MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN"

Transcriptie

1 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N [C 2002/11199] 14 MEI Koninklijk besluit betreffende de vervoersvergunning voor gasachtige producten en andere door middel van leidingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij de wet van 29 april 1999, op de artikelen 7 en 9, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999, op artikel 16, eerste lid, 2 en 4, en op artikel 18, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 29 april 1999; Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten, inzonderheid op de artikelen 26, 3, en 33; Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende het toekennen van toelatingen voor gasvervoer door middel van leidingen; Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar nut voor het oprichten van gasvervoerinstallaties; Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende de algemene voorschriften voor gasvervoervergunningen; Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende het toekennen van vergunningen voor gasvervoer door middel van leidingen; Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 tot wijziging van de ligging of het tracé van een gasvervoerinstallatie ter uitvoering van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen; Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 1991 betreffende de verlenging van een vergunning of van een toelating voor vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen; Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas gegeven op 5 september 2000; Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2001; Gelet op het besluit van de Ministerraad van 21 november 2001, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

2 25370 Gelet op het advies van de Raad van State, nr /1, gegeven op 14 februari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. Definities Artikel 1. De termen bepaald in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, hebben dezelfde betekenis voor de toepassing van dit besluit. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 «wet van 12 april 1965» : de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen; 2 «wet van 29 april 1999» : de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten; 3 «werkdagen» : elke kalenderdag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen; 4 «Bestuur Energie» : Bestuur Energie van het federale Ministerie van Economische Zaken; 5 «Bestuur Kwaliteit en Veiligheid» : Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het federale Ministerie van Economische Zaken. HOOFDSTUK II. Criteria voor de toekenning van de vervoervergunningen Art De, in artikel 4 van de wet van 12 april 1965 bedoelde, criteria voor de toekenning van de individuele vergunningen voor een nieuwe installatie die geïntegreerd wordt in een bestaand net of die als een directe leiding wordt aangelegd, zijn de volgende : 1 desgevallend, beschikking over voldoende middelen om de naleving te verzekeren van de openbare dienstverplichtingen ten gunste van afnemers van aardgas die geen in aanmerking komende afnemers zijn; 2 aanwezigheid bij de aanvrager of in de schoot van de instantie die gelast is met de exploitatie, van een aangepaste functionele en financiële structuur die de mogelijkheid biedt preventieve maatregelen te plannen, toe te passen en te financieren, ten einde de bedrijfszekerheid en de veiligheid van de installatie en van zijn uitbating te verzekeren en eveneens, desgevallend, te zorgen voor een buitendienststelling, vrijwillig of niet, waarbij de veiligheid en het milieu zo goed mogelijk worden gewaarborgd; 3 indien de aanvraag uitgaat van een onderneming : a) oprichting ervan overeenkomstig de Belgische wetgeving, de wetgeving van een andere Lidstaat van de Gemeenschappen of van een Staat ten aanzien waarvan verbintenissen zijn aangegaan die gelijkaardig zijn met die welke voortvloeien uit de Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas; b) beschikking over een administratieve zetel, een hoofdvestiging of een maatschappelijke zetel binnen een Lidstaat van de Gemeenschappen of van een Staat ten aanzien waarvan verbintenissen zijn aangegaan die gelijkaardig zijn met die welke voortvloeien uit de Richtlijn 98/30/EG, op voorwaarde dat de activiteit van deze vestiging of maatschappelijke zetel een effectief en bestendig verband heeft met de economie van een van deze Lidstaten;

3 4 technische bekwaamheden van de aanvrager of van de onderneming die met de oprichting of de exploitatie van de installatie zal belast worden; om deze technische bekwaamheden te beoordelen, wordt rekening gehouden met de volgende elementen : a) de vermelding van voorgaande realisaties of uitbatingen in hetzelfde domein; b) het effectief en in voldoende mate aanwezig zijn van het personeel van de onderneming in België, dat moet instaan voor de exploitatie en dat het bewijs geleverd heeft van ervaring in een vervoeronderneming; c) de technische middelen voorzien voor de exploitatie in België van de installatie waarop de aanvraag betrekking heeft; 5 beschikking over een voldoende financiële en economische capaciteit; om de financiële en economische capaciteit van de aanvrager, of van de onderneming die effectief zal belast worden met de exploitatie, te beoordelen, bezorgt de aanvrager voor de drie laatste jaren : a) de balansen en resultaatrekeningen; b) de omvang van de eigen middelen; c) het globaal omzetcijfer; De verstrekte documenten worden voor echt verklaard door een Belgische bedrijfsrevisor of een persoon met evenwaardige hoedanigheid volgens de wetgeving van de Staat waarvan de aanvrager afhangt; 6 bewijs van het bestaan van voldoende risicodekking op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de installatie, op basis van de algemeen door de verzekeringsmaatschappijen aanvaarde criteria, 2. De voorwaarden bedoeld bij 1, 2 tot 6 worden geacht vervuld te zijn voor alle aanvragen, ingediend in de loop van een periode van twee opeenvolgende kalenderjaren, indien de bewijzen voor de naleving van deze voorwaarden worden verstrekt voor de eerste aanvraag, ingediend in de loop van deze periode. 3. Indien de aanvrager wegens een grondige reden niet in staat is de gevraagde documenten bedoeld in 5 van 1 voor te leggen, is hij gemachtigd zijn financiële capaciteit te bewijzen met ieder ander passend document. 4. De naleving van de criteria bedoeld bij 6 van 1 wordt bewezen door voorlegging van een getuigschrift afgeleverd door de bevoegde overheid van de Staat waarvan de aanvrager afhangt. Wanneer de bevoegde overheid nalaat het gevraagde getuigschrift af te leveren binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag ingediend via aangetekende zending met ontvangstbewijs, mag het getuigschrift vervangen worden door een verklaring onder eed die betrokkene aflegt voor een gerechtelijke of administratieve overheid, een notaris of een gekwalificeerd beroepsorganisme van het land waarvan de aanvrager afhangt. HOOFDSTUK III. Procedure voor de toekenning van de vervoervergunningen Art. 3. De vervoervergunning wordt aangevraagd door een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die gevestigd is in een van de Lidstaten van de Europese Unie. Art. 4. De aanvraag om vervoervergunning wordt gericht tot de minister, ofwel per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs. De aanvraag moet worden gedateerd en ondertekend door de aanvrager of door zijn gemachtigde. Alle stukken die de aanvraag vergezellen bevinden zich op papier van formaat A4 van de norm NBN 18, d.w.z. 210 x 297 mm of zijn volgens dit formaat geplooid. De minister kan toestemming verlenen om de aanvraag en de bijbehorende stukken op elektronische wijze in te dienen, alsook om deze documenten te ondertekenen met een elektronische handtekening. De minister kan tevens toelaten om bepaalde documenten uitsluitend op elektronische wijze bij te houden. De minister kan de toepassing van deze regels uitbreiden tot alle documenten die in het kader van de wet van 12 april 1965 vereist worden.

