200 Afstandsbediening Vitotrol 200 voor verwarmingscircuit is aanwezig en geactiveerd. Afstandsbediening is niet geactiveerd. Menu Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 of Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 Afstandsbediening Toestand bij levering Instelling Nee Ja / Nee Opmerking Bij de instelling Handmatige werking h van de warmtepomp hebben de afstandsbedieningen geen functie. Steilheid/niveau van de verwarmingslijn Niveau en steilheid van de verwarmingslijn voor alle verwarmingscircuits (A1, M2 en M3). Bedieningshandleiding Service Invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling Bij aanwezige ruimtetemperatuursensor en vrijgegeven ruimtetemperatuur-bijschakeling (zie pagina 222) kan de invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling worden gekozen. Hoe hoger de waarde, des te groter is de invloed van de ruimtetemperatuur op de gewenste aanvoertemperatuur bij weersafhankelijke regeling van het betreffende verwarmingscircuit. 221

222 Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling (vervolg) Menu Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1, Verwarmingscircuit 2, Verwarmingscircuit 3 Steilh. ruimte-bijsch. Toestand bij levering 10 Instelling 0 tot en met 50 Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits) Deze parameter bepaalt onder welke omstandigheden de gewenste aanvoertemperatuur bij weersafhankelijke regeling door de ruimte-invloed moet worden gecorrigeerd. 0 Weersafhankelijke regeling zonder ruimte-invloed. Gewenste aanvoertemperatuur wordt niet gecorrigeerd. 1 Weersafhankelijke regeling met ruimte-invloed alleen voor de modus Verlaagd. 2 Weersafhankelijke regeling met ruimte-invloed alleen voor de modus Normaal. 3 Weersafhankelijke regeling met ruimte-invloed alleen voor de modus Verlaagd en Normaal. Menu Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1, Verwarmingscircuit 2, Verwarmingscircuit 3 Ruimte-T. bijsch. Toestand bij levering 3 Instelling 0 / 1 / 2 / 3 Max. gewenste aanvoertemperatuur Max. toegestane gewenste aanvoertemperatuur voor een verwarmingscircuit. 222

223 Max. gewenste aanvoertemperatuur (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuits De gewenste aanvoertemperatuur, die uit de buitentemperatuur en de verwarmingslijn resulteert, wordt door deze parameter op de max. gewenste aanvoertemperatuur begrensd. Bij het verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) regelt de warmtepomp op basis van de beperkte modulatie op de retourtemperatuur. De gewenste retourtemperatuur is de gewenste aanvoertemperatuur minus 5 K. Opmerking Omdat de warmtepompregeling met deze parameter alleen de gewenste waarde begrenst, moet in de aanvoer van een vloerverwarmingscircuit door de installateur in ieder geval een temperatuurbewaker voor de max. begrenzing van de temperatuur worden gemonteerd. Menu Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 of Verwarmingscircuit 2 of Verwarmingscircuit 3 Max. aanvoert. Toestand bij levering 40 Instelling 10 tot 70 Service 223

224 Regelingsinstellingen koeling Koeling Soort koeling. De koeling werkt op een van de verwarmingscircuits of een afzonderlijk koelcircuit. 0 Geen koeling. 1 natural cooling Directe koeling met de NC-box zonder mengklep. 2 natural cooling Directe koeling met de NC-box en mengklep. 3 active cooling Koeling met de AC-box. Menu Toestelinstellingen Programmeren Koeling Koeling Toestand bij levering 0 Instelling 0 / 1 / 2 / 3 Opmerking Omdat bij active cooling de compressor loopt, moet deze functie door de installatiegebruiker worden vrijgegeven (zie bedieningshandleiding). Koelcircuit Met deze parameter wordt vastgelegd of koeling in een van de verwarmingscircuits of in een afzonderlijk koelcircuit plaatsvindt. 1 Koelen op verwarmingscircuit A1 2 Koelen op verwarmingscircuit M2 3 Koelen op verwarmingscircuit M3 4 Koelen op afzonderlijk verwarmingscircuit Menu Toestelinstellingen Programmeren Koeling Koelcircuit Toestand bij levering 1 Instelling 1 / 2 / 3 / 4 Opmerking Koeling is niet gelijktijdig op meerdere verwarmings- of koelcircuits mogelijk. 224

225 Ruimtetemperatuur (afzonderlijk koelcircuit) Regelingsinstellingen koeling Voor het afzonderlijke koelcircuit kan met deze parameter een andere gewenste ruimtetemperatuur worden aangegeven dan voor de verwarmingscircuits. Daarmee is het bijv. mogelijk een opslagruimte onafhankelijk van de ingestelde gewenste ruimtetemperatuur ook in de winter te koelen. Menu Toestelinstellingen Programmeren Koeling Ruimtetemperatuur Toestand bij levering 20 Instelling 10 tot 30 Bedieningshandleiding Opmerking Voor de koeling op een verwarmingscircuit gebruikt de regeling de gewenste ruimtetemperatuur die resulteert uit de parameter Ruimte-T. Norm. en de stand van de draaiknop s. Min. gewenste aanvoertemperatuur (afzonderlijk koelcircuit) Wanneer op basis van buiten- en ruimtetemperatuur uit de koellijn een lagere gewenste aanvoertemperatuur dan de hier aangegeven waarde resulteert, wordt de aanvoertemperatuur op deze waarde geregeld. Opmerking Met deze waarde vindt nu een begrenzing van de gewenste aanvoertemperatuur plaats, niet van de werkelijke waarde. De hier aangegeven min. toegestane gewenste aanvoertemperatuur geldt zowel voor de koeling op een verwarmingscircuit alsook voor een afzonderlijk koelcircuit. Menu Toestelinstellingen Programmeren Koeling Min. aanvoert. Toestand bij levering 10 Instelling 1 tot 30 Service 225

226 Regelingsinstellingen koeling Steilh. ruimtebijsch. (afzonderlijk koelcircuit) Bij aanwezige ruimtetemperatuursensor kan de invloed van de ruimtetemperatuur-bijschakeling worden gekozen. Hoe hoger de waarde, des te groter is de invloed van de ruimtetemperatuur op de gewenste aanvoertemperatuur van het koelcircuit bij weersafhankelijke koeling. Koeling Steilh. ruimte-bijsch. Toestand bij levering 0 Instelling 0 tot 50 Menu Toestelinstellingen Programmeren Steilheid/niveau koellijn (koelcircuit/afzonderlijk koelcircuit) Als de ruimtemtemperatuur langere tijd niet overeenkomt met de ingestelde gewenste waarde, kan het koelgedrag aan de individuele omstandigheden van de omgeving worden aangepast. Dit vindt plaats door wijziging van de steilheid en het niveau van de koellijn voor de weersafhankelijke koeling. Het gewijzigde koelgedrag meerdere dagen (evt. op een grote weersverandering wachten) observeren voordat de instellingen opnieuw worden aangepast. Kortstondige wijzigingen van de ruimtetemperatuur kunnen met de draaiknop s worden ingesteld. Menu Toestelinstellingen Programmeren Koeling Niveau koellijn, Steilheid koellijn Niveau koellijn Steilheid koellijn Toestand bij levering 0 1,2 Instelbereik -15 tot 40 0 tot 3,5 226

