VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V)"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 343 Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 343 4/2006 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidshandleiding Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. & De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. & Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. & Gasafsluitkraan sluiten. & Ramenendeurenopenzetten. & Personen verwijderen uit de gevarenzone. & Gas- en elektriciteitsbedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. & Haal de stekker uit de wandcontactdoos. & Openramenendeuren (buiten). & Deuren van woonverblijven sluiten. 2

3 Veiligheidshandleiding Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Werkzaamheden aan de installatie & Haal de stekker uit de wandcontactdoos. & Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. & Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. Herstelwerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werkingvandeinstallatiein gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen! Opgelet Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnendewerkingvande installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Naar binnen brengen... 9 Opstelling... 9 Overzicht van de mogelijke installatie-uitvoeringen Functiebeschrijving bij de installatieuitvoeringen Primairzijdige installatieuitvoering Installatieuitvoering Installatieuitvoering Installatieuitvoering Installatieuitvoering Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Montagevoorbereidingen Waterafvoer monteren Warmtepomp voorbereiden Aanstuurmodule inbouwen Warmtepomp plaatsen Elektrische leidingen naar binnen voeren Externe elektrische componenten aansluiten Netaansluiting Draaiveld van de netaansluiting controleren V-Softstarter massieve as inbouwen (vanaf BWT 108) V-Softstarter massieve as inbouwen (alle types) Warmtepomp elektrisch aansluiten Warmtedragerdrukbewaker of brug aansluiten Secundaire circuit aansluiten Aansluitconsole Tapwateraansluiting Verwarmingscircuitaansluiting Zonnecircuitaansluiting (optioneel) Aansluiting warmtedragersysteem Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Aanvullende info over de stappen Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Diagnose

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur hoofdmenu Overzicht van de menustructuur - informatie Overzicht van de menustructuur - Programmeren Overzicht van de menustructuur - Installateursfunctie Regelingsinstellingen door de vakman Installateursfunctie activeren Sensortemperaturen aanpassen Signaalingangen controleren Manuele besturing van relais en mengklep Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Contact energiebedrijf: 1S Gemiddelde tijd buitentemperatuur Stookgrens < T-ruimte (verwarmingsgrenstemperatuur) Temperatuurgrens voor verlaagde werkingsmodus Vorstbeschermingstemperatuur Regelingsinstellingen installatiedefinitie Blokkering door energiebedrijf condensor Maximale aanvoertemperatuur Minimimumretourtemperatuur Hysterese T.-primair/min. T.-primair Aan Looptijd minimaal Min. condensor uit Aanvoer primaire / secundaire pomp Optimale looptijd Regelingsinstellingen Elektrische verwarming Elektrische verwarming Blokkering energiebedrijf verwarmingswater-naverwarmer Stoken met elektriciteit Warm water met elektrisch systeem Maximale aanvoertemperatuur Wachttijd verwarmingselement Drempel elektrische verwarming Maximale trap elektrische verwarming Regelingsinstellingen interne hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Tijd bouwdrogen Hysterese aanvoer

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Nalopen interne pomp Max. stappen 3-weg-klep Regelingsinstellingen zonnecollector Zonnecollector Maximumtemperatuur Hysterese zonnecircuitpomp aan/hysterese zonnecircuitpomp uit Hysterese pompkick Looptijd pompkick Dode tijd pompkick Debiet Regelingsinstellingen warm water Warm water boilertemperatuur Temperatuur programma warm water Programma circulatiepomp Werkingsmodus Warmwaterboiler maximaal Hysterese warm water verwarmingswater-naverwarmer/hysterese Inschakeloptimalisatie Uitschakeloptimalisatie Extra functie Warm Water e gewenste temperatuur warm water Volume boiler voor warmtepomp Reactie overschot Warm water voorrang Maximale looptijd warm water Maximale onderbreking warm water Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Normale temperatuur Verlaagde temperatuur Temperatuur programma Verwarmingscircuit Afstandsbediening Werkingsmodus Maximale aanvoertemperatuur Minimumaanvoertemperatuur Warm water bij Partyfunctie Reactie overschot Kamertemperatuursensor Inclinatie kameropschakeling Kamertemperatuuropschakeling Inschakeloptimalisatie

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Maximale correctie van de aanvoertemperatuur Kamerregeling Niveau en inclinatie van de stooklijn instellen Integrale ruimteregelaar Verhoging T.-aanvoer Looptijd mengklep Parameters mengklep Estrikfunctie Registratieband/dode band mengklep natural cooling Koelgrens < T-ruimte (koelgrenstemperatuur) Niveau/Inclinatie koellijn natural cooling met mengklep Registratieband/dode band natural cooling -mengklep Looptijd koelmengklep Parameters koelmengklep Regelingsinstellingen buffer Buffer Programma buffer Vaste temperatuur Hysterese temperatuur Maximumtemperatuur Uitschakeloptimalisatie Reactie overschot Componenten Weerstandslijnen van de sensoren Zekering Aansluitings- en bedradingsschema Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Hoofdaansluitbereik Veiligheidscircuit 400 V-apparaten Veiligheidscircuit 230 V-apparaten Linker gedeelte van de hoofdprintplaat Bovenste en onderste gedeelte van de hoofdprintplaat Rechte gedeelte van de hoofdprintplaat Onderdelenlijsten Protocollen Protocol van de hydraulische parameters

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Protocol van de regelingsparameters Technische gegevens 400 V-apparaten Technische gegevens 230 V-apparaten Bijlage Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal Verklaringen Conformiteitsverklaring Index

9 Naar binnen brengen Als bescherming tegen beschadiging het apparaat in een krat naar binnen brengen. Bij weinig plaats kan de krat verwijderd worden. Pallet voor aanlevering onder het toestel laten staan. Wij adviseren het apparaat met de Viessmann-transporthulpen te bewegen. Het apparaat daarbij met spanriemen beveiligen. Bij het naar binnen brengen en opstellen bedraagt de max. toegest. kantelhoek voo de condensor 30. Opstelling Eisen aan de opstelruimte Vereiste hoogte van de ruimte bij gebruik van de aansluitconsole min mm. Opmerking Om schade aan het gebouw te voorkomen toegestane vloerbelasting respecteren. Type Totaalgewicht met tapwatervulling kg BWT BWT BWT ! Montagehandleiding Opgelet Om schade aan het apparaat te voorkomen tijdens het transport zonder pallet bovenkant van apparaat, voorkant en zijwanden niet belasten. Apparaat niet op voorkant of zijwanden neerleggen. Kantelmaten van het basistoestel Toesteloppallet 2395mm Toestel alleen 2085 mm De opstelruimte moet droog en vorstvrij zijn. Om corrosieschade te voorkomen de warmtepompinstallatie voor zonnewarmte volgens de regels der techniek dampdiffusiedicht isoleren. Om contactgeluiden te voorkomen het toestel niet op houten vloeren op zolder zetten. Montage 9

10 Montagehandleiding Opstelling (vervolg) Maten van de bovenplaat (bovenaanzicht) A Inbrengbereik elektrische leidingen (lengte van de leidingen in het toestel ca mm) B Primaire uitgang C Primaire ingang D Hydraulisch aansluitveld 10

11 Montagehandleiding Opstelling (vervolg) Afstandmaten (bovenaanzicht) A min mm B Afstand vereist voor demontage van de frontplaten. Maat ook bij gebruik blindframes van aanhouden. C Naar keuze rechts of links D Bij afstanden > 80 mm is een trekbelemmering van de elektrische aansluitkabels nodig Montage 11

12 Montagehandleiding Opstelling (vervolg) Eisen aan de aansluitingen ter plekke A Apparaatafmetingen B Geadviseerd uitlaatbereik van de hydraulische aansluitingen ter plekke (bij montage met aansluitconsole verplicht) 12

13 Montagehandleiding Opstelling (vervolg) C Mogelijke plaats (midden van buis) van de afvoeraansluiting ter plekke DN 32 voor condenswater bij wandafstand >45 mm D Plaats (midden van buis) van de afvoeraansluiting ter plekke DN 32 voor condenswater bij wandafstand15tot>45mm E Mogelijk uitlaatbereik van de warmtedragend medium aansluitingen en/of de elektrische leidingen ter plekke. F Bovenkant afgewerkte vloer Overzicht van de mogelijke installatie-uitvoeringen De volgende tabel toont een overzicht van alle mogelijke installatieuitvoeringen. De schema's op de volgende pagina's stellen als voorbeeld 4 typische uitvoeringen van warmtepompinstallaties voor. Montage Installatieschema in de regeling Basisuitvoering Extra uitvoering natural (slechts één optie per installatieschema mogelijk) cooling Direct verwarmingscircuit Verwarmingscircuit met mengklep Warmwaterboiler Buffer Open verdeler/ verzamelaar 2 X X X X X 4 X X X X 6 X X X X X X 13

14 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatieuitvoeringen Opmerking De werking van de 230 V-apparaten is in d niet toegestaan. Vereiste voor de werking van de 230 V-apparaten in andere landen is dat in het elektriciteitsnet aldaar aanloopstroom tot 45 A is toegestaan (eventuele verdere landspecifieke voorschriften respecteren). De toepassingsvoorbeelden zijn aanbevelingen en moeten door de installateur op volledigheid en functioneren gecontroleerd worden. Voor planning, installatie en werking de betreffende geldende voorschriften en richtlijnen respecteren. Verwarmingscircuit Warmtepompen hebben een minimumdoorzet aan verwarmingswater nodig. De in het betreffende technische gegevensblad aangegeven waarden absoluut aanhouden. Exact berekende radiatorverwarmingsinstallaties hebben in de regel kleine watervolumes in het systeem. Bij dergelijke installaties een warmwaterbuffer van voldoende grootte inzetteen om te vaak in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen. Warmtepompen kunnen naargelang stroomtarief bij pieklasttijden door het energiebedrijf uitgesachakeld worden. Om die reden bij een snel afkoelend verwarmingssysteem (radiatoren) een warmwaterbuffer installeren. Het volume van de warmwaterbuffer zo dimensioneren dat de opgeslagen warmte-inhoud het afkoelen van het gebouw tijdens de uitschakeltijden voorkomt. Bij de installatieuitvoeringen 2 tot 4 wordt niet de secundaire pomp maar een aparate circulatiepomp als CVpomp ingezet. Wij adviseren het debiet van de CV-pomp kleiner dan het debiet van de secundaire pomp te kiezen. Om het verschil van deze watervolumes te compenseren parallel aan het CV-circuit een warmwaterbuffer voorzien. Bei massieve systemen, zoals bijv. een vloerverwarming, kan van een warmwaterbuffer afgezien worden. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de CV-circuitverdeler geïnstalleerd worden die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daardoor is ook bij gesloten verwarmingscircuits het minimum circulerende volume gegarandeerd. Als een verwarmingswater-naverwarmer is geïnstalleerd, moet in combinatie met een vloerverwarmingscircuit een thermostaat (toebehoren, best.nr of ) worden geïnstalleerd. De thermostaat bijv. aan het vloerverwarmingscircuit aansluiten. 14

15 Functiebeschrijving bij de installatieuitvoeringen (vervolg) Parallel geschakelde warmwaterbuffer Montagehandleiding Warmwaterbuffers dienen voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in warmtepomp- en verwarmingscircuits. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkleppen wordt verlaagd, blijft het debiet in het warmtepompcircuir constant. Voor de inzet van de warmwaterbuffer spreekt: Installaties zonder warmaterbuffer & Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf & Constant debiet door de warmtepomp & Looptijdverlenging an de warmtepomp Wegens het grotere debiet en eventueel aparte afsluiting van de warmtegenerator nog een of een groter expansievat voorzien. Montage Om voor minimumdebiet van het verwarmingswater te zorgen geen mengklep inbouwen. Koelfunctie natural cooling In de zomermaanden kan het temperatuurniveau van het primaire circuit voor de koeling van het gebouw gebruikt worden. De functie natural cooling is een bijzonder energiebesparende methode van gebouwenkoeling. Er moet alleen een geringe stroomhoeveelheid voor de circulatiepompen voor ontsluiting van de koelbron aarde gebruikt worden. De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwateropwarming gebruikt. De aansturing van de circulatiepompen, omschakelkleppen en mengkleppen alsmede het vastleggen van de temperaturen vindt plaats door de warmtepompregeling via de uitbreidingsset natural cooling. Deze functie kan ook door componenten ter plaatse worden overgenomen (voorstel voor bedrading zie ontwerphandleiding Vitocal 200/343). De dooipunt bewaking vindt plaats via een externe vocht-opbouwschakelaar. 15

16 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatieuitvoeringen (vervolg) In principe is de koelfunctie natural cooling qua capaciteit niet met airconditioningsinstallaties of koudwatersets te vergelijken. Met natural cooling wordt geen ontvochting uitgevoerd. De koelcapaciteit hangt af van de temperatuur van de warmtebron, die aan seizoensschommelingen is onderworpen. Zo zal de koelcapaciteit uit ervaring aan het begin van de zomer groter zijn dan aan het eind vandezomer. Bovendien hangt het verloop van de temperatuur van de warmtebron af van het gebouw. Door grote raampartijen of door interne bronnen (verlichting, elektrische apparaten) stijgt de warmtebrontemperatuur in de loop van het jaar sneller dan dat bij een geringere koebehoefte het geval is. Voor de koeling van het gebouw kan gekozen worden uit vloerverwarmingen en betonkernkoelingen, radiatorverwarmingen zijn niet geschikt. Er moet voor gezorgd worden dat eventueel voorhanden kamerthermostaten bij gebruik van de koelfunctie met de hand of door stelmotoren worden geopend. Tapwateropwarming met de warmtepomp De tapwateropwarming door de warmtepomp is in de toestand bij levering ten opzichte van het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld en vindt bij voorkeur 's nachts plaats. De regeling schakelt bij boilerlading de circulatiepomp uit om de boilerlading niet behinderen. Met zonnewarmte ondersteunde tapwateropwarming Bij voldoende straling kan de tapwateropwarming uitsluitend via het zonensysteem plaatsvinden. Voor de optimalisering van het zonnedekkingspercentage adviseren wij de verwarming van de warmwaterboiler door de warmtepomp tot het bovenste boilervolume te beperken. Dat gebeurt door een geïntegreerde, met de hand te bedienen 3-weg-omschakelklep. 16 De regeling schakelt bij boilerlading de circulatiepomp uit om de boilerlading niet behinderen.

17 Functiebeschrijving bij de installatieuitvoeringen (vervolg) Overzicht van de interne componenten Montagehandleiding Montage HR Verwarmingsretour HV Verwarmingsaanvoer KW Koud water RL Retour zonnesysteem VL Aanvoer zonnesysteem WW Warm water Z Circulatie A Primaire retour (preimaire uitgang) B Primaire aanvoer (primaire ingang) C Aanvoertemperatuursensor van het secundaire circuit D Verwarmingswater-naverwarmer E Secundaire pomp F 3-weg omschakelklep Verwarmen/warm water G H K L M N O P R S T U Platenwarmtewisselaar voor de boileropwarming Bovenste boilertemperatuursensor Retourtemperatuursensor van het zonnewarmtecircuit Zonnecircuitpomp Onderste boilertemperatuursensor Warmwaterboiler Warmtewisselaar zonnesysteem 3-weg-omschakeklep (handmatig) Boilerlaadpomp Retourtemperatuursensor van het secundaire circuit Warmtepompmodule Primaire pomp 17

18 Montagehandleiding Primairzijdige installatieuitvoering Hydraulisch schema A Interface naar de warmtepomp (zie vanaf pagina 19) 2 Pakket toebehoren voor het warmtedragend medium 3 Verdeler warmtedragend medium voor aardsonden/aardcollectoren 4 Aardsonden/aardcollectoren qq Drukschakelaar warmtedragercircuit Elektrische aansluiting Aansluiting van de drukbewaker voor het warmtedragercircuit qq ziepagina21. Benodigde apparaten Pos. Naam Aantal 2 Pakket toebehoren voor het warmtedragend medium 1 3 Verdeler warmtedragend medium voor aardsonden/ aardcollectoren naar behoefte 4 Aardsonden/aardcollectoren naar behoefte qq Drukschakelaar warmtedragercircuit 1 18

19 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 Een direct aangesloten verwarmingscircuit, door zonnewarmte ondersteunde tapwateropwarming (optioneel) en koelfunctie natural cooling (optioneel) Opmerking Voor de realisering van deze installatieuitvoering moet in de regeling Installatieschema 2 worden gekozen. Hydraulisch schema Montage 19

20 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) A Interfacenaardeprimairezijde (zie vanaf pagina 18) B min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Vitocal Stortklep 6 Membraanexpansievat verwarmingscircuit 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar qp Vloerverwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi afstandsbediening Vitotrol 200 qo Kamertemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat zonnecircuit wz Uitbreiding zonnecircuit wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Vocht-opbouwschakelaar eq Circulatiepomp (secundaire koelcircuitpomp) ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep 20

21 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 Montage F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorverhitter H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling 21

22 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) qt Groepsalarmmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor wr Collectortemperatuursensor Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V A Voorkant aanstuurmodule (met kenplaatje) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit condensor F Fasenregelaar G Aansluiting fasenregelaar H Condensorbescherming K Aansluiting condensor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 22

23 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) Aan te sluiten componenten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen ziepagina68 Montage 23

24 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-naverwarmer (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) 24 H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-apparaten is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina 14.

25 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt groepsalarmmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor wr Collectortemperatuursensor Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V Montage A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit condensor H Condensorbescherming K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Werkingscondensator Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 25

26 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) Aan te sluiten componenten Werkingscondensator aan de softstarter massieve as aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving ziepagina90 Zieapartemontagehandleidingen ziepagina68 Benodigde apparaten voor installatieuitvoering 1 Benodigde apparaten Pos. Naam Aantal 1 Vitocal Stortklep 1 6 Membraanexpansievat voor het CV-circuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) qp Vloerverwarmingscircuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Kamertemperatuursensor 1 wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie zonnecircuit we Zonnecollectoren naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het zonnecircuit 1 wz Uitbreiding zonnecircuit 1 Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 ep Vocht-opbouwschakelaar natural cooling 1 eq Circulatiepomp (secundaire koelcircuitpomp) 1 ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het zonnecircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 26

27 Montagehandleiding Installatieuitvoering 1 (vervolg) Pos. Naam Aantal et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit 1 rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep 1 Installatieuitvoering 2 Een direct aangesloten verwarmingscircuit met verwarmingswaterbuffer, door zonnewarmte ondersteunde tapwateropwarming (optioneel) en koelfunctie natural cooling (optioneel) Opmerking Voor de realisering van deze installatieuitvoering moet in de regeling Installatieschema 2 worden gekozen. Montage 27

28 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Hydraulisch schema A Interfacenaardeprimairezijde (zie vanaf pagina 18) B min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Vitocal Membraanexpansievat verwarmingscircuit 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi afstandsbediening Vitotrol

29 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) qo Kamertemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat zonnecircuit wz Uitbreiding zonnecircuit wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Vocht-opbouwschakelaar ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep Montage 29

30 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorverhitter H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit 30

31 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Groepsalarmmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V Montage A Voorkant aanstuurmodule (met kenplaatje) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit condensor F Fasenregelaar G Aansluiting fasenregelaar H Condensorbescherming K Aansluiting condensor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 31

32 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Aan te sluiten componenten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding 32

33 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 Montage F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-naverwarmer (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-apparaten is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina

34 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt groepsalarmmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit condensor H Condensorbescherming K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Werkingscondensator Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 34

35 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Aan te sluiten componenten Werkingscondensator aan de softstarter massieve as aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving ziepagina90 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Benodigde apparaten voor installatieuitvoering 2 Pos. Naam Aantal 1 Vitocal Membraanexpansievat voor het CV-circuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer Vitocell 050, type SVW of SVP 1 qp Vloerverwarmingscircuit 1 qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Kamertemperatuursensor 1 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie zonnecircuit we Zonnecollectoren naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het zonnecircuit 1 wz Uitbreiding zonnecircuit Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 ep Vocht-opbouwschakelaar natural cooling 1 ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het zonnecircuit) 1 35 Montage

36 Montagehandleiding Installatieuitvoering 2 (vervolg) Pos. Naam Aantal er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit 1 rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep 1 Installatieuitvoering 3 Een mengklepcircuit met verwarmingswaterbuffer, door zonnewarmte ondersteunde tapwateropwarming (optioneel) en koelfunctie natural cooling (optioneel) Opmerking Voor de realisering van deze installatieuitvoering moet in de regeling Installatieschema 4 worden gekozen. 36

37 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Hydraulisch schema Montage A Interfacenaardeprimairezijde (zie vanaf pagina 18) B min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Vitocal Membraanexpansievat verwarmingscircuit 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi afstandsbediening Vitotrol 200 qo Kamertemperatuursensor 37

38 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat zonnecircuit wz Uitbreiding zonnecircuit wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Vocht-opbouwschakelaar ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rp Verwarmingspomp mengklepcircuit rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 38

39 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 Montage F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorverhitter H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling 39

40 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) qt Groepsalarmmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit condensor F Fasenregelaar G Aansluiting fasenregelaar H Condensorbescherming K Aansluiting condensor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 40

41 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep aan de uitbreidingsset tp aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Montage 41

42 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-naverwarmer (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) 42 H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-apparaten is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina 14.

