Lezingen over het boek Ezra

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lezingen over het boek Ezra"

Transcriptie

1 Lezingen over het boek Ezra

2

3 W. Kelly Lezingen over het boek Ezra

4 Oude Sporen Herziene versie 2016

5

6

7 Inhoud Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk

8 Lezingen over het boek Ezra 8

9 Hoofdstuk 1 God heeft ons gedeeltelijk in David en gedeeltelijk in Salomo, een voorbeeld gegeven van Zijn koninkrijk op aarde. Toch is het maar een type van datgene wat komen zal, als het koninkrijk Gods in Zijn kracht opgericht zal worden, met zijn grote centrale zetel in Jeruzalem, maar tegelijkertijd een zeer machtig systeem van zegening voor de gehele aarde. Wij weten dat er meer dan dit zal zijn. Maar dat wordt ons in de eerste boeken van de bijbel niet meegedeeld. In de profeten vinden we de Heilige Geest, Die ons een algemeen koninkrijk laat zien. Een koninkrijk van allen onder de hele hemel. Dit raakt de heerlijkheid van God op een zeer bijzondere wijze. Want feitelijk is dit het waarnaar de hele Schrift heenwijst. Wat er ook geweest is, het wijst vooruit naar de toekomst. Want God heeft nog nooit - behalve in de persoon van onze Heer Jezus Christus - Zijn volle heerlijkheid op aarde bezeten. En zelfs in de Heer Jezus Christus - hoewel niets ooit zulk een diepe betekenis zal hebben, niets waarin God s oog zulk een volmaaktheid ziet, niets waarin wij, die Hem kennen en liefhebben, zulk een gemeenschap met God in het welbehagen van Zijn eigen Zoon mogen hebben was het 9

10 Lezingen over het boek Ezra toch niet Zijn koninkrijk: het was de Koning, maar niet het koninkrijk. Het was een koninkrijk gegeven in Zijn persoon. Maar niet het koninkrijk, gegeven in kracht. Het was nog niet de vestiging er van. Er was een openbaring van de macht in Zijn persoon, die de duivel zal uitwerpen. Dat is de reden waarom in de evangeliën zoveel gesproken wordt en zoveel betekenis wordt gehecht aan de uitdrijving van duivelen uit de mensen. En waarom dit zelfs het eerste voorbeeld van macht is, dat in het evangelie verkondigd wordt, die ons het diepst van alles toont wat de macht van Satan nu is en wat het koninkrijk Gods straks zijn zal, n.l. het evangelie van Lucas. Het begint niet met andere werken, maar met dat in t bijzonder. Op gelijke wijze toont Marcus ons de macht van Satan, die door de hogere macht van God in de persoon van de Heer Jezus het hoofd werd geboden en overwonnen. Het was een van de duivel bezetene, die in beide Evangeliën het eerst werd genezen. Maar verder vinden we de droevige geschiedenis van het verval en de afval van wat God eens in Israël had opgericht. We komen hier tot een nieuw gezichtspunt in de geschiedenis van God: De tussenkomst van genade jegens een overblijfsel, dat Hij uit de gevangenschap in het land terugbrengt. We hebben hier in twee boeken - Ezra en Nehemia - beide zijden van het machtige werk van God in Zijn goedheid; geen macht, maar genade. Niet het oprichten van iets dat geheel naar de gedachte van God was. Maar de genade van God die tussenbeide treedt, om een overblijfsel te ondersteunen, waar niet het gezag van God was om dingen op te richten overeenkomstig Zijn eigen gedachte. Waar de dingen hiervan zeer verre af waren. Maar waar niettemin de genade van God hen leidde, die zich in Zijn geheim verblijdden. Hen, die 10

11 Hoofdstuk 1 geloof hadden, onder welke omstandigheden ook, op God te vertrouwen. Daarom zijn deze boeken vol onderwijzing voor ons, die in omstandigheden leven, die merkwaardig overeenkomen met die van het overblijfsel, dat uit Babel terugkeerde. We zullen hiervan overvloedige bewijzen vinden in de vluchtige schets, die ik op dit ogenblik in staat ben te geven. Ik begin natuurlijk met Ezra, waar het huis van God het grote onderwerp is. In Nehemia vinden wij als belangrijkste punt niet het huis, maar de stad. Maar toch zullen we vinden, dat de betrekking van het overblijfsel tot God, en de wegen van Gods goedheid als Hij met het overblijfsel handelt, hetzij het de bouw van de tempel of het bouwen van de muur betreft - het gemeenschappelijk onderwerp van deze beide boeken is. In het feit dat Kores de Pers als heiden zulk een grote plaats inneemt, zien we de grote verandering die ingetreden is. Hoe vreemd dat één uit de volken macht zou hebben! Hij zendt als oproep een proclamatie tot Israël. En dit in de naam van Jahweh, als een meest openlijke erkenning van Zijn macht. De waarheid is, dat Kores hierin een type is van één groter dan Kores. Daarom wordt hij genoemd in de uitoefening van het oordeel over Babylon. Daar nu Babylon de eerste grote wereldmacht was, die onder Gods voorzienend bestuur verwekt was, om het oude volk van God vanwege hun zonden te kastijden en weg te voeren, zo is het oordeel van Babel een type van het oordeel over de wereldmacht in haar laatste vorm. Op deze wijze wordt Kores daarom in de profetie van Jesaja op kleine schaal als een voorloper beschouwd van de grote verlosser die zal komen. De laatste handeling van de macht van God aan het einde van de tegenwoordige bedeling, zal de val van Babel zijn, gevolgd door de komst van de Heer 11

12 Lezingen over het boek Ezra Jezus om het koninkrijk te aanvaarden. Nadat de zevende engel zijn schaal in de lucht heeft uitgegoten wordt Babel geoordeeld. En dan komt de Heer Jezus op de wolken des hemels, zowel om het volk van God op aarde te bevestigen, als om de gemeente en alle andere hemelse heiligen boven te openbaren (Openb. 16 : 17 enz.) Nu is het duidelijk, dat de mate waarin Kores deze machtige verlosser voorafschaduwt, maar klein is. Toch twijfel ik er niet aan, dat God dit alles voor ogen had, toen het Hem op Zijn eigen wondervolle wijze behaagde, zulk een oproep door de koning van Perzië uit te zenden, die het uitspreekt dat Jahweh, de God van de hemel, hem al de koninkrijken van de aarde had gegeven. Wij weten hoe waar dit zal zijn bij Christus. Dat Deze werkelijk de Rechtvaardige zal zijn, die door Kores in zeer geringe mate wordt voorgesteld. Dat Hij degene is, die de koningen der aarde als pottenbakkersvaten zal vertreden, - dat Hij degene is die zal oordelen - dat zij als stoppelen voor Zijn boog zullen zijn. Maar nu kondigde Kores aan, dat de weg naar Jeruzalem open was. En verre er van de terugkeer van Gods volk te verhinderen, moedigt hij hen op alle mogelijke wijze aan. Hij vermaant hen op te trekken en het huis van God op te bouwen. En verder wekt hij alle volken op hun hulp langs de weg te verlenen. Kores zelf geeft het voorbeeld van dat waartoe hij anderen oproept. Want in plaats van zich, zoals een koning van nature zou doen, tevreden te stellen met het laten gaan van een grote - zeer belangrijke - groep, van een geslacht dat zich altijd tegen alle andere koninkrijken had verzet, (want zo beschouwden de volkeren Israël), levert hij bovendien de vaten van het huis van God uit en het goud en het zilver dat Nebukadnezar uit Jeruzalem had weggenomen. Dit alles wordt nu aan Israël 12

13 Hoofdstuk 1 teruggegeven, opdat zij met het vertrouwen zouden gaan, niet alleen dat God in Zijn voorzienigheid de weg terug geopend had, maar dat God het hart van de heiden zelfs geneigd had tot het vereren van Jahweh, de God des hemels. Dit zijn de omstandigheden, die ons in het eerste hoofdstuk worden voorgesteld. Maar de toestand der dingen beantwoordt helemaal niet aan de werkelijkheid die straks zijn zal. Want in plaats dat de volkeren oppermachtig zullen zijn, is het plan en de bedoeling van God, die wij allen wel door de Schrift kennen, dat Israël het hoofd zal zijn en de volkeren de staart. En feitelijk stelt dit alleen ons in staat, de geschiedenis van de wereld en haar buitengewone toestand van die dag af, dat de tijd der volkeren begon, te begrijpen. De mens heeft zich lang beroemd, en doet het nog, op deze tijd, die God de tijden der heidenen noemt, Wat is het naar de gedachten van God? Een toestand van verwarring, die alleen door Gods voorzienigheid bestuurd wordt, doordat Hij de laagste, van de mensen aanstelt om er over te regeren. Zo spreekt God er over! Terwijl de volkeren er trots op snoeven, dat grote mannen de wereld regeren, karakteriseert God deze tijd als een tijdperk - een zuivere tussentijd - dat alleen gekomen is vanwege de opstandige, afvallige zonde van Israël. En daarom laat Hij in Zijn voorzienigheid toe, dat het ergste de overhand zal krijgen. We kunnen ons niet op grote schaal een juist oordeel over de toestand van de wereld en haar geschiedenis vormen zonder dit te bedenken. Dit verhindert de Christen - de gelovige - niet in de geringste mate om aan de machten die er zijn, eer te bewijzen, want dat is duidelijk onze plicht. Daar dit eerbewijs niet gegrond is op hun persoonlijk karakter, hebben we in t geheel niets te doen met hun afkomst, hoe zij hun macht kregen of hoe 13

14 Lezingen over het boek Ezra ze hun macht gebruiken. Alles wat wij als gelovigen hebben te doen, is God en de overheid te erkennen. Misschien eert de overheid of de koning God zelf niet! Dat is voor hen een ernstige zaak, maar het verandert onze plichten niet. Onze plicht is, zelfs al waren de koningen of de overheidspersonen alle ongelovigen, hen te erkennen als dienaren van God. Zonder twijfel hen niet blindelings dienen. Maar toch alsof zij Gods doel in hun positie volbrengen, hoewel zij er zelf weinig aan denken. In t kort, wij zijn verplicht de machten die er zijn te eren en het is daarbij niet de vraag wat hun bijzondere vorm is. Het kan een monarchie, een keizerrijk, een republiek zijn, of wat de mensen op dit ogenblik ook mogen erkennen. Voor ons geldt het eer te bewijzen en ons aan de hogere machten te onderwerpen. Dit maakt het pad van de Christen buitengewoon eenvoudig en ik leg er de nadruk op, geliefde broeders, omdat wij in een tijd leven, waarin in alle opzichten andere meningen de overhand hebben. De geest van onze tijd is geheel tegen wat ik nu zeg. Ik waarschuw u er dus ernstig voor. U moet niet verwachten dat wat ik zeg, in de gedachten, in de monden, of in de geschriften van mensen te vinden. Juist het tegendeel. De mensen beschouwen niet God, maar zichzelf als de bron van macht. Ze denken dat het enkel een kwestie is van de wil van de mens. Ik geef toe, dat het de wil van de mens kan zijn, als de zuiver uitwendige bron er van. Maar wat de mensen vergeten is dit, dat God altijd regeert, hoewel zelfs boze mensen instrumenten kunnen Zijn, die in t openbaar naar voren komen. Wij hebben in t geheel geen deel met de instrumenten, maar in alles hebben we God te erkennen in wat Hij in de tegenwoordige tijd toelaat, om macht op aarde te hebben. Dit heeft de Heer Jezus ons 14