227 Regelingsinstellingen datum/tijd Datum en tijd Datum en tijd zijn in de fabriek ingesteld en kunnen met de hand worden veranderd. Bedieningshandleiding Automatische omschakeling zomer-/wintertijd De beide tijdstippen voor omschakeling zijn bij levering telkens de nacht van zaterdag op zondag in het laatste weekeinde van maart en oktober. Deze instelling kan met de parameters Zomertijd - Maand, Zomertijd - Week, Zomertijd - Dag, Wintertijd - Maand, Wintertijd - Week, Wintertijd - Dag worden veranderd. Tijd Autom. zo./wi.-tijd Zomertijd - Maand Zomertijd - Week Zomertijd - Dag Wintertijd - Maand Wintertijd - Week Wintertijd - Dag : : : : : : : [1/0] Ja Menu Toestelinstellingen Programmeren Tijd Autom. zo./wi.-tijd of Zomertijd - Maand, Zomertijd - Week, Zomertijd - Dag, Wintertijd - Maand, Wintertijd - Week, Wintertijd - Dag NEE Terug Toestand bij Instelbereik levering Autom. zo./wi.- tijd Ja Ja Automatische omschakeling actief. Nee Automatische omschakeling niet actief. Zomertijd Januari tot en met december Maand tot 12 Zomertijd - Week 5 1 tot en met 5 Eerste tot en met laatste week van de maand Zomertijd - Dag 7 1 tot en Maandag tot en met zondag met 7 Wintertijd - Maand 10 1 tot en met 12 Januari tot en met december Service 227

228 Regelingsinstellingen datum/tijd Automatische omschakeling zomer-/wintertijd (vervolg) Toestand bij Instelbereik levering Wintertijd - Week 5 1 tot en met 5 Eerste tot en met laatste week van de maand Wintertijd - Dag 7 1 tot en met 7 Maandag tot en met zondag 228

229 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Algemene aanwijzingen In de volgende aansluitschema's staan alleen de uit te voeren aansluiten. In de tabellen worden ook fabrieksmatig aangebrachte aansluitingen toegelicht. De som van het vermogen van alle direct op de warmtepompregeling aangesloten componenten (bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, veiligheidsschakelaars) mag 1000 W niet overschrijden (voor alle printplaten samen). Als het totale vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, relais) groter dan opgegeven worden gekozen. De mantel van kabels voor de aansluitklemmen zo kort mogelijk afstrippen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen door elektrische stroom aanleiding zijn voor ernstig letsel en materiële schade. 230 V-kabels en laagspanningskabels gescheiden van elkaar aanleggen, dicht op de klemmen bundelen en met de meegeleverde kabelbinders fixeren. Daarmee wordt gegarandeerd dat in geval van storing, bijv. bij het losraken van een ader, verschuiven van aders naar een aangrenzend spanningsgebied wordt voorkomen. Aansluitklemmen kunnen (afhankelijk van toesteluitvoering) in de toestand bij levering bezet zijn. Als twee componenten op een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten beide aders samen in 1 adereindhuls worden geperst. Aanwijzingen bij de printplaten Overzicht van de printplaten zie pagina 106. Voor de klemaanduidingen worden deze op de printplaten (bijv. X1.2) voorafgegaan door de cijfers 1 tot en met 4 (bijv. 3X1.2). Deze cijfers zijn aan de 4 printplaten toegewezen: 3X1.2: printplaat 3, klemstrip X1, klem 2 1X1.?: printplaat 1, klemstrip X1, willekeurige aansluitklem aarde 1X2.N: printplaat 1, klemstrip X2, willekeurige aansluitklem neutraalgeleider Nulleider en aardleider: Nulleider en aardleider van alle componenten worden op de klemstrips X1 en X2 van printplaat 1 (verbindingsprintplaat) aangesloten. Service 229

230 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) Meld- en veiligheidscomponenten op printplaat 1 (verbindingsprintplaat) X1 1??????????????????? X N N N N N N N N N N N N N N N N N q-q N L1 N' L' L1 P X P F1 U F1 q-i G q-w q-e q-r + q-t q-z q-u De volgende klemmen hebben een geschakelde fase L1: 1X3.1 1X3.2 1X3.3 1X3.7 1X3.11 1X

231 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Meld- en veiligheidsaansluitingen op printplaat 1 (verbindingsprintplaat) Pos. Functie Toelichting Klemmen q Q Netschakelaar Op bedieningseenheid 1X2.2 1X2.3 1X3.16 1X3.17 q W q E q R Extern blokkeren, mengklep DICHT Externe aanvraag warmtepomp, mengklep OPEN, modusomschakeling Storingsmelding volgende warmtegenerator Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: blokkering actief geopend: geen blokkering Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Aansluiting door installateur Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: aanvraag geopend: geen aanvraag Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Aansluiting door installateur Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: geen storing geopend: storing Schakelvermogen 230 V, 0,1 A 1X3.2 1X3.14 of op externe uitbreiding H1 1X3.13 1X3.12 of op externe uitbreiding H1 1X3.11 1X3.10 q T Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat of brug Aansluiting door installateur, bij aansluiting brug verwijderen Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: veiligheidscircuit vrij geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V~, 0,5 A Aansluiting door installateur: serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheidscomponenten brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten 1X3.8 1X3.9 Service 231

232 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) Pos. Functie Toelichting Klemmen q Z Blokkering door energiebedrijf Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij) geopend: blokkering actief Schakelvermogen 230 V, 0,5 A 1X3.7 1X3.6 q U q I Stromingsbewaker broncircuit Toestelzekering F1 (T 6,3 A) Aansluiting door installateur, bij aansluiting brug verwijderen Potentiaalvrij contact nodig: gesloten: warmtepomp in bedrijf geopend: warmtepomp uit bedrijf Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Aansluiting door installateur, bij aansluiting brug verwijderen 1X3.3 1X

233 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Bedrijfscomponenten 230 V~ op printplaat 2 (basisprintplaat) Service X7 X8 L1 N N N N N N N N L1 N M 1~ A1 2. r wyp 2 wxq U 1 wyq wyw wye wyr wyt wyz wyu wyi N N N N N N N N M 1~ r M2 M2 r 12 w-q w-w w-e w-r w-t w-z w-u w-i w-o 13 w 233

234 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) Printplaat 2, klemstrip X8 Pos. Functie Toelichting Klemmen Einde van het veiligheidscircuit Spanning bij storingsvrij veilig- 2X8.1 (type BW/WW) heidscircuit Aansturing compressor (type BW/WW) via EEVregelaar Warmtevraag: contact gesloten, op 2X8.2 is spanning 2X8.1 2X8.2 (koelcircuitrege- ling) Als compressor niet loopt, controleren of vrijgave van EEVregelaar aanwezig is (eigen relais op EEV-printplaat, zie pagina 245) Interne aansluiting vrij vrij 2X8.3 2X8.4 w Q w W w E w R w T w Z w U Primiare pomp (type BW/ WW), aansturing bronpomp Aansturing NC-box ( natural cooling ) of aansluiting nc-signaal van de AC-box Secundaire pomp (type BW/WW) Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) trap 1 Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2, signaal OPEN Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2, signaal DICHT CV-pomp van het verwarmingscircuit met mengklep M2 Max. vermogen: 200 W Aansluiting door installateur 2X8.5 Aansluiting door installateur 2X8.6 Bij installatie zonder verwarmingswaterbuffer is niet nog een CV-pomp nodig (zie klem 2X7.9) Max. vermogen: 130 W Aansluiting door installateur Vermogen 10 W Aansluiting door installateur 230 V Aansluiting door installateur 230 V Aansluiting door installateur Max. vermogen: 100 W Aansluiting door installateur 2X8.7 2X8.8 2X8.9 2X8.10 2X

