Gebruiksaanwijzing Codeslot Edelstaal UP IP66. Pagina 3-26

Transcriptie

1 NL Gebruiksaanwijzing Codeslot Edelstaal UP IP66 Pagina 3-26

2 NL Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staat belangrijke informatie in over ingebruikname en gebruik. Houd hier rekening mee, ook als u dit product doorgeeft aan anderen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing daarom goed, zodat u hem later nog eens kunt raadplegen! Op pagina 3 vindt u een overzicht van de inhoud, met de bijbehorende paginanummers. GB These operating instructions are part of this product. They contain important information concerning operation and handling. Please bear this in mind in case you pass on the product to any third party. Therefore, keep these operating instructions for future reference! The Table of Contents on page 27 of this document provides a list of the contents and indicates the corresponding page numbers.

3 NL Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Gebruiksdoel 5 3. Verklaring van de symbolen 5 4. Veiligheidsinstructies 6 5. Productaanzicht 7 6. Aansluitingen 8 7. Geluidssignalen en led-statuslampjes De DAP-jumper (Direct Access to Programming) De BACK-LIT-jumper Fabrieksinstelling mastercode (BELANGRIJKE INFORMATIE) Monteren en aansluiten Programmeeropties (kort overzicht) 12 a) De bij levering ingestelde mastercode gebruiken om de programmeermodus te activeren (bij de eerste keer programmeren) 12 b) Het systeem in single- of multi-usermodus zetten 12 c) Instellen persoonlijke mastercode en gebruikerscodes (gebruikers programmeren) 12 d) Configuratie van de uitgangsmodi (OUTPUT 1, OUTPUT 2) 13 e) Persoonlijke veiligheid 13 f) Door-forced-open alarm 13 g) Instellen activeringssignaal uitgangen 13 h) modus gebruikerscode (automatisch of handmatig) 14 i) Geluidssignalen (toets-bevestigingstonen) 14 j) Tijdsduur tot start van een door-propped-up alarm 14 k) Verlaten van de programmeermodus Vastleggen single- of multi-usermodus 15 a) Single-usermodus (programmeercode: 8900) 15 b) Multi-usermodus (programma: 8901) 15 c) Overzicht fabrieksinstellingen 15 d) Begrenzing code-invoer in multi-usermodus na invoer van een dwangcode Instellen single-usermodus Instellen multi-usermodus Programmeren en gebruiken van het codeslot (praktijkvoorbeelden) 16 a) Programmeerstappen 17 b) Programmeren in single-usermodus (voorbeeld) 17 c) Programmeren in multi-usermodus (voorbeeld) Onderhoud en reiniging Afvoer Technische gegevens Toepassingsvoorbeelden 23 a) Standaard aansluiting van een enkel codeslot 23 b) Standaard aansluiting van een enkel codeslot met controle op blokkeringsautorisatie 24 c) Standaard aansluiting van een INTERLOCK-systeem met toepassing van 2 codesloten 25

4 1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke, nationale en Europese eisen. Om deze conformiteit in stand te houden en zeker te zijn dat u het product zonder gevaar gebruikt, moet u als gebruiker deze handleiding in acht nemen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staat belangrijke informatie in over ingebruikname en gebruik. Houd hier rekening mee, ook als u dit product doorgeeft aan anderen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing daarom goed, zodat u hem later nog eens kunt raadplegen! Alle hierin opgenomen firmanamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaars. Alle rechten voorbehouden. Contact: Telefoonnummer: * * ( 0,14 per minuut binnen Duitsland, maximaal 0,42 per minuut vanaf mobiel. Prijzen vanuit het buitenland kunnen anders zijn). Website: service@sygonix.com Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u het product aansluit en in gebruik neemt. U leest hier niet alleen hoe u het codeslot op de juiste manier bedient, maar ook hoe u volledig gebruik kunt maken van de technische mogelijkheden van het systeem.

5 2. Gebruiksdoel Dit codeslot is bedoeld voor de toegangsbeveiliging van deuren (bijvoorbeeld van een kantoor). Het is optimaal geschikt om uw toegangsdeuren extra en/of beter te beveiligen. Het codeslot heeft een relais-uitgang (OUTPUT 1; maximaal 5 ampère) en een NPN-uitgang (OUTPUT 2; open collector), die door twee groepen met individuele gebruikerscodes aangestuurd kunnen worden. Het geïntegreerde relais (OUTPUT 1) heeft zowel een N.C.- als een N.O.-contact (ter aansturing van een elektrische deuropener). De NPN-uitgang (OUTPUT 2; open collector) is geschikt voor de aansturing van bijvoorbeeld alarmsystemen. De drie status-leds aan de frontzijde zijn intern zo geschakeld, dat ze steeds zowel de gebruiksstatus als de status van de beide uitgangen (relais en NPN) kunnen weergeven. Het codeslot is uitgerust met een aansluitterminal met schroefsysteem. Het codeslot kan in single- of multi-usermodus gebruikt worden (zie hierover hoofdstuk 12 b: "Het systeem in single-user of multi-usermodus zetten"). De voedingsspanning is V DC/AC. Dit codeslot is geschikt voor gebruik buiten (IP66). Elk gebruik anders dan hierboven beschreven is verboden en kan het product beschadigen, waardoor risico ontstaat op kortsluiting, brand, elektrische schok, enzovoort. Geen enkel onderdeel van het product mag veranderd of omgebouwd worden. De veiligheidsinstructies uit deze gebruiksaanwijzing moeten altijd in acht worden genomen. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaar hem goed, zodat u hem later nog eens kunt raadplegen. 3. Verklaring van de symbolen Het bliksemsymbool wijst op gevaar voor uw gezondheid, bijvoorbeeld door een elektrische schok. Dit symbool duidt op bijzondere gevaren bij hanteren, gebruik of bediening. Het pijlsymbool staat voor speciale tips en aanwijzingen voor de bediening.

