procesrecht algemeen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "procesrecht algemeen"

Transcriptie

1 procesrecht algemeen Open kaart spelen? E.A. VAN DE KUILEN* De verhouding tussen artikel 21 Rv en het beslagrekest De uit artikel 21 Rv voortvloeiende waarheidsplicht geldt ook voor beslagrekesten. In de afgelopen jaren is in opheffingskortgedingen in toenemende mate een beroep gedaan op schending van artikel 21 Rv. In dit artikel wordt aan de hand van de jurisprudentie geschetst welke informatie absoluut in een rekest moet staan en welke informatie in bepaalde omstandigheden weggelaten kan worden. 1. Artikel 21 Rv Sinds 2002 bepaalt artikel 21 Rv dat partijen verplicht zijn om de voor een beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. De verplichting tot een juiste en volledige voorlichting van de rechter en de wederpartij geldt voor alle in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geregelde procedures. 1 Uit de memorie van toelichting blijkt dat het niet aangaat dat partijen relevante feiten bewust achterhouden of onjuist weergeven en is de betekenis van artikel 21 Rv hierin gelegen dat de bewuste leugen wordt uitgebannen, daar deze in een modern procesrecht niet aanvaardbaar is. 2 De rechter mag niet op het verkeerde been worden gezet door het aanvoeren van onjuiste feitelijke stellingen en ook niet door onvolledige stellingen. Dit geldt in elk stadium van de procedure. 3 Op grond van artikel 21 Rv hoeven partijen niet alle, maar alleen de voor de oplossing van het geschil relevante feiten aan te dragen. Deze feiten moeten juist zijn. Partijen mogen de feiten niet welbewust verdraaien. Dat de feiten op een bepaalde wijze worden weergegeven en geïnterpreteerd wordt wel toegelaten. De rechter mag artikel 21 Rv ambtshalve toepassen. De rechter kan daaraan, ook zonder dat partijen daar specifiek over hebben gedebatteerd, gevolgen verbinden. Dit levert geen ongeoorloofde verrassingsbeslissing op, tenzij uit het processuele debat blijkt dat partijen met een dergelijke beslissing en de gevolgen daarvan geen rekening behoefden te houden. 4 Een partij kan ook een beroep doen op schending van deze bepaling en de rechter verzoeken een passende gevolgtrekking te maken. Het is denkbaar dat de rechtbank op basis van de processtukken tot een inhoudelijke beslissing is gekomen, dit sluit echter niet uit dat het hof tot het oordeel komt dat artikel 21 is geschonden en op basis van de naar zijn oordeel gebrekkige informatie een beslissing neemt die in overeenstemming hiermee leidt tot de gevolgtrekkingen over de draagkracht van beide partijen die het hof in deze context geraden acht. 5 Overigens dient een advocaat zich op grond van de Gedragsregels te onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist zijn. De tuchtrechter heeft hierover aangegeven dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze, die hem in overleg met zijn cliënt passend voorkomt. Daarbij mag hij in het algemeen afgaan op hetgeen zijn cliënt hem heeft meegedeeld zonder verplicht te zijn de juistheid daarvan te onderzoeken, tenzij het gaat om feiten waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij niet waar zijn. 7 In die laatste situatie is onderzoek geboden. Laat een advocaat dit na, dan kan er sprake zijn van klachtwaardig handelen. 2. Beslagrekesten Ook in een beslagrekest dient een partij de relevante feiten naar waarheid op te nemen. Dit wordt sinds ja- * Mr. E.A. van de Kuilen is advocaat bij AKD in Breda en medewerker van dit tijdschrift. HR 25 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9675, r.o MvT, Parl. Gesch. Herz. Rv, p Groene Serie Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 21 Rv, aant. 1, Deventer: Kluwer (losbladig). Groene Serie Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 21 Rv, aant. 3, Deventer: Kluwer (losbladig). HR 25 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9675, r.o Regel 30 Gedragsregels Raad van Discipline Arnhem, 8 juni 2012, ECLI:NL:TADRARN:2012:YA