235 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Pos. Functie Toelichting Klemmen w I Boilerlaadpomp, (tapwaterzijde), 2-weg-afsluitklep (plaats van inbouw zie pagina 40) Boilerlaadpomp en 2-weg-afsluitklep parallel schakelen Max. vermogen: 130 W Aansluiting door installateur 2X8.12 w O Aansturing elektrisch verwarmingselement voor warmwaterboiler (alleen met extra relais) of circulatiepomp voor de tapwaterverwarming (externe warmtegenerator) Als de externe warmtegenerator niet voor de tapwaterverwarming wordt gebruikt, kan de aansluiting voor het aansturen van een elektrisch verwarmingselement in de warmwaterboiler worden gebruikt. Vermogen 10 W Aansluiting door installateur 2X8.13 Printplaat 2, klemstrip X7 Pos. Functie Toelichting Klemmen wyp Aansturing/aanvraag van de externe warmtegenerator Potentiaalvrij maakcontact: gesloten: aanvraag geopend: geen aanvraag Schakelvermogen 250 V~, 4(2) A niet geschikt voor veiligheidslaagspanning ( 42V~) 2X7.1 2X7.2 wyq wyw wye Aansluiting door installateur vrij vrij 2X7.4 Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel Vermogen 10 W 2X7.5 Aansluiting door installateur (accessoires) trap 2 Aansluiting ac-signaal van de AC-box ( active cooling ) en parallelle aansluiting hulprelais voor circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit Aansturing van de mengklepmotor voor de externe warmtegenerator, signaal OPEN 230 V Vermogen 10 W Aansluiting door installateur 230 V Aansluiting door installateur 2.X7.6 2X7.7 Service 235

236 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) Pos. Functie Toelichting Klemmen wyr Aansturing van de mengklepmotor voor de externe warmtegenerator, signaal DICHT 230 V Aansluiting door installateur 2X7.8 wyt wyz wyu CV-pomp verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) Circulatiepomp voor de boilerverwarming (type BW/WW, verwarmingswaterzijde, plaats van inbouw zie pagina 40) Tapwatercirculatiepomp (extra uitgang met schakeltijden) Als er een verwarmingswaterbuffer aanwezig is, wordt deze pomp aanvullend op de secundaire pomp ingebouwd Max. vermogen: 100 W Aansluiting door installateur Max. vermogen: 130 W Spanning: 230 V Aansluiting door installateur Max. vermogen: 50 W Spanning: 230 V Aansluiting door installateur wyi Groepsalarmmelding Spanningsloos contact: gesloten: storing geopend: geen storing Contactbelasting 250 V~, 4(2) A niet geschikt voor veiligheidslaagspanning 2X7.9 2X7.10 2X7.11 2X7.12 2X7.13 wxq Circulatiepomp voor de boilerverwarming (warmtepomp 2. trap, type BWS/ WWS), (verwarmingswaterzijde, plaats van inbouw zie pagina 75) Aansluiting door installateur Max. vermogen: 130 W Spanning: 230 V Aansluiting door installateur 2X7.3 Opmerking De spanningsvoeding 230 V~ voor de maakcontacten van alle relais op de klemstrips 2X7 en 2X8 vindt plaats via de klem 2X

237 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Sensoren en KM-BUS op printplaat 3 (sensorprintplaat) Opmerking Op de klemmen van de volgende sensoren mag door de installateur niets worden aangesloten (intern bezet): F1, F5, F10, F11, F15, F19, F22. Overige bezette klemmen afhankelijk van toesteluitrusting: F2, F3, F8, F9, F17, F18, F21, F23. Aansluitings- en bedradingsschema's Service 237

238 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) e-q X2 GND LON KM F2 F3 F4 F5 F8 F9 F18 F19 F0 F1 F6 F7 F10 F11 F12 F13 F14 F15 F16 F17 F20 F21 F22 F X1 2 M2 e-w e-e e-r e-t e-z e-u e-i e-o eyp Pos. Sensor / KM-BUS Type Aanduiding Klemmen e Q KM-BUS KM-BUS 3X1.25 3X2.25 e W Buffertemperatuursensor Pt 500 F4 3X1.22 3X

239 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Pos. Sensor / KM-BUS Type Aanduiding Klemmen e E Buitentemperatuursensor Ni 500 F0 3X1.16 3X2.16 e R Boilertemperatuursensor boven Pt 500 F6 3X1.14 3X2.14 e T Boilertemperatuursensor beneden Pt 500 F7 3X1.13 3X2.13 e Z Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep (M2) Ni 500 F12 3X1.10 3X2.10 e U e I e O eyp Aanvoertemperatuursensor installatie (met dompelhuls, achter verwarmingswaterbuffer of externe warmtegenerator) Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (directe verwarmingscircuit A1 of afzonderlijke koelcircuit) Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator Aanvoertemperatuursensor primair circuit (gemeenschappelijke sensor, indien warmtepomp 2. trap, type BWS/WWS aanwezig) Interne aansluiting Retourtemperatuursensor primair circuit (gemeenschappelijke sensor, indien warmtepomp 2. trap, type BWS/WWS aanwezig) Interne aansluiting Aanvoertemperatuursensor secundair circuit (type BW/WW) Interne aansluiting Pt 500 F13 3X1.9 3X2.9 Ni 500 F14 3X1.8 3X2.8 Ni 500 F16 3X1.6 3X2.6 Pt 500 F20 3X1.4 3X2.4 Pt 500 F2 3X5.2 3X5.3 en 3X1.24 3X2.24 Pt 500 F3 3X5.4 3X5.5 en 3X1.23 3X2.23 Pt 500 F8 3X5.8 3X5.9 en 3X1.20 3X2.20 Service 239

240 Aansluitings- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en (vervolg) Pos. Sensor / KM-BUS Type Aanduiding Klemmen Retourtemperatuursensor secundair circuit (type BW/WW) Interne aansluiting Pt 500 F9 3X5.10 3X5.11 en 3X1.19 3X2.19 Retourtemperatuursensor secundair circuit (warmtepomp 2. trap, type BWS/WWS) Interne aansluiting Pt 500 F18 3X6.6 3X6.7 en 3X1.18 3X2.18 Bedrijfscomponenten 230 V~ op printplaat 4 (indien warmtepomp 2. trap, type BWS/WWS aanwezig) X L r-q N N r-w r-e X Pos. Functie Toelichting Klemmen r Q Geschakelde fase L Spanningsvoeding 230 V~ voor X41.1 maakcontacten (relais K2 tot en met K4) Vrij Vrij X41.2 r W Secundaire pomp Bij installatie zonder verwarmingswaterbuffer X41.3 is niet nog een CV-pomp nodig Max. vermogen: 130 W Aansluiting door installateur r E Primaire pomp Max. vermogen: 200 W Aansluiting door installateur X

241 Overzicht van de printplaten en (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Pos. Functie Toelichting Klemmen Einde van het veiligheidscircuiheidscircuit Spanning bij storingsvrij veilig- X42.1 Aansturing compressor via EEV-regelaar (koelcircuitregeling) Warmtevraag: contact gesloten, op X42.1 en X42.2 is spanning Als compressor niet loopt, controleren of vrijgave van EEVregelaar aanwezig is (eigen relais op EEV-printplaat, zie pagina 245) Interne aansluiting X42.2 Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, laststroomkring In de volgende bedradingsschema's zijn alleen de voor het veiligheidscircuit, het stuurstroomcircuit en de laststroomkring relevante contacten afgebeeld. Overzicht van de printplaten zie pagina 106. Voor de klemaanduidingen worden deze op de printplaten (bijv. X1.2) voorafgegaan door de cijfers 1 tot en met 3 (bijv. 3X1.2). Deze cijfers zijn aan de 3 printplaten toegewezen. Voorbeeld: 3X1.2: printplaat 3, klemstrip X1, klem 2 1X1.?: printplaat 1, klemstrip X1, willekeurige aansluitklem aarde 1X2.N: printplaat 1, klemstrip X2, willekeurige nulleider-aansluitklem Service 241