6 4. Veiligheidsinstructies Bij schade die wordt veroorzaakt door niet-naleving van deze gebruiksaanwijzing vervalt de garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor indirecte schade! Wij zijn niet aansprakelijk voor schade aan personen of zaken die het gevolg is van onjuist gebruik of van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies. In dat geval vervalt de garantie. - Het codeslot mag niet veranderd of omgebouwd worden, anders vervalt niet alleen de toelating (CE), maar ook de garantie. - Het codeslot mag niet blootgesteld worden aan extreme temperaturen, intensieve trillingen of zware mechanische belasting. - Een val van geringe hoogte kan al een defect veroorzaken. - Als het codeslot in combinatie met andere apparatuur gebruikt wordt zoals een deuropener of een alarmsysteem dan moeten ook de gebruiksaanwijzingen en veiligheidsinstructies voor die apparatuur altijd in acht genomen worden. - Na een snelle temperatuurwisseling heeft het codeslot wat tijd nodig om te stabiliseren en zich aan de nieuwe omgevingstemperatuur aan te passen, voordat het gebruikt kan worden. - Elektronische apparaten zijn geen speelgoed en moeten buiten bereik van kinderen gehouden worden! - Neemt u bij twijfel over het juiste gebruik of de veiligheid van dit product contact op met vakdeskundig personeel. - Laat verpakkingsmateriaal nooit rondslingeren. Plasticfolie, -tassen en dergelijke kunnen als speelgoed voor kinderen gevaarlijk zijn, want er is een risico op verstikking. - Als aangenomen mag worden dat het apparaat niet meer veilig gebruikt kan worden, dan moet het buiten gebruik worden gesteld en tegen onbedoeld gebruik worden beveiligd. - In de volgende gevallen mag aangenomen worden, dat het apparaat niet meer veilig gebruikt kan worden: - het apparaat is zichtbaar beschadigd, - het apparaat werkt niet meer - als het apparaat lange tijd onder slechte omstandigheden opgeslagen is geweest of tijdens transport sterk te lijden heeft gehad. - In een bedrijfsomgeving moeten de veiligheidsvoorschriften van beroepsorganisaties voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht worden genomen. - Dit codeslot is geschikt voor gebruik buiten (IP66). - De voedingsspanning is V DC/AC. - Controleer of alle elektrische verbindingen, verbindingsleidingen tussen de apparaten en eventuele verlengingsleidingen volgens de voorschriften en de gebruiksaanwijzing zijn aangesloten. - Let er bij het opstellen / de montage op, dat de aansluitkabel niet knikt en niet beschadigt raakt door scherpe randen. - Giet nooit vloeistoffen over elektrische apparaten.

7 - Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen of in een vakwerkplaats worden uitgevoerd. - Als u nog vragen heeft waarop u in deze gebruiksaanwijzing geen antwoord heeft gevonden, neem dan contact op met onze technische klantenservice of met andere deskundigen. 5. Productaanzicht 1) Status-led "rood" Licht op, als OUTPUT 2 geactiveerd is. 2) Status-led "oranje" Deze status-led staat synchroon met de toetsgeluiden en de interne signaalgever. 3) Status-led "groen" Licht op, als OUTPUT 1 ingeschakeld is. 4) Montagegat 5) Montagegat 6) Bevestigingsschroef 7) Kunststof afdekplaat 8) Kabeluitgang 9) Sabotagecontact

8 6. Aansluitingen Hieronder worden de functies toegelicht van de aansluitingen en jumpers die links in de afbeelding te zien zijn. Uitleg over de jumpers vindt u in de volgende hoofdstukken: 8. De DAP-jumper (Direct Access to Programming) en 9. De BACK-LIT-jumper N.C. tamper Deze N.C.-aansluiting (normally closed) kan aangesloten worden op een 24-uurs-bewakingszone van een alarminstallatie. Zodra het "sabotagecontact" (9) inschakelt, wordt deze N.C.-uitgang geactiveerd. De contactarmen van het "sabotagecontact" (9) moeten uit de kunststof afdekplaat (7) worden gevoerd. Let er bij het monteren op, dat de bovenste arm van het "sabotagecontact" (9) door montage aan een muur ingedrukt wordt en de beide contactarmen elkaar daardoor aanraken V DC/AC Dit is de aansluiting voor de voedingsspanning. Het codeslot kan met gelijkstroom (DC) of wisselstroom (AC) gevoed worden, tussen 12 en 24 Volt. Let bij het aansluiten op gelijkstroom op de juiste poling. De aansluitklem van de plus-potentiaal is met een "+"-teken aangemerkt, die van de massa-potentiaal met een "-"-teken. OUTPUT 1 De relaisuitgang "OUTPUT 1" mag tot maximaal 5 ampère belast worden. Er is zowel een N.O. (normally open) als een N.C. (normally closed) contact beschikbaar. Deze relaisuitgang wordt normaal gesproken voor het aansluiten van een deuropener gebruikt. Gebruik de N.O.-uitgang, als u een fail-secure deuropener toepast. Gebruik de N.C.-uitgang, als u een fail-safe deuropener toepast. De relaisuitgang kan als start/stop-schakeling of in timermodus (1 tot 999 seconden) geprogrammeerd worden.