2 nuari 2008 ook expliciet aangegeven in de Beslagsyllabus. 8 Als toelichting wordt daarbij aangegeven dat deze plicht zeker moet gelden omdat ex parte (zonder dat de gerekwestreerde eerst wordt gehoord) op een beslagrekest wordt beslist. Misleiding door onvoldoende toelichting in het beslagrekest kan de voorzieningenrechter reden geven om een latere vordering tot opheffing van het beslag om die reden toe te wijzen. Sinds februari 2011 vermeldt de Beslagsyllabus ook het volgende: 9 Zo dient in het beslagrekest melding gemaakt te worden van alle in Nederland of in het buitenland lopende, doorlopende of beëindigde procedures die relevant zijn voor een goede beoordeling van de zaak, waaronder mede begrepen eerder ingediende beslagrekesten. Hoewel een andere rechtbank na een afwijzing of intrekking formeel bevoegd kan zijn een nieuw verzoek te behandelen, is het in strijd met de beginselen van de goede procesorde dat de verzoeker bij een (dreigende) afwijzing zijn geluk elders nog eens beproeft, zonder ten minste open kaart te spelen. In de Beslagsyllabus wordt verder verwezen naar enkele relevante uitspraken. 10 Kortom: er bestaat geen discussie over het feit dat artikel 21 Rv ook geldt voor een beslagrekest. Overigens kan de rechter als een rekest onvoldoende informatie bevat, de verzoeker een tweede kans geven. 11 De behandelend secretaris dient dan namens de voorzieningenrechter aan de advocaat van de verzoeker telefonisch om een toelichting te vragen. Dit dient dan te worden beschouwd als het horen van de verzoeker. De aanvullende informatie moet in een aangevuld of verbeterd rekest worden vermeld, zodat de gerekwestreerde daarop in een eventueel opheffingskortgeding kan reageren. Er wordt maar één keer de gelegenheid gegeven tot aanvullen of verbeteren van het rekest. Als het rekest dan nog niet in orde is, wordt het verzoek gemotiveerd afgewezen. Het verschaffen van aanvullende informatie in een brief of via nadere producties is overigens onvoldoende. 12 Het rekest zelf dient te worden gewijzigd. 3. Toename beroep op artikel 21 Rv In de afgelopen jaren lijkt er in toenemende mate in opheffingskortgedingen een beroep te worden gedaan op een schending van artikel 21 Rv. 13 Een mogelijke verklaring daarvoor is dat de waarheidsplicht ex artikel 21 Rv over het algemeen bekender is geworden bij advocaten. Daarnaast heeft artikel 21 Rv in een beslagprocedure een toegenomen betekenis omdat sinds juni 2011 een beslagrekest meer inhoudelijke informatie dient te bevatten. In vervolg op het in opdracht van de Raad voor de rechtspraak uitgebrachte rapport Conservatoir beslag in Nederland (M. Meijsen & A.W. Jongbloed) 14 is de Beslagsyllabus in juni 2011 gewijzigd. Sindsdien bepaalt de syllabus onder meer dat in het beslagrekest de grondslag van de vorderingen en de verweren van de schuldenaar vermeld moeten worden. Bij het rekest moeten de relevante bewijsstukken worden gevoegd, bijvoorbeeld het contract, de openstaande facturen dan wel het bewijs omtrent het bestaan van een vordering op grond van onrechtmatige daad. Ook dient te worden aangetoond dat de schuldenaar reeds is aangesproken tot betaling. In het beslagrekest moet verder worden gemotiveerd waarom het beslag nodig is en waarom is gekozen voor beslag op de in het beslagrekest genoemde goederen en waarom niet een minder bezwarend beslagobject mogelijk is. Zo is beslag op een onroerende zaak minder bezwarend dan een derdenbeslag onder de bank. Kortom: meer informatie verschaffen aan de voorzieningenrechter in een rekest. Een schuldenaar zal bij een beslag kritisch (laten) kijken naar de inhoud van een rekest. Is een rekest in lijn met de Beslagsyllabus en is de verschafte informatie juist en volledig? Als dat niet het geval is, kan er een opheffingskortgeding worden gedaan op een schending van artikel 21 Rv. Overigens is een expliciet beroep op artikel 21 Rv niet vereist. Dit artikel mag ambtshalve worden toegepast. Het kan echter wel invloed hebben op het oordeel van de rechter of er een expliciet beroep is gedaan op schending van de waarheidsplicht. Uit een uitspraak van 2013 volgt dat het verzwijgen van de tegenvordering van de gerekwestreerde in een rekest, bij de voorzieningenrechter leidde tot de conclusie dat er wezenlijke informatie was verzwegen in het beslagverzoek, hetgeen een schending oplevert van artikel 21 Rv. Ook al omdat de beslagene geen opheffing op die grond heeft gevorderd vond de voorzieningenrechter in dit geval onvoldoende aanleiding om reeds daarom het beslag volledig op te heffen. 15 Gezien het voorgaande en om te waarborgen dat de rechter artikel 21 Rv toepast, is het aan te raden om in een opheffingskortgeding waar mogelijk een beroep te doen op artikel 21 Rv. 4. Toetsing voorzieningenrechters Op grond van artikel 21 Rv kan de rechter bij een schending van de waarheidsplicht de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. De rechter is daarin vrij Te vinden via Beslagsyllabus, p. 4. In de laatste versie wordt verwezen naar Hof Amsterdam 22 november 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7108 en Hof Amsterdam 10 januari 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BV0477. Beslagsyllabus, A onderdeel 6. Rb. Noord-Holland 4 februari 2013, ECLI:NL:RBHAA:2013:BZ0437. Ter illustratie, uit de op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken volgt dat in 2011 in drie uitspraken artikel 21 Rv bij conservatoir beslag een rol speelde, in 2013 waren er 15 uitspraken. Zie Rb. Rotterdam 13 september 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:7382.