43 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt groepsalarmmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V Montage A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit condensor H Condensorbescherming K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Werkingscondensator Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 43

44 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep aan de uitbreidingsset tp aansluiten Werkingscondensator aan de softstarter massieve as aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen ziepagina90 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Benodigde apparaten voor installatieuitvoering 3 Pos. Naam Aantal 1 Vitocal Membraanexpansievat voor het CV-circuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer Vitocell 050, type SVW of SVP 1 qp Vloerverwarmingscircuit qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Kamertemperatuursensor 1 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 rp Verwarmingspomp mengklepcircuit 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie zonnecircuit we Zonnecollectoren naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het zonnecircuit 1 wz Uitbreiding zonnecircuit Optie koelfunctie natural cooling 44

45 Montagehandleiding Installatieuitvoering 3 (vervolg) Pos. Naam Aantal 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 ep Vocht-opbouwschakelaar natural cooling 1 ew Driewegomschakelklep 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het zonnecircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 Installatieuitvoering 4 Montage Een direct aangesloten verwarmingscircuit met verwarmingswaterbuffer, door zonnewarmte ondersteunde tapwateropwarming (optioneel) en koelfunctie natural cooling (optioneel) Opmerking Voor de realisering van deze installatieuitvoering moet in de regeling Installatieschema 6 worden gekozen. 45

46 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Hydraulisch schema A Interfacenaardeprimairezijde (zie vanaf pagina 18) B min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 46 1 Vitocal Membraanexpansievat verwarmingscircuit

47 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi afstandsbediening Vitotrol 200 qo Kamertemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat zonnecircuit wz Uitbreiding zonnecircuit wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Vocht-opbouwschakelaar ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rp Verwarmingspomp mengklepcircuit rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep zp radiatorverwarmingscircuit Montage 47

48 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorverhitter H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit 48

49 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Groepsalarmmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor tp KM-BUS: Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V Montage A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit condensor F Fasenregelaar G Aansluiting fasenregelaar H Condensorbescherming K Aansluiting condensor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. 49

50 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep aan de uitbreidingsset tp aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding 50

51 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen aan hoofdaansluitbereik X60 Montage F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-naverwarmer (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-apparaten is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina

52 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) qq Drukbewaker warmtedragercircuit (als de drukbewaker niet geïnstalleerd wordt, moet de meegeleverde brug gebruikt worden) qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt groepsalarmmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 (met kamertemperatuursensor), zie ook pagina 66 qo Kamertemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 66 wp KM-BUS: Uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor tp KM-BUS: Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V A Voorkant aanstuurmodule (met typeplaat) B Netaansluiting condensor C Interne verbinding naar de schakelkast D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit condensor H Condensorbescherming K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Werkingscondensator 52

53 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Opmerkingen bij verdere aansluitingen Primaire pomp, secondaire pomp, verwarmingswater-naverwarmer en 3-wegklep verwarmen/warm water zijn reeds af fabriek aangesloten. Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep aan de uitbreidingsset tp aansluiten Werkingscondensator aan de softstarter massieve as aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten aan de uitbreidingsset wp en aan de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Aansluitbeschrijving Zieapartemontagehandleidingen ziepagina90 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Montage Benodigde apparaten voor installatieuitvoering 4 Pos. Naam Aantal 1 Vitocal Membraanexpansievat voor het CV-circuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer Vitocell 050, type SVW of SVP 1 qp Vloerverwarmingscircuit 1 qw CV-circuitpomp van direct CV-circuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Kamertemperatuursensor 2 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 rp Verwarmingspomp mengklepcircuit 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 zp radiatorverwarmingscircuit 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 53

54 Montagehandleiding Installatieuitvoering 4 (vervolg) Pos. Naam Aantal Optie zonnecircuit we Zonnecollectoren naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het zonnecircuit 1 wz Uitbreiding zonnecircuit 1 Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 ep Vocht-opbouwschakelaar natural cooling 1 ew 3-weg omschakelklep Verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het zonnecircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 54

55 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen De volgende afbeelding toont een overzicht van alle elektrischen aansluitbereiken. Montage A Softstarter massieve as in 400 V of 230 V-uitvoering B Aansluitkast met hoofdaansluitbereik X60 en extra binnenliggend aansluitbereik X50 C Aanstuurmodule met aansluitbereik X80 D Hoofdprintplaat met aansluitbereik X16 55

56 Montageverloop Montagevoorbereidingen A Afstand tot de wand resp. nisvoorkant Opmerking Apparaatachterkant provisorisch met ca. 500 mm afstand voor de afvoeraansluiting ter plekke plaatsen. 1. Onderste voorplaat aan de bovenkant er naar voren uittrekken en er naar boven uittillen. 2. Schroef aan de onderkant van de bovenste voorplaat losdraaien. 56

57 Montageverloop Montagevoorbereidingen (vervolg) 3. Bovenste voorplaat aan de bovenkant er naar voren uittrekken en er naar boven uittillen. 4. Voorste bovenplaat losmaken. Waterafvoer monteren Opmerking Om bij wandafstanden > 80 mm een beschadiging van de aansluitleidingen te vermijden de elektrische aansluitleidingen door installateur laten voorzien van trekbelemmering. 1. Sifon losmaken. 3. Opmerking Dichtheid van de afvoeraansluiting voor de definitieve positionering van het apparaat en het vullen van de warmwaterboiler controleren. Afvoerslang met de afvoeraansluiting ter plekke DN 32 verbinden. 2. Afwaterslang van de sifon losmaken en strekken (uit het apparaat naar voren toe uittrekken). Montage 57

58 Montageverloop Waterafvoer monteren (vervolg) 4. Opmerking Minimumafstand tussen wand en apparaatachterzijde bij afvoeraansluiting achter het apparaat 15 mm en bij afvoeraansluiting naast het apparaat 45 mm. Compacttoestel aan de wand resp. in de inbouwnis schuiven. 5. De naar voren uit het apparaat naar beneden hangende afvoerslang in elkaar schuiven en aan de sifon aansluiten. 6. Sifon monteren. 58

59 Warmtepomp voorbereiden! Montageverloop Opgelet Sterke inclinatie van de condensor in de warmtepompmodule leidt tot schade aan het apparaat doordat smeermidel in het koudemiddelcircuit. De warmtepompmodule bij het transport niet meer dan 30 kantelen. Montage 1. Voorste gedeelte van de isolatie wegnemen. 2. Bovenste gedeelte van de isolatie wegnemen. 3. Trekbelemmering met de doorgevoerde leidingen (ligt in het onderste deel van de isolatie) in de groef van de uitsparing in het onderste deel van de isolatie plaatsen. 59

60 Montageverloop Warmtepomp voorbereiden (vervolg) 4. Vloerbereik, armaturen en zichtbare soldeerpunten van de warmtepomp op oliesporen controleren. Opmerking Oliesporen wijzen op een lekkage in het koudecircuit. De warmtepomp moet door een koeltechnicus gecontroleerd worden. 5. De isolatie A vandeprimaireinen uitgang door de openingen in het bovenste deel van de isolatie B voeren. Bovenste gedeelte van de isolatie erop plaatsen. Opmerking Isolatie daarbij niet in elkaar schuiven. Aanstuurmodule inbouwen A Kenplaatje 1. 2 voorgemonteerde schroeven aan de onderkant van de schakelkast losmaken, niet eruit draaien. 60

61 Montageverloop Aanstuurmodule inbouwen (vervolg) 2. Aanstuurmodule (kenplaatje naar voren) er via de losgedraaide schroeven inhangen. Opmerking Als de aanstuurmodule niet gemonteerd kan worden zonderdat deze de onderdelen aan de binnenkant raakt, moeten de 2 schroeven in één van de beide extra gaten gezet worden. 3. Schroeven vasttrekken. 4. Verbindingsleiding naar de schakelkast (7-polig) op pos. C van de aanstuurmodele (zie pagina 22) steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. Warmtepomp plaatsen! Opgelet Sterke inclinatie van de condensor in de warmtepompmodule leidt tot schade aan het apparaat doordat smeermidel in het koudemiddelcircuit. De warmtepompmodule bij de inbouw niet meer dan 30 kantelen. Montage 61

62 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) 1. Schakelkast monteren en op warmtewisselaar plaatsen. 2. Dwarssteun demonteren. 3. Kantbescherming optillen en linker bevestigingsplaat met fassonbouten demonteren. 4. Opmerking De voeten van de warmtepomp verlagingen A op de tussenplaat worden gezet. Warmtepomp zonder het voorste gedeeltevandeisolatieinhetcompacttoestel tillen. 62

63 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) 5. Opmerking Gegevens voor de zonnesysteemaansluitingoppagina98respecteren. Golfbuis van de aansluitset voor het zonnecircuit (zit bij de warmtepomp)indebuishulzenvande warmtepomp steken en met de meegeleverde klemmen vastzetten. 6. Linker bevestigingsplaat met fassonbouten monteren. 7. Dwarssteun monteren. 8. Apparaat horizontaal uitlijnen. Opmerking De golfbuizen niet korter maken. De steekverbinding op het afgesneden eind van de golfbuis kan dan niet meer afgedicht worden. Montage Montagehandleiding aansluitset warmtedragercircuit Elektrische leidingen naar binnen voeren Bij het aanleggen van de elektrische aansluitleidingen door de installateur de positie van de leidingsinvoer in het apparaat (in de apparaatdeksel, zie pagina 10 en volgende afbeelding) alsmede de geadviseerde posities van de uitlaatbereiken voor de hydraulische en warmtedrageraansluitingen zie pagina 98) respecteren. Voor de aansluiting van de leidingen door de installateur in het apparaat moet binnen het apparaat (van de leidingsinvoer tot het elektrische aansluitveld) voor een leidingslengte van 1300 mm gezorgd worden. 63

64 Montageverloop Elektrische leidingen naar binnen voeren (vervolg) 64

65 Elektrische leidingen naar binnen voeren (vervolg) 1.! Opgelet Beschadigde leidingisolaties kunnen tot schade aan het apparaat leiden. Leidingen zo aanleggen dat ze niet tegen sterk warmtegeleidende, vibrerende of scherpkantige onderdelen aanliggen. 2.! Montageverloop Opgelet Condenswater in de schakelkast kan tot schade aan het apparaat leiden. Leidingsstreng absoluut volgens de hierna beschreven werkstappen (met bocht als afdruppelmogelijkheid voor condenswater) aanleggen. Externe elektrische leidingen naar de bovenkant brengen en voor een leidingslengte van ca mm in het apparaat zorgen. Laagspannings- en 230/400-V-leidingen apart van elkaar aanleggen en met kabelbinders apart bundelen. Leidingen door de opening A leiden. Leidingen direct nadat ze in het apparaat komen met een naar beneden gerichte bochtb uitvoeren en met kabelbinders permanent vastzetten. 3. Schakelkast monteren. 4. Alle externe elektrische aansluitingen volgens de opgave vanaf pagina 65 uitvoeren. Montage Externe elektrische componenten aansluiten Opmerking De externe elektrische aansluitmogelijkheden van het apparaat staan op de schakelkast rechtsboven bij het apparaat samengevat (zie B op pagina 55). Sensoraansluitingen Wij adviseren bij de buitentemperatuursensor het gebruik van een afgeschermde kabel (bijv. J-Y(St)Y, 2 x 0,8 mm, max. 10 m lang). Opmerking Laagspanningskabels niet direct naast 230/400-V-leidingen leggen. Bij kabellengtes > 10 m een grotere diameter gebruiken of meerdere aders samenklemmen. 65

66 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Kamertemperatuursensor (type Ni 500) Montagehandleiding kamertemperatuursensor Opmerking Om de kamertemperatuursensor te openen snapsluitingen ontgrendelen. A Klemmen op de schakelkast B Behuizing kamertenperatuursensor Opmerkingen bij het gebruik van kamertemperatuursensoren en afstandsbedieningen & Als een kamertemperatuursensor voor een verwarmingscircuit zonder afstandabediening moet worden geïnstalleerd, moet de kamertemperatuursensor volgens bovenstaande afbeelding worden aangesloten. & Als voor een verwarmingscircuit een afstandsbediening is aangesloten, moet de kamertemperatuursensor voor dit verwarmingscircuit aan de afstandsbediening worden aangesloten. & Als 2 afstandsbedieningen zijn aangesloten, is de aansluiting X60.29/X60.30 op de schakelkast inactief. & Zowel de afstandsbedieningen als de kamertemperatuursensoren moeten onafhankelijk van elkaar geactiveerd worden (zie regelingsinstellingen pagina 175 en 178). 66

67 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Buitentemperatuursensor (type Ni500) Montageverloop A Klemmen op de schakelkast B Klemmen op de buitentemperatuursensor Buitentemperatuursensor aan noordresp. noordwestwand op ca. 2,5 m hoogte monteren; niet afpleisteren. Leiding: 2 x 1,5 mm 2,max.35mlang, koper. Aders verwisselbaar. Temperatuursensor (type Pt 500) in de warmwaterboiler Alternatief kan de massa-aansluiting ook aan de klemmen X60.28 of X60.30 plaatsvinden. Montage A Klemmen op de schakelkast B Sensor buffer Collectortemperatuursensor (type Pt 500) Montagehandleiding zonnecollector A Klemmen op de schakelkast B Collectortemperatuursensor 67

68 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Temperatuurbewaking voor vloerverwarming aansluiten Bij gebruik van de geïntegreerde secundairecircuitpomp als verwarmngscircuitpomp 1. Stekker van de ingebouwde secundairecircuitpomp A van X16 van de hoofdprintplaat B (positie van de hoofdprintplaat zie pagina 55) lostrekken. 2. Stekker van de ingebouwde secundairecircuitpomp in de bus op de temperatuurbewaker C steken. 3. Stekker van de temperatuurbewaker aan X16 van de hoofdprintplaat B steken. Bij gebruik van een aparte verwarmingscircuitpomp Montagehandleiding temperatuurbewaker 68

69 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Groepsalarmmelding Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A Montageverloop Opmerking Het contact is niet potentiaalvrij. Bij actuele storing zit er 230 V~ op. A Klemmen op de schakelkast B Akoestische meldsysteem C Optisch meldsysteem D Alternatief kan de aansluiting van de nulleider ook aan de klemmen X60.13 of X60.16 plaasvinden Montage Drukbewaker warmtedragercircuit Het contact moet zo aangelegd worden dat het minstens 230 V en 0,7 A kan schakelen. A Klemmen op de schakelkast B Warmtedragerbewaker C Brug Als geen warmtedragerbewaker wordt aangesloten, moet na de netaansluiting de meegeleverde brug worden geplaatst. Voordat de brug wordt geplaatst absoluut het draaiveld op de fasenbewaker controleren. Opmerking In het externe veiligheidscircuit alleen onderdelen gebruiken die zich niet automatisch opnieuw inschakelen (ontgrendelen). Daar kan eventueel door een mechanische ontgrendeling voor gezorgd worden. Uitbreidingsset voor een mengcircuit en/of afstandsbediening Vitotrol 200 (via KM-BUS) Opmerking Algemene informatie over het gebruik van kamertemperatuursensoren en afstandsbedieningen zie pagina

70 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) A Klemmen op de schakelkast B Aansluiting uitbreidingsset of KM- BUS-verdeler Aansluiting via dataleiding KM-BUS. De circulatiepomp voor het mengklepcircuit moet aan de uitbreidingsset aangesloten worden. Aansluitstekker en leiding (3 m lang) zitten bij de uitbreidingsset. Als meerdere deelnemers aan de KM-BUS moeten worden aangesloten, adviseren wij het gebruik van een KM-BUSverdeler (toebehoren). Aders verwisselbaar. Montagehandleiding uitbreidingsset Circulatiepomp Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A A Klemmen op de schakelkast B Circulatiepomp Uitbreidingsset natural cooling De regeling stelt een schakelsignaal ter beschikking waarmee de uitbreidingsset natural cooling alsmede de daaraan aangesloten componenten aangestuurd kunnen worden. Montagehandleiding uitbreidingsset 70

71 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop A Klemmen op de schakelkast B Uitbreidingsset natural cooling Voorstel voor een bedrading door de installateur van de aansluitingen voor de fucntie natural cooling : Ontwerphandleiding Vitocal 200/343. Montage Pomp van het verwarmingscircuit zonder mengklep Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A A Klemmen op de schakelkast B Pomp van het verwarmingscircuit zonder mengklep Opmerking De pomp van het verwarmingscircuit met mengklep wordt aan de uitbreidingsset (voor een verwarmingscircuit met mengklep) aangesloten. Aansluiting blokkering door energiebedrijf (400/230 V) Het signaal van het energiebedrijfcontact (blokkering door energiebedrijf) heeft de volgende uitwerking: & Mededeling aan de regeling (via klemstrip aansluitkast X60) & Uitschakeling van de spanning van de betreffende werkingscomponenten 71

72 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Variant 1 Harde uitschakeling van de stroom voor condensor en/of verwarmingswaternaverwarmer en blokkeercontact aan de regeling. Blokkering door energiebedrijf bij netaansluiting 400 V (bij variant 1) A Op deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Aansturing condensor of verwarmingswater-doorloper D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakelkast G Verzorging laststroomcircuit condensor of verwarmingswaterdoorloper 72

73 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop Blokkering door energiebedrijf bij netaansluiting 230 V (bij variant 1) Verwarmingswater-naverwarmer A Op deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Bescherming (Bestelnr ) D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakelkast G Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer (230 V) Compressor Montage 73

74 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) A Op deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Bescherming D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakelkast G Netaansluiting condensor (230 V) Variant 2 (400/230 V) Als door het energiebedrijf geen harde uitschakeling van de condensors en/ of de verwarmingswater-naverwarmer wordt gegeëist, is de aansluiting van het blokkeercontact op de aansluitkast voldoende (D moet in ieder geval aangehouden worden). De werkingscomponent wordt door de regeling geblokkeerd. A Op deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Klemmen op de schakelkast D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is 74

75 Montageverloop Netaansluiting Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen tot letsel door overgang van gevaarlijke lichaamstromen en tot schade aan het apparaat leiden. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform NEN voorschriften, NEN 1010 en volgens voorschriften plaatselijk elektriciteitsbedrijf! Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig) Als een hoofdschakelaar wordt aangebracht, moet deze het elektrische circuit met minstens 3 mm contactopeningswijdte scheiden. Als geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle niet geaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met minstens 3 mm contactopeningswijdte gescheiden worden. Montage Algemeen ten aanzien van netaansluiting De netaansluiting valt in 3 bereiken onder te verdelen: & Voeding regeling (elektronica) & Voeding verwarmingswater-doorstromelement (laststroomcircuit) & Voeding condensor warmtepomp (laststroomcircuit) Naargelang warmtepomp volgt de aansluiting aan 400-V-driefasen-wisselstroom of 230-V-eenfase-wisselstroom. De voeding voor regeling en verwarmingswater-naverwarmer vindt plaats in het hoofdaansluitbereik X60. De voeding voor de condensor vindt plaats op de aanstuurmodule X80 (zie ook pagina 55). De leidingen naar de laststroomcircuits moeten qua diameter met de nominale stroom (zie Technische Gegevens vanaf pagina 218) overeenkomen. De voedingskabel voor de regeling mag met max. 16 A gezekerd zijn. De netzekeringen voor de condensor moeten een Z-charakteristiek hebben. Opmerking Wij adviseren de netaansluiting voor toebehoren en externe componenten aan dezelfde zekering, echter minstens fasengelijk met de regeling uit te voeren. De aansluiting aan dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij stroomuitschakelingen. Daarbij echter de stroomopname van de aangesloten verbruikers respecteren (beveiliging regelingsvoeding max. 16 A). 75

76 Montageverloop Netaansluiting (vervolg)! Gevaar Ontbrekende aarding van componenten van de installatie kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Apparaat en buisleidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. Opgelet Verkeerde fasenvolgorde kan tot apparaatschade leiden. De netaansluiting van de condensor absoluut in de aan de aansluitklemmen aangegeven fasenvolgorde met rechtsdraaiend draaiveld uitvoeren. In overleg met het energiebedrijf kunnen verschillende tarieven voor de voeding van de laststroomcircuits ingezet worden. De voeding voor de regeling/elektronica moet zonder blokkering van het energiebedrijf volgen; uitschakelbare tarieven mogen hiet niet gebruikt worden. De toewijzing van de blokkering door het energiebedrijf (voor condensor en/of verwarmingswater-naverwarmer) gebeurt via instellingen in de regeling (zie pagina 154 en 159). De blokkering van de netvoeding is in Duitsland op max. 3 maal 2 uur binnen 1 dag (24 uur) begrensd. Netaansluiting 400 V~, verschillende tarieven & 3 gescheiden toevoerleidingen & selectieve blokkering door energiebedrijf voor condensor en verwarmingswater-naverwarmer mogelijk De diameter van de voedingskabels volgens de aansluitwaarde van het betreffende apparaat aanleggen. 76

77 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A regeling Aanbev. leiding: 3 x 1,5 mm 2 B Verwarmingswater-naverwarmer Aanbev. leiding & 6kW:5x1,5mm 2 & 9kW:5x2,5mm 2 C Compressor Aanbev. leiding: 4 x 1,5 mm 2 Montage Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden Max. zekering 16 A A Klemmen op de schakelkast 77

78 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting condensor Aanbev. kabeldiameter: 1,5 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen aan de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer Max. zekering 16 A Aanbev. kabeldiameter: & 6kW:1,5mm 2 & 9kW:2,5mm 2 De 3 verwarmingselementen worden door het plaatsen van bruggen tussen X60.8,X60.9enX60.10indester geschakeld en moeten met N verbonden worden. A Klemmen op de schakelkast Netaansluiting 400 V~, één tarief & 1 totale kabel met een grotere diameter tot dicht aan de warmtepomp. & Blokkering door energiebedrijf van de totale leiding niet mogelijk. Selectieve blokkering van de afzonderlijke toevoer moet achter de onderverdeling plaats vinden; dat betekent een grotere inzet in de onderverdeling. De diameter van de totale leiding van het aansuitvermogen van de warmwaternaverwarmer en de condensor aanpassen. Met de aansluitleiding van de regeling behoeft geen rekening gehouden te worden. 78

79 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A Totale leiding warmtepomp Aanbev. leiding: 5 x 4 mm 2 B Regeling, geen blokkering energiebedrijf toegestaan Aanbev. leiding: 3 x 1,5 mm 2 C Verwarmingswater-naverwarmer Aanbev. leiding: & 6kW:5x1,5mm 2 & 9kW:5x2,5mm 2 D Compressor Aanbev. leiding: 4 x 1,5 mm 2 E Onderverdeling (direct bij Vitocal 343) Montage Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakelkast 79

80 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting condensor Aanbev. kabeldiameter: 1,5 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen aan de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer Max. zekering 16 A Aanbev. kabeldiameter: & 6kW:1,5mm 2 & 9kW:2,5mm 2 De 3 verwarmingselementen worden door het plaatsen van bruggen tussen X60.8,X60.9enX60.10indester geschakeld en moeten met N verbonden worden. A Klemmen op de schakelkast Netaansluiting 230 V~, verschillende tarieven & 3 gescheiden toevoerleidingen & selectieve blokkering door energiebedrijf voor condensor en verwarmingswater-naverwarmer mogelijk De diameter van de voedingskabels volgens de aansluitwaarde van het betreffende apparaat aanleggen. 80

81 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A regeling Aanbev. leiding: 3 x 1,5 mm 2 B Verwarmingswater-naverwarmer Aanbev. leiding: 7 x 2,5 mm 2 (zie ook pagina 84) C Compressor Aanbev. leiding: 3 x 4 mm 2 Montage Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakelkast 81

82 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting condensor Aanbev. leiding: 3 x 4 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen aan de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer Elke verwarmingswikkeling heeft een eigen nautrale geleider nodig. Zonder een diameterverhoging mogen de neutrale leiders niet worden gebruikt. Voor de aanduiding van de neutrale geleider volgens VDE 0100, deel 430, zitten er bij het apparaat beschermslangen. A Klemmen op de schakelkast Max. zekering 16 A Aanbev. leiding: & 6kW:7x1,5mm 2 & 9kW:7x2,5mm 2 Max. kabellengte: 30 m Gevaar Onvolledige uitschakeling van de fasen kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. De zekeringsautomaten absoluut met elkaar mechanisch vergrendelen. Het gebruik van afzonderlijke automaten is niet toegestaan. Netaansluiting 230 V~, één tarief & 1 totale kabel met een grotere diameter tot dicht aan de warmtepomp. & Blokkering door energiebedrijf van de totale leiding niet mogelijk. Selectieve blokkering van de afzonderlijke toevoer moet achter de onderverdeling plaats vinden; dat betekent een grotere inzet in de onderverdeling. 82