4 25372 Art. 5. De vergunningsaanvraag vermeldt de identiteit van de aanvrager, zijn volledig adres, het onderwerp, het doel en de duur waarvoor de vergunning wordt aangevraagd en verwijst naar de nodige bewijzen voor de naleving van de in artikel 2, 1, bepaalde toekenningscriteria, onverminderd het bepaalde in artikel 2, 2 en 3. Art. 6. De aanvraag is vergezeld van een algemeen situatieplan en van één of meer omstandig beschreven situatieplans, opgemaakt volgens stafkaart op de schaal van ten minste 1/25.000, zodat de op het plan aangebrachte inlichtingen klaar en duidelijk leesbaar zijn. Verkleiningen zijn toegelaten, voorzover de leesbaarheid het toelaat. De bovenste helft van de voorzijde van de geplooide plans dient blanco te zijn, en op de onderste helft ervan dient het nummer van het plan, de naam of firmanaam van de aanvrager, de benaming van de vervoerinstallatie, de aard van het vervoerde product, de maximale toelaatbare bedrijfsdruk en de nominale diameter van de leiding vermeld te worden. Op elk plan of in bijlage ervan moeten inzonderheid en duidelijk vermeld worden : 1 het tracé van de leidingen, met duidelijke vermelding van het begin- en eindpunt, en de aanduiding van de nodige innemingen voor de andere vervoerinstallaties, inzonderheid van de opslagmiddelen, gebouwen, machines, bouwwerken, toestellen, schraapkolf-, afsluiter-, compressie-, drukreduceer-, meet-, odorisatie- en menginstallaties. Oppervlakte-innemingen dienen vermeld te worden; 2 de aansluitingen op andere vervoerinstallaties met de referenties van deze laatsten; 3 de naam of het nummer van de gekruiste kanalen, stromen, rivieren, spoorwegen, autosnelwegen of wegen van groot verkeer; 4 de grenzen van het Rijk, de naam en de grenzen van de provincies en van de gemeenten; 5 de kruising of het evenwijdig lopen der ontworpen leidingen met alle ondergrondse werken, waarvan de aanvrager na onderzoek kennis heeft en die bij het tracé betrokken zijn. In geval van evenwijdigheid worden de ondergrondse werken vermeld, wanneer zij zich op minder dan twee meter van de ontworpen leidingen bevinden. 6 de wegens brand- of ontploffingsgevaar geclassificeerde inrichtingen die zich in de onmiddellijke omgeving van de vervoerinstallaties bevinden. 7 De aanduiding van de voorgenomen bevoorradings- en leveringsplaatsen. 8 een tabel met de gebruikte conventionele tekens wordt ofwel rechtstreeks op het plan aangebracht, ofwel op een afzonderlijk blad in bijlage gevoegd. Dwarse doorsneden die de ligging van de ontworpen vervoerinstallaties aangeven ten opzichte van de voetpaden, de naburige gebouwen, de ondergrondse werken, kanalen, stromen, rivieren, spoorwegen, gekruiste autosnelwegen of wegen kunnen ter verduidelijking meegedeeld worden aan de respectievelijke bevoegde overheden van al deze inrichtingen. Art. 7. De aanvraag is vergezeld van een beschrijvend overzicht met de volgende inlichtingen : 1 identiteit van de aanvrager; 2 alle inlichtingen betreffende de hoedanigheid en de aard van het vervoerde product;

5 3 bestemming van het vervoerde gas, overeenkomstig artikel 2, van de wet van 12 april 1965; 4 technische inlichtingen betreffende de installatie namelijk: de lengte van de leidingen, de aard van het gebruikte materiaal, de ontwerpdruk, de hoogst toelaatbare bedrijfsdruk, de nominale diameter, de nominale buitendiameter, de nominale wanddikte, de aard van de voegen en van de beschermingsbekleding van de leidingen; 5 een beknopte beschrijving van de installatie vanaf haar beginpunt tot haar eindpunt, met onder andere de vermelding van de schraapkolfstations, de afsluiters, de samendruk-, drukreduceer-, meet-, odorisatie- en mengposten en belangrijke kunstwerken die er deel van uitmaken of waarvan gebruik gemaakt wordt, zoals bruggen, hangbruggen, zinkers, tunnels, de gebeurlijke aftakkingen en aansluitingen; 6 alle andere inlichtingen die nodig zijn om na te gaan of de installatie zal voldoen aan het koninklijk besluit van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen; 7 een lijst van vervoervergunningen voor de installaties waarop de ontworpen installaties, die het voorwerp van de aanvraag uitmaken, moeten aangesloten worden. Art. 8. Ter aanvulling is de aanvraag vergezeld van : 1 de adressen, op papier en op etiket, van : a) de betrokken besturen en diensten; b) de beheerders van het openbaar domein op het grondgebied waarvan de vervoersinstallaties waarvoor de vergunning wordt gevraagd, zijn gelegen; c) de beheerders van andere gasvervoerinstallaties en ondergrondse bouwwerken van openbaar nut betrokken bij het tracé; d) de gemeente- en provinciebesturen op wier grondgebied deze installaties gelegen zijn; e) de betrokken diensten bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu. 2 alle andere gegevens welke het opstellen van de vervoervergunning mogelijk maken. 3 het bewijs van betaling van de in hoofdstuk VI bedoelde vergoeding voor het onderzoek. Art. 9. Het aantal exemplaren waarin de stukken van de aanvraag moeten ingediend worden stemt overeen met het totaal aantal adressen zoals vermeld wordt in artikel 8, 1, vermeerderd met één exemplaar voor het Bestuur Energie en één exemplaar voor het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid en één exemplaar voor de Commissie wanneer de aanvraag tot haar bevoegdheid behoort. De minister, of zijn afgevaardigde, mag naar goedvinden bijkomende afschriften van alle of sommige stukken eisen. De bijkomende afschriften moeten door de aanvrager worden bezorgd binnen tien werkdagen. Alle stukken worden door de aanvrager en op zijn kosten bezorgd. Art Binnen de tien werkdagen, die volgen op de datum vermeld op het ontvangstbewijs, brengt de minister, of zijn afgevaardigde, de aanvrager op de hoogte van de volledigheid of onvolledigheid van de aanvraag. Zonder bericht wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. De aanvrager beschikt over een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangstdatum van de brief van de minister, of zijn afgevaardigde, die hem inlicht over de onvolledigheid van zijn aanvraag om de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen te leveren. Deze bijkomende gegevens worden gericht tot de minister, ofwel per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs, overeenkomstig dezelfde voorwaarden die geldig zijn voor de initiële aanvraag en die vermeld worden in artikel 4.

6 25374 Binnen de tien werkdagen, die volgen op de datum vermeld op het ontvangstbewijs van de bijkomende gegevens, brengt de minister, of zijn afgevaardigde, de aanvrager op de hoogte van de volledigheid of onvolledigheid van de aanvraag. Zonder bericht wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. Indien de aanvraag nogmaals onvolledig blijkt de zijn, beschikt de aanvrager over een laatste termijn van tien werkdagen om alsnog de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen te leveren. Indien de aanvrager na afloop van de in vorige twee leden bepaalde termijn in gebreke blijft de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen over te maken, moet een nieuwe aanvraag ingediend worden. Nadat de aanvraag conform de bepalingen van dit artikel volledig werd verklaard of geacht werd volledig te zijn, en vooraleer de minister beslist over de aanvraag, kunnen nog gewijzigde of aanvullende plannen of andere documenten worden ingediend door de aanvrager. In voorkomend geval, beslist de minister of zijn afgevaardigde of deze plannen of documenten opnieuw voorgelegd worden aan de overheden en instanties vermeld in artikel 8 en of de beslissingstermijn van zes maand dient te worden verlengd overeenkomstig artikel Binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de verzending van de volledigheidsverklaring of vanaf de dag waarop de aanvraag geacht wordt volledig te zijn, bezorgt de minister, of zijn afgevaardigde, de plans en stukken aan ieder die vermeld wordt in artikel 8 en aan de Commissie wanneer de aanvraag tot haar bevoegdheid behoort. De vermelde overheden en diensten delen hun adviezen en aanbevelingen in tweevoud mee binnen de zestig dagen na de ontvangst van de stukken. Zij kunnen steeds laten weten hoeveel bijkomende exemplaren zij nodig hebben. In dringende gevallen mag de termijn van zestig dagen, welke in voorgaand lid voorzien is, door de minister, of zijn afgevaardigde, tot minimum veertien dagen teruggebracht worden. Deze beslissing wordt betekend aan de betrokken overheden en diensten en aan de aanvrager. 3. Elk advies of elke aanbeveling wordt door de minister of zijn afgevaardigde aan de aanvrager meegedeeld. Indien de aangeschreven overheden en diensten hun adviezen en aanbevelingen niet binnen de vastgestelde termijn overmaken aan het Bestuur Energie, dan worden zij als positief beschouwd. Indien er negatieve adviezen of aanbevelingen zijn, stelt de minister, of zijn afgevaardigde, indien hij dit nodig acht, zo spoedig mogelijk de data van de te houden vergaderingen van de afgevaardigden der betrokken overheden en diensten en dit gebeurlijk ter plaatse, vast. Bovendien worden de aanvrager en de betrokken houder(s) van een vervoervergunning verzocht op deze vergaderingen aanwezig te zijn. Deze vergaderingen worden voorgezeten door een door de minister, aangeduide ambtenaar. Zij hebben tot doel de verschillende belangen overeen te brengen en sommige op te leggen bijzondere voorwaarden voor de bouw en exploitatie van de vervoersinstallatie gebeurlijk voor te stellen. Op die vergaderingen zelf worden beknopte notulen opgemaakt, welke door de aanwezige personen worden ondertekend. De notulen worden bij het dossier van de vergunningsaanvraag gevoegd. Binnen tien werkdagen wordt een afschrift ervan gezonden aan elkeen van de opgeroepen diensten, overheden en personen. Deze bestemmelingen beschikken over een termijn van tien werkdagen vanaf de verzendingsdatum, om hun gebeurlijke bemerkingen betreffende de in de notulen opgenomen besluiten mee te delen. Art. 11. Na het afsluiten van de termijnen zoals bedoeld in het voorgaand artikel, en voor zover de termijn niet verlengd is zoals bedoeld in artikel 12, wordt de aanvrager op de hoogte gebracht van het einde van het onderzoek, en heeft hij tien werkdagen de tijd om alsnog enige opmerkingen te leveren over de verstrekte adviezen en aanbevelingen bedoeld in artikel 10, alvorens het ontwerp van besluit voor de vervoervergunning ter ondertekening wordt voorgelegd aan de minister.