3 Uit de jurisprudentie volgt dat rechters aan het verzwijgen dan wel verdraaien van relevante feiten in een rekest de consequentie van opheffing van het beslag verbinden. Dat gebeurt echter niet altijd. Vaak wegen de rechters af of het verlof ook zou zijn verleend als de ontbrekende feiten wel naar voren zouden zijn gebracht. 16 Zo ja, dan wordt er niet overgegaan tot opheffing. Zo nee, dan volgt opheffing wel. Om een gegrond beroep op artikel 21 Rv te voorkomen zou men als vuistregel kunnen hanteren dat in een rekest alle mogelijke relevante informatie gemeld moet worden. Dat is echter niet altijd gewenst. Er zijn situaties denkbaar waarin je als beslaglegger niet alle details van een geschil wenst te melden, bijvoorbeeld als er beslag dient te worden gelegd onder een derde, en deze (rechts)persoon is een gezamenlijke relatie. Gezien de relatie van de beslaglegger met de derde kan het wenselijk zijn om niet alle details van het geschil in het rekest te zetten. De derde ontvangt immers een afschrift van het verlof van de voorzieningenrechter en van het verzoekschrift waarop het verlof is gegeven (artikel 719 Rv). Een andere reden om niet alles te vermelden kan gelegen zijn in de wens om een rekest overzichtelijk en leesbaar te houden. Om deze reden kan een verzoeker ervoor kiezen om de historie van bijvoorbeeld een langlopend geschil alleen in een paar zinnen en niet in detail te schetsen. Voor de praktijk is van belang om zicht te krijgen op welke informatie nu wel en welke informatie nu niet te vermelden. In het algemeen lijkt het voldoende om het verweer van de gerekwestreerde in een rekest summier te noemen. 17 Artikel 21 Rv gaat niet zover dat de (rechts)gevolgen die het verstrekken van verlof zal hebben ook moeten worden gemeld. 18 Verder zijn er de volgende situaties denkbaar: a. het beslagrekest is qua feiten onjuist of onvolledig; b. in het beslagrekest wordt een eerdere procedure tussen partijen niet genoemd; c. in het beslagrekest staat niet dat er al eerder een beslagrekest is ingediend dan wel verlof is verkregen. Aan de hand van de jurisprudentie zal elke situatie worden besproken. 19 a. Onvolledige of onjuiste feiten Het niet noemen van de juiste afspraken of de voorzieningenrechter onjuist informeren leidt over het algemeen tot opheffing van beslagen. In de onderhavige gevallen werd het beslag opgeheven: In het rekest kwam niet naar voren dat juist op verzoek van verzoekster bepaalde afspraken niet waren uitgevoerd. 20 In het rekest staat dat de roerende zaken geen handelsvoorraden betreffen. Dat blijkt wel het geval te zijn. Verder wordt verzwegen dat de bewaarder niet onafhankelijk is, gezien de eerdere arbeidsverhouding met de gerekwestreerde. 21 Het verzoekster bekende verweer van gerekwestreerden staat niet in het rekest. 22 In het rekest staat dat de te beslaan onroerende zaak eigendom is van de gerekwestreerde, terwijl hij gerechtigd was tot de onverdeelde helft. 23 Aan het verzochte verlof tot beslaglegging is een andere overeenkomst ten grondslag gelegd dan de overeenkomst waarop verzoekster zich in een andere procedure in het kader van haar verweer heeft beroepen en waarop volgens haar het beslag is gegrond. 24 Uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter afweegt of de schending dusdanig is dat dit moet leiden tot een opheffing van het beslag. Deze afweging valt soms ook in het voordeel van de beslaglegger uit. Zo werd in een zaak uit 2012 waar een contractsovername niet was genoemd in het rekest, niet tot opheffing geoordeeld. In het rekest stond dat de vordering van de verzoekster was gebaseerd op een overeenkomst tot schadevergoeding tussen verzoekster en gerekwestreerden. Dat was niet juist. De overeenkomst was in eerste instantie gesloten met een ander en verzoekster was via contractsoverneming partij geworden. Het niet vermelden van deze contractsovername werd door de rechter niet als dusdanig in strijd met artikel 21 Rv geoordeeld dat op deze grond de beslagen zouden moeten worden opgeheven. 25 b. Eerdere procedures Het komt in de praktijk met enige regelmaat voor dat verzoeker in een rekest geen aandacht schenkt aan een andere of eerder gevoerde procedure tussen verzoeker en gerekwestreerde. Ook hier geldt weer dat het verzwijgen van deze informatie in het algemeen leidt tot opheffing van de beslagen. In een rekest moet aandacht worden besteed aan relevante Nederlandse 26 of buiten- 16. Zie bijvoorbeeld Rb. Amsterdam 22 januari 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BY Rb. Oost-Brabant 11 februari 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ Rb. Oost-Nederland 30 januari 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ De jurisprudentie tot 31 januari 2014 is meegenomen in dit artikel. 20. Rb. Haarlem 10 juli 2009, ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ Rb. Haarlem 16 januari 2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:BV Rb. Amsterdam 29 januari 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ Rb. Overijssel 29 juli 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013: Rb. Den Haag 10 september 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013: Rb. Amsterdam 16 juli 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BX Een verzoek voor een maritaal beslag wordt afgewezen omdat verzoeker in strijd met de waarheid heeft gezegd dat gerekwestreerde de woning zonder zijn toestemming heeft verkocht. De voorzieningenrechter was ambtshalve bekend met het vonnis van zijn collega voorzieningenrechter waarin de machtiging tot verkoop aan gerekwestreerde was verleend, zie Rb. Alkmaar 20 december 2012, ECLI:NL:RBALK:2012:BY