15 Hoofdstuk 1 zelf op de duidelijkste wijze getoond. Er waren hierover zeer verschillende opvattingen in Israël toen de Heer hier beneden was. Maar Hij heeft deze kwestie aangeroerd en in Zijn merkwaardig antwoord aan de Farizeeën en Herodianen Gods gedachten laten zien, toen Hij hun het beslissend antwoord gaf: Geef de keizer wat van de keizer en Gode wat van God is (Matt. 22 : 21). Dit is de tijd waarin wij leven. Maar hoe groot zal de verandering zijn, als alle dingen in de hemel en op aarde, onder de Koning - de grote Koning - zullen gesteld zijn. Als de Heer Jezus niet alleen de erkende Jahweh, maar Koning over de gehele aarde zal zijn. Als, wat slechts ten dele en op een pochende wijze van de koning van Perzië gezegd werd, die de grote koning genoemd werd, nadrukkelijk en werkelijk waar zal zijn van Hem en van Hem alleen! Hoe oneindig zal dan de zegening zijn, als de hemelen en de aarde alle, met al de vruchten van Zijn genade tot Zijn lof verenigd zullen zijn in Zijn heerlijkheid. Dat verwachten wij en we weten, dat we door Gods genade met Hem daarboven zullen zijn en met Hem in heerlijkheid verschijnen, als Hij in heerlijkheid geopenbaard wordt. Maar hier is het maar een gedeeltelijk type, en dit te meer omdat de toestand der dingen en de verwarring werkelijk die is, waarin God alleen door Zijn voorzienend bestuur de teugels in handen houdt, zelfs door mensen die heidenen waren, want zo is de toestand van de tijden der volkeren. En u zult u herinneren, dat de tijden van de volkeren met Nebukadnezar begonnen en zullen voortduren tot de Heer Jezus in heerlijkheid verschijnt. Wij zijn nu in de tijden der volkeren. Alleen, wij zijn door de kennis van de Heer Jezus in de hemel, uit de wereld getrokken. Daarover spreek ik echter nu niet. 15

16 Lezingen over het boek Ezra 16

17 Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk brengt dan het overblijfsel onder onze aandacht. We zien duidelijk dat het een overblijfsel is - dat er geen sprake is van de wederoprichting van Israël. Dit is een zeer belangrijk beginsel, omdat het ware verstaan van de profeten daarvan afhangt. Als ik naar de profeten als een geheel zie, is hun gewone getuigenis over de tijd dat het koninkrijk zal worden opgericht als Israël als een geheel zal vergaderd worden - als niet alleen de Joden, maar ook het geheel van de tien stammen onder de Heer Jezus zullen gesteld worden. Bijgevolg is niets, dat gedurende de tijden van de volkeren gekomen is, een vervulling van de profetieën. Het kan zijn dat een of ander bijzonder beginsel van een profetie nu verwerkelijkt wordt. Bijv. we zien nu onder het evangelie: Een iegelijk die de naam des Heren zal aanroepen zal zalig worden. Welnu, dat zal volbracht, ja zelfs vervuld worden, als Jeruzalem het aardse centrum van God is. Maar is iets van wat we nu weten de vervulling van die profetie van Joël? Niets! Het is er een toepassing van. Maar de vervulling zal zijn, als Jeruzalem rechtstreeks onder de macht en de heerlijkheid van God zal komen. Dan zal het op de berg 17

18 Lezingen over het boek Ezra Sion universeel zijn. Wie de naam des Heren zal aanroepen zal behouden worden, en de Heer zal de zegening tot alle vlees uitstrekken. Het beginsel is nu waar, maar de feitelijke vervulling ervan zal dan zijn. Het is erg belangrijk, dat de profeten niet alleen naar het overblijfsel zien, maar naar het volk. De profeten zien niet alleen naar een toepassing, maar naar de vervulling. In het Christendom hebben we een overblijfsel. Wij hebben het beginsel. Maar de volle vervulling wacht op de toekomst. Welnu, in het tweede hoofdstuk vinden we dit noodzakelijke punt, om de profeten van het Oude Testament te verstaan, zeer duidelijk: Het was maar een overblijfsel, een onbelangrijk overblijfsel van het volk - nog geen hoofdzakelijk uit Juda en Benjamin, dat uit de gevangenschap van Babel was teruggebracht. Slechts enkele verstrooiden uit de tien stammen. De grote massa van de tien stammen was lang tevoren naar Assyrië weggevoerd. Dit waren hoofdzakelijk Joden die naar Babel waren gebracht, niet naar Assyrië. We hebben dus, zowel in de getallen als in de personen (de stammen waaruit het overblijfsel kwam) het bewijs, dat het niet de vervulling van de profetieën, maar alleen een gedeeltelijke uitvoering was. We weten ook de reden waarom! Het was om ruimte te laten voor de komst des Heren in vernedering. De profeten zagen naar de komst van de Heer in heerlijkheid uit. Het was noodzakelijk, dat een overblijfsel naar Jeruzalem zou teruggaan. En dat de Heer hen -daar zou ontmoeten van Zijn zijde in zeer grote vernedering, heel veel meer dan die vernedering, waarin zij hun plaats hadden moeten innemen. Het was maar een klein overblijfsel en de Heer Zelf kwam 18

19 Hoofdstuk 2 in de diepste vernedering, doordat Hij Zich geheel in hun omstandigheden verplaatste om ze daar te ontmoeten, opdat Hij mocht tonen, zelfs in t allerergste geval, dat Hij onder de diepste van alle schande zou doorgaan en de meest volkomen ondergang wat alle omstandigheden betrof. Nee, nog meer, Hij zou onder het oordeel en de zonde zelf doorgaan, opdat Hij op een waarlijk goddelijke wijze, in de gehele vervulling van Gods genade, verlossing zou aanbrengen. Daar dit alleen in vernedering kon zijn, zien we dat hun zwakke terugkeer rechtstreeks in overeenstemming was met de komst van de Heer in vernedering. Ik weid niet uit over de bijzonderheden. Dit is volstrekt mijn doel niet in deze lezingen. Het is om een algemene schets te geven. Om zielen te helpen dit gedeelte van het Woord van God met vrucht voor zichzelf te lezen. Maar voor ik verder ga, wil ik op één of twee belangrijke feiten wijzen. De ene is de voorzorg die genomen werd, zoals we zien in het geval van de priesters. Er werd aan hun Stamboom vastgehouden. Er wordt gezegd: En van de priesterzonen: de zonen van Chobaja, de zonen van Hakkos, de zonen van Barzillai, die één van de dochters van de Gileadiet Barzillai tot vrouw genomen had en naar hun naam genoemd was; deze zochten naar het schriftelijk bewijs, dat ze ingeschreven waren in het register, maar daar zij er niet in te vinden waren, werden zij van het priesterschap uitgesloten, en de stadhouder deed aangaande hen de uitspraak, dat zij van het allerheiligste niet mochten eten - d.i. zij zouden het volle genot van het priesterlijke voorrecht niet hebben - totdat een priester zou optreden met Urim en Tummim (vs Dat is, tot de Heer Jezus straks komt, Die zonder twijfel de Koning zal zijn, maar ook zal handelen in de volle macht van 19

20 Lezingen over het boek Ezra het priesterschap, de macht van Urim en Tummim 1 in het licht van de volmaaktheden van God, en alle verwarring zal ontwarren en in al het ontbrekende zal voorzien. Maar waar ik uw aandacht voor vraag is het beginsel, dat, hoewel het een dag van zwakheid en vernedering was, het geen dag van achteloosheid maar van de grootste zorgvuldigheid moest zijn. Het moest een dag zijn, waarop Gods volk even waakzaam en oplettend voor Zijn Naam was, als toen de dingen in de volle kracht en schoonheid van goddelijke orde waren. Het beginsel is van grote waarde voor ons. In de tegenwoordige verwarring in de Christenheid zijn we, als ware aanbidders die in Zijn naam samenkomen, geroepen om de grootste voorzichtigheid in acht te nemen ten opzichte van hen, die de naam van de Heer dragen - die beweren de plaats van dicht bij God te zijn in te nemen, die behoort ingenomen te worden door allen, die als leden van het lichaam van Christus zijn aangenomen. En daarom hebben we recht te vragen dat zij hun afkomst bewijzen. De reden is duidelijk. De mensen nemen nu in t algemeen de plaats van Christenen in, zonder het in werkelijkheid te zijn. We zijn verplicht te verlangen, dat het bewijs gebracht wordt, dat ze inderdaad zijn wat ze belijden. D.w.z. we zullen geen geloof schenken aan de algemene belijdenis alleen: Terwijl we het als een feit erkennen, moeten we eisen, dat er voldoende bewijs zal zijn om overtuigd te worden. Dit was in vroegere dagen niet zo nodig. Toen kwam de Geest van God in macht neder. Daar was iets nieuws in, en de ernst voor een mens om al zijn oude verbindingen af te breken en in de naam van de Heer Jezus samen te komen. Er 1 Urim en Tummim betekent: ichten en volmaaktheden. 20