83 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) De diameter van de totale leiding van het aansluitvermogen van de warmwaternaverwarmer en de condensor aanpassen. Met de aansluitleiding van de regeling behoeft geen rekening gehouden te worden. A Totale leiding warmtepomp Aanbev. leiding: 3 x 10 mm 2 B Regeling, geen blokkering energiebedrijf toegestaan Aanbev. leiding: 3 x 1,5 mm 2 C Verwarmingswater-naverwarmer Aanbev. leiding: 7 x 2,5 mm 2 (zie ook pagina 84) D Compressor Aanbev. leiding: 3 x 4 mm 2 E Onderverdeling (direct bij Vitocal 343) Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakelkast Montage 83

84 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting condensor Aanbev. leiding: 3 x 4 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen aan de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer Elke verwarmingswikkeling heeft een eigen nautrale geleider nodig. Zonder een diameterverhoging mogen de neutrale leiders niet worden gebruikt. Voor de aanduiding van de neutrale geleider volgens VDE 0100, deel 430, zitten er bij het apparaat beschermslangen. A Klemmen op de schakelkast Max. zekering 16 A Aanbev. leiding: & 6kW:7x1,5mm 2 & 9kW:7x2,5mm 2 Max. kabellengte: 30 m Gevaar Onvolledige uitschakeling van de fasen kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. De zekeringsautomaten absoluut met elkaar mechanisch vergrendelen. Het gebruik van afzonderlijke automaten is niet toegestaan. Faseregelaar (alleen bij 400 V-apparaten) De faseregelaar wordt ter bewaking van de netvoeding van de condensor ingezet. Er kunnen twee types gebruikt worden. 84 De volgende afwijkingen zijn in toestand bij levering toegestaan:

85 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Over-/onderspanning 15 % Fasensymmetrie 15 % Schakelvertraging 4 s Als deze tolerantiebereiken worden overschreden, schakelt de faseregelaar uit. Als de waarden weer in het tolerantiebereik liggen, schakelt de faseregelaar de elektriciteit automatisch weer in. Montage 85

86 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Bouwvorm 1 Verklaring van de lichtdiodes & LED Rel brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. & LED Rel brandt rood: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. & Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. & LED <>U brandt rood: Verkeerdespanningopéén/meerder fasen. & LED Asy brandt rood: Asymmetrie op één/meerdere fasen. A Over-/onderspanning in % B Fasenasymmetriein% C Schakelvertraging in seconden D Gebruikte contact in het veiligheidscircuit (sluiter) E Werkingsindicatie ( Rel F Storingsindicatie fasenuitval/fasenvolgorde ( Ph ) G Storingsindicatie asymmetrie ( Asy ) H Storingsindicatie over-/onderspanning ( <>U ) 86

87 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Bouwvorm 2 Verklaring van de lichtdiodes & LED R brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. & LED Ph knippert geel: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. & Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. & LED U knippert geel: Onderspanning op één/meerdere fasen. & LED U brandt geel: Onderspanning op één/meerdere fasen. & LED Asy brandt geel: Asymmetrie op één/meerdere fasen. Montage A Over-/onderspanning in % B Schakelvertraging in seconden C Fasenasymmetriein% D Lichtdiode (LED) groen E Lichtdiode (LED) geel 87

88 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Schakelcontact van het relais voor het activeren van een signaalinrichting of blokkering van de warmtepomp: A Gebruikte contact in het veiligheidscircuit (sluiter) Draaiveld van de netaansluiting controleren 1. Netspanning inschakelen. Eventuele door de faseregelaar gemelde fouten (zie pagina 84) verhelpen. 2. Installatie spanningsvrij schakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 400 V-Softstarter massieve as inbouwen (vanaf BWT 108) Opmerking Volgens de tot nu toe beschreven montageverloop moet de warmtepompmodule reeds ingebouwd zijn. De inbouw van de warmtepompmodule is na inbouw van de softstarter massieve as niet meer mogelijk. 88

89 Montageverloop 400 V-Softstarter massieve as inbouwen (vanaf... (vervolg) 2. Gevaar Ontbrekende aarding van componenten van de installatie kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Aardleiding van de dwarssteunopdesoftstartermassieve as absoluut aansluiten. Softstarter massieve as met 2 schroeven aan de bovenste dwarssteun monteren. Montage 3. Hoekelement aan de rechter zijplaat vastschroeven. 4. Aansluiting van de condensor (4- polige stekker met de aanduiding PE,9,10,11)opderechterzijde van de softstarter massieve as steken. 1. Meegeleverd hoekelement aan de linker kant van de softstarter massieve as monteren. Daartoe: & Kabelbinders aan de linker kant van de softstarter massieve as verwijderen. & Hoekelement tussen leiding en basisplaat schuiven en net 2 schroeven vastzetten & Leiding met nieuwe kabelbinders (door opening in de voet van het hoekelement leiden) bevestigen 5. Leidingen van de linkerkant van de softstarter massieve as op pos. K van de aanstuurmodule (zie pagina 22) steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. 89

90 Montageverloop 230 V-Softstarter massieve as inbouwen (alle types) Opmerking Volgens de tot nu toe beschreven montageverloop moet de warmtepompmodule reeds ingebouwd zijn. De inbouw van de warmtepompmodule is na inbouw van de softstarter massieve as niet meer mogelijk. 1. Hoekelement met 2 plaatschroeven aan de basisplaat van de softstarter massieve as monteren. 2. Apart verpakte werkingscondensator met sluitring A en tandschijf B aan de basisplaat van de softstarter massieve as monteren Leidingen diagonaal (zoals bij de reeds gemonteerde condensator) op de aansluitlippen van de werkingscondensator steken.

91 230 V-Softstarter massieve as inbouwen (alle... (vervolg) Montageverloop Montage 4. Gevaar Ontbrekende aarding van componenten van de installatie kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Aardleiding van de dwarssteun absoluut op de softstarter massieve as aansluiten. Softstarter massieve as met 2 schroeven aan de bovenste dwarssteun monteren. Het hoekelement C aandeboordrand van de linkerzijplaat schroeven. 5. Aansluiting van de condensor (6- polige stekker met de aanduiding PE,N,L,S,230,231)opdecontrastekker F aan de rechterzijde van de softstarter massieve as steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. 6. Stekker E vandeleidingvande softstarter massieve as op pos. K van de aanstuurmodule (zie pagina 25) steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. Opmerking Afstandsmaten tussen condensator D met opgestoken leidingen H en dwarssteun G resp. boordrand van de dwarssteun volgens afbeelding respecteren. 91

92 Montageverloop Warmtepomp elektrisch aansluiten 1. Alleen bij type BWT 106 in 400 V- uitvoering: Aansluiting van de condensor op pos. K van de aanstuurmodule (zie pagina 22) steken. 2. Aansluiting van het veiligheiscircuit (4-polige stekker met de aanduiding 1, 2, 3, 4) op pos. E van de aanstuurmodule (zie pagina 22) steken. Aansluiting van de primaire pomp (3-polige stekker met de aanduiding PE, 5, 6) op pos. D van de aanstuurmodule (zie pagina 22) steken. Opmerking De stekkers moeten vastklikken. 3. Aansluiting van de primaire temperatuursensor (2-polig, laagspanning) met de van de schakelkast afhangende contrastekker samensteken. 4.! Opgelet Om beschadigingen aan de elektrische leidingen te voorkomen, leidingen zo aanleggen dat deze niet tegen sterk warmtegeleidende, vibrerende of scherpkantige onderdelen aanliggen. Kabels met kabelbinders vastzetten. Kabels bundelen en met kabelbinders onder schakelkast bevestigen. De overdrachtstekker op de aanstuurmodule moet ontlast zijn. 92

93 Montageverloop Warmtedragerdrukbewaker of brug aansluiten 1. De aansluiting van de warmtedragerdrukbewaker vindt plaats tussen de klemmen X60.11 en X60.12 aan de bovenkant van de schakelkast (zie ook pagina 69). Als geen warmtedragerbewaker wordt aangesloten, moet na de netaansluiting de meegeleverde brug worden geplaatst. 2. Voorste bovenplaat monteren. Montage 93

94 Montageverloop Secundaire circuit aansluiten A Aanvoer van het secundaire circuit 1. Roestvast stalen ribbelbuizen van het secundaire aanvoer- en retourcircuit door de beide openingen vandeisolatieleidenenopde daarachter liggende steunen van de warmtepomp steken. B Retour van het secundaire circuit 2. Ribbelbuizen met de meegeleverde klemmen op de steunen vastzetten. 94

95 Montageverloop Aansluitconsole Om de hydraulische aansluitingen aan te leggen adviseren wij het gebruik van de aansluitconsole (toebehoren) en de daarbij behorende verbindingsleidingen, armaturen (toebehoren) en uitbreidingen circulatie, zonnecircuit en verwarmingscircuit (toebehoren, zie pagina 26). Montageplaats zie pagina 12. Alle aansluitingen R¾. HR Verwarmingsretour HV Verwarmingsaanvoer KW Koud water RL Retour zonnesysteem VL Aanvoer zonnesysteem WW Warm water Z Circulatie Montage Tapwateraansluiting De leidingen aan tapwaterzijde aansluiten door middel van loskoppelbare verbindingen volgens nevenstaand afbeelding. Opmerking Niet benodigde aansluitingen drukdicht afsluiten. Circulatieleiding door installateur met circulatiepomp en terugslagklep (zie afb. vanaf pagina 96) uitrusten. KW Koud water (R ¾) VL Zonnewarmteaanvoer (multiinsteeksysteem) WW Warm water (R ¾) Z Circulatie (R ¾) 95

96 Montageverloop Tapwateraansluiting (vervolg) A Warm water B Circulatiepomp C Terugslagklep, veerbelast D Hydraulisch aansluitveld van de Vitocal 343 (bovenaanzicht) E Debietregelklep F Manometeraansluiting Gevaar Warmwatertemperaturen van meer dan 60 C veroorzaken verbrandingen. Bij deze temperaturen moet door de installateur een verbrandingsbescherming voorzien worden. G Aftapklep H Afsluitklep K Koud water L Tapwaterfilter M Drukreduceerklep N Terugstroomblokkering/buisscheider Opmerking Er zijn reeds een veiligheidsklep aan tapwaterzijde met zichtbare uitloop van de uitblaasleiding en een afsluiten aftapklep alsmede een terugslagklep in het toestel ingebouwd. 96

97 Verwarmingscircuitaansluiting! Montageverloop Opgelet Bij vloerverwarmingscircuit bestaat het gevaar van schade aan het gebouw door oververhitting van de estrik bij een regelingsdefect. Vloerverwarmingscircuit vab een thermostaat voorzien. HR Verwarmingsretour (multiinsteeksysteem) HV Verwarmingsaanvoer (multiinsteeksysteem) Verwarmingscircuit volgens nevenstaande afbeelding aansluiten. Opmerking Verwarmingscircuit als 1-buiscircuit of met een overstortklep uitvoeren (minimumdebiet 700 liter/h) en via de KFEkraan C (zie pagina 104)vullen. Het verwarmingscircuit door installateur van een membraanexpansievat voorzien, Montage 97

98 Montageverloop Zonnecircuitaansluiting (optioneel) RL Solarretourstroom (multi-insteeksysteem) VL Zonnewarmteaanvoer (multiinsteeksysteem) Zonnecircuit volgens nevenstaande afbeelding aansluiten. Opmerking Zonnecircuit door installateur van een expansievat voorzien. De pomp voor het zonnecircuit zit in de Vitocal 343 geïntegreerd. Aansluiting warmtedragersysteem A Primaire uitgang B Primaire ingang & Gebruikte onderdelen moeten tegen het warmtedragend medium Tyfocor bestand zijn (voor het zonensysteem geen verzinkte leidingen gebruiken). & Voor een correct gebruikt van het zonnecircuit leidingen zo aanleggen dat zich geen luchtzakken vormen en een volledige ontluchting is gegarandeerd. & Zonnecircuit van membraanexpansievat en veiligheidsklep voorzien. & Membranen en afdichtingen van het expansievat en de veiligheidsklep moeten voor het warmtedragende medium geschikt zijn. Voor de berekening van de voordruk van het membraanexpansievat zie ontwerphandleiding Vitocal 200/ 343. & Alle leidingsdoorvoeringen door wanden tegen warmte en geluid geïsoleerd uitvoeren. & Leidingen in het gebouw warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. 98

99 Montageverloop Aansluiting warmtedragersysteem (vervolg) & Afvoer- en aflaatleidingen moeten in een vat uitmonden dat het maximaal mogelijke expansievolume van het warmtedragermedium kan opnemen. & Zonnecircuit met Viessmann warmtedragend medium Tyfocor (ethyleenglycol-watermengsel met vorstbescherming tot 15 C) vullen. Montage 99

100 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Ziedeaangegevenpaginavoormeerinformatieoverdetevolgenstappen!!! Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Voorplaat verwijderen Protocollen maken Hoofdzekering uitschakelen 4. Koelcircuit op dichtheid controleren Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren Apparaat aan verwarmingszijde vullen en ontluchten Apparaat aan zonnecircuitzijde vullen en ontluchten Warmwaterboiler aan tapwaterzijde vullen 9. Membraanexpansievat van het verwarmingscircuit en druk controleren Membraanexpansievat van het zonnecircuit en druk van het zonnecircuit controleren (indien nodig) Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen controleren op lekkage 12. Tyfocor-opvangbak controleren (indien nodig) Veiligheidskleppen en sifon op functioneren controleren Controleren of de externe aansluitingen op het elektrische aansluitveld stevig vastzitten en of de juiste klemmentoewijzing is geschied. 15. Hoofdzekering inschakelen 16. Installatieconfiguratie Vorstbeschermconcentratie in het zonnecircuit controleren

101 !!! Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en... (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 18. Aansluiting van de sensoren controleren Secundaire pomp controleren Zonnecircuitpomp controleren Externe pompen van het verwarmingscircuit controleren Primaire pomp controleren Mengklep, warmtepomp en boilerbehuizing controleren Hogedrukbewaker controleren Behuizingstemperatuur van de condensor controleren Warmwaterboiler van binnen reinigen Zwerfstroomanode vervangen Opwarmbaar boilervolume aanpassen (indien nodig) Regelingsparameters instellen Service 101

102 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Voorplaat verwijderen Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Aansluitingen bij de schakelast en de daaronder liggende aanstuurmodule niet aanraken. Gevaar Ontbrekende aarding van onderdelen kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen en tot beschadiging van onderdelen leiden. Bij de hermontage van de afdekking aardleiding absoluut weer aansluiten.! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, moeten tussen opstelling en inbedrijfsname van het apparaat minstens 30 minuten liggen. Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door een koeltechnicus worden uitgevoerd. Voor de inbedrijfsname van het apparaat de bedieningshandleiding respecteren. Bij werkzaamheden bij de eerste inbedrijfsname, inspectie en onderhoud moeten de voorplaten verwijderd worden. Protocollen maken Debijdehiernabeschreveneerste inbedrijfsname vastgestelde meetwaardenindeprotocollenvanaf pagina 212 noteren. Koelcircuit op dichtheid controleren Met koelmiddellekzoekapparaat of lekzoekspray de binnenruimte van de warmtepomp op koelmiddellekkage controleren. 1. Voorplaat verwijderen (zie pagina 56). 2. Voorste deel van de isolatie van de warmtepomp eraf halen (zie pagina 59). 3. Vloerbereik, armaturen en zichtbare soldeerpunten van de warmtepomp op oliesporen controleren. 102

103 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren! Opgelet Om schade aan het apparaat te vermijden, absoluut voorkomen dat de condensor inschakelt als het primaire circuit nog niet gevuld is. Daartoe de steekaansluiting van de condensor eraf trekken (zie pagina 92). 1. Alleen bij eerste inbedrijfsname: Primaire circuit spoelen. 2. Alleen bij eerste inbedrijfsname: Primaire circuit met warmtedragend medium Tyfocor 15 C vullenenontluchten. 3. Druk van het primaire circuit controleren. De druk moet ca. 2 bar bedragen. 4. Voordruk van het membraanexpansievat controleren resp. instellen (zie pagina 107). Service 103

104 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Apparaat aan verwarmingszijde vullen en ontluchten A Afdekking van de elektrische componenten B Terugstroomblokkering C KFE-kraan verwarmingscircuit 104 D Manometer verwarmingscircuit E Vularmatuur zonnecircuit F Manometer zonnecircuit G Kijkslang Tyfocor-opvangbak H 3-Weg-klep (handmatig)

105 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Terugstroomblokkering B en eventuele ter plekke voorhanden terugstroomblokkeringen openen. 2. Voordruk van het membraanexpansievat controleren (zie pagina 107). 3. Leidingen grondig doorspoelen. 4. Verwarmingscircuit via KFE-kraan C met water vullen, daarbij installatiedruk op de manometer D controleren. Minimumtoesteldruk Toegel. werkdruk 5. KFE-kraan C sluiten. 0,8 bar 3,0 bar 6. Geschikte ontluchter in het verwarmingscircuit openen. 7. Netspanning inschakelen. 8. Keuzeschakelaar werkingsmodi (zie pagina 126) op 9 zetten. 9. Apparaat op installatieschakelaar (zie pagina 194) inschakelen. 10. Opmerking Informatie op de regelingsbediening (vanaf pagina 126) lezen, eventueel taal instellen (vanaf pagina 111, voorinstelling Duits ). Programma inbedrijfsname voor het verwarmingscircuit starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau Code voor verwamingstechnicus ingeven(ziepagina146). & Inbedrijfsname! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, Dichtheid van de aanvoer- en retouraansuitingen van het secundaire verwarmingscircuit aan de warmtepomp controleren (zie pagina 94). Bij lekkage apparaat direct uitschakelen, water aftappen en afdichtringen controleren. Verroeste afdichtringen absoluut vervangen. 11. Inbedrijfstellingsprogramma zolang laten draaien tot het apparaat geheel ontlucht is. Daarbij de installatiedruk bekijken en bij het dalen van de druk onder de 0,8 bar water bijvullen. Service 12. Ontluchter sluiten. 105

106 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 13. Met de toets TERUG het inbedrijfstellingsprogramma beëindigen. Apparaat aan zonnecircuitzijde vullen en ontluchten Gevaar Oververhitte collectoroppervlakken en oververhit warmtedragend medium kunnen tot verbrandingen en schade aan het toestel leiden. Bij werkzaamheden aan de collector en aan het circuit van het warmtedragend medium, collectoroppervlakken tegen zonnestraling beschermen. 1. Leidingen grondig doorspoelen. 2. Zonnecircuit vua de vularmatuur E (zie pagina 104) met Tyfocor G-LS vullen, daarbij installatiedruk op de manometer F (zie pagina 104) controleren. Minimumtoesteldruk: 1,7 bar Toegel. werkdruk: 3,5 bar! Opgelet Om apparaatschade te voorkomen uitsluitend Tyfocor G-LS gebruiken. Geen water bijvullen! 3. Kogelkraan van de vularmatuur E (zie pagina 104) sluiten. 4. Ontluchter op de zonnecollector openen. 5. Netspanning inschakelen. 6. Keuzeschakelaar werkingsmodi (zie pagina 126) op 9 zetten. 7. Apparaat op installatieschakelaar (zie pagina 194) inschakelen Zonnecircuitpomp inschakelen: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau Code voor verwamingstechnicus ingeven(ziepagina146). & Handmatige besturing & Relais Met de toets RESET alle relais op Uit zetten. Met de toetsen x/y zonzonnecircuitpomp markieren en met de toets AAN activeren. & OK 9. Pomp zolang laten draaien tot het apparaat geheel ontlucht is. Daarbijdeinstallatiedrukopdemanometer F bekijken en bij het dalen van de druk tot onder de 1,7 bar - Tyfocor G-LS bijvullen. 10. Ontluchter sluiten. 106

107 Aanvullende info over de stappen (vervolg) 11. Pompen uitschakelen: Menupunt & Relais & Met de toets RESET alle relais op Uit zetten. & OK & TERUG tot hoofdmenu Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Membraanexpansievat van het verwarmingscircuit en druk controleren Controle uitvoeren bij koude installatie. Opmerking In dit geval mogen uitsluitend door de vakhandel aangeboden corrosiewerende middelen worden gebruikt die voor warmtepompen met tapwateropwarming via een warmtewisselaar met enkele wand (warmwaterboiler) zijn toegestaan. 1. Verwarmingsinstallatie aan verwarmingswaterzijde zo ver aftappen en de druk laten dalen tot de manometer D (zie pagina 104) 0 aangeeft. 2. Als de voordruk van het membraanexpansievat lager is dan de statische druk van de installatie, zoveel stikstof bijvullen tot de voordruk groter is dan de statische druk van de installatie. Voorbeeld: Statische hoogte (afstand tussen verwarmingsapparaat en bovenste verwarmingsoppervlak) komt overeen met statische druk 10 m 1bar 3. Water bijvullen tot de vuldruk groter is dan de voordruk van het membraanexpansievat. De vuldruk moet bij afgekoelde installatie ca. 0,2 bar groter zijn dan de statische druk. Max. bedrijfsdruk: 3,5 bar. 4. Bij eerste inbedrijfsname deze waarde als minimumvulwaarde op de manometer D (zie pagina 104) markeren. 107 Service

108 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Membraanexpansievat van het zonnecircuit en druk van het zonnecircuit controleren (indien nodig) Controle uitvoeren bij koude installatie.! Opgelet Gevaar op apparaatschade door verkeerde concentratie van het warmtedragend medium. Voor het bijvullen uitsluitend Tyfocor G-LS gebruiken. Eerste inbedrijfsname Rekening houden met de statische hoogte van het zonnecircuit. Voordruk van het membraanexpansievat voor het zonnecircuit: 1,0 bar + 0,1 x statische hoogte in m Opmerking De berekende vulwaarde als minimumvulwaarde op de manometer F (zie pagina 104) markeren. Alleen bij inspectie en onderhoud Druk van de installatie controleren: Minimumtoesteldruk 1,7 bar Toegel. werkdruk 3,5 bar 108

109 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Tyfocor-opvangbak controleren (indien nodig) Opmerking De opvangbak mag niet hoger dan 10 cm met Tyfocor gevuld zijn. Grotere hoeveelheden Tyfocor duiden op een storing van de installatie. Mogelijke storingen zijn: & Defect van de veiligheidsklep voor het zonnecircuit & Defect van het membraanexpansievat ter plekke voor het zonnecircuit & Verkeerde dimensionering van de zonnecollector en/of het membraanexpansievat 1. Vulstand van de opvangbak in de kijkslang G (zie pagina 104) controleren. 2. Eventueel zich in de opvangbak bevindend warmtedragend medium als volgt aftappen: & Kabelbinders op de kijkslang losmaken & Kijkslang naar voren uit het apparaat trekken & Warmtedragend medium in een voldoende grote bak laten lopen. Opmerking De inhoud van de opvangbak bedraagt ca. 9 liter. 3. Kijkslangweerindeuitgangspositie in het apparaat brengen en met kabelbinders vastzetten. Opmerking De opvangbak zelf bevindt zich rechts achter de warmwaterboiler en is niet toegankelijk. Service 109

110 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Veiligheidskleppen en sifon op functioneren controleren Controleren of veiligheidsklep van solarcircuit A, verwarmingscircuit B en tapwater C werkt. Opmerking Voor de controle van de verwarmingscircuit- en tapwaterveiligheidskleppen deze ca. 60 seconden beluchten. Daarna alle schroefverbindingen op de sifon D op dichtheid controleren. Installatieconfiguratie Het gebruikte installatieschema (zie vanaf pagina 13) en optioneel geïnstalleerde componenten of functies moeten in de regeling geactiveerd worden. 110

111 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Alleen buiten het Duitse taalgebied nodig: Taal instellen 1. Klep van de bedieningseenheid openen (zie pagina 126 en bedieningshandleiding). 2. Als het nevenstaande display verschijnt: Verdermetpunt4. 3. Als nevenstaande display verschijnt (er zijn storingen): De op de afbeelding aangegeven toets indrukken. 4. & De volgende toetsen na elkaar indrukken: B, B, E. & Code voor verwamingstechnicus ingeven (zie pagina 146). & Toets A indrukken. Service 111

112 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatieschema kiezen 5. Taal kiezen: & Met de toets y het op de afbeelding met A aangeduide bereik markeren. & Knop? indrukken. & Met de toets y de gewenste taal markeren. & Keuze van de taal met de toets O bevestigen. & Door meerdere keren op de toetsen O en n te drukken naar het hoofdmenu terugkeren. 1. De op de afbeelding aangeduide toetsen gelijktijdig en kort indrukken. Opmerking Alternatieve toegangsmogelijkheid ziepagina Alleen als de code-opvraag op het display verschijnt: Code voor verwamingstechnicus ingeven(ziepagina146). 112

113 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 3. Met de toets > het gewenste installatieschema (2, 4 of 6) kiezen. Opmerking Het actueel ingestelde installatieschema wordt in het met A gekenmerkte bereik van het display getoond. Geïnstalleerde extra componenten of -functies kiezen Opmerking Bijdeinstallatieschema's2tot6kunnendeopties zonnecollector en/of natural cooling bovendien gekozen worden. Bij installatieschema 2 kan bovendien een verwarmingswaterbuffer extra gekozen of verwijderd worden. 1. Met de toets VERDER de keuze resp. verwijderen van de extra componenten voor het getoonde installatieschema starten. Service 113

114 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Met de toetsen JA / NEEN de via de toetsen (bereik C, zie afbeelding) aangegeven componenten kiezen of verwijderen. Opmerking Als de toetsfunctie JA wordt weergegeven, is de componente nog niet gekozen. Wordt de toets dan ingedrukt, is de component gekozen en de toetsfunctie verandert in NEEN. De component kan dan door op de toets te drukken weer verwijderd worden. De reeds gekozen componenten staaninhetmetb aangeduide bereik van het display. In het getoonde voorbeeld is voor installatieschema 2 (bereik A) de functie Buffer (bereik B) reeds gekozen, de functie natural cooling nog niet (bereik C). In het getoonde voorbeeld leidt het drukkenopdetoets VERDER ertoe dat de koelfunctie natural cooling niet in het installatieschema wordt opgenomen. 3. Met de toets VERDER de getroffen keuze (component erbij gekozen of genegeerd ) bevestigen en voor de keuzemogelijkheid van de volgende component doorgaan. 4. Als alle voor het betreffende installatieschema mogelijke componenten gekozen of uitgeschakeld ( genegeerd ) zijn, wordt door opnieuw op de toets VERDER te drukken de installatieconfiguratie opgeslagen. Het configuratieprogramma wordt automatisch beëindigd. Vorstbeschermconcentratie in het zonnecircuit controleren Vorstbeschermconcentratie meten en in het protocol vanaf pagina 212 noteren. Er moet vorstbescherming tot 15 C bestaan. Anders moet het Tyfocor vervangen worden. Aansluiting van de sensoren controleren Controleren of alle sensoren volgens de installatieschema's op pagina 196 en 204 aangesloten zijn. 114 Daartoe voelertemperaturen opvragen, Bedieningshandleiding

115 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Secundaire pomp controleren Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Inbedrijfsname & Secundaire pomp Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op het display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 2. Voelertemperaturen Temperaturen bij secundaire aanvoer en secundaire retour in de gaten houden. De temperaturen moeten stijgen. Anders verwarmingswater-naverwarmer controleren (zie pagina 133, storingsmelding D7 ). Als na langere werking (10 tot 30 min) het temperatuurverschil ΔT > 3 K is, is het debiet te gering. Debiet verhogen: & Apparaat opnieuw ontluchten (zie pagina 103) & Toerental van de secundaire pomp verhogen & Eventueel pomp vervangen 3. Mengklep Verwarmen/Warm water met de toets c op 0 zetten. 4. Zie punt Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Service 115

116 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Zonnecircuitpomp controleren 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Inbedrijfsname & Zonnecollector Opmerking Voor de controle van de zonnecircuitpomp moet de temperatuur bij zonnecollector 10 K boven de temperatuur bij zonneretour liggen. De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op het display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testprogramma betrokken componenten weergegeven. 2. Retourtemperatuur van het zonnecircuut in de gaten houden. De temperatuur bij zonneretour moet na een paar seconden stijgen. 3. Resultaat van de test in het protocol vanaf pagina 212 noteren. 4. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Externe pompen van het verwarmingscircuit controleren Opmerking Het hierna beschreven testprogramma is voor installatieuitvoering 1 (geen externe verwarmingscircuitpomp) niet nodig. 116

117 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Inbedrijfsname & Verdere menupunten & Verwarmingscircuit 1 pomp of Verwarmingscircuit 2 pomp (indien aanwezig) Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op het display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 3. Meetwaarden en meetvoorwaarden volgens protocol vanaf pagina 212 vaststellen en noteren. 4. De verwarmingsaanvoertemperatuur moet de temperatuur bij buffer ± 2 K bereiken, de verwarmingsretourtemperatuur moet echter boven de kamertemperatuur liggen. Anders is het debiet te gering. Debiet verhogen: & Verwarmingscircuits ontluchten & Toerental van de pomp van het extra verwarmingscircuit verhogen & Eventueel pomp vervangen 5. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. 2. Temperatuurverschil tussen verwarmingsaanvoer- en retour van het betreffende verwarmingscicruit met klemthermometer bepalen. Service 117

118 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Primaire pomp controleren 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Iinbedrijfsname & Primaire pomp Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op het display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 2. Circulatie van de primaire zijde (zonnecircuit) controleren: & Primaire in- (weergave Primair Aan ) en uitgang (geen weergave, klemthermometer gebruiken) moeten dezelfde lage temperatuur hebben. & De pompbehuizing van de primaire koelcircuitpomp mag niet warm worden (met de hand controleren). Anders: & Primaire circuit ontluchten & Aansluitingen van de pomp controleren & Trap van de pomp veranderen & Eventueel een grotere pomp gebruiken 3. De condensor met de toets AAN inschakelen. Opmerking Na afloop van 250 seconden testduur schakelt de condensor uit zichzelf uit. 4. Temperatuurverschil ΔT tussenprimaire in- (indicatie Primair Aan ) en uitgang (geen indicatie, klemthermometer gebruiken) bepalen. Gewenste waarde ΔT: & 3tot5Kbij35 Cvoor secundaire aanvoer en 10 C voor primair Aan & 2tot4Kbij35 Cvoor secundaire aanvoer en0 Cvoor primair Aan 5. Resultaat van de test in het protocol vanaf pagina 212 noteren. Als de gewenste waarden niet worden bereikt: & Primaire circuit ontluchten & Aansluitingen van de pomp controleren & Trap van de pomp veranderen & Eventueel een grotere pomp gebruiken 6. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. 118

119 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Mengklep, warmtepomp en boilerbehuizing controleren Mengklep en warmtepomp controleren 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Inbedrijfsname & Compressor 2. De condensor met de toets Aan inschakelen. Opmerking Na afloop van 250 seconden testduur schakelt de condensor uit zichzelf uit. 3. De volgende temperatuur in de gaten houden en in het protocol vanaf pagina 212 noteren: De temperatuur bij warmwaterboiler boven moet constant (tolerantie: ±1 K) blijven. Anders: & controleren of mengklep correct is ingesteld. & Elektrische aansluitingen van de mengklep controleren (zie pagina 202) & Mengklep eventueel vervangen 4. De volgende temperatuur in de gaten houden en in het protocol vanaf pagina 212 noteren: De temperatuur bij secundiare aanvoer moet stijgen (tot de stijging op ca. 30 C in de gaten houden). Anders: & Primaire pomp controleren & Elektrische aansluitingen van de betreffende componenten controleren & Behuizingstemperatuur van de condensor van de warmtepomp controleren(ziepagina120). 5. De volgende temperatuur in de gaten houden en in het protocol vanaf pagina 212 noteren: De spreiding tussen secundaire aanvoer en secundaire retour moet 6 tot 8K bedragen. Anders trap van de secundaire pomp aanpassen. Service Boilerbehuizing door de warmtepomp controleren 1. Mengklep Verwarmen/Warm water voor de boileropwarming met de toets 100% op 100% zetten. 119

120 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. De temperatuur bij secundaire aanvoer en warmwaterboiler boven ca.10minindegatenhouden. Beidetemperaturenmoetenstijgen. Anders: & Controleren of mengklep correct is ingesteld & Elektrische aansluitingen van de mengklep controleren (zie pagina 202) & Mengklep eventueel vervangen 3. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Hogedrukbewaker controleren 1. Warmtepomp inschakelen (zie pagina 119, paragraaf Mengklep, warmtepomp en boilerbehuizing controleren, punt1en2). 2. De verwarmingsaanvoer verlagen tot de aanvoertemperatuur tot bovende60 C(maarmax.70 C) stijgt. De condensor moet door de hogedrukbewaker uitgeschakeld worden. Behuizingstemperatuur van de condensor controleren 1. Voorste bovenplaat losmaken. 2. Schroevenendwarssteunlosmaken. 3. Warmtepomp inschakelen en min. 10 min laten lopen (zie pagina 119, punt 1 en 2). 4. Bij lopende condensor de behuizingstemperatuur van buiten meten. De condensor mag van buiten geen ijs aanzetten en de behuizing mag niet warmer dan 60 C worden (anders overleg plegen met de technische dienst van Viessmann). 5. Dwarssteun optillen en voorste gedeelte van de isolatie van de warmtepomp plaatsen. 6. Dwarssteun bevestigen. 120

121 Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Gevaar Ontbrekende aarding van componenten van de installatie kan bij een elektrisch defect tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Aarleiding aan de dwarssteunenaandevoorste bovenplaat absoluut aansluiten. Voorste bovenplaat monteren. Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Warmwaterboiler van binnen reinigen Gevaar Ongecontroleerd uittredend tapwater en warmtedragend medium kan tot verbrandingen en bouwschade leiden. Tapwater- en verwarmingswateraansluitingen alleen openen als de warmwaterboiler drukloos is. Service 121

122 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 1. Warmwaterboiler aan tapwaterzijde aftappen. Daartoe afsluitklep A sluiten en aftapklep B openen.! Opgelet Onderdruk in de warmwaterboiler kan tot materiaalschade leiden. Aftappen van de warmwaterboiler met een zuigpomp alleen bij open ontluchting uitvoeren. 2. Isolatiekap C demonteren. 3. Leidingsschoentje D van de anodenaansluiting van aansluitlipje E lostrekken. 4. Flensdeksel F demonteren. 5. Losse afzettingen met een hogedrukreiniger verwijderen.! Opgelet Puntige of scherpe reinigingsapparaten kunnen tot beschadiging van de warmwaterboiler leiden. Voor reiniging van de binnenwand alleen apparaten van kunststof gebruiken. Opmerking Grove vuildeeltjes die niet door de aftapklep naar buiten gespoeld kunnen worden, met de hand weghalen. 122

123 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 6. Vastzittende afzettingen die niet met de hogedrukreiniger te verwijderen zijn, losweken met een chemisch reinigingsproduct.! Opgelet Zuurhoudende reinigingsmiddelen kunnen het materiaal van de warmwaterboiler aantasten. Dergelijke reinigingsmiddelen niet gebruiken. 7. Warmwaterboiler na de reiniging grondig spoelen. 8. Aftapklep B sluiten. 9. Nieuwe pakking G op de flensdeksel F leggen. Opmerking Als de zwerfstroomanode moet worden vervangen, moeten de benodigde werkstappen (zie pagina 124) hier uitgevoerd worden. 10. Flensdeksel F met zwerfstroomanode H en massa-aansluiting K van de zwerfstroomanode monteren. Schroeven met een max. draaimoment van 25 Nm vastschroeven.! Opgelet Contact van de zwerfstroomanode met de verwarmingsspiraal leidt tot een kortsluiting die de beschermde werking van de zwerfstroomanode opheft. Dat leidt tot corrosieschade aan de warmwaterboiler. Na de montage en voordat de elektrische aansluitingen erop worden gestoken weerstandmeting tussen de aansluitingen E en K uitvoeren. De weerstand moet tegen oneindig lopen. Als de weerstand duidelijk geringer is, de inbouw gedetailleerd controleren (de anode raakt eventueel de verwarmingsspiraal). 11. Leidingsschoentje D op de anodenaansluiting van aansluitlipje E schuiven. Service Opmerking De aders niet verwisselen. 12. Isolatiekap C monteren. 13. Afsluitklep A openen. 123

124 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 14. Schroefverbindingen aan verwarmingswater- en tapwaterzijde controleren op lekkage, eventueel aantrekken. 15. Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden in het protocol vanaf pagina 212 opnemen. Zwerfstroomanode vervangen 1. Flensdeksel volgens de vanaf pagina 121 beschreven werkstappen demonteren. 2. Nieuwe zwermstroomanode in het flensdeksel bouwen. 3. Zwerfstroomanode in de vorm van de oude elektrode buigen. 4. Flensdeksel volgens de vanaf pagina 121 beschreven werkstappen monteren. Inbouw- en bedieningshandleidingen van de anodenfabrikant Opwarmbaar boilervolume aanpassen (indien nodig) Als zonnecollectoren aan het apparaat zijn aangesloten, adviseren wij het door de warmtepomp opwarmbare boilervolume ten gunste van de opwarming door de zonnecollectoren in te perken. Als dat niet gewenst is, adviseren wij de schakeltijden van de warmwaterbereiding zo in te stellen dat alleen in de namiddag het complete boilervolume voor opwarming is vrijgegeven. Bedieningshandleiding In de fabrieksinstelling staat het complete boilervolume voor verwarming door de warmtepomp ter beschikking. Klepstand A/AB B/AB Warmtepomp verwarmt: compleet boilervolume (ca. 250 liter) alleen bovenste boilervolume (ca. 80 liter) 124

125 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Indien nodig, 3-weg-klep omzetten (zie afb.). 2. Regelingsinstelling wijzigen (zie pagina 172, paragraaf volume boiler voor warmtepomp ). Regelingsparameters instellen 1. Installateursfunctie activeren. Informatie over installateursfunctie en voor de instelling van de regelingsparameter zie hoofdstuk Regelingsinstellingen vanaf pagina Regelingsinstellingen aan de hand van de gegevens bij de standaardinstellingen controleren (vanaf pagina 213). Alleen gewijzigde waarden in het protocol vanaf pagina 213 noteren. 3. Alle storingsmeldingen bevestigen (zie pagina 127). Opmerking De storingsmeldingen zijn in dit geval geen opmerking op een verkeerd funtioneren van het apparaat. Ze zijn ontstaan door dse handmatige aansturing van een aantal apparaatcomponenten bij de inbedrijfsname. Service 125

126 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Overzicht van de bedieningseenheid A Display B Draaiknop Verlaagde kamertemperatuur C Draaknop Normale kamertemperatuur D Keuzeschakelaar werkingssoorten E Menutoetsen F Klep van de bedieningseenheid Storingsmeldingen Interne storingen worden door het apparaat vastgesteld, getoond en opgeslagen. Als er storingen zijn: & Links naast de Optolink-interface knippetderodeled(c in afb. op pagina 194). & In het display van de regeling knippert bij gesloten klep van de bedieningseenheid het storingssymbool U. & Als er een afstandsbediening Vitotrol 200 is aangesloten, knippert hier ook een rode storingingsindicatie. 126

127 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Er kunnen maximaal 8 storingen opgeslagen worden. Als er meer meldingen zijn, gedraagt de regeling zich als volgt: & Bij meldingen met een hogere prioriteit (dan de reeds opgeslagene) worden de meldingen met lagere prioriteit gewist. & Bij meldingen met gelijke prioriteit (dan de reeds opgeslagene) worden de oudste meldingen gewist. & Meldingen met lagere prioriteit (dan de reeds opgeslagene) worden niet opgeslagen. De actuele storingen worden op prioriteit geordend weergegeven. Storingsmeldingen bevestigen Als er storingsmeldingen zijn, worden deze na het openen van de klep van de bedieningseenheid weergegeven. Nadat de storing is verholpen kunnen deze bevestigd worden. Na het bevestigen wordt door de regeling getest of de storing is verholpen. Als dat niet het geval is, wordt de storing opnieuw als niet bevestigd weergegeven. Bevetsigde storingen blijven zo lang in de lijst staan tot de regeling heeft vastgesteld dat de storingsoorzaak is opgeheven. & Toets OK voor het bevestigen van de gemarkeerde storingsmelding indrukken. & Toets ALLE voor het bevestigen van alle storingsmeldingen indrukken. Storingsmeldingen opvragen Er zijn twee mogelijkheden om storingsmeldingen op te vragen. Service 127

128 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Actuele storingsmeldingen opvragen Menupunt & Info & Storingsmeldingen De storingsmeldingen kunnen zoals op pagina 127 beschreven bevestigd worden. & TERUG Opgeslagen ( historische ) storingsmeldingen opvragen Menupunt & Info & Statistieken & Storingenhistorie Toets TIJD indrukken om het tijdstip dat de storing is opgetreden te tonen Toets FOUT indrukken om naar de beschrijving van de fout terug te keren. & TERUG Opmerking De storingsmeldingen kunnen in de storingshistorie niet bevestigd worden. Storingsmeldingen negeren Om instellingen/opvragen aan de regeling uit te kunnen voeren: 1. Klep van de bedieningseenheid. De actuele storingsmeldingen worden weergegeven. 2. Toets TERUG indrukken. Het hoofdmenu wordt getoond. Instellingen en opvragen zijn nu mogelijk. Weergave van de storingsmeldingen Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel Systeemfout Regelingsprocessor defect bedieningseenheid vervangen 10 Buitensensor Kortsluiting Sensor controleren, indien nodig vervangen 18 Buitensensor Onderbreking Klemmen controleren, indien sensor vervangen 128

129 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel 20 Sec. aanvoersensor Kortsluiting Sensor controleren, indien nodig vervangen 28 Sec. aanvoersensor Onderbreking Klemmen controleren, indien sensor vervangen 30 Primair Aan sensor Kortsluiting Sensor controleren, indien nodig vervangen 38 Primair Aan sensor Onderbreking Klemmen controleren, indien sensor vervangen 40 Aanvoersensor verwarmingscircuit 2 (mengklepcircuit Kortsluiting Sensor controleren, indien nodig vervangen 44 Aanvoersensor natural cooling 48 Aanvoersensor verwarmingscircuit 2 4C Aanvoersensor natural cooling 50 Warmwatersensor boven 52 Warmwatersensor beneden 58 Warmwatersensor boven 5A Warmwatersensor beneden Onderbreking Kortsluiting Onderbreking Klemmen controleren, indien sensor vervangen Sensor controleren, indien nodig vervangen Klemmen controleren, indien sensor vervangen 60 Buffersensor Kortsluiting Sensor controleren, indien 61 Sec. retoursensor nodig vervangen 68 Buffersensor Onderbreking Klemmen controleren, indien 69 Sec. retoursensor sensor vervangen Service 129

130 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel 92 Zonnecollectorsensor Kortsluiting Sensor controleren, indien nodig vervangen 93 Zonnewarmteretoursensor 9A Zonnecollectorsensor Onderbreking Klemmen controleren, indien sensor vervangen 9B Zonnewarmteretoursensor A4 Terugslagklep Terugslagklep klemt of is defect; zonnecircuit circuleert 's nachts Terugslagklep controleren, indien nodig vervangen A6 Secundaire pomp Secundaire pomp defect A7 Zonnecircuit Zonnecircuit heeft geen circulatie Secundaire pomp controleren(ziepagina115),eventueel pomp vervangen Zonnecircuit controleren (zie pagina 116), eventueel pomp vervangen A8 Pomp HK 1 Geen circulatie Externe verwarmingscircuitpomp controleren (zie pagina 116), eventueel pomp vervangen A9 Warmtepomp Warmtepomp Warmtepomp (zie pagina 119), primaire pomp, secundaire pomp controleren, eventueel vervangen. Het apparaat gaat tot het bevestigen van de storingsmelding met de verwarmingswater-naverwarmer op verlaagde werking. Na de reparatie gaat de warmtepomp pas weer inwerking als het apparaat tevoren een keer is uitgeschakeld. AB 130 Elektrische verwarming Aanvoertemperatuur stijgt niet, verwarmingswaternaverwarmer misschien defect. Veiligheidstemperatuurbegrenzer en verwarmingselementen controleren, eventueel vervangen

131 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel AC natural cooling Storingsfunctie In de relaistest (zie pagina 149) de aansluituitbreiding natural cooling en doorgang naar de pompen controleren AD AF B1 BA BB BC BD C1 C4 C8 Mengklep verwarmen/warm water Boilerlaadpomp KM communicatie KM-BUS mengklep HK 2 KM-BUS mengklep NC KM-BUS FB HK 1 KM-BUS FB HK 2 Elektriciteitsnet/condensor Blokkeercontact energiebedrijf Veiligheidscircuit Mengklep defect Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming is defect Communicatiefout bedieningseenheid Communicatiefout mengklep HK 2 Communicatiefout mengklep natural cooling Storing KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 1 Storing KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 2 Netaansluiting condensor niet in orde (bijv. draaiveld, asymmetrie, fasenuitval). Zekering, netschakelaar, fasebewaker of motorbeschermschakelaar condensor defect Blokkeercontact energiebedrijf langer dan 12 uur actief Storing aan één van de aangesloten componenten Mengklep controleren (zie pagina 119), eventueel vervangen Pomp controleren (zie pagina 119), eventueel vervangen Aansluitingen controleren, indien nodig bedieningseenheid vervangen Aansluitingen van de uitbreidingsset controleren, uitbreidingsset inschakelen Aansluitingen en kabels controleren Netaansluiting en componenten controleren, eventueel vervangen Blokkeercontact energiebedrijf controleren, indien nodig vervangen Extern veiligheidscircuit, aangesloten componenten en circuits controleren (bijv. warmtedragerdruk of brug) Service 131

132 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel C9 Koelcircuit Hoge druk - lage druk of verwarmingsgasschakelaar Aanvoer- en retourtemperatuursensoren controleren, hogedrukcontrole uitvoeren (zie pagina 120), primaire en secundaire circuit op druk en debiet controleren, warmtepomp eventueel door koeltechnicus laten controleren CA Primaire pomp Debiet van de primaire zijdetegeringofontbreekt CB D0 D3 Primaire temperatuur Primaire pomp controleren (zie pagina 118), eventueel vervangen Zonnecircuit op debiet controleren Zwerfstroomanode Veiligheidscircuit Temperatuur is gedaald tot onder de minimale primaire intredetemperatuur Geen beschermstroom Storing aan één van de aangesloten componenten D5 WW-SHK Onderbreking brug X 6.5 X6.6 warmwaterboiler volledig vullen resp. contacten van de zwerfstroomanode en van de printplaat controleren, eventueel onderdelen vervangen Extern veiligheidscircuit, aangesloten componenten en circuits controleren (bijv. warmtedragerdruk of brug) Eventueel aangesloten schakelcontact of brug controleren (aansluiting bevindt zich op de vermogensprintplaat) 132

133 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel D7 Elektrische verwarming K6 Aan K6 aangesloten radiatoren controleren D8 D9 Elektrische verwarming K7 Elektrische verwarming K8 Aan K7 aangesloten radiatoren controleren Aan K8 aangesloten radiatoren controleren Opmerking Voor het ontgrendelen van de veiligheidstemperatuurbegrenzers het apparaat spanningsvrij schakelen. Voor de herinbedrijfstelling de betreffende veiligheidstemperatuurbegrenzers op verwarmingselement ontgrendelen (hiertoe rode knop indrukken). Opmerking De veiligheidstemperatuurbegrenzers bevinden zich aan de voor- en achterzijde van het verwarmingselement, zie ook afbeelding op pagina 134. DA DB DD DE Kamersensor HK1 Kamersensor HK2 Kamersensor HK1 Kamersensor HK2 Kortsluiting Onderbreking Sensor controleren, indien nodig vervangen Klemmen controleren, indien sensor vervangen Service 133

134 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) De afbeelding toont de positie van de veiligheidstemperatuurbegrenzers (A: K6,B: K7,K8)opdeverwarmingsstaven. Zie voor de plaats van de verwarmingsstaven pagina 211. Diagnose Maatregelen bij permanent te lage kamertemperatuur De hierna beschreven werkstappen tot opheffing van het probleem uitvoeren. 1. Gewenste kamertemperatuur voor de normale temperatuur verhogen (zie bedieningshandleiding) 2. Buitentemperatuursensor controleren(ziepagina114). 3. Stooklijnen aanpassen (zie bedieningshandleiding). 4. Verwarmingscircuit ontluchten. 5. Hydraulische afstemming van de/ het aangesloten verwarmingscircuit(s) doorvoeren. 6. Debiet de/het aangesloten verwarmingscircuit(s) controleren. 7. Stookwerking door de geïntegreerde verwarmingswater-naverwarmer toelaten (zie pagina 159). Geen indicatie op het display van de bedieningseenheid De hierna beschreven werkstappen tot opheffing van het probleem uitvoeren. 1. Installatieschakelaar (zie pagina 194) inschakelen Zekering controleren, eventueel vervangen (zie pagina 194)

135 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) 3. Controleren of voeding aan netingang regeling/elektronica voorhanden is, eventueel aanbrengen. 4. Steek- en schroefverbindingen controleren. 5. Schakelvoeding vervangen. 6. Bedieningsgedeelte vervangen. 7. Hoofdprintplaat vervangen. Servicekleppen koelcircuit! Opgelet Bij ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan het koelcircuit bestaat er gevaar op schade aan het apparaat. De hierna beschreven werkstappen mogen allean door daartoe geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. Service Openen van de serviceklep Bij het losmaken van de afsluitkap A absoluut aan de inbuskant C met gereedschap tegenhouden. 135

136 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Sluiten van de serviceklep & Nieuwe koperen afdichting B gebruiken. & Bij het dichtschroeven van de afsluitkap A absoluut aan de inbuskant C met gereedschap tegenhouden. Vereist aanhaalmoment: 11 Nm 136

137 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur hoofdmenu Service A ziepagina138 B zie pagina 139, 140 en 141 C zie pagina 142, 143, 144 en

138 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - informatie Hoofdmenu > Informatie 138

139 Overzicht van de menustructuur - Programmeren Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Programmeren Regelingsinstellingen Service A ziepagina140 B ziepagina

140 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - Programmeren (vervolg) Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Programmeren A ziepagina139 B ziepagina

141 Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Programmeren Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - Programmeren (vervolg) Service A zie pagina 139 en

142 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - Installateursfunctie Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Installateursfunctie A zie pagina 144 en B ziepagina143

143 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur -... (vervolg) Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Installateursfunctie Service A ziepagina142 B zie pagina 144 en

144 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur -... (vervolg) Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Installateursfunctie A zie pagina 142 en B ziepagina145

145 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur -... (vervolg) Hoofdmenu > Apparaatinstellingen > Installateursfunctie Service A ziepagina

146 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur -... (vervolg) B ziepagina144 C ziepagina139tot141 Regelingsinstellingen door de vakman Op de volgende pagina's worden alleen de instellingen beschreven die uitsluitend door de vakman in de installateursfunctie kunnen worden uitgevoerd. Om in de installateursfunctie te komen moet u een code ingeven(ziepagina146). Parametersdieindebedieningshandleiding worden beschreven, worden hier niet verklaard. Ze worden echter in de volgorde waarin ze in her regelingsmenu opduiken opgesomd. Opmerking Bij verkeerde bediening in de installateursfunctie door de exploitant vervalt onze garantie. De beschrijving van de regelingsinstelling ziet er als volgt uit: & Instellingen in het menu Installateursfunctie (zie ook pagina 142 en 143) worden op pagina 146 tot 150 beschreven. Deze paragraaf heeft in de zijkop het kopje Regelingsinstellingen. & Instellingen in het menu Programmeren (zie ook pagina 139 en 140) worden op pagina 151 tot 192 beschreven. De aanduidingen van de afzonderlijke submenu's ( Installatiedefinitie, Warmtepomp etc.) zijn in de zijkop te vinden ( Regelingsinstellingen Installatiedefinitie etc.). Installateursfunctie activeren Opmerking Bij verkeerde bediening in de installateursfunctie door de exploitant vervalt onze garantie. 1. Klep van de bedieningseenheid. 146

147 Regelingsinstellingen Installateursfunctie activeren (vervolg) 2. Code ingeven: Menupunt & Toestelinstellingen & Toegangsgerechtigd & Code ingeven: SERVICE steeds 1 x indrukken & 2x OK Opmerking Als de klep van de bedieningseenheid gesloten of de toets Hoofdscherm wordt ingedrukt, is de toegang tot het installateursniveau geblokkeerd. Als er verdere instellingen in de installateursfunctie worden gedaan, moet de code opnieuw ingegeven worden. Sensortemperaturen aanpassen Service Afwijkingen aan de sensoren, die door verschillende leidingsweerstanden ontstaan, kunnen met deze functie gecompenseerd worden. De gegevens worden ook bij uitvallen van de elekriciteit opgeslagen. Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau 147

148 Regelingsinstellingen Sensortemperaturen aanpassen (vervolg) & Voelertemp. aanpassen De actueel gemeten temperatuur voor elke sensor ingeven. Doortedrukkenopdetoets RESET wordt de instelling voor de gemarkeerde sensor teruggedraaid. & OK Signaalingangen controleren Met behulp van dit menu kan de installatie gecontroleerd worden. Zo kan bijv. bij een storing gecontroleerd worden of de oorzaak is verholpen. De test is alleen bij uitgeschakeld relais mogelijk. Alle bewakingsingangen zijn normaal gesproken in de toestand Uit. Bijeen storing nemen ze de toestand Aan aan. Een omschakeling op Aan wordt opgeslagen en in het menu Informatie > Statistieken > Storingshistorie weergegeven. Een uitzondering is de weergave bij blokkering energiebedrijf. Als de blokkering energiebedrijf als sluiter (zie pagina 151) werkt, betekent Aan dat de blokkering energiebedrijf actief is. Als de blokkering energiebedrijf als opener (zie pagina 151) werkt, betekent Uit dat de blokkering energiebedrijf actief is. Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Signaalingangen & TERUG Manuele besturing van relais en mengklep In de Manuele besturing kunnen voor de inbedrijfsname of de controle van afzonderlijke componenten relais en mengklep (samen: factoren ) met de hand in- en uitgeschakeld worden. Zolang het menu Manuele besturing of één van de submenu's is opgeroepen, zijn alle regelingsfuncties buiten bedrijf. Zolang de klep van de bedieningseenheid is geopend, worden alle factoren uitsluitend met de hand aangestuurd. Bij het verlaten van het menu Manuele besturing (bijv. door het sluiten van de klep van de bedieningseenheid) worden de actoren die op dat moment in de normale regelingswerking niet nodig zijn door de regeling uitgeschakeld en de regelafloop opnieuw gestart. 148

149 Regelingsinstellingen Manuele besturing van relais en mengklep (vervolg) Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Manuele besturing In de Manuele besturing staan de volgende submenu's ter beschikking: Menupunt & Relais & Mengklep & Voelertemperaturen & Installatieoverzicht De submenu's Voelertemperaturen en Installatie-overzicht kunnen ook via Informaties in het hoofdmenu worden opgeroepen. Zie voor verdere informatie over deze submenu's de bedieningshandleiding. Submenu Relais Opmerking De relais kunnen hier naar believen worden geactiveerd. Eventueel zijn bij het oproepen van dit menu afzonderlijke factoren nog ingeschakeld.!! Opgelet In de Manuele besturing kunnen per abuis tegenstrijdige werkingssituaties (bijv. Elektrische verwarming 1: Aan en secundaire pomp: Uit ) ingesteld worden. Dat kan tot schade aan het apparaat leiden. Daarom bij elke bediening eerst alle actoren op Uit zetten, dan pas de benodigde actoren op Aan zetten. Opgelet Te korte afstanden tussen het met de hand uit- en weer inschakelen van de condensor kan tot schade aan de condensor en aan de softstarter massieve as leiden. Minstens 10 minuten pauze tussen het uit- en opnieuw inschakelen van de condensor aanhouden. Service Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Manuele besturing & Relais De toets RESET schakelt alle ingeschakelde relais uit. Door te drukken op de toetsen x en y een relais kiezen en met de toetsen AAN en UIT het relais schakelen. & OK 149

150 Regelingsinstellingen Manuele besturing van relais en mengklep (vervolg) Submenu Mengklep De motoren voor de interne en externe mengklep (max. 3) kunnen hier met de hand worden ingesteld. Klepstand in % 3-weg-klep Verwarmen/ warm water (intern) driewegmengklep Verwarmingscircuit 2 (Mengklepcircuit) 0 verwarmen gesloten gesloten 50 Verwarmen/warm water 100 Warmwaterbereiding open open driewegmengklep natural cooling Menupunt & Toestelinstellingen & Installateurniveau & Manuele besturing & Mengklep Door te drukken op de toetsen x en y een mengklep kiezen en met de toetsen V/W de gewenste mengklepstand in % instellen. De toets c stelt de gekozen mengklep op de nulstand. & OK 150

151 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Naast de onder Installatieconfiguratie (zie pagina 110) beschreven procedure kan hier ook het installatieschema veranderd of extra componenten en/of functies gekozen of uitgeschakel worden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Installatieschema De vereiste procedure staat vanaf pagina 110 beschreven. Contact energiebedrijf: 1S Deze instelling definieert of het contact van de blokkering energiebedrijf als sluiter ( JA ) of opener ( NEEN ) werkt. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Contact energiebedrijf: 1S ( JA, NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Gemiddelde tijd buitentemperatuur Door deze parameter vindt de filtering plaats van de buitentemperatuur met een tijdconstante van 22 uur (standaardinsteliung). Daardoor volgt er een compensatie van tijdelijke temperatuurschommelingen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Gemiddelde tijd buitentemp. (Q/P) Standaardinstelling 22:00:00 Instelbereik 0:10:00 tot uur Service 151

152 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Stookgrens < T-ruimte (verwarmingsgrenstemperatuur) De stookgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur bij de daling waaronder de kamerverwarming begint. De stookgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste kamertemperatuur minus de onder Stookgrens < T-ruimte ingestelde waarde. Voorbeeld: De ingestelde gewenste kamertemperatuur bedraagt 20 C, de onder Stookgrens < T-ruimte ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. Als de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur onder 16 C (stookgrenstemperatuur) daalt, begint de kamerverwarming. Stijgt de buitentemperatuur tot boven de 18 C, wordt de kamerverwarming op grond van de opgegeven hysterese van 2 K ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Stookgrens < T-ruimte (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 4 K 0 tot 20 K A Gewenste kamertemperatuur B Buitentemperatuur C Ingestelde waarde Stookgrens < T-ruimte D Verwarming UIT E Verwarming AAN Temperatuurgrens voor verlaagde werkingsmodus Als de gemiddelde buitentemperatuur onder de hier ingestelde temperatuurgrens daalt, wordt de werkingsmodus Verlaagd (zie bedieningshandleiding) niet meer gebruikt. Het apparaat verwarmt de voor de bedrijfssoort Normaal ingestelde temperatuur. Blijft de gemiddelde buitentemperatuur boven de hier ingestelde temperatuurgrens, volgt de werking volgens de ingestelde schakeltijden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren 152 & Installatiedefinitie & T grens voor red. BA (1/!)

153 Temperatuurgrens voor verlaagde... (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Standaardinstelling -30 K Instelbereik 30 tot +30 K Vorstbeschermingstemperatuur Voor de vorstbescherming van de installatie gaat het apparaat op verlaagde werking zodra de gemiddelde buitentemperatuur onder de hier ingestelde waarde daalt. Dat gebeurt onafhankelijk van de instelling van de keuzeschakelaar werkingsmodi. Het uitschakelpunt van de vorstbeschermfunctie is op 2 K boven het inschakelpunt vastgelegd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Vorstbeschermtemp. (1/!) Standaardinstelling 1 C Instelbereik -15 tot +15 C A Buitentemperatuur B Vortsbeschermtemperatuur (zelf te kiezen) C Uitschakelpunt vorstbeschermfunctie (vorstbeschermtemperatuur + 2 K) D Verlaagde stookwerking UIT E Verlaagde stookwerking AAN Service 153

154 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Blokkering door energiebedrijf condensor Bij geactiveerde blokkering energiebedrijf ( blokkering energiebedrijf: JA ) kan door het energiebedrijf de warmteproductie door de warmtepomp uitgeschakeld worden. Vereiste is echter dat er een blokkeercontact energiebedrijf is aangesloten (zie pagina 71). De warmteverdeling door de verwarmingscircuitpomp en de circulatiepomp naar de boilerverwarming zijn door de blokkering niet getroffen. Als de blokkering energiebedrijf geactiveerd wordt, moet de overbrugging van de tijden waarin geen warmte kan worden geproduceerd, een buffer geïnstalleerd zijn. Opmerking De werking van de blokkering energiebedrijf op de verwarmingswater-naverwarmer wordt apart ingesteld (zie pagina 159). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Blokkering energiebedrijf ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Maximale aanvoertemperatuur Instelling van de maximale aanvoertemperatuur van de warmtepomp. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 25 tot 60 C Minimimumretourtemperatuur Als de temperatuur daalt onder de minimale retourtemperatuur, wordt niet de warmtepomp maar de verwarmingswater-naverwarmer ingeschakeld. De verwarmingswater-naverwarmer blijft ingeschakeld tot de minimale retourtemperatuur bereikt is. 154

155 Minimimumretourtemperatuur (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Opmerking Als de minimale retourtemperatuur te laag wordt ingesteld, wordt de condensorslijtage verhoogd door te frequente lagedrukuitschakelingen. Als de minimale retourtemperatuur te hoog wordt ingesteld, wordt het aandeel van de elektrische verwarming verhoogd en daalt het rendement. Deze problematiek bestaat in het bijzonder bij de opwarming van afgekoelde gebouwen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Min. retourtemp. (1/!) Standaardinstelling 5 C Instelbereik 1 tot 40 C Hysterese T.-primair/min. T.-primair Aan De instelling bepaalt het regelbereik voor het in- en uitschakelen van de warmtepomp. Het uitschakelpunt van de warmtepomp wordt door de minimale warmtedragerintredetemperatuur ( min. T.-primair Aan ) bepaald. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Hyst. T.-primair of min. T.-primair Aan (1/!) A Warmtedragerintredetemperatuur B Min. T.-primair Aan C Hysterese T.-primair D Warmtepomp AAN E Warmtepomp UIT Service Standaardinstelling Instelbereik Hyst. T.-primair 5K 1tot20K Min. T.-primair Aan -4 C -10 tot +20 C 155

156 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Looptijd minimaal Instelling van de minimumlooptijd van de warmtepomp. Voor het aflopen van deze periode schakelt de warmtepomp niet uit. Door deze instellingen moeten lange looptijden van de warmtepomp bereikt worden om een hoog rendement en een geringe slijtage te garanderen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Looptijd minimaal (P/Q) Standaardinstelling 2:00:00 min Instelbereik 2:00:00 tot 30 min Min. condensor uit Instelling van de periode die de condensor voor een hernieuwd inschakelen uitgeschakeld blijft. Deze functie dient als bescherming van de warmtepomp tegen overbelasting (3 inschakelingen per uur mogen niet overschreden worden). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & min. condensor uit (P/Q) Standaardinstelling 10:00:00 min Instelbereik 0:20:00 tot 30 min Aanvoer primaire / secundaire pomp Als de condensor inschakelt, moet aan de volgende criteria voldaan zijn: & De primaire pomp moet al lopen, zodat het primaire circuit circuleert. & De secundaire pomp moet al lopen, zodat de warmte via het verwarmingswater direct afgevoerd kan worden. 156

157 Aanvoer primaire / secundaire pomp (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Aanvoer primaire pomp of Aanvoer secundaire pomp (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 2:00:00 min 0:10:00 tot 16:40:00 min A Stookcommando B Primaire pomp C Secundaire pomp D Compressor E Inschakelvertraging F Aanvoer secundiare pomp G Aanvoer primaire pomp H UIT K AAN Optimale looptijd Service Instelling van de optimale looptijd van de condensor. Bij lange looptijden (afhankelijkvandeuitvoeringvanhetprimairecircuit)verijstdeaardsondeenhetrendement (COP) wordt minder. 157

158 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Optimale looptijd (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Optimale looptijd (P/Q) Standaardinstelling 2:00:00 Instelbereik tot uur A Optimaal werkingsbereik B Primaire temperatuur daalt C Optimale looptijd 158

159 Regelingsinstellingen Elektrische verwarming Elektrische verwarming Deze parameter deelt het apparaat mee of er een verwarmingswater-naverwarmer is ingebouwd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Elektrische verwarming ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Blokkering energiebedrijf verwarmingswater-naverwarmer Met deze instelling wordt vastgelegd of het energiebedrijf door middel van een speciaal besturingsapparaat de voeding van de verwarmingswater-naverwarmer kan blokkeren (instelling: JA ). Vereiste is echter dat er een blokkeercontact energiebedrijf is aangesloten (zie pagina 71). Als het energiebedrijf deze mogelijkheid niet heeft, moet de instelling NEEN worden gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Blokkering energiebedrijf ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Stoken met elektriciteit Met deze instelling kan de extra verwarming van de verwarmingscircuits door de verwarmingswater-naverwarmer vrijgegeven of geblokkeerd worden. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Stoken met elektriciteit ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN 159

160 Regelingsinstellingen Elektrische verwarming Warm water met elektrisch systeem Met deze functie is het mogelijk de tapwateropwarming door de geïntegreerde verwarmingswater-naverwarmer te deactiveren (bijv. als een door de installateur geïnstalleerde verwarmingswater-naverwarmer de naverwarming van het tapwater overneemt). De verwarmingswater-naverwarmer werkt dan alleen nog op het verwarmingscircuit Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Warm water met elektriciteit ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Maximale aanvoertemperatuur Bepaalt de maximale aanvoertemperatuur die door de verwarmingswaternaverwarmer ter beschikking wordt gesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 65 C Instelbereik 5 tot 75 C Wachttijd verwarmingselement Instelling van de periode waarin de elektrische verwarming na het wisselen van werkingsmodus (verlaagd/normaal) niet wordt ingeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Wachttijd verwarmingselement (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 0.30 uur 0.00 tot 5.00 uur 160

161 Drempel elektrische verwarming Regelingsinstellingen Elektrische verwarming De instelling definieert volgens welke som (integraal uit duur en hoogte van een temperatuurafwijking van de gewenste regeltemperatuur) de elektrische verwarming start. Een kortstondige temperatuurafwijking activeert de elektrische verwarming niet. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Drempel elektrische verwarming (P/Q) A Gewenste regeltemperatuur B Werkelijke temperatuur C Hysterese aanvoer (zie pagina 163) D Som (integraal uit duur en hoogte van de temperatuurafwijking) Standaardinstelling Instelbereik 300 K min 10 tot K min Maximale trap elektrische verwarming Deze instelling legt vast met welk maximaal vermogen (trap 1, 2 of 3, zie vanaf pagina 218) de extra verwarming van het tap- en verwarmingswater plaatsvindt. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Max. trede elektrische verwarming (l/m) Standaardinstelling 3 Instelbereik 1 tot 3 Service 161

162 Regelingsinstellingen interne hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Deze instelling bepaalt of er naast de verwarmingswater-naverwarmer ook nog de warmtepomp voor het drogen moet worden ingezet. Als de warmtepomp niet gereed voor gebruik is, omdat bijv. het primaire circuit van de warmtepomp op het tijdstip van het bouwdrogen nog niet bedrijfsklaar is, moet deze functie op NEEN gezet worden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & WP voor bouwdrogen ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Tijd bouwdrogen Instelling van het aantal dagen dat de installatie voor het bouwdrogen uitsluitend met de verwarmingswater-naverwarmer moet verwarmen. De warmtepomp gaat bij deze instelling niet in werking. De verwarming volgt volgens de instellingen voor de gewenste temperaturen en schakeltijden van de normale en verlaagde werking (zie bedieningshandleiding). De instelling 0 schakelt de functie uit. De restduur van het bouwdrogen in dagen wordt bij gesloten klep van de bedieningseenheid op het display getoond. Opmerking Als de estrikfunctie (zie pagina 183) geactiveerd is, mag hier geen ingreep volgen. De instellingen onder Estrikfunctie staan in direct verband met deze instelling. De instellingen van beide functies beïnvloeden zich wederzijds. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Tijd bouwdrogen (j/k) Standaardinstelling 0 (functie UIT ) Instelbereik 0 tot 30 dagen 162

163 Regelingsinstellingen interne hydraulica Hysterese aanvoer De gewenste aanvoertemperatuur van het secundaire circuit wordt door de regeling volgens de actuele warmteaanvraag vastgelegd. De instelling Hysterese aanvoer legt vast bij welke afwijking van de intern berekende gewenste aanvoertemperatuur één van de warmtegeneratoren (warmtepomp, zonnecollector, verwarmingswater-naverwarmer) wordt in- en uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Hysterese aanvoer (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 2 K 0,5 tot 5,0 K Nalopen interne pomp Nalopen van de secundaire pomp nadat de warmteproductie door de warmtepomp of de verwarmingswater-naverwarmer is ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Nalopen int. pomp (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 2:00:00 minuten 0:10:00 tot 5:00:00 minuten Max. stappen 3-weg-klep Afhankelijk van het type van de gebruikte 3-weg-klep is het aantal stapimpulsen dat de motor moet bevatten om van de ene eindpositie naar de andere te gaan, verschillend. De instelling van deze parameter is alleen dan nodig als de 3-weg-klep vervangen is. Bij uitlevering is het aantal stapimpulsen correct ingesteld. Service Opmerking Voor het activeren van de veranderde instelling moet de installatie aan de installatieschakelaar uit- en weer ingeschakeld worden. 163

164 Regelingsinstellingen interne hydraulica Max. stappen 3-weg-klep (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Max. stap 3-weg-klep (l/ m) Standaardinstelling 320 Instelbereik niet wijzigen 164

165 Regelingsinstellingen zonnecollector Zonnecollector Als er een zonnecollector is gemonteerd, moet deze in de regeling geactiveerd worden. Pas dan kan een aantal verdere parameters worden opgeroepen, waarvan de definitie voor de exacte functie van het geïntegreerde zonnesysteem nodig is. Opmerking Als er al onder Installatieconfiguratie (zie pagina 110) of Installatieschema (zie pagina 151) van de zonnecollector geactiveerd is, is deze ook onder dit menupunt reeds geactiveerd (staat op JA ). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Zonnecollector ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Maximumtemperatuur Instelling van de maximale collectortemperatuur. Als deze waarde wordt overschreden, wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Max. temperatuur (T/U) Standaardinstelling 130 C Instelbereik 100 tot 300 C Hysterese zonnecircuitpomp aan/hysterese zonnecircuitpomp uit Service Deze instelling bepaalt bij welk temperatuurverschil tussen zonnecollector en warmwaterboiler de zonnecircuitpomp in- resp. uitschakelt. 165

166 Regelingsinstellingen zonnecollector Hysterese zonnecircuitpomp aan/hysterese... (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Hyst. Zonnepomp aan resp. Hyst. Zonnepomp uit (0/=) A Temperatuurverschil zonnecollector/boiler (boiler kouder) B Inschakelhysterese C Uitschakelhysterese D Inschakelperiode van de zonnecircuitpomp E Zonnecircuitpomp AAN F Zonnecircuitpomp UIT Standaardinstelling Instelbereik Hyst. Zonnepomp aan 7,0 K 3,0 tot 20,0 K Hyst. Zonnepomp uit 3,0 K 1,0 tot 15,0 K Hysterese pompkick Deze instelling bepaalt in welk verschiltemperatuurbereik tussen zonnecollector en boilerwater de zonnecircuitpomp in intervallen in- en uitschakelt. Deze functie zorgt door verbeterde aanstroming voor een geoptimaliseerde temperatuurvastlegging van de collectortemperatuursensor. 166

167 Regelingsinstellingen zonnecollector Hysterese pompkick (vervolg) Bij punt 1 wordt de zonnecircuitpomp gedurende de gedefinieerde looptijd van de pompkick (zie pagina 167) ingeschakeld. Stijgt de temperatuur verder tot punt 2 ( hyst. zonnepomp aan ), dan loopt de zonnecircuitpomp zonder onderbreking totdat de uitschakelhysterese is bereikt ( hyst. zonnepomp uit ) 3 (zie ook pagina 165). A Temperatuurverschil zonnecollector/boiler (boiler kouder) B Inschakelhysterese pompkick C Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp D Inschakelhysterese van de zonnecircuitpomp (normale werking) E Werkingstoestand zonnecircuitpomp F Intervalwerking (looptijd/dode tijd pompkick) van de zonnecircuitpomp G Ondebrekingsvrije werking van de zonnecircuitpomp Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Hysterese pompkick (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 3,5 K 3,0 tot 20,0 K Service Looptijd pompkick Looptijd van de zonnecircuitpomp bij pompkick (zie pagina 166). 167

168 Regelingsinstellingen zonnecollector Looptijd pompkick (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Looptijd pompkick (l/m) Standaardinstelling 0:02:00 min & Zonnecollector Instelbereik tot min Dode tijd pompkick Periode waarin de zonnecircuitpomp na een pompkick (zie pagina 166) niet starten kan. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Dode tijd pompkick (p/q) Standaardinstelling Instelbereik 1:00:00 min tot min Debiet Ingave van het debiet in het collectircircuit van de installatie. De ingave van deze waarde vormt de basis van de zonne-opbrengstberekening. Het debiet is ook uit het ingestelde pompvermogen van de zonnecircuitpomp en het drukverlies in de aansluitleiding en de zonnecollectoren te berekenem. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Debiet (+/-) Standaardinstelling Instelbereik 100 l/h 10 tot 500 l/h 168

169 Regelingsinstellingen warm water Warm water boilertemperatuur Bedieningshandleiding Temperatuur programma warm water Bedieningshandleiding Programma circulatiepomp Bedieningshandleiding Werkingsmodus Vastlegging van de werkingsmodus van de warmwaterboiler. Instelling Stand-by Verlaagd Normaal Constante Draaischakelaar Extern Schakeltijden Werking Vorstbeschermbewaking van het apparaat De besturing vindt alleen plaats via de bovenste boilertemperatuursensor, de gereed gehouden warmwaterhoeveelheid bedraagt ca. 80 liter. De besturing vindt alleen plaats via de bovenste en onderste boilertemperatuursensor, de gereed gehouden warmwaterhoeveelheid bedraagt ca. 220 liter* 1 Werking als constanteregelaar met de ingestelde tweede gewenste temperatuur voor het warme water. Er wordt rekening gehouden met de instellingen van de keuzeschakelaar werkingsmodi, de geprogrammeerde schakeltijden en de instellingen van de afstandsbediening. (standaardinstelling) Zonder functie Er wordt alleen rekening gehouden met de voor de geprogrammeerde schakeltijden uitgevoerde instellingen. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Werkingsmodus (</>) *1 Deze instelling is alleen dan werkzaam als de 3-weg-klep voor de instelling van de boileropwarming zich op de stand A/AB (zie pagina 124) bevindt. 169

170 Regelingsinstellingen warm water Warmwaterboiler maximaal Instelling van de maximumtemperatuur warmwaterboiler. Na het bereiken van deze temperatuur wordt de nieuwe verwarming zolang verhindert tot de temperatuur met minstens 5 K is gedaald. Opmerking Bij gebruik van zonnecollectoren moet de waarde op 70 C verhoogd worden. Gevaar Warm water met temperaturen > 60 C veroorzaakt verbrandingen. Bij deze temperaturen moet door de installateur een verbrandingsbescherming voorzien worden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Warmwaterboiler maximaal (T/U) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 20 tot 80 C Hysterese warm water verwarmingswater-naverwarmer/hysterese De instellingen bepalen bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur van de warmwaterboiler ( WW-boilertemp. ) de boilerverwarming door de warmtepomp ( hysterese ) in- en uitgeschakeld wordt. Als ook een boilerverwarming door die is geinstalleerd,is bovendien de parameter Hysterese WW elektrische verwarming relevant. 170

171 Regelingsinstellingen warm water Hysterese warm water... (vervolg) Opmerking De ingestelde waarde voor hysterese moet boven de verwachte temperatuurdaling door de warmteverliezen van één nacht liggen (ca. 5 K). Eenlagerewaardevoor hysterese WW elektrische verwarming verhoogt het aandeel van de elektrische opwarming van het tapwater, het installatierendement wordt geringer. A Gewenste tapwatertemperatuur B Schakelhysterese warmtepomo ( hysterese ) C Schakelhysterese verwarmingswater-naverwarmer ( hysterese WW elektrische verwarming ) D Werkelijke tapwatertemperatuur aan de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand verwarmingswater-naverwarmer G UIT H AAN Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Hysterese of Hysterese WW elektrische verwarming (5/%) Standaardinstelling Instelbereik Hysterese 7,0 K 1,0 tot 10,0 K Hysterese WW elektrische verwarming 10,0 K 2,0 tot 30,0 K Service 171

172 Regelingsinstellingen warm water Inschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Uitschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Extra functie Warm Water Bedieningshandleiding 2e gewenste temperatuur warm water Bedieningshandleiding Volume boiler voor warmtepomp Het nuttige boilervolume kan via een met de hand te gebruiken 3-weg-klep (zie pagina 124) worden gevarieerd. Pas door de hier aangebrachte instelling wordt de regeling een terugmelding over de instelling van de handklep en daarmee over het opwarmbare boilervolume gegeven. Opmerking Een volledige opwarming van het boilervolume kan alleen plaatsvinden als de handklep conform is ingesteld en voor vol. boiler voor WP de instelling Ja is gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Vol. boiler voor WP ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN 172

173 Regelingsinstellingen warm water Reactie overschot Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verlaagde afbame in het secundaire circuit. Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritisch overschot, d.w.z. als kritische temperaturen in het warmtecircuit bereikt worden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritsch is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2 Warm water voorrang Bij geactiveerd Warm Water Voorrang wordt de warmwaterboiler zolang verwarmd tot de ingestelde warmwaterboilertemperatuur (zie bedieningshandleiding) bereikt of de onder max. looptijd WW ingestelde periode (zie pagina ) is afgelopen. Pas dan wordt het verwarmingscircuit van warmte voorzien. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Warm water vorrang ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Service 173

174 Regelingsinstellingen warm water Maximale looptijd warm water De hier ingestelde waarde bepaalt de periode waarin de warmwaterboiler bij geactiveerd Warm Water Voorrang wordt verwarmd. Dat geldt echter alleen bij gelijktijdige warmteaanvraag voor het verwarmingscircuit. Als er geen warmte nodig is voor het verwarmingscircuit, wordt de warmwaterboiler ook via de hier ingestelde periode tot het bereiken van de ingestelde warmwaterboilertemperatuur (zie bedieningshandleiding) verwarmd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Max. looptijd WW (P/Q) Standaardinstelling 4:00:00 Instelbereik tot uur Maximale onderbreking warm water De hier ingestelde waarde bepaalt de periode die bij geactiveerd Warm Water Voorrang voor de opwarming van het verwarmingscircuit ter beschikking staat. Als na afloop van deze periode altijd nog warmteaanvraag voor het verwarmingscircuit bestaat, wordt (indien nodig) desondanks eerst de warmwaterboiler verwarmd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Max. onderbreking WW (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik uur tot uur 174

175 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Normale temperatuur Bedieningshandleiding Verlaagde temperatuur Bedieningshandleiding Temperatuur programma Verwarmingscircuit Bedieningshandleiding Afstandsbediening Als er een afstandsbediening is geïnstalleerd, moet deze voor het betreffende verwarmingscicruit worden geactiveerd. Opmerking Bij gebruik van een afstandsbediening moet de parameter Werkingsmodus (zie pagina 175) op Afstandsbediening zijn ingesteld. Anders knippert de storingsindicatie van de afstandsbediening. Ook de afstandsbediening moet op het betreffende verwarmingscircuit zijn gecodeerd. Verdere opmerkingen over het gebruik van kamertemperatuursensorenenafstandsbedieningenziepagina66. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Afstandsbediening ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Service Werkingsmodus Geordend boven de instelling van de keuzeschakelaar bedrijfsmodi kan hier de werkingsmodus vast ingegeven worden. 175

176 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Werkingsmodus (vervolg) Instelling Stand-by Verlaagd Normaal Constante Draaischakelaar Extern Schakeltijden Afstandsbediening Werking Vorstbeschermbewaking van het apparaat Continu verlaagde kamertemperatuur Continu normale kamertemperatuur Werking als constanteregelaar De instelling van de werkingsmodus vindt plaats via de keuzeschakelaar werkingsmodi (standaardinstelling) Zonder functie Werking volgt volgens ingestelde schakeltijden Werking volgt volgens de instellingen van de afstandsbediening. Deze instelling kan alleen gekozen worden als tevoren de afstandsbediening (zie pagina 175) geactiveerd is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Werkingsmodus (</>) Maximale aanvoertemperatuur Begrenzing van de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit op een maximumwaarde. De kleinst instelbare waarde komt overeen met de instelling vandewaardebij min. aanvoertemp. (zie pagina 176). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 40 C Instelbereik 10 tot 70 C Minimumaanvoertemperatuur Begrenzing van de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit op een minimumwaarde. De grootst instelbare waarde komt overeen met de instelling vandewaardebij max. aanvoertemp. 176

177 Minimumaanvoertemperatuur (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Opmerking Deze instelling heeft invloed op de koelfunctie natural cooling. Bijte lage instelling schakelt de dooipuntbewaking, afhankelijk van de koellijn (zie pagina 176), de koelfunctie te vroeg uit. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Min. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 10 C Instelbereik 1 tot 30 C Warm water bij Partyfunctie Deze instelling definieert of bij geactiveerde Partyfunctie (zie bedieningshandleiding) eerst de warmwaterboiler (instelling Ja ) opgewarmd of direct op stookwerking (instelling Neen ) wordt omgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Warm water bij Party ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Reactie overschot Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verlaagde afbame in het secundaire circuit. Service Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritisch overschot, d.w.z. als kritische temperaturen in het warmtecircuit bereikt worden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritsch is. 177

178 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Reactie overschot (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2 Kamertemperatuursensor Als er een kamertemperatuursensor is geïnstalleerd, moet deze voor het betreffende verwarmingscicruit worden geactiveerd. Verdere opmerkingen over het gebruik van kamertemperatuursensoren en afstandsbedieningen zie pagina 66. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Kamertemperatuursensor ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Inclinatie kameropschakeling Bij voorhanden en geactiveerde kamertemperatuursensor en vrijgegeven kamertemperatuuropschakeling (zie pagina 179) kan de inclinaie van de kamertemperatuuropschakeling worden gekozen. Des te hoger de waarde wordt gekozen, des te groter is de invloed van de kamertemperatuur. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Inclinatie Kameropschakel. (l/m) Standaardinstelling 10 Instelbereik 0 tot

179 Kamertemperatuuropschakeling Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Voorwaarden: Kamertemperatuursensor gemonteerd en geactiveerd. De instelling legt vast wanneer de kamertemperatuuropschakeling extra bij de weersafhankelijke regeling actief moet zijn. Instellingen: 0 Geen kamertemperatuuropschakeling 1 Kamertemperatuuropschakeling alleen in verlaagde werking 2 Kamertemperatuuropschakeling alleen in normale werking 3 Kamertemperatuuropschakeling in normale werking en in verlaagde werking Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Kamertemp.-opschakel. (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 3 Inschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Maximale correctie van de aanvoertemperatuur Voorwaarden: Kamertemperatuursensor gemonteerd en geactiveerd. Instelling van de maximumwaarde waarmee de aanvoertemperatuur door de kamertemperatuuropschakeling kan worden veranderd. Service 179

180 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Maximale correctie van de aanvoertemperatuur (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Max. corr. aanvoer (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 10,0 K 0,1 tot 10,0 K A Aanvoertemperatuur B Verschil uit gewenste kamer- en buitentemperatuur C Stooklijn D Mogelijk positieve correctiebereik (0,1 tot 10,0 K) E Mogelijke negatieve correctiebereik (0,1 tot 10,0 K) Kamerregeling Als een kamertemperatuursensor gemonteert en geactiveerd is, is een kamertemperatuurafhankelijke regeling mogelijk. Daartoe moet deze functie geactiveerd worden. Opmerking Als voor kamerregeling Ja is gekozen, kunnen niveau en inclinatie van de stooklijn niet meer ingesteld worden (parameters van de weersafhankelijke regeling). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit 180 & Verwarmingscircuit 1/2 & Kamerregeling ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN

181 Niveau en inclinatie van de stooklijn instellen Bedieningshandleiding Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Integrale ruimteregelaar Vereiste: Ruimteregeling staat op Ja. Integraal aandeel van de regelcircuit kamertemperatuur. Een hoge waarde zorgt voor een snelle reactie. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Integrale ruimteregelaar ([/ ]) Standaardinstelling 100 Instelbereik 5 tot 1000 Verhoging T.-aanvoer Als er een mengklepcircuit is aangesloten (installatieschema 4 en 6), wordt via deze functie de temperatuurverhoging van het secundaire circuit ten opzichte van het mengklepcircuit ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit Looptijd mengklep & Verwarmingscircuit 2 & Verhoging T-aanvoer (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 0,0 K -10 tot 40,0 K Service Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter Mengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Instelling van de tijdspanne die in de stelaandrijving van de externe verwarmingscircuitmengklep voor de volledige omschakeling tussen twee werkingstoestanden (90 hoekgraad) nodig is. 181

182 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Looptijd mengklep (vervolg) Te korte looptijden kunnen tot Pulseren van de verwarmingscircuitmengklep leiden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 2 & Looptijd mengklep (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 0.10 minuten 0.05 tot 4.15 minuten Parameters mengklep Bij instelling 0 gebruikt de warmtepompregeling de functionaliteit van de KM- BUS mengklep, aan de mengklep wordt alleen de gewenste aanvoertemperatuur opgegeven. Bij instelling 1 worden de mengklepparameters van de warmtepompregeling (bijv. Looptijd mengklep ) gebruiktomdestandvandemengkleptebepalen. Instellingen: 0 KM-BUS mengklep 1 Vrije parameters Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 2 & Parameters mengklep (l/ m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 1 of 1 182

183 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Estrikfunctie Opmerking De gegevens moeten gerespecteerd worden. Het protocol dat door de verwarmingstechnieker wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: & Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen & Bereikte maximale aanvoertemperatuur & Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie verder voortgezet. Als de estrikfunctie volgens het programma is beëindigd of voor afloop van het programma het temperatuur-tijd-profiel 0 wordt gekozen, wordt het ingestelde werkingsprogramma voortgezet. De temperatuur-tijd-profielen 5 tot 15 regelen op de maximale aanvoertemperatuur. Ook bij 2 aangesloten verwarmingscircuits kan slechts 1 tijdprogramma geactiveerd worden. Voor estricdrogen zijn vier verschillende temperatuur-tijd-profielen beschikbaar. Opmerking Als Tijd voor bouwdrogen is geactiveerd (zie pagina 162), mag hier niet ingegrepen worden. De instellingen onder Tijd voor bouwdrogen staan in direct verband met deze instelling. De instellingen van beide functies beïnvloeden zich wederzijds. Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV parket- en vloerverwarmingstechniek) A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen Service 183

184 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Estrikfunctie (vervolg) Temperatuur-tijd-profiel 3 Temperatuur-tijd-profiel 4 A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 2 & Estrikfunctie (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 15 Registratieband/dode band mengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter Mengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. De dode band C bepaalt het schommelingenbereik rondom de gewenste aanvoertemperatuur, waarin de mengklep niet reageert (stroomloos is). Zodra de aanvoertemperatuur dit bereik verlaat, begint de mengklepmotor na een pulsduurmodulatie te pulseren (registratieband, B en D). Als het bereik van de registratieband wordt verlaten, is de mengklep permanent gesloten A (boven de registratieband) of open E (onder de registratieband). 184

185 Registratieband/dode band mengklep (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Registratieband mengklep (5/%) of Dode band mengklep (=/ 0) A Mengklep permanent gesloten B Mengklep gaat dicht (modulerend) C Mengklepmotor is stroomloos D Mengklep gaat open E Mengklep permanent open TV Aanvoertemperatuur TVs Gewenste aanvoertemperatuur ΔTVh Registratieband ΔTVt Dode band t Tijd Standaardinstelling Instelbereik Registratieband mengklep 4,0 K 2,0 tot 40,0 K Dode band mengklep 1,0 K 0,5 tot 3,0 K natural cooling Service Als de componenten van de functie natural cooling door de installateur zijn geïnstalleerd, moet voor het gebruik van de functie de installatiedefinitie conform veranderd worden. Deze instelling kan ook via de installatieconfiguratie (zie pagina 110) uitgevoerd worden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & natural cooling ( JA / NEEN ) 185

186 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit natural cooling (vervolg) Standaardinstelling NEE Instelbereik JA/NEEN Koelgrens < T-ruimte (koelgrenstemperatuur) Vereiste: Functie natural cooling is geactiveerd. De koelgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur, bij overschrijding waarvan de koelfunctie natural cooling wordt ingeschakeld. De koelgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste kamertemperatuur en de onder koelgrens > T-ruimte te kiezen waarde. Voorbeeld: De ingestelde gewenste kamertemperatuur bedraagt 20 C, de onder koelgrens > T-ruimte ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. Stijgt de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur tot boven de 24 C (koelgrenstemperatuur), dan wordt de koelfunctie natural cooling ingeschakeld. Daalt de buitentemperatuur tot onder de 23 C, dan wordt de koelfunctie natural cooling door de opgegeven hysterese van 1 K uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Koelgrens < T-kamer (5/%) A Gewenste kamertemperatuur B Koelgrenstemperatuur C Ingestelde waarde Koelgrens > T-ruimte D Gemiddelde buitentemperatuur E Koelfunctie AAN F Koelfunctie UIT Standaardinstelling Instelbereik 4,0 K 2,0 tot 20,0 K Niveau/Inclinatie koellijn Vereiste: Functie natural cooling is geactiveerd. 186

187 Niveau/Inclinatie koellijn (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Een bepaalde buitentemperatuur kan via de parameter Niveau koellijn en Inclinatie koellijn een bepaalde aanvoertemperatuur van het koelcircuit toegewezen worden. De parameter Niveau koellijn verschuift de koellijn langs de aanvoertemperatuuras, de parameter Inclinatie koellijn wijst bij grotere inclinatie van dezelfde buitentemperatuur een lagere aanvoertemperatuur toe. A Aanvoertemperatuur B Buitentemperatuur C Koelkarakteristiek D Koellijn met hoger niveau (C verschoven) E Koellijn met grotere inclinatie Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Niveau koelkarakteristiek ( +NIVE / NIVE ) of Inclinatie Koellijn ( +NEIG / NEIG ) Standaardinstelling Instelbereik Niveau koelkarakteristiek 0 15 tot 40 Inclinatie Koellijn 1,2 0,0 tot 3,5 natural cooling met mengklep Service Als voor de natural cooling -functie een mengklep ingezet en via de KM-BUS aangestuurd wordt, moet voor deze instelling Ja gekozen worden. Daardoor wordt gelijktijdig de storingsbewaking geactiveerd. Als de mengklep niet via de KM-BUS, maar via een door de installateur aangelegde aansturing (zie ontwerphandleiding Vitocal 200/343) geregeld wordt, moet voor deze instelling Neen gekozen worden. 187

188 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit natural cooling met mengklep (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & NC met mengklep ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Registratieband/dode band natural cooling -mengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter Koelmengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Functiebeschrijving zie pagina 184. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit Registratieband NC mengklep Dode band NC mengklep & Verwarmingscircuit 1/2 & Registratieband NC mengklep (%/5) of Dode band NC mengklep (=/0) Standaardinstelling Instelbereik 4,0 K 2,0 tot 40 K 1,0 K 0,5 tot 3,0 K Looptijd koelmengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter Koelmengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Instelling van de tijdspanne die in de stelaandrijving van de externe verwarmingscircuitmengklep voor de volledige omschakeling tussen twee werkingstoestanden (90 hoekgraad) nodig is. Te korte looptijden kunnen tot Pulseren van de koelmengklep leiden. 188

189 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Looptijd koelmengklep (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Looptijd koelmengklep (m/l) Standaardinstelling Instelbereik 0.10 minuten 0.05 tot 4.15 minuten Parameters koelmengklep Vereiste: Functie NC met mengklep is geactiveerd. Bij instelling 0 gebruikt de warmtepompregeling de functionaliteit van de KM- BUS mengklep, aan de mengklep wordt alleen de gewenste aanvoertemperatuur opgegeven. Bij instelling 1 worden de mengklepparameters van de warmtepompregeling (bijv. Looptijd mengklep ) gebruiktomdestandvandemengkleptebepalen. Instellingen: 0 KM-BUS mengklep 1 Vrije parameters Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Parameters koelmengklep (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0/1 Service 189

190 Regelingsinstellingen buffer Buffer Opmerking Deze functie is alleen bij installatieschema 2 beschikbaar. Bij de keuze van installatieschema 4 en 6 wordt de buffer automatisch als installatieonderdeel gedefinieerd. Als bij installatieschema 2 een verwarmingswaterbuffer onderdeel van de installatie is, moet deze hier door de optie Ja te kiezen of via de installatieconfiguratie (zie pagina 110) resp. installatiedefinitie (zie pagina) ingesteld worden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten & Buffer & Buffer ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEEN Programma buffer Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. Bedieningshandleiding Vaste temperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. De temperatuur kan niet hoger ingesteld worden dan de onder Max.-temperatuur (zie pagina 191) gekozen instelling. Instelling van de temperatuur waarop de verwarmingswaterbuffer wordt opgewarmd als een oplading volgt en onder Progr-buffer (zie bedieningshandleiding) het programma Constante is gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten 190 & Buffer & Vaste temperatuur (1/!) Standaardinstelling 50 C

191 Regelingsinstellingen buffer Vaste temperatuur (vervolg) Instelbereik 1 tot 60 C Hysterese temperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. De instelling bepaalt bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur de boileropwarming in- en uitgeschakeld wordt. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten & Buffer & Hysterese temp. (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 5 K 2 tot 20 K A Gewenste temperatuur B Inschakelhysterese C Boileropwarming UIT D Boileropwarming AAN Maximumtemperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. Service Instelling van de maximumtemperatuur in de verwarmingswaterbuffer. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten & Buffer & Max. temperatuur (1/!) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 1 tot 70 C 191

192 Regelingsinstellingen buffer Uitschakeloptimalisatie Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. De uitschakeloptimalisering garandeert dat bij ingestelde schakeltijden (zie bedieningshandleiding) de buffer tot het einde van de normale werking vol opgewarmd is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten & Buffer & Uitschakeloptimalisatie ( JA / NEEN ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEEN Reactie overschot Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 190) de optie Ja is gekozen. Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verlaagde afbame in het secundaire circuit. Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritisch overschot, d.w.z. als kritische temperaturen in het warmtecircuit bereikt worden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritsch is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verdere menupunten 192 & Buffer & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2

193 Componenten Weerstandslijnen van de sensoren Kamertemperatuursensor (Ni 500) Interne sensoren, temperatuursensor in de verwarmingswaterbuffer en collectortemperatuursensor (Pt500) Buitentemperatuursensor (Ni500) Service 193

194 Componenten Zekering De enige verwisselbare zekering bevindt zich in de zekeringshouder naast de installatieschakelaar in de bedieningseenheid. Zekering: T 6,3 A, 250 V max. vermogensverlies 2,5 W A Zekeringhouder B Installatieschakelaar C rode LED D groene LED Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot overgang van gevaarlijke lichaamsstromen leiden. Bij werkzaamheden aan het apparaat absoluut ook de laststroomkring spaningsvrij schakelen. Door het uitbouwen van de zekering naast de bedieningseenheid is de laststroomkring niet spanningsvrij. 194

195 Opmerking Er is geen ruimtelijke rangschikking afgebeeld. Aansluitings- en bedradingsschema Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden A B C D E F G H K L M N Hoofdprintplaat Bedieningseenheid Optolink-interface sensoren Stappenmotor mengklep (intern) Sensoren en besturingsingangen Schakeladapter Verwarmingswater-naverwarmer Condensor met aansturing Primaire pomp Extra printplaat Zwerfstroomanode O P R S T U V Secundaire pomp Zonnecircuitpomp Boilerlaadpomp Veiligheidscircuit Hoofdaansluitbereik op de schakelkast 400/230 V Aanstuurmodule met fasebewaker Softstarter massieve as (vermogenafhankelijk) X60 Hoofdaansluitbereik voor extern aansluitingen op de schakelkast Service 195

196 Aansluitings- en bedradingsschema Hoofdaansluitbereik A X B X C X D X Netaansluiting regeling 2 Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer (400 V) 196

197 Aansluitings- en bedradingsschema Hoofdaansluitbereik (vervolg) 3 Netaansluiting verwarmingswater-naverwarmer (230 V) 4 Drukschakelaar warmtedragercircuit 5 Brug voor drukbewaker warmtedragercircuit 6 CV-circuitpomp van direct CVcircuit 7 Circulatiepomp 8 Uitbreidingsset natural cooling 9 groepsalarmmelding qp Blokkering door energiebedrijf qq Collectortemperatuursensor qw KM-BUS: KM-BUS-verdeler qe KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 qr KM-BUS: Uitbreidingsset voor een verwarmings- en/of koelcircuit met mengklep, bijv. aan de KM-BUS-verdeler aangesloten. qt Kamertemperatuursensor qz Buitentemperatuursensor qu Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer qi Nul-leider voor regeling bij gescheiden verliesstroomcircuits qo Signaal van het koelcircuit wp Veiligheidscircuit, gedetailleerde beschrijving zie A op pagina 198 en 199 wq Signaal van de faseregelaar (alleen bij 400 V-apparaten) ww Condensorbescherming, gedetailleerde beschrijving zie B op pagina 198 en 199 we Compressor wr Primaire pomp wt optioneel wz Nul-leider voor verwarmingswater-naverwarmer bij gescheiden verliesstroomcircuits HDE naar de verwarmingswaternaverwarmer HLP naar de hoofdprintplaat S1 Netschakelaar regeling X50. Klemmen op de binnenzittende hoedprofielrails in de schakelkast X60. Hoofdaansluitbereik voor extern aansluitingen op de schakelkast X70. PE-steunpunt X80. Klemmen op de aanstuurmodule onder de schakelkast X90. Steken van de schakelkast naar de aanstuurmodule ZLP Extra printplaat Service 197

198 Aansluitings- en bedradingsschema Veiligheidscircuit 400 V-apparaten B komt overeen met bereik 5 en ww in afb. op pagina 196 C vandenetschakelaar(zie pagina 196) D Fasenregelaar E Motorbeveiligingsrelais condensor F Optioneel geplaatst thermisch contact G Terugmelding draaistroombewaker aan hoofdprintplaat H Regelingshogedruk K Temperatuurbewaker stookgas L Veiligheidslagedruk M Terugmelding veiligheidscircuit koelcircuit aan hoofdprintplaat N Condensorrelais (printplaat) O Brug warmtedragerbewaker P Condensorbescherming op aanstuurmodule A komt overeen met bereik qo in afb. op pagina

199 Aansluitings- en bedradingsschema Veiligheidscircuit 230 V-apparaten B komt overeen met bereik 5 en ww in afb. op pagina 196 C vandenetschakelaar(zie pagina 196) D Motorbeveiligingsrelais condensor E Thermische beveiliging softstarter massieve as F Terugmelding veiligheidscircuit aan hoofdprintplaat G Regelingshogedruk H Temperatuurbewaker stookgas K Veiligheidslagedruk L Terugmelding veiligheidscircuit koelcircuit aan hoofdprintplaat M Condensorrelais (printplaat) N Brug warmtedragerbewaker O Condensorbescherming op aanstuurmodule Service A komt overeen met bereik qo in afb. op pagina

200 Aansluitings- en bedradingsschema Linker gedeelte van de hoofdprintplaat A Temperatuursensor secundaire retour B Boilerlaadpomp voor geïntegreerd boilerlaadsysteem C aan X50., X60. en X80. D Zonnecircuitpomp E Secundaire pomp 200 F G H naar de schakelvoeding (zie onder Onderdeel van de hoofdprinterplaat op pagina 202) Bedradingsplaat stroomstroomanode naar de zwerfstroomanode

201 Linker gedeelte van de hoofdprintplaat (vervolg) X50. Klemmen op de binnenzittende hoedprofielrails in de schakelkast X60. Hoofdaansluitbereik voor extern aansluitingen op de schakelkast Aansluitings- en bedradingsschema Service 201

202 Aansluitings- en bedradingsschema Bovenste en onderste gedeelte van de hoofdprintplaat A B C 202 Bedieningseenheid Optolink-interface Voeding (L1) verwarmingselement1en2* 1 D E Voeding (L2) verwarmingselement 3* 1 Voeding (L3) verwarmingselement 4* 1 *1 Aardleidingverzamelpunt bevindt zich op de behuizing van de elektronica

203 Aansluitings- en bedradingsschema Bovenste en onderste gedeelte van de... (vervolg) F Schakeladapter G Netingang schakelvoeding 230 V~ H Verwarmingselement 4 aan K8 K Verwarmingselement 3 aan K7 L Verwarmingselement 2 aan 6 M Verwarmingselement 1 aan 6 N Nul-leider voor verwarmingswater-naverwarmer bij gescheiden verliesstroomcircuits X60. Hoofdaansluitbereik voor extern aansluitingen op de schakelkast Service 203

204 Aansluitings- en bedradingsschema Rechte gedeelte van de hoofdprintplaat A B Aanvoertemperatuursensor secundaire circuit Onderste boilertemperatuursensor C D E Bovenste boilertemperatuursensor naar de extra printplaat alternatief intern overbrugd 204

205 Rechte gedeelte van de hoofdprintplaat (vervolg) Aansluitings- en bedradingsschema F G Stappenmotor mengklep verwarmen/warm water Aanvoertemperatuursensor primaire circuit H Brug veiligheidscircuit (WW- SHK) X60. Hoofdaansluitbereik voor extern aansluitingen op de schakelkast Service 205

206 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten Opmerking voor bestelling van reserveonderdelen! Bij bestelling dienen het bestelnr., het fabricagenr. (zie typeplaatje) en het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst) te worden vermeld. Courante onderdelen vindt u in de plaatselijke vakhandel. 001 Flens met pakking 002 Blindflens met afdichting 003 Pakking 004 Ti-elektrode met aansluitleiding 005 Vermogensprintplaat CD70 Vitocal Zekeringsdop 007 Zekeringhouder 008 Wipschakelaar, 2-polig 009 Bedieningsdeel CD70 Vitocal Temperatuursensor 011 Kamertemperatuursensor 012 Bodemplaat 013 Achterplaat 014 Bodemplaat boven 015 Hoekplaat 016 Verstevigingsbocht 017 Zijplaat rechtsboven 018 Zijplaat linksboven 019 Zijplaat rechts 020 Zijplaat links 021 Voorplaat onder 022 Voorplaat boven 023 Houder boven 024 Afdekklep 025 Isolatie boven 026 Isolatie onder 027 Slang opvangbak 028 Opvangbak 029 Veiligheidsklep R ½, 6 bar 030 Circulatiepompmotor zonnecircuit 031 Circulatiepompmotor verwarmingscircuit weg-klep met stappenmotor 033 Snelontluchter 034 Manometer zonnecircuit 035 Naverwarmer 6 kw 036 Connectorblokkering 037 Aftapkraan R ½ 038 Blokkeringsklep DN Zekeringsgroep DN 20, 10 bar 040 Veiligheidsklep R ¾ x R 1, 10 bar 041 Pakkingset 042 Pakkingset 043 Afdichring R Bevestigingselementen 047 Warmtepompmodule 200/106, 400 V 048 Warmtepompmodule 200/108, 400 V 049 Warmtepompmodule 200/110, 400 V 050 Printplaat met 4 relais 051 Bedradingsplaat stroomstroomanode 052 Buitentemperatuursensor 053 Bovenplaat vooraan 054 Frontbovenplaat 055 Deksel regeling 056 Circulatiepompmotor warmtedrager, BWT 106, 230/400 V 057 Circulatiepompmotor warmtedrager, BWT 108/110, 400 V 058 Circulatiepompmotor SLS Platenwarmtewisselaar 060 Membraanveiligheidsklep 3 bar 061 Ribbelbuis DN weg-kogelkraan G Vularmatuur DN 20, G 1 x G Manometer verwarmingscircuit 065 Schakelvoeding 30 W 066 Afdekking onder 069 Aanstuurmodule AS2 voor BWT 106, 400 V 206

207 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) 070 Aanstuurmodule AS3 voor BWT 108, 400 V 071 Aanstuurmodule AS4 voor BWT 110, 400 V 072 Softstarter massieveas voor BWT 108/110, 400 V 073 Fasebewaker 400 V 074 Burgstekker fasebewaker 400 V 075 Temperatuursensor 076 Borgveer 077 Thermoschakelaar 078 Warmtepompmodule 200/106, 230 V V 079 Warmtepompmodule 200/108, 230 V V 080 Warmtepompmodule 200/110, 230 V V 081 Circulatiepompmotor warmtedrager, BWT 108/110, 230 V 082 Aanstuurmodule AS7 voor BWT 106, 230 V 083 Aanstuurmodule AS8 voor BWT 108, 230 V 084 Aanstuurmodule AS9 voor BWT 110, 230 V 085 Softstarter massieve as voor BWT 106/108/110, 230 V 086 Werkingscondensator softstarter massieve as voor BWT 106, 230 V 087 Werkingscondensator softstarter massieve as voor BWT 108, 230 V 088 Werkingscondensator softstarter massieve as voor BWT 110, 230 V 089 Sifon Onderdelen zonder afbeelding 045 Lakstift vitowit 046 Spuitbus vitowit 067 Montage- en servicehandleiding 068 Bedieningshandleiding A Typeplaat B Typeplaat warmwaterboiler Service 207

208 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) 208

209 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) Service 209

210 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) 210

211 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) Service 211

212 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters Instel en meetwaarden Gewenste waarde Binnenreiniging warmwaterboiler Vortsbeschermconcentratie (warmtedragend C 15 medium) Test secundiare pomp Temperatuur secundaire aanvoer gestegen? Ja Temperatuur secundaire retour gestegen? Ja Temperatuurverschil ΔT 3K Test zonnecircuitpomp (optioneel) Temperatuur zonnesysteemretour gestegen? Ja Test externe pompen van het verwarmingscircuit Verwarmingsaanvoertemperatuur C Verwarmingsretourtemperatuur C Kamertemperatuur C Temperatuurverschil verwarmingsaanvoer/ buffer K ±2 Verwarmingsretourtemp. > kamertemp. Ja Onder de volgende omstandigheden meten: Soort circulatiepomp Trap van circulatiepomp Instelling overstortklep Test primaire pomp Temperatuur Primair Aan C Temperatuur primaire uitgang C Temperatuurverschil ΔT bij: Secundaire aanvoer =35 Cen Primair K 3 tot 5 Aan =10 C of Secundaire aanvoer =35 Cen Primair K 2 tot 4 Aan =0 C Pompbehuizing primaire koelcircuitpomp Neen wordt warm? Test mengklep, warmtepomp en boilerbehuizing Onder de volgende omstandigheden meten: 212 Eerste inbedrijfsname

213 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters (vervolg) Instel en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijfsname Kamertemperatuur C Buitenluchttemperatuur C Mengklep en warmtepomp stookwerking Temperatuur warmwaterboiler boven Ja (±1 K) constant? Temperatuur secundaire aanvoer C van: naar: Warmtepomp boilerbehuizing Temperatuur secundaire aanvoer C van: naar: Temperatuur warmwaterboiler boven C van: naar: Protocol van de regelingsparameters Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Installatiedefinitie Installatieschema 2,4en6* 1 2 Taal * 2 Deutsch Contact energiebedrijf: Neen/Ja Neen 1S Gemiddelde tijd buitentemp tot uur 22:00:00 Stookgrens < T-ruimte 0 tot 20 K 4 K Temperatuurgrens -30 tot 30 C -30 C voor red. Modus Vorstbeschermingstemperatuur -15 tot 15 C 1 C Warmtepomp Blokkering door energiebedrijf Neen/Ja Ja Max. aanvoertemperatuur 25tot60 C 60 C Eerste inbedrijfsname Service *1 2: een direct verwarmingscircuit met warm water; 4: een direct verwarmingscircuit, een gemengd verwarmingscircuit (met buffer): 6: een direct verwarmingscircuit, een gemengd verwarmingscircuit (met buffer). *2 Duits; Engels; Frans; Italiaans; Zweeds; Nederlands; Fins; Pools. 213

214 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Min. retourtemperatuur 1 tot 40 C 5 C Min. T.-primair Aan -10 tot 20 C -4 C Hysterese T.-primair 1 tot 20 K 5 K Looptijd minimaal 2:00:00 tot 30:00 min 2:00:00 min Min. condensor Uit 0:20:00 tot 30:00 min 10:00:00 min Aanvoer primaire 0:10:00 tot 16:40:00 min 2:00:00 min pomp Aanvoer secundiare 0:10:00 tot 16:40:00 min 2:00:00 min pomp Optimale looptijd tot uur 2:00:00 Verwarmingswater-naverwarmer Elektrische verwarming Neen/Ja Ja Blokkering door energiebedrijf Neen/Ja Ja Stoken met elektriciteit Neen/Ja Ja Warm water met elektrisch Neen/Ja Ja systeem Max. aanvoertemperatuur 5tot7 C 65 C Wachttijd verwarmingselement 0.00 tot 5.00 uur 0:30:00 Drempel elektrische 10 tot K min 300 K min verwarming Max. trede elektrische 1tot3 3 verwarming Interne hydraulica Warmtepomp voor Neen/Ja Neen bouwdrogen Tijd bouwdrogen 0 tot 30 dagen 0 dagen ( Uit ) Hysterese aanvoer 0,5 tot 5,0 K 2,0 K Nalopen int. pomp 0:10:00 tot 5:00:00 min 2:00:00 min Max. stappen 3-wegklep tot Zonnecollector Zonnecollector Neen/Ja Neen Max. temperatuur 100 tot 300 C 130 C 214 Eerste inbedrijfsname

215 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Hysterese zonnecircuitpomp 3,0 tot 20,0 K 7,0 K aan Hysterese zonnecircuitpomp 1,0 tot 15,0 K 3,0 K uit Hysterese pompkick 3,0 tot 20,0 K 3,5 K Looptijd pompkick 00:01 0:02:00 min tot 00:20 min Dode tijd pompkick 01:00 tot 60:00 min 1:00:00 min Debiet 10 tot 500 l/h 100 l/h Warm water Warmwaterboilertemperatuur 10tot70 C 50 C Temperatuur programma Weekprogramma UIT warm water Programma circulatiepomp Weekprogramma UIT Modus 0tot6* 1 4 Warmwaterboiler max. 20 tot 80 C 60 C Hysterese elektrische 2 tot 30 K 10 K verwarming warm water Hysterese 1tot10K 7K Inschakeloptimalisatie Neen/Ja Ja Uitschakeloptimalisatie Neen/Ja Ja Bijkomende functie Neen/Ja Neen warm water 2. Gewenste temperatuur 10 tot 70 C 60 C warm water Boilervolume voor WP Neen/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 2 2 Warm water voorrang Neen/Ja Ja Max. looptijd warm 0:10:00 tot uur 4:00:00 water Max. onderbreking 0:10:00 tot uur uur warm water Verwarmingscircuit Eerste inbedrijfsname *1 0: Stand-by; 1:verlaagd; 2:normaal; 3: Constante; 4: Draaischakelaar; 5:extern; 6: Schakeltijden. *2 0: Geen reactie; 1: Afname alleen bij kritisch overschot; 2: Afname altijd. 215 Service

216 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Normale temperatuur 10 tot 30 C 20 C Verlaagde temperatuur 10tot30 C 14 C Temp. Programma Weekprogramma UIT WW Afstandsbediening Neen/Ja Neen Modus 0tot7* 1 4 Max. aanvoertemperatuur 10tot70 C 40 C Min. aanvoertemperatuur 1 tot 30 C 10 C Warm water bij Partyfunctie Neen/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 2 2 Kamertemperatuursensor Neen/Ja Neen Inclinatie ruimteopschakeling 0 tot Kamertemperatuurbijschakeling 0tot3* 3 Inschakeloptimalisatie Neen/Ja Neen Max. correctie aanvoer 0,1 tot 10,0 K 10,0 K Kamerregeling Neen/Ja Neen Niveau stookkarakteristiek -15 tot 40 K 0 K Inclinatie van de 0,0 tot 3,5 0,6 stooklijn Integrale kamerregelaar 5 tot Verhoging T-aanvoer -10 tot 40 K 0 K Looptijd mengklep 0.05 tot 4.15 min 0.10 min Parameters mengklep 0/1 0 Estrikfunctie 0 tot 15 0 (passief) Eerste inbedrijfsname *1 0: Stand-by; 1: Verlaagd; 2: Normaal; 3 constante (op max. aanvoertemperatuur); 4: draaischakelaar; 5: Extern (zonder functie); 6: Schakeltijden; 7: Afstandsbediening. *2 0: Geen reactie; 1: Afname alleen bij kritisch overschot; 2: Afname altijd. *3 0: nooit; 1: alleen verlaagde werking; 2: alleen normale werking; 3: in verlaagde en in normale werking. 216

217 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Registratieband mengklep 2 tot 40 K 4 K Dode band mengklep 0,5 tot 3 K 1 K natural cooling Neen/Ja Neen Koelgrens < T-kamer 2 tot 20 K 4 K Niveau koelkarakteristiek -15 tot 40 0 Inclinatie koellijn 0,0 tot 3,5 1,2 natural cooling met Neen/Ja Neen mengklep Registratieband natural 2 tot 40 K 4 K cooling -mengklep Dode band natural 0,5tot3K 1K cooling -mengklep Looptijd koelmengklep 0.05 tot 4.15 min 0.10 min Parameters koelmengklep 0/1 0 Verwarmingswaterbuffer Buffer Neen/Ja Neen Programma buffer Weekprogramma UIT Vaste temperatuur 1 tot 60 C 50 C Hysterese temperatuur 2 tot 20 K 5 K Max. temperatuur 1 tot 70 C 60 C Uitschakeloptimalisatie Neen/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 1 2 Eerste inbedrijfsname Service *1 0: Geen reactie; 1: Afname alleen bij kritisch overschot; 2: Afname altijd. 217