7 Art. 12. De minister beslist binnen de zes maand, te rekenen vanaf de verzending van de volledigheidsverklaring of vanaf de dag waarop de aanvraag geacht wordt volledig te zijn. Indien de aanvraag een omvangrijk project betreft of indien er vergaderingen moeten gehouden worden die volgen op een negatief advies zoals bepaald in artikel 10 mag de minister, of zijn afgevaardigde, de totale termijn verlengen met maximum twee maanden. Deze beslissing moet worden gemotiveerd en binnen de vijf werkdagen aan de aanvrager worden betekend. Art. 13. De vergunning wordt verleend voor een duur van ten hoogste vijftig jaar. De duur van de vergunning kan worden beperkt, onder meer in functie van de aard van het te vervoeren product en de hieraan verbonden bijzondere gevaren. Art. 14. Een voor eensluidend verklaard afschrift van het ministerieel besluit houdende uitspraak over de vergunningsaanvraag wordt de aanvrager binnen tien werkdagen overgemaakt. Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan de in artikel 8, 1, bedoelde diensten, besturen en ondernemingen en aan de Commissie wanneer de aanvraag tot haar bevoegdheid behoort. Art. 15. De vergunning laat toe de gasvervoerinstallaties op te richten en uit te baten volgens het tracé en de innemingen, welke op de kaart die gehecht is aan de vergunningsakte voorkomen, en volgens de voorschriften die vermeld worden in de vergunningsakte. HOOFDSTUK IV. Algemene verplichtingen van de houder van een vervoervergunning en voorwaarden voor de toekenning en het behoud van een vervoervergunning Afdeling I. Algemene verplichtingen van de houder van een vervoervergunning Art. 16. De vergunninghouder mag, onder voorbehoud van de rechten van derden, gebruik maken van de installaties waarop de vergunning betrekking heeft om gas te vervoeren naar de afnemers, met inachtneming evenwel van de voorschriften die dienaangaande in de wet van 12 april 1965, en in de besluiten ter uitvoering ervan, zijn bepaald. Art. 17. De vergunninghouder dient te allen tijde de toekenningsvoorwaarden van hoofdstuk II alsook de in de vervoervergunning opgelegde voorwaarden na te leven, behoudens in de gevallen voorzien in de artikelen 63, 64 en 65. Op eerste verzoek van de minister of zijn afgevaardigde dient de vergunninghouder te kunnen aantonen dat aan voormelde voorwaarden is voldaan. Art. 18. De vervoeronderneming baat uit, onderhoudt en ontwikkelt zijn vervoerinstallaties op een zekere, betrouwbare en doeltreffende manier. Afdeling II. Voorwaarden voor de toekenning en het behoud van een vervoervergunning Art. 19. De houder van een vervoersvergunning is gehouden jaarlijks aan de minister of zijn afgevaardigde de noodzakelijke administratieve gegevens over te maken om België toe te laten te voldoen aan haar verplichtingen inzake informatiemededeling aan de Europese Commissie ingevolge de richtlijnen betreffende de organisatie en werking van de gas- en elektriciteitsmarkten. Art. 20. De vergunninghouder moet de voor het gasvervoer nodige installaties oprichten volgens het werkschema waarbij de aanvang van de werken moet plaatsvinden binnen een termijn van twee jaar nadat de vergunning werd afgeleverd. De minister kan deze termijn eenmalig verlengen met twee jaar. Onverminderd de toepassing van artikel 10, lid 3, van de wet van 12 april 1965, en onverminderd de bij de wetten en reglementen, inzonderheid de bij de uitvoeringsbesluiten van de wet van 12 april 1965 opgelegde toestemmingen en adviezen, moet de vergunninghouder vooraleer tot de bouw-, de aanpassings- of de herstellingswerken van een vervoerinstallatie over te gaan, de Besturen Energie en Kwaliteit en Veiligheid, de Commissie, wanneer de vervoersinstallatie tot haar bevoegdheid behoort, en iedere belanghebbende die vermeld wordt in artikel 8, 1, b) en c) ten minste tien werkdagen van tevoren daarvan op de hoogte stellen, behoudens als zich een ongeval of ernstige moeilijkheid voordoet waardoor een onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. In dit geval volstaat een telefonische verwittiging aan de hiervoor vermelde besturen en belanghebbenden.

8 25376 De werken worden zodanig uitgevoerd dat zij de schade aan of de hinder voor de omgeving tot een minimum beperken. Binnen zes maanden na de voltooiing der werken worden de met de uitvoering der installaties overeenkomstige definitieve situatieplannen opgemaakt. Op verzoek bezorgt de vergunninghouder deze plannen aan de hiervoor vermelde besturen en belanghebbenden. Het voorgaande geldt eveneens voor de op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit reeds afgeleverde vervoervergunningen Art. 21. De onderhouds- en vernieuwingswerken die nodig zijn voor de werking en het onderhoud in goede staat van de installaties en voor het naleven van de desbetreffende wets- en verordeningsbepalingen, vallen ten laste van de vergunninghouder. Onverminderd de toepassing van artikel 13 van de wet van 12 april 1965, moet de vergunninghouder in ieder geval tot aan de eindoplevering van de wegenwerken, de kosten dragen voor het herstellen en het onderhouden van de openbare wegen en de waterwegen in de mate dat deze door hem tijdens de uitvoering van de werken voor oprichting en exploitatie van gasvervoerinstallaties, werden beschadigd. Bij ontstentenis van andersluidend akkoord met de beheerders van de openbare wegen en waterwegen, wordt binnen tien werkdagen na datum van het ter post aangetekend schriftelijk opleveringsverzoek van de vergunninghouder tot de voorlopige oplevering van voormelde werken overgegaan of wordt proces-verbaal van geweigerde afschouwing opgemaakt. Na verloop van een jaar, ingaand de dag van de voorlopige oplevering, en na een aangetekend schriftelijk verzoek, wordt overgegaan tot de eindoplevering der werken of proces-verbaal van geweigerde afschouw opgemaakt. Dit moet binnen een termijn van tien werkdagen gebeuren te rekenen vanaf de ontvangst van het schriftelijk verzoek. Indien een proces-verbaal van geweigerde afschouw werd opgemaakt moet de vergunninghouder de eigenaar van de openbare wegen of waterwegen nadien, bij ter post aangetekend schrijven, kennis geven van de eindafwerking en binnen tien werkdagen na de ontvangst van deze inlichting wordt tot de oplevering van bewuste werken overgegaan. Art. 22. Voorlopige maatregelen kunnen op kosten van de vergunninghouder opgelegd of genomen worden : 1 door de overheid, onder wie de gebruikte weg ressorteert, wanneer de openbare veiligheid in het gedrang komt; 2 door de minister, wanneer de vergunninghouder zijn plichten niet nakomt. Art. 23. De minister duidt de vervoervergunningen aan, waarvoor de vergunninghouder periodieke activiteitsverslagen over de naleving van onderhavige algemene verplichtingen en van de vergunningsakte moet opmaken. Hij bepaalt tevens de termijn binnen dewelke deze verslagen hem moeten worden medegedeeld. Art. 24. Bijkomende bedingen die aan elk geval afzonderlijk zijn aangepast, kunnen in de vergunningsakte ingelast worden. HOOFDSTUK V. Wijziging, herziening, schorsing, intrekking of opheffing van de vervoervergunning Afdeling I. Wijziging van vergunde installaties A. Wijzigingen waarvoor een bijvoegsel aan de lopende vervoervergunning vereist is. Art. 25. Wanneer de vergunde vervoersinstallatie wordt gewijzigd of aangepast, is een bijvoegsel aan de lopende vervoersvergunning vereist in volgende gevallen : 1 bij elke wijziging, aanpassing of uitbreiding die buiten de beschermde zone, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 21 september 1988 betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen, of buiten de vergunde terreininneming komt;