242 Aansluitings- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Veiligheidscircuit Opmerking Het veiligheidscircuit kan op de klemmen 1 tot en met qp onder de aanraakbeveiliging (zie pagina 105) worden gecontroleerd. Verklaring van de tekens en afkortingen op de aanraakbeveiliging: L' geschakelde fase N' geschakelde nulleider EVU blokkering energiebedrijf DSW draaistroombewaker Sole P drukbewaker primair circuit Çϑ vorstbeveiligingsthermostaat ϑ Sole 1 thermische beveiliging op primaire pomp SHD1 hoge druk veiligheidsschakelaar ND1 lage druk schakelaar RHD1 schakelaar hogedrukregeling MSS1 motorveiligheidsschakelaar VSA1 softstarter massieve as K1 relais aansturing compressor EEV elektronisch expansieventiel 242

243 Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's A N L1 1 X B C D H F E G I Service Y 243

244 Aansluitings- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) 1 Klem 1 op 10-polig klemmenblok onder aanraakbeveiliging (zie pagina 105) A Netaansluiting van de warmtepompregeling B Externe aanvraag C Storingsmelding volgende warmtegenerator (bij aansluiting brug verwijderen) D Stromingsbewaker E Extern blokkeren F Blokkering door energiebedrijf G Meldingang blokkering door energiebedrijf H Fasenbewaker I Meldingang fasenbewaker X Aansluiting stuurstroomcircuit, zie pagina 247 Y Vervolg veiligheidscircuit, zie volgende afbeelding = Stekker in de kabelboom 244

245 Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema's Warmtepomp 2. Trap Type BWS/WWS 4 Warmtepomp Type BW/WW Y 4 J K K 5 L 5 L M M 6 N 6 N O 7 8 P Q O 7 8 P Q R R S S 9 T 9 T Service U U qp qp V V 245

246 Aansluitings- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Opmerking Betekenis van de legenda voor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) overeenkomstig de legenda voor warmtepomp (type BW/WW). O P Q R Hogedrukregeling (brug in fabriek gemonteerd) Meldingang lage druk Meldingang hogedrukregeling Motorbeveiliging compressor 4 - qp Klemmen 4 tot en met 10 op 10-polig klemmenblok onder aanraakbeveiliging (zie pagina 105) J Brug (als geen veiligheidselement wordt aangesloten) of drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligingsthermostaat K Motorbeveiliging primaire pomp (indien aanwezig, anders brug gemonteerd) L Meldingang primaire bron M Hogedruk-veiligheidsschakelaar N Melding hoge veiligheidsdruk Opmerking Ook thermische beveiliging van softstarter massieve as en indien aanwezig, afzonderlijke motorbeveiliging van de compressor kunnen hier zijn aangesloten. S Meldingang motorbeveiliging compressor T Compressor-relais (vrijgave regeling) U Schakelcontact op EEV-regelaar (koelcircuitregeling) V Compressorrelais Y Vervolg veiligheidscircuit, zie vorige afbeelding = Stekker in de kabelboom 246

247 Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Stuurstroomcircuit Aansluitings- en bedradingsschema's L C X A B C D E F G H I J K L A B C D E F G H I J K L X Z Geschakelde fase Aansturing externe warmtegenerator (spanningsloos) Aansturing verwarmingswaterdoorstroomelement (accessoires) trap 2 Aansluiting ac-signaal van de ACbox ( active cooling ) en Circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit Mengklep OPEN externe warmtegenerator Mengklep ~DICHT externe warmtegenerator CV-pomp verwarmingscircuit zonder mengklep A1 Circulatiepomp voor de boilerverwarming (type BW/WW, verwarmingswaterzijde) Tapwatercirculatiepomp ( Schakelt. extra. uitg. ) Groepsalarmmelding (spanningsloos) Compressorrelais van de warmtepompregeling (voor aansturing EEV-regelaar, type BW/WW) Aansturing verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) trap 1 Aansluiting veiligheidscircuit, zie pagina 242 Vervolg stuurstroomcircuit, zie volgende afbeelding ach Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstroomtoestel (stekker in kabelboom) Service Z 247

248 Aansluitings- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Z 248 M N O P Q R S T U V W a b M Primaire pomp (type BW/WW) en aansturing bronpomp N Aansturing NC-box ( natural cooling ) of aansluiting nc-signaal van de ACbox O Secundaire pomp (type BW/WW) P Mengklep OPEN verwarmingscircuit met mengklep M2 Q Mengklep~DICHT verwarmingscircuit met mengklep M2 R CV-pomp voor verwarmingscircuit met mengklep M2 S Boilerlaadpomp (tapwaterzijde) / 2- weg-afsluitklep T Aansturing elektrisch verwarmingselement of tapwaternaverwarming met circulatiepomp van de externe warmtegenerator U Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) Warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) V Secundaire pomp warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) W Primaire pomp warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) Z Vervolg stuurstroomcircuit, zie vorige afbeelding a Compressorrelais van de warmtepompregeling (voor aansturing EEV-regelaar) warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) b Aansturing van de compressor via EEV-regelaar warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) sg Secundaire pomp (stekker in de kabelboom)

249 Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Laststroomkring compressor Aansluitings- en bedradingsschema's B A A Netaansluiting compressor B Fasenbewaker (zie ook pagina 138), alleen bij type BW/WW C Compressorrelais (zie ook pagina 245) D Motorbeveiliging (zie ook pagina 245) E Starter F Compressor C 95 D 96 E F Service 249

250 Aansluitings- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit, stuurstroomcircuit, (vervolg) Laststroomkring verwarmingswater-doorstroomtoestel B C A A Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel B Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstroomtoestel C Trap 1 D Trap 2 E Verwarmingswater-doorstroomtoestel met veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) D E 250

251 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Aanwijzingen voor het bestellen van reserveonderdelen! Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. A Typeplaatje Onderdelen voor type BW/WW+BWS/WWS 001 Compressor 002 Filterdroger 003 Elektronisch expansieventiel (EEV) 004 Drukschakelaar 005 Hogedruksensor 006 Lagedruksensor 009 Verdamper 013 Afdichting R ¼ 014 Pakking A 7 30 x 44 x 2 mm 015 Pakking A 7 27 x 39 x 2 mm 017 O-ring 7 28 x 2,5 mm 018 Set wartelmoeren 019 Schraderventiel 020 Borgveer 021 Afdichtingskappen 023 Ontluchtings-/aftapkraan 025 Membraandoorvoertule DG Membraandoorvoertule DG Slang primaire retour DN32, lengte 463 mm met wartelmoer G1¼ 028 Slang primaire aanvoer DN32, lengte 298 mm met wartelmoer G1¼ 029 Bevestigingsplaat 030 Steekverbindingsnippel G1 D Stop G1 033 Rubberbuffer 034 Isolatie compressor 036 Veerbandklem DN Borgklem 038 Aansluiting 039 Aansluiting G1½ 040 Buisclip 044 Slang secundaire aanvoer 045 Slang secundaire retour 047 Frontplaat warmtepompmodule 048 Behuizing warmtepompmodule 049 Condensor 050 Leiding verwarmingswaterretour/ retour warmwaterboiler 052 Leiding verwarmingswateraanvoer/aanvoer warmwaterboiler 056 Stop G1 057 Stop G1¼ 058 Buisklem 059 Bodemplaat warmtepompmodule 061 Transportbeveiliging 062 Bevestiging compressor 063 Houder warmtewisselaar 064 Isolatie slang 065 Leiding primaire aanvoer 066 Leiding primaire retour 067 Leiding secundaire aanvoer 068 Leiding secundaire retour 069 Koelmiddelleiding compressor 070 Koelmiddelleiding condensor/compressor 071 Koelmiddelleidingen vullen/drukschakelaar 072 Koelmiddelleiding expansieventiel/ verdamper 073 Koelmiddelleiding filterdroger/ expansieventiel 074 Koelmiddelleiding condensor/filterdroger 113 Netaansluitklemmen 114 Thermorelais 117 Relais 251 Service