9 OUTPUT 2 (opschrift: O/P 2 N.O.) Dit is een NPN-transistoruitgang (open collector) die met gebruikerscode 2 aangestuurd kan worden. De OUTPUT 2 NPN-transistoruitgang is ideaal voor de aansturing van alarmsystemen. Deze uitgang kan als start/stop-schakeling of in timermodus (1 tot 999 seconden) geprogrammeerd worden. Maximaal 100 ma / 24 V/DC DU OUT (dwanguitgang) NPN-transistoruitgang (open collector), die op massa (-) geschakeld wordt na invoer van de dwangcode. Gebruik deze uitgang om een alarmzone of een signaalgever te activeren, die dan bijvoorbeeld het bewakingspersoneel alarmeert. EG IN (egress-ingang) Een N.O.-ingang (normaal open), die met de massa-aansluitklem (opschrift: "(-) GND") samenwerkt. Sluit hier een normale N.O.-knop aan om "OUTPUT 1" te activeren. De duur van de activering is gelijk aan die bij de invoer van een gebruikerscode. DOOR SENS (deursensor-ingang) Hier gaat het om een N.C.-ingang (normally closed), die met de massa-aansluitklem (opschrift: "(-) GND") samenwerkt. Met behulp van een N.C.-deurschakelaar met magneet kan het codeslot de positie van de deur bepalen en de volgende functies uitvoeren: Bij levering is de aansluitklem DOOR SENS via een contactbrug verbonden met de aansluitklem "(-) GND". Brug de aansluitklem DOOR SENS steeds met de aansluitklem "(-) GND", als er geen deurschakelaar aangesloten wordt. a) Door auto-relock (automatisch hersluiten) Het systeem zal direct de deur weer sluiten nadat een geldige toegang (geldige invoer van een code en openen van de deur) heeft plaatsgevonden voordat de geprogrammeerde activeringsduur van OUTPUT 1 afgelopen is. Dit voorkomt dat derden ongewenst toegang krijgen. b) Door-forced-open alarm (alarm bij opzettelijke poging tot openen) Het codeslot geeft een door-forced-open alarm zodra geprobeerd wordt om de deur te open zonder geldige code-invoer of egress-toegang (zie hierboven de aansluitklem EG IN "egressingang"). Het alarm houdt 60 seconden aan en kan met gebruikerscode 1 of met een gebruikerscode uit groep 1 uitgezet worden. Deze functie kan vastgelegd worden via de programmeeroptie op locatie 80. c) Door-propped-up alarm (alarm na afloop van de maximale openingstijd van de deur) Als de deur langer open blijft dan de aangegeven maximale deuropeningstijd dan geeft het codeslot een door-propped-up alarm. De maximale tijd dat de deur open mag staan, kan op locatie 9 vastgelegd worden tussen 1 en 999 seconden. d) Interlock-control (tijdelijke blokkering van andere codesloten) De interlock-uitgang (opschrift: "INT. LOCK") wordt op massa (-) geschakeld zolang de deur geopend is en geeft een signaal door om een ander aangesloten codeslot buiten werking te stellen (leest hierover ook de toelichting bij aansluitklem "INT. LOCK") verderop in de tekst.

10 O/P 1 INHIB. (OUTPUT 1 INHIBIT) Een N.O.-ingang (normaal open), die met de massa-aansluitklem (opschrift: "(-) GND") samenwerkt. OUTPUT 1 kan noch via gebruikerscode 1 noch via de egress-toets geactiveerd worden, als aansluitklem O/P 1 INHIB. met de massa-aansluitklem (opschrift: "(-) GND") gebrugd is. "INT. LOCK" Een NPN-transistoruitgang (open collector) die normaal gesproken OFF (gedeactiveerd) is. De uitgang wordt direct op massa geschakeld gedurende de eerste 5 seconden na invoer van een geldige gebruikerscode, om OUTPUT 1 aan te sturen. Daarna wordt deze uitgang verder op massa geschakeld, zolang de deursensor een geopende deur waarneemt. Gebruik deze aansluit klem in een INTERLOCK-systeem om te voorkomen dat beide deuren gelijktijdig geopend kunnen worden. Een INTERLOCK-systeem is een systeem met twee deuren, waarbij maar één deur gelijktijdig geopend kan worden. Zolang de ene deur geopend is kan de andere deur niet geopend worden, totdat de geopende deur weer gesloten is. Dit voorkomt dat on bevoegde personen toegang kunnen krijgen tot het beveiligde gebied. Lees hierover ook hoofdstuk 20c: "Standaard aansluiting van een INTER-LOCK systeem met toepassing van 2 codesloten" 7. Geluidssignalen en led-statuslampjes De interne signaalgever en de status-led "oranje" (2) geven de volgende geluiden en signalen : Status Geluiden * Led-signaal In programmeermodus Licht op sleutel geslaagd Piept 1 x Knippert 1 x code geslaagd Piept 2 x Knippert 2 x code onjuist Piept 5 x Knippert 5 x DAP-jumper niet teruggeplaatst Aanhoudende pieptoon Aanhoudend knipperen Stand-by modus Knippert 1 x per 2 seconden * Alle geluiden kunnen in- en uitgeschakeld worden via de programmeeroptie op locatie 83. ** De pieptoon voor het uitgangsrelais kan in- en uitgeschakeld worden via de programmeeroptie op locatie De DAP-jumper (Direct Access to Programming) Als u de persoonlijke mastercode kwijt bent geraakt, dan kunt u de DAP-jumper gebruiken om de programmeermodus rechtstreeks te activeren. In de programmeermodus kan dan een nieuwe mastercode ingevoerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk: - Koppel het codeslot los van de stroomverzorging. - Verplaats de DAP-jumper van de positie OFF naar de positie ON. - Schakel de stroomverzorging weer in. - De interne signaalgever is nu actief.