9 2 bij elke verhoging van het risico, meer bepaald wanneer : a) de maximum toelaatbare bedrijfsdruk wordt verhoogd; b) de diameter van de leiding wordt vergroot; c) een nieuwe installatie wordt bijgeplaatst; d) de capaciteit van de bestaande installatie met minstens 50 % toeneemt; e) het veranderen van het vervoerde product een verandering van veiligheidsmaatregelen met zich meebrengt. 3 bij elke wijziging van een voorwaarde, die opgenomen werd in de oorspronkelijke vervoervergunning. Art. 26. De aanvraag van het bijvoegsel, zoals bedoeld in vorig artikel, evenals de behandeling van die aanvraag gebeuren conform de bepalingen van hoofdstuk III. B. Wijzigingen met loutere meldingsplicht tot gevolg. Art. 27. Bij een wijziging die niet onder de toepassing van artikel 25 valt, volstaat een melding aan het Bestuur Energie die de volgende gegevens moet omvatten : 1 de referentie van de bestaande vergunning; 2 de beschrijving en de motivatie van de wijzigingen; 3 in voorkomend geval, het situatieplan waarop de nieuwe situatie wordt aangeduid; 4 de evaluatie van het risico. Art. 28. Indien het Bestuur Energie van oordeel is dat de in artikel 27 bedoelde melding niet volstaat, brengt het binnen tien werkdagen na ontvangst van de melding de houder van de vervoersvergunning ervan op de hoogte dat hij een aanvraag tot wijziging van de lopende vergunning moet indienen waarvoor een bijvoegsel is vereist. Indien het Bestuur Energie niet op de melding gedaan volgens artikel 27 reageert binnen de tien werkdagen na ontvangst van de melding, dan mogen de werken worden aangevat en de nieuwe installaties in dienst worden genomen mits naleving van de algemene verplichtingen van de houder van de vervoervergunning, alsook van alle andere toepasselijke voorschriften. Art. 29. Het Bestuur Energie brengt de Commissie wanneer de melding tot haar bevoegdheid behoort en het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid binnen de tien werkdagen na ontvangst van de in artikel 27 bedoelde melding op de hoogte van de gedane meldingen. Afdeling II. Herziening van de vergunningsvoorwaarden A. Herziening op initiatief van de overheid. Art. 30. De minister kan steeds ambtshalve en na advies van het Bestuur Energie, het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid en de Commissie, wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort, één of meerdere voorwaarden van een toegekende vervoervergunning herzien wanneer hij vaststelt dat de bestaande voorwaarden ontoereikend geworden zijn om de openbare veiligheid te verzekeren. De minister moet zijn beslissing afdoende motiveren en onverwijld met aangetekend schrijven ter kennis brengen aan de vergunninghouder. B. Herziening op initiatief van de vergunninghouder. Art. 31. De vergunninghouder kan steeds een herziening van de lopende vergunningsvoorwaarden aanvragen volgens de procedure voorzien in hoofdstuk III. Afdeling III. Schorsing, intrekking of opheffing van de vergunning A. Schorsing of intrekking op initiatief van de overheid. Art. 32. Na advies of op de voordracht van de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort en na de betrokken vergunninghouder te hebben gehoord, kan de minister de schorsing of de intrekking van de vervoervergunning uitspreken na de betrokken vergunninghouder in gebreke te hebben gesteld, onder meer : 1 in geval van het niet naleven van de bepalingen van de wet van 12 april 1965, van haar uitvoeringsbesluiten of van de vervoervergunning;

10 in geval van onvermogen, faillissement; 3 indien hij niet meer beschikt over financiële en technische middelen en over de organisatie die nodig is om het vervoer te waarborgen of, naar gelang van het geval, de hem, op het ogenblik van de vergunning, toegewezen openbare dienstverplichtingen na te komen; In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 1, kan de minister op verzoek van de vergunninghouder overgaan tot een herziening van de vergunningsvoorwaarden in plaats van tot een schorsing of intrekking. Indien de vergunninghouder zich niet schikt naar de nieuwe, door de minister opgelegde voorwaarden binnen de termijn van een jaar te rekenen vanaf de beslissing tot herziening, kan de minister bij gemotiveerde beslissing de schorsing of intrekking van de vervoervergunning uitspreken. De aanvraag om en de behandeling van de in het vorige lid bedoelde wijziging van de voorwaarden gebeurt volgens de in hoofdstuk III vermelde bepalingen. Art. 33. Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit ministerieel besluit houdende uitspraak over de intrekking of schorsing van een vervoervergunning wordt betekend aan de houder ervan binnen de tien werkdagen. In het geval van een intrekking wordt een afschrift van dit besluit toegestuurd aan alle betrokken besturen en diensten en aan de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort. B. Gedeeltelijke opheffing op initiatief van de vervoervergunninghouder. Art. 34. Op aanvraag van de vervoervergunninghouder, kan de minister beslissen tot een gedeeltelijke opheffing van de vergunning, wanneer alle door deze vervoervergunning gedekte vervoerinstallaties voor een lange tijd buiten dienst worden gesteld. In dit geval wordt het exploitatierecht voor de duur van de buitendienststelling geschorst. Wanneer de vergunninghouder de installaties opnieuw in gebruik wenst te nemen, moet hij hiertoe voorafgaandelijk een aanvraag indienen conform de bepalingen van hoofdstuk III, met dien verstande dat in dit geval enkel de Commissie, wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort, en het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid over deze aanvraag om advies moeten worden verzocht. Art. 35. De aanvraag om de gedeeltelijke opheffing wordt gericht tot de minister, ofwel per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs. De aanvraag moet worden ondertekend en gedateerd door de aanvrager van de vervoervergunning of door zijn gemachtigde. Alle stukken die de aanvraag vergezellen bevinden zich op papier van formaat A4 van de norm NBN 18, d.w.z. 210 x 297 mm of zijn volgens dit formaat geplooid. De minister kan toestemming verlenen om de aanvraag en de bijbehorende stukken op elektronische wijze in te dienen, alsook om deze documenten te ondertekenen met een elektronische handtekening. De minister kan tevens toelaten om bepaalde documenten uitsluitend op elektronische wijze bij te houden. De minister kan de toepassing van deze regels uitbreiden tot alle documenten die in het kader van de wet van 12 april 1965 vereist worden. Art. 36. De aanvraag vermeldt de identiteit van de aanvrager, zijn volledig adres, het onderwerp, het doel en de duur waarvoor de gedeeltelijke opheffing wordt aangevraagd. Art. 37. De aanvraag is vergezeld van een algemeen situatieplan en van één of meer omstandig beschreven situatieplans, opgemaakt volgens stafkaart op de schaal van ten minste 1/25.000, zodat de op het plan aangebrachte inlichtingen klaar en duidelijk leesbaar zijn. Verkleiningen zijn toegelaten, voor zover de leesbaarheid het toelaat. De bovenste helft van de voorzijde van de geplooide plans dient blanco te zijn, en op de onderste helft ervan dient het nummer van het plan, de naam of firmanaam van de aanvrager, de benaming van de vervoerinstallatie, de aard van het vervoerde product, de maximale toelaatbare bedrijfsdruk en de nominale diameter van de leiding vermeld te worden.