21 Hoofdstuk 2 was weinig gevaar, dat de mensen zouden komen, als ze niet werkelijk door God geleid werden. Als er iemand met inzicht maar zonder geweten was, die de macht zag die hij voor zijn eigen zelfzuchtige bedoelingen wilde aanwenden, dan kon zo iemand op een valse bodem komen te staan. Ik denk hierbij aan Simon de tovenaar. Maar als regel kwamen de mensen niet, tenzij het werkelijkheid was. Maar in onze dagen is het niet zo en we weten dat de mensen zichzelf bedriegen. Dat de mensen dikwijls niet weten wat het is, werkelijk tot God bekeerd te zijn wat het betekent leden van het lichaam van Christus te zijn. Ze zijn verkeerd onderwezen; ze zijn in een ongezonde en verontreinigde atmosfeer opgevoed. Daarom is het noodzakelijk, dat we verlangen dat hun stamboom wordt bewezen, d.w.z. dat er een volkomen bewijs moet zijn, dat ze werkelijk in de ware en de eigenlijke zin van het woord Christus toebehoren - dat ze tot God zijn gebracht. Nu, er kunnen tegenwoordig personen zijn, die, hoewel ze in de hemel zullen zijn, toch tot dezulken behoren die wij op aarde niet zouden aannemen. Er mogen personen zijn die misschien afgewezen worden, omdat ze hun stamboom niet kunnen bewijzen. De Heer kan, temidden van heel wat dat erg pijnlijk is, zien wat echt is. Maar wij moeten eenvoudig tot God opzien, naar de mate van onderscheiding die Hij geeft. 21

22 Lezingen over het boek Ezra

23 Hoofdstuk 3 Dan zien we in hoofdstuk 3 een beginsel van zeer grote schoonheid. - Toen het overblijfsel werkelijk terugkeerde en zorg toonde, door niet laks te zijn ten opzichte van hen die de plaats in Gods nabijheid wilden innemen, wat was daarna hun eerste handeling? Wat gaf hun hun karakter voor God? Hierin waren ze verbonden: ze richtten het altaar op z n fundamenten op, want vrees voor de volken der landen was over hen gekomen (vs. 3). Hoe mooi! Ze begonnen niet met de muur. Dit is te meer merkwaardig omdat er een ander boek is dat aan het bouwen van de muur gewijd is, n.l. het boek Nehemia. Ze begonnen met God en niet met zichzelf. Ze begonnen met de grote uitdrukking van het aangenaam zijn voor God. Het altaar was de schakel tussen God en Zijn volk - was het aanrakingspunt tussen hen - was de plaats waar zij hun dank- en brandoffers brachten. Dit toonde dat de eerste gedachte van hun harten de aanbidding van God was en niet hun eigen bekwaamheid of hun eigen dapperheid jegens hun vijanden. Dit is te meer opvallend, omdat als reden opgegeven wordt, dat vrees op hen was. Maar die vrees bracht hen naar God en niet naar 23

24 Lezingen over het boek Ezra andere mensen. Het is geen verzoekschrift aan de koning, aan Kores. Ook niet een overweging van het gebrek aan wegen en middelen om een verdediging tegen hun vijanden op te werpen. Het eerste ding wat zij deden was het altaar op zijn fundamenten op te richten en offeranden aan God te offeren. En ze offerden brandoffers voor de Here, brandoffers voor de morgen en voor de avond. Verder wordt uitdrukkelijk vermeld, dat dit gedaan werd door Jesua, de zoon van Jozadak, met zijn broeders, de priesters, en ook Zerubbabel de zoon van Sealthiel met zijn broeders, die het altaar van de God van Israël bouwden om daarop brandoffers te offeren, zoals voorgeschreven is in de wet van Mozes de man Gods. Ze richtten het altaar op zijn fundamenten op, want vrees voor de volken der landen was over hen gekomen en ze offerden daarop brandoffers voor de Here, brandoffers voor de morgen en voor de avond. Ook vierden zij het loofhuttenfeest zoals voorgeschreven is. Wat hen kenmerkte was dit: IJver voor het Woord van God maar het Woord van God gebruikt met een eenvoudig oog. Ze namen niet zulke gedeelten van het Woord van God die op hun eigen omstandigheden en handelingen gericht waren, maar eerder dat wat zij aanvoelden voor zulk een God gepast te zijn. Het is een prachtig voorbeeld van het geloof van het overblijfsel. De eerste gedachte van hun hart was God. Dit is te opvallender omdat ze werkelijk bevreesd waren voor de vijanden rondom hen. Maar die vrees kwam niet op een menselijke wijze tot uiting, door op hun hoede te zijn tegen dat wat ze vreesden, maar door dicht tot God te naderen; Hem te erkennen. Ze vierden ook het loofhuttenfeest, zoals voorgeschreven is. Daarin vinden we hun ijverige bezorgdheid voor het Woord van God. Het was niet maar 24

25 Hoofdstuk 3 een ding dat hen bezighield, maar het gezag van het Woord van God dat hun harten vervulde. Zo spreekt God er in elk geval over - God stelt hen zo aan ons voor. We vinden later helaas hun falen, maar hier is de weg, die ze begonnen toen ze uit de ballingschap terugkeerden: Ze vierden ook het loofhuttenfeest zoals voorgeschreven is, en brachten dag aan dag brandoffers in het vereiste aantal, dagelijks het voor die dag vastgestelde en van toen af ook het dagelijks brandoffer. Ze werden er niet vermoeid van; het was geen voorbijgaande handeling. Dagelijks werd het offer gebracht. Dat is een zeer belangrijk ding. Het is altijd een zeer ongelukkige toestand geliefde broeders, alleen op de morgen van de dag des Heren Gods kinderen te zien verschijnen, om alleen een uitwendige verbinding met de Heer en Zijn volk te onderhouden. Ik geef toe dat er omstandigheden kunnen zijn waar het niet anders kan - ernstige ziekte of misschien bepaalde plichten van de meest beslissende aard. Daarop zinspeel ik niet. We moeten daarom traag zijn in elk afzonderlijk geval te oordelen tot we de feiten kennen. Maar ik zeg toch als een algemene regel, dat hetzelfde geloof dat ons het tezamen komen om de Heer aan Zijn tafel doet waarderen, ons behoorde blij te doen zijn, over elke verdere gelegenheid de Heer te ontmoeten en verder alle middelen te doen aangrijpen om in de waarheid toe te nemen. Want wat is de grote bron van onze zwakheid in de aanbidding? Dat we niet toenemen in geestelijk inzicht! Als we de waarheid van God zouden gebruiken, en in alle dingen tot Christus zouden opgroeien, zou er een grotere volheid in de aanbidding zijn, en ik voeg er aan toe, grotere eenvoudigheid. Er zou niet alleen het voortdurend doen van dezelfde zaak zijn. Maar we zouden zonder er zelf over na 25

26 Lezingen over het boek Ezra te denken frisse gedachten hebben, omdat onze harten dag aan dag met Zijn waarheid zouden vervuld zijn. Daarom is het van zoveel belang elk uur te benutten. De gemeente heeft dit in het begin blijkbaar gevoeld, want ze waren gewoon elke dag brood te breken. Ze kwamen iedere dag samen en dat was niet voldoende voor hen. Het waren andere tijden. Ze gingen zelfs naar de tempel. Het is een vergissing te veronderstellen, dat frisheid en volheid van vreugde van veel kennis afhangt, want dat was er niet in de gemeente te Jeruzalem. Ze werden nog sterk beïnvloed door de stand van zaken in Israël. Daarom gingen ze in de eerste tijd nog naar de tempel. Een groot aantal priesters werd aan het geloof gehoorzaam, maar het is best mogelijk, dat ze hun stieren en bokken verder geofferd hebben. Maar toch hielden ze vast aan het ware offer. Ze hadden de waarheid van Christus aangegrepen. Zo zeker als ze dit hadden gedaan, zo zeker zou de dag komen, dat ze met hun stieren en bokken afgedaan hadden. Maar de dag zou nooit komen, dat ze het zonder Christus konden stellen. Ze zouden iets veel beters leren en meer ten volle geloven. Als God ons de waarheid schenkt, beseffen we nooit de consequenties daarvan. Maar de uitwerking van die waarheid zal zijn, dat wat in strijd met de waarheid is, uit onze zielen uitgedreven wordt, omdat het in strijd is met Gods wil. Daarom moeten we de mensen tijd tot groeien geven. U hebt geduld met hen nodig. U moet trachten hen te versterken en aan te moedigen de waarheid te ontvangen. In plaats van dadelijk de resultaten te verwachten, plaats geven voor de groei. Het is heel gemakkelijk, en een menselijke zaak, een hoeveelheid waarheid met het verstand op te nemen. Maar dat is geen leven, geen kracht, geen groei. Wat goddelijk is 26

27 Hoofdstuk 3 leeft. En wat leeft moet een wortel hebben, moet groeien, en daarvoor moet tijd gegeven worden. Het is geen teken van groei als alles zich in één ogenblik ontwikkelt. Het verstand van de mens kan de dingen in zich opnemen. Als een mens knap is, kan dat heel vlug. Maar dat heeft geen waarde. Wat zo helder schijnt, kan er even snel uitgaan. Terwijl wat van God is, zal leven en blijven. We hebben dus gezien dat het Woord een grote plaats in hun zielen innam, en gezag over hun gewetens had, en dit van het begin af. Het vormde hen niet alleen voor dat bijzondere feest, maar ook voor het dagelijkse - het dagelijks brandoffer. Natuurlijk spreek ik hierover nu in verbinding met de Joden. Maar het heeft ons evengoed iets te zeggen. Van de eerste dag van de zevende maand af begonnen ze aan de Here brandoffers te offeren. Maar wordt er bijgevoegd, het fundament van de tempel des Heren was nog niet gelegd (vs. 6). Dus u ziet, dat er vooruitgang, was. Geen overblijfsel dat ooit door genade geroepen was, kwam dadelijk geheel tot de waarheid die God bezig was hun te geven. Het is ook voor het geheel een zaak van groei, niet alleen voor de enkele persoon. Ze kwamen niet tot het verstaan van Zijn gedachten en van Zijn Woord, en ze waren in het begin niet in staat te doen, wat ze een volgende dag begrepen en waartoe ze dan kracht hadden. De fundamenten van de tempel waren nog niet gelegd. Maar we vinden dat, bij deze stand van zaken, in het tweede jaar na hun aankomst bij het huis Gods te Jeruzalem, in de tweede maand, Zerubbabel, de zoon van Sealthiël en Jesua, de zoon van Jozadak, met hun overige broeders, de priesters en de Levieten en allen die uit de gevangenschap naar Jeruzalem gekomen waren, begonnen de Levieten aan te stellen van twintig jaar en daarboven om 27