11 - Verplaats de DAP-jumper van de positie ON naar de positie OFF. Hiermee schakelt u de signaalgever uit. - Het codeslot bevindt zich nu in programmeermodus. - Voer een nieuwe persoonlijke mastercode in zoals beschreven in hoofdstuk 12c: "Instellen persoonlijke mastercode en gebruikerscodes (gebruikers programmeren)". 9. De BACK-LIT-jumper Met behulp van de BACK-LIT-jumper kunt u de achtergrondverlichting van de toetsen instellen. Positie FULL: In stand-by kan op het codeslot een gedimde achtergrondverlichting voor de toetsen worden ingesteld. Als een toets wordt ingedrukt, dan wordt de ongedimde achtergrondverlichting met volledige helderheid ingeschakeld. Als vervolgens 10 seconden lang geen toetsen worden ingedrukt, wordt automatisch weer omgeschakeld op de gedimde achtergrondverlichting. Positie AUTO: In stand-by wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld. Als een toets wordt ingedrukt, dan wordt de achtergrondverlichting met volledige helderheid ingeschakeld. Als vervolgens 10 seconden lang geen toetsen worden ingedrukt, wordt automatisch weer omgeschakeld op de gedimde achtergrondverlichting. 10. Fabrieksinstelling mastercode (BELANGRIJKE INFORMATIE) Voor de eerste programmering is de mastercode bij levering op "0000" ingesteld. Om misbruik door derden te voorkomen raden wij u dringend aan, deze bij levering ingestelde mastercode te vervangen door een persoonlijke mastercode. Lees hierover de toelichting in hoofdstuk 12c: "Instellen persoonlijke mastercode en gebruikerscodes (gebruikers programmeren)". 11. Monteren en aansluiten De aansluitkabels mogen niet geknikt of afgekneld worden. Dat kan functiestoringen, kortsluiting of schade aan het apparaat tot gevolg hebben. Let er bij het boren van gaten in de muur of bij het vastschroeven op, dat u geen kabels of leidingen beschadigt. Zorg ervoor dat de aansluitleidingen naar achteren door de muur in een droge binnenruimte geleid worden. Hiermee wordt sabotage en vandalisme voorkomen. - Het codeslot heeft twee "montagegaten" (4 en 5). Bevestig het codeslot met behulp van geschikt montagemateriaal aan een loodrechte muur. Let er voorafgaand aan de montage op, dat het apparaat correct aangesloten is (zie hoofdstuk: 6: "Aansluitingen").

12 - De contactarmen van het "sabotagecontact" (9) moeten uit de kunststof afdekplaat (7) worden gevoerd. Let er bij het monteren op, dat de bovenste arm van het "sabotagecontact" (9) door montage aan een muur ingedrukt wordt en de beide contactarmen elkaar daardoor aanraken. 12. Programmeeropties (kort overzicht) a) De bij levering ingestelde mastercode gebruiken om de programmeermodus te activeren (bij de eerste keer programmeren) code Bevestigen 0000 * Zet het codeslot in programmeermodus door invoer van de bij levering ingestelde mastercode (0000). Vervang 0000 waar nodig door uw persoonlijke mastercode. Let op: de hierna beschreven programmeeropties zijn alleen mogelijk, als het codeslot in programmeermodus is. b) Het systeem in single- of multi-usermodus zetten Opties in de gebruikersmodus 8900 # 8901 # Bevestigen Zet het systeem in single-usermodus, wist alle tot dan toe opgeslagen gegevens en voert een systeemrefresh uit. Zet het systeem in multi-usermodus, wist alle tot dan toe opgeslagen gegevens en voert een systeemrefresh uit. c) Instellen persoonlijke mastercode en gebruikerscodes (gebruikers programmeren) Instellen van een persoonlijke mastercode en gebruikerscodes voor een single-user (getallen mogen herhaald worden): Locatie code Bevestigen 0 code 4 posities # Persoonlijke mastercode en superuser-code 1 4 posities # Gebruikerscode 1 voor OUTPUT 1 met dwangcode-functie 2 4 posities # Gebruikerscode 2 voor OUTPUT 2 Instellen van een persoonlijke mastercode en gebruikerscodes voor multi-users (getallen mogen herhaald worden): Locatie Gebruikernummer code Bevestigen posities # Persoonlijke mastercode en superuser-code 1 00 tot posities # 100 gebruikerscodes in groep 1 voor OUTPUT 1 met dwangcode-functie 2 0 tot posities # 10 gebruikers in groep 2 voor OUTPUT 2

13 d) Configuratie van de uitgangsmodi (OUTPUT 1, OUTPUT 2) Locatie code Bevestigen 40 1 tot 999 # OUTPUT 1 in de huidige modus tussen 1 en 999 seconden 41 # OUTPUT 1 in START/STOP modus (omschakelen) 42 # OUTPUT 1 in START/STOP modus (omschakelen) met snelcode 50 1 tot 999 # OUTPUT 2 in de huidige modus tussen 1 en 999 seconden 51 # OUTPUT 2 in START/STOP modus (omschakelen) 52 # OUTPUT 2 in START/STOP modus (omschakelen) met snelcode e) Persoonlijke veiligheid Locatie code Bevestigen 70 # Als 10 keer opeenvolgend een onjuiste code wordt ingevoerd, dan blokkeert het codeslot gedurende 30 seconden. 71 # Als 10 keer opeenvolgend een onjuiste code wordt ingevoerd, dan wordt de dwanguitgang op massa geschakeld tot 10 # Vastgelegd kan worden: als 5 tot 10 keer opeenvolgend een onjuiste code wordt ingevoerd, dan blokkeert het codeslot gedurende 15 minuten. De blokkering kan op elk moment opgeheven worden door het invoeren van de mastercode # Alle tot dan toe uitgevoerde persoonlijke veiligheidsinstellingen worden verwijderd. f) Door-forced-open alarm Locatie code Bevestigen 80 1 # Door-forced-open alarm is geactiveerd 80 0 # Door-forced-open alarm is gedeactiveerd g) Instellen activeringssignaal uitgangen Locatie code Bevestigen 81 1 # Een seconde lang wordt een geluidssignaal gegeven om de persoon die een geldige gebruikerscode heeft ingevoerd of de dwangknop heeft ingedrukt, te laten weten dat hij of zij de deur kan openen # Als de invoer van de gebruikerscode geslaagd is, is tweemaal een pieptoon te horen.