11 Op elk plan of in bijlage ervan moeten inzonderheid en duidelijk de betrokken vervoerinstallaties aangeduid worden, die tijdelijk buiten dienst gesteld worden. Art. 38. De aanvraag is vergezeld van een technisch beschrijvend overzicht waarin de maatregelen beschreven staan die genomen worden om de vervoerinstallaties buiten dienst te stellen. Art. 39. De aanvraag om de gedeeltelijke opheffing moet in zes exemplaren ingediend worden. De minister, of zijn afgevaardigde, mag naar goedvinden bijkomende afschriften van alle of sommige stukken eisen. De bijkomende afschriften moeten door de aanvrager worden bezorgd binnen tien werkdagen nadat die afschriften hem zijn gevraagd. Alle stukken worden door de aanvrager en op zijn kosten bezorgd. Art Binnen de tien werkdagen, die volgen op de datum vermeld op het ontvangstbewijs, brengt de minister, of zijn afgevaardigde, de aanvrager op de hoogte van de volledigheid of onvolledigheid van de aanvraag. Zonder bericht wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. De aanvrager beschikt over een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangstdatum van de brief van de minister, of zijn afgevaardigde, die hem inlicht over de onvolledigheid van zijn aanvraag om de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen te leveren. Deze bijkomende gegevens worden gericht tot de minister, ofwel per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs, overeenkomstig dezelfde voorwaarden die geldig zijn voor een initiële aanvraag en die vermeld worden in artikel 4. Binnen de tien werkdagen, die volgen op de datum vermeld op het ontvangstbewijs van de bijkomende gegevens, brengt de minister, of zijn afgevaardigde, de aanvrager op de hoogte van de volledigheid of onvolledigheid van het volledige dossier. Zonder bericht wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. Indien de aanvraag nogmaals onvolledig blijkt de zijn, beschikt de aanvrager over een laatste termijn van tien werkdagen om alsnog de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen te leveren. Indien de aanvrager na afloop van de in vorige twee alinea s bepaalde termijn in gebreke blijft de gevraagde inlichtingen, documenten of verduidelijkingen over te maken, moet een nieuwe aanvraag ingediend worden. 2. Binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de verzending van de volledigheidsverklaring of vanaf de dag waarop de aanvraag geacht wordt volledig te zijn, verzoekt de minister, of zijn afgevaardigde, de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort en het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid om advies. Deze delen hun adviezen en aanbevelingen in tweevoud mee binnen de dertig dagen na de ontvangst van de stukken. Zij kunnen steeds laten weten hoeveel bijkomende exemplaren zij nodig hebben. Indien de adviezen en aanbevelingen niet binnen de vastgestelde termijn worden overgemaakt, dan worden zij als positief beschouwd. Art. 41. De minister beslist binnen de vier maand te rekenen vanaf de verzending van de volledigheidsverklaring of vanaf de dag waarop de aanvraag geacht wordt volledig te zijn. In de vergunning worden de voorwaarden bepaald waaraan de buiten dienst gestelde installaties moeten voldoen. Een voor eensluidend verklaard afschrift van het ministerieel besluit houdende uitspraak over de aanvraag tot gedeeltelijke opheffing wordt de aanvrager binnen tien werkdagen overgemaakt. Een voor éénsluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan de Commissie, indien het tot haar bevoegdheid behoort en aan het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid C. Volledige opheffing op initiatief van de vergunninghouder. Art. 42. Op verzoek van de vergunninghouder kan de minister de vervoervergunning volledig opheffen ingeval : 1 de vergunninghouder zijn vervoeractiviteit stopzet of

12 de vergunninghouder beslist zijn vervoerinstallaties definitief buiten dienst te stellen. Art. 43. De bepalingen van artikelen 34 tot 41 met betrekking tot de gedeeltelijke opheffing zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de volledige intrekking, met dien verstande dat uit het aanvraagdossier moet blijken dat ofwel een ander wettelijk gebruik van de installaties wordt gegarandeerd, ofwel in geval van definitieve buitendienststelling de nodige maatregelen ter bescherming van mens en milieu zowel op technisch als op financieel vlak verzekerd zijn. In geval onvoldoende beschikbare financiële middelen kunnen worden verzekerd, kan de minister een voorafgaande waarborg opleggen. Het voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing wordt naar alle betrokken besturen en diensten en aan de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort, opgestuurd. D. Verval van rechtswege bij einde vergunningstermijn. Art. 44. Drie jaar vóór het verval van de vergunningstermijn moet de houder aan de minister zijn voornemen melden om een verlenging te bekomen van zijn vergunning of om ze te laten vervallen. In geval van verval, moet de vergunninghouder melden dat ofwel een ander wettelijk gebruik van de installaties wordt gegarandeerd, ofwel in geval van definitieve buitendienststelling de nodige maatregelen ter bescherming van mens en milieu zowel op technisch als op financieel vlak verzekerd zijn. In geval onvoldoende beschikbare financiële middelen kunnen worden verzekerd, kan de minister een voorafgaande waarborg opleggen. Indien geen tijdige melding gebeurt, wordt de vergunninghouder hiertoe aangemaand door het Bestuur Energie. Indien hij binnen de maand hierop niet reageert, wordt de vervoervergunning onmiddellijk opgeheven en de voormelde waarborg opgelegd. Bij verval van rechtswege brengt de minister, of zijn afgevaardigde, de betrokken besturen en diensten op de hoogte, evenals de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort. Afdeling IV. Verlenging van de vervoervergunning, al dan niet gedeeltelijk opgeheven Art. 45. De vervoervergunning kan door de minister een of meerdere malen verlengd worden, voor een beperkte duur die telkenmale de dertig jaar niet mag te boven gaan. Art. 46. De minister beslist over de aanvragen van verlenging van de vervoervergunningen. Art. 47. De aanvraag wordt, ten minste drie jaar vóór het verstrijken van de vergunning, ofwel per aangetekend schrijven, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs, ingediend bij de minister. De aanvraag moet worden ondertekend en gedateerd door de aanvrager van de vervoervergunning of door zijn gemachtigde. De minister kan, bij een met redenen omklede beslissing, in de tijd begrensde afwijkingen op de, in het eerste lid gestelde, gestelde termijn toestaan. Alle stukken die de aanvraag vergezellen bevinden zich op papier van formaat A4 van de norm NBN 18, d.w.z. 210 x 297 mm of zijn volgens dit formaat geplooid. De minister kan toestemming verlenen om de aanvraag en de bijbehorende stukken op elektronische wijze in te dienen, alsook om deze documenten te ondertekenen met een elektronische handtekening. De minister kan tevens toelaten om bepaalde documenten uitsluitend op elektronische wijze bij te houden. De minister kan de toepassing van deze regels uitbreiden tot alle documenten die in het kader van de wet van 12 april 1965 vereist worden. Over deze aanvraag wordt binnen een termijn van vijf jaar na de datum van het aangetekend schrijven uitspraak gedaan. De duur van de vervoervergunning wordt van rechtswege verlengd met een termijn van vijf jaar vanaf de vervaldatum van de desbetreffende vergunning, aan de oorspronkelijke voorwaarden, indien ten laatste twee jaar vóór deze vervaldatum geen uitspraak wordt gedaan. Ingeval drie jaar voor de nieuwe vervaldatum waarvan sprake in vorig lid nog steeds geen beslissing is genomen, wordt de vervoervergunning van rechtswege verlengd voor een nieuwe periode van dertig jaar, na een ingebrekestelling door de vergunninghouder die gedurende de 6 daaropvolgende maanden zonder gevolg is gebleven. Art De verlengingsaanvraag vermeldt de identiteit van de aanvrager, zijn volledig adres, de duur waarvoor de verlenging wordt gevraagd.