252 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg) 118 Temperatuursensor 120 Aanstuurmodule 127 Softstarter massieve as (vanaf nom. vermogen 8 kw) 129 Aansturing elektronisch expansieventiel (EEK) 130 Transformator 138 Aanraakbeveiliging 200 Frontplaat 201 Bovenplaat 202 Zijplaat rechts 203 Zijplaat links 204 Bevestigingsplaat 208 Achterplaat 209 Bodemplaat 210 Stelpoot Overige onderdelen voor type BW/WW 100 Bedieningseenheid 101 Houder voor bedieningseenheid met Optolink 102 Wipschakelaar 2-polig 106 Printplaat 2 (basisprintplaat) 107 Printplaat 3 (sensorprintplaat) 108 Printplaat 1 (verbindingsprintplaat) met kabelboom 116 Fasenbewaker 119 Buitentemperatuursensor 140 Zekering T6, 3A 205 Sierdoppen 206 Logo Vitocal Afdekklep regeling 307 Printplaat 4 (alleen bij 2-traps uitvoering BW+BWS/WW+WWS) Onderdelen zonder afbeelding voor type BW/WW+BWS/WWS 112 Kabelboom 230 V 121 Kabelset aanstuurmodule 126 Steekklem 128 Aansluitkabel softstarter massieve as (vanaf nom. vermogen 8 kw) 131 Kabelset elektronisch expansieventiel (EEV) 132 Kabelboom hoge druk 133 Kabelboom lage druk 134 Aansluitkabel elektronisch expansieventiel (EEV) 135 Aansluitkabel compressor 137 Kabelschroefkoppelingen 139 Kabelset aarding 300 Bedieningshandleiding 301 Montage- en servicehandleiding 302 Lakstift, vitozilver 303 Spuitbuslak, vitozilver 305 Bevestigingselementen 306 Verbindingselementen Overige onderdelen zonder afbeelding voor type BW/WW 103 Flat-cable 50-polig 104 Flat-cable 24-polig 105 Flat-cable 26-polig 109 Codeerstekker Zekeringhouder (T6, 3A) 111 Kabelboom laagspanning 115 Hulpcontact

253 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg) 122 Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstroomtoestel 123 Leidingset verwarmingswaterdoorstroomtoestel Service 253

254 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg) A VITOCAL

255 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg) Service

256 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg)

257 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst (vervolg) Service

258 Protocollen Protocol van de hydraulische parameter Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijfstelling Vortsbescherming (grondmedium) C 15 Test externe pompen van de verwarmingscircuits Type circulatiepomp Trap van circulatiepomp Instelling overstortklep Ingebruikname primair circuit Aanvoertemperatuur primair circuit C Retourtemperatuur primair circuit C Temperatuurverschil ΔT: aanvoertemperatuur secundair circuit = K 3 tot 5 35 C bij aanvoertemperatuur primair circuit = 10 C aanvoertemperatuur secundair circuit = K 2 tot 4 35 C bij aanvoertemperatuur primair circuit = 0 Verwarming pomphuis primaire koelcircuitpomp (NC-box) Nee Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarming Onder de volgende omstandigheden gemeten: Ruimtetemperatuur C Buitenluchttemperatuur C Temperatuur WW-boiler boven constant? Ja (±1 K) Aanvoertemperatuur secundair circuit C stijgend van naar Temperatuurverschil ΔT Secundaire aanvoer / Secundaire retour 6 tot 8 K Protocol van de regelingsparameters Parameter Pagin a Instelbereik Installatiedefinitie Installatieschema tot en met 11 (pagina 16) Taal 193 Duits T.-verschil verwarmen tot 20 K 4 K 258 Toestand bij levering 2 Eerste inbedrijfstelling

259 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Parameter Pagin a Instelbereik Toestand bij levering T.-verschil koelen tot 20 K 4 K Zwembad 194 Ja/Nee Nee Cascadeaansturing: 195 hoofdtoestel 0 tot 1 0 volgende warmtepomp 0 tot 1 0 Aantal externe WP tot 3 0 Vermogen volgende tot 255 kw 10 kw WP Externe uitbreiding 196 Ja/Nee Nee Modus-omsch. VC tot Modus-omsch. Effect tot 3 2 Modus-omsch. Periode tot 12 h 8 h Externe aanvr./meopen tot 7 4 Extern blokkeren/medi tot 8 4 Ext. blokkeren effect tot 31 0 Type Vitosolic tot 2 0 Vitocom Ja/Nee Nee Schakelt. ex. uitg. (bijv. 203 tapwatercirculatiepomp) Compressor Vrijgave 204 Ja/Nee Ja Vermogen tot 255 kw 10 kw Externe warmtegenerator Ext. warmtegenerator 206 Ja/Nee Nee Voorrang 206 Ja/Nee Ja Bivalentietemperatuur tot Ext. WE voor WW 207 Ja/Nee Nee Warm water Boiler-T. WW tot 70 C 50 Schakeltijden WW 208 Min. temperatuur tot Max. temperatuur tot Hysterese tot 10 K 7 K Hyst. extra verw tot 30 K 10 K Inschakeloptimalisatie 210 Ja/Nee Nee Uitschakeloptimalisatie 210 Ja/Nee Nee Eerste inbedrijfstelling Service 259

260 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Parameter Pagin a Instelbereik Toestand bij levering Extra functie 210 Ja/Nee Nee 2. gewenste temperatuur tot temperatuursensor 211 Ja/Nee Nee Extra verwarming 212 Ja/Nee Nee WW met elektro 212 Ja/Nee Ja Elektrische verwarming Verw.-doorstroomt. 213 Ja/Nee Nee Verwarmen met elektro 213 Ja/Nee Ja Max. trap E-verw tot 3 3 Trap bij blokk. energieb tot 3 0 Hydraulica WP voor bouwdrogen 215 Ja/Nee Nee Estrikprogramma tot 12 0 Gew. aanvoer ext tot 70 C 50 C aanvr. Verwarmingswaterbuffer Buffer 219 Ja/Nee Nee Schakelt. buffer 219 Vaste temperatuur tot 70 C 50 C Hysterese tot 20 K 5 K Max. temperatuur tot 70 C 60 C Verwarmingscircuit A1 Ruimte-T. normaal tot 30 C 20 C Ruimte-T. verlaagd tot 30 C 16 C Schakeltijden VC 221 Afstandsbediening 221 Ja/Nee Nee Niveau verwarmingslijn tot 40 0 Steilh. verwarmingslijn tot 3,5 0,6 Steilh. ruimtebijsch tot Ruimte-T. bijsch tot 3 3 Max. aanvoert tot 70 C 40 C Eerste inbedrijfstelling 260