14 h) modus gebruikerscode (automatisch of handmatig) Locatie code Bevestigen 82 1 # 82 0 # Modus voor automatische invoer is geactiveerd. De #-toets met daaropvolgend de gebruikerscode is bij code-invoer niet nodig. Let erop dat in de modus voor automatische invoer de gebruikerscode even lang moet zijn (= hetzelfde aantal posities moet hebben) als de mastercode. De code kan 4 tot 8 tekens lang zijn. Modus voor handmatige invoer is geactiveerd. De #-toets met daaropvolgend de gebruikerscode is bij code-invoer noodzakelijk. De code kan 4 tot 8 tekens lang zijn.. Let erop dat in single-usermodus de mastercode en de gebruikerscode altijd 4 getallen MOET hebben. Het maakt daarbij niet uit of voor de invoer van de gebruikerscode de automatische of de handmatige modus geactiveerd is. i) Geluidssignalen (toets-bevestigingstonen) Locatie code Bevestigen 83 1 # Bij het indrukken van de toetsen klinkt een geluidssignaal 83 0 # Geluidssignaal gedeactiveerd j)tijdsduur tot start van een door-propped-up alarm Locatie code Bevestigen 9 0 # Het door-propped-up alarm wordt niet gestart. 9 1 tot 999 # Als de deur langer dan 1 tot 999 seconden open blijft staan, dan wordt een door-propped-up alarm gestart. k) Verlaten van de programmeermodus * Druk op de *-knop om de programmeermodus te verlaten. 13. Vastleggen single- of multi-usermodus Het codeslot heeft twee gebruiksmodi, die door de eigenaar ingesteld kunnen worden. Het codeslot kan in de zogenaamde single-usermodus of in de zogenaamde multi-usermodus gebruikt worden. Het codeslot heeft bij levering de mastercode "0000" en staat in de single-usermodus. Als u het codeslot in de multi-usermodus wilt gebruiken, dan kan die ingesteld worden met de betreffende programmeercode, 8901 (zie hoofdstuk 12b: "Het systeem in single- of multi-usermodus zetten").

15 a) single-usermodus (programmeercode: 8900) De single-usermodus is geschikt voor eenvoudige gebruikers. In de single-usermodus kunnen de uitgangen met slechts één gebruikerscode aangestuurd worden. De gebruikerscode moet 4 posities hebben. Er zijn codecombinaties mogelijk. Gebruikerscodes kunnen rechtstreeks op de gebruikerscode-locaties 1 en 2 geprogrammeerd worden. Lees hierover hoofdstuk 12d: "Configuratie van de uitgangsmodi (OUTPUT 1, OUTPUT 2)". Deze modus is bij levering ingesteld op automatische invoer van de code (zie hoofdstuk 12h "modus gebruikerscode (automatisch of handmatig)"). De gebruiker hoeft daarom alleen maar de 4 getallen van de gebruikerscode in te voeren en de relais-uitgang wordt voor de vastgelegde tijdsduur geactiveerd. b) Multi-usermodus (programmeercode: 8901) In de multi-usermodus zijn maximaal 100 individuele gebruikerscodes toegestaan om OUTPUT 1 aan te sturen en maximaal 10 individuele gebruikerscodes voor de aansturing van OUTPUT 2. De gebruikerscode mag 4 tot 8 posities hebben. Er zijn meer dan 100 miljoen codecombinaties mogelijk. De gebruikerscode kan op handmatige of automatische code-invoer ingesteld worden (zie hoofdstuk 12h: "modus gebruikerscode (automatisch of handmatig)"). Deze modus is bij levering op handmatige code-invoer ingesteld. Let op: zodra het codeslot op automatische code-invoer wordt ingesteld, moeten de gebruikerscodes en de mastercode evenveel cijfers hebben. c) Overzicht fabrieksinstellingen Fabrieksinstelling 401 OUTPUT 1 in 1 seconde van de huidige modus 501 OUTPUT 2 in 1 seconde van de huidige modus 70 Als 10 keer een onjuiste code wordt ingevoerd, dan blokkeert het codeslot gedurende 30 seconden. 800 Door-forced-open alarm is gedeactiveerd 811 Bevestigingstoon voor het uitgangsrelais is geactiveerd. 820 Handmatige invoer van de gebruikerscode ** (voor de multi-usermodus) 821 Automatische invoer van de gebruikerscode ** (voor de single-usermodus) 831 Toetsgeluiden geactiveerd 90 Geen door-propped-up alarm ** De fabrieksinstellingen van de multi-usermodus en de single-usermodus zijn identiek (met uitzondering van de code-invoer). d) Begrenzing code-invoer in multi-usermodus na invoer van een dwangcode Het codeslot wordt geleverd met een dwangfunctie voor gebruikerscode 1 in single-usermodus en voor alle gebruikerscodes van groep 1 in de multi-usermodus. De dwangcode wordt automatisch door het systeem vastgelegd door het eerste cijfer van de gebruikerscode te nemen, "+2". Om te voorkomen dat andere gebruikerscodes met de dwangcode samenvallen is het eerste cijfer van de opgeslagen gebruikerscodes "+2" of "-2" bij de programmering niet toegestaan als code-invoer. Als deze codes worden ingevoerd, zal het systeem ze weigeren.