4 landse beschikkingen en vonnissen 27 die betrekking hebben op hetzelfde geschil. 28 Ook dienen lopende procedures genoemd te worden. De beslagrechter heeft bij bekendheid met de procedure de mogelijkheid dat oordeel af te wachten alvorens een beslissing te geven op het beslagrekest. 29 c. Eerder rekest In een rekest wordt niet altijd aangegeven dat er eerder bij een andere rechtbank een rekest is ingediend dan wel dat er eerder verlof is gekregen voor een beslag. Over de gevolgen van het niet melden van deze informatie wordt verschillend gedacht. De jurisprudentie laat een genuanceerd beeld zien, de omstandigheden van het geval geven vaak de doorslag voor het al dan niet opheffen van een beslag in deze situatie. Als de rechter vermoedt dat gegevens opzettelijk zijn verzwegen, dan wel als er bijkomende omstandigheden zijn, wordt het beslag meestal opgeheven. Het niet noemen van het intrekken van een eerder rekest omdat er door de griffie verhinderdata voor een mondelinge behandeling 30 dan wel nadere vragen zijn gesteld 31 is kwalijk. Ook als er na het eerdere beslag een opheffingskortgeding heeft plaatsgevonden dient dit te worden gemeld. 32 Aan de andere kant blijkt uit de jurisprudentie dat het soms is toegestaan om meerdere rekesten bij meerdere rechtbanken tegelijk in te dienen zonder dit te melden. De rechter ging er in die zaak van uit dat de verzoeker niet bewust had gepoogd om de voorzieningenrechters een onvolledige voorstelling van zaken te geven. 33 Ook is het mogelijk dat een tweede rekest werd ingediend om een fout in het eerste rekest (bijvoorbeeld een onjuiste begroting) te herstellen. Dat werd niet gemeld, maar dit verzuim werd niet zo groot geacht dat reeds 34, 35 op deze grond het beslag kan worden opgeheven. Het melden van een eerder rekest in een begeleidende brief bij een rekest lijkt voldoende te zijn. 36 Ook hoeven niet alle details van het eerdere beslag te worden genoemd, het niet noemen van de nietigheid van een eerder beslag (vanwege het ontbreken van overbetekening) is al eens toegestaan. 37 Kortom: een genuanceerd beeld. Het niet noemen van een eerder rekest dan wel verlof leidt niet direct tot opheffing van een beslag. 38 Mocht de voorzieningenrechter echter het idee krijgen dat er bewust informatie is verzwegen, met al dan niet het doel om de voorzieningenrechter te misleiden, dan zal er echter wel worden overgegaan tot opheffing van het beslag. Een vergissing daarentegen lijkt wel te worden vergeven. 5. Conclusie Artikel 21 Rv speelt een belangrijke rol bij conservatoir beslag. Als de rechter bij een verzoek om verlof al vermoedt dat een en ander niet juist is weergegeven, kan 27. De beslaglegger heeft in het rekest geen melding gemaakt van een ICAC-vonnis en drie voor haar zeer ongunstige Russische vonnissen, die betrekking hadden op hetzelfde geschil. Dit had gemeld moeten worden ten einde de rechter een zo volledig mogelijk beeld van de verhouding tussen partijen te geven. Bij de beslagrechter kon nu door de volledige weglating van de eerdere procedure geen vraag hierover rijzen, Hof Amsterdam 10 januari 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BV Zie ook Rb. Midden-Nederland 19 juli 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:3231; Rb. Amsterdam 12 maart 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7789; Rb. Arnhem 18 november 2008, ECLI:NL:RBARN:2008:BG In een rekest is geen melding gemaakt van een lopende kortgedingprocedure tussen partijen. Dit had moeten worden vermeld in het rekest, te meer nu ter zitting in die procedure de stellingen die beslagene aan haar beslagrekest ten grondslag heeft gelegd onderwerp van debat zijn geweest, zie Rb. Den Haag 17 juli 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013: Een beslagrekest bij de