261 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Parameter Pagin a Instelbereik Verwarmingscircuit M2 Ruimte-T. normaal tot 30 C 20 C Ruimte-T. verlaagd tot 30 C 16 C Schakeltijden VC 221 Afstandsbediening 221 Ja/Nee Nee Niveau verwarmingslijn tot 40 0 Steilh. verwarmingslijn tot 3,5 0,6 Steilh. ruimtebijsch tot Ruimte-T. bijsch tot 3 3 Max. aanvoert tot 70 C 40 C Verwarmingscircuit M3 Ruimte-T. normaal tot 30 C 20 C Ruimte-T. verlaagd tot 30 C 16 C Schakeltijden VC 221 Afstandsbediening 221 Ja/Nee Nee Niveau verwarmingslijn tot 40 0 Steilh. verwarmingslijn tot 3,5 0,6 Steilh. ruimtebijsch tot Ruimte-T. bijsch tot 3 3 Max. aanvoert tot 70 C 40 C Koeling Koeling tot 3 0 Koelcircuit tot 4 1 Ruimtetemperatuur tot Min. aanvoert tot Steilh. ruimtebijsch tot 50 0 Niveau koellijn tot 40 0 Steilheid koellijn tot 3,5 1,2 Datum/tijd Datum en tijd 227 Autom. zo./wi.-tijd 227 Ja/Nee Ja Zomertijd - Maand t/m 12 3 Zomertijd - Week t/m 5 5 Zomertijd - Dag t/m 7 7 Wintertijd - Maand t/m Wintertijd - Week t/m 5 5 Wintertijd - Dag t/m 7 7 Toestand bij levering Eerste inbedrijfstelling 261 Service

262 Technische gegevens Technische gegevens Opmerking Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aansluitvermogen. Het totale vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het totale vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component groter dan opgegeven worden gekozen. De aangegeven stroomwaarde geeft de max. schakelstroom van het schakelcontact aan (totale stroom van 5 A in acht nemen). Aansturing externe warmtegenerator en groepsalarmmelding zijn niet geschikt voor veiligheidslaagspanning. Aansluitwaarden van de bedrijfscomponenten Componenten Aansluiting Aansluitvermogen [W] Primaire pomp (type BW/ WW) / bronpomp Primaire pomp warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) Circulatiepomp voor de boilerverwarming (verwarmingswaterzijde) warmtepomp 2. trap (type BWS/ WWS) Boilerlaadpomp (tapwaterzijde) Spanning [V] 2X (2) 4X (2) 2X (2) 2X (2) 2X (2) Secundaire pomp 2X (2) Secundaire pomp warmtepomp 4X (2) 2. trap (type BWS/ WWS) CV-pomp A1 2X (2) Max. schakelstroom [A] 262

263 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Componenten Aansluiting Aansluitvermogen [W] Spanning [V] Max. schakelstroom [A] CV-pomp M2 2X (2) Circulatiepomp afzonderlijk 2X (2) koelcircuit met AC-box en aansturing ac-signaal van de AC-box Tapwatercirculatiepomp 2X (2) (schakeltijden extra uitgang) Circulatiepomp voor de 2X (2) tapwaternaverwarming of aansturing elektrisch verwarmingselement Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel 2X (2) trap 1 (accessoires) Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel 2X (2) trap 2 (accessoires) Aansturing externe warmtegenerator 2X7.1 sp. loos 250 4(2) 2X7.2 contact Groepsalarmmelding 2X7.12 sp. loos 250 4(2) 2X7.13 contact Totale stroom max. 5(3) A Service 263

264 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Opmerking COP volgens EN 255 bij 0/35 C met 10 K spreiding ca. 5 tot 6 % hoger dan volgens EN Type BW/BWS BW/BWS Vermogensgegevens volgens EN (0/35 C, -5 K spreiding) Nominaal vermogen kw 6,2 8,4 10,2 12,1 15,1 17,6 Koelvermogen kw 4,9 6,6 8,1 9,6 11,9 13,8 Elektr. vermogensopname kw 1,38 1,82 2,23 2,57 3,27 3,99 Vermogenscoëfficiënt 4,5 4,6 4,6 4,7 4,6 4,4 (COP) Grond (primair circuit) Inhoud l 2,8 2,8 3,2 4,0 4,0 4,0 Min. debiet (beslist aanhouden) l/h Doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Min. aanvoertemperatuur C Verwarmingswater (secundair circuit) Inhoud l 4,0 4,5 5,2 5,2 5,2 5,2 Min. debiet (beslist aanhouden) l/h Doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C

265 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Type WW/WWS WW/WWS Vermogensgegevens volgens EN (10/35 C, -5 K spreiding) Nominaal vermogen kw 8, ,6 15,8 19,8 21,6 Koelvermogen kw 6,7 9,2 11,6 13,3 16,6 17,9 Elektr. vermogensopname kw 1,4 2,0 2,3 2,8 3,3 4,3 Vermogenscoëfficiënt 5,7 5,5 5,6 5,3 5,7 4,9 (COP) Grondwater (primair circuit) Inhoud l 2,8 2,8 3,2 4,0 4,0 4,0 Min. debiet bij ca. 4 K l/h spreiding (beslist aanhouden) Doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Min. aanvoertemperatuur C Verwarmingswater (secundair) Inhoud liter 4,0 4,5 5,2 5,2 5,2 5,2 Min. debiet (beslist aanhouden) liter/h Doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Type BW/BWS, WW/WWS BW/BWS, WW/WWS Verwarmingswaterdoorstroomtoestel (alleen type BW/WW) Vermogen kw trapsgewijs 3/6/9 Service 265

266 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) BW/BWS, WW/WWS Nom. spanning verwar- V 3/N/PE 400 V/50 Hz mingswater-door- stroomtoestel Zekering verwarmings- 1xB16A-3-polig water-doorstroomtoe- stel Nom. spanning compressor warmtepomp 2. trap (type BWS/WWS) V 3/PE 400 V/50 Hz Nom. stroom compressor A ,6 13,5 Aanloopstroom compressor A * 4 20 * 4 22 * 4 25 * 4 27 * 4 Aanloopstroom compressor bij geblokkeerde rotor A Zekering compressor A 1xC1 1xZ16A-3-polig (Z-karakteristiek nodig) 6A 3- polig Nom. spanning regeling V 1/N/PE 230 V/50 Hz Zekering regeling 1xB16A Zekering regeling A T 6,3 A H Beschermingsklasse I I I I I I Beschermingsgraad IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 Koelcircuit Medium R 407 C Inhoud kg 1,45 1,8 2,3 2,44 2,3 2,1 Compressor type Scroll hermetisch gesloten Toegest. werkdruk Primair circuit bar Secundair circuit bar Afmetingen Totale lengte mm Totale breedte mm Totale hoogte mm * 4 Met softstarter massieve as 266

267 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) BW/BWS, WW/WWS Aansluitingen Primaire aanvoer en G 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ retour Verwarmingsaanvoer R en -retour Gewicht kg Geluidsniveau bij 0/35 C (meting in overeenstemming met EN ISO ) db(a) Service 267

268 Appendix Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp Zend de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax aan uw Viessmann-verkoopkantoor. Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennis van zaken aanwezig is. Installatiegegevens: Opdrachtgever Installatieplaats Controlepunten aankruisen: = Hydraulisch schema voor installatievoorbeeld bijgevoegd: = Installatievoorbeeld 1 = Installatievoorbeeld 2 = Installatievoorbeeld 3 = Schets voor afwijkend hydraulisch schema = Verwarmingscircuits volledig geïnstalleerd en gevuld = Elektrische installatie volledig uitgevoerd = Hydraulische leidingen volledig geïsoleerd = Alle ramen en buitendeuren dicht = Aardsonden/bronnen en verbindingsleidingen volledig geïnstalleerd = Componenten voor koeling volledig geïnstalleerd (optioneel) Gewenst tijdstip: 1. Datum Tijd 2. Datum Tijd De bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de huidige Viessmann-prijslijst in rekening gebracht. Plaats/Datum Handtekening 268