16 Een voorbeeld: als gebruikerscode is ingesteld, dan zijn de codes en niet toegestaan als gebruikerscodes. 14. Single-usermodus instellen Het codeslot kan in single-usermodus worden gezet door code 8900 in te toetsen. Controleer voordat u het codeslot in single-usermodus zet, of de mastercode 4 posities heeft. MASTERCODE * 8900 # Single-usermodus is ingeschakeld. Wacht na het indrukken van de #-toets 2-3 seconden totdat twee bevestigingstonen te horen zijn. Na het instellen van de single-usermodus start het codeslot automatisch opnieuw op. Daarbij worden de fabrieksinstellingen hersteld (met uitzondering van de mastercode; de persoonlijke mastercode blijft bestaan). 15. multi-usermodus instellen Het codeslot kan in multi-usermodus worden gezet door code 8901 in te toetsen. MASTERCODE * 8901 # De multi-usermodus is ingeschakeld. Wacht na het indrukken van de #-toets 2-3 seconden totdat twee bevestigingstonen te horen zijn. Na het instellen van de multi-usermodus start het codeslot automatisch opnieuw op. Daarbij worden de fabrieksinstellingen hersteld (met uitzondering van de mastercode; de persoonlijke mastercode blijft bestaan). 16. Programmeren en gebruiken van het codeslot (praktijkvoorbeelden) a) Programmeerstappen - De programmering wordt volledig op het frontpaneel van het codeslot uitgevoerd. De instellingen worden in een EPROM opgeslagen. Daardoor blijven de gegevens ook bij stroomuitval bewaard. Om met programmeren te kunnen beginnen, moet u de programmeermodus activeren. Voer eerst de mastercode in en druk dan op de *-toets. MASTERCODE * Nu het codeslot zich in programmeermodus bevindt kunnen stap voor stap de nodige instellingen gepleegd worden. Lees hierover hoofdstuk 12: "Programmeeropties (kort overzicht)". - Als u toevallig een verkeerde code geprogrammeerd hebt (bijvoorbeeld MASTERCODE 70 # in plaats van MASTERCODE 71 #), dan kunt u deze instelling overschrijven door opnieuw te programmeren.

17 - Als u alle instellingen geprogrammeerd heeft, kunt u de programmeermodus verlaten. Druk daarvoor op de *-toets. De gepleegde instellingen worden natuurlijk opgeslagen. b)programmeren in single-usermodus (voorbeeld) Overzicht voorbeeldinstellingen: - Single-usermodus - De bij levering ingestelde mastercode (0000) veranderen in een persoonlijke mastercode Gebruikerscode 1 instellen op Gebruikerscode 2 instellen op OUTPUT 1 instellen op 1 seconde, huidige modus - OUTPUT 2 in de start/stop modus zetten - Instellen dat het codeslot 15 minuten lang blokkeert, als 10 keer een onjuiste code wordt ingevoerd. Programmering: 0000 * Programmeermodus activeren met behulp van de bij levering ingestelde mastercode #. Het codeslot is nu in single-usermodus # 3289 is nu vastgelegd als nieuwe persoonlijke mastercode en superuser-code # 8321 is nu vastgelegd als gebruikerscode 1 met dwangfunctie voor OUTPUT # 6854 is nu vastgelegd als gebruikerscode 2 voor OUTPUT # Vastlegging huidige modus 1 seconde. 51 #. Voor OUTPUT 2 is nu de start/stop modus ingesteld # Als 10 keer een onjuiste code wordt ingevoerd, blokkeert het codeslot gedurende 15 minuten. * Programmeermodus verlaten. De instellingen worden opgeslagen. Mocht u tijdens het programmeren een verkeerd getal hebben ingevoerd, herstel dit dan door op de #-toets te drukken of wacht 10 seconden en probeer het dan opnieuw. Omgaan met het codeslot: In de volgende voorbeelden worden de hierboven geprogrammeerde gegevens gebruikt, samen met andere gegevens uit de fabrieksinstellingen. Uitgang aansturen: Voer de betreffende gebruikerscode in om een uitgang (OUTPUT 1 of OUTPUT 2) aan te sturen. De #-toets hoeft u daarbij niet te gebruiken OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd 6854 OUTPUT 2 wordt geactiveerd of gedeactiveerd

18 Uitgang aansturen met de mastercode: De persoonlijke mastercode is een superuser-code waarmee u de uitgangen kunt aansturen. Met deze feature kunnen eigenaren met een enkele code meerdere codesloten bedienen, als die dezelfde mastercode maar verschillende gebruikerscodes hebben. Voer de mastercode in en bevestig de invoer door op de #-toets te drukken en het nummer van de gewenste uitgang te kiezen: 1 of #1 OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd 3289 #2 OUTPUT 2 wordt geactiveerd of gedeactiveerd De dwangcode: De dwangcode hoeft u niet apart in te programmeren. De dwangcode wordt automatisch door het systeem vastgelegd door het eerste cijfer van de gebruikerscode te nemen, "+2". Voorbeeld: Als de gebruikerscode 1234 is, dan is de dwangcode 3234; of als de gebruikerscode 8321 is, dan is de dwangcode Om de dwangfunctie te gebruiken kunt u gewoon de dwangcode intoetsen De dwanguitgang wordt geactiveerd (de uitgang schakelt op massa (-)). Ook wordt OUTPUT 1 gedurende 1 seconde geactiveerd. De dwangcode heeft twee functies. Hij activeert gelijktijdig OUTPUT 1 en de dwanguitgang. De dwangcode kan alleen OUTPUT 1 activeren of deactiveren. De dwangcode kan de dwanguitgang niet deactiveren (reset). Alleen gebruikerscode 1 kan de dwangcode deactiveren (reset). De snelcode: De snelcode bestaat uit de eerste twee cijfers van de gebruikerscode. Als voor OUTPUT 1 de start/ stop-functie is ingesteld (via locatie 42), dan kan OUTPUT 1 ingeschakeld worden door alleen de eerste twee cijfers van de gebruikerscodes in te toetsen. Om OUTPUT 1 te deactiveren moet u echter altijd de volledige gebruikerscode 1 invoeren. 83 #. OUTPUT 1 geactiveerd 8321 #. OUTPUT 1 gedeactiveerd Opheffen blokkering codeslot: Probeer meerdere onjuiste codes in te voeren, zodat het codeslot blokkeert. Het codeslot controleert de 4-cijferige codes die worden ingevoerd en laat 5 pieptonen horen om akoestisch aan te geven, dat de invoer onjuist is. Als de code 10 keer onjuist is ingevoerd, blokkeert het codeslot gedurende 15 minuten. Na 15 minuten wordt de blokkering automatisch opgeheven. Maar de blokkering kan ook door het invoeren van de mastercode opgeheven worden.