28 Lezingen over het boek Ezra toezicht te houden op het werk aan het huis des Heren (3 :8). Dit is hoogst belangrijk. Ze dachten niet dat al het werk gedaan was als ze eenvoudig naar Jeruzalem kwamen - dat zij daar eenvoudig als Israëlieten erkend werden. Het gaat om de heerlijkheid van Jahweh. Dit is van grote betekenis. Tegenwoordig schijnen velen te denken, dat de enige zegening en de enige zaak die werk genoemd kan worden, is de bekering van zondaren - ze tot God te brengen. Nooit was er een grotere vergissing. Nu ik kan God er voor danken, dat in de tegenwoordige zeer zwakke toestand van de Christenheid, zelfs de zwakste gelovige de belangrijkheid voelt van de wedergeboorte van een ziel tot God. In plaats dat ik het bestrijd verheug ik mij er over. Ik verheug mij er over, dat er zelfs Rooms-katholieken zijn, die werkelijk bekering zoeken. En ik herinner mij over een kind van een van onze broeders in Duitsland gehoord te hebben, dat door het werk van een Rooms-Katholieke jongeman tot bekering was gekomen. Hij had in de slag tijdens een der veldtochten van zijn land een dodelijke wond gekregen. Hij was een dwaze lichtzinnige jongeman, die de waarheid had gehoord, maar er niet naar had gehandeld tot de dood en het oordeel van God voor zijn ogen stonden. Maar de persoon die tot zijn bekering had gediend was Rooms- Katholiek. Dit was ongetwijfeld erg beschamend! Het was een persoon, die blijkbaar de Heer volgde en Hem liefhad, maar in grote duisternis. Zo kan de Heer, en niet zonder reden - een vernederende reden iemand in een systeem van de grootste geestelijke duisternis gebruiken, om het middel te zijn, iemand die het onvergelijkelijk beter had behoren te weten, op het licht en het leven van God te wijzen. 28

29 Hoofdstuk 3 Nu, God is soeverein. Daarom heb ik me nooit verbaasd als ze me zeiden, dat God deze of die persoon in omstandigheden van de meest pijnlijke aard, had gebruikt. Toch zoekt God naar getrouwheid en gebruikt die. Hij zal altijd hen zegenen die in de naam van de Heer Jezus uitgaan om zondaren te winnen en hun bekering te zoeken. En Hij zal dan bekering geven. Maar er is nog een ander werk. En sta me toe te zeggen, dat dit een speciaal werk is voor het volk van God. Niet maar de terugkeer van de Israëlieten en de erkenning van de priesters en de Levieten. Maar voor het huis van Jahweh wordt werk gedaan, het grote gezamenlijke werk om zich om de naam van Jahweh te vergaderen. Dat was zo bijzonder kostbaar voor Israël. Dat was de zaak waarvoor ze naar Jeruzalem trokken, toen ze ieder persoonlijk in hun eigen stad waren. De wil om dit werk te doen bracht hen samen. En de erkenning van de goddelijke aanspraak van de centrale plaats van de naam van Jahweh op hun hart en geweten hield hen tezamen. Nu, hierover wil ik graag iets meer zeggen, geliefde broeders, en ik geloof, dat de Heer er meer van wenst te zien. Het is een ding van allesovertreffende belangrijkheid voor ons. Niet minder zorg voor de zielen, niet minder belangstelling in hun bekering, maar een veel dieper, sterker gevoel voor dat wat met de heerlijkheid des Heren in Zijn eigen volk in verbinding staat. Dit klemt te meer, als we ons afvragen waar dit wordt gevonden! Wie gevoelt dit? U kunt in vele groepen en kringen personen vinden die zich met bekering bezig houden, omdat ze godvruchtig zijn. Maar u zult niemand van hen vinden, die ingaat op de verheerlijking des Heren in Zijn gemeente. Daarom ben ik er van overtuigd, dat wij, die er toe gebracht zijn enigermate te gevoelen wat de gemeente 29

30 Lezingen over het boek Ezra is, te meer verantwoordelijk zijn. Op ons, arm en zwak als wij zijn, rust zeer bijzonder de verantwoordelijkheid om uitdrukking aan die waarheid te geven. Dat is de zorg en het verlangen van ons hart voor het welzijn van de gemeente van God - voor dat wat in verbinding met de naam des Heren aan de mens hier beneden is toevertrouwd. Als we de Israëlieten hier met dit doel vinden, zien we een merkwaardig verschil onder hen. Toen nu de bouwlieden het fundament van de tempel des Heren legden, stelden ze de priesters op, gekleed in ambtsgewaad, met trompetten, en de Levieten en de zonen van Asaf met cimbalen, om de Here te loven naar de aanwijzing van David de koning van Israël. Ze zongen beurtzangen van lof en prijs aan de Here: want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid over Israël. En al het volk juichte met groot gejuich en loofde de Here, omdat het fundament van het huis des Heren gelegd was. Maar velen van de priesters, van de Levieten en van de familiehoofden, de oudsten die het eerste huis hadden gezien, weenden luid toen de grondlegging van dit huis voor hun ogen plaats had; terwijl velen de stem verhieven met gejuich en vreugdebetoon (vs ). Op het eerste gezicht lijkt het vreemd, dat een zaak voor de één een bron van vreugde en voor de ander een bron van tranen is. Hoe kan dat? Het was de oorzaak van tranen bij de oude mensen, omdat ze voelden hoe arm de tegenwoordige uitdrukking van de heerlijkheid des Heren in hun midden was, vergeleken met dat wat zij eens gezien hadden. Het was een bron van vreugde voor de anderen, omdat zij alleen de grootste vernedering van de naam des Heren op aarde hadden gekend, en nu hun hart verheugd was dat er tot op zekere hoogte een duidelijke en besliste belijdenis was van 30

31 Hoofdstuk 3 die naam als het recht hebbende om Zijn volk te vergaderen, hoewel het hier maar een overblijfsel was. Ze hadden allen gelijk en toch, hoe verschillend waren de gevoelens van hun harten. Maar, geliefde broeders, het was zeker niet zo dat de ouden niet de vreugde van het gelegde fundament genoten. Maar toch had het gevoel van smart over de vernedering voor Zijn Naam de overhand. Er was meer een gevoel van kastijding bij hen. Beide werden door de Heer geleid, maar in verschillende mate. Ik ben er van overtuigd, dat de ouden een dieper gevoel van Gods heerlijkheid hadden. 31

32 Lezingen over het boek Ezra

33 Hoofdstuk 4 en 5 Er is nooit op aarde een zegening van God of de duivel komt met zijn listen en vijandschap. Dat vinden we ook bij deze gelegenheid. Er kwamen personen tot Zerubbabel en de familiehoofden die tot hen zeiden: Laat ons met u bouwen, want wij zoeken uw God evengoed als gij; Hem toch brengen ook wij offers sinds de dagen van Esarhaddon, de koning van Assyrië, die ons hierheen heeft doen optrekken (vs. 2). Hoe vriendelijk scheen het! Hoe eerlijk, dat hun buren nu tenminste, in plaats van de oude tegenstand, zo vriendelijk aanboden te helpen bouwen en dezelfde Heer als zij te aanbidden en te dienen. Had Israël zich te verheugen? Neen, geliefde broeders, in deze wereld moeten we altijd oordelen. We hebben op te passen hoe we oordelen, maar niettemin moeten wij oordelen. We moeten alle dingen op de proef stellen en vasthouden dat wat goed is; dat deden ze bij deze gelegenheid. Zerubbabel en Jesua werden in deze dagen niet bedrogen zoals Jozua en de oversten lang tevoren bij een soortgelijke gelegenheid, toen de Gibeonieten in hun pelgrimsvermomming aankwamen. Zerubbabel, Jesua en de overige familiehoofden van Israël 33

34 Lezingen over het boek Ezra zeiden tot hen: Het gaat niet aan, dat gij met ons een huis voor onze God bouwt, want wij alleen willen voor de Here, de God van Israël, bouwen, zoals koning Kores, de koning van Perzië, ons geboden heeft. Zonder twijfel was het een toestand van zwakheid, een toestand van vernedering. Want waarom werd koning Kores genoemd? Wat had hij er mee te maken? Wat een vreemde positie, dat hij Israël het bevel moest geven! Maar zo was het. Ze waren werkelijk en in t openbaar op aarde vernederd en ze waren niet uit deze toestand van vernedering verlost. Maar terwijl ze dank verschuldigd waren aan de machten die er toen waren voor hun bescherming, en de maatregelen van goed bestuur, die ze genoten, onderhielden zij stipt het Woord van God wat de bijzondere plaats van Israël betrof. Ze waren minstens even beslist, zo niet meer, dan ze in de dagen van Mozes of David of wie ook waren. Nooit was er in Israël een dieper gevoel van de bijzondere plaats die ze innamen, dan toen ze zo zwak en nederig waren. Wat een belangrijke les voor ons! We moeten de bijzondere plaats van de gemeente van God niet opgeven omdat we maar een overblijfsel zijn. We moeten het beginsel, dat niemand dan zij die leden van dat lichaam zijn - als zodanig aangenomen - hun plaats van verantwoordelijkheid in het Werk des Heren hebben, nooit opgeven. We moeten niet zwichten voor de geest van deze tijd. Zo, in elk geval, beslisten Zerubbabel en Jesua en ze hadden gelijk. Toen verzwakte het volk des lands hun handen. Nu toonden ze wie ze werkelijk waren - geen vrienden maar tegenstanders. En, let op geliefde vrienden, ze waren tegenstanders hoewel ze de God van Israël aanbaden - tegenstanders hoewel ze in 34

35 Hoofdstuk 4 en 5 die tijd geen afgodendienaars waren, voor zover we weten. Dat wordt ook niet gezegd. Ze behoorden niet tot Israël en dat was voldoende. De tegenstanders van Juda en Benjamin hoorden dat de kinderen Israëls de tempel bouwden,en daarom kwamen ze. Ze kwamen in het kleed van een Israëliet, maar het was in werkelijkheid om hen te hinderen. Dat was het doel van Satan, maar zijn plannen werden verijdeld. Toch wordt gezegd, dat de bevolking van het land het volk van Juda ontmoedigde en hen afschrikte van het bouwen. Zelfs kochten ze raadslieden tegen hen om, ten einde hun plannen te verijdelen, zolang Kores, de koning van Perzië leefde, tot de regering van Darius, de koning van Perzië toe. Hier zien we een belangrijke fout. Verscheidene koningen regeerden tussen Darius en Kores. Ze worden in het verdere van t hoofdstuk, dat een tussenzin vormt, aangegeven om te verklaren wat tussen deze twee tijdstippen plaats vond. En onder de regering van Ahasveros in het begin van diens regering, dienden zij een schriftelijke aanklacht in tegen de inwoners van Juda en Jeruzalem. In de dagen echter van Artachsasta schreven Bislam, Mithredath enz. Dit vond alles plaats. En het gevolg was, dat hun aanmatigende tegenstand tenslotte uitwerking had en de Israëlieten in verwarring bracht en zij ophielden met bouwen. Maar merk op - en dit is zeer belangrijk - God schrijft het ophouden van het bouwen niet toe aan het bevel van de,koning, hoewel deze ten slotte dit bevel gaf, toen hij zwichtte voor het aanhoudend verzoek van de vijanden om de Israëlieten te laten ophouden. Maar de Israëlieten hielden op vóór de koning het bevel gaf. Het was gebrek aan geloof, waardoor ze ophielden. En, geliefde vrienden, is dit niet bijna altijd zo? Het ophouden van de zegening onder Gods volk is in wezen nooit het werk van de 35