269 Verklaringen Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 300-G, type BW/BWS, WW incl. warmtepompregeling met de volgende normen overeenstemt: 7003 EN met A1; EN ; EN ; EN ; EN 292/T1/T2 EN ; EN 294 EN ; EN 349 EN ; EN 378; DIN EN ; BGR 500-hoofdstuk 2.35 EN ; Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gemarkeerd: 2004/108/EG 97/23/EG 98/37/EG 2006/95/EG Identificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (97/23/EG): categorie I, module A Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V , zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 300-G worden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn is bepaald (zie ontwerphandleiding). Allendorf, 25 november 2008 Viessmann Werke GmbH&Co KG Service vert. Manfred Sommer 269

270 Index Index Symbole 1. compressortrap compressortrap 204 in- en uitschakelvoorwaarden gewenste temperatuur warm water temperatuursensor weg-omschakelklep A Aansluiting elektrisch primair circuit secundair circuit Aansluiting aan grondzijde Aansluitingen traps...59 elektrische Aansluitingen door installateur traps...59 Aansluitings- en bedradingsschema's Aantal volgende warmtepomp Aantal externe warmtepompen Aanwijzingen active cooling...18 Afmetingen traps...59 Afstandsbediening Afstandsmodule Aftap- en ontluchtingskranen overzicht Aftappen B Bedrijfscomponenten Bedrijfsuren Belastingklasse Belastingklassen Benodigde toestellen...23, 52, 54 Bivalentietemperatuur Blokkering energiebedrijf...119, 135 vermogenstrap verwarmingswaterdoorstroomtoestel Boiler met boilerlaadsysteem...54 Boilerlaadsysteem...54 Boilernaverwarming Bouwdrogen Buffer C Cascade Circulatiepomp Code Componenten...115, 121 Conformiteitsverklaring Contact energiebedrijf D Datum wijzigen Diagnose compressortrappen looptijden temperaturen en drukken warmtepompmodule Draaistroombewaker Drukbewaker grondcircuit Drukbewaker primair circuit Druk controleren...145, 147 E Eerste inbedrijfstelling...143, 268 EEV-regelaar EHE Elektriciteitsonderneming...17 Elektrische aansluiting 103, 121 Algemene aanwijzingen...9 componenten koelfuncties pompen sensoren warmtepompregeling

271 Index Index (vervolg) Elektrische aansluitingen kabels invoeren Elektrische verwarming Elektrisch verwarmingselement Energiebalans Energiebedrijf...17 Estrikprogramma Expansievat controleren...145, 147 Ext. aanvraag Ext. blokkeren Ext. mengklep dicht Ext. mengklep open Extern blokkeren effect pompen Externe aanvraag Externe uitbreiding Externe warmtegenerator bivalentietemperatuur voorrang voor warm water Externe wartmegenerator vrijgave Extra elektrische verwarming...212, 213 maximumtrap Extra functie Extra uitgang schakeltijden Extra verwarming F Fasenbewaker Functiebeschrijving...17 blokkering energiebedrijf...22 tapwateropwarming...20 verwarmingscircuit...17 verwarmingswaterbuffer...17 verwarmingswaterdoorstroomtoestel...20 G Garantie Geldigheidsverwijzing Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag maximale minimale Gewenste ruimtemperatuur verlaagd Gewenste ruimtetemperatuur koeling normaal Gewenste temperatuur verwarmingswaterbuffer warmwaterboiler Gewenste temperatuur warm water.211 Groepsalarmmelding H Hoofdtoestel Hoogte ruimte...10 Huistemperatuur van de compressor controleren Hydraulische parameters Hysterese tapwaterverwarming verwarmingswaterbuffer Hysterese extra verwarming I Inbedrijfstelling Informatiecode Inschakeloptimalisering Inspectie Installatiedefinitie Installatiedruk controleren...145, 147 Installatieruimte...10 Installatieruimte (type BW/BWC)...10 Installatieschema Installatieschema's overzicht...15 Installatieschema Installatieschema Installatieschema Installatievoorbeeld Installatievoorbeeld

272 Index Index (vervolg) Installatievoorbeeld Interne componenten...14 K Kantelhoek...10 KM-BUS Koelcircuit 224 modellen en configuratie...18 Koelcircuit op dichtheid controleren. 144 Koelen...18 modus...19 ruimte-invloed...19 weersafhankelijke regeling...19 Koelfunctie...18 Koelfuncties elektrische aansluiting Koelgrens Koeling gewenste ruimtetemperatuur koelcircuit min. aanvoertemperatuur ruimte-invloed Koellijn niveau steilheid L Laststroomkring compressor Laststroomkring verwarmingswaterdoorstroomtoestel Looptijd M Max. gewenste aanvoertemperatuur Max. temperatuur verwarmingswaterbuffer warmwaterboiler Meld- en veiligheidscomponenten...230, 240 Meldingen display Mengklep dicht Mengklep open Menustructuur Min. aanvoertemperatuur Min. temperatuur warmwaterboiler Minimumafstanden traps...58 Module afstandsbewaking Modus modus-omschakeling ruimte-invloed modus-omschakeling Modus-omschakeling modus periode verwarmingscircuits werking N natural cooling...18 Netaansluiting Niveau koellijn verwarmingslijn O Omschakeling wintertijd Omschakeling zomertijd Onderdelenlijsten Onderhoud Opdracht tot eerste inbedrijfstelling. 268 Overzicht sensoren, aftap- en ontluchtingskranen Overzicht van de menustructuur P Periode modus-omschakeling Plaatsing 12 2-traps...59 type BW/BWC...10 Pompen

273 Index Index (vervolg) Pompen extern blokkeren Primair circuit aansluiten type BW...23 type WW...25 Primiar circuit vullen, ontluchten, druk controleren Printplaat , 240 Printplaat Printplaat Protocollen R Regelingsinstellingen compressor datum/tijd elektrische verwarming externe warmtegenerator hydraulica installatiedefinitie koeling verwarmingscircuits verwarmingswaterbuffer warm water Regeling solarcircuit Regelingsparameters...148, 258 Reparatiewerkzaamheden Ruimte-invloed...19 modus steilheid steilheid voor koeling Ruimtetemperatuur-bijschakeling invloed invloed voor koeling modus S Schakeltijden extra uitgang tapwaterverwarming verwarmingscircuit verwarmingswaterbuffer Secundair circuit aansluiten Sensoren...110, 237 controleren overzicht Serviceniveau Solarregeling Steilheid koellijn ruimte-invloed ruimte-invloed voor koeling verwarmingslijn Storingsindicatie opvragen Storingsinformatiecode Storingsmelding Storingsmeldingen Stuurstroomcircuit T Taal Tapwater boilertemperatuur Tapwatercirculatiepomp Tapwaternaverwarming Tapwateropwarming...52 Tapwaterverwarming 2. gewenste temperatuur temperatuursensor extra functie extra verwarming hysterese inschakeloptimalisering met externe warmtegenerator schakeltijden uitschakeloptimalisering Temperatuursensor

274 Index Index (vervolg) Temperatuurverschil koelen verwarmen Thermostaat Tijdprogramma tapwaterverwarming verwarmingscircuit verwarmingswaterbuffer Tijd wijzigen Toestelzekering U Uitschakeloptimalisering V Vakman Vaste temperatuur Veiligheidscircuit Vermogen 1. compressortrap volgende warmtepomp warmtepomp Verwarmingscircuit tijdprogramma Verwarmingscircuit aansluiten Verwarmingscircuits modus-omschakeling Verwarmingsgrens Verwarmingslijn niveau steilheid Verwarmingswarbuffer gewenste temperatuur Verwarmingswaterbuffer hysterese max. temperatuur schakeltijden tijdprogramma Verwarmingswaterdoorstroomtoestel maximumtrap vermogenstrap bij blokkering energiebedrijf vrijgave Vitocom Vitosolic Vitotrol Vloerverwarming Volgende warmtepomp aantal vermogen Voorrang externe warmtegenerator Vorstbeveiligingsthermostaat Vrijgave compressor W Waarschuwingen Wandafstanden traps...58 Warm water 2. gewenste temperatuur temperatuursensor boilertemperatuur extra functie extra verwarming inschakeloptimalisering uitschakeloptimalisering Warmwaterboiler gewenste temperatuur max. temperatuur met interne warmtewisselaar...52 min. temperatuur vorstbescherming Weersafhankelijke regeling...19 Weerstandslijnen van de sensoren