19 3289 #. De blokkering van het codeslot is opgeheven. c) Programmeren in multi-usermodus (voorbeeld) Overzicht van voorbeeldinstellingen: - multi-usermodus - De bij levering ingestelde mastercode (0000) veranderen in een persoonlijke mastercode Gebruikerscode 1 in groep 1 instellen op Gebruikerscode 2 in groep 1 instellen op Gebruikerscode 3 in groep 1 instellen op Gebruikerscode 1 in groep 2 instellen op Gebruikerscode 2 in groep 2 instellen op OUTPUT 1 instellen op 1 seconde, huidige modus - OUTPUT 2 in de start/stop modus zetten - Instellen dat het codeslot 15 minuten lang blokkeert, als 10 keer een onjuiste code wordt ingevoerd. Programmering: 0000 * Programmeermodus activeren met behulp van de bij levering ingestelde mastercode #. Het codeslot is nu in de multi-usermodus # 3289 is nu vastgelegd als nieuwe persoonlijke mastercode en superuser-code # 8321 is nu vastgelegd als gebruikerscode 1 in groep 1, met dwangfunctie # is nu vastgelegd als gebruikerscode 2 in groep 1, met dwangfunctie # is nu vastgelegd als gebruikerscode 3 in groep 1, met dwangfunctie # 6854 is nu vastgelegd als gebruikerscode 1 in groep # is nu vastgelegd als gebruikerscode 2 in groep # OUTPUT 1 is op 1 seconde ingesteld, huidige modus 51 #. Voor OUTPUT 2 is nu de start/stop modus ingesteld # Als 10 keer een onjuiste code wordt ingevoerd, blokkeert het codeslot gedurende 15 minuten. + Programmeermodus verlaten. De invoer wordt opgeslagen. Mocht u tijdens het programmeren een verkeerd getal hebben ingevoerd, herstel dit dan door op de #-toets te drukken of wacht 10 seconden en probeer het dan opnieuw. Omgaan met het codeslot: In de volgende voorbeelden worden de hierboven geprogrammeerde gegevens gebruikt, samen met andere gegevens uit de fabrieksinstellingen.

20 Uitgang 1 aansturen: Voer een geldige gebruikerscode uit groep 1 in om uitgang 1 (OUTPUT 1) aan te sturen #. OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd #. OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd #. OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd Uitgang 2 aansturen: Voer een geldige gebruikerscode uit groep 2 in om uitgang 2 (OUTPUT 2) aan te sturen #. OUTPUT 2 wordt geactiveerd/gedeactiveerd #. OUTPUT 2 wordt geactiveerd/gedeactiveerd Uitgang aansturen met de mastercode: De persoonlijke mastercode is een superuser-code waarmee u de uitgangen kunt aansturen. Met deze feature kunnen eigenaren met een enkele code meerdere codesloten bedienen, als die dezelfde mastercode maar verschillende gebruikerscodes hebben. Voer de mastercode in en bevestig de invoer door op de #-toets te drukken en het nummer van de gewenste uitgang te kiezen: 1 of #1 OUTPUT 1 wordt gedurende 1 seconde geactiveerd 3289 #2 OUTPUT 2 wordt geactiveerd of gedeactiveerd De dwangcode: De dwangcode hoeft u niet apart in te programmeren. De dwangcode wordt automatisch door het systeem vastgelegd door het eerste cijfer van de gebruikerscode uit groep 1 te nemen, "+2". Alle gebruikerscodes hebben de dwangfunctionaliteit. Voorbeeld: Als in groep 1 de gebruikerscode 8321 is, dan is de bijbehorende dwangcode Als in groep 1 de gebruikerscode is, dan is de bijbehorende dwangcode Als de gebruikerscode is, dan is de bijbehorende dwangcode Om de dwangfunctie te gebruiken kunt u gewoon de dwangcode intoetsen # # #. De dwanguitgang wordt geactiveerd (de uitgang schakelt op massa (-)). Ook wordt OUTPUT 1 gedurende 1 seconde geactiveerd. De dwanguitgang wordt geactiveerd (de uitgang schakelt op massa (-)). Ook wordt OUTPUT 1 gedurende 1 seconde geactiveerd. De dwanguitgang wordt geactiveerd (de uitgang schakelt op massa (-)). Ook wordt OUTPUT 1 gedurende 1 seconde geactiveerd.