36 Lezingen over het boek Ezra vijand van buiten, maar gebrek aan geloof en bijgevolg van innerlijke getrouwheid. Het is hoogst belangrijk voor ons hieraan te denken, omdat wij zo geneigd zijn de schuld te geven aan de omstandigheden. Zij zullen dit misschien ook wel gedaan hebben. Ze hadden echter ongelijk. God zou met hen geweest zijn als hun geloof tot Hem opgezien had. Hij zou hen bewaard hebben voor het ophouden met het werk. Maar zij hielden zich te veel bezig met wat de mensen buiten zeiden en deden, in plaats van tot God op te zien in overeenstemming met dat goede begin, toen ze het altaar op het fundament plaatsten. In plaats van tot Hem te roepen, luisterden ze naar de tegenstander en hielden op met werken. En toen slaagde de tegenstander er in met het gezag van de koning te verzegelen wat zij al hadden gedaan. Er is ook nog een ander ding van buitengewoon groot belang. Dat is de wijze waarop God deze zaak weer in orde bracht. Niet door het gezag van de koning die de deur weer opende, maar door de directe tussenkomst van Zijn eigen macht - de macht van de Geest van God door de profeten (hfdst. 5). Het is door de profeten en niet door de koning - niet door Darius. Maar de profeet Haggaï, en Zacharia, de zoon van Iddo, traden bij de Judeeërs die in Juda en Jeruzalem woonden, als profeten op in de naam van de God van Israël. Toen maakten Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, en Jesua, de zoon van Jozadak, zich op en begonnen te bouwen aan het huis van God, Die in Jeruzalem woont (5:1, 2) Hoe stoutmoedig is het geloof! En God rechtvaardigt het geloof dat Hij geeft. Want hoewel het leek alsof er een gebrek aan eerbied voor het koninklijk gezag was, in feite hadden zij een evengroot gezag om met het werk voort te gaan. Want zo Artachsasta 36

37 Hoofdstuk 4 en 5 het bouwen van het huis al stopgezet had, Kores had tevoren bevolen het te bouwen. Ze deden wat geheel in orde was. Ze beschouwden het als iets bijkomstigs wat Artachsasta had in gevoerd; als iets dat alleen door de omstandigheden tot stand was gekomen. Zij vatten het op als een bevel, niet van Perzië, maar van hemzelf. Ze gingen terug tot wat Kores bevolen had. Ze wisten dat één van de grootste beginselen van het Perzische koninkrijk was, dat de wetten van de Meden en Perzen onveranderlijk waren. Artachsasta had de wet veranderd. Had deze laatste het bouwen van de tempel direct in t begin verboden, dan zouden ze misschien in een vrij grote moeilijkheid geweest zijn. Aan de ene kant zou er de directe eis van God zijn geweest. En aan de andere kant de tegenovergestelde eis. En daarnaast het beginsel dat we God meer moeten gehoorzamen dan mensen. Maar in feite was het, zoals u ziet, een tegenstelling tussen twee koningen, met slechts dit verschil, maar van grote betekenis, dat de eerste en de grootste koning, de stichter van de Perzische monarchie, degene was die bevolen had de tempel te bouwen. Ze hadden daarom gelijk toen ze volgens het bevelschrift van Darius handelden. De andere koning had meer onder de invloed van tijdelijke omstandigheden gehandeld en was nu gestorven. Ze waren volkomen gerechtvaardigd hun toevlucht te nemen tot het woord van Kores. Maar de waarheid is, dat de grote zaak die invloed op hun zielen had uitgeoefend, het Woord van God was, door de profeten. Ik wijs hierop om aan te tonen, hoe heerlijk God, naast het woord van de profeet, de rechtvaardiging kali geven van wat Zijn volk deed. En dit is te belangrijker, omdat, zoals u weet, de profeten op deze zaak zinspeelden. De profeet Jesaja vooral 37

38 Lezingen over het boek Ezra noemt het bouwen van het huis van Jahweh in verbinding met Kores. Het is duidelijk met hem verbonden. Niet alleen de verwoesting van Babylon, maar ook het bouwen van het huis van Jahweh, zodat de kinderen uit de ballingschap in ruime mate gerechtvaardigd waren. Zo geeft God altijd Zijn volle bescherming en leiding aan het geloof. Zo begonnen dan de profeten de harten van het volk in beweging te brengen. En het volk ging voorwaarts naar het Woord des Heren, en God droeg zorg voor de koning. God zorgde er voor dat, hoewel er invloed was uitgeoefend tegen het volk door de boosheid van de Samaritaanse ophitsers, en Artachsasta was beïnvloed om er aan te denken, dat Israël en de Joden, en Jeruzalem in t bijzonder een oproerige stad was geweest, er een nieuw onderzoek komt. Darius onderzoekt de zaak en het is een welbekend feit in de geschiedenis, zoals we het ook in dit boek vinden, dat Darius geneigd was om te handelen naar hetgeen Kores had gedaan. Hij had de grootste achting en eerbied voor Kores als de stichter van het rijk. Hij had het verlangen een hersteller van al de instellingen van Kores te zijn. Vandaar Darius bereidheid zo te handelen en het feit, dat hij zich niet in t minst bekommert om Artachsasta of iemand anders. Hij gaat terug tot Kores en hij vindt dat deze, tegen hun tegenstanders, had bekrachtigd, wat de Joden wensten. Zo weet God alle gevaar af te wenden en alles geschikt te maken. Onze taak is niet de ene koning tegen de ander uit te spelen, maar om in de Naam des Heren voorwaarts te gaan - om Zijn Woord als onze waarborg te nemen. Volkomen verzekerd, dat als wij zoeken door God geleid te worden, Hij van Zijn kant alle mensen en alle omstandigheden zal besturen. Dat is Zijn werk en niet het 38

39 Hoofdstuk 4 en 5 onze. Ons deel is in t geloof voort te gaan. Hij weet hoe te handelen met hen die ons tegenstaan. 39

40 Lezingen over het boek Ezra

41 Hoofdstuk 6 Toen gaf koning Darius bevel en men deed onderzoek in de boekerij te Babel, waar de schatten waren opgeborgen, en in Achmeta, de vesting in het gewest Medië, werd een rol gevonden, waarin het volgende geschreven stond. Oorkonde: In het eerste jaar van koning Kores dit bevel: wat betreft het huis Gods te Jeruzalem, dat huis moet worden herbouwd (vs. 1-3). Dat was genoeg voor Darius. Daarom zegt hij: Nu dan, Tattenai, stadhouder van het gebied over de rivier, Setar-Boznai en hun ambtgenoten, de ambtenaren van t gebied over de rivier, gij moet u verre houden van daar. Hij gaf hun een berisping. Laat de arbeid aan dat huis Gods toe; de stadhouder der Judeeërs en hun oudsten mogen dat huis Gods op zijn plaats bouwen. En zo, inplaats van naar hun tegenstanders te luisteren, eert hij hen - geeft nieuwe bevelen en voert nog vollediger dan vroeger uit wat al in het eerste jaar van Kores was afgekondigd: Voorts is door mij bevel gegeven, dat er van ieder die dit besluit overtreedt, een paal uit zijn huis zal worden gerukt, opdat hij daaraan gehangen en vastgeslagen worde, en dat daarom zijn huis tot een puinhoop zal gemaakt worden. De God nu, Die zijn naam daar heeft doen wonen, stote iedere koning en 41

42 Lezingen over het boek Ezra elk volk neder, die als overtreders hun hand uitsteken Om dit huis Gods te Jeruzalem te verwoesten. Ik, Darius, heb bevel gegeven; het worde nauwkeurig uitgevoerd! (vs ). Zo werden de tegenstanders volkomen weerlegd en een einde gemaakt aan hun boos werk. En het huis van God kreeg - ik zal niet zeggen een stoot in de goede richting, maar - z n voltooiing. Want, zoals we al zagen, het heerlijke feit is, dat de Joden geloof hadden om de bouw van het huis te hervatten vóór zij een nieuw bevel kregen. De oudsten der Judeeërs bouwden voorspoedig voort tijdens het profeteren van de profeet Haggaï en van Zachária, de zoon van Iddo; zij voltooiden de bouw volgens het gebod van de God van Israël en volgens het bevel van Kores, Darius en Artachsasta, koning van Perzië (vs. 14). Want nu God hun macht gegeven had, bestuurde Hij ook alle machten te hunnen gunste. En zij waren met dit huis gereed tegen de derde dag van de maand Adar, en wel in het zesde jaar van de regering van koning Darius. Toen vierden de Israëlieten, de priesters, de Levieten en de overigen die in de ballingschap geweest waren, de inwijding van dit huis Gods met vreugde (vs. 15, 16). 42

43 Hoofdstuk 7 Hier hebben we een nieuw en zeer belangrijk feit in dit boek. De zending van Ezra, die in het 7 e jaar van Artaxerxes de Israëlieten komt bezoeken. Want Ezra had er zijn hart op gezet om de wet des Heren te onderzoeken en haar te volbrengen, en om in Israëlinzetting en verordening te onderwijzen (vs. 10). Dit is hoogst belangrijk, geliefde broeders, voor hen, die nu in de plaats van het overblijfsel zijn. Het is niet het nutteloze vragen om macht - een grote valstrik in een gebroken toestand van dingen. Toen de gemeente ontstond, begon ze in kracht, maar nu is ze in een toestand van verval. We hebben geen macht nodig, maar zelfoordeel. Zelfoordeel en een gehoorzaam hart, om de wil van God te doen, wat altijd met zelfoordeel gepaard gaat. Het verschil is dit: Als mensen denken, dat de grote behoefte kracht is, werpen ze in werkelijkheid de schuld op God. Ze zeggen dat er nu zoveel zwakheid is. Het is niet mogelijk om samen te komen om de Heer te aanbidden of iets anders te doen: we hebben geen kracht. IJdele, dwaze gedachte! Vooral voor hen die weten, dat het wezen van wat God in de gemeente gewerkt heeft, de zending van de Heilige Geest is om voor altijd in haar te wonen. En als de Heilige Geest geen kracht 43