13 Voor een vervoerinstallatie die uit verschillende gedeelten bestaat die één technisch geheel vormen of waaraan liggingwijzigingen werden aangebracht waarvoor afzonderlijke vergunningen op latere tijdstippen werden verleend, dient één enkele verlengingsaanvraag ingediend te worden. Als datum voor de verlenging wordt daarvoor de datum van de oudste vergunning die het eerst werd verleend in aanmerking genomen. 2. De aanvraag is vergezeld van een algemeen situatieplan en van één of meer omstandig beschreven situatieplans, opgemaakt volgens stafkaart op de schaal van ten minste 1/25.000, zodat de op het plan aangebrachte inlichtingen klaar en duidelijk leesbaar zijn. Verkleiningen zijn toegelaten, voorzover de leesbaarheid het toelaat. De bovenste helft van de voorzijde van de geplooide plans dient blanco te zijn, en op de onderste helft ervan dient het nummer van het plan, de naam of firmanaam van de aanvrager, de benaming van de vervoerinstallatie, de aard van het vervoerde product, de maximale toelaatbare bedrijfsdruk en de nominale diameter van de leiding vermeld te worden. Op elk plan of in bijlage ervan moet inzonderheid en duidelijk worden vermeld : 1 het tracé van de leiding, met duidelijke vermelding van het beginen eindpunt, en, desgevallend, de aanduiding van de innemingen van de bijhorigheden der vervoerleidingen waarvoor de verlenging wordt gevraagd, inzonderheid van de opslagmiddelen, gebouwen, machines, bouwwerken, toestellen, schraapkolf-, afsluiter-, samendruk-, drukreduceer-, meet-, odorisatie- en mengingsposten. Oppervlakteinnemingen dienen vermeld te worden; 2 de aansluitingen op andere vervoerinstallaties met de referenties van deze laatsten; 3 de naam of het nummer van de gekruiste kanalen, stromen, rivieren, spoorwegen, autosnelwegen of wegen van groot verkeer; 4 de grenzen van het Rijk, de naam en de grenzen van de provincies en van de gemeenten; 5 de aanduiding van de bevoorradings- en leveringsplaatsen; 6 een tabel met de gebruikte conventionele tekens, ofwel rechtstreeks op het plan aangebracht, ofwel op een afzonderlijk blad in bijlage gevoegd. Art. 49. De aanvraag is vergezeld van een beschrijvend overzicht met de volgende inlichtingen : 1 de referenties (nummer, datum, en volledige opschrift) van de ministeriële of koninklijke besluiten waarbij de vervoervergunning werd verleend waarvoor de verlenging wordt gevraagd, desgevallend ook de besluiten van wijziging, herziening, overdracht of gedeeltelijke intrekkingen die erop betrekking hebben; 2 de aard van het vervoerde product; 3 de technische inlichtingen nuttig voor de behandeling van de aanvraag, namelijk: de totale lengte van de leiding, de staalsoort, de maximale toegelaten bedrijfsdruk, de nominale diameter, de aard van de bekleding van de leiding, de nominale wanddikte in millimeter; 4 een korte beschrijving van de installatie vanaf haar beginpunt tot haar eindpunt, met vermelding van de schraapkolfstations, de afsluiters, de samendruk- en ontspanningsposten, de meetposten, de odorisatieposten, de mengposten, de belangrijke kunstwerken die er deel van uitmaken of waarvan gebruik gemaakt wordt, zoals: bruggen, hangbruggen, zinkers, tunnels, de gebeurlijke aftakkingen en aansluitingen, alsook een beknopte beschrijving van het geheel van de beveiligingssystemen; 5 de referenties van het destijds afgeleverd attest van het welslagen der voorgeschreven proeven, beproevingen en controles, ook voor de achteraf aangebrachte wijzigingen of toevoegingen aan de oorspronkelijke installatie; 6 het jaar van de indienststelling van de vervoerinstallatie; 7 de verklaring dat de installatie op het ogenblik van de aanvraag voor de verlenging in dienst is, of, indien niet, daarvoor de redenen aangeven en de beschermingsmaatregelen aanduiden die getroffen werden in afwachting van een gebeurlijke wederindienststelling. Ingeval de installaties geheel of gedeeltelijk voor lange tijd buiten dienst werden gesteld wordt toepassing gemaakt van artikel 33. Art. 50. Ter aanvulling is de aanvraag vergezeld van : 1 de adressen, op papier en op etiket, van: a) de betrokken besturen en diensten;

14 25382 b) de beheerders van het openbaar domein op het grondgebied waarvan de vervoersinstallaties waarvoor de vergunning wordt gevraagd, zijn gelegen; c) de beheerders van andere gasvervoerinstallaties en ondergrondse bouwwerken van openbaar nut betrokken bij het tracé; d) de gemeente- en provinciebesturen op wier grondgebied deze installaties gelegen zijn; e) de betrokken diensten bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu. 2 een beschrijving van de rol en van de werking van de installatie sinds haar indienststelling, of sinds het verlenen van de vervoervergunning, inzonderheid de wijzigingen van de aard van het vervoerde product, gebeurlijke overdrachten, belangrijke voorvallen of ongevallen, resultaten van de gedurende de laatste tien jaren uitgevoerde controles, inbegrepen de controle van de kathodische bescherming. 3 een attest getekend door de aanvrager waarin hij verklaart dat de installatie beantwoordt aan de veiligheidsmaatregelen opgelegd door de vergunning waarvoor de verlenging wordt gevraagd, en dat ze in goede werkingsstaat wordt gehouden. Art. 51. Ingeval de verlengingsaanvraag betrekking heeft op een conform artikels 34 tot en met 41 gedeeltelijk opgeheven vervoervergunning, dient de aanvraag, behalve de elementen voorzien in artikel 48 (aanvraag + plan), een korte beschrijvende nota te bevatten met aanduiding van de in artikel 49, 1 en 3 opgesomde punten, alsmede een korte beschrijving van de buiten dienst gestelde installaties, de datum van de buitendienststelling en de genomen beschermingsmaatregelen. Tevens dient de adressenlijst bedoeld in artikel 50, 1, te worden toegevoegd, alsmede een attest waarin wordt verklaard dat de betrokken installaties momenteel buiten dienst zijn, de gemelde beschermingsmaatregelen worden genomen en de installaties niet opnieuw in dienst zullen worden genomen dan na het bekomen van een nieuwe vervoervergunning. Art. 52. Het voorgaand artikel is van overeenkomstige toepassing op de installaties die voor lange tijd geheel of gedeeltelijk buiten dienst werden gesteld maar waarvan de vervoervergunning niet het voorwerp heeft uitgemaakt van de in artikels 34 tot en met 41 bepaalde gedeeltelijke opheffing. Art. 53. De aanvraag, de erbijgevoegde plans en stukken moeten in viervoud worden ingediend. Binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag geeft de minister, of zijn afgevaardigde, ontvangstbewijs ervan aan de aanvrager en verwittigt hem ervan indien het aanvraagdossier onvolledig is. Alle stukken worden door de aanvrager en op zijn kosten bezorgd. De minister, of zijn afgevaardigde, mag naar goedvinden bijkomende afschriften van alle of sommige stukken eisen. Deze bijkomende afschriften moeten door de aanvrager bezorgd worden binnen een termijn van tien werkdagen nadat die afschriften hem zijn gevraagd. Art. 54. Na onderzoek van de stukken die de aanvraag vergezellen, kunnen de ambtenaren en beambten van het Bestuur Energie enerzijds en de ambtenaren en beambten van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid anderzijds de vervoerder om de in de bijlage bij dit besluit vermelde bijkomende inlichtingen en testen verzoeken. Deze bijlage is echter niet van toepassing op de verlengingsaanvragen die betrekking hebben op de vervoerinstallaties die buiten dienst werden gesteld. Art. 55. De beslissing over de aanvraag tot verlenging is met redenen omkleed. Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt betekend aan de aanvrager. Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan de in artikel 50, 1, bedoelde diensten, besturen en ondernemingen en aan de Commissie wanneer de betrokken vervoervergunning tot haar bevoegdheid behoort. Afdeling V. Overdracht, controlewijziging, fusie of splitsing Art. 56. De vervoervergunning kan slechts geheel of gedeeltelijk worden overgedragen mits de toestemming van de minister. De aanvraag tot overdracht van de vervoervergunning wordt door de houder van de vergunning gericht tot de minister, ofwel per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, ofwel afgegeven met ontvangstbewijs. De aanvraag tot overdracht vermeldt de identiteit van de aanvrager, de referenties van de over te dragen vervoervergunning, de identiteit van de begunstigde van de overdracht en de motieven van de overdracht.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2017/10293] 1 DECEMBER 2016. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar

Nadere informatie

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006 21 SEPTEMBER 1988. - Koninklijk besluit betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige

Nadere informatie

ADVIES (A) CDC-1545

ADVIES (A) CDC-1545 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: +32 2 289 76 11 Fax: +32 2 289 76 09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2004 2436 [C 2004/31316] 6 MEI 2004. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de criteria en de procedure tot toekenning, hernieuwing,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2009 1380 26 MAART 2009. Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (1) [C 2009/31188] Het Brussels

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering houdende de instelling van een gemeenschapswaarborg in het kader van het projectspecifieke DBFM-programma

Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering houdende de instelling van een gemeenschapswaarborg in het kader van het projectspecifieke DBFM-programma Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering houdende de instelling van een gemeenschapswaarborg in het kader van het projectspecifieke DBFM-programma DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 november

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_991206.doc - 2000-02-07 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 6 december 1999 houdende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998 BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning, bedoeld in artikel 10 van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden,

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies Toerisme Vlaanderen Afdeling Kwaliteitszorg Grasmarkt 61, 1000 BRUSSEL Tel. 02 504 03 00 Fax 02 504 03 66 website: http://www.toerismevlaanderen.be

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Besluit van 23 juli 1987, tot uitvoering van de wet houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten

Besluit van 23 juli 1987, tot uitvoering van de wet houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Tekst geldend op: 12-04-2011) Besluit van 23 juli 1987, tot uitvoering van de wet houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2001 1162 [C 2001/35430] 20 APRIL 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van

Nadere informatie

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM - 1 - Reglement Administratieve Sancties Politiezone HEKLA Gemeente EDEGEM Goedgekeurd in de gemeenteraad op 18 april 2007. - 2 - HOOFDSTUK I: TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Dit reglement is - behoudens andersluidende

Nadere informatie

ADVIES DR

ADVIES DR DIENST REGULERING ADVIES DR-20070213-54 betreffende de toekenning van een vergunning aan de onderneming Endesa ENERGÍA E.N.V. voor de levering van elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. gegeven

Nadere informatie

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen 133 2 en 135$2;

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen 133 2 en 135$2; Tariefreglement op het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van het uitvoeren van wegenwerken, bouwwerken en andere werkzaamheden en het oprichten of veroorzaken van verkeersbelemmeringen in

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke

Nadere informatie

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet. 11 JUNI 1998. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van 18 juli 1996 houdende erkenning van de instellingen die bemiddelen bij schulden (VERTALING).

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS dienst ruimtelijke ordening R E G L E M E N T Gemeenteraad van 28-11-2013 REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS HOOFDSTUK 1: BEGRIPPENKADER Artikel 1: defintities Voor de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 5 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen De Vlaamse

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies DiV/TV-20131029 Departement internationaal Vlaanderen Dienst Toeristische Vergunningen Boudewijnlaan 30 80, 1000 BRUSSEL Tel. 02

Nadere informatie

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Beslissing BESLISSING-2009I2I8-06 Tot afsluiting van de administratieve sanctieprocedure gericht tegen Lampiris S.A. Toepassing van

Nadere informatie

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING EERSTE AANVRAAG AANVRAAG TOT VERLENGING OPGELET: 1) Enkel de werken die plaats vinden in de toekomst kunnen het onderwerp vormen van een vraag

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD - OVERZICHT Toepassingsveld Inschrijving op de lijst van de stagiairs Organisatie

Nadere informatie

ADVIES (A) CDC-607

ADVIES (A) CDC-607 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

Aandachtig de onderrichtingen als bijlage gevoegd bij dit formulier lezen alvorens dit formulier in te vullen.

Aandachtig de onderrichtingen als bijlage gevoegd bij dit formulier lezen alvorens dit formulier in te vullen. AANVRAAGFORMULIER TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN ATTEST VAN DE GEMEENTE DAT, DESGEVALLEND, HET BESTAAN VAN HINDER TEN GEVOLGE VAN WERKEN VAN ALGEMEEN NUT BEVESTIGT. Aandachtig de onderrichtingen als bijlage

Nadere informatie

Politiereglement Evenementen

Politiereglement Evenementen Politiereglement Evenementen Gelet op de artikelen 19, 26 en 27 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 112, 117 t.e.m. 119ter en 133 t.e.m. 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het Milieuvergunningsdecreet

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN HINDERATTEST

AANVRAAGFORMULIER TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN HINDERATTEST DIENST ECONOMIE AANVRAAGFORMULIER TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN HINDERATTEST EERSTE AANVRAAG AANVRAAG TOT VERLENGING De instructies opgenomen in de bijlage bij dit formulier aandachtig lezen alvorens het

Nadere informatie

21 APRIL Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen

21 APRIL Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen 21 APRIL 1983. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen BS 27/04/1983 in voege 07/05/1983 Gewijzigd door: KB 08-08-1984 BS 07/09/1984

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 44591 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2019/12038] 22 APRIL 2019. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 1988 betreffende de voorschriften

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Advies BRUGEL-ADVIES-081023-66 betreffende de toekenning van een leveringsvergunning voor gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs. Belasting reglement Heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen opgenomen in de Vlaamse Inventaris van ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING Art. 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) MELDINGSFORMULIER INZAKE DE EXPLOITATIE VAN EEN KLASSE 3 INRICHTING, DE VERANDERING VAN EEN INRICHTING OF DE OVERNAME VAN EEN INRICHTING DOOR EEN ANDERE EXPLOITANT (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 5. De externe diensten voor technische controles op de werkplaats Omzetting in Belgisch recht van de Europese

Nadere informatie

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Gewijzigd bij: Wet van 15 mei 2007 tot verbetering van het sociaal

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20180628-266) betreffende De hernieuwing van de leveringsvergunning voor gas en de leveringsvergunning voor

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de erkenning van bedrijfsrevisoren en het openbaar register; Koninklijk besluit van 21 juli 2017 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor alsook de inschrijving en registratie in het openbaar register van de bedrijfsrevisoren Bron : Koninklijk

Nadere informatie

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING EERSTE AANVRAAG AANVRAAG TOT VERLENGING OPGELET: 1) Enkel de werken die plaats vinden in de toekomst kunnen het onderwerp vormen van een vraag

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- TEGENWOORDIGERS MET BETREKKING TOT HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S )

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S ) Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S. 3.8.2001) HOOFDSTUK I. Definities Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder

Nadere informatie

Politiereglement Evenementen

Politiereglement Evenementen Politiereglement Evenementen Gelet op de artikelen 19, 26 en 27 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 112, 117 t.e.m. 119ter en 133 t.e.m. 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het Milieuvergunningsdecreet

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Doel van het formulier

Doel van het formulier TOELICHTING BIJ HET INVULLEN VAN HET FORMULIER VOOR HET VERZOEK TOT BIJSTELLING OF DE VRAAG TOT AFWIJKING VAN DE MILIEUVOORWAARDEN DIE GELDEN VOOR EEN INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT Dit document geeft

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD, GEMEENTE GRIMBERGEN. Y484.01A UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 JANUARI 2009 ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf 2009.