21 De dwangcode heeft twee functies. Hij activeert gelijktijdig OUTPUT 1 en de dwanguitgang. De dwangcode kan alleen OUTPUT 1 activeren of deactiveren. De dwangcode kan de dwanguitgang niet deactiveren (reset). Alleen de gebruikerscodes uit groep 1 kunnen de dwangcode deactiveren (reset). De snelcode: De snelcode bestaat uit de eerste twee cijfers van de gebruikerscodes. Als voor OUTPUT 1 de start/stop-functie is ingesteld (programmeeroptie 42 voor gebruikerscodes in groep 1 en programmeeroptie 52 voor gebruikerscodes in groep 2), dan kan OUTPUT 1 ingeschakeld worden door alleen de eerste twee cijfers van de gebruikerscodes in te toetsen. Om OUTPUT 1 te deactiveren moet u echter altijd de volledige gebruikerscode van groep 1 invoeren. Voorbeeld: OUTPUT 1 is in start-stop modus met snelcode ingesteld (programmeeroptie 42) en de volledige code van de eerste gebruikerscode in groep 1 is: De snelcode hierbij is dan 83. Als in groep 1 de volledige code van de eerste gebruikerscode is, dan is de snelcode #. OUTPUT 1 geactiveerd 8321 #. OUTPUT 1 gedeactiveerd 11 #. OUTPUT 1 geactiveerd #. OUTPUT 1 gedeactiveerd Opheffen blokkering codeslot: Probeer meerdere onjuiste codes in te voeren, zodat het codeslot blokkeert. Het codeslot controleert de 4-cijferige codes die worden ingevoerd en laat 5 pieptonen horen om akoestisch aan te geven, dat de invoer onjuist is. Als de code 10 keer onjuist is ingevoerd, blokkeert het codeslot gedurende 15 minuten. Na 15 minuten wordt de blokkering automatisch opgeheven. Maar de blokkering kan ook door het invoeren van de mastercode opgeheven worden #. De blokkering van het codeslot is opgeheven. Gebruiker verwijderen (alleen in multi-usermodus) Het verwijderen van een gebruiker gaat als volgt: - Zet het codeslot in programmeermodus door de mastercode in te voeren en op de *-knop te drukken ter bevestiging: 3289 * - Voer het gebruikersnummer in (00-99 voor OUTPUT 1; 0-9 voor OUTPUT 2) en druk vervolgens op de #-toets om de gebruiker te wissen. Als gebruiker 5 uit groep 1 gewist moet worden, doe dit dan als volgt: 1 05 # Als gebruiker 3 uit groep 2 verwijderd moet worden, voer dan het volgende in: 2 3 # - Verlaat de programmeermodus door op de toets * te drukken.

22 17. Onderhoud en reiniging Het codeslot bevat geen onderdelen die onderhoud nodig hebben. Voor het schoonmaken van de buitenkant van de behuizing is het gebruik van een schone, droge en zachte doek voldoende. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen. 18. Afvoer Elektrische en elektronische producten mogen niet bij het huisvuil. Voer het product aan het einde van de levensduur af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. 19. Technische gegevens Voedingsspanning: Maximale stroomopname: 12 tot 24 V AC/DC 40 ma Gebruikersmodi: - single-usermodus (automatische of handmatige invoer van de code) - multi-usermodus gebruikerscodes voor OUTPUT 1 (gebruikernummer 00-99) automatische of handmatige invoer van de code. Combinaties voor gebruikerscodes: - single-usermodus multi-usermodus gebruikerscodes voor OUTPUT 2 (gebruikernummer 0-9) automatische of handmatige invoer van de code. Ingangen: - Egress-ingang (EG IN); normally open, die op massa wordt geschakeld - Ingang voor de deurpositie-sensor (DOOR SENS); normally open, die op massa wordt geschakeld - Relais 1-stop-gestuurd (O/P 1 INHIB); normally open, die op massa wordt geschakeld Relais-uitgangen: OUTPUT 1: N.O. (normally open) en N.C. (normally closed) contacten, max. 5 A / 30 V/DC OUTPUT 2: NPN open collector, max. 100 ma / 24 V/DC Sabotagecontact: N.C.-contact, max. 50 ma Dwang- en interlockuitgang: NPN open collector; wordt op massa geschakeld bij activering, max. 100 ma / 24 V/DC Auto-refreshtijd bij invoer van de code: Maximale invoertijd voor een cijfer: 10 seconden Maximale invoertijd voor de code: 30 seconden

23 Bedrijfstemperatuur: -30 C tot +70 C Afmetingen: Frontpaneel: ca. 120 x 80 x 15 mm (h x b x d) Geheel: ca 120 x 80 x 50 mm (h x b x d) Achterzijde box: ca. 65,5 x 43 x 31 mm (h x b x d) Inbouwdiepte: ca. 31 mm Gewicht: ca. 300 gram 20. Toepassingsvoorbeelden: a) Standaard aansluiting van een enkel codeslot Informatie: Sluit diode 1N4004 zo dichtbij mogelijk parallel aan het deurslot aan om elektromagnetische storingen en daardoor beschadiging van het codeslot te voorkomen. Diode 1N4004 is bij wisselspanning (AC) niet nodig. Zorg steeds voor aarding van de aansluitklem (-), om elektrostatische ontladingen te voorkomen. Als aan de aansluitklem DOOR SENS geen deursensor aangesloten wordt, dan moet deze aansluitklem altijd met de aansluitklem (-) gebrugd worden.

24 b) Standaard aansluiting van een enkel codeslot met controle op blokkeringsautorisatie Gebruik OUTPUT 2 als autorisatiecontrole. De eigenaar kan gebruikerscode 2 invoeren het gebruik van de deuropener te blokkeren. Bijvoorbeeld 's-nachts of in het weekeinde, zodat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen. Zet OUTPUT 2 in start-stop modus (programmeeroptie 51) voor de AAN-UIT controle. Verbind de aansluitklem "OUTPUT 1 INHIBIT" (O/P 1 INHIB) met OUTPUT 2 zoals op het aansluitdiagram wordt getoond. Gebruikerscode 1 is ongeldig zolang "O/P 1 INHIB" op massa wordt afgeleid door gebruikerscode 2.

25 c) Standaard aansluiting van een INTERLOCK-systeem met toepassing van 2 codesloten

26 Voor een INTERLOCK-deursysteem zijn twee codesloten nodig. In het getoonde voorbeeld worden twee codesloten gebruikt met eenvoudige gekruiste bekabeling aan de "OUTPUT 1 INHIBIT" en "INTER-LOCK CONTROL OUTPUT"-aansluitklemmen. Om de logische functie van INTERLOCK te waarborgen, moeten de beide (-)-klemmen van beide codesloten (zoals getoond) gebrugd worden. - Gebruik het codeslot om de deur van buitenaf te openen. - Gebruik de dwangknop om de deur van binnenuit te openen. - Sluit de deur-magneetsensoren aan om de positie van de deur te bepalen. - Zolang deur 1 open is, wordt deur 2 gesloten gehouden. Of andersom. - Gebruik de N.O. relaisuitgang voor een fail-secure slot en de N.C.-uitgang voor een fail-safe slot.