44 Lezingen over het boek Ezra is, weet ik niet wat wel kracht is. Maar geliefde vrienden, wat we werkelijk nodig hebben, is geloof in de kracht die we hebben gekregen, in plaats van mopperen en klagen, alsof God de kracht had weggenomen en alsof het onze taak was op eigen arme en ellendige wijze voort te gaan terwijl we om kracht roepen. Nee. Wat we hebben te doen, is, onze hand op onze mond te leggen en ons zelf in het stof te buigen. De plaats van werkelijke vernederingen in te nemen, daar waar iets is, dat de werking van Gods Geest verhindert. De grote zaak is, in verootmoediging te trachten Zijn wil te doen. Enige jaren geleden ontstond er een beweging onder zekere personen die de naam des Heren droegen en ze baseerden openlijk hun positie op deze behoefte aan kracht en ze riepen er om tot God. Wat was het gevolg? Ze ontvingen kracht; maar ik ben overtuigd dat die kracht in werkelijkheid van de duivel was en niet van God. En hoewel er hoogst merkwaardige dingen schenen te gebeuren en zelfs een soort van droevige nabootsing van de gave der talen, was het slechts een vertoning. Het was geen werkelijkheid - het was van Satan. Het begon, en eindigde ook, met de meest verschrikkelijke afwijking van de waarheid van God en de meest volslagen oneer die ooit de naam des Heren tot op die dag was aangedaan. Er was nooit zulk een stelselmatige oneer van de Heer Jezus in de gemeente, voor zover ik weet, als dat wat plaats vond als een gevolg van dit alles. Wat ons behoorde te kenmerken, geliefde vrienden, is dat ware werk van God, waarin wij door Zijn genade ons deel hebben. Niet het roepen om kracht en daarbij in ongehoorzaamheid blijven tot wij kracht ontvangen. Maar ophouden met het kwaad en van God trachten te leren het goede te doen. Het erkennen van de zonde van de gemeente 44

Wie kwamen naar Zerubbabel die verantwoordelijk was voor de voortgang van het werk aan de tempel?

Wie kwamen naar Zerubbabel die verantwoordelijk was voor de voortgang van het werk aan de tempel? Tegenstand bij de tempelbouw. Wie kwamen naar Zerubbabel die verantwoordelijk was voor de voortgang van het werk aan de tempel? Ezra 4:1-2 1 Toen de tegenstanders van Juda en Benjamin hadden gehoord dat

Nadere informatie

Hoe lang zou Gods volk in ballingschap zijn en wie zou voor de bevrijding zorgen?

Hoe lang zou Gods volk in ballingschap zijn en wie zou voor de bevrijding zorgen? ores laat de Joden naar Jeruzalem terugkeren. Hoe lang zou Gods volk in ballingschap zijn en wie zou voor de bevrijding zorgen? Jeremia 29:10, 14 10 Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig

Nadere informatie

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken.

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

Wat kenmerkt de tijd van de profeten Haggai, Zacharia en Maleachi?

Wat kenmerkt de tijd van de profeten Haggai, Zacharia en Maleachi? De profeet Haggai. Wat kenmerkt de tijd van de profeten Haggai, Zacharia en Maleachi? Zij hebben een ander karakter dan de eerdere profeten, omdat zij profeteren tot Gods volk dat is teruggekeerd uit de

Nadere informatie

bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort, de Here, zijn God, zij met hem, hij trekke op.

bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort, de Here, zijn God, zij met hem, hij trekke op. - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

- 1 - Het boek Ezra. Diezelfde woorden worden genoemd in Ezra 1:1 t/m 4 waar staat:

- 1 - Het boek Ezra. Diezelfde woorden worden genoemd in Ezra 1:1 t/m 4 waar staat: - 1 - Het boek Ezra God waakt over Zijn woord om dat te doen! 1 Het volk Israël was door zijn overtredingen naar Babel gedeporteerd maar de profeet Jeremia had hierover voorspeld dat ze na 70 jaar zouden

Nadere informatie

in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan: Het boek Ezra

in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan: Het boek Ezra - 1 - Het boek Ezra God waakt over Zijn woord om dat te doen! 1 Het volk Israël was door zijn overtredingen naar Babel gedeporteerd maar de profeet Jeremia had hierover voorspeld dat ze na 70 jaar zouden

Nadere informatie

Welk goed nieuws kondigde Maleachi aan?

Welk goed nieuws kondigde Maleachi aan? Maleachi en Gods tempel. Welk goed nieuws kondigde Maleachi aan? Maleachi 3:1 die voor Mij de weg bereiden zal. 1 Zie, Ik zend Mijn engel, Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere, Die u aan het

Nadere informatie

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. - 1 - Gij echter zijt We lezen in 1 Petrus 2:9 een wonderbaar heerlijk woord: Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om

Nadere informatie

- 1 - Het boek Ezra. Diezelfde woorden worden genoemd in Ezra 1:1 t/m 4 waar staat:

- 1 - Het boek Ezra. Diezelfde woorden worden genoemd in Ezra 1:1 t/m 4 waar staat: - 1 - Het boek Ezra God waakt over Zijn woord om dat te doen! 1 Het volk Israël was door zijn overtredingen naar Babel gedeporteerd maar de profeet Jeremia had hierover voorspeld dat ze na 70 jaar zouden

Nadere informatie

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten? Jesaja en zijn kinderen. Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten? Jesaja 8:16-18 16 Bind het getuigenis toe! Verzegel de wet onder Mijn leerlingen! 17 Ik zal

Nadere informatie

Gods heerlijkheid buiten de legerplaats

Gods heerlijkheid buiten de legerplaats J.N. Darby Gods heerlijkheid buiten de legerplaats Toon mij toch Uw heerlijkheid, Exodus 33:18 Falen en genade Gods volk is altijd het voorwerp van de raadsbesluiten en de gedachten van God. Zijn liefde

Nadere informatie

Waarom is het belangrijk om bij elke Bijbelstudie te bidden?

Waarom is het belangrijk om bij elke Bijbelstudie te bidden? e profeet Zacharia, de tweede droom. Waarom is het belangrijk om bij elke Bijbelstudie te bidden? Jakobus 1:5, NBV2004 "Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder

Nadere informatie

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden. - 1 - De zegen uit Numeri 6 Het is Gods verlangen om Zijn volk te zegenen. Dat blijkt al in het oude testament en we lezen hierover in Numeri 6:24/26 waar staat: De Heere zegene u en behoede u! De Heere

Nadere informatie

Wat kreeg de profeet Zacharia in de vierde droom te zien?

Wat kreeg de profeet Zacharia in de vierde droom te zien? De profeet Zacharia en de vijfde droom. Wat kreeg de profeet Zacharia in de vierde droom te zien? Zacharia 4:1-3 1 En de Engel, Die met mij sprak, kwam weer; en Hij wekte mij op, gelijk een man die van

Nadere informatie

Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen?

Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen? avid in Ziklag, wat een verkeerde keuze blijkt te zijn. Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen? 1 Samuel 27:1-2 1 Maar David zei in zijn hart: Ik zal

Nadere informatie

De hogepriester in het oude verbond is een beeld van deze hemelse. Hebreeën 8

De hogepriester in het oude verbond is een beeld van deze hemelse. Hebreeën 8 - 1 - Hebreeën 8 1 De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo'n Hogepriester hebben wij, 2 Eén Die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemelen. Hier

Nadere informatie

Wat blijkt het uitgangspunt van de profeet Zacharia te zijn?

Wat blijkt het uitgangspunt van de profeet Zacharia te zijn? De profeet Zacharia, de eerste droom. Wat blijkt het uitgangspunt van de profeet Zacharia te zijn? Zacharia 1:4, middelste deel Bekeert u toch van uw boze wegen, en uw boze handelingen; Voelde de profeet

Nadere informatie

Hoe was de geschiedenis van Gods volk in Zacharia 1?

Hoe was de geschiedenis van Gods volk in Zacharia 1? De profeet Zacharia en de zesde en zevende droom. Hoe was de geschiedenis van Gods volk in Zacharia 1? Zie Zacharia 1 In hoofdstuk 1 worden Juda en Jeruzalem door de volken met voeten getreden, maar zij

Nadere informatie

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18 - 1 - Johannes 1:1/18 1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. De apostel Johannes begint zijn evangelie met dezelfde drie woorden die in Genesis 1 staan, namelijk:

Nadere informatie

Een volk van priesters

Een volk van priesters Een volk van priesters Romeinen 8: 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen

Nadere informatie

De straf op de zonde 15

De straf op de zonde 15 A1 1 De straf op de zonde 15 Lezen en bespreken Romeinen 2:1-12 Wat is het gevolg van de zonden van de mens? (vers 3) Hoe komt het dat mensen zich niet bekeren tot de Heere? (vers 5) Welke mensen ontvangen

Nadere informatie

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus 10 redenen voor de komst van de Heere Jezus 1. Als vervulling van Gods beloften En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen,

Nadere informatie

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan.

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan. De profeet Zacharia en de vierde droom. Wie is de bron van elk profetisch Woord? 2 Petrus 1:21 21 Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar de heilige mensen Gods,

Nadere informatie

Wat zag de profeet Zacharia daarna?

Wat zag de profeet Zacharia daarna? e profeet Zacharia, de derde droom. Wat zag de profeet Zacharia daarna? Zacharia 2:1 1 Weer hief ik mijn ogen op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer. Welke vraag stelde

Nadere informatie

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op?

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? De gevolgen van de verkeerde keuze van Saul. Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? 1 Samuel 9:9 9 Vroeger zei iedereen

Nadere informatie

Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit?

Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit? In de leeuwenkuil. Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit? Daniël 6:1-3 1 Darius, de Meder, ontving het koningschap toen hij ongeveer tweeënzestig jaar oud was. 2 Het

Nadere informatie

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden. - 1 - De zegen uit Numeri 6 Het is Gods verlangen om Zijn volk te zegenen. Dat blijkt al in het oude testament en we lezen hierover in Numeri 6:24/26 waar staat: De Heere zegene u en behoede u! De Heere

Nadere informatie

Verklaring over brief aan de Romeinen (Syn. deel VI) Auteur: John Nelson Darby Hoofdstuk 10 Nu hij dit onderwerp heeft aangeroerd stort de apostel,

Verklaring over brief aan de Romeinen (Syn. deel VI) Auteur: John Nelson Darby Hoofdstuk 10 Nu hij dit onderwerp heeft aangeroerd stort de apostel, Verklaring over brief aan de Romeinen (Syn. deel VI) Auteur: John Nelson Darby Hoofdstuk 10 Nu hij dit onderwerp heeft aangeroerd stort de apostel, die zijn volk hartelijk liefhad als het volk van God,

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Inzicht in de jaarweken.

Inzicht in de jaarweken. Daniël 9 Vers 24 Inzicht in de jaarweken. Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, (genadetijd Joden) Deel 3 Vers 25 vanaf

Nadere informatie

HET BIJBELBOEK HABAKUK

HET BIJBELBOEK HABAKUK HET BIJBELBOEK HABAKUK UIT DE SYNOPSIS DEEL 4 VAN J.N. DARBY 4.13 UIT HET WOORD DER WAARHEID DE SYNOPSIS IS EEN DIEPGAAND COMMENTAAR OP DE HELE BIJBEL, VERSCHENEN IN 8 DELEN BIJ DEZE UITGEVER. VOOR BEGINNERS

Nadere informatie

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief 1 Tessalonicenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Tessalonica 1 Dit is een brief van Paulus, Silvanus en Timoteüs, aan de christenen in de stad Tessalonica. Jullie horen bij God, de

Nadere informatie

Welk opmerkelijk feit gaat gebeuren volgens de profetie van Jesaja met het volk Juda?

Welk opmerkelijk feit gaat gebeuren volgens de profetie van Jesaja met het volk Juda? Sion en de Spruit. Welk opmerkelijk feit gaat gebeuren volgens de profetie van Jesaja met het volk Juda? Jesaja 4:1 1 Op die dag zullen zeven vrouwen één man vastgrijpen [en] zeggen: Ons [eigen] brood

Nadere informatie

Filadelphia - Overzicht van de brieven aan de zeven gemeenten

Filadelphia - Overzicht van de brieven aan de zeven gemeenten Filadelphia - Overzicht van de brieven aan de zeven gemeenten (Openbaring 2:18-29 en 3:1-6) De brief aan de gemeente van Filadelfia Vers 7: En schrijf aan de engel van de Gemeente in Filadelfia: Dit zegt

Nadere informatie

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus, FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS Gemeente van onze Here Jezus Christus, Inleiding Onderwijzing Openb. 5 : 9 Joh. 3 : 16, 17 Joh. 10 : 11, 12 Hand. 2 : 39 Joh. 10 : 16 Joh.

Nadere informatie

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen Orde van Dienst Zondag 7 oktober 2018 Welkom en mededelingen Zingen Psalm 8: 1, 2 en 3 Heer, onze Heer, hoe heerlijk 1. Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschrevenmachtige

Nadere informatie

En de broeders geven dan met woord en daad - dit weer door aan hun vrouwen. Maak het leven fijn

En de broeders geven dan met woord en daad - dit weer door aan hun vrouwen. Maak het leven fijn - 1 - Maak het leven fijn door een offer te zijn. We lezen daarover in Romeinen 12:1 de volgende heerlijke woorden: broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend

Nadere informatie

Welke beschrijving is te lezen in Jesaja 11:11-14?

Welke beschrijving is te lezen in Jesaja 11:11-14? Het verstrooide overblijfsel uit alle volken bijeengebracht. Welke beschrijving is te lezen in Jesaja 11:11-14? Jesaja 11:11-14 En het zal op die dag gebeuren dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer,

Nadere informatie

Hoe oud was Josia toen zijn vader koning Amon overleed en hoe was zijn verhouding met God?

Hoe oud was Josia toen zijn vader koning Amon overleed en hoe was zijn verhouding met God? De hervormingen van koning Josia. Hoe oud was Josia toen zijn vader koning Amon overleed en hoe was zijn verhouding met God? 2 Koningen 22:1, eerste deel, 2 1 Josia was acht jaar oud toen hij koning werd,

Nadere informatie

Les 2 voor 13 oktober 2018

Les 2 voor 13 oktober 2018 Les 2 voor 13 oktober 2018 God wil dat zijn volk verenigd is. Gehoorzaamheid aan Gods wil is essentieel om eenheid te bereiken. Wanneer we verenigd zijn, vullen vreugde en voorspoed de kerk en wordt het

Nadere informatie

Waar gaat het boek Jesaja over?

Waar gaat het boek Jesaja over? nleiding op het boek Jesaja. Waar gaat het boek Jesaja over? Dit hoofdstuk is de inleiding op het hele boek. Het beschrijft de rechtszaak van de HEERE tegen Juda. De rechtszaak maakt de noodzaak van het

Nadere informatie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst

Nadere informatie

27Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. 28Want wij zijn van oordeel, dat de

27Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. 28Want wij zijn van oordeel, dat de ROMEINEN 3: 21-31 21Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 22en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor

Nadere informatie

Welke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen?

Welke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen? Israël verlangt een koning. Welke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen? Sedert de dagen van Jozua had niemand het volk met meer wijsheid en succes geleid dan

Nadere informatie

Waaruit blijkt dat God geen toeschouwer is, maar dat God door zorg en bewogenheid betrokken is bij het leven van elk mens?

Waaruit blijkt dat God geen toeschouwer is, maar dat God door zorg en bewogenheid betrokken is bij het leven van elk mens? De profetie in de Bijbel. Waaruit blijkt dat God geen toeschouwer is, maar dat God door zorg en bewogenheid betrokken is bij het leven van elk mens? Spreuken 14:31 31 Als je zwakke mensen onderdrukt, beledig

Nadere informatie

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet? De profeet Abraham. Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet? Genesis 20:7 7 Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft.

Nadere informatie

Wat is de waarde van de profetieën die de Bijbel elk mens aanreikt?

Wat is de waarde van de profetieën die de Bijbel elk mens aanreikt? Deel 9 Wat is de waarde van de profetieën die de Bijbel elk mens aanreikt? 2 Petrus 1:19 Wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die

Nadere informatie

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. 3 Wat

Nadere informatie

Maleachi Boodschapper van God (ca v.chr.)

Maleachi Boodschapper van God (ca v.chr.) Maleachi Boodschapper van God (ca. 450-425 v.chr.) De laatste profeet voor het overblijfsel van Juda Tijdlijn Overblijfsel van Juda keert terug uit de ballingschap Bouw van het altaar in Jeruzalem Begin

Nadere informatie

Maher Sjalal Chasj Baz.

Maher Sjalal Chasj Baz. Maher Sjalal Chasj Baz. Wat moest Jesaja op een schrijfbord schrijven en wat is de vertaling van deze woorden? Jesaja 8:1 1 Verder zei de HEERE tegen mij: Neem u een groot schrijfbord en schrijf daarop,

Nadere informatie

De Bijbel Open. 1 & 2 Thessalonika. Verleden, heden en toekomst van een christen. 14 mrt 09

De Bijbel Open. 1 & 2 Thessalonika. Verleden, heden en toekomst van een christen. 14 mrt 09 1 & 2 Thessalonika Verleden, heden en toekomst van een christen 20 sep 08 Bekeerde mensen 1 Th.1 18 okt 08 15 nov 08 13 dec 08 17 jan 09 14 feb 09 14 mrt 09 18 apr 09 Gods manier van opvoeden Heilig en

Nadere informatie

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Bijbel voor Kinderen presenteert JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10 Een nieuw begin De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10 God heeft door te spreken de hemel en de aarde gemaakt. Onvoorstelbaar machtig is God. Wat een wijsheid zien we in al die mooie schepselen

Nadere informatie

De boodschap voor Laodicea

De boodschap voor Laodicea Teun de Jager De boodschap voor Laodicea Overwinnen in een postmoderne christenheid (...) en u weet niet dat u arm, blind en naakt bent Openbaring 3:17 Lauwheid De brief aan Laodicea is, om het zo maar

Nadere informatie

Op welke wijze kreeg Mozes een les in geloof dat hij door God is aangewezen Gods volk te leiden?

Op welke wijze kreeg Mozes een les in geloof dat hij door God is aangewezen Gods volk te leiden? De wonderen van God. Op welke wijze kreeg Mozes een les in geloof dat hij door God is aangewezen Gods volk te leiden? Exodus 4:1-3 1 Toen antwoordde Mozes en zei: Maar zie, zij zullen mij niet geloven

Nadere informatie

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26 DE GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26 De bovenvermelde Bijbelteksten spreken van het geheimenis dat eeuwen en geslachten lang verborgen is ge weest en verborgen is gebleven in God. Dit geheimenis

Nadere informatie

Filippenzen 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief Filippenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Filippi 1 Dit is een brief van Paulus, aan alle mensen in de stad Filippi die dankzij Jezus Christus bij God horen. De brief is ook voor de

Nadere informatie

Wie overleed en waar was het volk toen?

Wie overleed en waar was het volk toen? Het water van Meriba. Wie overleed en waar was het volk toen? Numeri 20:1 1 De Israëlieten kwamen in de woestijn Zin, heel de gemeenschap, in de eerste maand, en het volk bleef in Kades. Daar stierf Mirjam,

Nadere informatie

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. Maleachi 1 1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. De liefde van de Heer 2-3 De Heer zegt: Ik houd van jullie, Israëlieten!

Nadere informatie

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26 1. Samuël de profeet Lezen: Handelingen 3:11-26 En ook al de profeten, van Samuël aan en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen tevoren verkondigd. Handelingen

Nadere informatie

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zacharia 1, 1-6 Middagdienst. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zacharia 1, 1-6 Middagdienst. Broeders en zusters, Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: Zacharia 1, 1-6 Middagdienst Broeders en zusters, 1. Votum 2. Zegengroet 3. Zingen : Psalm 90 : 1 en 8 4. Gebed voor de opening van het Woord 5. Schriftlezing : Haggaï

Nadere informatie

stad van de gerechtigheid, trouwe stad.

stad van de gerechtigheid, trouwe stad. Herstel van Jeruzalem. Hoe zal Jeruzalem eens genoemd worden? Jesaja 1:26 Ik zal uw rechters teruggeven als vroeger, en uw raadslieden als in het begin. Daarna zult u genoemd worden: stad van de gerechtigheid,

Nadere informatie

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. - 1 - Werkelijk vrij Wij zijn, zoals Galaten 5:13 het noemt, tot vrijheid geroepen. We zullen achtereenvolgens behandelen: * Geen slaaf meer van de zonde. * Geen slaaf meer van mensen. * Geen slaaf meer

Nadere informatie

De tegenwoordigheid van de Heer in de gemeente

De tegenwoordigheid van de Heer in de gemeente H. Borlase De tegenwoordigheid van de Heer in de gemeente Samen in de naam van Jezus Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden'. Matteüs 18:20 Onze geliefde Heer en

Nadere informatie

Voor u persoonlijk! SAMPLE. Evangelie-nieuws voor eeuwige redding

Voor u persoonlijk! SAMPLE. Evangelie-nieuws voor eeuwige redding Voor u persoonlijk! Evangelie-nieuws voor eeuwige redding Voor u persoonlijk! Zo is het: Gods hart gaat naar de mens uit, naar alle mensen, want het evangelie is voor alle mensen op de gehele aarde, en

Nadere informatie

Christus Hoop van Israël en de volken

Christus Hoop van Israël en de volken Christus Hoop van Israël en de volken Hatikwa de hoop Als ik u vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn rechterhand zichzelf vergeten. Laat mijn tong vastkleven aan mijn gehemelte, als ik niet aan u denk, als

Nadere informatie

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon 1.1 Wie is Christus? Deze vraag (Matth. 16:15) is de belangrijkste die je ooit onder ogen zult krijgen. Het Evangelie naar Johannes werd geschreven opdat u gelooft

Nadere informatie

Welke in Gods ogen juiste handeling had Saul na de dood van Samuel laten uitvoeren?