275 Index Index (vervolg) Z Zekering controleren Zwembad...124,

276 Geldig voor Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Grond/water- en water/water warmtepomp Vitocal 300-G, 1- en 2-traps Serienr. Vermogen Type BW/WW Type BWS/WWS (warmtepomp 2. trap) 6 kw kw kw kw kw kw Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.A06 tot A17, 5,9 tot 17,0 kw type WW 301.A06 tot A17, 7,9 tot 23,0 kw Warmtepomp 1- en 2-traps type BWC 301.A06 tot

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A18 type BWS 351.A18 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets VIESA VITOIGO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 9 70 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitoligno 00-C met twee verwarmingscircuits met mengklep,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESA VITOCAL -G/-G Type BWT/BWT-C.B06 tot B0 Type BWT.B06 tot B0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 556 079 L /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. ID: 605086_0_06, Vitocal ///-G, een

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCAL 00-G VITOCAL 50-G Installatievoorbeelden VITOCAL 00-G type BW 0.A tot A45 type BWS 0.A tot A45 VITOCAL 50-G type BW 5.A8 type BWS 5.A8 Geselecteerde installatievoorbeelden 567 65 L 6/04 Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWC, WW/WWC Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G 2/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 200-G 5/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 242-G/222-G type BWT Compact-Energy-Tower voor een laag-energiehuis Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 242-G/222-G 4/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 VIESA VITOCA -S Type AWT-AC.A04 tot A, B0, B VITOCA 4-S Type AWT-AC 4.A04 tot A, B0, B Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 49 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal -S/4-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden VIESMA VITOCA -G/-G Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden /05 Inhoudsopgave. ID: 60508_0_0, Vitocal -G/-G, een verwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur ansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIES Vitocal 00- type WO/WO-E-C 0.D0 tot D6 type WO-/WO--E-C 0.D0 tot D6 Lucht/water-warmtepomp, monoblokuitvoering voor verwarming en koeling Vitocal

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1 VIESA VITOSOIC 00 Type SD Installatievoorbeelden VITOSOIC 00 type SD Geselecteerde installatievoorbeelden 5675 07 /05 Inhoudsopgave. ID: 6059_50_0, tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler, met

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas VIESA VITODES 00-W Type BHA 9 tot 0 kw HR-wandtoestel op gas Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 77 89 /06 Inhoudsopgave. Eén verwarmingscircuit zonder mengklep, met open verdeler...

Nadere informatie

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! ontage- en servicehandleiding voor de vakman VIESA Zonneregelingsmodule type Type S voor wandmontage, bestelnr. 79 07 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 577 5 0/0 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11.

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11. VIESMANN VITOCAL 300 Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type WW Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming

Nadere informatie

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling KW Z WW Verwarmingscircuitregeling zonder mengklep De gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit wordt uit volgende parameters bepaald: buitentemperatuur, gewenste kamertemperatuur, bedrijfsprogramma

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling Hoofdcomponenten Lucht/waterwarmtepomp in split- of monoblock-uitvoering: Vitocal 00-A Vitocal 00-S Warmtepompregeling: Vitotronic 00, type WOC Verwarmingswaterbuffer: Vitocell 00-W, type SVPA Warmwaterboiler:

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCA 00-G VITOCA 50-G Installatievoorbeelden VITOCA 00-G type BW/BWS/BWC 0.B06 tot B7 VITOCA 50-G type BW/BWS/BWC 5.A07 Geselecteerde installatievoorbeelden 557 0 4/04 Inhoudsopgave Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg)

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg) Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 00 (vervolg). Vitobloc 00 vanaf type E-50/8 met twee verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer, installatie met meerdere ketels (twee condensatieketels)

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 2/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Installatievoorbeelden 0 Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra A Versie /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoudsopgave... 8.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwpakket water/water-warmtepomp Voor volgende warmtepompen: Type BW/BWS 301.A06 tot A17 Type BWC 301.A06 tot A17 Type BW/BWS 351.A07 en A18 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G type BWC 201.A06 tot A17, 6 tot 17 kw 1-traps warmtepomp met elektrische aandrijving, 400 V~ type BWC-M 201.A06 tot A10, 6 tot 10 kw

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-G Compacte warmtepomp Brine/water-warmtepomp voor verwarming en tapwateropwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW 301.A21 tot A45 type BWS 301.A21 tot A45 Warmtepompen met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Installatievoorbeelden Middelgrote en grote ketels. Ontwerphandleiding. Installatievoorbeelden. Functie Hydraulica Componenten Elektra

VIESMANN. Installatievoorbeelden Middelgrote en grote ketels. Ontwerphandleiding. Installatievoorbeelden. Functie Hydraulica Componenten Elektra VIESA Installatievoorbeeld iddelgrote grote ketels Ontwerphandleiding Installatievoorbeeld Functie Hydraulica Compont Elektra 589 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoud... 5. CV-ketel, 0000 kw. Overzicht

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 8/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box Voor koelfunctie natural cooling Bestelnr. 7462 052 zonder mengklep Bestelnr. 7462 054 met mengklep Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOTWIN 300-W Type C3HC VITOTWIN 350-F

VIESMANN VITOTWIN 300-W Type C3HC VITOTWIN 350-F VIESA VITOTWI 00-W Type CHC VITOTWI 50-F Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 577 885 /0 Inhoudsopgave. icro-wkk Vitotwin 00-W met multivalente verwarmingswaterbuffer met geïntegreerde

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 343 Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 343 4/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.B06 tot B17, 5,9 tot 17,0 kw type BWC 301.B06 tot B17, 5,9 tot 17 kw Warmtepomp 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/BWS 351.B20 tot B42, 20,0 tot 42,0 kw Brine-/water-warmtepomp 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 200 4/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300 VIESMANN VITOCAL 300/350 Warmtepomp Grond/water 6,4 tot 32,6 kw Water/water 8,4 tot 43,0 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 00 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 00 5/009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Warmtepompen met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 46 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 3/2016 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW/BWS, WW. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW/BWS, WW. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties. Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.B06 tot B17 type BWC 301.B06 tot B17 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Brine/water-warmtepomp:

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset condenswaterbak Voor Vitocal 300-A met serienr. 7440 159 tot 7440 162 Voor Vitocal 350-A met serienr. 7439 961 tot 7439 968 Veiligheidsinstructies Volg

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok estelnr.: 7426 465, 7426 538 VITOTROL 100 7/2009 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVW Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud VITOCELL 100-V 9/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps VISMNN VITOL 300-G rine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps Technische gegevens rtikelnummer en prijzen: zie prijslijst Warmtepompen met elektrische aandrijving

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCELL 160-E VITOCELL 100-E VITOCELL 100-E

VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCELL 160-E VITOCELL 100-E VITOCELL 100-E VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E Boiler voor verwarmingswateropslag 200 tot 1000 liter inhoud Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 17 VITOCELL

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 100. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 100. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 100 4/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 100-S. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 100-S. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitoligno 00-S type VB Houtvergassingsketel voor kloofhout van 45 tot 50 cm Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOIGO 00-S 4/00 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-S type AWS Warmtepomp met elektrische aandrijving

Nadere informatie