Rechtbank Amsterdam is ingetrokken nadat de griffie om opgave van verhinderdata voor een mondelinge behandeling verzocht. In een nieuw rekest voor een andere rechtbank is dit niet gemeld. De voorzieningenrechter meent dat het in strijd is met de beginselen van een goede procesorde dat de verzoeker na een beslagrekest te hebben ingediend zijn geluk elders beproeft zonder daarover open kaart te spelen. De voorzieningenrechter weegt deze omstandigheid mee in het kader van de belangenafweging, zie Rechtbank Rotterdam 28 maart 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:BZ Bij de Rechtbank Haarlem werd een rekest ingediend waarin stond vermeld: Wij (fungerend-)voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden, gezien bovenstaand verzoekschrift, begroten de vordering van verzoeker op [ ] en staan verzoeker toe het beslag te leggen zoals verzocht. Dit deed bij de voorzieningenrechter het vermoeden ontstaan dat eenzelfde beslagrekest eerder bij de voorzieningenrechter te Leeuwarden was ingediend. De griffier heeft daarover telefonisch navraag gedaan. Naar aanleiding daarvan heeft de advocaat van de verzoekster het rekest verbeterd en aangegeven dat er eerder een verzoekschrift bij de Rechtbank Leeuwarden was ingediend, dat was ingetrokken voordat daarop is beslist. Ter zitting is verder gebleken dat door de griffier van de Rechtbank Leeuwarden kritische vragen waren gesteld en om een nadere motivering was gevraagd voor het te leggen beslag. Ook deze informatie is niet in het originele noch in het gewijzigde rekest vermeld. Het verlof is geweigerd. Het hof bekrachtigt de afwijzing van het rekest, zie Hof Amsterdam 22 november 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7108, JBPr 2012/52, m.nt. M.R. van Zanten. 32. De voorzieningenrechter weigert een verlof omdat in het rekest geen melding is gemaakt van een eerder gevraagd en verleend verlof en evenmin van het opheffingskortgeding en de herbegroting die daarin heeft plaatsgevonden, zie Rb. Amsterdam 7 april 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ Rb. Rotterdam 10 januari 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:BY Er is een rekest bij de Rechtbank Utrecht ingediend waarin de verzoekster heeft aangegeven dat de schade bedraagt. De verzoekster heeft de rechter verzocht de schade voorlopig te begroten op Daar is ook verlof voor verleend. Daarna heeft de beslaglegger een rekest bij de Rechtbank Amsterdam ingediend met het verzoek om de vordering te begroten op zonder het eerste rekest te noemen. Dit wordt toegestaan, de voorzieningenrechter meent dat de beslagene had moeten begrijpen dat er in dit geval sprake was van een kennelijke verschrijving in het eerste beslagrekest en dat deze hersteld werd door het tweede rekest. Dit had moeten worden gemeld, maar dit verzuim wordt niet zo groot geacht dat reeds op deze grond het beslag kan worden opgeheven. In hoger beroep wordt dit oordeel in stand gelaten, zie Rb. Amsterdam 3 juli 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BX1655 en Hof Amsterdam 2 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:CA Zie verder Rb. Amsterdam 22 januari 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BY9890, waar het niet melden van een eerder rekest ook werd togestaan. 36. In het rekest staat niet dat er eerder verlof is verleend bij een andere rechtbank voor een conservatoir beslag. Dit staat echter wel in de begeleidende brief bij het rekest, rechter oordeelt dat er geen schending is van artikel 21 Rv, zie Rb. Oost-Nederland 27 februari 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ Hof Amsterdam 7 mei 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013: Zie verder nog Rb. Amsterdam (ktr.) 22 januari 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ

5 het verlof worden afgewezen. In een opheffingskortgeding kan de rechter ambtshalve artikel 21 Rv toepassen. Vaak doet de beslagene ook een beroep op de schending van de waarheidsplicht. Als de rechter meent dat deze verplichting niet is nageleefd, dan kan hij daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Uit de jurisprudentie blijkt dat als er relevante feiten of een eerdere procedure is verzwegen, er meestal besloten wordt tot opheffing van de beslagen. Het niet noemen van een eerder ingediend beslagrekest of verkregen verlof wordt onder omstandigheden toegelaten. Als de voorzieningenrechter vermoedt dat een en ander opzettelijk niet is genoemd, dan zal opheffing over het algemeen volgen. 75

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter. Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 261015 11:10 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBMNE:2013:3231 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 19072013

Nadere informatie

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 oktober 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht.

Nadere informatie

[Appellant] te Iplaats], gemeente Igemeente], appellant, lxj te [plaats], gemeente [gemeente]. Appellant wordt hierna fappellant] genoemd.

[Appellant] te Iplaats], gemeente Igemeente], appellant, lxj te [plaats], gemeente [gemeente]. Appellant wordt hierna fappellant] genoemd. b2 Gerechtshof Amsterdam 22 november 2011, nr. 200.096.270101, LJN 8V7108 (mr. Toorman, mr. Meijer, mr. Noordhuizen) Noot mr. M.R. van Zanten Conservatoir beslag. Waarheidsplicht. Weigering beslagverlof.

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Procederen in familiezaken 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Introductie Doel van de middag: leren van elkaar! Uw sprekers Familierechtelijke conflict Bijzondere aard van het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-1813 WWB + 11-1953

Nadere informatie

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt mr. m.r. van zanten Het civiele recht kent het leerstuk van misbruik van bevoegdheid, hetgeen een onrechtmatige daad oplevert die tot schadevergoeding verplicht

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging. Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging. Nadat klagers hun opdracht tot dienstverlening bij verkoop van hun woning resp. perceel grond hadden ingetrokken, is onenigheid ontstaan over de door hun