Welke in Gods ogen juiste handeling had Saul na de dood van Samuel laten uitvoeren? De verkeerde keuzes van Saul. Welke in Gods ogen juiste handeling had Saul na de dood van Samuel laten uitvoeren? 1 Samuel 28:3 3 Samuel nu was gestorven en heel Israël had rouw over hem bedreven. Zij

Nadere informatie

Maleachi en Gods liefde voor Israël. Hoe verwoordt God Zijn liefde voor Israël? Maleachi 1:2, eerste deel. Ik heb u. liefgehad, zegt de HEERE,

Maleachi en Gods liefde voor Israël. Hoe verwoordt God Zijn liefde voor Israël? Maleachi 1:2, eerste deel. Ik heb u. liefgehad, zegt de HEERE, Maleachi en Gods liefde voor Israël. Hoe verwoordt God Zijn liefde voor Israël? Maleachi 1:2, eerste deel Ik heb u 2 liefgehad, zegt de HEERE, Sinds wanneer heeft God Zijn kinderen lief gehad en wat is

Nadere informatie

ongelijk span (2 Kor. 6:11-7:1 HSV)

ongelijk span (2 Kor. 6:11-7:1 HSV) juk 5:11 Onze mond heeft zich vrijmoedig voor u geopend, Korinthiërs, ons hart staat wijd open. 12 U neemt geen kleine plaats in ons hart in, maar zelf bent u enghartig. 13 Zet dan ook van uw kant ik spreek

Nadere informatie

En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1

En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1 - 1 - Efeze 1 We gaan het woord van God lezen uit Efeze 1 vanaf vers 3: Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend

Nadere informatie

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is? De schuld van het volk vastgesteld. Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is? Jesaja 1:2 2 Luister, hemel, neem ter ore, aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen

Nadere informatie

Bijbelstudie Door het geloof I

Bijbelstudie Door het geloof I Bijbelstudie 1 Bijbelstudie Door het geloof I Kaïn en Abel Genesis 4:1-16 Wat voor werk deed Kaïn? Een welk beroep deed zijn broer Abel? Kain- landbouwer Abel- schaapherder a. Waarom niet, denk je? De

Nadere informatie

Gemeentepraktijk & Werking Verantwoordelijkheid & Functie Gemeenteleiding Evangelisatiemethoden & Zendingsstrategie

Gemeentepraktijk & Werking Verantwoordelijkheid & Functie Gemeenteleiding Evangelisatiemethoden & Zendingsstrategie De Handelingen van de verrezen Heer Jezus Leven tussen vroeger & wat komen gaat: Het Koninkrijk van God Waar het boek Handelingen voor bekend staat: Gemeentewerking Gemeentepraktijk & Werking Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Pasen (de opstanding) En dan in vers 36: De Heere is waarlijk opgestaan en daar gaan we over lezen in Lucas 24:33

Pasen (de opstanding) En dan in vers 36: De Heere is waarlijk opgestaan en daar gaan we over lezen in Lucas 24:33 - 1 - Pasen (de opstanding) De Heere is waarlijk opgestaan en daar gaan we over lezen in Lucas 24:33 De Heere Jezus had Zich tijdens het avondeten aan de twee Emmaüsgangers als de opgestane Heer geopenbaard.

Nadere informatie

volk dat daar woont, is veel te sterk voor ons. Wij kunnen ze niet overwinnen. Een Koningskind 1 Petrus 2:1 t/m 10

volk dat daar woont, is veel te sterk voor ons. Wij kunnen ze niet overwinnen. Een Koningskind 1 Petrus 2:1 t/m 10 - 1 - Een Koningskind 1 Petrus 2:1 t/m 10 Als inleiding dat wij geestelijk gesproken van adel zijn, dat wij een koninklijk priesterschap zijn maakt de apostel Petrus ons eerst duidelijk dat er zaken moeten

Nadere informatie

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Huwelijk Eucharistische gebeden 2. Eucharistisch Gebed XII-b Jezus, onze Weg. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil

Nadere informatie

1 Johannes 4:10 (HSV)

1 Johannes 4:10 (HSV) Jaarreeks 2: Jaarreeks 2: 1. Door God geliefd Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden. 1 Johannes 4:10 (HSV)

Nadere informatie

Samuël komt in Silo. Hugo Bouter. Samuël als rechter en profeet

Samuël komt in Silo. Hugo Bouter. Samuël als rechter en profeet Hugo Bouter Samuël komt in Silo 'Daarna, toen hij van de borst af was, nam zij hem met zich mee, met een driejarige jonge stier, een efa meel en een kruik wijn. Zij bracht hem in het huis van de Heere

Nadere informatie

Maar met deze kleine gemeente Filadelfia is de Heer blij. Filadelfia

Maar met deze kleine gemeente Filadelfia is de Heer blij. Filadelfia - 1 - Filadelfia We lezen uit Openb. 3:7 waar staat: En schrijf aan de engel der gemeente te Filadelfia: De stad Filadelfia was een kleine stad in een vulkanische streek en door de vele aardbevingen is

Nadere informatie

Welke opdracht kreeg Ezra van de koning van Perzië, Arthahsasta?

Welke opdracht kreeg Ezra van de koning van Perzië, Arthahsasta? oning Arthahsasta stuurt Ezra naar Jeruzalem. Welke opdracht kreeg Ezra van de koning van Perzië, Arthahsasta? Ezra 7:1, 6, 8 1 Na deze gebeurtenissen, tijdens het koningschap van Arthahsasta, de koning

Nadere informatie

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof Dinsdag 31 juli - Rechtvaardig voor God De rechtvaardige zal door zijn geloof leven - Habakuk 2:4b Denk je wel eens over rechtvaardigheid?

Nadere informatie

DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD

DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD GOD WERKT IN DE TIJD Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid

Nadere informatie

Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo?

Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo? De tempelbouw en de inrichting er van. Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo? 1 Koningen 5:1 1 Hiram, de koning van Tyrus, stuurde zijn dienaren naar Salomo, want hij had gehoord

Nadere informatie

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde: Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde: Geliefden in de Here Jezus Christus. God heeft de doop ingesteld om ons en onze kinderen zijn verbond te verzegelen. In dat geloof en niet uit gewoonte

Nadere informatie

Onze vader. Mattheus 6 vers 5-15 en Lucas 11 vers 1-13 Heere, leer ons bidden

Onze vader. Mattheus 6 vers 5-15 en Lucas 11 vers 1-13 Heere, leer ons bidden Onze vader Mattheus 6 vers 5-15 en Lucas 11 vers 1-13 Heere, leer ons bidden Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo

Nadere informatie

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV 36 Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt. 37 En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart

Nadere informatie

Hij gaf Mij een nieuw lied in de mond

Hij gaf Mij een nieuw lied in de mond J.N. Darby Hij gaf Mij een nieuw lied in de mond Gedachten over Psalm 40 Wij zien in vele psalmen het godvrezende overblijfsel in moeilijke omstandigheden op God vertrouwen en op Zijn genade bouwen. Hij

Nadere informatie

- 2 - Dat is dus de reden van het niet zondigen:

- 2 - Dat is dus de reden van het niet zondigen: - 1 - Uit God geboren Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12 Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die

Nadere informatie

Waar verwijzen de hoofdstukken Zacharia 9 tot en met 14 naar?

Waar verwijzen de hoofdstukken Zacharia 9 tot en met 14 naar? De profeet Zacharia en de koning van Sion. Waar verwijzen de hoofdstukken Zacharia 9 tot en met 14 naar? Zie Zacharia 9, 10, 11, 12, 13, 14 De hoofdstukken 9-14 handelen bijna uitsluitend over de toekomst.

Nadere informatie

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen Orde van Dienst Zondag 27 januari 2019 Welkom en mededelingen Zingen Psalm 8: 1 en 3 Heer onze Heer, hoe heerlijk en verheven 1. Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschrevenmachtige

Nadere informatie

Uit God geboren. Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12

Uit God geboren. Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12 - 1 - Uit God geboren Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12 Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die

Nadere informatie

Verenigd en verdeeld Israël

Verenigd en verdeeld Israël Verenigd en verdeeld Israël We hebben het fundament van het verbond vanaf Abraham, Izak en Jakob tot aan hun fysieke nakomelingen, d.i. Israël, bevestigd. De onvoorwaardelijke verbondsbeloften waren namens

Nadere informatie

Welke raad geeft profeet Jesaja daarna en welke keuzes maken velen van het volk van Juda?

Welke raad geeft profeet Jesaja daarna en welke keuzes maken velen van het volk van Juda? De gevolgen van keuzes. Welke raad geeft profeet Jesaja daarna en welke keuzes maken velen van het volk van Juda? Jesaja 8:19 19 Wanneer zij dan tegen u zeggen: Raadpleeg de geesten van doden, en waarzeggers

Nadere informatie

dieper weg, in het moeras van zonde en ongerechtigheid. De mens kan zichzelf niet redden. Daar hoor ik iemand zeggen: "Ik geloof in

dieper weg, in het moeras van zonde en ongerechtigheid. De mens kan zichzelf niet redden. Daar hoor ik iemand zeggen: Ik geloof in Ik wil! Onlangs zij iemand tegen mij, "Ik wil wat jij wilt". Ik antwoordde daarop, "als jij wilt wat ik wil, dan ziet het er goed voor je uit". Ik wil, dat het doel van God openbaar wordt op deze aarde.

Nadere informatie

Hebreeën 3. vrucht van de Geest. Dat is een hemelse roeping.

Hebreeën 3. vrucht van de Geest. Dat is een hemelse roeping. - - Hebreeën 3 Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. Waarom begint dit vers met: Daarom? Omdat, zoals in vers

Nadere informatie

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen.

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen. Antwoorden Bijbelstudie 1 1. d. Van Nazareth naar Jericho = 97,5 km Van Jericho naar Jeruzalem = 24 km Totaal: 97.5 + 24 = 121,5 km e. 4,05 dagreizen 2. Derde rondje. Benadruk bij het beantwoorden van

Nadere informatie

Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat.

Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Romeinen 11:25 Israël, Gods geliefde volk Over de plaats van Israël

Nadere informatie