218 Technische gegevens 400 V-apparaten Technische gegevens 400 V-apparaten Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Vermogensgegevens warmtepomp* 1 Warmtepompmodule Type 200/ / /110 Nominaal vermogen kw 6,1 7,7 9,7 Koelvermogen kw 4,7 6,9 7,5 Elektrisch opgenomen vermogen kw 1,4 1,8 2,2 Winstfactor (COP) bij stookwerking 4,3 4,3 4,3 Vermogensgegevens van de elektrische naverwarming Warmtevermogen kw trapsgewijs 2/4/6 Max. vermogen Vitocal kw 12,1 13,7 15,7 343 Warmtedragend medium (primair) Inhoud l 1,6 2,1 2,6 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. intredetemperatuur C Min. intredetemperatuur C Verwarmingswater (secundair) Inhoud, warmtepomp l 1,6 1,8 2,0 Inhoud, totaal l 7,0 7,2 7,4 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Zonnemedium Inhoud l 16,0 16,0 16,0 Max. externe doorstroomweerstand mbar Elektrische waarden *1 Bij werkpunt B0/W35 volgens EN 255: B0 = warmtedragerintredetemperatuur 0 C/W 35 = verwarmingswateruittredetemperatuur 35 C. Zie het technische gegevensblad voor meer bedrijfspunten. *2 Minimumdebiet absoluut aanhouden. 218

219 Technische gegevens 400 V-apparaten (vervolg) Technische gegevens 400 V-apparaten Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Nom. spanning (warmtepomp) 3/N/PE 400 V~/50 Hz Nom. spanning (verwarmingswater-naverwarmer) 3/N/PE 400 V~/50 Hz Nom. spanning (stuurstroomkring) 230 V~/50 Hz Nom. stroom (compressor) A 5,5 6,0 8,0 Aanloopstroom (compressor) A 25,0 14,0* 1 20,0* 1 Aanloopstroom (compressor A 32,0 35,0 48,0 bij geblokkeerde rotor) Elektrisch opgenomen vermogen & regeling W <10 <10 <10 & Circulatiepomp warmtedragercircuit W 62/92/ /175/ 195/175/120 bij trap 1/2/3 120 & circulatiepomp verwarmingscircuit W 45/75/110 bij trap1/2/3 & Circulatiepomp voor boileropwarming W 45/66/89 bij trap 1/2/ 3 & Circulatiepomp zonnecircuit W 45 Zekering (traag) A * * 2 Beschermingsgraad IP 20 Zekering (intern) T 6,3 A H Koelcircuit Werkvloeistof R 410 A Vulling kg 1,05 1,20 1,35 Compressor Type Scroll hermetisch gesloten Gegevens voor het volledige toestel Afmetingen & Totale lengte mm & Totale breedte mm & Totale hoogte mm & Kantelmaat mm Gewichten *1 Met aanloopstroombegrenzer (softstarter massieve as). Z-karakteristiek vereist ter bescherming. *2 Z-karakteristiek nodig. 219 Service

220 Technische gegevens 400 V-apparaten Technische gegevens 400 V-apparaten (vervolg) Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 & Totaal gewicht kg & Gewicht basistoestel kg & Gewicht warmtepomp kg Toegel. werkdruk Warmtedragercircuit (primair) bar 4,0 4,0 4,0 Verwarmingswatercircuit bar 3,0 3,0 3,0 (secundair) Zonnecircuit bar 6,0 6,0 6,0 Warmwaterboiler (tapwaterzijde) bar 10,0 10,0 10,0 220

221 Technische gegevens 400 V-apparaten (vervolg) Technische gegevens 400 V-apparaten Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Aansluitingen Primaire aanvoer en retour (warmtedrager) naar keuze Rp¾ of multi-stekkersysteem DN20 Verwarmingsaanvoer en - Multistekkersysteem DN 20 retour Zonnewarmteaanvoer en - Multistekkersysteem DN 20 retour Koud water, warm water R ¾ ¾ ¾ Tapwatercirculatie R ¾ ¾ ¾ Afvoer (overstort) DN Warmwaterboiler Inhoud l Continuvermogen warm l/h water Warmwater-vermogenskengetal 1,5 1,5 1,5 NL Max. taphoeveelheid bij het l/min 16,8 16,8 16,8 aangegeven warmwatervermogenskengetal NL en tapwateropwarming van 10 naar 45 C Aansluitbaar collectoroppervlak & Vitosol 100 m & Vitosol 200, 300 m Productwaarden (volgens EnEV, stookwerking zonder verwarmingswater-naverwarmer) Nominaal vermogen kw 6,1 7,7 9,7 Winstfactor N 4,3 4,3 4,3 bij 0 C/35 C Correctiefactor 0 C 1,087 1,087 1,087 Factor Δt = 7 K 0,995 0,987 0,956 Verbruiksgetal Stoken 0,215 0,217 0,221 bij 0 C/35 C Verbruiksgetal Tapwater bij 0 C/35 C 0,256 0,257 0,262 Service 221

222 Technische gegevens 230 V-apparaten Technische gegevens 230 V-apparaten Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Vermogensgegevens van de warmtepomp* 1 Warmtepompmodule Type 200/ / /110 Nominaal vermogen kw 6,2 7,6 9,7 Koelvermogen kw 4,6 5,7 7,3 Elektrisch opgenomen vermogen kw 1,6 1,9 2,4 Winstfactor (COP) bij stookwerking 3,9 4,0 4,0 Vermogensgegevens van de elektrische naverwarming Warmtevermogen kw trapsgewijs 2/4/6 Max. vermogen Vitocal kw 12,2 13,6 15,7 343 Warmtedragend medium (primair) Inhoud l 1,6 2,1 2,6 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. intredetemperatuur C Min. intredetemperatuur C Verwarmingswater (secundair) Inhoud, warmtepomp l 1,6 1,8 2,0 Inhoud, totaal l 7,0 7,2 7,4 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Zonnemedium Inhoud l 16,0 16,0 16,0 Max. externe doorstroomweerstand mbar Elektrische waarden Nom. spanning (warmtepomp) 1/N/PE 230 V~/50 Hz *1 Bij werkpunt B0/W35 volgens EN 255: B0 = warmtedragerintredetemperatuur 0 C/W 35 = verwarmingswateruittredetemperatuur 35 C. Zie het technische gegevensblad voor meer bedrijfspunten. *2 Minimumdebiet absoluut aanhouden. 222

223 Technische gegevens 230 V-apparaten (vervolg) Technische gegevens 230 V-apparaten Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Nom. spanning (verwarmingswater-naverwarmer) 1/N/PE 230 V~/50 Hz Nom. spanning (stuurstroomkring) 230 V~/50 Hz Nom. stroom (compressor) A Aanloopstroom (compressor)* A < 45 < 45 <45* 1 1 Aanloopstroom (compressor A bij geblokkeerde rotor) Elektrisch opgenomen vermogen & regeling W <10 <10 <10 & Circulatiepomp warmtedragercircuit W 62/92/ /133/87 165/133/87 bij trap 1/2/3 & circulatiepomp verwarmingscircuit W 45/75/110 bij trap1/2/3 & Circulatiepomp voor boileropwarming W 45/66/89 bij trap 1/2/ 3 & Circulatiepomp zonnecircuit W 45 Zekering (traag)* 2 A * 2 Beschermingsgraad IP 20 Zekering (intern) T 6,3 A H Koelcircuit Werkvloeistof R 410 A Vulling kg 1,05 1,20 1,35 Compressor Type Scroll hermetisch gesloten Gegevens voor het volledige toestel Afmetingen & Totale lengte mm & Totale breedte mm & Totale hoogte mm & Kantelmaat mm Gewichten & Totaal gewicht kg & Gewicht basistoestel kg Service *1 Met aanloopstroombegrenzer (softstarter massieve as). Z-karakteristiek vereist ter bescherming. *2 Z-karakteristiek nodig. 223

224 Technische gegevens 230 V-apparaten Technische gegevens 230 V-apparaten (vervolg) Vitocal 343 Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 & Gewicht warmtepomp kg Toegel. werkdruk Warmtedragercircuit (primair) bar 4,0 4,0 4,0 Verwarmingswatercircuit bar 3,0 3,0 3,0 (secundair) Zonnecircuit bar 6,0 6,0 6,0 Warmwaterboiler bar 10,0 10,0 10,0 (tapwaterzijde) Aansluitingen Primaire aanvoer en retour (warmtedrager) naar keuze Rp¾ of multi-stekkersysteem DN20 Verwarmingsaanvoer en - Multistekkersysteem DN 20 retour Zonnewarmteaanvoer en - Multistekkersysteem DN 20 retour Koud water, warm water R ¾ ¾ ¾ Tapwatercirculatie R ¾ ¾ ¾ Afvoer (overstort) DN Warmwaterboiler Inhoud l Continuvermogen warm l/h water Warmwater-vermogenskengetal 1,5 1,5 1,5 NL Max. taphoeveelheid bij het l/min 16,8 16,8 16,8 aangegeven warmwatervermogenskengetal NL en tapwateropwarming van 10 naar 45 C Aansluitbaar collectoroppervlak & Vitosol 100 m & Vitosol 200, 300 m

225 Bijlage Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal 343 Zend de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax aan uw Viessmann-verkoopkantoor. Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij de inbedrijfsname een medewerker met kennis van zaken aanwezig is. Service 225

226 Verklaringen Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Vitocal 343 Wij, Viessmann Werke GmbH & Co, D35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 343 inclusief de warmtepompregeling CD70 metdevolgendenormenovereenstemt: AD-bladen met toelichtingen en verklaringen EN DIN 4753 EN EN 292 EN EN 294 EN EN 349 ISO 5149 EN 378 VDE EN VDE EN VGB 20 EN Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 73/23/EEG 89/336/EEG 97/ 23/EG 98/ 37/EG Identificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (97/23/EG) ten aanzien van de boiler: & verwarmd druktoestel, zonder risico voor oververhitting & Categorie I overeenkomstig bijlage II, diagram 2 & Module A volgens bijlage III & Materialen volgens AD-reglement overeenkomstig het individueel rapport en bijlage I, 4,2, b) & Corrosietoeslag volgens Bijlage I, 2.2 en AD-reglement. Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V , zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 343 worden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn werden bepaald (zie tabel Technische gegevens). 226

227 Verklaringen Conformiteitsverklaring (vervolg) Allendorf, 10 september 2005 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer Service 227

228 Index Index A Aanloopvertraging warmtepomp Aansluitconsole Aansluiting warmtedragersysteem 98 Aansluitingen & Aansluitconsole & elektrisch & elektrische & Secundaire circuit & tapwaterzijde & Verwarmingscircuit & Warmtepomp elektrisch & Zonnecircuit Aansluitings- en bedradingsschema Aansluituitbreiding natural cooling 70 Aanslutingen & warmtedragersysteem Aanstuurmodule Afstandmaten Afstandsbediening B Bedieningseenheid Behuizingstemperatuur van de condensor controleren Benodigde apparaten.. 18, 26, 35, 44, Blokkering door energiebedrijf. 71, 75 Boilerbehuizing controleren Boilertemperatuursensor Bouwdrogen Buffer Buitentemperatuursensor C Circulatiepomp Collectorcircuir debiet Collectortemperatuursensor Componenten Conformiteitsverklaring Contact energiebedrijf D Debiet collectorcircuit Diagnose Draaischakelaar & normale kamertemperatuur & verlaagde kamertemperatuur Druk controleren.. 103, 104, 106, 107, , 109 Drukbewaker warmtedragercircuit. 69 E Eerste inbedrijfsname Eerste inbedrijfstelling Eisen aan de opstelruimte... 9 Elektriciteitsleverancier Elektrische aansluiting... 63, 65 Elektrische verwarming Elektrischee aansluiting Energiebedrijf Estrikfunctie Extra functie Warm Water F Faseregelaar Foutmeldingen Functiebeschrijving G Geldigheidsopmerking Groepsalarmmelding

229 Index Index (vervolg) H Hogedrukbewaker Hoofdaansluitbereik Hoofdprintplaat & Bovenste en onderste gedeeltel 202 & Rechte gedeelte Hydraulische parameters Hysterese & Aanvoer & Pompkick & Verwarmingswaterbuffer & Warm water verwarmingswaternaverwarmer & Warmtepomp & Zonnecircuitpomp I Inbedrijfsname Inclinatie & Kameropschakeling & Koellijn & Stooklijn Indicatieveld Inschakeloptimalisatie , 179 Inspectie Installateursfunctie activeren Installatie aan verwarmingszijde vullen en ontluchten Installatie aan zonnecircuitzijde vullen en ontluchten Installatiecomponenten parametreren Installatieconfiguratie Installatiedruk controleren.. 103, 104, , 107, 108 Installatieprogramma Installatieschema.. 19, 27, 36, 45, 151 Integrale ruimteregelaar Interne pompen controleren. 115, 116, K Kamertemperatuuropschakeling. 178, Kamertemperatuursensor Keuzeschakelaar werkingsmodi Koelcircuit op dichtheid controleren Koelen instellen Koelmengklep L Looptijd & Koelmengklep & Maximaal warm water & Mengklep & minimaal van de warmtepomp & optimaal van de warmtepomp & Pompkick zonnecircuitpomp M Manuele besturing Maximale aanvoertemperatuur warmtepomp Maximumtemperatuur zonnecollector Membraanexpansievat controleren , 107, 108 Mengklep controleren Menustructuur Menutoetsen Minimale condensor uit Minimale looptijd van de warmtepomp N Naar binnen brengen natural cooling... 15, 70, 185 Naverwarmer Netaansluiting Niveau & Koellijn & Stooklijn

230 Index Index (vervolg) O Onderdelenlijst Onderhoud Opdracht voor eerste inbedrijfsname Opstelling Opvangbak controleren Overzicht van de menustructuur P Parameters mengklep Pompen controleren , 116, 118 Primaire circuit Primaire pomp controleren Protocol R Regelingsinstellingen Regelingsinstellingen & Installatiedefinitie & Interne hydraulica & Verwarmingscircuit & Verwarmingswaterbuffer & Verwarmingswater-naverwarmer & Warm water & Warmtepomp & Zonnecollector Regelingsparameters , 213 Relais met de hand sturen Reparatiewerkzaamheden S Secundaire circuit Secundaire pomp , 156, 163 Secundaire pomp controleren Sensoraansluitingen Sensortemperaturen aanpassen Sifon Signaalingangen controleren Softstarter massieve as... 88, 90 Stappenmotoren manueel besturen Stooklijn Storingen Storingen verhelpen Storingsmeldingen Storingsmeldingen & bevestigen & negeren & opvragen & Weergave T Taal instellen Tapwateraansluiting Tapwateropwarming... 16, 169 Technische gegevens Tweede gewenste temperatuur warm water Tyfocor-opvangbak controleren U Uitbreidingsset... 69, 70 Uitbreiding & natural cooling & verwarmingscircuit Uitschakeling energiebedrijf Uitschakeloptimalisatie ,

231 Index Index (vervolg) V Veiligheidscircuit Veiligheidskleppen controleren Vertrekhoogte Verwarmingscircuitaansluiting Verwarmingscircuitpomp Verwarmingswaterbuffer Verwarmingswater-naverwarmer Verwarmingswater-naverwarmer & Blokkering energiebedrijf Vorstbeschermconcentratie in het zonnecircuit Vorstbeschermthermostaat Vulstand opvangbak voor Tyfocor controleren W Wandafstanden Warmtedragerbewaker Warmtedragerdrukbewaker Warmtepomp controleren Warmwaterboiler Warmwaterboiler reinigen Waterafvoer Weerstandslijnen van de sensoren Werkingsmodus & Verwarmingscircuit & Warmwaterboiler Z Zekering Zonnecircuitaansluiting Zonnecircuitpomp controleren Zonnecollector Zonnencircuitpomp Zwerfstroomanode vervangen

232 Geldig voor Geldig voor warmtepompen: Warmtedrager/water-warmtepomp Vitocal 343, type BWT 106, 108 en V en 230 V Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Met basisapparaat vanaf fabrikagenummer: Met warmtepompmodule vanaf fabrikagenummer: (200/106, 400 V) (200/108, 400 V) (200/110, 400 V) (200/106, 230 V) (200/108, 230 V) (200/110, 230 V) (200/106, 400 V) (200/108, 400 V) (200/110, 400 V) 232 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 242-G/222-G type BWT Compact-Energy-Tower voor een laag-energiehuis Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 242-G/222-G 4/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 200-G 5/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling Hoofdcomponenten Lucht/waterwarmtepomp in split- of monoblock-uitvoering: Vitocal 00-A Vitocal 00-S Warmtepompregeling: Vitotronic 00, type WOC Verwarmingswaterbuffer: Vitocell 00-W, type SVPA Warmwaterboiler:

Nadere informatie

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling KW Z WW Verwarmingscircuitregeling zonder mengklep De gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit wordt uit volgende parameters bepaald: buitentemperatuur, gewenste kamertemperatuur, bedrijfsprogramma

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11.

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11. VIESMANN VITOCAL 300 Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type WW Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300 Vitocal 300, type BWC en WWC Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300 6/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud VITOCELL 340-M/360-M 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESA VITOCAL -G/-G Type BWT/BWT-C.B06 tot B0 Type BWT.B06 tot B0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 556 079 L /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. ID: 605086_0_06, Vitocal ///-G, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box 300 / NC-Box 200 Koelfunctie natural cooling Toebehoren voor grond/water-warmtepompen Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud VITOCELL 100-L 3/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.A06 tot A17, 5,9 tot 17,0 kw type WW 301.A06 tot A17, 7,9 tot 23,0 kw Warmtepomp 1- en 2-traps type BWC 301.A06 tot

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden VIESMA VITOCA -G/-G Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden /05 Inhoudsopgave. ID: 60508_0_0, Vitocal -G/-G, een verwarmingscircuit

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box Voor koelfunctie natural cooling Bestelnr. 7462 052 zonder mengklep Bestelnr. 7462 054 met mengklep Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCAL 00-G VITOCAL 50-G Installatievoorbeelden VITOCAL 00-G type BW 0.A tot A45 type BWS 0.A tot A45 VITOCAL 50-G type BW 5.A8 type BWS 5.A8 Geselecteerde installatievoorbeelden 567 65 L 6/04 Inhoudsopgave.

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets VIESA VITOIGO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 9 70 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitoligno 00-C met twee verwarmingscircuits met mengklep,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Installatievoorbeelden 0 Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra A Versie /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoudsopgave... 8.

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 3/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300 VIESMANN VITOCAL 300/350 Warmtepomp Grond/water 6,4 tot 32,6 kw Water/water 8,4 tot 43,0 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 VIESA VITOCA -S Type AWT-AC.A04 tot A, B0, B VITOCA 4-S Type AWT-AC 4.A04 tot A, B0, B Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 49 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal -S/4-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIG 300 8/2005 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWC, WW/WWC Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G 2/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 7/2009 Bewaren

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-G Compacte warmtepomp Brine/water-warmtepomp voor verwarming en tapwateropwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS, WW/WWS Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling (set)

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling (set) Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling (set) Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1 VIESA VITOSOIC 00 Type SD Installatievoorbeelden VITOSOIC 00 type SD Geselecteerde installatievoorbeelden 5675 07 /05 Inhoudsopgave. ID: 6059_50_0, tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler, met

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset condenswaterbak Voor Vitocal 300-A met serienr. 7440 159 tot 7440 162 Voor Vitocal 350-A met serienr. 7439 961 tot 7439 968 Veiligheidsinstructies Volg

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 333/353. voor de vakman. Vitocell 333/353 type SVK type SVS. Gecombineerde boiler, 750 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 333/353. voor de vakman. Vitocell 333/353 type SVK type SVS. Gecombineerde boiler, 750 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 333/353 type SVK type SVS Gecombineerde boiler, 750 liter inhoud VITOCELL 333/353 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! ontage- en servicehandleiding voor de vakman VIESA Zonneregelingsmodule type Type S voor wandmontage, bestelnr. 79 07 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 577 5 0/0 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitomax 100-LW, Vitomax 200-LW en Vitomax 300-LT met 1860 tot 6600 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Na

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-G type BWP Brine/water-warmtepomp in compacte constructie Compacte brine/water-warmtepomp

Nadere informatie

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montage-aanwijzing VITOLA 100. voor de vakman. Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel Montage-aanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitola 100 Type VC1A, 15 tot 33 kw Olie-/gasketel VITOLA 100 1/2005 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen Volg deze veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN voor Vitodens 100 ANALOGE SCHAKELKLOK 03/2008 Bewaren a.u.b.! Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06..

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06.. VIESMANN VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Compacte warmtepomp met brine/water-warmtepomp 400 V~, warmwaterboiler,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar

VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar Technisch blad Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOTRANS 100 Type PWT Voor overgavestations van warmteverzorgingsnetten, voor systeemscheiding in verwarmingsinstallaties

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepomptoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technisch blad. VITOCAL 333-G Type BWT 331.A. VITOCAL 333-G Type BWT-NC 331.

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepomptoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technisch blad. VITOCAL 333-G Type BWT 331.A. VITOCAL 333-G Type BWT-NC 331. VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepomptoestellen 5,9 tot 10,3 kw Technisch blad Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 333-G Type BWT 331.A Compact warmtepomptoestel 400 V~ Met grond/water-warmtepomp

Nadere informatie

PAKKETPRIJSLIJST 2018 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN. Viesmann. Split-unit:

PAKKETPRIJSLIJST 2018 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN. Viesmann. Split-unit: Viesmann PAKKETPRIJSLIJST 08 LUCHT-WATERWARMTEPOMPEN Split-unit: Vitocal -S type AWBT-E-AC C/AWBT-M-E-AC C Fluisterstil in gebruik door Advanced acoustics design Compacte lucht/waterwarmtepomp met 0 liter

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCELL 160-E VITOCELL 100-E VITOCELL 100-E

VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCELL 160-E VITOCELL 100-E VITOCELL 100-E VIESMANN VITOCELL 100-E/140-E/160-E Boiler voor verwarmingswateropslag 200 tot 1000 liter inhoud Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 17 VITOCELL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Kamerthermostaat Type UTA-RF VITOTROL 100 2/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 300. voor de vakman Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 Type WB3B, 4,2 tot 35,0 kw Gas-condensatieketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas VITODENS 300 12/2005 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwpakket water/water-warmtepomp Voor volgende warmtepompen: Type BW/BWS 301.A06 tot A17 Type BWC 301.A06 tot A17 Type BW/BWS 351.A07 en A18 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A18 type BWS 351.A18 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacte toestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacte toestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341. VIESMANN VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacte toestellen 5,9 tot 10,3 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Compacte warmtepompen met brine/water-warmtepomp 400 V~, warmwaterboiler,

Nadere informatie