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-384 d.d. 23 oktober 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches. MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met zaaknummers 10.2004 en 155.2004 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

REGLEMENT LANDELIJK ORGAAN WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2018

REGLEMENT LANDELIJK ORGAAN WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2018 REGLEMENT LANDELIJK ORGAAN WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2018 Preambule Het Reglement Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit 2018 (verder: Reglement LOWI) is vastgesteld op 20 maart 2018 door de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

HOF VAN DISCIPLINE. Griffie

HOF VAN DISCIPLINE. Griffie Jaarverslag van de griffier van het Hof van Discipline over het jaar 2008 --------------------------------------------------------------------------------------------- Griffie De griffie van het hof werd

Nadere informatie

de "Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs" (VRT), gevestigd te Den Haag.

de Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs (VRT), gevestigd te Den Haag. REGLEMENT OP DE BEHANDELING VAN KLACHTEN als bedoeld in artikel 12 van de Statuten van de "Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs" (VRT), gevestigd te Den Haag. BEGRIPSOMSCHRIJVING Artikel 1 In

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 15-633 ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 15-633 Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 19 december 2016 in de zaak

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2018-063 d.d. 30 oktober 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. F.R. Salomons, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, mr. A. Bus en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:7030

ECLI:NL:RBDHA:2015:7030 ECLI:NL:RBDHA:2015:7030 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 22-06-2015 Zaaknummer AWB - 15 _ 3881 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

VERLOOP VAN DE PROCEDURE 17-874 ECLI:NL:TADRARL:2018:269 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 17-874 Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 17 december 2018 in de zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

ECLI:NL:RBOVE:2016:649 ECLI:NL:RBOVE:2016:649 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 26-02-2016 Zaaknummer C/08/171558 / FA RK 15-1110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2016:3181 ECLI:NL:CRVB:2016:3181 Instantie Datum uitspraak 22-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3877 PW-VV Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 19 april 2010 in de zaak H

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 19 april 2010 in de zaak H 09-275H ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0582 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 09-275H RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 19 april 2010 in de zaak 09-275H De

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2182

ECLI:NL:RBOVE:2017:2182 ECLI:NL:RBOVE:2017:2182 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Wetsverwijzingen Vindplaatsen

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:4913

ECLI:NL:RBDHA:2015:4913 ECLI:NL:RBDHA:2015:4913 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-04-2015 Datum publicatie 30-04-2015 Zaaknummer AWB 15/5787 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 Rapport Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag, tot het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde, de intrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBNNE:2017:214 ECLI:NL:RBNNE:2017:214 Instantie Datum uitspraak 23-01-2017 Datum publicatie 25-01-2017 Zaaknummer LEE 15/2902 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051 ECLI:NL:RBNHO:2017:3051 Instantie Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 22 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2097

ECLI:NL:CRVB:2016:2097 ECLI:NL:CRVB:2016:2097 Instantie Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 08-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-5893 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1035

ECLI:NL:CRVB:2014:1035 ECLI:NL:CRVB:2014:1035 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 07-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-4228 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2728

ECLI:NL:CRVB:2017:2728 ECLI:NL:CRVB:2017:2728 Instantie Datum uitspraak 18-07-2017 Datum publicatie 14-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16-3337 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4970

ECLI:NL:CRVB:2016:4970 ECLI:NL:CRVB:2016:4970 Instantie Datum uitspraak 14-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/7122 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:5233

ECLI:NL:RBROT:2014:5233 ECLI:NL:RBROT:2014:5233 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-07-2014 Datum publicatie 29-07-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_02242

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011 Rapportnummer: 2011/151 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat: het Kadaster

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

12-228A ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4230 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: A

12-228A ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4230 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: A 12-228A ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4230 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 12-228A Beslissing van 7 mei 2013 in de zaak 12-228 A naar aanleiding van de klacht van: de heer Klager tegen:

Nadere informatie

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 Vonnis van 25 februari 2015 in de zaak van maatschap [naam maatschap], gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen ECLI:NL:CBB:2016:406 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer 16/717 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige

Nadere informatie

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA vonnis AFSCHRIFT RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/574449 I HA ZA 14-1008 Vonnis van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht ORASURE TECHNOLOGIES, INC.,

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss Datum: 2 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/138 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Oost-Brabant zijn beslagvrije

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie