RAPPORT GEBIEDSVISIE Onderbouwing verordening op grond van Wet geurhinder en veehouderij

Transcriptie

1 RAPPORT GEBIEDSVISIE Onderbouwing verordening op grond van Wet geurhinder en veehouderij Plangebied: Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat Smallestraat Gemeente Montferland Datum: 14 februari 2014

2 Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 1.1 Wet geurhinder en veehouderij. 1.2 Quickscan. 1.3 Gebiedsvisie. 1.4 Gemeentelijke verordening. 1.5 Ruimtelijke ordeningsplannen en geurhinder van veehouderijen. 2. Uitleg begrippen. 2.1 Geuremissie en geurimmissie. 2.2 Voorgrondbelasting en achtergrondbelasting. 2.3 Voorgrondbelasting en achtergrondbelasting versus geurhinder. 2.4 Geurgevoelig object. 2.5 Bebouwde kom. 3. Woonlocatie Hoek Bosstraat Smallestraat Nieuw-Dijk. 3.1 De gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied. 4. Geurberekeningen 4.1 Resultaten quickscan. 4.2 Voorgrondbelasting Bosstraat Minimaal aan te houden afstand Bosstraat Achtergrondbelasting op grond van het bedrijfsontwikkelingsplan. 4.5 Voorstel geurbelasting beoogd gebied. 5. Criteria bij het bepalen van een andere waarde. 5.1 Belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging. 5.2 Noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu. 6. Conclusie. Bijlagen Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 2

3 1 Inleiding. 1.1 Wet geurhinder en veehouderij Per 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in werking getreden. In deze wet staan standaard (landelijke) normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. In de bij de Wgv behorende Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) zijn per diersoort geuremissiefactoren opgenomen waarmee de geurbelasting op een geurgevoelig object kan worden berekend. Voor sommige diersoorten is geen geuremissiefactor vastgesteld, voor deze diersoorten schrijft de Wgv minimaal aan te houden vaste afstanden voor. De Wgv biedt gemeenten de mogelijkheid om de wettelijke geurnormen of de wettelijk aan te houden afstanden voor bepaalde gebieden aan te passen. In een gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat andere waarden of andere afstanden gelden dan in de Wgv zijn opgenomen. Het vaststellen van een geurverordening moet worden onderbouwd in een gebiedsvisie. Het afwijken van standaardnormen en afstandeisen mag alleen gebeuren binnen een bepaalde, in de wet beschreven, bandbreedte. Bij het vaststellen van een geurverordening moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan, deze zijn genoemd in artikel 8 van de wet. 1.2 Quickscan Om te onderzoeken of een afwijkende geurnorm en/of minimale afstanden voor het toekomstige woongebied hoek Bosstraat Smallestraat in Nieuw-Dijk noodzakelijk is, is een quickscan uitgevoerd. In de quickscan is de huidige en de te verwachten geursituatie in beeld gebracht. Het gaat om de (gecumuleerde) geurhinder van alle veehouderijen samen. Hierbij zijn de veehouderijen in een straal van 2 kilometer rondom het plangebied meegenomen. De vergunde geuremissie van de afzonderlijke veehouderijen zijn op één punt binnen het agrarisch bouwblok geprojecteerd. De resultaten geven een inzicht of er voor ontwikkeling van het toekomstige woongebied een knelpunt bestaat. Een knelpunt ontstaat als de geurhinder afkomstig van veehouderijen volgens de normering uit de regelgeving zorgt voor een ongewenst woon- en verblijfklimaat of als ruimtelijke plannen worden beperkt door de aanwezigheid van veehouderijen. 1.3 Gebiedsvisie Voor u ligt een gebiedsvisie waarin de geurbelasting van het toekomstige woongebied nader wordt bekeken. In de gebiedsvisie wordt onderbouwd waarom wordt afgeweken van de wettelijke normstelling en wat hiervan de consequenties zijn. Deze visie heeft geen juridische status. Beoordeeld wordt of het mogelijk en acceptabel is om een andere waarde voor de geurnorm binnen het toekomstige woongebied of minimaal aan te houden afstand tot het toekomstige woongebied vast te stellen. Dat moet bij verordening geschieden. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 3

4 1.4 Gemeentelijke verordening De gemeenteraad is bevoegd om bij gemeentelijke verordening een andere waarde of afstand vast te stellen in plaats van de wettelijke waarden en afstanden uit de Wgv. In onderstaande tabel worden de grenzen voor het afwijken van de waarde voor de geurbelasting, zoals opgenomen in artikel 6 eerste lid van de Wgv, weergegeven. Het geurgevoelige object is gelegen in een: Waarde geurbelasting in ou/m 3 Norm Afwijken mogelijk tot Minimaal Maximaal Concentratiegebied, binnen bebouwde kom 3,0 0,1 14,0 Concentratiegebied, buiten bebouwde kom 14,0 3,0 35,0 Niet-concentratiegebied, binnen bebouwde 2,0 0,1 8,0 kom Niet-concentratiegebied, buiten bebouwde kom 8,0 2,0 20,0 Het toekomstige woongebied is gelegen binnen de bebouwde kom binnen het concentratiegebied Oost zoals weergeven in Bijlage I van de Meststoffenwet. De bandbreedte ligt daarmee tussen 0,1 en 14,0 ou/m 3. Ook de aan te houden afstanden kunnen binnen een bepaalde bandbreedte worden aangepast. In onderstaande tabel worden de minimaal aan te houden afstanden, zoals opgenomen in artikel 6 derde lid van de Wgv, weergegeven. Ligging geurgevoelig object: Minimale norm Wettelijke norm Maximale norm Binnen de bebouwde kom 50 meter 100 meter 100 meter Buiten de bebouwde kom 25 meter 50 meter 50 meter Het toekomstige woongebied is gelegen binnen de bebouwde kom zodat de wettelijke minimaal aan te houden afstand kan wordt teruggebracht tot 50 meter. De afwijkende geurnormen en afstandseisen moeten worden vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Bij het opstellen van een verordening dienen in ieder geval de volgende aspecten te worden betrokken (artikel 8, lid 1 Wgv): 1. de huidige en de te verwachten geursituatie vanwege de veehouderijen in het gebied; 2. het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging, en 3. de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu. De huidige en te verwachten geursituatie wordt in hoofdstuk 4 beschreven. In hoofdstuk 5 wordt het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging besproken en de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met één van de volgende twee criteria (artikel 8, lid 2 Wgv): 1. de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied, of 2. de afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder. Voor het toekomstige woongebied is het niet te verwachten dat sprake is van een andere relatie tussen de geurbelasting en geurhinder dan in andere delen van Nederland die zijn gelegen in een concentratiegebied zoals bedoeld in de Meststoffenwet. Voor het onderzoeksgebied is de gewenste ruimtelijke inrichting in relatie met de ligging en de groeimogelijkheden van de veehouderij gelegen aan de Bosstraat 15 en het agrarisch bouwblok Bosstraat 19 in Nieuw-Dijk reden voor nader onderzoek. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 4

5 1.5 Ruimtelijke ordeningsplannen en geurhinder van veehouderijen Indirect heeft de Wgv ook consequenties voor de totstandkoming van geurgevoelige objecten en dus voor de ruimtelijke ordening. Dit wordt wel de omgekeerde werking genoemd. Hierbij moeten de bestaande belangen van de veehouder worden gerespecteerd. Voor de toekomstige bewoner/gebruiker moet een goed woon- en verblijfklimaat worden gewaarborgd. Het is niet toelaatbaar om een bestemming vast te stellen die de bouw van geurgevoelige objecten mogelijk maakt binnen de geurcontouren van de geldende norm. Voor een zorgvuldige besluitvorming over ruimtelijke ordeningsvraagstukken is het raadzaam om ook de verwachte geurhinder in het plangebied in relatie tot de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mee te wegen. De geurhinder in een gebied wordt behalve door de geurbelasting per bedrijf ook bepaald door de achtergrondbelasting (de geurbelasting ten gevolge van alle veehouderijen samen). Het is aan de gemeente om te beoordelen of de geurbelasting en geurhinder in een specifiek gebied acceptabel kunnen zijn. De gemeenteraad weegt in een gebiedsvisie af welk hinderniveau acceptabel is. 2 Uitleg begrippen. 2.1 Geuremissie en geurimmissie De geuremissies worden uitgedrukt in Europese odour units (Europese geureenheden) per tijdseenheid: ou/s. De geuremissies zijn bepaald op basis van metingen aan de geurconcentraties uit stallen. De geuremissiefactoren per diersoort met bijbehorend stalsysteem staan weergegeven in bijlage 1 van de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv). De geurbelastingen worden uitgedrukt in odour units per kubieke meter lucht: ou/m 3. Hiermee wordt de 98-percentiel van de geurconcentratie bedoeld. Dat is de geurconcentratie, berekend met een verspreidingsmodel, dat gedurende 98 procent van een jaar niet wordt overschreden. 2.2 Voorgrondbelasting en achtergrondbelasting De normen op grond van de Wgv gelden voor de geurbelasting van een individuele veehouderij. De (hoogste) geurbelasting van een individuele veehouderij op een geurgevoelig object wordt ook wel voorgrondbelasting genoemd. De geurbelasting van alle veehouderijen samen (cumulatief) op enige locatie wordt achtergrondbelasting genoemd. De Wgv kent geen normen voor de achtergrondbelasting of de mogelijkheid dergelijke normen te stellen. De achtergrondbelasting die optreedt of kan optreden is dan ook een indirect gevolg van de aanwezige veehouderijen en de individuele geurbelasting in de vergunde situatie of in de toekomstige situatie. De gemeenteraad beoordeelt of de milieukwaliteit die behoort bij een bepaalde achtergrondbelasting acceptabel is en past binnen de doelstellingen voor het betreffende gebied. 2.3 Voorgrondbelasting en achtergrondbelasting versus geurhinder De geurhinder wordt bepaald door het berekenen van de voor- en achtergrondbelasting in een bepaald gebied. Ook de voorgrondbelasting is van belang voor het bepalen van de verwachte hinder omdat uit onderzoek is gebleken dat bij gelijke geurbelastingen als vooren achtergrondbelasting, de geurhinder als gevolg van de voorgrondbelasting hoger is dan als gevolg van de achtergrondbelasting. Als vuistregel geldt dat de voorgrondbelasting bepalend is voor de hinder als de voorgrondbelasting meer dan de helft van de achtergrondbelasting bedraagt. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 5

6 De voorgrondbelasting veroorzaakt een bepaalde mate van hinder (of kans op gehinderden) in de omgeving. Door de wettelijk vastgestelde norm of door het vaststellen van een andere norm in een verordening wordt rechtstreeks een maximum gesteld aan de voorgrondbelasting. Daarmee wordt een grens gesteld aan de mate van geurhinder die aanvaardbaar wordt gevonden. Uiteraard geldt dat vergunde situaties gerespecteerd worden, ook als de geurhinder hoger is dan de norm. In dat geval (overbelaste situatie) bepaalt de vergunde geurbelasting de mate van geurhinder voor de voorgrondbelasting. Op grond van de berekende geurbelasting (achtergrond en voorgrond) worden met behulp van de tabellen uit bijlage 6 van de Handreiking bij Wet geurhinder en veehouderij (Infomil) de te verwachten geurhinderpercentages bepaald. Het hoogste geurhinderpercentage is maatgevend voor de toekomstige situatie. Deze percentages zijn bedoeld om een vertaalslag te maken tussen de waarden voor de geurbelasting en de milieukwaliteit. De percentages zijn afkomstig uit het Geuronderzoek stallen intensieve veehouderij (PRA Odournet, 2001). De geursituatie wordt beschreven in termen van milieukwaliteit, onderverdeeld in acht categorieën van zeer goed tot extreem slecht. Deze termen zijn afkomstig uit de GGDrichtlijn geurhinder (oktober 2002) en zijn afhankelijk van geurhinderpercentages. In onderstaande tabel staat een overzicht van de geurbelasting in relatie tot de geurhinderpercentages en de milieukwaliteit in concentratiegebieden. Milieukwaliteit Geurgehinderden Voorgrondbelasting Achtergrondbelasting Zeer goed 0 5% 0 1,5 ou/m ou/m 3 Goed 5 10% 1,5 3,7 ou/m ou/m 3 Redelijk goed 10 15% 3,7 6,5 ou/m ou/m 3 Matig 15 20% 6,5 10 ou/m ou/m 3 Tamelijk slecht 20 25% ou/m ou/m 3 Slecht 25 30% ou/m ou/m 3 Zeer slecht 30 35% ou/m ou/m 3 Extreem slecht 35 40% ou/m ou/m Geurgevoelig object Een geurgevoelig object is in de Wgv gedefinieerd als: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. Alleen een gebouw kan een geurgevoelig object zijn. Duidelijk is dat een woning een geurgevoelig object is, mits deze een positieve planologische bestemming heeft en feitelijk geschikt is en gebruikt wordt om in te wonen. Of een ander gebouw (niet zijnde een woning), bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw een geurgevoelig object is moet worden beoordeeld aan de hand van de criteria die in de definitie verder zijn opgenomen. 1. Het gebouw is bestemd voor menselijk verblijf. Gezien de toelichting op de Wgv betekent dit dat de locatie volgens een positieve planologische bestemming een functie moet hebben voor menselijk verblijf. In een kantoorgebouw, werkruimte of expeditieruimte kunnen zich mensen ophouden. 2. Het gebouw is blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk verblijf. Het gebouw moet zodanig zijn dat het feitelijk gezien ook mogelijk is om in het gebouw te verblijven. Als aan het voorgaande punt wordt voldaan zal dit in de praktijk normaliter ook het geval zijn. 3. Het gebouw wordt daarvoor (menselijk verblijf) permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, gebruikt. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 6

7 2.5 Bebouwde kom Het begrip bebouwde kom is in de Wgv niet gedefinieerd, evenmin als in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro). In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel van de Wgv is aangegeven dat de grens van de bebouwde kom niet wordt bepaald door de Wegenverkeerswetgeving, maar evenals in de ruimtelijke ordening door de aard van de omgeving. Binnen een bebouwde kom is de op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing geconcentreerd tot een samenhangende structuur. Als bebouwde kom wordt beschouwd: het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijffunctie heeft en waarin (dus) veel mensen per oppervlakte-eenheid daadwerkelijk wonen of verblijven. Voor het bepalen van de geurnorm die geldt voor geurgevoelige objecten in een woongebied is het van belang om te weten of dit gebied behoort tot de bebouwde kom. Gezien het verkavelingsplan is er sprake van 29 kort op elkaar gelegen woningen geconcentreerd binnen de contouren van een woonwijk. In de gebiedvisie en in de verordening is als uitgangspunt gekozen dat het toekomstige woongebied moet worden beoordeeld als bebouwde kom. 3 Woningbouwlocatie (plangebied). 3.1 De gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied Aan de zuidzijde van Nieuw-Dijk is een kleinschalige woningbouwlocatie gepland, welke plaats biedt aan 29 woningen. In het plangebied worden 6 vrijstaande woningen, 8 tweeonder-één-kapwoningen, 1 ruime hoekwoning en 14 rijwoningen gerealiseerd. Het plangebied sluit aan op de bestaande bebouwde kom van Nieuw-Dijk. De woningbouwlocatie is gepland in de invloedssfeer van de veehouderij aan de Bosstraat 15 en het agrarisch bouwblok aan de Bosstraat 19. De veehouderij aan de Bosstraat 15 is een intensieve varkenshouderij met toekomstperspectief. Deze veehouderij heeft binnen het bestaande agrarische bouwblok nog bouwmogelijkheden waardoor de geuremissie kan toenemen. Op het perceel Bosstraat 19 ligt een agrarische bestemming met een bouwmogelijkheid. Het voornemen bestaat om deze bestemming bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied te wijzigen in Wonen met agrarisch medegebruik. Het is daarom zaak om beide ontwikkelingen goed op elkaar af te stemmen. 4 Geurberekeningen. 4.1 Resultaten quickscan Uit de quickscan blijkt dat de bestaande geurbelasting binnen de contouren van het toekomstige woongebied maximaal 10,1 ou/m 3 bedraagt (zie bijlage 1). Deze waarde is hoger dan de (maximale) wettelijke norm van 3,0 ou/m 3 voor de bebouwde kom in een concentratiegebied. Vervolgens is opnieuw eenzelfde berekening uitgevoerd zonder rekening te houden met de vergunde geuremissie van de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. De maximale geurbelasting op de rand van het toekomstige woongebied is in deze situatie maximaal 2,3 ou/m 3 (zie bijlage 2). Daarmee is voldoende vastgesteld dat alleen de geuremissie afkomstig van de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 de overschrijding van de norm van 3,0 ou/m 3 veroorzaakt. Daarnaast is uit de quickscan gebleken dat het agrarisch bouwblok aan de Bosstraat 19 op minder dan 100 meter van het toekomstige woongebied is gelegen. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 7

8 Deze gebiedsvisie is opgesteld vanwege de voorgrondbelasting afkomstig van de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 en de minimaal aan te houden afstand vanwege het agrarisch bouwblok aan de Bosstraat 19 in Nieuw-Dijk. Uit de quickscan blijkt dat de geuremissie afkomstig van beide locaties een knelpunt vormt in het plangebied. 4.2 Voorgrondbelasting Bosstraat 15 Uit de quickscan is gebleken dat alleen de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 in Nieuw- Dijk zorgt voor een overschrijding van de wettelijke norm van 3,0 ou/m 3 binnen het beoogde gebied. Dit bedrijf veroorzaakt ook in de vergunde situatie een overbelaste geursituatie (voorgrondbelasting) op het geurgevoelige object Bosstraat 13 (zie bijlage 3). In overleg met het bedrijf is een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld waarin als uitgangpunt is genomen dat op de bestaande geurgevoelige objecten wordt voldaan aan de wettelijke geurnorm en het bedrijf tevens de nog vrije ruimte binnen het agrarische bouwvlak kan benutten. Uit de berekening van de voorgrondbelasting van de geuremissie zoals weergegeven in het bedrijfsontwikkelingsplan blijkt dat de voorgrondbelasting op het beoogde gebied in de toekomstige/gewenste situatie maximaal 6,5 ou/m 3 bedraagt (zie bijlage 4). De achtergrondbelasting op het plangebied is opnieuw berekend waarbij rekening is gehouden met het bedrijfsontwikkelingsplan van de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. Het gaat hierbij dus weer om alle veehouderijen in een straal van 2 kilometer rondom het plangebied, behoudens de varkenshouderij Bosstraat 15, waarbij de vergunde geuremissie van de afzonderlijke veehouderijen op één punt binnen het agrarisch bouwblok zijn geprojecteerd. Voor de varkenshouderij Bosstraat 15 zijn de uitgangpunten uit het bedrijfsontwikkelingsplan als basis genomen. De maximale achtergrondbelasting op de rand van het toekomstige woongebied is in deze situatie maximaal 7,4 ou/m 3 (zie bijlage 5). 4.3 Minimaal aan te houden afstand Bosstraat 19 Uit de quickscan is gebleken dat de afstand tussen het agrarisch bouwblok Bosstraat 19 en het toekomstige woongebied circa 42 meter bedraagt. De afstand tussen het agrarisch bouwblok en de bestaande woningen buiten de bebouwde kom is circa 11 meter en binnen de bebouwde kom van Nieuw-Dijk circa 67 meter. Uitgaande van een te hanteren minimale afstand van 50 meter voor woningen buiten de bebouwde kom en 100 meter binnen de bebouwde kom, wordt het bedrijf reeds belemmerd door de bestaande woningen maar vervolgens verdergaand belemmerd door het toekomstige woongebied. Na overleg met het bedrijf is gebleken dat de wens bestaat dat de huidige rechten binnen het bestaande agrarische bouwblok niet verslechteren door het toekomstige woongebied. Mogelijk dat er op deze locatie weer vee gehouden gaat worden waarvoor in de Rgv geen geuremissiefactoren zijn vastgesteld maar waarvoor vaste minimale afstanden gelden. Deze zogenaamde vaste afstandsdieren kunnen bestaan uit melk- en/of zoogkoeien, vrouwelijk jongvee of paarden. Door het verkleinen van de wettelijke afstand van 100 meter naar 50 meter, worden de bestaande rechten niet verslechterd en blijft er binnen het bestaande agrarisch bouwblok ruimte voor oprichting van een stal voor het houden van dieren (zie bijlage 6). 4.4 Voorstel geurbelasting beoogd gebied Uit het voorgaande blijkt dat de achtergrondbelasting op de beoogde woningbouwlocatie in de quickscan is berekend op maximaal 10,1 ou/m 3. Rekening houdend met het bedrijfsontwikkelingsplan van de varkenshouderij Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk wordt de achtergrondbelasting berekend op maximaal 7,4 ou/m 3. Uit de tabel op pagina 6 blijkt dat het percentage geurgehinderden in deze situatie tussen 5 en 10% bedraagt en het woon- en verblijfklimaat als goed kan worden aangemerkt. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 8

9 Uit de berekening van de voorgrondbelasting van de geuremissie zoals weergegeven in het bedrijfsontwikkelingsplan blijkt dat de voorgrondbelasting op het beoogde gebied in de toekomstige/gewenste situatie tussen 3,6 en 6,5 ou/m 3 bedraagt. Deze voorgrondbelasting is hoger dan de wettelijke geurnorm van 3,0 ou/m 3, echter het percentage geurgehinderden bedraagt in deze situatie tussen 5 en 15% en het woon- en verblijfklimaat kan als goed tot redelijk goed worden aangemerkt. Voorgesteld wordt om voor het toekomstige woongebied een geurnorm vast te stellen van 6,5 ou/m 3. Verder wordt voorgesteld om de minimale wettelijke afstand tussen stallen waarin vast afstandsdieren worden gehouden en geurgevoelige objecten binnen het toekomstige plangebied, terug te brengen van 100 meter tot 50 meter. Gezien de volgende redenen wordt een lager niveau van bescherming (dan de wettelijke geurnorm) acceptabel geacht: Het verblijfklimaat binnen het gearceerde gebied wordt met een voorgrondbelasting van 3,6 tot 6,5 ou/m 3 aangemerkt als goed tot redelijk goed ; De te realiseren woningen binnen het plangebied komen te liggen in een open landschap, dat kan worden gezien als een overgangsgebied tussen de huidige dorpskern van Nieuw-Dijk en het open agrarische gebied daaromheen; De toekomstige bewoners kunnen de aanwezigheid van de veehouderij aan de Bosstraat 15 en het feit dat de locatie Bosstraat 19 als agrarisch is bestemd meenemen in de beslissing zich daar te vestigen. Deze gebiedsvisie maakt inzichtelijk wat de aanwezigheid van de varkenshouderij betekent (of kan gaan betekenen) voor de betreffende woningen; De voorgestelde geurnorm heeft als doel de uitbreidingsmogelijkheden die de varkenshouderij aan de Bosstraat 15 op dit moment heeft, ook in de toekomst te kunnen garanderen; De voorgestelde vermindering van de minimaal aan te houden afstand tussen stallen waarin vaste afstandsdieren worden gehouden en het toekomstige woongebied heeft tot gevolg dat de agrarische activiteiten op het perceel Bosstraat 19 niet verdergaand worden belemmerd. 5 Criteria bij het bepalen van een andere waarde 5.1 Belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging Bij het opstellen van een gemeentelijke verordening op basis van de Wet geurhinder en veehouderij moet het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging worden betrokken. Met het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging wordt bedoeld dat afwenteling van de verontreiniging op een ander milieucompartiment moet worden voorkomen. Hierbij moet een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel worden bevorderd. Bij het opstellen van de gemeentelijke verordening moet derhalve niet alleen worden gekeken naar de geursituatie, maar ook naar de gevolgen daarvan voor andere milieucompartimenten zoals ammoniak, geluid, energie en dergelijke. Door het ten uitvoer brengen van het bedrijfsontwikkelingsplan van de varkenshouderij aan de Bosstraat 15, en het hierop aanpassen van de geurnorm, zal de geursituatie op het bestaande overbelaste geurgevoelige object (woning Bosstraat 13) sterk verbeteren. Voordat het bedrijfsontwikkelingsplan ten uitvoer wordt gebracht, zal in de hiervoor benodigde omgevingsvergunning een beoordeling worden gemaakt van de effecten op andere milieucompartimenten zoals ammoniak, geluid en energie. Zowel voor het bedrijf Bosstraat 15 als voor Bosstraat 19 geldt dat pas als ook aan de geldende normen voor deze milieucompartimenten kan worden voldaan, bedrijfsontwikkeling mogelijk is. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 9

10 5.2 Noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu Bij het opstellen van een gemeentelijke verordening op basis van de Wet geurhinder en veehouderij moet verder de noodzaak van een even hoog niveau van bescherming van het milieu worden betrokken. Een even hoog niveau van de bescherming van het milieu wil zeggen dat het bereikte niveau van bescherming door het stellen van algemene regels in plaats van individuele regels even hoog moet zijn als in het geval van een toets aan de individuele regels. Bij het opstellen van een verordening worden geen algemene regels gesteld die de individuele regels vervangen. Deze gebiedsvisie met de gemeentelijke afweging resulteert in een andere normstelling, die valt binnen de wettelijk bepaalde boven- en ondergrenzen. Verder moeten bij de veehouderijen de beste beschikbare technieken worden toegepast (verplicht op grond van artikel 5.4 Besluit omgevingsrecht). Het voorgaande geeft voldoende waarborgen dat voor het milieu in zijn geheel een ten minste gelijkwaardig niveau van bescherming is gewaarborgd, in vergelijking met de situatie waarin alle bedrijven individueel zouden worden beoordeeld. 6 Conclusie Gelet op de ruimtelijke ontwikkeling van de toekomstige woningbouwlocatie hoek Bosstraat Smallestraat in Nieuw-Dijk is het wenselijk om andere geurnormen en minimale afstanden vast te stellen dan die in de Wet geurhinder en veehouderij zijn opgenomen. Uit een beschouwing van de criteria die zijn opgenomen in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij blijkt dat het vaststellen van andere geurnormen en minimale afstanden in een gemeentelijke verordening mogelijk is. Er is rekening gehouden met de huidige en toekomstige geursituatie. Het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging wordt niet geschaad en een even hoog niveau van bescherming wordt bereikt. Voorgesteld wordt om de geurnorm voor de gevoelige objecten binnen het in bijlage 6 aangegeven gearceerde gebied bij gemeentelijke verordening te wijzigen van 3,0 ou/m 3 in 6,5 ou/m 3. Ook wordt voorgesteld om de minimale afstand tussen stallen waarin vaste afstandsdieren worden gehouden en geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom te wijzigen van 100 meter in 50 meter. Bijlagen: 1. Resultaten quickscan (achtergrondbelasting in het plangebied). 2. Resultaten quickscan (achtergrondbelasting in het plangebied) zonder rekening te houden met de varkenshouderij Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. 3. Resultaten berekening voorgrondbelasting in de vergunde situatie Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. 4. Resultaten berekening voorgrondbelasting bedrijfsontwikkelingsplan Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. 5. Resultaten quickscan (achtergrondbelasting in het plangebied) waarbij rekening is gehouden met het bedrijfsontwikkelingsplan van de varkenshouderij Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. 6. Tekening geurcontour 50 meter afstand tot bebouwde kom plangebied. 7. Tekening gearceerde gebied waarvoor een geurnorm van 6,5 ou/m 3 kan worden vastgesteld in een gemeentelijke verordening. Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 10

11 Bijlage 1 Invoergegevens quickscan (achtergrondbelasting in het plangebied) Adres: X Y Eph Ggh Bdm Us E- Vergund E-maxVerg Bosstraat Smallestraat Haaghweg Oude Zandweg Fluunseweg Melderstraat Meisterholt Melderstraat Meursweg Melderstraat Haaghweg Melderstraat Meisterholt Pakopseweg Meisterholt Ravenstraat Melderstraat Pakopseweg Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Korenweg 5A Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Heesweg Oldegoorweg Holthuizerstraat Werfhout Kerkhuisstraat Didamseweg Kerkwijkweg 2A Fuukweg Hengelderweg Frieslandweg t Slag Beekseweg Frieslandweg Parkweg 9A Parkweg Kollenburgweg Parkweg Frieslandweg Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 11

12 Resultaten achtergrondbelasting op beoordelingspunten (rand plangebied): Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 12

13 Bijlage 2: Invoergegevens quickscan zonder rekening te houden met de varkenshouderij Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. Adres: X Y Eph Ggh Bdm Us E- Vergund E-maxVerg Smallestraat Haaghweg Oude Zandweg Fluunseweg Melderstraat Meisterholt Melderstraat Meursweg Melderstraat Haaghweg Melderstraat Meisterholt Pakopseweg Meisterholt Ravenstraat Melderstraat Pakopseweg Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Korenweg 5A Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Heesweg Oldegoorweg Holthuizerstraat Werfhout Kerkhuisstraat Didamseweg Kerkwijkweg 2A Fuukweg Hengelderweg Frieslandweg t Slag Beekseweg Frieslandweg Parkweg 9A Parkweg Kollenburgweg Parkweg Frieslandweg Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 13

14 Resultaten achtergrondbelasting op beoordelingspunten (rand plangebied): Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 14

15 Bijlage 3 Resultaten berekening voorgrondbelasting in de vergunde situatie Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk Berekende ruwheid: 0,38 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal C ,4 3,0 0,40 4, Stal D ,2 2,8 0,40 4, Stal E ,0 3,2 0,40 4, Stal F ,8 3,6 0,50 4, Stal G ,2 5,4 0,40 4, Stal H ,4 3,5 0,50 4, Stal L ,0 5,9 1,50 6, Stal B nieuw ,6 4,5 0,90 3, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 9 Wnp ,0 2,8 10 Wnp ,0 3,1 11 Wnp ,0 4,4 12 Wnp ,0 4,4 13 Wnp ,0 5,2 14 Wnp ,0 4,3 15 Wnp ,0 3,7 16 Wnp ,0 3,3 17 Wnp ,0 2,6 18 Bosstraat ,0 7,6 19 Bosstraat ,0 5,6 20 Bosstraat ,0 20,5 21 Smallestraat ,0 2,4 Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 15

16 Bijlage 4 Resultaten berekening voorgrondbelasting bedrijfsontwikkelingsplan Bosstraat 15 in Nieuw- Dijk Berekende ruwheid: 0,38 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal F ,8 3,6 0,45 4, Stal H ,4 3,5 0,45 4, Luwa B C D E G ,6 4,5 1,73 3, Stal L ,0 5,9 1,47 6, Nieuwbouw stal ,0 5,0 2,47 3, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 6 Wnp ,0 3,6 7 Wnp ,0 4,0 8 Wnp ,0 6,1 9 Wnp ,0 5,6 10 Wnp ,0 6,5 11 Wnp ,0 5,6 12 Wnp ,0 4,9 13 Wnp ,0 3,8 14 Wnp ,0 3,2 15 Bosstraat ,0 9,2 16 Bosstraat ,0 6,8 17 Bosstraat ,0 11,9 18 Smallestraat ,0 3,0 Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 16

17 Bijlage 5 Invoergegevens quickscan waarbij rekening is gehouden met het bedrijfsontwikkelingsplan van de varkenshouderij Bosstraat 15 in Nieuw-Dijk. Adres: X Y Eph Ggh Bdm Us E- Vergund E-maxVerg Bosstraat 15, stal F Bosstraat 15, stal H Bosstraat 15, Luwa B C D E G Bosstraat 15, stal L Bosstraat 15, nieuwbouw Smallestraat Haaghweg Oude Zandweg Fluunseweg Melderstraat Meisterholt Melderstraat Meursweg Melderstraat Haaghweg Melderstraat Meisterholt Pakopseweg Meisterholt Ravenstraat Melderstraat Pakopseweg Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Korenweg 5A Van Rouwenoortweg Van Rouwenoortweg Heesweg Oldegoorweg Holthuizerstraat Werfhout Kerkhuisstraat Didamseweg Kerkwijkweg 2A Fuukweg Hengelderweg Frieslandweg t Slag Beekseweg Frieslandweg Parkweg 9A Parkweg Kollenburgweg Parkweg Frieslandweg Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 17

18 Resultaten achtergrondbelasting op beoordelingspunten (rand plangebied): Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 18

19 Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 19

20 Bijlage 6 Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 20

21 Bijlage 7 Gebiedsvisie plangebied Nieuw-Dijk, hoek Bosstraat - Smallestraat 21