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Bron : Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2009 3709 VLAAMSE OVERHEID [C 2009/36014] 4 SEPTEMBER 2009. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

VERZOEKEN OM ADVIES VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE

VERZOEKEN OM ADVIES VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 1000 Brussel, 10 september 2004 Wetstraat 16 VERZOEKEN OM ADVIES VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE A. VOORONTWERPEN VAN WET 1. Algemene

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies-20140314-187

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies-20140314-187 REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Advies BRUGEL-Advies-20140314-187 Betreffende De toekenning van een leveringsvergunning voor gas en een leveringsvergunning voor

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen en 135$2;

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen en 135$2; Tariefreglement op het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van het uitvoeren van wegenwerken, bouwwerken en andere werkzaamheden en het oprichten of veroorzaken van verkeersbelemmeringen in

Nadere informatie

VR DOC.0712/2

VR DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Na beraadslaging, DE VLAAMSE

Nadere informatie

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. 26 JUNI 1967. - Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. Publicatie Belgisch Staatsblad : 27-09-1967 nummer : 1967062604 bladzijde : 10121 Dossiernummer

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

EINDBESLISSING (B) CDC-1273 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering (NGT / 980924) MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid -------- Afdeling Kwaliteit --------- Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 13 juli 1984

Nadere informatie

BELANGRIJK AANDACHTSPUNT INZAKE DE TERMIJNEN VAN BEHANDELING VAN DE AANVRAGEN VAN SOCIO-ECONOMISCHE VERGUNNINGEN : TIJDIGE BETEKENING VAN BESLISSINGEN

BELANGRIJK AANDACHTSPUNT INZAKE DE TERMIJNEN VAN BEHANDELING VAN DE AANVRAGEN VAN SOCIO-ECONOMISCHE VERGUNNINGEN : TIJDIGE BETEKENING VAN BESLISSINGEN BELANGRIJK AANDACHTSPUNT INZAKE DE TERMIJNEN VAN BEHANDELING VAN DE AANVRAGEN VAN SOCIO-ECONOMISCHE VERGUNNINGEN : TIJDIGE BETEKENING VAN BESLISSINGEN Rekening houdend met de wet van 13 augustus 2004 betreffende

Nadere informatie

dienst financiën R E G L E M E N T

dienst financiën R E G L E M E N T dienst financiën R E G L E M E N T Gemeenteraad van 26-06-2014 BELASTING OP DE TIJDELIJKE INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN VOOR DOELEINDEN VAN COMMERCIEEL BELANG DOOR MIDDEL VAN TERRASSEN, AUTOMATEN, VERKOOPSKRAMEN

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) RAAD VAN STATE Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) TITEL II. BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING Art. 2 1. De afdeling wetgeving

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE Nationaal Actie Plan d A ction N ational - NAPAN Task Force HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE VERSIE 2.0 GOED GEKEURD DOOR DE NTF OP 02/04/2015 Artikel 1. Definities Er wordt verstaan onder

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.

Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9. Koninklijk besluit van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats (B.S. 2.9.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002

Nadere informatie

Gemeentebestuur Wichelen

Gemeentebestuur Wichelen Gemeentebestuur Wichelen Sociaal Huis Oud Dorp 2 9260 Wichelen - Tel. 052/43.24.22 Fax. 052/43.04.25 email : Ann.demeyer@wichelen.be Openinguren : van maandag tot vrijdag : van 8.00u tot 12.00u dinsdagavond

Nadere informatie

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING Dit model houdt geenszins een vrijstelling in van de verplichting om een deskundige te raadplegen om, indien nodig, de regels per geval

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1272 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

VOORAFGAA DE BEPALI GE

VOORAFGAA DE BEPALI GE VOORAFGAA DE BEPALI GE Artikel 1. Toepassingsgebied 1. Afdeling VI is van toepassing wanneer één of meerdere partijen beroep willen doen op een derde wiens/wier opdracht erin bestaat hetzij een tussen

Nadere informatie

PRIVE-VERKAVELING ELEKTRICITEIT

PRIVE-VERKAVELING ELEKTRICITEIT Goedgekeurd door Raden van Bestuur Gaselwest 30.11.2007, IMEA 27.11.2007, Imewo 30.11.2007, Intergem 22.11.2007, Iveka 26.11.2007, Iverlek 26.11.2007. PRIVE-VERKAVELING ELEKTRICITEIT ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN

Nadere informatie

REGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBE- WIJZEN M36, M18 EN M3

REGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBE- WIJZEN M36, M18 EN M3 HOOFDSTUK 15 BIJZONDERE GEMEENSCHAPPELIJKE MAAT- REGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBE- WIJZEN M36, M18 EN M3 INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. MATERIËLE FOUTEN... 2 1. Foute geldigheidsduur... 2 2. Afgifte vóór

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1251 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE

PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE Wet van 6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1684 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN [C 2002/11131] 27 MAART 2002. Ministerieel besluit houdende toekenning aan de tijdelijke vereniging ELECTRABEL ONDERNEMINGEN JAN DE NUL van een domeinconcessie

Nadere informatie

Art. 16 Schorsing en/of beëindiging van toegekende toegangsrechten of van het Contract

Art. 16 Schorsing en/of beëindiging van toegekende toegangsrechten of van het Contract Art 1 Definities en interpretatie Een definitie wordt toegevoegd: Flexibele Toegang : Het regime dat van toepassing is op een Productie-eenheid waarvan de aansluiting, die conform de standaard vigerende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE

HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE HOOFDSTUK 22 HERNIEUWING, NIETIGHEID-TERUGGAVE INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. SOORTEN HERNIEUWING... 2 1. Hernieuwing ingevolge verlies, diefstal, beschadiging, een niet-gelijkende foto of intrekking door

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/lydr. /MV/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (SUPER ABSORBER POLYMEER - SAP), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 600 - HAVEN 725. De bestendige

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen

Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen TITEL I: DOEL Artikel 1 Om het woningenbestand in de gemeente Wielsbeke te verbeteren, wordt binnen de perken van het daartoe

Nadere informatie

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE 1 Goedgekeurd door Sectorcomité Noord Sibelgas op 28.02.2012 APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking

Nadere informatie

Reglement renteloze leningen aan verenigingen

Reglement renteloze leningen aan verenigingen Reglement renteloze leningen aan verenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 maart 2004 gepubliceerd op www.westerlo.be op 13 juni 2018 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 1 Artikel

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

MAATREGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18, M12 EN M3

MAATREGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18, M12 EN M3 HOOFDSTUK 15 BIJZONDERE GEMEENSCHAPPELIJKE MAATREGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18, M12 EN M3 INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. MATERIËLE FOUTEN... 2 1. Foute geldigheidsduur... 2 2. Afgifte

Nadere informatie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 25 APRIL 2014. - Decreet houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18

Nadere informatie

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9) 28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

CO-PRODUCTIE-OVEREENKOMST PODIUMKUNSTEN Model artistieke samenwerking

CO-PRODUCTIE-OVEREENKOMST PODIUMKUNSTEN Model artistieke samenwerking CO-PRODUCTIE-OVEREENKOMST PODIUMKUNSTEN Model artistieke samenwerking De ondergetekenden: 1 (naam en rechtsvorm) woonplaats: OF waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te ingeschreven in de Kruispuntbank

Nadere informatie

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2018 Bekendgemaakt op 28 juni 2018 Inhoudstafel Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...

Nadere informatie

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12;

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12; 1 december 1998 - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van

Nadere informatie